Levensbeschouwing verbreedt het rationaliteitsbesef

7
Het vak levensbeschouwing verbreedt het rationaliteitsbesef Drs. J.L.C. Marechal

Transcript of Levensbeschouwing verbreedt het rationaliteitsbesef

Het vak levensbeschouwing verbreedt hetrationaliteitsbesef

Drs. J.L.C. Marechal

Levensbeschouwelijke ‘strip – tease’ Weemoedig verlangen sommige mensen terug naar de tijd toen de zin van hetleven werd ‘voorgezegd’. De samenleving was overzichtelijk door deintegrerende rol van het christendom. Iedereen wist wat hij moest denken,doen en laten. Het was een tijd van zekerheid en geborgenheid. Maar deCopernicaanse revolutie werd pas 300 jaar later door de Rooms-Katholiekekerk aanvaard. Levensbeschouwelijke communicatie in het klaslokaal wasoverbodig, de waarheid stond immers vast. “Waartoe zijn wij op aarde?”, ende leerlingen moesten, tijdens de “ouderwetse godsdienstles”, het goedeantwoord opdreunen. De joden konden kritiekloos het lijden monopoliseren eneeuw na eeuw zwelgen in hun slachtofferrol. Met de diaspora-mythe ennatuurlijk de ‘gruwelen’ van de holocaust genereert zij steun uit hetwesten waarmee de Arabische wereld wordt gegijzeld. Geloven was kortom hetplaybacken van axioma’s en tradities i.p.v. vrijwillig instemmen met…i.p.v.kritisch nadenken over… De ene papagaai papagaaide de andere papagaai na enuiteindelijk was het waar. Een hedendaags voorbeeld hiervan is natuurlijkde humorloze islam. De theocratische patriarchale dictatuur die daar heerstmoet bestreden worden, maar achterlijk en barbaars zal ik het niet durvennoemen, ik kijk wel uit. Er zijn zelfs westerlingen die de weg zodanigkwijt zijn dat ze collaboreren met en zich bekeren tot de islam. Er is eentijd geweest dat mensen hiervoor, wegens hoogverraad, standrechtelijkgeëxecuteerd werden en voor dood achtergelaten.Echter niet deze ‘nostalgische’ terugblik maar de breuk tussen de nestgeuren de ‘transcendentale dakloosheid’ van de moderne mens verdient hier onzeaandacht. Door de secularisatie gingen de ogen open. De wetenschap isontstaan als het niet-dogmatische weten bij uitstek. Ze werd dan ook alseen bevrijding ervaren. Inderdaad, maar het is de vraag of in dit moderneparadigma het kind niet met het badwater is weggegooid. De wetenschap kande zinvraag niet stellen en de metafysiek die het wel kan is door hetsuperprestige van de wetenschap vrijwel geëlimineerd. De moderne mens werddus geconfronteerd met zijn existentiële naaktheid en is zich rotgeschrokken. De chaos van de overgangsfase stortte de mens in een zin-vacuüm. De mens is levensbeschouwelijk thuis-loos geworden, een zinzoekendenomade, omdat er geen homogeen instituut meer is. Er is niet één waarheidmaar vele waarheden die via communicatie tot een consensus moet wordengebracht. Relativisme is de nieuwe God. Zinloosheid wordt en mag ook wordenervaren. Dit resulteerde in het verleden in een Frans-Halsema manier vanlesgeven “Roept u maar,…”, alles was immers noch goed, noch fout.Levensvisies werden naast elkaar en niet in communicatie met elkaar aan deleerlingen voorgeschoteld in een vak als “geestelijke stromingen”. Detotalitaire metafysiek heeft hier plaats moeten maken voor een totalitaireantropologie.Het fundament van het vak levensbeschouwing zit hem in het metafysischharmoniemodel waarmee er een levensbeschouwelijke ‘stip – tease’plaatsvindt van het totalitair-denken, het denken in dichotomieën. Dedocent levensbeschouwing heeft als taak de leerlingen te strippen vanaxioma’s en tradities. Het vak moet de harmonie zoeken tussen hetlevensbeschouwelijke én het wetenschappelijke, anders dreigt er het gevaarvan ouderwetse monologen of moderne kakafonie. Het gaat hier namelijk overtwee Niet Overlappende Magisteria (leergebieden). De wetenschap houdt zichbezig met het feitelijke is en het levensbeschouwelijke met het zedelijke

ought (humaniteit). De harmonie tussen het levensbeschouwelijke enwetenschappelijke zorgt voor een goed gesprek met leerlingen die intuïtiefimpliciet verwijzen naar zin. Door leerlingen te teasen (in de zin vanuitdagen door middel van overdrijving en provocatie) blijft de papagaai opstok en gaan ze zelf nadenken en stellingnemen. Het vak levensbeschouwingreikt hiervoor gereedschap, inspiratiebronnen en voorlopige antwoorden aanmaar nooit hét antwoord.

Het vak levensbeschouwing is sex met woordenVanaf 1994 prostitueer ik mezelf aan elke levensvisie en ideologie die mijmaar wil hebben. Dit in de hoop de levensbeschouwelijke lakens op het Dr.-Knippenbergcollege een beetje op te schudden. Momenteel ben ik een nazi-hoer die het nationaal-socialisme een warm hart toedraagt. Provocerend,shockerend en militant zet ik leerlingen aan het denken. Ik zet leerlingenop het verkeerde been waardoor ze wel moeten reageren. Leerlingen lachen,huilen, worden boos, gaan in discussie… Kortom leerlingen zijn met het vaklevensbeschouwing bezig. Soms lijkt het voor een buitenstaander op schoppenom te schoppen (en ja, ook dat is lekker). En natuurlijk schiet ik hiermeeook weleens mijn doel voorbij, maar als je veilig wilt dan moet je op hethoogtepunt een condoom om doen en dat is gewoon minder lekker. Ik probeermijn leerlingen tot een levensbeschouwelijk orgasme te brengen. De ene keerlukt dat beter dan de andere keer, net als bij echte sex. Ik kleed mijnleerlingen uit, strip ze van axioma’s en tradities doormiddel van teasen enaltijd vanuit het metafysisch harmoniemodel. Uiteindelijk wordt de papagaaigelokaliseerd, uit zijn tent gelokt en vermoord. Niet alleen leerlingenmaar ook collega’s, ouders en directie heb ik af en toe, als een heuse sm-meesteres, vanuit dit referentiekader een levensbeschouwelijk lesjegeleerd. Ter illustratie volgen hieronder enkel voorbeelden.

Ik moest een atheneum 5 klas overnemen. De leerlingen vertelden mij dat hunvorige vakdocent stellingen op het bord zette om te discussieren. De weekdaarop zette ik een stelling op het bord: “GOD IS GEEN WORST”. Het bleefstil en ik vroeg quasi onnozel waarom dat was. Een leerling stak zijnvinger op en zei: “moeten we niet eerst vaststellen wat we onder een worstverstaan?” Ik haalde een Cervelaatworst uit een plastictas en zei “dit isnu een worst”. De klas moest lachen. Ik haalde een mes te voorschijn (hetwerd stil) en ik begon de worst in stukjes te snijden. Stel dat de worstGod is en het mes de wetenschap. Vroeger moest men bidden voor een goedeoogst maar nu heeft men Erwin Krol dus dat stukje van God is overbodig.Vroeger moest men leven en dood in de handen van God geven maar nu hebbenwe de medische wetenschap en weer ging er een stukje van God op.Uiteindelijk was de worst op, God was op. Samen met mijn leerlingen was ikGod aan het kanniballiseren. Maar God was toch geen worst? Nee, de mensparticipeert niet kwantitatief maar kwalitatief aan God. Natuurlijk maakthet mij niet uit of leerlingen nu wel of niet in God geloven er zijn algenoeg vakdocenten geweest die i.p.v. lesgeven kerkje gingen spelen. Hetging erom duidelijk te maken dat het levensbeschouwelijke enwetenschappelijke twee totaal verschillende taalspelen hebben. Ze bijtenelkaar niet. Dat laatste laat zich ook illustreren aan de hand van de(achterhaalde) vraag of we nu moeten geloven in de evolutietheorie of hetscheppingsverhaal. De één is waar als feit vanuit de wetenschappelijke

rationaliteit en het scheppingsverhaal is waar vanuit delevensbeschouwelijke rationaliteit als verhaal, metafoor. De vraag zelfhaalt de taalspelen door elkaar terwijl ze naast elkaar kunnen en dienen tebestaan.Zo ben ik ook ooit in een bak met water gaan staan om aan te tonen dat dehistorische Jezus van Nazareth niet echt op het water heeft gelopen, delevensbeschouwelijke Jezus Christus uiteraard wel. Natuurlijk krijg je danreacties van thuis. Wie is die docent levensbeschouwing wel dat hijzichzelf vergelijkt met Jezus? Voor sommigen is het premoderne paradigmablijkbaar nog springlevend en totalitair. De waarheid wordt gemonopoliseerdzonder correctie vanuit de wetenschap. Elke afwijkende mening verschijntals verraad aan het geloof, de waarheid, de goede zeden en de openbareorde. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een officiële aanklacht tegenmij bij de rector en uiteindelijk bij het bestuur. Het werd alsgodslasterend ervaren dat er tijdens de les levensbeschouwing werd gezegddat Jezus niet letterlijk op het water had gelopen. De betrokken leerlingis uiteindelijk op grond van gewetensbezwaren uit mijn klas gezet.

11 september, islamitische leerlingen juichen omdat er een terroristischeaanslag is gepleegd. Deze zgn. fanatieke aanhangers van de islam werdentijdens de les levensbeschouwing ontmaskert als ‘nep-islamieten’. De meesteislamitische leerlingen weten namelijk maar bar weinig van hun eigen geloofaf. Ze papagaaien ook maar wat tradities na. De islam zal alleen vanbinnenuit kunnen emanciperen en rationaliseren als de gewone gelovigen zelfgaan nadenken. Geloof zonder rationaliteit leidt altijd totfundamentalisme.“Mijn dochters mogen nooit thuis komen met een Marrokaan. Ik wil niet datze straks bij de C&A moeten gaan shoppen voor een zwarte of grijze burka”(trouwens als je de islamitische vrouw hebt gezien snap ik de burka wel).Een Marrokaanse leerling hapt en zegt: “Meneer dat is discriminatie”. “Ja,en?”, zeg ik bits. Het is even stil. “Stel mijn zoon wil trouwen met eenMarrokaans meisje mag dat dan wel?” “Nee, alleen als hij islamiet wilworden, anders niet”. “Maar dat is dan toch ook discriminatie,…” “Nee,meneer dat is cultuur en daar moet je respect voor hebben”. Oeps, ik wordhier verweten te discrimineren en geen respect te hebben voor een anderecultuur, als Nederlander zou ik eigenlijk meteen in de stress moetenschieten. In Nederland is misschien wel het laatste taboe onze mythe van detolerante-samenleving. Respect en tolerantie als fundamentalisme tegenbeter weten in. De islam is een regelrechte aanslag op onze manier vanleven maar hier steken wij irrationeel onze kop in het zand. De mythe vanhet tolerante Nederland mag niet getoetst worden door wetenschappelijkefeiten. Allochtonen zijn in Nederland met moord weggekomen als ze maar demagische spreuk riepen “discriminatie”, “rascisme”, “intolerant”. Er wordtin Nederland nu niet meer alleen links gestemd maar zelfs allochtoon links.De salon-socialisten gebruiken de excuus-neger om hun progressieveVerlichte intellectuele imago hoog te houden in een failliete multi-culturele samenleving die tolerant behoort te zijn. De islamitiseringgrijpt om zich heen maar i.p.v. ons daar tegen te wapenen zetten weNederland onder het mom van tolerant in de uitverkoop.

Natuurlijk heb ik ook te maken met leerlingen die juist alles maarflauwekul vinden. Jezus heeft volgens hen zelfs niet bestaan. Grappig wantdan lezen ze de bijbel net zo slecht (of eigenlijk helemaal niet) alsdiegene die in het premoderne paradigma zijn blijven steken. Ze trekkenalleen andere conclusies. Eigenlijk gooien ze naast de levensbeschouwelijkeJezus ook de historische Jezus weg omdat die wonderen allemaal zo raarzijn. Deze leerlingen willen zich het liefst alleen tot de feiten beperkenmaar dat doen ze toch ook niet als ze iemand heel aardig vinden. Je gaattoch ook niet naar een meisje toe en zegt “ik val op de samenstelling vanjouw aminozuren, botten en vet,…” Dat zal het niet goed doen dus doen wedat ook met Jezus niet. De levensbeschouwelijke en de historischwetenschappelijke Jezus zeggen beiden iets over de waarheid. Waarheden dieelkaar niet in de weg staan. Ik gooi dan maar een raadsel de klas in:“Jezus Christus is geboren in Betlehem en Jezus van Nazareth in Nazareth.Toch hebben we het hier over één en dezelfde persoon hoe kan dat?”

Als ik tegen mijn vrouw zeg jij bent mijn konijntje dan moet niet eenbiologieleraar komen vertellen dat zij geen konijn is. Want dan heeft hijniet begrepen dat ik hier vanuit de levensbeschouwelijke rationaliteit enniet vanuit de wetenschappelijke rationaliteit naar mijn vrouw kijk. Dezefout zal de biologieleraar ook niet maken maar als het om de bijbel of dekoran gaat dan blijkt men dat onderscheidt niet meer te zien. Als ik eensprookje vertel aan mijn kinderen en begin met “Er was eens…” dan gaat deknop om en iedereen weet hoe we het verhaal moeten duiden maar bijlevensbeschouwelijke verhalen gaan leerlingen dogmatiseren of juistridiculariseren. De docent levensbeschouwing leert leerlingen weer lezen.

Het metafysisch harmoniemodel schetst een ideaaltype waarin de wetenschapen het levensbeschouwelijke in een intersubjectieve dialoog staan waarbijde argumenten tellen en niet de macht of het gezag. Het wederzijds verstaanis doel op zich. Bijvoorbeeld wanneer vanuit het botsen van verschillendewetenschappen de vraag ontstaat naar het hoogste goed. Midden in dit‘waardenconflict’ komt dan de ethische optiek aan bod. Het handelen vanuitde diverse wetenschappen is dan geen vanzelfsprekend doel in zichzelf, maarwordt benaderd vanuit de vraag wat menselijk gezien het hoogste goed is. Endie vraag wortelt weer in de vraag naar zin. Precies de dialoog die opzulke momenten ontstaat en waarin de perspectieven van de verschillendeoptieken worden gewisseld is de plaats van de levensbeschouwing en ethiekin een gedifferentieerde maatschappij waarin aan de autonomie van dewetenschappen geen afbreuk wordt gedaan door het levensbeschouwelijke.Juist het ontwerpen van een kader waarin deze afstemming op elkaar kanplaatsvinden is van wezenlijke betekenis voor het (voort-)bestaan vanhumaniteit in de moderne maatschappij.

www.jurgenmarechal.nl