Water & wortel - KAS Magazine

68
Uitgelicht Water & wortel Juni 2015 5 Volop uitdagingen teelt op water Hoog isolerende kassen op een rij Emissieloos telen haalbare kaart KE GrowAir stapt in de tuinbouw Nederlandse techniek in Rusland [ 14 ] [ 22 ] [ 26 ] [ 44 ] [ 50 ]

Transcript of Water & wortel - KAS Magazine

Uitgelicht

Water & wortel

Juni 2015 5

Volop uitdagingen teelt op water

Hoog isolerende kassen op een rij

Emissieloos telen haalbare kaart

KE GrowAir stapt in de tuinbouw

Nederlandse techniek in Rusland

[ 14 ]

[ 22 ]

[ 26 ]

[ 44 ]

[ 50 ]

Jacco StratingHoofdredacteur KAS Magazine

[email protected]

DE ZEKERHEID VAN SCHOON WATER MET DE NEXUS 36-S-6

MOOR FILTERTECHNIEK KEEPS YOUR BUSINESS RUNNING

Onderdeel van www.moor.nl

Het leveren van omgekeerde osmose-installaties (RO) stopt niet aan de Nederlandse grens. In maart van dit jaar heeft Moor Filtertechniek een Nexus 36-S-6 gebouwd en geleverd aan een in Engeland gevestigde installateur.

De Nexus 36-S-6 is de grootste stand-alone RO in de Nexus-serie en met een capaciteit van 1.000 m³ een echte krachtpatser.

Bij de eindklant (aardbeienteelt) waren natrium en boron de kritische elementen. De Nexus 36-S-6 heeft het aandeel natrium en boron aanzienlijk ver-laagd. Heeft u schoon water nodig voor uw teelt? We hebben al een RO vanaf 600 liter per uur.

Voor meer informatie, bel (0174 639020), mail ons ([email protected]) of kijk op onze website (www.moor.nl).

2015539 - Moor adv Kas magazine-def.indd 1 26-05-15 13:28

[3

Jacco StratingHoofdredacteur KAS Magazine

[email protected]

Ziek van ‘gifgroenten’‘Kassabonnetjes maken ons ziek’. Die onheil­

spellende boodschap las ik recent in het AD. Het

bericht baseert zich op wetenschappelijke studies

die zouden aantonen dat alledaagse producten

onze hormonen verstoren. De coating op een kassa­

bon bijvoorbeeld en zelfs conserven blikken. Ze

zorgen voor een hoger risico op over gewicht, een

lager IQ, verminderde vruchtbaarheid en kanker.

Ik heb altijd mijn bedenkingen bij dit soort

berichten. Ze komen vaak vanuit het niets, worden

prominent en met dreigende koppen afgedrukt

en veroorzaken onrust bij de lezer. Maar wie de

berichten goed leest, ziet ook dat er meestal geen

duidelijke bron wordt vermeld en dat de getrokken

conclusies vaak kort door de bocht zijn. En waarom

worden kassa bonnetjes en conservenblikken zo

specifiek genoemd? Omdat we daar dagelijks mee

in aanraking komen. En dus heeft zo’n bericht plots

onze volle aan dacht. Goedkoop scoren dus.

Mijn grootste twijfel over dit artikel ontstond

echter door de tip die de onder zoekers en passant

geven, namelijk: ‘Eet biologische groenten, want

die bevatten minder residu van pesticiden.’ Waar

komt die vinger wijzing opeens vandaan? En wat

is de link met het onderwerp? Ik zie hem niet.

Daarbij, kennelijk zijn media in Nederland nog

altijd onvoldoende op de hoogte van hoe schoon

en gezond onze groenten en fruit tegen woordig

zijn. Hoe anders valt te verklaren dat redacties een

dergelijk bericht klakkeloos over nemen?

Die ene opmerking over ‘gif groenten’ maakte dan

ook dat ik snel door bladerde naar een volgende

pagina van mijn krant. Hopelijk doen andere lezers

dat ook. Hopelijk zijn zij verstandig genoeg om

zin van onzin te onder scheiden en weten zij dat

ze onbezorgd hun tanden kunnen zetten in een

Hollandse tomaat of paprika. Diep van binnen vrees

ik echter dat het kwaad toch alweer is geschied.

Daar word ik pas echt ziek van…

DE ZEKERHEID VAN SCHOON WATER MET DE NEXUS 36-S-6

MOOR FILTERTECHNIEK KEEPS YOUR BUSINESS RUNNING

Onderdeel van www.moor.nl

Het leveren van omgekeerde osmose-installaties (RO) stopt niet aan de Nederlandse grens. In maart van dit jaar heeft Moor Filtertechniek een Nexus 36-S-6 gebouwd en geleverd aan een in Engeland gevestigde installateur.

De Nexus 36-S-6 is de grootste stand-alone RO in de Nexus-serie en met een capaciteit van 1.000 m³ een echte krachtpatser.

Bij de eindklant (aardbeienteelt) waren natrium en boron de kritische elementen. De Nexus 36-S-6 heeft het aandeel natrium en boron aanzienlijk ver-laagd. Heeft u schoon water nodig voor uw teelt? We hebben al een RO vanaf 600 liter per uur.

Voor meer informatie, bel (0174 639020), mail ons ([email protected]) of kijk op onze website (www.moor.nl).

2015539 - Moor adv Kas magazine-def.indd 1 26-05-15 13:28

4]

RubriekenColumns

3 Jacco Strating

Ziek van ‘gifgroenten’

19 Sjaak Bakker

Moeilijk of makkelijk?

55 Henk Verbakel

De schakels in de ketting

63 Erik Persoon

Educatie

8 Waar ben jij trots op?

Potplantenteler Piet Kuivenhoven

20 Tuinen bij Demokwekerij

Broedplaats voor hele sector

22 Energiek2020

Hoog isolerende kassystemen

30 Pius Floris over…

Water en wortelmilieu

34 Tuinen bij DLV GreenQ

Gratis contactmomenten

42 Vragen uit de kas

Tuinbouwexperts geven antwoord

48 Tuinen bij WUR Glastuinbouw

Corridors als levensaders

60 Noviteiten en ontwikkelingen

Nieuwigheden in de tuinbouw

64 Goed om te weten

19 nominaties Ranking the Grower

66 In foto’s…

Libelle Zomerweek

ColofonAdres redactieMiddel Broekweg 3, 2671 ME [email protected]

Hoofdredacteur: Jacco Strating

Redactie: Ellis Langen en Jacco Strating

Aan dit nummer werkten mee: Sjaak Bakker, Ellen Beerling, Pius Floris, Peter Geelen, Silke Hemming, Jan Janse, Arjen Mulder, Erik van Os, Erik Persoon, Uko Reinders, Jim van Ruijven, Renee Snijders, Ed

Smit, Lily-Anne Stroobach, Marieke van der Staaij, Henk Verbakel, Tycho Vermeulen en Jan Voogt.

Fotografie: Bloemenbureau Holland, Certhon, Horti-Images, KE GrowAir, Koppert Biological Systems, Glenn Mostert, NethWork, Plant Health Cure, Rintra, Wageningen UR Glastuinbouw, Maurice Wubben en KAS TuinbouwCommunicatie.

Ontwerp/vormgeving: Glenn Mostert, Speax

[5

Artikelen

14 Systemen voor teelt op water

Over kansen en uitdagingen

44 ‘Nieuwkomer’ KE GrowAir

Succes met luchtverdeelslangen

10 Doos met hommels

‘Natupol is stuk zekerheid’

26 Telen in emissieloze kas

Eerste resultaten beloftevol

36 Geno-Therm vularmatuur

Omgaan met richtlijn vulwater

38 Het Nieuwe Samenwerken

NethWork traint managers

50 Certhon bouwt in Rusland

Retailgigant kiest NL­expertise

56 Kas voor subtropisch klimaat

Ambitieus project in Taiwan

Disclaimer/copyright:De inhoud van KAS Magazine is zorgvuldig samengesteld. De uitgever, redactie en auteurs zijn niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van beslissingen die worden genomen op basis van redactie, vormgeving en advertenties in KAS Magazine. Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever en auteur.

Druk: BDUprint

Uitgever: Hans van Renssen

Sales: Martijn Haas, [email protected], tel. 06 34 76 70 68Hans van Renssen, [email protected],tel. 06 81 02 76 88

Mail voor een jaarabonnement van € 29,50 naar: [email protected]

KAS TuinbouwCommunicatie biedt een breed multi mediaal pakket vakinformatie aan voor ondernemers in de glastuinbouw. Naast KAS Techniek worden onder andere ook aangeboden: KAS Magazine, HortiBiz Magazine, GroenteNet.nl, SierteeltNet.nl, HortiBiz.com, TuinbouwTV.nl en de (dagelijkse) digitale nieuwsbrieven vanuit de websites.

Samenwerken met KAS TuinbouwCommunicatie? Neem contact op met [email protected].

6]

Fraude is de meest voorkomende reden voor ontslag

op staande voet, zo concludeert de Ontslagspecialist

die er onderzoek naar heeft gedaan vanuit haar

dossiers. Ze heeft er een top 10 van gemaakt.

Daarna komt diefstal en fraude en daarna het te laat

komen van de werknemer. Een werkgever kan een

ont slag op staande voet geven, maar er moet dan wel

sprake zijn van een dringende reden voor ontslag.

Hieronder volgt de top tien van dringende redenen van

ontslag op staande voet gegeven door een werkgever:

1. Fraude (18 procent). Hieronder vallen zaken als

onterechte kostendeclaraties en valse opgave van

gewerkte uren.

2. Diefstal en verduistering (16 procent). Opmerkelijk

is hierbij dat de rechter ontslag op staande voet

vanwege diefstal vrijwel altijd goedgekeurd. Zelfs als

heeft het gestolene nauwelijks waarde.

3. Te laat komen (13 procent).

4. Werkweigering (8 procent). Dit komt in de praktijk

nog wel eens voor wanneer de werknemer niet op

een andere locatie wil werken of op een afwijkend

tijdstip het werk wil doen.

5. Agressie en geweld (6 procent). Het kan hierbij gaan

om fysiek geweld en om verbaal geweld of dreigen

met geweld.

Top 10 redenen voor ontslag op staande voet

Van alles wat

6. Alcohol en drugsgebruik (5 procent). Werknemers

die onder invloed op het werk verschijnen. Ontslag

op staande voet wordt ook geregeld gegeven

aan een werknemer die zich beschonken op een

personeelsfeest misdraagt.

7. Veelvuldig internet­ en telefoongebruik voor privé­

zaken (3 procent). Bijvoorbeeld medewerkers die

onder werktijd te veel tijd verdoen met privé Whats­

appen en/of telefoneren.

8. Schending van bedrijfsgeheimen (3 procent).

Werknemers gaan soms niet discreet om met

vertrouwelijke bedrijfsinformatie.

9. Beledigen op Social Media (2 procent. Het

beledigen van de werkgever, collega’s of het bedrijf

op facebook, twitter en andere social media.

10. Concurrentie en nevenwerkzaamheden (2 procent).

Bijvoorbeeld concurrentie van de eigen werknemer,

dus van binnenuit het bedrijf.

[7

De Amsterdamse bloemist Dennis Landzaat gebruikt

onder andere de profielpagina van Facebook

om voor klanten een persoonlijk boeket samen

te stellen. De zaak ‘Mooi Anders Bloemen’ biedt

een bloemenabonnement aan, maar de eigenaar

bemerkte bij sommige klanten dat zij geen tijd

hebben om zelf bloemen te kiezen. Daar verzon hij

zelf wat op.

Door foto’s te bekijken op de Facebookpagina, de

bedrijfswebsite of een ander online profiel kan de

bloemist nu meestal goed inschatten wat een klant

mooi vindt. Zo maakt hij een ‘Facebooket’ op maat. Hij

zegt bij veel klanten die van bloemen houden sowieso

geregeld foto’s van bloemen op de profielpagina’s te

vinden en dat geeft al een goede richting aan van wat

klanten mooi vinden. De Facebooketten zijn onderdeel

van een bloemenabonnement waarbij hij een keer per

week het facebooket thuisbezorgd. Tegen Metronieuws

Het Trimbosinstituut, het drugsvoorlichtingsinstituut,

geeft duidelijkheid over het fenomeen dat

hortensia’s een hallucinerend effect zouden hebben.

In een reactie op verschillende berichten dat dieven

hortensia-koppen stelen om die reden, geeft ze aan

dat de gewone huis-tuin-en keukenhortensia op geen

enkele manier als drug te gebruiken valt en je er zelfs

ziek zwak en misselijk van kan worden.

Bloemist biedt ‘Facebooket’ aan

Trippen van een Hortensia?

vertelt Landzaat dat de reacties op het Facebooket

positief zijn. “Zoals die keer dat een vrouw zei dat

ik haar beter snapte dan haar man. Die kwam alleen

maar aan met afdankertjes van de supermarkt”, aldus

Landzaat in het bericht in Metronieuws. Kijk op www.

mooianders.info/video­facebooket voor een filmpje

over het initiatief.

Slechts een bepaalde hortensiasoort, namelijk de

Aziatische pluimhortensia, daarvan heeft het bolzaad

in gestampte vorm een hallucinerend effect, aldus

het Trimbos Instituut. Bij het eten van aanzienlijke

hoeveelheden van de gestampte bolletjes komt er een

soort cyanide­achtige gifstof vrij die mensen in een

hallucinerende en in een stonede toestand kan brengen.

Maar het kan ook nare bijwerkingen geven: misselijkheid,

maagpijn, braken en ook diarree. Bij een overdosis

ligt zelfs een blauwzuurvergiftiging op de loer. Wie

de Aziatische pluimhortensia niet kan onderscheiden

van de rest en zo maar een ‘gewone hortensia’ rookt

als wiet in een joint en/of kauwt dan wel snuift, heeft

volgens het instituut een grote kans om ziek zwak of

misselijk te worden. De ‘hotte hortensia’s’ hebben in

de Campagne ‘Kleurrijke verhalen’ van Plantion ook

een van de hoofdrollen gekregen. Met de campagne

wil de veiling ‘achterliggende verhalen’ bij bloemen en

planten vertellen. Ze heeft een filmpje gemaakt over het

fenomeen van het verdwijnen van hortensia’s.

8]

Waarbenjijtrots

op?Piet Kuivenhoven, 44 jaar - getrouwd met Carolien - vader van Rick en Jim - teelt bloeiende seizoensplanten in Poeldijk - 8 hectare (glas en vollegrond)

Waar ben jij trots op? “Ik ben trots op de koers die mijn vader volgde en de visie

die hij had; een sterke focus op seizoensproducten en

niet te snel tevreden zijn over het eindproduct. Als vierde

generatie binnen ons bedrijf trek ik die manier van werken

door. We bestaan volgend jaar 100 jaar en begonnen ooit

met 1 hectare druiven. Inmiddels zijn we al meer dan 35 jaar

specialist in bloeiend seizoensgoed. Op 8 hectare telen we

onder meer Campanula, Helleborus, Poinsettia, Dipladenia

en Princettia. Ik ben ook heel trots dat wij goed kunnen

samenwerken met leveranciers en afnemers. Mits je elkaar

kunt blijven triggeren, kan een stevige ketensamenwerking

een succesfactor zijn.”

Kun je daar een voorbeeld van geven? “Wij zijn mede­eigenaar van Addenda, een consumentenmerk

waarbij veredeling, teelt en afzet nauw samenwerken. Door

samen dezelfde stip aan de horizon te hebben en de juiste

keuzes te maken, hebben we al grote successen geboekt.

Binnen Addenda gaat kwaliteit boven kwantiteit, dat is ons ver­

dienmodel. Belangrijk is dat alle partijen elkaar vertrouwen en

voortdurend met elkaar sparren om nog beter te worden. We

zijn niet snel tevreden, leggen de lat hoog. Ik durf te stellen dat

Addenda daarmee een uniek initiatief is binnen de sector.”

Wat is jullie stip aan de horizon?“De bekendheid van Addenda bij de consument kan verder

omhoog. Dat kan onder andere door opvallende schappresen­

taties. Planten zijn qua omzet steeds meer van ondergeschikt

belang voor winkelketens, waardoor er ook minder energie in

de presentatie wordt gestoken. Wij krijgen steeds meer ruimte

van ketens om dat op de winkelvloer zelf beet te pakken omdat

cijfers bewijzen dat een goede presentatie van onze producten

tot meer verkopen leidt. We willen daar nog meer aandacht

aan besteden, zodat de consument niet om ons heen kan. Dat

is een lang traject, maar wel een mooi gezamenlijk streven.”

Tekst Jacco Strating

[9

‘Mits je elkaar blijft triggeren,kan samenwerking een succesfactor zijn’

10]

Productmanager Remco Huvermann was van het

begin af aan nauw betrokken bij de ontwikkeling

van Natupol: “De grootste uitdaging van Natupol is

voortdurend manieren vinden om alle aspecten met

betrekking tot deze nijvere, klassieke bestuiver en zijn

nestkast te verbeteren en de doos met hommels om

te vormen tot een wereldwijd merk dat voldoet aan

‘Een doos methommels is eenstuk zekerheid’

Tekst Lily-Anne Stroobach, Koppert Biological Systems

Koppert Biological Systems werkt voortdurend aan het perfectioneren van een van zijn klassieke

producten: Natupol. In de afgelopen 25 jaar slaagde het bedrijf erin een doos met hommels om te

vormen tot een efficiënt en veilig bestuivingsconcept. Om te voldoen aan de stijgende vraag vanuit

de huidige dynamische markt, werkt Koppert echter proactief door om ook de uitdagingen van de

toekomst het hoofd te kunnen bieden.

[11

De nestkast is zo

ingericht dat de

hommels al hun

energie in de

bestuiving kunnen

stoppen

‘Zonder hommels zouden veel teelten niet meer rendabel zijn’

produceert Koppert meer dan een miljoen kolonies

in gespecialiseerde productielocaties in Slowakije,

Turkije, de Verenigde Staten en Mexico, en gebruikt in

elk van deze regio’s inheemse soorten. De productie

van hommels wordt voortdurend gemonitord onder

strenge controle van de lokale veterinaire autoriteiten,

en alle producten worden geleverd met een

gezondheidscertificaat en zijn traceerbaar.”

Duurzaam en betrouwbaar‘Dit is geen hommel. Dit is

Natupol’, luidt de slogan

van Kopperts nieuwste

campagne . Voorheen

werd het product

uitsluitend verkocht

voor de beschermde

teelt, nu wordt het

ook geleverd voor de

buitenteelt van fruit en

aan zaadproducenten.

Huvermann ziet onder

telers een toenemende

behoefte om zich te

onderscheiden op gebied

van een duurzame,

betrouwbare productie

en kwaliteit. “Wij

ondersteunen telers

bij het halen van deze

doelstellingen. Het is niet

een kwestie van gewoon

een doos met hommels

leveren voor een bepaalde

prijs, het gaat juist om de

waarde en kwaliteit die

dit product toevoegt voor

de klant. Je koopt een

stuk zekerheid. Een goed

presterend hommelvolk en

het professionele advies van de consultant bepalen

voor een belangrijk deel het rendement van de teelt.”

De nieuwste innovatie van Koppert is de Natupol

Booster, die de structuur van de nestkast heeft

veranderd. “Dit nieuwe ontwerp gebruikt 85%

minder milieuonvriendelijke kunststof dan de eerdere

versies en biedt een oplossing voor de neiging van

hommels om zich letterlijk een weg uit hun nestkast

te eten. De nieuwe nestkast garandeert natuurlijke,

veilige en effectieve bestuiving en is in veel landen

snel uitgegroeid tot een succes.” In lijn met Kopperts

de eisen van de huidige bijzonder dynamische markt

voor groenten en fruit”, legt hij uit.

MicroklimaatIn 1988 bracht Koppert de eerste commerciële

Natupol bestuivingsoplossingen op de markt.

Inmiddels produceert het miljoenen hommels per jaar

voor een reeks toepassingen die telers over de hele

wereld helpen met een succesvolle teelt. “Afgezien

van de grotere oogst en

de kwaliteitsverbetering,

zorgen hommels voor een

betere werkomgeving en

leveren ze voor de telers

een besparing op de

arbeidskosten op. Zonder

de inzet van deze hommels

zouden veel teelten zoals

tomaat, aardbei en bosbes

niet meer economisch

rendabel zijn”, zegt

Huvermann.

De afgelopen 25

jaar heeft Koppert

nestkasten ontwikkeld

in samenwerking met

een aantal internationaal

gerenommeerde

wetenschappelijke

instituten en universiteiten.

“Dit heeft geleid tot

een goed uitgeruste

en technologisch

geavanceerde nestkast

van waaruit onze sterke

hommelkolonies hun werk

kunnen doen en hoge

bestuivingsresultaten

bereiken. De nestkast is zo

ingericht dat de hommels

het microklimaat binnenin

optimaal kunnen regelen en al hun energie in de

bestuiving kunnen stoppen. Koppert selecteert

uitsluitend de hoogste kwaliteit koninginnen om

te garanderen dat ze bestand zijn tegen stress

en gedurende een lange periode grote aantallen

eitjes kunnen leggen. Dat betekent dat de

hommelpopulatie zichzelf zal blijven vernieuwen

en voortdurend voor bestuiving zal zorgen. Het

broed is het belangrijkste element van de nestkast.

Het is als het ware de motor voor de bestuiving,

waarbij de koningin het tempo bepaalt. Jaarlijks

12]

markt effectieve bestuiving en een betrouwbare

levering van hoogwaardige bestuivers steeds

belangrijker worden. “Vanwege de regionale

wetgeving is het beheer van hommels complex.

Bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk kunnen wij

betrouwbare inheemse soorten leveren. Efficiënte,

stabiele bestuiving is de basis voor een hoogwaardige

productie, met name in moeilijke groeiseizoenen als

de marktprijzen stijgen”, aldus de productmanager.

De concurrentie voorblijven om wereldwijd de

effectiefste bestuivers te produceren betekent dat

hommels en hun nestkasten een hoofdrol blijven

spelen in de R&D­activiteiten van Koppert. “Heeft

u ooit geluisterd naar het klassieke stuk ‘Vlucht

van de hommel’ van Rimsky­Korsakov?”, aldus

Huvermann. “Dat is misschien wel de wervelendste

melodie ooit gecomponeerd. Het stuk is een

perfecte weerspiegeling van de manier waarop wij

voortdurend in harmonie met de natuur en in nauwe

samenwerking met onze klanten werken aan het

perfectioneren van dit bestuivingsconcept.”

nieuwe visie voor een ‘partnerschap met de natuur’

heeft het bedrijf veel geïnvesteerd in onderzoek

naar een duurzaam alternatief voor de conventionele

kunststof nestkasten. Koppert ontwikkelde een

materiaal op basis van papier dat bestand is tegen

de krachtige kaken van de hommel. Jarenlang

onderzoek resulteerde in een nieuw bouwmateriaal.

Huvermann: “De eerste doorbraken zagen we begin

2011 met een innovatie die de afgelopen paar jaar

is geoptimaliseerd en getest.” Het nieuwe materiaal

en de productieprocedure vormen de basis van het

Nederlandse patent dat in november vorig jaar is

toegewezen. Een Europees patent en patenten voor

de Verenigde Staten en een aantal andere landen

buiten Europa zullen naar verwachting nog dit jaar

worden afgegeven.

Groot verkoopsucces“Onze Natupol hommelproducten zijn snel

uitgegroeid tot een internationaal succes”, zegt

Huvermann. Hij zegt dat in de huidige, dynamische

Kopperts hightech nestkasten – de ins en outs

-Het broed – oftewel de larven, zijn de motor van de

bestuiving. De hongerige larven hebben voortdurend

grote hoeveelheden stuifmeel nodig. Hoe meer larven in

de kast, hoe meer stuifmeel verzameld moeten worden,

en dus hoe meer bestuiving plaatsvindt.

-In- en uitgang – De nestkast is voorzien van twee

vlieggaten. Via het ene gat kunnen de hommels in en

uit vliegen. Het tweede is voorzien van de ‘Beehome’­

functie: hommels kunnen wel naar binnen vliegen, maar

niet meer naar buiten. En dat is nuttig als bijvoorbeeld

telers pesticiden gebruiken. Om deze functie te

gebruiken, moet het vlieggat voor tweerichtingsverkeer

worden gesloten. Binnen 90 minuten zijn alle hommels in

de nestkast teruggekeerd.

-Isolatie – Elke Natupol­nestkast is direct onder

het broed voorzien van geïntegreerde isolatie. Dit

garandeert dat het suikerwater geen invloed heeft op de

temperatuur (28 °C) van het warme broed, en dat leidt tot

meer en snellere bestuiving.

-Katoenlaag – Het broed is afgedekt met een laag

katoen die bescherming biedt tegen extreme hitte of

kou. Afhankelijk van de situatie gebruiken ze deze laag

voor isolatie of ventilatie.

-Broedplateau – De ventilatie­ en drainageopeningen

zijn geoptimaliseerd en garanderen dat vuil en condens

snel van het platform wegspoelen. In de nestkast zelf

blijft het schoon en ontstaat minder condens, zodat de

omstandigheden optimaal zijn voor de hommels en het

broed.

-Codering – Een speciale datamatrix aan de buitenzijde

van de nestkast vermeldt de verpakkingsdatum en

de Traces­code. TRACES is een webapplicatie voor

veterinaire certificering die door de Europese Unie wordt

gehanteerd om toezicht te houden op de import en

export van levende dieren. Aan de binnenzijde van de

nestkast staat een kopie van deze code. Zo weet u zeker

dat zowel de binnen­ als buitenkant origineel Natupol is.

-Tank met suikerwater – Onze tank waarborgt dat het

suikerwater altijd beschikbaar is voor de hommels en

bevindt zich onderin de nestkast. Het suikerwater in de

Natupol­nestkast is een hoogwaardige, optimale bron

van energie. Hommels zijn er gek op!

-Draadloze Beehome – Dit elektronische element

bevindt zich bovenop de nestkast en sluit de vlieggaten

automatisch af. Dit is nuttig tijdens de donkerste (winter­)

maanden van het jaar bij gewassen onder kunstlicht. In

deze maanden kan de hoeveelheid UV­licht onvoldoende

zijn, waardoor de hommels grote moeite hebben

om zich in de kas te oriënteren. Met het draadloze

systeem is het mogelijk hommels alleen bij gunstige

lichtomstandigheden vrij te laten door het vlieggat op

gezette tijden open te zetten en af te sluiten.

Uitreiking van de tweede

Klaas Schoone Memorial Award

2015

Op woensdag 10 juni van 15.00 tot 18.00 uurin de “Veredelingskas Floricultura” aan de

Strengweg 17A, (Parkeren: Cieweg 13)in Heemskerk.

De Klaas Schoone Memorial Awardwordt die middag uitgereikt aan een

bedrijf, organisatie of persoon die van grote verdienste is of is geweest voor

de orchideeëncultuur.

Deze uitreiking wordt omlijst met een spraakmakend

mini-seminar, dat u niet mag missen.

Zet nú al de datum

10 juni 2015 in uw agenda.

De Vette C.V.

Gaagweg 11a2636 AK SchipluidenTel 015-3808784

Europalaan 442641 RX PijnackerTel 015-3612733

Meerkosten bij nieuwbouw nihil, voor bestaande kassen U-profiel beschikbaar.

Kassenbouwers pakken de rail niet op. Kwekers zijn de dupe.

• 50% energiebesparing door opkweeksysteem• Glasreiniging

• Efficiënte gewasbescherming• Automatisering van arbeid

Zonder de rail geen toekomst

14]

De aanleiding is dezelfde als bij eerdere pogingen:

het voor komen of reduceren van wortel ziektes,

recirculeren van water om zo emissie te beperken,

maar bovenal het realiseren van betere voedings­

sturing en controle op de wortel zone om zo

hogere productie en kwaliteit te behalen. Deze

voor delen zijn niet alleen te benoemen, maar

ook te kwantificeren. Afhankelijk van het gewas

kosten wortel ziekten directe gewasschade of

Teelt op water:grote potentie, volop uitdagingen

Tekst Tycho Vermeulen,

Wageningen UR Glastuinbouw

UITGELICHT WATER & WORTEL - Substraatloos telen is al zo oud als de weg naar Rome. Toch is het in

Nederland nooit gemeengoed geworden. Waarom is dat, en is dat terecht? De afgelopen jaren wordt er

hernieuwd en door meerdere partijen tegelijk gekeken naar deze ‘nieuwe’ teeltsystemen. Wat is daarin

de vooruitgang en gaat dit ergens toe leiden?

[15

De doorbraak richting rendabele systemen – die

kosteneffectief de meerproductie van 20­30%

verzilveren ­ moet komen door het overkomen van

de knelpunten op de volgende onderdelen:

1. planmatig kunnen werken, 2. logistieke

systemen, 3. sturing op het microleven, wat zich

moet vertalen in een weerbaar teeltsysteem en

4. het effect van schaalgrootte op de teelt.

1. Planmatig kunnen telenOver de jaren is het gelukt om uniform te telen, of

in ieder geval te begrijpen wat leidt tot ongelijkheid

om zo een goede afweging van kosten­baten te

maken. Uniformiteit heeft ermee te maken dat alle

planten gelijke omstandig heden krijgen in termen

van water, temperatuur, licht en voeding. Zo leidt

eb/vloed in substraatbedden (zandbedden) al

snel tot zout ophoping aan de randen. Als ander

voorbeeld zijn de traditionele NFT­systemen waar

de voedings beschikbaarheid ongelijk is over de

lengte van de goot. Nutriënten worden niet gelijk­

matig opgenomen, zodat de eerste planten een

andere samen stelling krijgen dan de latere. De

volgende stap is om de teelt planning zo ver te

krijgen als dat we in de grond teelt kennen. In de

teelt zonder sub straat

speelt temperatuur

een grotere rol. Waar

de grond temperatuur

over het algemeen niet

beïnvloedt wordt in de

reguliere teelt, volgt

de water temperatuur

veel meer de kas­

temperatuur. Daarbij

is het mogelijk om de

water temperatuur te

beïnvloeden om zo

teeltversnelling of juist

remming te krijgen. De

teeltsystemen geven daarmee de teler weer een

nieuw instrument in handen. Dit instrument moet

natuurlijk eerst goed begrepen worden. Op dit

moment merken we nog, in bijvoorbeeld de teelt

van sla, dat de teelt snelheid erg grillig is. Bij een

logistiek systeem waarbij drijvers aan de ene kant

van het bassin gevuld worden met jonge planten,

om ze aan de andere kant als volwassen planten te

oogsten, kan dit tot ongewenste situaties leiden

waarbij teelten elkaar inhalen en de planning in

de war schoppen. Ook in de zeer geplande teelt

van chrysanten – die gebruik maken van de sterk

brengen ze kosten mee van grond stomen en

gewas beschermings middelen. De winst als gevolg

van betere voedings sturing is vervolgens te

beredeneren vanuit de planten fysiologie: betere

nutriënten opname leidt tot minder energie verlies

in de wortelzone en minder plant stress door

droogte of over verzadiging. Ook het gegeven

dat een nat gewas minder verdampt, veel energie

kost om weer droog te worden en in de tussen tijd

een hoger risico geeft op schimmel infectie leidt

tot productie optimalisatie. Op basis van meerdere

proeven op kleine schaal concluderen we dat er

20­30% meer groei behaald kan worden. En deze

betere groei levert in ieder geval op papier een

interessante business case op.

Deze potentie maakt dat in Nederland enkele

tientallen tuinders, meerdere toe leveranciers en

kennis partijen zich buigen over de realisatie van

nieuwe, substraat loze teelt systemen. De huidige

consortia kunnen daarbij gebruik maken van de

kennis die sinds de jaren ’70 is opgedaan over

het methodisch opzetten van een teelt. We zijn

een stuk verder in nutriënten (pH) regulering,

zuurstofvoorziening en inzichten in uniformiteit

als consequentie van het

teelt systeem en watergeef­

systeem. Hernieuwd

beseffen we dat rassen­

keuze cruciaal is: niet elk

ras groeit goed op

sub straat – en dat is niet

erg. Zolang er maar een

aantal voor de markt

interessante rassen wel

lekker gaan. Dan is er een

basis. Daarbij zijn enkele

technologische stappen

gemaakt de afgelopen

jaren. Zo is er het concept

van Dwars­NFT ontwikkeld, waarbij elke plant

zijn eigen water stroompje heeft, in plaats van dat

het in het ‘afval water’ van de buurman staat.

Er is meer inzicht in de verschillende drijvers voor

op water bassins – al zijn hier nog wel verschillende

inzichten tussen partijen. Tenslotte is er de

afgelopen jaren meer aandacht gekomen voor

weer baar telen. Deze aandacht leidt nog niet direct

tot nieuwe strategieën, maar wel tot een andere

interpretatie van de ziektes die we tegenkomen.

De consortia werken nu op onderzoeksschaal en

in demonstratieprojecten (1000­2000 m2).

16]

een basis gedachte van hoe het planten, overzetten

en oogsten kan verlopen. Want ook hier geldt

dat de Nederlandse tuinbouw een samen werking

is tussen natuurlijke producten en technologie.

Op dit moment is er voor substraat loze teelt nog

geen turn­key systeem op de markt. Er dan is

er het demonstratie project bij Pater­Broersen

(slateelt op drijvers) en hebben de bedrijven van

Wighert (Delphinium) en Delicious (sla op NFT­

goten) een uitgewerkt concept. Vooral het laatste

bedrijf heeft een zeer uitgebreid systeem waarbij

ook het hierboven genoemde punt van plan­

matig telen in meer laagse opkweek onderdeel is

van de bedrijfs logistiek. Over het algemeen kan

dus gesteld worden dat dit veld nog open ligt,

terwijl er een heel aantal

bedrijven al wel bezig

is met het ontwikkelen

van concepten – veelal

beginnend bij de basis:

de drijver of goot/strip.

Succesvolle logistieke

concepten voegen

(patenteerbare) kennis

toe aan wat er nu is. De

uitdagingen waar nu nog

geen goed antwoord op

is, zijn:

• Generiek bladgewassen systeem wat

verschillende plantafstanden toelaat. De

gewenste plantafstand is afhankelijk van het

ras, het seizoen en de markt waar de teler voor

produceert. Het is daarmee lastig een statisch

systeem te maken wat in de diversiteit van

wensen van de gebruikers (telers) kan voorzien;

• Systeem wat gewasschade bij verplaatsen

voorkomt. In de ervaringen tot nog toe

merken we dat planten een ‘klap’ krijgen bij

het overzetten wat snel resulteert in 2­4 dagen

groeivertraging. In de chrysantenteelt is dit

effect overigens minder sterk waargenomen.

• Systeem of methode van verplaatsen van

planten (planten of wijder zetten) wat

kosteneffectief is.

Een helder technologisch antwoord zou goed

patenteerbaar moeten zijn, want, ondanks de

vele initiatieven die hieraan werken, bestaat het

nog niet. Daarnaast zouden er nog best wat

alternatieven interessant zijn voor reeds opgeloste

genetisch bepaalde reactie tijd van de omslag van

vegetatief naar generatief – kan de temperatuur

2­3 dagen verschil maken in de oogst datum. Er

is nog maar weinig bekend over de inter actie van

wortel temperatuur en voeding op de eerdere

stuur factoren van kas temperatuur en licht som op

de groei snelheid. Daarbij zal ook het uitgangs­

materiaal van grote invloed zijn. Ook deze planten

hebben een historie van temperatuur en groei­

snelheid. De aansluiting van de opkweek op de

teelt in termen van planmatig werken is eigenlijk

nog niet bekend. Wat betreft de teelt planning

geven de nieuwe systemen dus weer nieuwe

kansen, maar vergt het wel een leer traject om er

goed gebruik van te maken. En dit leertraject is niet

optioneel. De structuur

van de tuinbouw keten

vergt dat een bedrijf goed

moet kunnen plannen met

de productie.

2. Logistieke systemenLogistiek is één van de

grootste argumenten om

substraat loze systemen

te ontwikkelen. Onder

logistiek verstaan we

hier voor het gemak

de technologie om

bepaalde handelingen

te verrichten of eenvoudiger te maken, zoals

planten, eventueel wijder zetten of om een andere

reden, zoals overzetten en oogsten. Zodra de

planten niet meer vast in de grond staan maar in

een houdertje of een strip is ineens alles mogelijk.

Veel systeem ontwikkelingen zijn begonnen vanuit

een logistiek concept, en terecht. Denk aan

Mobyflower (mobiel wijder zetten voor ruimte­

gebruik), de mobiele roos en gerbera (oogst op

één locatie), Dry Hydroponics (aan een kant van de

vijver planten en aan de andere kant oogsten) en

de laan boomteelt op goten (de jonge bomen per

goot kunnen binnen halen en direct verenkelen). Los

van of het een succes was, laten deze initiatieven

zien dat het verdien model van de ontwikkeling van

het systeem zit in een beschermd (liefst patenteer­

baar) concept. Op basis van technologie wordt het

interessant voor partijen om te investeren in de

ontwikkeling. Een uitzondering is de chrysanten­

demo bij Kreling, waar de onder nemer denkt

vanuit een sector belang, en nog zonder uitgewerkt

logistiek concept. Maar zelfs bij Kreling is er wel

[17

zien dat het microleven in het water ertoe doet.

In de gedachtenvorming op dit thema spelen

begrippen als kwaliteit en kwantiteit. De gangbare

gedachte is dat er een grote populatie van nuttige

organismen moet zijn (kwaliteit) en dat de totale

populatie van microleven laag moet zijn (kwantiteit).

Hierboven beschreven we de stand van zaken

wat betreft de kwaliteit. Wat betreft de kwantiteit

hebben de watertemperatuur en de aanwezigheid

van organisch stof de grootste invloed op de

opbouw van schimmel­ en bacteriepopulaties.

Een veilige temperatuur zou zijn beneden de

25 °C. De opbouw van organisch stof vervolgens

is niet te voorkomen. Inloop, inwaai, vervuiling

bij de oogst en wortelafsterving zullen altijd

plaatsvinden. Daarbij is

het nagenoeg onmogelijk

om het systeem algenvrij

te krijgen. Het is daarom

belangrijk het water

te filteren om zo de

effecten te verminderen.

De aanwezigheid van

organisch stof kan

gemeten worden in

termen van BOD, TOC en

het redox­potentiaal. Een

andere vorm die inmiddels

wat minder toegepast

wordt, is het doseren van

waterstofperoxide. Deze dosering doodt micro­

organismen, maar verlaagt de aanwezigheid van

organisch stof in het water niet, waardoor andere

organismen zich weer kunnen vermeerderen.

Omdat organismen niet gelijkmatig gevoelig zijn

leidt het tot een selectiedruk. Bacteriën zijn het

meest gevoelig voor peroxide, gevolgd door

oomyceten (Pythium en Phytoftora) en tenslotte

de schimmels. Bacteriën die zich in een slijmlaag

aan de wand ingekapseld hebben, zijn overigens

zeer ongevoelig, maar nog zeer goed in staat zich

te vermeerderen. Deze gangbare gedachten rond

kwaliteit en kwantiteit zijn nog niet onomstotelijk

vastgelegd, laat staan gekwantificeerd. Omdat

veel van de problemen van de substraatloze teelt

zich in de wortelzone afspelen, moet hier dus nog

veel geleerd worden. We hebben inmiddels de

instrumenten ontdekt, nu wordt het tijd om veel te

gaan meten en causale verbanden te leggen.

knelpunten zoals het water lichtdicht houden om

algen te voorkomen, zonder het wateroppervlak

volledig af te sluiten van zuurstofuitwisseling/met

behoud van goede beluchting in de wortelzone

(Dry­hydroponics­systeem) en het knelpunt

dat door een zwaarder gewas de drijver zinkt

(luchtondersteuning van Botmans).

3. Microleven en weerbaarheidSubstraatloze teeltsystemen zijn niet steriel te

krijgen. Wanneer er met zoveel water gewerkt

wordt, is het niet meer haalbaar om meerdere

malen per dag het water te zuiveren. In een groot

aquarium – waar het wat mag kosten – is het

mogelijk om per uur 100% van de basininhoud door

een ontsmettingsstraat

te laten lopen, maar voor

de teelt van gewassen

is dat niet haalbaar. Een

bassin zal zich daarom

gedragen als een

complex ecosysteem.

Drie weken na een hele

schone start en met alleen

maar regenwater wat UV­

behandeld is, vinden we

al meer dan 100 soorten

bacteriën en tientallen

soorten schimmels.

In een eerste grote

screening van het microleven in bassins vinden

we dat er geen eenduidig ecosysteem ontstaat.

Elk bassin is anders. Over het algemeen wordt de

samenstelling gedomineerd door 1­4 soorten, maar

welke soorten dat zijn, is weer telkens anders. Zelfs

in een situatie waar in één kas meerdere bassins

ogenschijnlijk dezelfde oorsprong hebben, vinden

we grote verschillen in het microleven.

Vervolgens zien we over meerdere teelten en

meerdere gewassen heen wel een positief effect

van het aanenten met bepaalde ‘gezonde’

micro­organismen. Het is nog niet duidelijk

welke organismen het positieve effect brengen

– organismen die de wortel koloniseren en

daarmee beschermen, organismen die de wortel

helpen bij voedingsopname en daarmee de plant

sterker maken, organismen die actief prederen

op ziekteverwekkers, etc. Vergelijkbaar aan de

bekende teelten lijken de organismen vooral effect

te hebben in geval van sub­optimale condities

zoals ziektedruk, koude of andere vormen van

plantstress. Dergelijke eerste bevindingen laten

18]

4. SchaalgrootteOp onderzoeksschaal is het lastig om de planten

ziek te krijgen, terwijl op demonstratieschaal de

planten maar al te vaak ziek worden. Dit geldt

overigens ook voor plagen. Op een kleine schaal

blijkt het beter te onderdrukken. Dit effect van

schaalgrootte is niet nieuw. Veel van de problemen

worden immers toegeschreven aan de grote

monocultuur­landbouw. In substraatloze systemen

slaat deze schaalgrootte echter zeer snel toe. Een

schaal van 1000m2 is ineens groot.

Internationaal wordt er veel gebruik gemaakt

van de substraatloze teeltsystemen zoals we er

hier over spreken. In Australië en Noord­Amerika

telen grote bedrijven op ‘deep flow’ (drijvende

teelt) of op NFT, in het algemeen genaamd

‘hydroponics’. Ook elders in de wereld worden

dergelijke geavanceerde systemen toegepast.

In een internationaal magazine werd daarom al

opgemerkt dat ‘het land van de substraatteelt

nu ook eindelijk serieus kijkt naar hydroponics’.

Dit succes internationaal is deels te danken aan

lokale gunstiger marktomstandigheden zoals

betere prijzen voor groenten, maar ook het hippe,

gezonde en duurzame imago wat ‘hydroponics’

heeft. In Nederland hebben we deze associatie

niet kunnen leggen met onze high­tech teelt. Naast

voldoende technische en plantkundige uitdagingen

is er dus ook een charmeoffensief nodig richting

de consumenten om de potentie die er in

substraatloze teeltsystemen zit te verzilveren.

In Nederland zijn meerdere consortia actief om,

veelal samen met onderzoekers, de kansen in

meerproductie op substraatloze teeltsystemen

te verzilveren. De grootste uitdagingen liggen

op het gebied van planmatig telen, logistiek,

weerbare teelt en schaalgrootte. Daarnaast zullen

ondernemers de relatie moeten leggen met de

markt om deze duurzame innovatie een gezond

en leuk imago te geven bij de consument, aldus de

onderzoekers.

Ga naar www.tuinbouwtv.nl voor een film over teelt

op water. Europalaan 442641 RX PijnackerTel 015-3612733www.klimrek.com

Klimrek scherm

Zonder WKK zeer rendabel• Hoge energiebesparing

• Warmteoogst• Diffuus licht op afroep

• AC folie via slip in systeem

Korte terugverdientijd en eenvoudige regelingVoor nieuwe en bestaande kassen.

Een dubbeldek op basis van een rolscherm

[19

Column Sjaak Bakker

Waarom moeilijk als het makkelijk kan?

Sjaak Bakker ([email protected]) is sinds 2006

manager bij Wageningen UR Glastuinbouw in

Bleiswijk, toonaangevend onderzoeksinstituut voor

de internationale glastuinbouw. Eerder werkte hij

bij IMAG DLO en Priva.

wat een optimaal kassysteem is voor glastuinbouw­

productie. Met deze aanpak zijn al verschillende

zeer succesvolle systemen ontworpen voor

bijvoorbeeld Indonesië en Maleisië. Ik realiseerde

me opeens dat we daarmee dus bezig waren met

datgene wat nu dus in de publiciteit komt onder de

term ‘Frugal Innovation’.

In feite is het niks anders dan: ‘Waarom moeilijk

doen als het makkelijk kan’. Bij het ontwerpen van

deze kassen haal je namelijk alle ingewikkelde

en (voor de condities in het betreffende land)

niet noodzakelijke zaken uit het ontwerp. Dat wil

zeggen: geen automatische luchting of klimaat­

beheersing. Geen complexe beweegbare

schermen maar wel een heel uitgekiend ontwerp

van een foliekas met vaste ventilatie openingen

met insecten gaas. De uitkomst is misschien in

onze ogen een simpel systeem, de weg ernaartoe

vereist wél hoog waardige kennis over de teelt van

gewassen in kassen. En het vraagt van ons allemaal

om opnieuw na te denken over het aanpassen van

de huidige product range om ook in de opkomende

markten te kunnen excelleren. Want daar moet

het makkelijk, omdat onze ‘moeilijke’ producten

meestal gewoonweg te duur zijn.

In mijn vorige column schreef ik dat de glas­

tuinbouw de leidende sector is voor wat betreft

efficiënt gebruik van alle inputs. Kortom: het

ultieme voorbeeld van ‘meer met minder’. Ik moest

eraan denken toen ik een artikel las over ‘Frugal

innovation’. Dat houdt in dat bepaalde producten

worden vereenvoudigd en alle níet essentiële zaken

worden weg gelaten om het te kunnen verkopen

in ontwikkelings landen. In het artikel was de

bijbehorende slogan: ‘How to Do More With Less’,

oftewel ‘meer met minder’ en dus precies waar de

glas tuinbouw zo sterk in is.

Maar het is ook een les voor Nederlandse techniek­

bedrijven bij export naar (op glastuinbouw gebied)

opkomende markten. Want veel van de producten

zijn te complex voor die nieuwe groei markten.

Binnen Wageningen UR is er daarom bijna 10 jaar

geleden al besloten tot het ontwikkelen van de

aanpak met de titel ‘Adaptive production system

design’. Daarmee kun je voor de verschillende

klimaat condities wereldwijd, in combinatie met de

economische condities, voor elke plaats bepalen

20]

‘Demokwekerij 2.0 wordt broedplaats voor hele sector’

directeur van de demokwekerij. De nieuwe demo­

kwekerij wordt een geheel met het nieuwe school ­

gebouw Lentiz MBO Greenport. Op de Greenport

Horti Campus Westland vestigt zich het ‘groene

MBO’ en tevens de onderwijs richtingen zorg en

marketing. Het streven is dat het nieuwe school­

gebouw in september 2016 al klaar is. Als alles

volgens plan verloopt, zal ook de spiksplinter nieuwe

demo kwekerij eind volgend jaar al een feit moeten

zijn. Die zal bestaan uit kassen met onderzoeks­

afdelingen en dit gedeelte is totaal 6.000 vierkante

meter. Ook komt er een expositie­ en innovatie­

centrum van circa 8.000 m2, samen met de stichting

GFFX (Greenport Food & Flower Experience).

Permanente tuinbouwtentoonstellingWat zijn de plannen met de demokwekerij 2.0?

Van Adrichem: “We maken er een ‘permanente

tuinbouw tentoonstelling’, vergelijkbaar met wat

we op de huidige locatie nu met de partici panten

realiseren. Maar dat willen we nog uitgebreider

doen, met nog meer bedrijven. Dit moet ook meer

een overzichts tentoonstelling worden van wat

de Nederlandse tuinbouw de wereld te bieden

heeft. Dus er gaan ook zaken getoond worden

die interessant zijn voor klanten uit het buiten land,

zoals teelt­ en kassystemen voor de tropen en sub­

tropen. Immers de klant komt steeds meer uit het

buitenland. Het wordt dus eigenlijk een permanente

tuinbouwtentoonstelling.” De bedoeling is ook dat

er een platform komt waarbij op een producten­

plein verschillende verkoop concepten voor de

groente­ en voor de sierteelt getoond worden

aan geïnteresseerde kopers. Dit deel zal vooral

ingevuld worden door GFFX. Van Adrichem:

“Telersverenigingen en individuele bedrijven

De directie van Demokwekerij Westland en het

bestuur van de stichting Proeftuin Zwaagdijk, het

moeder bedrijf van de demokwekerij, gebruiken de

komende tijd gebruiken om tot een definitief besluit

te komen voor het nieuwbouw project. Vooral op

het gebied van financiering van dit ambitieuze

project ligt er nog een behoorlijke uitdaging voor

de organisatie. Met het nieuwe school gebouw

dat Lentiz MBO Greenport op diezelfde locatie

gaat bouwen, zal de eerste fase van Greenport

Horti Campus Westland worden gerealiseerd, een

complex waarin onderwijs, onder zoek, innovatie en

bedrijfsleven elkaar ont moeten. Het expositiedeel

van het project wordt ondersteund door de

gemeente Westland.

“We zitten hier prima. Maar we zien ook dat we

in een nieuw gebouw en met nieuwe kassen een

volgende stap kunnen maken voor de gehele

glastuinbouw sector”, zegt Peet van Adrichem,

Als alles volgens plan verloopt wordt Demokwekerij Westland in een geheel nieuw en veel ruimer jasje gestoken. Ze verplaatst zich naar het terrein waar Greenport Horti Campus

Westland moet gaan verrijzen; op het Trade Parc Westland, gesitueerd voor bloemenveiling FloraHolland in Naaldwijk. De demokwekerij zal op deze locatie zelf een nieuw kassencomplex

voor onderzoek bouwen en zal in gezamenlijkheid met Lentiz MBO Greenport Westland en Greenport Food & Flower Experience een expositie- en demonstratiecentrum stichten.

Tekst Ellis Langen

Een sfeerbeeld van een deel van de Greenport Horti Campus Westland

[21

kunnen hier hun innovaties wat betreft verkoop­

concepten showen en uitleggen.” De bedenkers

van het platform verwachten dat hier behoefte aan

is. Van Adrichem: “De verschillende Trade Fairs voor

de sier teelt tonen nu vaak concepten die gericht

zijn op het voor­ of op het najaar, maar net wanneer

de beurs plaats vindt. Maar kopers zijn het hele jaar

op zoek naar nieuwe dingen. Dit geldt ook voor de

groente teelt. Nu is de retail haast genoodzaakt om

zich eens per jaar op de Fruit Logistica in Berlijn een

slag in de rondte te lopen, want verder is er vrijwel

niets waar deze doel groep verder terecht kan.”

Van Adrichem verwacht dat groente­ en bloemen­

inkopers vaker behoefte hebben om nieuwe

dingen te zien en te ontdekken. Hij verwacht ook

dat als zo’n plat form er eenmaal is, de sector meer

getriggerd en geïnspireerd wordt om meer werk te

maken van verkoop concepten.

Verder zal in de nieuwe demokwekerij de uit­

wisseling met Lentiz MBO Greenport groot zijn.

“Leerlingen kunnen bij ons proeven uitvoeren en

praktijk lessen volgen. De leerlingen en leraren

zijn hier door altijd op de hoogte van de nieuwste

innovaties en ontwikkelingen in de glas tuinbouw.”

Doordat jeugd en bedrijfsleven elkaar in de nieuwe

demo kwekerij veel vuldig gaan treffen, ziet Van

Adrichem de nieuw bouw ook als een ideale plek

waar kansen gesignaleerd worden en dat die

vervolgens meteen kunnen worden beet gepakt.

Het is de bedoeling dat er bij de nieuwe demo­

kwekerij straks van alles binnen loopt, gebeurt en

dat er veel onderling wordt geschakeld. Een enorm

tuinbouw netwerk zal elkaar hier treffen. “Zo’n

setting is een broed plaats voor innovaties. Dat kan

resulteren in start ups van bedrijven die inzetten op

een nieuw en innovatief product.”

Tuinen bijDemokwekerij

Demokwekerij Westland is een breed kenniscentrum dat optreedt als verbindende schakel tussen bedrijfsleven, kwekers, onderzoeksinstellingen, technische toeleveranciers, onderwijs en overheid. De organisatie is onderdeel van Proeftuin Zwaagdijk, dat geldt als één van de belangrijkste agrarische onderzoekscentra van Nederland op het gebied van praktijkgericht onderzoek.

Demokwekerij Westland

Zwethlaan 52 2676 LB HonselersdijkT +31 (0)[email protected]

‘Demokwekerij 2.0 wordt broedplaats voor hele sector’

22]

Kassen met dubbellaags dek op een rij…

Tekst Uko Reinders

De glastuinbouwsector heeft de ambitie dat vanaf 2020 de teelt in

nieuwe kassen klimaatneutraal en economisch rendabel zal zijn. Het

ministerie van Economische Zaken (EZ) en LTO Glaskracht Nederland

werken samen in het programma Kas als Energiebron om deze

ambitie waar te maken. KAS volgt de ontwikkelingen op de voet.

Dit keer aandacht voor het meten van fotosynthese.

energiek2020.nu

ten opzichte van de referenties, waar ook al het

nodige aan energiebesparing wordt gedaan, zoals

met een dubbel scherm. De percentages zouden

hoger kunnen uitkomen wanneer ze met minder

energie zuinig kassen vergeleken werden.

Het zou ook interessant zijn om de vier systemen

met elkaar te vergelijken, maar dat is niet mogelijk

omdat er veel andere factoren mee spelen, zo

verschillen de geteelde gewassen, de teelt­

temperatuur en de lucht vochtigheids regeling.

Die laatste factor heeft een grote invloed op het

energie verbruik. Volgens De Zwart minstens zo

groot als de isolerende werking van het glas.

Minder condensatieVan dubbel glas mag je verwachten dat er minder

vocht tegen het raam condenseert. Dat blijkt

ook uit berekeningen met het simulatie model

KASPRO, waarin de jaarlijkse condensatie tegen

het glas in een kas met enkel glas uitkomt op

120 liter/m2/jaar en bij dubbel glas op 10 liter/

m2/jaar. Het betekent dat vocht op een ander

manier moet worden afgevoerd. Dat kan met

een ontvochtigingsinstallatie en via open ramen.

Vooral die laatste optie zet zoden aan de dijk. Een

kas met dubbel glas wordt sneller door de zon

Huizen en gebouwen hebben bijna allemaal

dubbel glas, hoe anders is dat bij kassen. De licht-

doorlatendheid stond een introductie lange tijd in

de weg, maar dat is inmiddels achterhaald. Ook de

vochtbeheersing is geen belemmering meer. Dit

keer aandacht voor hoog isolerende kassystemen.

De energiebesparingen van vier hoog isolerende

kasconcepten zijn door Feije de Zwart, onder­

zoeker bij Wageningen UR Glastuinbouw, voor

KAS op een rij gezet. Drie van die concepten

zijn met dubbelglas uitgevoerd en één, de

2SaveEnergy kas, met een combinatie van glas en

folie. Deze kas en de Venlow Energy kas staan bij

het IDC­energie in Bleiswijk en mede gefinancierd

door Kas als Energiebron. De twee andere

projecten staan bij telers. Dit zijn de DaglichtKas bij

Ter Laak in Wateringen en de ID­kas bij Duijvestijn

Tomaten in Pijnacker. In het kader van het Kas als

Energiebron­project ‘Monitoring Energie besparing

en teeltervaringen bij technische systemen voor

Het Nieuwe Telen’ worden deze twee praktijk­

projecten door onderzoekers gevolgd. Uit de

tabel blijkt dat in de projecten met dubbel glas

en een glas­folie combinatie besparingen 20 tot

33 procent behaald worden. Dat zijn besparingen

[23

gewassen ook uitstekend te groeien. “Deze

ervaring is ook van belang voor bestaande kassen.

Als telen bij hoge luchtvochtigheid geen nadeel

voor de groei en ontwikkeling van groente­ en

potplantengewassen oplevert betekent dit dat

tuinders intensiever kunnen schermen of meer met

dubbele schermen kunnen werken. Ook daarmee

werpt het onderzoek aan isolerende kassen dus

zijn vruchten af”, aldus De Zwart.

Venlow Energy KasDe Venlow Energy Kas, waarvan op het terrein van

Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk een

proefkas staat, heeft naast dubbelglas ook een

low­emission coating en een argon­gas gevulde

spouw waardoor de isolatie toeneemt. Een andere

bijzonderheid van de kas het energiebesparende

ontvochtigingssysteem. Een lucht/lucht warmte­

wisselaar zorgt daarbij dat 80 procent van het

voelbare warmteverlies wordt teruggewonnen. In

de kas is de afgelopen vier jaar tomaat geteeld.

EnergiebesparingIn de vier jaar dat er in de Venlow Energy Kas

is geteeld was het warmtegebruik in de winter

steeds ongeveer 35 procent lager dan in de

praktijk met dezelfde onbelichte tomatenteelt.

Op jaarbasis was de besparing zelfs 50 procent.

Dat hogere percentage komt doordat de proefkas

in de zomer geen onnodige warmte inzet. In de

praktijk gebeurt dat vaak wel omdat telers gas

gebruiken om CO2 te maken. Dat is niet nodig

in de proefkas omdat daar de CO2­doseringlos

staat van de warmtevoorziening. In 2014 kwam

opgewarmd, waardoor de ramen sneller open

moeten. In het rekenmodel is de vochtafvoer via

open ramen bij dubbel glas 430 liter/m2 en bij

enkel glas 350 liter/m2/jaar.

Een ander punt van aandacht bij dubbel glas is

sneeuw op het kasdek. Bij een hoog isolerende

dubbel glas zal sneeuw langer blijven liggen, waar­

door minder licht de kas inkomt. Om die reden

raadt De Zwart aan om niet voor de hoogste

isolatie graad te kiezen. Bij de 2SaveEnergykas is

vanwege het sneeuwprobleem de spouw open

gelaten, zodat hier warme lucht in geblazen kan

worden om de sneeuw weg te smelten. Om het

effect goed te bepalen is het nog wachten op een

winter met veel sneeuw.

Afhankelijk van gasprijsIn de onderzoeken bij het IDC zijn de bedrijfs­

economische aspecten van dubbel glas niet

meegenomen. “De uitkomsten daarvan zijn sterk

afhankelijk van de gasprijs en die is onvoorspel­

baar. Ook de prijs van het glas kan veranderen”,

zegt De Zwart. Met de huidige gas­ en glasprijs

is dubbel glas voor de groenteteelt volgens De

Zwart lastig rond te rekenen. Voor warm gestookte

potplantenteelten ligt dit al anders. “Belangrijker is

nog dat de toepassing van isolerende kas dekken

sterk bijdraagt aan een milieubewust bedrijfs­

imago. De hoge besparingen geven immers een

duidelijke verduurzaming van de teelt in kassen.”

Met de ervaringen van de afgelopen jaren is het

volgens De Zwart duidelijk geworden dat de

vocht beheersing geen enkele belemmering kan

zijn om in hoog isolerende kassen te telen. Bij

een hoge luchtvochtigheid blijken de beproefde

Bodemgezondheid= plantgezondheid

PHC weet wat een plant gezond maakt en zorgt al jaren voor gezonde bodems.

Met bijvoorbeeld Compete Plus; bacteriën voor verbetering van de wortelzone, Organic Plant Feed (OPF); plantaardige organische meststo� en, en speciale producten zoals de plantversterkers PreTect en Natural Green.

Door het gebruik van de natuurlijke producten van PHC kan de bemesting en bestrijding aanzienlijk omlaag. PHC maakt telen gezonder, goedkoper én duurzamer.

Postbus 1035060 AC Oisterwijk (NL)

T: +31 (0)13 7 200 300E: [email protected]

care to cure

www.empas.nl

Maak kennis met ons!

VAKMANNEN INHART EN NIERENWij zijn al 40 jaar de specialist in spuittechniek voor gewasbescherming in de (glas)tuinbouw. Onze vakmannen produceren kwaliteitsspuitapparatuur, standaard of op maat, speciaal voor u. Neem contact met ons op voor de mogelijkheden of bestel via onze webshop.

SPUITTECHNIEK

[25

het gasverbruik op jaarbasis onder de 10 m3.

Gedeeltelijk kwam dit door het warme jaar, maar

ook doordat er bij een heel hoge luchtvochtigheid

is geteeld (vaak boven de 90% RV).

DaglichtKasDe DaglichtKas, die eerder op het IDC­energie

is beproefd, heeft bij Ter Laak in Wateringen de

stap naar de praktijktoepassing gemaakt. In de

kas, die door Bode Project­ en Ingenieursbureau

is ontwikkeld en door Technokas is gebouwd,

wordt nu alweer een jaar phalaenopsis geteeld.

Het kasdek bestaat uit dubbel glas met een

daglichtinstallatie die het licht diffuus maakt.,

Die daglichtinstallatie bestaat uit beweegbare

zonnecollectoren en lenzen tussen het dubbele

glas. De installatie werkt als een scherminstallatie:

Het directe zonlicht wordt door de lenzen op

een lijn geconcentreerd en opgevangen door

de collectoren. Zo wordt het overschot aan licht

deels weggevangen, waardoor een veel lichter

schaduwscherm kan worden gebruikt. Het

geconcentreerde zonlicht wordt via collectoren

opgeslagen en later gebruikt voor de kas­

verwarming met zonne­energie.

EnergiebesparingTen opzicht van de referentie is in de DaglichtKas

20 procent op aardgas bespaard. Daarbij de

energie die wordt opgevangen en hergebruik niet

bij inbegrepen. De referentie is een kas bij Ter Laak

met enkel glas met een bijna permanent gesloten

energie systeem, en ’s nachts een tweede scherm.

In de DaglichtKas het scherm overdag open waar­

door deze in de winter 30 tot 40 procent meer licht

doorlaat dan de referentie.

ID KasDe ID Kas staat bij Duijvestijn Tomaten in Pijnacker

en is ontwikkeld door Bode Project­ en Ingenieurs­

bureau, Technokas, Boal Systems, Scheuten Glas

en de teler zelf. Het kasdek en de gevels zijn

uitgevoerd in gecoat dubbelglas Doordat de door­

lopende lucht ramen vanuit de nok openen wordt

het probleem van ‘voor en tegen lucht’, opgelost,

volstaat een kleinere opening en ontstaat er

geen schaduw op de zuid kant van de kas. Het

luchtraam bevat een regel systeem om, vooral

in het begin, nauwkeuriger te kunnen regelen.

Lichtonderschepping is geminimaliseerd door het

scherm met de goot te integreren en doordat er

geen kasspanten zijn. De schuine gevel zorgt voor

sterkte en biedt ruimte voor lucht behandelings­

kasten. De kas wordt met laagwaardige aard­

warmte op temperatuur gehouden. In de kas

worden tomaten geteeld.

Energie besparingMetingen in de eerste drie maanden van dit jaar

laten een energiebesparing van 33 procent zien.

Dit in vergelijking met een referentie met enkel

glas en dezelfde teeltstrategie.

2SaveEnergy kasDeze kas is dit jaar bij Wageningen UR in Bleiswijk

in gebruik genomen en is ontworpen door

VDH Folie kassen, Van der Valk Systemen, Boal

Systems en AGC Plastics. Het dek bestaat uit een

buiten laag van diffuus glas met daaronder een

laag ETFE­folie, waardoor een spouw van 6 cm

ontstaat. Het folie maakt dit tot een goedkoper

systeem dan dubbelglas, de lichtdoorlatendheid

is gelijk aan traditioneel enkelglas. In de spouw

tussen het glas en de folie kan warme lucht

worden geblazen om sneeuw af te kunnen

smelten. Er heeft na de bouw een goed verlopen

komkommer teelt in de kas gestaan en nu wordt er

een jaarrond tomaten teelt beproefd.

EnergiebesparingHet energieverbruik loopt parallel met de ID

kas bij Duijvestijn. Dit lijkt vreemd omdat je zou

verwachten dat dubbel glas een hogere besparing

oplevert dan de glas­folie combi natie. De

2SaveEnergy kas heeft echter behalve het gals­

folie dek ook een speciaal dubbel energie scherm.

Door de goede lichtdoorlatendheid kan dat op

koude dagen ook overdag dicht blijven, wat voor

extra isolatie zorgt.

26]

De vlakbedfilter zorgt ervoor dat niet meer hoeft te worden gespoeld met regenwater.

De glastuinbouwsector heeft met de overheid

afgesproken naar een (nagenoeg) nul­emissie in

2027 toe te werken. Hiervoor zijn emissie normen

voor stik stof afgesproken waardoor de hoeveel­

heid overtollig gietwater dat mag worden geloosd

op oppervlaktewater of riool steeds verder wordt

beperkt (zie figuur 1). Behalve de emissie van stik stof

(en daarmee ook fosfaat) zitten er in het lozings­

Emissieloze kashaalbaar metgangbare techniek

Tekst Erik van Os, Ellen Beerling, Marieke van der Staaij,

Jim van Ruijven en Jan Janse, Wageningen UR Glastuinbouw

UITGELICHT WATER & WORTEL - Vorig jaar startte Wageningen UR Glastuinbouw samen met een aantal

partijen uit de tuinbouw een project om te onderzoeken of emissieloos telen mogelijk is bij dezelfde

productie en kwaliteit. En om te ontdekken welke technieken daarvoor nodig zijn. In dit artikel gaan de

betrokken onderzoekers dieper in op deze waterefficiënte emissieloze kas en presenteren zij de eerste

resultaten.

[27

De door Agrozone

gebouwde

ozoninstallatie lijkt

nogal ingewikkeld,

maar dat komt

door de extra

taken die deze

installatie heeft

(ontsmetten van 2

kassen zonder dat

het water bij elkaar

komt, spuiwater

reinigen).

‘Teelt kundig gaat de groei goed en een gelijke opbrengst mag worden verwacht’

provincie Zuid­Holland. LTO Glaskracht verzorgt

een deel van de communicatie (o.a. website). Het

technische systeem van de referentie kas is zeer

vergelijk baar met de praktijk. De emissie loze kas lijkt

daar erg op, maar heeft een aantal aanpassingen die

een emissie loze teelt mogelijk maken. Gedurende

de looptijd van het project is het uitgangs punt

om de teelt in beide kassen zo gelijk mogelijk te

houden. Een eerste vereiste voor een emissie loze

teelt is te zorgen voor goed giet water, dus met een

natrium concentratie van minder dan 0,1 mmol/l.

Met deze water kwaliteit zal het natrium gehalte

niet of nauwelijks oplopen gedurende de teelt,

waardoor spuien vanwege een te hoog natrium­

gehalte onnodig is. Omdat we van mening zijn dat

dit een ‘good practice’ is waar iedere teler mee zou

moeten werken, wordt dit goed gietwater zowel

voor de emissie loze als de referentie kas gebruikt.

In het gebruikte gietwater is deze lage natrium­

concentratie aanwezig door gebruik van regen­

water en aanvullend omgekeerde osmose water

(0,1 mmol/l).

In de referentie kas is

een ‘normale’ druppel­

bevloeiing aan gelegd,

25 mm strangen met 3

l/u druppelaars. In de

emissie loze kas zijn echter

16 mm strangen gebruikt

en is een ring leiding

aangelegd. De ring leiding

en de 16 mm strangen

geven minder inhoud en

daardoor is sneller van

samen stelling te wisselen

terwijl er geen achterste

plant meer bestaat die de

gewenste oplossing pas na de volgende of daarop

volgende giet beurt krijgt. Het is ook mogelijk om

voor of na elke giet beurt de strangen voor te

spoelen met een oplossing met een nieuwe EC

of om GBM te doseren. Metingen wezen uit dat

na wijziging van de EC bij de volgende giet beurt

inderdaad de gewenste EC uit elke druppelaar

kwam.

Filtratie van het drainwaterHet drainwater dat uit de kas komt, wordt in

de standaard situatie gefilterd van grove delen

en van zoveel mogelijk organische stof om het

ontsmetten te verbeteren. Vaak wordt een zand filter

of een schijven filter gebruikt. Het filter kan echter

water ook gewasbeschermingsmiddelen (GBM).

Om de emissie van GBM uit de kas op zeer korte

termijn te minimaliseren is de overheid voor nemens

zuiverings technieken verplicht te stellen indien er

geloosd wordt op riool of oppervlakte water. Telers

staan nu voor de opgave om te investeren in een

oplossing om (op eigen bedrijf of gezamenlijk) het

lozings water te zuiveren. Gezien de hoeveelheid

geloosd drain(age)water op veel bedrijven, is een

flinke investering in een grote installatie nodig.

Wageningen UR Glastuinbouw is, samen met een

aantal bedrijven, van mening dat er een andere weg

is dan deze ‘end­of­pipe’­oplossing. Een goed­

kopere en duur zamere benadering is om aan de

bron te kijken of de hoeveelheid lozings water niet

kan worden verminderd of zelfs nagenoeg nul kan

zijn. Hiervoor is in 2014 een project gestart: de

water efficiënte emissie loze kas. Dit project heeft tot

doel om te onder zoeken of emissie loos telen (100%

recirculatie) mogelijk is bij dezelfde productie en

kwaliteit, te demonstreren wat voor een techniek

dit mogelijk kan maken, en om op onverwachte

problemen een praktisch

antwoord te geven.

Aanpak De waterefficiënte en

emissieloze kas is in

2014 gestart met een

komkommer teelt en vanaf

december 2014 voort gezet

met een paprika teelt. In

één afdeling wordt geteeld

zonder spui, terwijl in een

referentie kas zoveel wordt

geloosd als wettelijk is toe­

gestaan. Het lozingswater

wordt echter wel gezuiverd om de GBM eruit

te verwijderen, een eis die op korte termijn van

kracht wordt. Nu de teelt halver wege is kunnen

we een eerste balans opmaken: is nul­emissie

een realistisch doel of zijn er toch onverwachte

problemen opgetreden? Een schematische opzet

van de water stromen in de referentie kas en de

emissie loze kas is gegeven in figuur 2. De gehele

installatie en teelt is opgezet met bijdragen van de

partners, te weten Grodan, Agrozone, Infa Techniek,

Fiber Filtration, Groen Agro Control, Plantenkwekerij

Van der Lugt, Elektravon Haket, Revaho en Enza

Zaden en dankzij subsidies van de gemeenschappe­

lijke water schappen (Stowa), Topsector Tuinbouw

& Uitgangs materiaal, EU­Kansen voor West en de

28]

doek pas na vier maanden een keer verstopt geraakt

en automatisch naar een schoon stuk opgeschoven.

In deze periode was er echter nog niet veel drain,

dus de frequentie van verstoppen zal wel omhoog

gaan in de komende maanden, maar het werkt

vooralsnog goed.

Ontsmetten en zuiveren spuiwaterVoor beide kassen

is gekozen voor

ontsmetten met ozon,

maar ook andere goede

ontsmetters als UV of

verhitter zullen voldoen.

In de emissie loze kas

wordt ook het giet water

voor gebruik ontsmet,

zodat er geen ziekte­

verwekkers uit het

regenwater bassin in de kas kunnen komen. In de

referentie kas wordt het bassin water direct gebruikt.

Het drain water wordt vanuit beide kassen met

ozon behandeld. Er is voorlopig een redox waarde

ingesteld. Gedurende het proces van ontsmetten

wordt deze waarde bereikt afhankelijk van de

hoeveelheid organische stof die in het water zit.

Daarom heeft de ozoninstallatie ook een voor filter

van 5 micron voordat de ozon behandeling start.

De ozon installatie wordt daarnaast nog voor een

ander doel gebruikt: het verwijderen van GBM

uit het spuiwater van de referentie kas. De redox­

waarde wordt dan op 800 mV ingesteld waarna het

spui water via een aparte tank naar het riool wordt

afgevoerd. Een aparte voorziening bij het spuien

is de aanwezig heid van een UV lamp. Deze wordt

verstopt raken en moet daarom na een bepaalde

hoeveelheid water worden teruggespoeld. Met

Revaho is in het verleden berekend dat voor elke

150 m3 die het zand filter passeert circa 0,6 m3

spoel water nodig is. Het spoel water verdwijnt

meestal in de sloot of het

riool, en als dat spoelen met

drain water wordt gedaan

zorgt dat voor een flinke

emissie stroom. Momenteel

is het advies om of met

regenwater te spoelen of

om het spoel water terug te

voeren naar de vuil water­

tank. In dat laatste geval zal

dan meer slib ontstaan en

dat kan jaarlijks bij de teelt­

wisseling worden afgevoerd.

Bij gebruik van een semi­

automatisch schijvenfilter is

de hoeveel heid spoel water aanzienlijk lager, maar als

dit wordt geloosd draagt het wel bij aan de totale

emissie. Spoelen met regenwater is bij dit filter

geen optie, maar spoel water terug voeren naar de

vuil water tank is zeker mogelijk. In de emissie loze

kas is gekozen voor een alternatief: een vlak bed­

filter (Fiber Filtration) dat in het geheel niet meer

hoeft te worden gespoeld. Het drainwater uit de

kas valt op een doek met een bepaalde door laat

en het gefilterde water kan direct naar de ont­

smetter. Op het doek blijven de vaste delen achter,

als het doek verstopt raakt komt er automatisch een

nieuw stuk doek onder het drain water te liggen.

Het stuk gebruikte doek komt in een bak en droogt

in. Er ontstaat dus alleen een vaste fractie die

composteer baar is. In onze emissie loze kas is het

Figuur 1

Figuur 2

[29

ingezet om GBM verder af te breken, maar kan ook

het overblijvende ozon neutraliseren (afbraak tot

zuurstof). Met de installatie zijn tests uitgevoerd om

de effectiviteit te bepalen. De resultaten hebben

aangetoond dat ziekte verwekkers volledig worden

verwijderd, en dat GBM voor meer dan 95 procent

worden verwijderd. Tijdens de teelt worden regel­

matig nieuwe metingen en

analyses uitgevoerd om

te onderzoeken wat het

verwijderings rendement

van GBM is; ook zal nog

onder zocht worden of de

UV lamp bij het spuien van

meerwaarde is.

Door Infa Techniek is

voor beide kassen een

substraat unit gebouwd

met A en B bakken. Door

de kleine proef kassen van

elk 150 m2 is de dosering

iets gecompliceerder

als op een bedrijf van

enkele hectaren. Voor

de emissie loze kas is de

keuze gemaakt om elke

dag het drain water op

te gebruiken. In eerste

instantie verliep dat niet

goed. Bij de eerste giet­

beurt werd uitsluitend

drain water gebruikt

waardoor de EC te hoog

blijft, nu wordt bij elke

gietbeurt zowel drain water

als vers water bijgemengd,

waardoor de EC bij alle

gietbeurten beter te

regelen is. In beide kassen

is de EC en pH van zowel

drain als druppelwater

vrijwel gelijk.

Direct ingrijpenSinds 18 december 2014 wordt paprika (ras

Maranello) op steenwol geteeld. De gerealiseerde

dag­ en nachttemperaturen in beide kassen

verschillen niet, evenals de RV. In het begin van de

teelt zijn de relatief donkere kassen wat bijbelicht om

de groei er goed in te houden. In de referentiekas

is wat meer ongelijkheid ontstaan, waarschijnlijk

door onvoldoende druk op de druppelaars. De

teelt wordt begeleid door telers, Grodan en Groen

Agro Control. Zij zorgen ervoor dat de groei zoveel

mogelijk gelijk blijft tussen de twee kassen en

adviseren daarom regel matig bepaalde waarden

bij te stellen. Hierbij is de Grosens, een sensor die

het vocht gehalte van

de matten en EC en

temperatuur meet van nut.

Er staan drie sensoren per

kas en hier wordt per kas

een gemiddelde grafiek

van gemaakt (zie figuur

3). Door in de emissie loze

kas wekelijks het druppel­

water en het drain water

te analyseren, kan direct

worden ingegrepen. Met

behulp van instraling,

tempera tuur en water­

verbruik kan Groen Agro

Control een opname­

patroon maken en een

beter advies geven.

Het doel om 100%

te recirculeren bij

gelijkblijvende productie

en kwaliteit blijkt tot nu

toe prima haal baar. We

laten zien dat dit bereikt

kan worden

met gangbare techniek.

Technisch loopt de

apparatuur nu goed, de

kinder ziekten zijn eruit.

Er is geen spui in de

emissie loze kas. Teelt­

kundig gaat de groei goed

en een gelijke opbrengst

mag worden verwacht,

aldus de onderzoekers.

Via de website van Glastuinbouw Waterproof

(www.glastuinbouwwaterproof.nl) kunnen de

vorderingen tijdens de teelt worden gevolgd. Ook

is er een nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van

het verdere verloop. Wageningen UR Glastuinbouw

laat weten dat reacties altijd welkom zijn.

Figuur 3

30]

Er was een tijd dat overal in de wereld planten

groeiden zonder ‘kunstmest’. Ze groeiden toen

ook geweldig. Misschien niet zo snel als nu, maar

in elk geval wel gezond. Ook als je kijkt naar de

ongerepte natuur is goede en gezonde groei van

planten te zien. Geleerden zijn nog steeds aan

het onderzoeken hoe planten dat doen; hoe kan

een volkomen gesloten kringloop van planten en

andere organismen bestaan zonder de aanvoer

Pius Floris over… water en wortelmilieu

Tekst Pius Floris, Plant Health Cure

Pius Floris van Plant Health Cure schrijft in iedere editie van KAS Techniek een artikel waarmee hij

telers wil aansporen om anders tegen bemesting en biologie in de kas aan te kijken. Hij doet dat als

internationaal erkend deskundige op het gebied van kennis over een gezonde omgeving rondom de

wortels van een plant, of dat nu in de grond is of in een substraat.

[31

Deze klassieke

weergave van

opname van

elementen klopt

niet. Hier wordt

weergegeven

dat planten

opnemen via

osmosedruk en

Ionenuitwisseling

Elke opnamewor­

tel levert suikers

voor de organis­

men die helpen

bij de opname van

water en minera­

len. In deze klas­

sieke weergave

zijn de micro­

organismen niet

meegenomen

toepassen om ziekten te weren. Telers zijn financieel

afhankelijk van de grond waarop zij telen. Dat is de

beste reden om te overwegen of er mogelijkheden

zijn om kosten te sparen. Hoeveel geld zou het

schelen als het stomen een jaar of zelfs langer kan

worden overgeslagen? Om hier zicht op te krijgen, is

het van belang om te weten hoe wortels hun voedsel

opnemen. Een plant kan niet zonder water. Minerale

zouten kunnen alleen met water binnenkomen. Ze

moeten dan wel opgelost zijn. Vooral fosfaat is een

lastig element om in de plant te komen. Fosfaat

houdt zich makkelijk vast aan calcium, aluminium of

ijzer in de grond. Het wordt alleen opgenomen als

het vlakbij de opnamewortels ligt. Als je dan bedenkt

dat de opnamewortels nooit

meer dan 4 tot 7 procent van het

bodemvolume in de bovenste 30

cm innemen, dan is het logisch

dat er zoveel fosfaat wordt

gestrooid. Die grote hoeveelheid

fosfaat zit wel weer een hoop

andere bodembewoners in de

weg. En dit te bedenken dat er

groepen bodembacteriën zijn

die juist gespecialiseerd zijn in

het vrijmaken van fosfaat zodat

het via het water naar de plant

kan. Het enige wat zij terug

willen, is een beetje suiker. De

suikers waar de bacteriën van

leven, worden door de planten

gemaakt en stromen via de

allerfijnste opnamewortels de

grond in. Deze mix van suikers en

chemische verbindingen worden

exudaten genoemd (afscheiding).

Zij voeden de micro­organismen

in de bodem die de planten juist

helpen bij het vrijmaken en de

opname van mineralen. Ze zijn ook erg belangrijk bij

de bescherming van wortels tegen indringers zoals

aaltjes en ziekmakende schimmels. En dat terwijl

er duizenden organismen zijn die de ziekmakende

schimmels juist opruimen. Bovendien is het zo dat

veruit de meeste ziekmakende schimmels het beste

groeien onder zuurstofarme omstandigheden. Dat

is logisch, want planten die met weinig zuurstof

moeten groeien, zijn zwak en daarmee een mooi

maaltje voor de ‘opruimschimmels’. Het grootste

teeltkundige probleem waarmee vollegrondstelers

kampen, is de angst voor ziekten. Zieke planten

kosten veel geld. Maar de angst voor ziekten is nog

van extra mineralen en stikstof? Het lijkt haast

vreemd dat dit kan, want we zijn er aan gewend

geraakt dat planten niet kunnen groeien zonder

de precieze verhoudingen van voedingsstoffen

uit de A­ en B­bak. Tuinbouw lijkt vandaag de dag

onmogelijk te zijn zonder kunstmest. Dit artikel

is vooral geschreven voor de vollegronds­ en

potplantentelers.

Kunstmest is een mengsel van door de mens

gebonden stikstof uit de atmosfeer en een aantal

mineralen. De truc zit hem in de gebonden stikstof.

De atmosfeer bestaat voor bijna 79 procent uit

stikstof die voor planten niet opneembaar is. Eind

1800 werd het Bosch­Haber

proces uitgevonden om de

stikstof zodanig te binden dat

deze voor planten bruikbaar is.

Door met grote hitte en druk de

stikstof uit de lucht om te zetten

in ammoniak wordt uiteindelijk

stikstof voor planten gemaakt.

Dit proces werd door de Duitsers

tijdens de Eerste Wereldoorlog

voor het eerst toegepast als

vervanger van chilisalpeter voor

de productie van munitie. Het

duurde tot ruim na de tweede

wereldoorlog eer deze vorm

van stikstof op grote schaal

beschikbaar kwam voor de

landbouw. Met de introductie

van kunstmest kon op vrijwel

elke grond gewassen worden

verbouwd. Het systeem werd

zodanig verfijnd dat planten zelfs

geen grond meer nodig hebben

(substraatteelten). We weten tot

in detail en tot in millimolls welke

elementen en in welke hoeveelheden door planten

worden opgenomen. Dat is het gevolg van enorm

veel onderzoek. Inmiddels zijn we zo vergroeid

met het gebruik van kunstmest dat we niet meer

zonder lijken te kunnen. In veel teelten is dat ook zo.

Substraatteelten kunnen echt niet zonder kunstmest,

heel veel bloementeelten ook niet.

Angst voor ziektenHet succes van kunstmest heeft ook een keerzijde.

Er is veel bekend geworden over de nadelen van het

gebruik van uitsluitend kunstmest. De grond verarmd

er door en de teler moet steeds meer technieken

32]

matige compost op de markt. Goedkoop is bijna

altijd duurkoop. Planten doen zelf echt niets met

organische stof, maar de bodemorganismen hebben

organische stof nodig om te leven. Ze zetten delen

van de compost om in humus, dan in humine en

later in fulvine. En dat zijn de werkelijke dragers van

de bodem. Humine en fulvine functioneren als accu

van de grond. Dan is het dus ook van belang dat

de bodem die organismen bevat die de organische

stof in humine en fulvine om kunnen zetten. Dat zijn

voornamelijk specifieke bacteriën.

Tot slot is het voor vrijwel alle planten van belang

dat hun wortels in contact komen met mycorrhiza

schimmels. Deze schimmels groeien met hun draden

tot in de opnamewortels. In ruil voor een beetje

suiker uit de wortels nemen

zij water en mineralen op van

plaatsen waar wortels nooit bij

kunnen. De schimmeldraden

van mycorrhiza’s groeien tot in

de fijnste poriën en halen op

wat de plant op dat moment

nodig heeft. Is grond gestoomd

of ontsmet, dan zijn deze

mycorrhiza’s doodt. Dan zou

voor een paar honderd euro

per hectare nieuwe mycorrhiza

schimmels in de grond gebracht

moeten worden. Bewerk

de grond tot maximaal 15

cm diep. Strooi vervolgens

organische mest en reduceer

de kunstmestgiften. Binnen een

jaar zal blijken dat de grond veel

beter functioneert. De planten

zijn gezonder en het gebruik van

gewasbeschermingsmiddelen

(GBM) kan omlaag. Het kan zijn

dat het eerste jaar de productie

iets lager is; de grond moet

wennen aan deze omschakeling. Maar weeg dit af

tegen de lagere kosten en men ziet dat het saldo

zeker niet minder is. Dan nog iets om over na te

denken: onder invloed van allerlei partijen keren

mensen zich steeds meer tegen het gebruik van

GBM. Dat is niet logisch. Medicijnen voor mensen

zijn meestal ook symptoombestrijders. Dat is

hetzelfde. Wie wil die nou verbieden? Maar men

moet zich onderhand wel gaan bedenken dat de

grootste oorzaak van het gebruik van GBM ligt bij

het gebruik van kunstmest. Dat is de werkelijke

oorzaak van de meeste plantenziekten.

veel duurder. Het is een open deur, maar; gezonde

grond, gezonde plant. Planten hebben belang bij

een gezonde groei. Daarom investeren zij ook in de

grond om hun wortels.

Meer aandacht voor wortelbiologie is terecht, want

juist daar vinden de belangrijkste processen plaats.

Daarmee moet het belang van een gezonde grond

niet worden achtergesteld, maar het is nu eenmaal

zo dat van alle grond in een teelt slechts 5 procent

benut wordt door opnamewortels. Dáár moeten

dus de mineralen en de organismen zitten die van

nut zijn voor de plantenwortels. Als de grond wordt

gestoomd of op een andere wijze wordt ‘ontsmet’

dan wordt het leven in de bodem gedood. Dat is te

zien aan de eerste nieuwe aanplant: die gaat snel

groeien van de stikstof die alle

organismen bij leven vasthielden

en die nu ineens massaal vrij

komt. De grond werd door alle

organismen voortdurend bewerkt.

Omdat deze nu dood zijn, gaat

de grond slempen. Na een tijdje

komen de organismen langzaam

weer terug, van onder de poten,

de zijwanden en van grotere

diepte. Ze zoeken voedsel, maar

er is weinig te eten want de

voedselbronnen zijn ook gedood.

Onder de grond vreet alles

elkaar op, de meeste organismen

zijn niet kieskeurig. Als ze maar

stikstof, eiwitten en koolstof binne

krijgen. Bij gebrek aan voldoende

voedsel gaan de meeste grotere

bodemorganismen snel dood.

Dat is jammer, want zij zijn het

juist die de worteletende aaltjes

als hoofdvoedsel hebben. En

juist deze aaltjes hebben het rijk

alleen en blijven aan de planten

vreten tot de grond weer gestoomd wordt. Grond

‘ontsmetten’, chemisch of biologisch, is niet alleen

heel slecht voor de grond, maar nog slechter voor de

portemonnee.

SymptoombestrijdersHoe moet het dan wel? Zie de grond als het meest

kostbare bedrijfsmiddel en kijk naar het organisch

stofgehalte. Als dat 2 tot 2,5 procent is, dan is het

al behoorlijk goed. Hoger is echt niet nodig , maar

als het lager is dan 2 procent is de aanvoer van hele

goede compost erg belangrijk. Er is echter heel veel

35% van alle

suikers die door

fotosynthese wor­

den geproduceerd

vloeien via de fijne

wortelpuntjes in

de grond om de

rhizosfeer­organis­

men te voeden

De rhizosfeer rond

de opnamewortels

is de overgang

tussen grond

en wortels. Hier

wordt de volledige

opname van ele­

menten bepaald

The orchid professionals®

since 1933

De specialist in uitgangsmateriaalvan orchideeën

+31 (0)251 20 30 60

2Awww.floricultura.com

Bezoek ons tijdens de Flower Trialsvan 9 t/m 12 juni

KANTOORRUIMTE

INSPIREREND EN FUNCTIONEEL

Tiendweg 28, Naaldwijk• Totaal 172 m2 verdeeld over 2 etages• 2 Pantry’s, vernieuwd in 2012• Geheel gemeubileerd• Kant- en klare infrastructuur voor computer en telefoon• Airconditioning• Ruime parkeervoorziening• Zichtlocatie, centraal gelegen in Westland

Voor meer info bel 0174-640091of check maatenraad.nl

NU TE HUUR - LAGE PRIJS

34]

DLV GreenQ in Bleiswijk gebruikt verschillende mogelijkheden om de sector te informeren over de kennis die zij vergaart. Naast consultancy en het geven van cursussen en trainingen,

organiseert DLV GreenQ jaarlijks vele Arenasessies en Kenniscafé’s. Hier zijn vaak zowel telers, toeleveranciers, adviseurs en onderzoekers welkom om kosteloos nieuwe informatie

tot zich te nemen.

Gratis contactmomenten leveren veel op

Arenasessies kunnen uiteindelijk ook leiden tot

een gezamenlijke probleemstelling en dat kan het

begin zijn van draagvlak voor nader onderzoek.

Vanuit de Arenasessies ontstaan soms dus ook

nieuwe projecten die vervolgens kunnen worden

uitgevoerd in het IC. “Zo kennen bijvoorbeeld de

onderzoeks projecten die lopen bij het IC op gebied

van roos, lisianthus en aard bei hun oorsprong vanuit

arena sessies.” De Arenasessies zijn soms groots van

aan pak en staan open voor alle telers; dan komen

er soms wel zo’n vijftig mensen. Maar ook een veel

kleinere en selecte opzet wordt soms gehanteerd.

“Dat varieert per onderwerp en in welke fase een

bepaalde ontwikkeling is.” Zo hield men onlangs een

Arenasessie voor een select groepje tomaten telers

dat zich al volop verdiept in weerbaar heid van het

gewas. Per jaar organiseert DLV GreenQ tussen de 6

en 10 arenasessies.

Kennis van proeven delenKenniscafé’s zijn inloopmiddagen op het IC in

Bleiswijk waar de kennis wordt gedeeld over de

proeven die lopen op het IC. “Dat kunnen tussen­

tijdse actuele resultaten zijn of de eind resultaten en

conclusies van een proef. Kortom, de Kenniscafé’s

hebben vooral tot doel om te laten zien wat we

op het IC allemaal doen.” Partners in de Kennis­

café’s zijn vaak de participanten die mee doen in

een bepaalde proef. Tijdens een Kennis café wordt

meestal een kijkje genomen in de betreffende

proef afdeling, soms zelfs bij verschillende proeven.

Volgens Grootscholten had het IC vooral in

het begin van haar bestaan bijeenkomsten als

Arenasessies en Kenniscafé’s nodig om zo met telers

in contact te komen. “GreenQ had in het begin

vooral veel contacten in de glas groenten, zoals in

Al zes jaar lang worden er in het Improvement

Centre (IC), onderdeel van DLV GreenQ, in Bleis­

wijk Arena sessies en Kenniscafé’s gehouden. Marc

Grootscholten, manager van het Improvement

Centre: “Een arenasessie heeft veel weg van een

brain storm bijeenkomst. Telers, toe leveranciers,

adviseurs en onderzoekers komen hier bij elkaar

om een probleem of een bepaalde ontwikkeling

te bespreken.” Dit kan gewasspecifiek zijn, maar

ook gewas overstijgend zijn, aldus Grootscholten.

Tekst Ellis Langen

Tijdens de arenasessies wordt veel tijd ingeruimd

voor discussie rond een thema. Vaak spitsen de

discussies zich toe op welke problemen er nog

getackeld moeten worden eer iets in de praktijk

geïmplementeerd kan worden. Grootscholten:

“Mijn ervaring is dat tijdens Arenasessies de

leukste en meest waarde volle uitwisseling van

verschillende meningen en kennis ontstaat. Hierdoor

ontstaan vaak goede ideeën en men krijgt stof

tot nadenken mee naar huis.” De discussies bij

[35

de tomaten teelt. Binnen de sierteelt moesten onze

contacten met kwekers, onderzoekers, adviseurs

en toe leveranciers nog groeien.” Tegenwoordig

zijn de Arenasessies en de Kenniscafé’s belangrijke

contact momenten voor alle doelgroepen in

de glastuinbouw geworden. “Dat komt omdat

het aantal georganiseerde en voor iedereen

toegankelijke gewasbijeenkomsten steeds minder

wordt.” De manager van het IC geeft aan dat het

organiseren van Kenniscafé’s de laatste tijd wel

lastiger wordt. Dat komt doordat het Productschap

Tuinbouw in Zoetermeer als collectieve betaler van

onderzoek is weg gevallen. Momenteel ontstaan

verschillende gewas coöperaties die vaak bepaalde

onderzoeken mee financieren. Grootscholten: “De

betalers van de onderzoeks kosten zien liever niet

dat er telers zijn die op de bagage drager zitten en

die toch kunnen mee profiteren van bepaalde kennis

uit proeven.” Soms levert dat lastige situaties op

voor de organisatoren van een Kenniscafé. “Zo zijn

er onderzoeken waar Kas als Energiebron nog aan

meebetaalt maar ook waaraan gewas coöperaties

mee betalen. Hoe ga je hier dan wat betreft kennis­

verspreiding mee om?” DLV GreenQ organiseert dit

jaar nog verschillende Arenasessies en Kenniscafé’s.

Wat betreft de Arenasessies staan nog op stapel:

25 juni: nieuwe natuurlijke vijanden; 10 september:

licht; 15 oktober: water en 10 december substraat.

Wat betreft Kenniscafé’s staat nog op de planning:

18 juni; aardbeien keten 2020 bij Wageningen

UR , 24 september: tomaten rassen; 8 oktober:

Digitaal Telen; 26 november: proef lisianthus en 17

december een kenniscafé over de proef Perfecte

Roos Energiezuinige geteeld. (Deze data zijn onder

voorbehoud. De definitieve data zijn t.z.t. te vinden

op de website van DLV.

Tuinen bijDLV GreenQ

DLV GreenQ is een modern kassencomplex in Bleiswijk dat beschikt over verschillende secties van 1.000 vierkante meter. Hier worden nieuwe teeltconcepten en technische installaties vanuit alle delen van de wereld ontwikkeld, getest en gedemonstreerd. Tevens faciliteert het centrum in praktijkgerichte trainingen, opleidingen, seminars en workshops.

DLV GreenQ

Violierenweg 3 2265 MV BleiswijkT +31 (0)[email protected]

36]

Wie een nieuwe heetwaterketel koopt, krijgt

daar automatisch een dik boekwerk bij waarin de

ketel bouwer aandacht vraagt voor de richtlijn VDI

2035. Deze richtlijn schrijft de maximale hardheid

van het vulwater voor. Niets nieuws, want alle

grote verwarmings installateurs in de tuinbouw­

sector vullen het systeem al jarenlang met onthard

water. Hiermee houdt de installateur zich keurig

Rintra helptbij bescherming heetwaterketel

Tekst Arjen Mulder, Rintra

UITGELICHT WATER & WORTEL - Bij een nieuwe heetwaterketel wordt er altijd op gewezen dat het

verwarmingswater aan de richtlijn VDI 2035 moet voldoen. Dit betekent dat het vulwater maximaal

zoveel hardheid mag bevatten dat op de warmste delen van de installatie een kalkafzettingslaag van

hooguit 0,5 mm kan ontstaan. In de praktijk betekent dit dat grotere ketelvermogens altijd met onthard

water opgevuld en bijgevuld moeten worden. Om telers hierin te ontzorgen, introduceerde Rintra de

Geno-Therm vularmatuur.

[37

Mobiele water­

ontharder

aan het armatuur kan worden gekoppeld, kan

afhankelijk van de hardheid van het leiding water,

circa 15 m3 onthard water leveren voordat deze

geregenereerd dient te worden. Deze regeneratie

hoeft niet door de tuinder zelf te worden

uitgevoerd. Rintra wisselt dit onthardings filter om

en regenereert vervolgens in haar werk plaats het

onthardings filter.

Ter voor koming

van schade door

corrosie wordt in

de richtlijnen onder

andere geschreven

over een voldoende

hoge pH (8,5 ­ 9,5). Bij

opvullen met onthard

leiding water wordt

vrijwel automatisch

een gewenste zuur­

graad van het water

bereikt. Bij opvullen

met bassin water kan

de pH aanzienlijk lager

liggen en dient dit met

behulp van een water­

behandelings product te

worden gecorrigeerd.

Deze controle van

de zuurgraad dient

volgens de richt­

lijnen eenmaal per

jaar plaats te vinden.

Ook dit kan Rintra

verzorgen middels

het uitvoeren van een

water onderzoek. Indien dit alles vanaf het begin

van de ingebruikname van het verwarmings­

systeem wordt bijgehouden, zijn de problemen

met kalkafzetting en corrosie minimaal, geeft

Rintra aan. Is dit echter niet goed bijgehouden,

dan heeft Rintra ook een oplossing in de vorm van

een mobiel deelstroomfilter waarbij zowel ijzer als

kalk uit het verwarmingswater wordt gefilterd in

slechts enkele weken.

aan de eisen en de garantieverplichtingen van de

ketel bouwer. Na oplevering van de heet water ketel

is het de taak van de tuinder om ervoor te zorgen

dat het verwarmings water van goede kwaliteit

blijft. Hij moet er zelf op letten dat de hard­

heid van het water niet oploopt wanneer wordt

bijgevuld en dat de pH van het verwarmings water

op het juiste niveau blijft, zodat de oplosbaar heid

van ijzer minimaal is. Echter,

in de praktijk wil een

tuinder zijn tijd en energie

niet in het verwarmings­

systeem steken, maar in de

teelt. Rintra biedt telers aan

deze zorgen over te nemen,

zodat zowel kalk afzetting

als corrosie worden voor­

komen.

In de richtlijnen voor het

voorkomen van schade

door ketel steenvorming

stelt de ketel bouwer dat

de hoeveelheid vul­

water en de hoeveelheid

toegevoegd water

gemeten en in een logboek

geregistreerd dienen

te worden. Daarnaast

moet ook het bijvullen

van het verwarmings net

bij voorkeur met onthard

water worden gedaan.

Rintra BV, een technisch

advies bureau voor water­

behandeling en water­

onderzoek, heeft hiervoor een een voudige

oplossing in huis met de Geno­Therm vul armatuur.

Dit vularmatuur is opgebouwd uit een afsluit kraan,

systeem scheider, drukreduceer ventiel, water­

meter, aansluiting voor mobiele ontharder inclusief

ontluchting en wederom een afsluitkraan. Hiermee

zijn alle benodigde componenten in één armatuur

van 50 cm inbouw lengte opgenomen. Voor delen

ten opzichte van een normale water meter is dat de

systeemscheider die de leiding water maatschappij

verplicht stelt om te voorkomen dat verwarming­

water terug stroomt in het leidingwater net, al in

het armatuur is opgenomen en dat de vul slang

eerst kan worden ontlucht voordat de kraan

naar het verwarmings net kan worden geopend.

Het standaard mobiele onthardings filter dat

38]

Waarde toevoegen aan je product. Zorgen dat

potentiële klanten niet alleen je producten willen

kopen, maar ook het optimale rendement eruit

weten te halen. En zodoende ambassadeurs

worden van jouw product. Hoe doe je dat? Die

vraag stelden de leden van NethWork zichzelf al

snel na de oprichting van het cluster. Het antwoord

bleek voor de hand te liggen. Een koper haalt

‘Het Nieuwe Samenwerken’ in de praktijk

Tekst Renee Snijders en

Ed Smit, Ideavelop

In eerdere artikelen in KAS stelde NethWork zich uitgebreid voor en kwam het pilotproject ‘Journey 2

Sustainability’ in Guatemala uitvoerig aan bod. Palki, de lokale partner van NethWork in dat land, heeft

inmiddels tal van nominaties op zak, onder meer voor The Green Entrepreneur of the Year Award. En in

de vorige uitgave werd stilgestaan bij de veranderende verhoudingen in de tuinbouwsector waar het

kennisoverdracht en -uitwisseling betreft. Het artikel in deze editie geeft handen en voeten aan al het

voorafgaande.

[39

‘De lijnen in de wereld­wijde tuinbouw­sector worden steeds korter en transpa­ranter’

lenen zich ervoor om in de (nabije) toekomst

zaken te doen met leden van NethWork? Dat

proces heeft als bijkomend voordeel dat het veel

positieve publiciteit oplevert voor het cluster. Het is

ongebruikelijk dat leveranciers tegen zeer beperkte

kosten dergelijke trainingen aanbieden. En al

helemaal niet wanneer ze gericht zijn op potentiële

klanten in plaats van op bestaande klanten.

Concrete opdrachtenNadat de selectie voltooid is, wordt het 2 – 3

weekse programma definitief samengesteld. Alle

leden van NethWork worden bezocht, aangevuld

met bezoeken aan relevante productiebedrijven.

Maar de groep gaat ook naar het Westlands

Streekmuseum of een (biodynamische)

druivenkwekerij. Je moet tenslotte eerst begrijpen

dat je je wortels moet voelen om te weten waar

je naar toe dient te gaan. Afsluitend gaat elke

geselecteerde manager een aantal dagen,

veelal in samenwerking met een NethWork lid,

een door hem of haar

zelfgeschreven business

case uitwerken. Zo’n

business case leidt veelal

tot concrete opdrachten

voor NethWork leden.

De ontmoetingen tijdens

de managerstrainingen

brengen de telers en

leveranciers dichter bij

elkaar, waarmee we hun

kennisniveau verhogen

en we hen nieuwe

optimaal rendement uit innovatieve oplossingen

en producten als hij of zij alle ins en outs kent.

Maar daar blijft het niet bij. Die klant dient ook die

oplossing of dat product te kunnen plaatsen in haar

context. Met andere woorden: cocosslabs gaan pas

echt renderen wanneer je de juiste goten en het

juiste irrigatiesysteem ermee combineert. En zo zijn

er nog veel meer voorbeelden.

Katten in zakkenVeredelaars en vermeerderaars doen het

al decennia lang. Ze sturen verkopers op

pad, maar ook teeltvoorlichters. Een goede

teeltbegeleiding vraagt dan ook om een vrijwel

dagelijkse betrokkenheid vanuit de leverancier

van uitgangsmateriaal. Voor de meeste technische

leveranciers ligt dat totaal anders. Producten en

oplossingen worden veelal eenmalig verkocht. En

daardoor is de bereidwilligheid om aan ‘after sales’

te doen, nooit erg groot geweest. Met als gevolg

dat er in het verleden regelmatig ‘katten in zakken’

werden gekocht. Geen

onderdelen beschikbaar,

geen lokale technische

ondersteuning en

nauwelijks begeleiding

vanuit de leverancier

om het optimale uit de

investering te halen. Tijden

zijn echter veranderd.

Technische toeleveranciers

kunnen meestal, gezien de

aard van hun producten,

niet dezelfde begeleiding

aanbieden als veredelaars

en vermeerderaars. Maar door gezamenlijk op te

trekken, komen ze aardig in de buurt.

En dat bleek dus een van de grote voordelen te

zijn van NethWork. Door samen te werken konden

we meer dan alleen geïntegreerde oplossingen

aanbieden. We konden onze (potentiële)

klanten ook begeleiden bij de implementatie

van de door ons aangedragen oplossingen.

Zowel op lokatie (roadshows) als in Nederland

(managerstrainingen). Dit artikel gaat dieper

in op dat laatste, de managerstrainingen, die

NethWork alweer twee jaar op rij met groot succes

georganiseerd heeft. De eerste stap voor de

NethWork managerstraining is het selectieproces.

Wie zouden we graag in Nederland zien? Wie zijn

de ‘high potentials’ in de regio en welke bedrijven

Over NethWork

NethWork (www.nethwork.info) bestaat

momenteel uit Aweta, Best Fresh Group,

Celtic, Formflex Metazet, GreenQ,

Ideavelop, Javo, JConnecta, HAS

Hogeschool, Koppert Biological Systems,

Luiten, Lutgo Global, Modiform, Priva,

Van Dongen & Heerschap, Van der Heide

Foliekassen en de Van der Knaap Groep.

Ideavelop is tevens coördinator van het

cluster. Ed Smit is Director Ideas, Renee

Snijders is Director Development. In

KAS en HortiBiz geven zij maandelijks

exclusieve updates over het project

Journey2Sustainability.

40]

inzichten geven om hun toekomst te bepalen. De

waarde van de managerstraining blijkt ook uit de

woorden van Dennis de Wit van Priva: “We krijgen

hiermee gemotiveerde, (potentiële) klanten over

de vloer en hebben ruim de tijd om kennis te

maken en over hun wensen en onze producten

en diensten te praten. Wat mij betreft behoren

de managerstrainingen tot de hoogtepunten van

NethWork tot nu toe.”

Bij het uitvoeren van de managerstraining is

Jeroen Gelderblom van JconnectA zonder twijfel

een van de meest actieve leden van NethWork:

“Trainingen zijn traditiegetrouw het exclusieve

domein van onderwijsinstellingen en consultants.

Ik merk echter dagelijks om me heen dat bedrijven

en mensen op zoek zijn naar kennis die direct

afkomstig is van toeleverancies. Praktisch en

toepasbaar. Het maken van die vertaalslag is waar

mijn bedrijf JconnectA zich in specialiseert en

de managerstraining van NethWork sluit perfect

aan op mijn ambitie als ondernemer. De lijnen in

de wereldwijde tuinbouwsector worden steeds

korter en transparanter. Communicatie verloopt

steeds directer. Met de managerstrainingen zijn we

twee jaar geleden begonnen door ze gratis aan te

bieden met gedeeltelijke financiële ondersteuning

vanuit Den Haag. We hopen dat we deze trainingen

binnen een paar jaar kunnen laten uitgroeien tot

een volwaardig commercieel product en we een

veel bredere markt kunnen gaan bewerken dan

uitsluitend Midden Amerika. De positieve feedback

die ik nog regelmatig krijg, geven mij een enorme

drive en bevestiging dat we met dit NethWork

product op de goede weg zijn.”

Jorge Menendez - Production Manager Ball Seeds,

Guatemala:

“We werken inmiddels samen met diverse leden van NethWork.

Voor mij persoonlijk heeft de training er toe bijgedragen dat

ik nu promoveer naar onze vestiging in Chili. Ook daar zullen

deervaringen die ik heb opgedaan in Nederland zeer goed van

pas komen.”

Pedro Luna - Production Manager HFT Seedservices,

Guatemala:

“In eerste instantie was mijn focus tijdens de managerstraining

op ons bedrijf HFT Seedservices. Maar nu word ik General

Manager van het nieuwe bedrijf van Ter Laak Orchids in

Guatemala waar wij als HFT partner in zijn.”

Juan Pablo Villalobos - Production Manager Plantas y Flores,

Costa Rica:

“Meer efficiëntie is noodzakelijk in Latijns Amerika vanwege

stijgende kosten. Tijdens de managerstraining kon ik zelf snel

meer leren hoe we onze eigen werkwijzen kunnen verbeteren.

We werken inmiddels samen met Priva, Van der Knaap, Koppert

en Lutgo Global.”

Thomas Littleton - Production Manager Agro Orchids,

Costa Rica:

“Voor mij was de NethWork managerstraining zeer waardevol

en ook het delen van kennis en ervaring met de andere

deelnemers was ontzettend nuttig. Mijn business case heb ik

uitgevoerd bij Ter Laak Orchids. Fantastisch hoe zij innovatie

en duurzaamheid toepassen in hun bedrijf en tegelijkertijd alles

zo simpel mogelijk houden. Vanuit Agro Orchids, partner in het

nieuwe bedrijf van Ter Laak in Guatemala, zal ik bij de opzet

hiervan een rol gaan vervullen.”

Rodrigo Luna - Technical Manager Palki,

Guatemala:

“De technische en praktische kennis

van het programma is van vitaal belang

voor de verdere ontwikkeling van onze

tuinbouw op het gebied van innovatie

en duurzaamheid. Voor mij persoonlijk is

het zeer waardevol geweest en ik werk

inmiddels als vertegenwoordiger van

NethWork­lid VDH Foliekassen.”

Olinto Perez - Director Exotica, Nicaragua:

“Vorig jaar was ik in Nederland en het was goed om te ervaren

dat we de juiste handvaten kregen aangereikt om de kwaliteit

te telen die de markt vraagt. Toen we mogelijke kopers van mijn

product bezochten, heb ik ook gelijk zaken kunnen doen! Met

diverse NethWork­leden heb ik nog altijd contact, maar vooral

met Jeroen Gelderblom.”

Eindelijk voldoende lucht onderin de mat

Exact Air wordt een nieuwe standaard bij de teelt op steenwol. Dankzij Gradient Technologie verloopt de toename van de densiteit van de steenwol ‘vloeiend’ van onder naar boven. En daarmee zijn de verticale verschillen in Watergehalte, EC, pH en O2 nog nooit zo klein geweest. Beworteling: super. Nieuw? Ja zeker, maar we bewijzen inmiddels voor het tweede opeen volgende seizoen dat deze mat de verwachtingen meer dan waar maakt. Dit jaar al op meer dan 200 hectare.

Zeusstraat 2, 5048 CA Tilburg t + 31 (0)13 578 00 57 - e [email protected] - i www.cultilene.com

Eindelijk voldoende lucht onderin de mat

Exact Air wordt een nieuwe standaard bij de teelt op steenwol. Dankzij Gradient Technologie verloopt de toename van de densiteit van de steenwol ‘vloeiend’ van onder naar boven. En daarmee zijn de verticale verschillen in Watergehalte, EC, pH en O2 nog nooit zo klein geweest. Beworteling: super. Nieuw? Ja zeker, maar we bewijzen inmiddels voor het tweede opeen volgende seizoen dat deze mat de verwachtingen meer dan waar maakt. Dit jaar al op meer dan 200 hectare.

Zeusstraat 2, 5048 CA Tilburg t + 31 (0)13 578 00 57 - e [email protected] - i www.cultilene.com

42]

In de rubriek ‘Vragen uit de Kas’ wordt u als teler

uitgenodigd om praktijkvragen te stellen aan Jan O. Voogt

van LetsGrow.com en Peter Geelen van Plantmonitoring.

NL. Beiden zijn experts op respectievelijk het gebied van

klimaatregelen en plantmonitoring. Tevens zijn zij intensief

betrokken bij de ontwikkeling van Het Nieuwe Telen. Dit

keer worden vragen behandeld die betrekking hebben op

de bekende voornachtverlaging.

Teler: Nog niet lang geleden was het bij diverse teelten gebruikelijk om een ‘voornacht verlaging’ toe te passen. De laatste tijd merken we dat dit steeds meer ter discussie staat. Heeft dit met Het Nieuwe Telen te maken?Peter en Jan: Allereerst, waaruit is de voornachtverlaging

ontstaan? Het idee is vooral om aan het einde van de

dag de nieuw gevormde assimilaten naar de vruchten te

transporteren. De vruchten koelen het langzaamst af en

‘trekken daarmee de assimilaten naar zich toe’. Daarnaast

helpt de voornachtverlaging om de etmaaltemperatuur te

drukken, waardoor het (onnodig) verbruik van assimilaten

door ‘ademhaling’ van de plant wordt verminderd.

Kloppen deze redenaties dan niet?Ja en nee. Het is algemeen aanvaard dat warmere delen van

de plant de meeste assimilaten krijgen toebedeeld. Dat komt

omdat assimilaten worden getransporteerd door actieve

‘pompjes’ die temperatuurafhankelijk werken. Echter, als

de bladeren sterk afkoelen, dan is het maar de vraag of de

pompjes, die de assimilaten uit het blad moeten pompen, wel

optimaal werken.

Hoe kun je dan grove vruchten verklaren door de voornachtverlaging?Als dit effect al optreedt, kan dit het gevolg zijn van wortel-druk. Door de snelle afkoeling van het blad stopt de verdamping abrupt waardoor er een overdruk in de plant ontstaat door worteldruk. Hierdoor worden de vruchten als het ware opgepompt.

Dan heb je het doel toch bereikt?Ten dele. Je hebt wel het beoogde vruchtgewicht, maar met een lagere kwaliteit. Allereerst zijn de cellen zwakker door een lagere beschikbaarheid van assimilaten, met allerlei risico’s zoals de gevoeligheid voor neusrot of binnenrot. Ten tweede zal de smaak van deze vruchten minder zijn.

Hoe kun je zonder voornachtverlaging toch grove vruchten van goede kwaliteit krijgen?Een andere zienswijze is dat de planten na een zonnige dag de vele gevormde assimilaten ook moet kunnen verwerken

[43

Vragen uit de kas…

en dus juist langer op een hoge temperatuur moet blijven. Dat pleit dus voor een geleidelijke overgang van de dag-temperatuur naar de nachttemperatuur. De bladeren blijven dan suikers afstaan. Bovendien zijn de vruchten ook bij een geleidelijke daling van temperatuur het warmste orgaan van de plant. Die blijven dan ook de meeste suikers aantrekken. Je vangt dan drie vliegen in één klap: sterke cellen die minder gevoelig zijn voor kwaliteitsproblemen, grove vruchten met goede smaak.

De assimilaten kun je na een zonnige dag toch ook verwerkt krijgen door later naar de nachttemperatuur te gaan (dagverlenging ) met een sterke temperatuurdaling?Dat betekent in feite dat de opgespaarde zonne-energie wordt afgevoerd. Vaak houdt dat in dat er vroeg in de avond alweer moet worden gestookt vanwege de temperatuur of vochtbeheersing. Door een geleidelijke afkoeling wordt de zonne-energie efficiënt benut. Tegelijk is het veel gemakkelijker om vocht af te voeren als de kas steeds wat warmer blijft dan de buitentemperatuur. Zelfs met een gesloten scherm.

Aha, daar hebben we het scherm weer. Zeker tegen uitstraling?Precies! Eén van de belangrijkste ontdekkingen in Het Nieuwe Telen is het negatieve effect van uitstraling. Juist na een zonnige dag met een heldere hemel is de uitstraling het heftigst. De kop van de plant koelt dan sterk af. De verdamping, en daarmee de aanvoer van Calcium, stagneert, met allerlei groeistoringen tot gevolg: neusrot, bladrandjes, brandkoppen, bladpunten, enzovoort. Om nog maar niet te spreken over het risico van schimmels bij condensatie of guttatie. Conclusie: Vanwege de inzichten van Het Nieuwe Telen is er een snel groeiend aantal tuinders dat naar grote tevredenheid afscheid heeft genomen van de voornachtverlaging, daarin gesteund door steeds meer teeltvoorlichters.

Stuur ook uw vraag!Heeft u ook een of meerdere vragen voor Jan O. Voogt

en/of Peter Geelen? Mail deze o.v.v. ‘Vragen uit de Kas’

naar [email protected]. U wordt niet

met naam en toenaam bij het artikel genoemd, wel

vermelden wij graag in welk gewas u actief bent.

44]

KE GrowAir is een onderdeel van KE Fibertec

in Strijen. Dit laatste bedrijf verkoopt sinds 1995

textiele lucht verdeel slangen aan scholen, kantoren,

winkels, show rooms, productieruimtes, zwembaden,

industriële ofandere ruimtes waar veel mensen

samen komen. De luchtverdeelslangen zorgen

voor een efficiënte, gelijk matige en tocht vrije

verdeling van geklimatiseerde lucht. Sinds dit jaar

Vernieuwende luchtverdeelslangen bevallen goed

Tekst Ellis Langen

Een bedrijf dat zijn sporen heeft verdiend in de klimaatbeheersing van gebouwen, is met haar expertise

nu ook in de glastuinbouw gesprongen. Sinds een jaar levert KE GrowAir luchtverdeelslangen voor

kassen. De Franse tomatenteler Perez in de Provence heeft er nu ruim een half jaar ervaring mee. Het

systeem staat hem aan.

[45

‘Niet alleen de tomaten­planten voelen zich beter, ook mijn personeel’

de geconditioneerde lucht schuin uit de lucht slang

geblazen. Dit heet entrainment. Dit heeft tot gevolg

dat er veel meer lucht richting het einde van de

slang stroomt en dit geeft een ongelijk klimaat in

de kas tot gevolg.” Bij kleinere lucht hoeveel heden

zal dit probleem wel minder duidelijk waarneem­

baar zijn dan bij grote luchthoeveelheden, aldus

De Zeeuw. Entrainment geeft dus een mindere

verdeling van geconditioneerde lucht, een minder

gelijk matige temperatuur verdeling en als er

CO2 wordt toegediend ook een minder goede

verdeling van CO2. “Kortom het heeft een groot

effect op de homogeniteit in de kas.” Door het

gebruik van dubbele lucht verdeel slangen in een

kas, wordt het effect van entrainment verkleind.

Om die reden bieden Nederlandse kassen bouwers

dubbele slagen vrij veel aan. Echter, dit heeft als

nadeel dat het een dure oplossing is. De Zeeuw:

“Duur vanwege de aanschaf van twee slangen,

duur vanwege een dubbele montage en duur

vanwege de grote drukverliezen die ervoor zorgen

dat het energie verbruik

exorbitant hoog is.”

Door de gepatenteerde

‘Diffusion Holes’ treedt bij

de GrowAir lucht verdeel­

slangen entrainment niet

op. “Echter, met alleen

een juist uitblaas patroon

ben je er niet”, legt De

Zeeuw uit. Het is ook

van belang dat er goed

wordt gerekend aan het

lucht verdeel systeem.

“Onze engineers zorgen

ervoor dat er een juiste

balans ontstaat tussen de diameter en lengte van

de luchtslang, luchthoeveelheden uit het gaatjes­

patroon, uit trede snel heden en dynamische

en statische druk van de slang.” Wanneer deze

gegevens niet juist worden afgestemd, geeft dit een

slechte lucht verdeling waardoor de temperaturen

in het gewas, zowel verticaal als horizontaal niet

homogeen zullen zijn. Ook dienen alle gegevens

op een juiste manier te worden afgestemd op

de juiste lucht behandelings kast en ventilator­

karakteristieken waardoor de teler toekomt met

een minimaal energie verbruik. De engineers van

KE GrowAir werken met een Winvent 3D calculatie­

en ontwerp programma waarmee uiteindelijk een

gebalanceerd systeem wordt uitgedacht waarna

het systeem geheel customised voor de klant wordt

levert KE Fibertec via dochterbedrijf KE GrowAir

speciale lucht verdeel slangen voor de glas tuinbouw.

Inmiddels zijn in een aantal glastuinbouw bedrijven

deze slangen geïnstalleerd, vertelt Gerjo de Zeeuw,

directeur van KE GrowAir. Het gaat om kassen

in Duitsland, Polen en Frankrijk waar tomaten of

phalaenopsis worden geteeld. Er is jaren gewerkt

aan deze luchtverdeelslangen voor de glas tuinbouw.

De vraag ontstond vanuit installateurs uit de glas­

tuinbouw, vertelt de directeur. “Veel van hen zijn ook

werkzaam in de klimaat wereld en kennen vanuit die

hoedanigheid onze textiele lucht verdeel slangen die

gepatenteerd zijn vanwege het bijzondere uitblaas­

systeem. Deze installateurs hebben ons gevraagd

of wij deze techniek ook konden toepassen in

de glastuinbouw sector.” Toen De Zeeuw zich

in de bestaande markt voor de tuinbouw sector

verdiepte, verbaasde hij zich erover dat de lucht­

verdeel systemen door veel kassenbouwers en

installateurs zelf zijn uitgedacht. “Zonder dat ze

zich daarbij voldoende realiseren wat dit doet met

de homogeniteit in de

kas.” Het fabriceren van

een PE slang met gaatjes

is volgens KE GrowAir

redelijk eenvoudig.

“Maar het engineeren

van een uitgebalanceerd

systeem wat zwaar wegend

bijdraagt aan een homo­

geen klimaat is iets waar

ons bedrijf zich al 20 jaar in

specialiseert.”

Gepatenteerd uitblaaspatroonHet bedrijf ging met de vraag voor een goed

systeem voor de glastuinbouw aan de slag en

ontwikkelde UV gestabiliseerd Polyethylene

(PE) Plastic slangen. Het materiaal wordt 3­laags

geproduceerd in de kleuren transparant of wit

en is daardoor bestand tegen cracking (kapot

gaan door constante bewegingen). Net als bij de

textiele lucht verdeel slangen past KE GrowAir ook

hier een van haar gepatenteerde uitblaas patronen

toe, de zogenoemde’ Diffusion Holes’. Dit is een

combinatie van ovale gaatjes in de slang en ovale

gaatjes met een ‘flapje’. Het ovale gaatje met het

flapje corrigeert de luchtstroom van het gewone

ovale gaatje, legt De Zeeuw uit. “De meeste kassen­

bouwers passen PE luchtverdeel slangen toe met

een gewoon standaard gaten patroon. Dan wordt

46]

om een meer homogeen klimaat, koos Perez voor

de enkele slangen van KE GrowAir. Richel: “Door

enkele slangen is er minder druk nodig van de

ventilator omdat deze minder weerstand krijgen

van de lucht stroom. Hierdoor maken de ventilatoren

minder toeren wat leidt tot minder stroom verbruik.”

Volgens berekeningen van De Zeeuw zou dit bij

Perez een besparing op jaarbasis geven van vele

procenten per ventilator.

Tevreden, maar wel wennenIn november plantte Perez in de semi­gesloten

kas. In deze tijd kan in de Provence de insecten­

druk echter nog vrij hoog zijn. De semi­gesloten

kas met lucht aanvoer vanaf buiten, gaf de teler

mogelijk heid de ramen dicht te houden. Deze

situatie houdt de teler aan gedurende de herfst,

de winter en het voorjaar. Wanneer het buiten

warm wordt, rond mei, lucht hij via de lucht ramen.

Wel zullen dan ’s nachts de ventilatoren draaien

om de binnenlucht wat koeler te houden. Door in

de zomer niet te kiezen voor actieve koeling via

de lucht behandelings kasten, bespaart de teler

energie. Richel: “Het iets ongunstigere klimaat in

de zomer, geeft waarschijnlijk een paar kilo minder

opbrengst, maar dat is niet zo erg gezien het feit

dat in de zomerperiode de prijs voor tomaten

vaak lager is.” Perez moet nog wel wennen aan de

andere manier van telen in de semi­gesloten kas.

De Zeeuw: “Dat vereist onder andere inspanningen

op het gebied van het instellen van de klimaat­

computer. Kassenbouwer Richel en Perez hebben

nog steeds een goede en intensieve samen werking

om ervaringen te delen.” Nu Perez een half jaar

in de nieuwe kas met de revolutionaire lucht­

verdeelslangen heeft geteeld, concludeert hij dat

het goed bevalt. De tomatenteler heeft nog steeds

eenzelfde kwaliteit tomaten kunnen telen als in zijn

traditionele gewone kas. Ook over de productie

is hij tevreden. De goede kwaliteit en productie

komen vooral doordat door het lucht verdeel­

systeem de temperatuur van de kop van het gewas

een stuk lager kan worden gehouden. “Daarbij

voelt niet alleen een tomaten plant zich beter. Ook

mijn personeel werkt met name in het zeer warme

seizoen onder prettigere omstandigheden in

vergelijking met onze traditionele kas”, besluit Perez.

geproduceerd. In pilotprojecten die KE GrowAir

deed voorafgaand aan de introductie van de lucht­

verdeel slangen, verrichte het bedrijf vele metingen.

Ze vergeleek haar systeem met concurrerende

systemen op de markt. “Hieruit is gebleken dat wij

een gelijk matigere lucht verdeling realiseren van

het begin tot het einde van de slang, een gelijk­

matigere lucht verdeling realiseren van laag tot hoog

in het gewas en een lager druk verlies hebben”,

zegt De Zeeuw. Door dat laatste kan men met de

lucht verdeel slangen van KE GrowAir meer lucht

het gewas in blazen waardoor de lucht hoger in het

gewas kan komen. “Hierdoor wordt een veel lagere

temperatuur behaald bij de kop van de plant”, aldus

De Zeeuw. Een ander groot voordeel van de KE

GrowAir lucht verdeel slangen is dat enkele slangen

vele malen eenvoudiger en sneller te installeren zijn

dan een dubbel slangen systeem.

Energiebesparing gaf doorslagEén van de bedrijven die de nieuwe verdeelslangen

van KE GrowAir gebruikt, is het tomatenteeltbedrijf

Earl Perez van Jean­Pierre Perez. Het glastuinbouw­

bedrijf staat in de gemeente Saint­Rémy­de­

Provence, in het zuiden van Frankrijk. De verdeel­

slangen zijn daar in oktober 2014 geïnstalleerd door

Richel Greenhouses, een Franse kassen bouwer die

Bij Perez een deel van het bedrijf vernieuwde door

er een semi­gesloten kas van 1,5 hectare groot te

bouwen. Onder 70 teeltgoten met de tomaten­

planten hangen de GrowAir luchtverdeelslangen. De

kas heeft een corridor waarin de ventilatoren staan.

De lucht verdeel slangen verdelen de buiten lucht of

lucht van in de kas of een combinatie van die twee

in de kas. Perez heeft niet gekozen voor koeling via

lucht behandelings kasten. Wel kan Perez de lucht die

in de slangen gaat verwarmen en experimenteert

hij met adiabatische koeling via de slangen. Omdat

de lucht slangen van KE GrowAir geheel nieuw zijn

in de glas tuinbouw, was de Franse tomaten teler

aanvankelijk sceptisch. Maar Richel overtuigde hem

van de voordelen. “Daarbij gaf vooral energie­

besparing de doorslag bij de keuze voor deze

verdeel slangen”, zegt Benjamin Richel, directeur van

Richel Greenhouses. Ondanks dat het gebruik van

dubbele slangen in semi­gesloten kassen tegen­

woordig aanvaardbare resultaten geeft als het gaat

Revaho werkt samen met: Bij waterafgifte moet iedere druppel hetzelfde zijn, ongeacht de lengte van de druppelslang. Revacom Plus

maakt dit mogelijk. Deze drukcompenserende druppelslang zorgt ervoor dat uw waterafgifte altijd

exact gelijk is. Zelfs tot lengtes van 400 meter! Dat maakt Revacom Plus ideaal voor de fruitteelt. Door

de nieuwe, grote filter met ruime doorgangen in het labyrint is de slang bovendien ongevoelig voor

verstoppingen. Zodat elke druppel óók over lange lengte precies hetzelfde is. Zodat elke druppel werkt.

wwwww.revaaho..nl

W REV 21505034 AD Revacom 230x300.indd 1 26-05-15 14:43

48]

Technische corridor levensader faciliteit

“We hebben onszelf de vraag gesteld met welk

type onderzoek wij te maken zouden krijgen en wat

daarvoor de vereisten zijn. Duidelijk was dat we met

uiteenlopende gewassen van doen zouden krijgen

en dat we ook steeds weer nieuwe technieken

zouden moeten toepassen. Daarom is er bij

het ontwerp voor gekozen om twee technische

corridors te maken met links en rechts afdelingen”,

zegt De Vries. “Het voordeel van deze corridors

is dat je de techniek veelal buiten de kassen kunt

houden en alle afdelingen vanaf een centrale plek

kunt voorzien van warmte, koude, voeding, CO2

etc.” Daartoe is de onderste 60 centimeter van de

afdelingen ook lichtdicht en onbeglaasd, zodat

makkelijk gaten in de achterwand kunnen worden

gemaakt voor extra kabels of pijpen wanneer

nodig. Er is ook voldoende ruimte beschikbaar

om eventueel opstellingen bij te bouwen in de

corridor, zo geeft De Vries aan. “De technische

corridors zorgen er bovendien voor dat onderhoud

en reparaties in de meeste gevallen ook van

buitenaf geregeld kunnen worden. Zo houden we

de monteur dus uit de kas en lopen we niet de kans

dat de onderzoeksresultaten worden verstoord.

Ook hebben we in de technische corridors een

tegelvloer gelegd, zodat we makkelijk de grond in

kunnen om bijvoorbeeld bij een leiding te kunnen.

De corridors zijn dus essentieel voor onze manier

van werken in Bleiswijk.”

Naast de technische corridors zijn er meer zaken

die vooraf nauwkeurig werden uitgedacht. Zo

hebben de kassen die worden gebruikt voor

klimaatonderzoek geen buitengevel. Elke afdeling

is voorzien van een eigen complete set sensoren

Volgens Jan Willem de Vries, Teamleider

Facilitair Bedrijf in Bleiswijk, schuilt vooral in

de onderzoeklocatie zelf de grote kracht van

Wageningen UR Glastuinbouw. “Wij zijn geen

productiebedrijf, maar een onderzoeksorganisatie.

Dat betekent dat alle afdelingen in ons bedrijf

moeten kunnen beschikken over exact dezelfde

teeltomstandigheden. Anders is het onmogelijk

om een optimale vergelijking tussen verschillende

afdelingen te maken. Om een dergelijke faciliteit

neer te zetten, hebben we dus al voor de bouw

goed over de opzet en invulling van deze locatie

moeten nadenken.”

Volgend jaar is Wageningen UR Glastuinbouw 10

jaar in Bleiswijk gevestigd. En volgens De Vries gaat

de faciliteit zeker nog 10 jaar langer mee. Daarom

was het volgens hem belangrijk om bij het ontwerp

van de onderzoeklocatie goed vooruit te denken.

Bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk vinden tal van onderzoeken en proeven plaats die met regelmaat aandacht krijgen in de media. Wat vaak

onderbelicht blijft, is het feit dat al die projecten mogelijk worden gemaakt door de faciliteiten die het onderzoeksinstituut tot haar beschikking heeft. Al voor de

bouw werd goed nagedacht over de juiste inrichting.

Tekst Jacco Strating

[49

en een eigen Let’s Grow­aansluiting om van

waar ook ter wereld exact te kunnen volgen

wat er in elke kas gebeurt. De afdelingen zijn

verder zo ingericht dat ze autonoom kunnen

worden aangestuurd door middel van een eigen

regelsysteem. “Dat geldt zowel voor het licht als

voor bijvoorbeeld de luchting en de voeding.

“Voor de belichting hebben wij er bovendien voor

gekozen om losse armaturen te gebruiken die met

stekker en stopcontact eenvoudig kunnen worden

opgehangen en weer verwijderd. Zodoende

hoeft er niet bij elk nieuw project een installateur

de kas in. Nu gebeurt dat misschien vaker op die

manier, maar tien jaar geleden hebben wij dat zelf

moeten uitdenken.” Een ander aspect waar goed

over werd nagedacht, is de voeding. Elke afdeling

heeft zijn eigen bak, die door middel van sensoren

zelfstandig om vulling vraagt. In een aparte ruimte

wordt automatisch de samenstelling van de

voeding bepaalt en gedoseerd.

Het zijn allemaal voorbeelden die aangeven hoe

complex het is om een faciliteit neer te zetten

waar jarenlang betrouwbare onderzoeken kunnen

plaatsvinden, meent De Vries. “Onderzoek is een

vak, daar moet niet te licht over worden gedacht.

Wij zoeken in onze onderzoeken naar trends, het is

ons niet om die laatste kilo te doen. Daardoor zijn

de positionering van de afdelingen en de invulling

ervan ook belangrijker dan de grootte. Op basis

van de kennis en ervaring binnen onze organisatie

hebben we hier in Bleiswijk een locatie weten neer

te zetten die ons de beste omstandigheden biedt

om ons werk optimaal uit te oefenen.”

Tuinen bijWageningen UR Glastuinbouw

Wageningen UR Glastuinbouw richt zich op innovaties in de glastuinbouwsector. Samen met bedrijfsleven, wetenschap en overheid worden vragen over bedrijfsvoering en teelt geanalyseerd en vertaald in toepassingsgericht onderzoek en innovatietrajecten. Wageningen UR Glastuinbouw heeft vestigingen in zowel Wageningen als in Bleiswijk.

Wageningen UR Glastuinbouw

Violierenweg 1, 2665 MV BleiswijkTel. + 31 (0) 317 - 485 [email protected]

Technische corridor levensader faciliteit

50]

Voor het Poeldijkse bedrijf Certhon is de markt

voor het opleveren van glastuinbouwprojecten

de laatste jaren compleet veranderd. Tot zo’n vijf

jaar geleden bouwde het bedrijf nog bij telers

‘om de hoek’, momenteel ligt hun focus sterk

internationaal. Eind 2011 zagen de zusterbedrijven

Wilk van der Sande (technische installaties) en

Bosch Inveka (kassenbouw) dit al aan komen en

Nederlandse invloed bij grootste Russische retailer

Tekst Ellis Langen

Vier jaar geleden stond er nog niets, dit jaar staat er 80 hectare komkommerteelt. Magnit, de grootste

supermarktketen in Rusland, koos het Nederlandse bedrijf Certhon uit om in een jaar tijd 40 hectare

moderne kas te bouwen in de Russische plaats Krasnodar. Maar het werd niet alleen bouwen en weer

weg wezen. “Onze standaard is niet meer turnkey, maar ROI-key. Klanten moeten rendement met hun

investering kunnen maken.”

[51

Hogervorst

heeft wekelijks

een Skype­

meeting met de

Nederlandse

teeltadviseur en

het management

van Magnit. Zijn

Russische collega

Irina Shestakova

van Certhon zit

daar ook bij voor

de vertaling.

‘Dit project is een visite­kaartje voor ons bedrijf’

Certhon bouwt in Krasnodar sinds september

2013 aan het project. In de eerste weken van 2014

leverde ze een opkweek afdeling van 1,5 hectare

op. Daarna ging ze verder met de eerste fase van

20 hectare en de tweede fase van 20 hectare is

zo goed als afgerond. Het mega project is onder­

verdeeld in 8 blokken van 5 hectare. Er worden

stekelige mini komkommers geteeld van het ras

Svyatogor F1 van Rijk Zwaan. In 20 hectare kas

wordt belicht met 13.250 lux met SONT­T. Op

het kasdek ligt hoog diffuus glas en in de kas ligt

een diffuus scherm. Ook hangt er een hogedruk­

vernevelings installatie. Hogervorst: “Je moet de

warmte goed buiten kunnen houden. In Krasnodar

heb je er zomers bij waarbij het een paar dagen

soms 38 graden kan zijn.” Op 1 december 2014

werd het eerste blok van 10 hectare komkommer­

teelt geplant en vervolgens werd er om de drie

maanden een nieuw blok opgeleverd en geplant.

“Het laatste blok wordt in juni geplant.” Hogervorst

reist zeker een keer in de maand af naar het project

in Rusland. Certhon heeft

immers met Magnit de

afspraak gemaakt dat

ze de investeerder goed

op weg helpt met het

mega­bedrijf om zo de

investering snel rendabel

te maken.

FilosofieCerthon speelde al een

tijd met de gedachte

dat ze aanvullende toe­

gevoegde waarde aan

klanten wil bieden ‘dan

alleen een kas bouwen en vervolgens er weer weg

gaan’. Het bedrijf bouwt immers steeds vaker voor

investeerders. Lagerwerf: “Wij hoorden en zagen

dat er in groei markten nieuwe glastuinbouw­

bedrijven werden gebouwd, maar ook dat die

soms binnen vijf jaar niet meer bestaan. Dat willen

wij niet. Zoiets komt als een boemerang terug

en is ook niet goed voor BV Nederland.” Magnit

is hun eerste klant die begeleiding kocht bij het

opstarten van een bedrijf met als doel te komen tot

optimalisatie van de productie. “Een investeerder

als Magnit streeft duidelijk naar winst maximalisatie.

Ze wil voor elke euro die ze erin stopt, er twee euro

uit halen. Hoe dat gebeurt, dus met welk type kas

en met welke technieken, daar heeft men geen

kennis van.” Dit betekent dat Certhon meer dan

daarom gingen zij verder onder de internationaal

aansprekende naam: Certhon. Deze internationale

profilering legde hen geen windeieren. Het bedrijf

dat gevestigd is op het ABC­terrein in Poeldijk

doet nu vooral projecten in groei markten in het

buitenland en doet dat zowel voor telers als

voor grote investeerders, zoals de laatste tijd in

Rusland, vertelt John Lagerwerf die bij Certhon

pr en communicatie doet. Hij zit in een spreek­

kamer samen met collega Maikel Hogervorst die

als agronoom in dienst is. In de ruimte staat een

flipover waarop Russische zinnen geschreven

staan. Het bedrijf doet inmiddels aardig wat

zaken met Russische klanten vandaar dat een

aantal werknemers nu Russische les krijgt. Ook

heeft het bedrijf twee Russische vertalers in

dienst. Zij zijn in de weer met vertalingen van

hand leidingen en gebruiks aanwijzingen. “En bij

de wc’s hangen bordjes in het Russisch voor de

Russische vrachtwagen chauffeurs”, zegt Lagerwerf.

Momenteel rond Certhon in Rusland een mega­

bouwproject in het zuiden

van Rusland af. Vlak bij

de Zwarte Zee en dicht

bij de grens van Ukraine,

in Krasnodar, heeft ze

bijna 40 hectare moderne

kassen en alle installaties

voor de teelt van kom­

kommers aan de hoge

draad gerealiseerd. De

opdracht gever is Magnit,

de grootste supermarkt­

keten in Rusland.

Controle over de ketenMagnit heeft in Krasnodar sinds 2012 al 40 hectare

plastic kassen met kom kommer productie staan.

De Russische super markt keten investeert graag

in eigen kom kommer productie. Ze wil de controle

over de keten en minder afhankelijk worden van

import. “Tot voor kort importeerde Magnit vrijwel

alle kom kommers uit Turkije”, vertelt Maikel

Hoger vorst die het project in Rusland teelt kundig

begeleidt. Echter, dat gaf soms problemen met

de houdbaarheid en kwaliteit, zeker wanneer

de komkommers helemaal naar Moskou of nog

noordelijker getransporteerd werden. Deze afstand

kost met vracht wagen vervoer namelijk 8 tot 9

dagen. Met een productie in Krasnodar, wordt

de transport tijd terug gebracht naar 4 of 5 dagen.

In 2011 werd Certhon door Magnit benaderd.

52]

Als zoon van een

komkommerteler

heeft Hogervorst

veel plantenkennis

in huis.

plus te kunnen draaien. Voor het gedeelte teelt­

advies en het creëren van een optimaal klimaat,

werkt Certhon samen met GreenQ/DLV, want

kennis van die hoge kwaliteit heeft Certhon niet zelf

in huis. Zij sturen een Nederlandse teelt adviseur aan

die tijdelijk de teelt man is bij Magnit. Hogervorst

heeft vrijwel dagelijks contact met hem. De

adviseur adviseert het bedrijf bij de instellingen en

aanpassingen in de klimaat computer, maar ‘draait

nooit zelf aan de knoppen’. Acht mensen van het

managementteam van

Magnit zijn begin dit

jaar ook acht weken in

Nederland geweest. Ze

kregen een training bij

GreenQ/DLV in Bleiswijk.

De Nederlandse teelt­

adviseur spreekt ook

Russisch. Hogervorst:

“Hij loopt op het bedrijf

en ziet wat er gebeurt,

of wat juist niet gebeurt.

Hij creëert vertrouwen

bij de mensen op de

werk vloer en neemt de

sturing daarvan op zich.”

Als zaken niet goed

gaan, hoort Hogervorst

dat en hij gaat dan in

gesprek met Magnit.

Maikel heeft wekelijks

een Skype­meeting

met de teelt adviseur

en met Magnit. Hij reist

ongeveer een keer in

de maand 2 tot 3 dagen

af naar het project.

Hogervorsts taak is om er voor te zorgen dat de

vaak kleine veranderingen in de bedrijfs processen

bij de juiste personen in de hiërarchische laag

van de organisatie geaccepteerd en gerealiseerd

worden. Verbeteringen inluiden, vraagt veel

geduld, diplomatie, mensen kennis en verschillende

manieren van communiceren. “Voor mij is het de

grootste uitdaging om je klant te leren kennen en

daar naar toe te leren communiceren. Bij Magnit

moet ik in de organisatie telkens weer een andere

rol en positie innemen. De ene keer is dat een

dwingende rol, de andere keer een rustige of meer

faciliterende rol.”

ooit met klanten mee moet denken, niet alleen

over de techniek maar juist ook over de teelt. Dat

is nogal een verschil met kassen bouwen voor de

Nederlandse markt. “Een Nederlandse teler kan

precies aangeven wat hij met de technieken wil

bereiken. Hij weet hoeveel water hij van de unit

wil hebben en welk klimaat hij wil. Aan hen hoef

je niet uit te leggen welke technieken ze moeten

gebruiken om het beste uit hun planten te halen.

Maar een investeerder weet dat vaak niet en moet

je dus als Certhon daar zelf

meer over gaan nadenken.”

Omdat de klantvraag

zo verandert, verwacht

Certhon in de toekomst

meer te leveren dan alleen

turnkey projecten. “Onze

filosofie is rendabele

projecten neer zetten.

De standaard zal eerder

ROI­key worden, return

on investment. Hiermee

bieden we een investeerder

de zekerheid waar hij om

vraagt.” De agronomie­

tak van Certhon moet niet

worden gezien als een

nieuwe dienst. De vraag van

de klant staat centraal en

daar wordt een passende

werkwijze bij gezocht;

maatwerk dus. Lagerwerf:

“Soms is dat een totale

agronomie­service, zoals bij

Magnit, maar het kan ook

een passievere en kleinere

rol zijn, zoals een training

voor het personeel.”

PrestatiecontractCerthon heeft met Magnit een prestatie contract

afgesloten met daarin een aantal richt lijnen

voor de productie die te maken hebben met de

optimalisatie van de productie. Certhon adviseert

de productielocatie minimaal tot juli 2016. “Per

blok van 5 hectare zorgen wij voor 13 maanden

begeleiding. Stap voor stap krijgen ze meer

autonomie”, vertelt Maikel. Certhon helpt niet

alleen met teelt advies maar ook met logistiek,

organisatie structuur, arbeid en hygiëne. Allemaal

zaken die van groot belang zijn om uiteindelijk een

[53De komkommers

worden direct

bij de oogst

gesorteerd in de

doos.

kan worden. Het bedrijf werkt er dan ook aan om

haar organisatie hiervoor klaar te stomen. Dit soort

grote projecten, maar ook de tot nu toe klein­

schaligere belangrijke innovaties binnen het bedrijf

zoals klimaat cellen, hebben met elkaar gemeen dat

ze steeds meer planten kennis vergen. “Voldoende

plant kennis binnen ons bedrijf is dus belangrijk

om de behoefte van de klant te blijven begrijpen”,

meent Lagerwerf. Certhon richt haar organisatie

daar op in. Lagerwerf:

“Mensen met een

technische achter­

grond zijn van oudsher

belangrijk voor ons

bedrijf, maar we moeten

ook mensen hebben

die kritisch kijken naar

wat het meest optimaal

is voor een gewas.”

Inmiddels heeft Certhon

drie mede werkers in

dienst die veel kennis

van planten hebben.

Hogervorst, zelf zoon

van een komkommer teler en met een afgeronde

studie Plant wetenschappen van Wageningen op

zak, is er daar één van. Door agronomen aan het

werk te hebben, wordt er bij projecten niet meer

alleen gedacht vanuit installaties, maar ook wat

een plant echt nodig heeft. Hoger vorsts ervaring:

“Hierdoor ontstaan er zinvolle discussies en

vraagstukken. Dit resulteert in betere door dachte

projecten.” Zo laat Certhon ook medewerkers van

de verkoop afdeling in de leer gaan bij GreenQ/

DLV om teelt kennis op te doen. “Zij moeten zich

bijvoorbeeld gaan afvragen of veel lux ophangen

bij een bepaald gewas wel zinvol is. Makkelijk een

duur project verkopen, moet niet hun doel zijn.

Een investeerder die na jaren nog tevreden is wel”,

besluit Lagerwerf.

UitdagingenDe grootste uitdaging voor Hogervorst is om te

gaan met de hiërarchie binnen het bedrijf. “Het

begint ermee dat je moet weten welke mensen

aan de touwtjes trekken. Als je van die persoon

akkoord hebt, ben je er zeker nog niet. Je moet

daaronder ook zorgen voor een breed draagvlak.”

Elke laag moet overtuigd zijn van het nut van

een verandering. Dat betekent vaak dat hij moet

blijven pushen en dit bij veel lagen moet doen. In

het begin van het project

was het best zoeken naar

een goede manier van

werken. De agro noom

zegt nu in een fase te zijn

gekomen waarin er echt

stappen vooruit worden

gezet: mensen binnen het

bedrijf staan open voor

advies en nieuwe methoden

van werken. \Ook is er

een goed onderling

vertrouwen ontstaan en

wordt de Nederlandse inzet

gewaardeerd. “Als je in

Nederland A doet, weet iedereen dat B het gevolg

is. Dat leer je door ervaring. In Rusland moet je die

transformatie en het proces van A naar B nog laten

zien en uitleggen.” Ook is het goed om te beseffen

dat sommige zaken nooit zullen veranderen. “Het is

en blijft hun bedrijf. Je moet altijd je partner blijven

respecteren.” De agronoom geeft aan dat er nog

steeds uitdagingen zijn, maar dat alle partijen die

bij het project betrokken zijn, tevreden zijn over de

progressie die men boekt. Volgens Hogervorst ligt

de grootste uitdaging voor de productie locatie op

het gebied van arbeid. “Ze kunnen nog veel van

onze Nederlandse werkwijzen leren.”

Klaarstomen“Dit project is een visitekaartje voor ons bedrijf”,

zegt Lagerwerf. Het project met Magnit is

uniek en valt op in de markt. Zo heeft Certhon

momenteel projecten in de aanvraagfase zitten

waarbij vergelijk bare grote partijen zoals Magnit

een lang durige samen werking willen aangaan. In

sommige gevallen gaat het daarbij om een samen ­

werking van 3 of 5 jaar, weet Lagerwerf. Certhon

heeft graag een coördinerende rol bij zulke

projecten. Volgens Lagerwerf groeit de bewust­

wording binnen het bedrijf dat dit de toekomst

EEN NIEUWE AANPAK VAN VERVUILDE VERWARMINGSSYSTEMEN

Edisonweg 11 3291 CK Strijen T: 078 - 674 8475 F: 078 - 674 8476 [email protected] www.ke-growair.nl

Homogeneluchtverdeling

Luchttechnische oplossigen op maat

Homogene luchtverdelingKE GrowAir® biedt u de oplossing!

GrowAir van KE Fibertec levert homogene luchtverdeling voor koeling, verwarming en ventilatie in (semi-)gesloten kassen KE GrowAir levert een op maat gemaakte oplossing die zorgt

voor optimale condities voor de groei van uw gewasKE GrowAir is specialist in het ontwerpen, adviseren,

fabriceren en leveren van PE luchtverdeelslangen. Het systeem is gebaseerd op een wereldwijd gepatenteerde oplossing

Meer weten over homogene luchtverdelingKijk op www.ke-growair.nl

Optimale groei condities

[55

Column Henk Verbakel

De schakels in de ketting

Henk Verbakel ([email protected]) is

directeur en mede­oprichter van Havecon

Kassenbouw in Bleiswijk. Havecon verzorgt

complete kassenbouwprojecten voor de

tuinbouw in binnen­ en buitenland.

de bedrijven die zorgen dat er altijd maar weer de

juiste installatie bedrijven en manschappen worden

ingezet? Deze vijver wordt steeds kleiner en de

mensen die het vak verstaan worden ook steeds

schaarser. Door de verschuivingen van de afzet­

gebieden voor de bedrijven waar ik ook dagelijks

mee te maken heb is dit best een lastige opgave.

Wanneer iemand aangeeft dat hij alles kan regelen

van A tot Z, dan geeft eigenlijk iedereen een ander

antwoord over de definitie hiervan. De eerste keer

dat mij gevraagd werd of we een teler konden

regelen, kon ik alleen maar denken dat het vrij ver

ging. Echter, als dit een vraag is die steeds vaker

wordt gesteld, dan moet je toch de conclusie

trekken dat het goed is om met partijen te werken

die dezelfde focus hebben. Hoe sterker de gehele

ketting, hoe beter je de klanten kunt ontzorgen

en een goed verdienmodel kunt bieden zonder

teveel open eindjes. Dit kan je niet alleen en ik

kan alleen maar zeggen dat we steeds meer leren

van elkaar om bij­ of op te schakelen en daarmee

als Nederlandse goed gemotiveerde bedrijven

de ketting steeds sterker weten te krijgen.

Samenwerken om te werken aan bestaansrecht op

lange termijn is iets waar steeds meer bedrijven het

nut van zien. Het kost wat tijd, maar we komen er

wel. Dus nee, saai wordt het nooit!

Als onderneming in de glastuinbouw weet je één

ding zeker: saai is het nooit!

We zien in de hele breedte dat bedrijven hun

professionaliteit tot een steeds beter en hoger

niveau uit weten te bouwen. Of het nu gaat om

constructieve verbeteringen of om de betere en

slimmere technische oplossingen nóg beter te

maken. Goede producties tegen acceptabele

investeringen blijft wel een focus en de vraag van

de klant. De basis in het geheel komt toch wel terug

bij één belangrijk gegeven: samenwerking. De

kennis waar je als individueel bedrijf over beschikt

komt pas goed tot zijn recht als het ook goed wordt

vermarkt. Je hoort van veel kanten mensen praten

over de ‘supply­chain’, maar wat betekent dit nu

eigenlijk in onze sector? Voor de gemiddelde teler

is het inmiddels een must om samen te werken

om zo het aantal aanbieders te verkleinen en een

goede vuist te maken. Het voordeel hiervan is dat

je het volume kunt vergroten, maar ook het aanbod

verbreden. Hier kan het een voordeel zijn dat je een

betere positie in de markt kunt creëren, maar ook

bepaalde kosten met elkaar kunt delen of verlagen.

En ja, alles wat je minder uitgeeft, draagt ook weer

bij in de resultaten en dus voor je markt positie.

Maar hoe werken we hier nu mee in de bedrijven

die beschikken over technische specialiteiten? Of

56]

Tuinbouwproductie in Taiwan vindt plaats in

sub tropisch klimaat, gekenmerkt door hoge

temperaturen, hoge lucht vochtigheid en een hoge

jaar lijkse neerslag van ongeveer 2500 mm. De

neerslag is echter ongelijk verdeeld in het jaar en

veroorzaakt vaak in combinatie met sterke tyfoons

in de zomer en de herfst ernstige schade en

economische verliezen in de landbouw productie.

Hightech kas voor subtropisch klimaat Taiwan

Tekst Silke Hemming en Erik van Os,

Wageningen UR Glastuinbouw

Taiwan is een van de meest innovatieve landen in de wereld als het gaat om technologische ontwikkelingen.

Dat geldt echter in mindere mate als het gaat om de lokale productie van verse groenten in kassen. De

Taiwanese overheid heeft daarom een strategie uitgezet om de lokale tuinbouwsector te moderniseren,

de bijdrage aan de nationale economie te verhogen en de positie op binnen- en buitenlandse markten te

versterken. Wageningen UR Glastuinbouw speelt daarin een belangrijke rol.

[57

Welke gewassen

hebben de

meeste potentie?

‘Grond­ en gebouw­gebruik zijn een belangrijke kostenpost’

van hoogwaardige cherrytomaten. De doelgroep

zijn innovatieve telers die op middelgrote schaal

met meer inzet van techniek een hogere en

kwalitatief betere cherry tomaten productie willen

realiseren. De doelgroep zijn géén investeerders

die op zoek zijn naar een hightech kas.

Adaptive greenhouse designWageningen UR Glastuinbouw beschikt over

modellen voor kas klimaat, gewas productie

en economie die gebruikt kunnen worden om

voor diverse regio’s in de wereld kas systemen

te ontwerpen volgens de methodiek ‘adaptive

greenhouse design’. Deze door Wageningen UR

ontwikkelde systematiek gaat ervan uit dat het

ontwerp van een kas productie systeem afhankelijk

is van het te produceren gewas, het lokale klimaat,

de lokale beschikbare inputs en de sociaal­

economische omstandig heden inclusief afzet markt

en ­prijzen. Het is afhankelijk van het lokale klimaat

en het te telen gewas met een bepaalde kwaliteit

of er behoefte is aan

bij voorbeeld verwarming

of koeling, kunstlicht of

scherming (zie figuur 1).

Ook andere factoren

zoals ontvochtigen of juist

bevochtigen of extra CO2

dosering zijn afhankelijk

van lokaal klimaat en te

telen gewas. Afhankelijk

van de investerings­

kosten en lopende

kosten en verwachte

meer opbrengsten en

product prijzen kan

het juiste technologie niveau worden gekozen

(wel of geen koeling, wel of geen scherming

etc.). Tevens wordt de beste invulling van de

techno logie (koeling met natuurlijke ventilatie,

adiabatische koeling of airconditioning; scherming

door binnen­ of buitenscherm, tijdelijke coating,

keuze kas dek materiaal etc.) gekozen. Beschik bare

reken modellen voor kas klimaat, gewas productie

en economie kunnen helpen de juiste beslissingen

te nemen om een conceptueel ontwerp van een

nieuw kas productie systeem voor een bepaalde

regio en doel groep te maken. De methodiek van

‘adaptive greenhouse design’ werd ook gebruikt

om een nieuw kas systeem voor sub tropisch gebied

voor de productie van cherry tomaat op mid­tech

niveau te maken.

Het totale agrarische verlies veroorzaakt door

natuurrampen was ongeveer 1,1 miljard euro in de

periode 2006­ 2010.

Een deel van de verliezen kan worden voor komen

door het toepassen van beschermde teelt­

systemen, vooral voor tuinbouw productie. Dat

is de reden dat in de afgelopen twintig jaar het

areaal beschermde teelt sterk is toegenomen.

Het is uitgegroeid tot de belangrijkste productie­

methode. Echter, productie van verse groenten

in kassen in Taiwan is nog steeds gekenmerkt

door een zeer laag technologie niveau en klein­

schalig heid. Uitdagingen zijn het halen van hoge

productie cijfers, de product kwaliteit en residuen

in het product door het gebruik van bestrijdings­

middelen. Ook het keten management kan worden

verbeterd. Moderne kasproductie systemen zijn

nog niet geïntroduceerd in de Taiwanese groenten­

productie. Telers hebben tot nu toe de neiging om

te kiezen voor goedkope oplossingen als gevolg

van gebrek aan start­

kapitaal en financierings­

modelijkheden. De

Taiwanese overheid

stimuleert daarom

de ontwikkeling van

moderne tuinbouw­

productie voor hoog­

waardige en duurzame

verse tuinbouw producten

welke door lokale tuinders

economisch rendabel

geproduceerd kunnen

worden. Doelen zijn het

behalen van een hoge

productiviteit, een jaarrond productie, het leveren

van verse en gezonde groente producten voor

de lokale en internationale high­end markt. De

Nederlandse tuinbouw sector is wereld wijd toon­

aangevend. De hier beschikbare kennis over

integraal ontwerp van kas productie systemen,

modern teelt management en diverse technische

expertise en producten kunnen bijdragen om de

doelen van de Taiwanese overheid te realiseren.

In een privaat­publieke samen werking werd een

nieuw kas productie systeem voor sub tropisch

gebied in Taiwan ontworpen en afgelopen jaar

gerealiseerd in de vorm van een demonstratie en

onderzoeks kas in Tainan, in het Zuiden van Taiwan.

De kas is bedoeld om onderzoek te verrichten aan

water, nutriënten, klimaat beheersing en de teelt

58]

tijdens perioden met een hoge straling en

hoge buiten temperaturen te voor komen. De

dak ventilatie is gemaakt van een twee zijdig

doorlopende nokluchting, daarnaast een luchting

in de zijwanden voor hoge natuurlijke ventilatie.

Dit zorgt ervoor dat kas binnentemperatuur op

stralings rijke momenten

niet hoger wordt dan de

buiten temperatuur. Alle

ramen zijn bedekt met witte

vlieg insecten netten om

schadelijke insecten zo veel

mogelijk buiten te houden

voor veilige voedsel­

productie met zo min

mogelijk bestrijdings middelen. Aanvullende koeling

wordt verschaft door een hoge druk vernevelings­

systeem om overdag door water verdamping

(adiabatische koeling) de kas binnen temperatuur

te verlagen en de lage lucht vochtigheid overdag

tegen te gaan. Een lucht verdeel systeem onder de

teelt goten wordt gebruikt om lucht circuleren en zo

condensatie op tomaat stengels en vruchten zoveel

mogelijk tijdens de nacht perioden met een hoge

lucht vochtigheid te voorkomen. Het kasklimaat

wordt automatisch gecontroleerd door een klimaat­

computer. Cherry tomaten van verschillende lokale

en Nederlandse rassen worden geproduceerd in

substraat goten met kokos. Druppel bevloeiing en

bemesting wordt geleverd door een computer

gestuurde mengeenheid. Regen water wordt

opgevangen van het kasdek voor een hoge

water kwaliteit. Een high­wire cherrytomaat teelt­

systeem wordt gebruikt. Cherry tomaten zijn een

hoogwaardig product op de Taiwanese markt,

maar de huidige opbrengst in de traditionele kas­

productie systemen zijn extreem laag (2.5­3 kg/m2/

seizoen). Op dit moment verkennen onder zoekers

van Tainan DARES de nieuwe teeltmogelijkheden

Het klimaat in Taiwan is gekenmerkt door maximale

temperaturen tussen de 25 en 35 graden (zie figuur

1). Belangrijk is natuurlijk een zeer hoge ventilatie

zodat de temperaturen in de kas niet verder

oplopen. Er is in de model berekeningen dan ook

veel aandacht besteedt aan het bepalen van de juiste

ventilatie capaciteit (zie

figuur 2). Een ventilatie­

capaciteit van 30%

vermindert het aantal

uren boven de 35 graden

aanzienlijk. Bij gelijk­

tijdige installatie van een

witte vlieg insectennet in

alle ventilatie openingen

is een ventilatie capaciteit van minimaal 40% nodig.

De minimale temperaturen kunnen in de winter 5

graden bereiken, maar liggen in het algemeen tussen

de 10 en 20 graden. Uitdagend zijn de minimale

temperaturen tijdens de zomer maanden rond de

25 graden voor een tomaten gewas. Verder zijn

luchtvochtig heden vooral in de zomer tijdens de

nacht hoog. Overdag is het vocht lager wat ruimte

biedt voor adiabatische koeling door fogging tijdens

de zomer overdag. Berekeningen laten zien dat bij

een foggingcapaciteit van 300 g/m2 de maximale

temperaturen nog maar op weinig uren boven

de 32 graden uitkomen (zie figuur 3). In de nacht

helpt het circuleren van lucht om het risico van

condensatie van vocht op de vruchten en stengels

te verminderen. Het additioneel installeren van een

kleine verwarmings capaciteit zou een toegevoegde

stuur mogelijkheid bieden om in de winter het risico

op natslag te verminderen. Het additioneel doseren

van CO2 is in berekeningen niet nuttig gebleken.

Aangezien een hoge natuurlijke ventilatie capaciteit

in de beoogde mid­tech kas vereist is, zou het

effect van additionele CO2 dosering klein zijn en te

hoge kosten met zich mee brengen. Met behulp

van model berekeningen werden voor het ontwerp

van de Onderzoeks­ en Demokas in Tainan diverse

technologieën gekozen met de beste capaciteiten.

Dit ontwerp werd vervolgens door bedrijven vertaald

naar de installatie van door hun gekozen producten.

Kastechnologie onderzoekskas De kas heeft een Venlo­type vorm met een span­

wijdte van 4,8 m bij 4 m, bedekt met een zeer

diffuse, niet­ thermische plastic folie voor hoge

licht transmissie, goede licht verstrooiing en lage

nacht temperaturen. De natuurlijke ventilatie­

capaciteit is hoog om extreem hoge temperaturen

Figuur 1 ­

Temperatuur­ en

vochtverloop in

de buitenlucht

over het jaar. In

de figuur zijn

de gemiddelde

maximum, de

gemiddelde

minimum en

de gemiddelde

waardes te zien

voor het jaar 2010

in Tainan, Taiwan.

Figuur 2 ­ Effect

van ventilatie­

capaciteit op het

aantal uren dat de

lucht­ of gewas­

temperatuur

warmer dan 30 of

35 graden in een

jaar in een kas in

Tainan

Ventilatiecapaciteit [m2 ventila­tieopening / m2 grondvlak kas]

Aantal uren warmer dan 30°C in kas [h]

Aantal uren warmer dan 35°C in kas [h]

T lucht T gewas T lucht T gewas

0.07 1526 1507 374 365

0.14 1231 1173 157 191

0.27 1057 964 41 117

0.41 1004 891 18 91

0.54 977 860 9 80

1.1 943 814 1 65

[59

wordt het voor iedereen moeilijk om een optimale

voedings oplossing te berekenen. Daarnaast komt

de onbekendheid met het regel matig meten van

EC en pH in water gift, substraat mat en drain.

Hiervoor is uitgebreide instructie gegeven. Het

vinden van de juiste watergeef frequentie, interen

van de mat en de juiste manier van vegetatief/

generatief sturen onder Taiwanese condities zijn

onbekend en moeten de komende periode worden

onderzocht. Dit geeft ook direct aan dat met het

plaatsen van een techno logisch goed ontworpen

kas je er nog niet bent. Training van mede werkers

zijn belangrijk op het gebied van gewas fysiologie,

gewas management, klimaat regeling, substraat teelt

en gewas bescherming. Daarnaast moeten optimale

setpoint en teelt recepten voor lokale omstandig­

heden worden onderzocht. Hiervoor is tijd en

kennis opbouw nodig. De leergierig heid is groot,

dus de productie zal spoedig toenemen, maar een

productie van 20 kg/m2 cherry tomaten met een

Brix van meer dan 10 zal niet in

één jaar worden gehaald.

Publiek Private SamenwerkingDe nieuwe demonstratie en

onderzoek kas is onder deel van

de publiek­private samen werking

(PPS) tussen Taiwan en Nederland

welke in 2011 is opgericht

met het doel om duurzame

moderne gewas productie in

kassen in Taiwan te stimuleren,

economische activiteiten tussen

beide landen te bevorderen en

kennis uitwisseling te bevorderen. Het onder zoek van

Wageningen UR Glastuinbouw werd gefinancierd

door het Nederlandse Ministerie van Economische

Zaken. Het onderzoek en de bouw van de kas bij

Tainan Dares werd gefinancierd door de Taiwanese

Council of Agriculture. Het project werd onder­

steund door het Netherlands Trade and Investment

Office in Taipei. Verschillende Nederlandse bedrijven

hebben bijgedragen met hun producten aan de

demonstratie­ en onderzoeks kas in Tainan zoals Priva,

Enza en Rijk Zwaan. Ludvig Svensson, Jiffy, Agrolux,

Hyplast en Vifra leverden producten voor de kas. De

Taiwanese kassenbouwer Champion realiseerde het

project bij Tainan Dares in Tainan.

in de nieuwe Onderzoeks­ en Demokas. Zij voeren

experimenten uit naar verschillende aspecten

van de cherry tomaten teelt: rassen keuze, teelt­

management, kas klimaat, fertigatie strategieën

etc. Doel van het onderzoek is kennis te verwerven

over de interactie van cherry tomaten rassen met

klimaat en fertigatie om een hogere opbrengst en

een betere fruit kwaliteit (hoge Brix, A kwaliteit) te

bereiken.

Resultaten en uitdagingen Uit eerste analyses van de kasklimaat blijkt dat

de kas beschikt over een uitstekende ventilatie­

capaciteit. De kas beschikt over een afzonderlijk

te sturen zij­ en nok ventilatie. De juiste set points

hiervoor moeten nog worden gevonden. Onder­

zoekers zijn nog onbekend met de omgang met

een klimaat computer. Omdat er veel para meters

kunnen worden ingesteld kunnen er makkelijk

fouten worden gemaakt. De juiste set points voor

cherry tomaat in Taiwan zijn

onbekend. Het is daarom nodig

veel te experimenteren. Gelukkig

is men leergierig en maakt men

daardoor steeds stappen vooruit.

De fogging installatie bleek in

eerste instantie niet op de juiste

manier geïnstalleerd, de sensor

voor vocht metingen in de kas

hing op het grote gang pad en

te dicht bij de grond, waardoor

het gewas steeds te nat werd

maar gelijktijdig een te lage

lucht vochtigheid werd gemeten.

In eerste instantie werd in de kas gewerkt met

circulatiefans die lucht blazen om vochtige plekken

te voorkomen en op wind stille momenten de

ventilatie te onder steunen. Dit leidde echter tot te

hoge lucht snelheden in het gewas waardoor het

gewas te veel verdampte en schade leidde. Nu

beschikt te kas over lucht slangen onder het gewas

die de ingeblazen lucht beter verdelen. De juiste

setpoint voor het circuleren van lucht onder het

gewas moet nog worden gevonden.

Op substraat telen van cherry tomaat is voor

Taiwan een nieuwe ervaring. De installatie is

modern aangelegd met regenwater opvang, A en

B bakken, een kleine substraat unit en met een UV

lamp om drainwater te ontsmetten. De uitdaging

begint om met meng meststoffen een optimale

voedings oplossing te creëren. Als daarnaast in

mg in plaats van in mmol wordt gerekend dan

Figuur 3 ­ Jaar­

belastingsduur­

kromme van de

temperatuur van

een kas in Tainan

zonder fogging,

met 300 g/m2 of

600 g/m2 capa­

citeit. Met een

fogging neemt

de maximale

temperatuur af, er

blijven nog maar

weinig uren waar

de temperatuur in

de kas boven de

32 graden ligt.

60]

Tekst Jacco Strating

Novitei-ten en ontwik-kelingen

Ook in deze editie van KAS weer aandacht voor noviteiten en ontwikkelingen binnen

de tuinbouwsector. De redactie maakte een selectie van nieuwe producten en toepassingen

die beschikbaar zijn.

[61

Noviteiten en ontwikkelingen

Bestuiving door gewas draden te laten trillenMetazet/Formflex in Wateringen heeft een nieuw trilsysteem voor bestuiving in de tomatenteelt en de teelt van zaad ontwikkeld. Het systeem biedt onder andere uitkomst voor landen waar geen hommels geïmporteerd mogen worden of waar hommels het werk af en toe neerleggen vanwege de hitte. Ook is deze vorm van bestuiving interessant voor de zaadselectie bij veredelaars.

Het nieuwe trilsysteem laat de gewasdraden automatisch

trillen met behulp van een kleine motor en een door de kas

gespannen trildraad. Het systeem van Metazet is door de

teler ook zelf te installeren, vertelt Ed van de Sande, die

de productontwikkeling bij Metazet doet. Het voordeel

van het systeem is volgens hem dat het trilsysteem door

de computer aangestuurd kan worden. “Hierdoor kan

men ook op het gunstigste moment van de dag trillen.

Ook kan er meerdere keren per dag getrild worden.”

Het trilsysteem is geïnstalleerd in een proefopstelling bij

tomatenbedrijf Schenkeveld in Den Hoorn. Daar wordt

twee keer per dag getrild met het systeem. Echter, in deze

afdeling doen ook hommels nog gewoon hun werk, dus

er valt niet goed te zeggen wat het verschil in zetting is.

Van de Sande: “Wel is duidelijk geworden dat de planten

geen stress krijgen van de trillingen; de gewasontwikkeling

wordt er niet door gehinderd.”

Verder heeft Metazet/Formflex het nieuwe trilsysteem al

verkocht aan tomatenkwekerij d’Vine Ripe in Australië.

Volgens Van de Sande is er al veel interesse in het

systeem. “Er zijn verschillende landen waar hommels niet

ingevoerd mogen worden en waar in de tomatenteelt

dus nog met de hand getrild wordt.” Ook weet hij dat

in sommige warme landen de hommels in bepaalde

perioden vanwege de hitte niet vliegen; ook daar zou

het trilsysteem dus een oplossing kunnen bieden. Van de

Sande geeft aan dat er tot nu toe vooral veel interesse

vanuit veredelingsbedrijven is. “Daar is het gebruik

van hommels voor de bestuiving meestal niet mogelijk

vanwege het gevaar op kruisbestuiving.” De bestuiving

dient dan met zogenaamde trilstokken verricht te worden

of op andere manieren met de hand, maar dat is natuurlijk

erg arbeidsintensief. De kosten van het trilsysteem zijn

afhankelijk van de oppervlakte, maar komen waarschijnlijk

uit tussen de 1 euro en 1,50 euro per vierkante meter, aldus

Van de Sande.

Australische teler kiest Nederlandse irrigatie Wanneer je door Carisbrook Australië rijdt, zie je vanuit het niets een kas oprijzen. En dat is bijzonder te noemen in dit land, want daar kom je vooral agrariërs tegen. De kas is neergezet en ingericht door Royal Brinkman en Meteor Systems.

Het klimaat in Australië is precies omgedraaid van wat wij

in Nederland gewend zijn. In de Europese zomer is het

daar winter en in de Europese winter is het daar zomer.

Bovendien wordt het in Australië een flink stuk warmer dan

in Europa. Temperaturen van 40 graden komen veel voor,

met als piek december en januari. Deze omstandigheden

maken het telen van groenten in Australië wellicht lastig,

maar ze hebben ook voordelen. Er is meer zonlicht én de

intensiteit ervan is hoger. Teler Ian Mortlock besloot drie

jaar terug over te stappen naar cherrytomaten. Toen hij een

aantal jaren terug de eerste 1,6 hectare liet bouwen, keek

hij voornamelijk hoe hij de klimaatomstandigheden optimaal

zou kunnen benutten om het maximale uit zijn teelt te halen.

Hij liet zich daarbij adviseren door Nederlandse experts,

met veel ervaring op dit gebied.

Gekozen werd voor een samenwerking met Royal Brinkman,

dat in Meteor Systems de partner vond om een compleet

teeltsysteem en de bewatering te leveren. Wanneer een

kas twee maanden per jaar zo extreem heet wordt, is het

heel belangrijk om deze warmte en lichtintensiteit op een

62]

Noviteiten en ontwikkelingen

goede manier te temperen. Meteor Systems ontwierp

op maat een teeltsysteem met teeltgoten en irrigatie die

exact aansloot op de situatie ter plekke. Doordat ontwerp,

productie en uitvoering allemaal in één hand zijn bij Meteor

Systems is het mogelijk om ook echt maatwerk te leveren.

Onlangs volgde een uitbreiding van nog eens 1,6 hectare.

Meteor Systems heeft ook in deze uitbreiding de teeltgoten

en irrigatie verzorgd. Nadat Royal Brinkman begin mei alle

laatste installaties in bedrijf heeft gesteld, is medio mei

gepoot. Het bedrijf is dusdanig ingericht, dat de teeltwissels

op elkaar afgestemd zijn. Zo hoeft er niet in een keer

gewisseld te worden in beide kassen.

Vitaler door combinatie Hansebac en V-Add Door het inzetten van de productcombinatie Hansebac en V-Add brengen telers meer vitaliteit in hun gewas. Deze stimulans resulteert in evenwichtige en gelijkmatige groei, vitaal wortelmilieu en hogere plant weerstand.

In diverse gewassen wordt deze productcombinatie

(onderdeel van het merk ‘fytopro’ systeem) veelzijdig

ingezet, onder andere glasgroenten (tomaat, paprika

en komkommer) en diverse zomerbloemen (waaronder

Euphorbia). Door het toevoegen van micro­organismen

wordt het bodemleven gestimuleerd en het toevoegen van

organische materialen versterkt zowel de microbiologie

als het gewas op basis van sporenelementen. De

sporenelementen en natuurlijke toevoegingen zijn de

elementen die V­Add effectief maken.

Actief zuurstofEric Kerklaan, Technical Manager Crop Protection,

begeleidt en initieert de verschillende onderzoeken

en praktijk projecten. “Het vertrekpunt voor een goed

bodemleven ligt ­ gezien het stadium van veel gewassen

– op dit moment in het creëren van voldoende actief

zuurstof in zowel het basis water als de bodem/substraat.

Dit versterkt de balans van nuttige bacteriën en schimmels,

maar ook de plantopname. Het versnijden van diverse

waterbronnen kan direct effect hebben op de gewassen,

net nu er gewerkt wordt naar een fase met hogere

productiviteit. De productcombinatie Hansebac en V­Add

biedt het gewas ruggensteun.”

Biopol Natural realiseert metingen van microleven en

analyses om op basis van de huidige bodemsamenstelling,

om een passende inzetstrategie te maken. Om de zuurstof

– koolstof balans natuurlijk te stimuleren brengt Biopol

Natural later dit jaar een nieuw product op de Nederlandse

markt. Fytopro stimuleert een totale plantgezondheid

door de bodem als uitgangspunt te nemen.

[63

Column Erik Persoon

Educatie Erik Persoon is een van de eigenaren van Kwekerij

Zwethlande, dat ficussen produceert in Honselersdijk.

Persoon is bestuurslid van de telers vereniging

Tuinbouw Techniek Ontwikkeling (TTO), een

innovatieclub van telers met als doel gezamenlijk (teelt)

technische innovatieprojecten ter hand te nemen.

waarom we graag samenwerken met Demokwekerij

Westland, het Lentiz College en Hogeschool

INHolland. We juichen de komst van een nieuw

centrum voor de jeugd op de Greenport Horti

Campus Westland dan ook zeer toe!

En hoe kijkt de jeugd er zelf tegenaan? Met twee

zoons die dit jaar allebei afstuderen, heb ik daar via

hen wel een beeld bij gekregen. Jongeren van deze

generatie krijgen constant input, uit veel bronnen, in

grote hoeveel heden. Meer dan elke generatie voor

hen. En dus zijn ze continu bezig te sorteren en te

verwerken. Ook zijn ze veel beter in staat de waarde

van input te bepalen. Daarbij zoeken ze vooral naar

echt heid in informatie, geen verpakking of bull shit,

daar wordt snel doorheen geprikt.

Commentaar dat ik regelmatig krijg is waarom we

als tuinbouw zo naar onszelf blijven kijken, en niet

meer naar andere sectoren en bedrijfs takken, zoals

de ICT en de techniek, met name ‘the internet

of things’ waardoor straks alles met elkaar kan

communiceren. Natuurlijk gelooft de jeugd in de

toekomst en zien ze volop kansen en uitdagingen,

waar ze met veel energie tegenaan willen gaan.

Daarbij houden ze hun eigen belangen goed in het

oog, het is een pragmatische generatie. Tenslotte

stel ik vast dat deze generatie erg zelf lerend is en

dat is misschien wel de beste vorm van educatie.

‘De jeugd heeft de toekomst’ is een oud gezegde

en per definitie waar natuurlijk. Interessant is je

af te vragen hoe de jongere generatie zich op de

toe komst voor bereid. Natuurlijk biedt de vorige

generatie haar ervaringen aan via het school systeem

van (middel baar) beroeps onderwijs. Maar werkt

dit ook naar behoren? Bieden we hier de nieuwste

inzichten en theorieën aan onze jeugd aan?

Gezien de snelheid waarin de kennis zich in onze

sector ontwikkelt en de budgetten die beschikbaar

zijn, is het niet vreemd dat hier een kloof is ontstaan

tussen aanbod en vraag.

Ook kun je constateren dat wij als ondernemers

wellicht te makkelijk leunen op het systeem van

scholing. Het is maatwerk om de jeugd op te leiden

voor diverse functies in onze bedrijven, waar we zelf

dus ook energie in moeten steken. Een voordeel

is wel dat veel studenten hun opleiding moeten

bekostigen door erbij te werken. Daarbij kan veel

kennis in de praktijk worden opgedaan tijdens

de bijbaantjes van studenten op onze bedrijven,

mits ze voldoende serieus worden genomen in de

begeleiding.

Kijk dus eens in de spiegel en vraag uzelf af of u

hier voldoende tijd in steekt. Wijzelf zijn namelijk

een belangrijke bron van educatie voor de jeugd!

Als TTO hechten wij hier veel waarde aan, reden

64]

Goed om te weten

De genomineerden voor de verkiezing Ranking the

Grower 2015 zijn bekend. In totaal zijn 19 bedrijven in

de race voor de titel ‘meest aantrekkelijke werkgever’.

De jury heeft zich inmiddels over deze kandidaten

gebogen.

Dit jaar wordt binnen de telersverkiezing Ranking the

Grower gezocht naar de meest aantrekkelijke werkgevers

in de tuinbouw. Gezocht wordt naar teeltbedrijven die

op hun eigen manier een goed werkklimaat weten te

bieden aan hun werknemers. Het moet een teeltbedrijf

zijn dat het thema arbeid goed heeft georganiseerd en

daar op een serieuze en respectvolle manier mee omgaat.

Een werkgever die tijd en aandacht besteedt aan de

medewerkers en die een goede werksfeer weet te creëren

voor hen. Bijvoorbeeld door speciale voorzieningen

te treffen op de werkvloer, door aanvullende arbeids­

voorwaarden aan te bieden, door mogelijkheden te

bieden voor scholing en ontwikkeling, door huisvesting en

andere ondersteuning te bieden aan arbeidsmigranten,

door zaken buiten het werk om te organiseren of door

persoonlijke betrokkenheid te tonen bij de medewerkers.

VakjuryDe afgelopen weken kwam een flink aantal aan­

meldingen binnen. In totaal 19 daarvan maken nu nog

kans op de titel ‘meest aantrekkelijke werk gever’. Deze

bedrijven vulden onlangs een uitgebreide vragenlijst

in, die door een vakjury werden beoordeeld. De jury

bestaat uit Joyce Lansbergen (winnaar Ranking the

Grower 2014), Henk Strating (HS Arbeidsvoorwaarden),

Thijs Jasperse (Florpartners), Leo van der Zon (Helios

Management), Anneke Postma (Kas groeit) en Jaap Bosma

(CNV Vakmensen). De top 5 van meest aantrekkelijke

werkgevers in de tuinbouw zal bekend worden gemaakt

tijdens het Ranking the Grower Event op 8 juli.

19 genomineerdenRanking the Grower

De genomineerde bedrijven van Ranking the

Grower 2015 op alfabetische volgorde:

­Agro Care

­Ammerlaan The Green Innovator

­Anco Pure Vanda

­Barendse DC

­Beyond Chrysant

­Bunnik Plants

­bQurius

­Greenco

­Harry Wubben Flowers

­Jansen Paprika

­Koppert Cress

­Kwekerij Piet Vijverberg

­Kwekerij Van de Ven

­Leo Ammerlaan

­Marjoland

­Opti­flor

­RedStar

­Songrow

­Van der Hoorn Orchideeën

www.hollandcontracting.nl

Mensen maken het verschil!

Disney-directeur op pot planten-eventHet Green Inspiration Event ‘Pot and Bedding Plant

Industry’ heeft een unieke en inspirerende spreker

weten te strikken. Het gaat om Luc Béhar-Bannelier,

directeur Natuur & Milieu bij Disneyland Parijs.

Luc Béhar­Bannelier stuurt de Horticulture­afdeling van

Disneyland Parijs aan en is daar feitelijk verantwoordelijk

voor alles wat groen is. Het gaat daarbij niet alleen om de

bloemen, planten en bomen in het Disneyland Park, maar

ook om de beplanting van het Walt Disney Studios Park,

de hotels, de Disney golfbaan, de Disney Ranch en de

backstage gebieden.

Uitdagingen

Door de jaren heen ontwikkelde Luc Béhar­Bannelier zich

tot ­zoals hij zichzelf en zijn medewerkers noemt­ een

echte ‘show tuinman’. Meer dan andere tuinmannen

en landschapsarchitecten moeten medewerkers van

de Horticulture­afdeling bij Disneyland Parijs kennis en

creativiteit in hoge mate combineren, zo viel onlangs

al te lezen in een reportage in KAS. Tijdens het Green

Inspiration Event ‘Pot and Bedding Plant Industry’ zal

Luc Béhar­Bannelier vertellen over de uitdagingen waar

hij en zijn team bij Disneyland Parijs dagelijks mee te

maken krijgen en biedt hij de aanwezigen van het event

een eenmalig en uniek kijkje achter de schermen van het

bekendste familiepark. Het Green Inspiration Event ‘Pot

and Bedding Plant Industry’ vindt plaats op donderdag 11

juni en is enkel toegankelijk op uitnodiging. Ga voor meer

informatie naar www.greeninspirationevent.com.

Wist u dat… …wij graag uw suggesties horen om onze producten

verder te verbeteren? En dat onze collega’s Hans van

Renssen en Martijn Haas graag met u in gesprek gaan om

commercieel en redactioneel samen te werken? Dat wij

daartoe heel veel creatieve mogelijkheden kunnen bieden,

zowel in print als digitaal? Hans en Martijn zijn te bereiken

via [email protected].

In de volgende KAS…Het volgende nummer van KAS verschijnt in juli en staat

volledig in het teken van Ranking the Grower. In deze

speciale bewaareditie komen reportages over de vijf

beste werkgevers binnen de tuinbouw, maar worden

ook de 14 andere genomineerden in de spotlights gezet.

Een uitgelezen mogelijkheid om hen te feliciteren met

hun topprestatie of om uw eigen bedrijf of product

onder de aandacht te brengen. De speciale Ranking the

Grower­editie van KAS wordt niet alleen verzonden, maar

ook uitgedeeld tijdens het Ranking the Grower Event.

Benieuwd naar de mogelijkheden? Neemt u dan contact

op via [email protected].

66]

Libelle Zomerweek in foto’s

Eind mei vond de Libelle Zomerweek plaats. In het Paviljoen

‘Fleurig & Lekker’ vertegenwoordigden Sunsation, Fair Flowers

Fair Plants, LG Flowers, Ontmoet de Teler (Harvest House),

Easy-indoor Plants en Westland Concepts de tuinbouw met groot

succes. Wilt u ook een fotoverslag van uw open dag, evenement,

beurspresentatie of productlancering in KAS? Neem contact op

via [email protected].

Tel. +31 (0)10 514 04 44 [email protected] www.koppert.com

www.partnerswithnature.org

Koppert Biological Systems wil de

gezondheid van mens en aarde verbeteren.

In samenwerking met de natuur maakt

dit bedrijf de landbouw gezonder,

veiliger en productiever. We bieden een

geïntegreerd systeem van specialistische

kennis en natuurlijke, veilige oplossingen

die de gezondheid, weerbaarheid en

productiviteit van gewassen verbeteren.

B I O L O G I C A L S Y S T E M S

with NaturePartners

Maakt precisie-irrigatie mogelijk

• Actueel inzicht in watergeefstrategie

• Zeer nauwkeurige WG- en EC-meting

• Voorzien van multimeting faciliteit

• Loggende functie voor dagdynamiek

• Uitbreiding naar MultiSensor-systeem mogelij k

Meer informatie over GroSens kunt u vinden op

www.grodan.nl/oplossingen/tools

www.precisiongrowing.nl

www.linkedin.com/company/grodan

www.twitter.com/grodan_nl

Gro Sens HandHeld

HandHeld

GRODAN151567 Adv GroSens HandHeld 230x300 KAS NL.indd 1 30-03-15 10:15