Verzorgde oude dag: pensioenen in de late middeleeuwen

7
VERZORGDE OUDEDAG ,\l in de late Middeleeulpen konden hulpbehoeuende ouderen terecht in een gasthuis. ,\ls ze tenminste geld of bezittingenhadden om zich in de kopen. Maar dan aaren ze ook de rest uanhunleaen zeker uan een dak bouenhunhoofd enuoldoende - zii het sober - aoedsel. DOOR JACO ZUIJDERDUIJN EN GEERTJE DEKKERS ET IS 1395 ALS DE AMSTERDAMSE AVE van derZipe besluit dat ze nietmeer op eigen benen kan staan. Haar man ]an heeft haar al iaren eerder in de steek gela- ten en Ave zoekt haar toevlucht in het St.-Pietersgasthuis. Haar huis en erf, vlak bii het gasthuis in de Nes, staat ze afen in ruil daaryoor krijgt ze voor de rest van haar leven kost en inwoning. ZehoeÍt niet meer zelf te werken en kan genieten van haar 'pensioen- tijd'. Hoe oud Ave is, vermeldt het contract niet. Een lotgenote met de naam Ilslant wordt in de papieren van het St.-Pie- tersgasthuis aangeduid als 'een grof out wijff', maar verder is i::n:ïïï:ï5,,'j1ï;.Yï::l'*,ïr.,tffi:ï:ïffffi r #i*lr#**iïffi*#ii*ï*[- meer te waken in tijden van gevaar, zoals andere burgers wel moesten.Ze mochten een veruanger aanwiizen. Ook hoef- den zebiivorsr geen bijten meer in het iis te hakken. lllustratie uÍt te tivre de bonnes moeurs door Jacques le Grant uit ca. 1410. Afb. HH/tsridgernan lmages/Bibliotheque Nationale, parijs 72 HrsroRrscn NTEUwsBTAD . JULr/A'JGUsr-L:rs20i5

Transcript of Verzorgde oude dag: pensioenen in de late middeleeuwen

VERZORGDEOUDEDAG

,\l in de late Middeleeulpen konden hulpbehoeuende ouderen terecht ineen gasthuis. ,\ls ze tenminste geld of bezittingenhadden om zich in dekopen. Maar dan aaren ze ook de rest uanhunleaen zeker uan een dakbouenhunhoofd enuoldoende - zii het sober - aoedsel.

DOOR JACO ZUIJDERDUIJN EN GEERTJE DEKKERS

ET IS 1395 ALS DE AMSTERDAMSE AVE

van derZipe besluit dat ze nietmeer opeigen benen kan staan. Haar man ]anheeft haar al iaren eerder in de steek gela-

ten en Ave zoekt haar toevlucht in hetSt.-Pietersgasthuis. Haar huis en erf, vlak

bii het gasthuis in de Nes, staat ze afen in ruil daaryoor krijgtze voor de rest van haar leven kost en inwoning. ZehoeÍtniet meer zelf te werken en kan genieten van haar 'pensioen-

tijd'.Hoe oud Ave is, vermeldt het contract niet. Een lotgenote

met de naam Ilslant wordt in de papieren van het St.-Pie-tersgasthuis aangeduid als 'een grof out wijff', maar verder is

i::n:ïïï:ï5,,'j1ï;.Yï::l'*,ïr.,tffi:ï:ïffffi r

#i*lr#**iïffi*#ii*ï*[-meer te waken in tijden van gevaar, zoals andere burgers welmoesten.Ze mochten een veruanger aanwiizen. Ook hoef-den zebiivorsr geen bijten meer in het iis te hakken.

lllustratie uÍt te tivre de bonnes moeurs door Jacques le Grant uit ca. 1410.Afb. HH/tsridgernan lmages/Bibliotheque Nationale, parijs

72 HrsroRrscn NTEUwsBTAD . JULr/A'JGUsr-L:rs20i5

KOST EN INWONING OUDEREN KUNNEN ZTCHINKOPEN IN HET ST'-PIETERSGAST'

FIUIS IN AMSTERDAM EN ZIJN DAN VERZEKERD VAN LEVENSLANGE ZORG PTENT

door Johannes van Septeren uit lT2g.Afbeelding Stadsarchief Amsterdam»» ACTUEETln de tweede helft van de twintigsteeeuw brachten hele generaties delaatste iaren van hun leven of zelfsdecennia door in een beiaarden'tehuis. Maar sinds kort krijgen alleen

ouderen met een'zorgzwaartepakket4' er een plaats. Dat betekent dat ze

een indicatie hebben voor beschutwonen met intensieve begeleiding en

uitgebreide verzorg i n9.

lntussen bezuinigt de overheid ook

op ondersteuning van ouderen digthuis blijven wonen. De nieuwe WetMaatschappelijke Ondersteuning be-paalt dat ouderen zo veel mogeliikeen beroep moeten doen oP hun

eigen netwerk.Pas als alle mogelijkheden zijn uit-

geput, schiet de gemeente te hulp' En

àut,g"=ien veel gemeenten krap bij kas

zitten, is het nog onduidelijk hoe de

ouderenTorg eruit zal komen te zien'

ZestigÍuvas dus oud, maar het was geen

uitzonderliike leeftiid. De gemiddelde

levensduur lag laag, maar dat kwam

voornameliik door de dramatische kinder-

sterfte. Wie eenmaal volwassen was, kon

een behoorliike leeftiid bereiken. De

laatmiddeleeuwse elite in Engeland en

Castilie, biivoorbeeld, werd gemiddeld 64

jaar. Iets lager op de sociale ladder, \Maar

i,et leven kariger was, was het gemiddelde

lager: zo haalden nonnen in Gorkum

gemiddeld de 55. Uitschieters naar boven

k*t..n ook voor. KoetsierZietïck

Florisz., uit het noorden van Holland, was

in r55l naar verluidt over de loo.

VOL\MASSENEN IN DE LAÏE MIDDELEEU-

wen hadden dus een reële kans zo oud te

worden dat zeniet meer konden werken,

en daarom was het verstandig maatrege-

len te treffen. In het zuiden van Europa

waren de zaken eenvoudig geregeld' Daar

\Mas het gebruikeliik dat meerdere genera-

ties onder één dak woonden, en trokken

jonge echtparen vaak in bii de ouders van

de bruidegom. Op die manier waren ou-

ders met zonen verzekerd van zorg'

Maar in het noorden, eD dus ook in de

Nederlanden, lagen de zaken ingewik-

kelder. Daar begonnen ionggetrouwdeneen eigen huishouden. Soms was dat in

de buurt van het ouderliik huis, en dan

konden kinderen en kleinkinderen de

grootouders eventueel biistaan. Maar

ionge gezinnen konden ook elders een

bestaan opbouwen. In Holland trokken

ze inde late Middeleeuwen regelmatig

naar de opkomende steden, terwiil de

ouders op het platteland achterbleven, of

] ?;4+;**r ^.+.s;tË;t#*fr. *z,i{cri r3* **rorzryP*tr2{& {te#Ë.

l)r=u*tÉr-4{{?;ïEc'z**?Ë+zrÉ"-#*í"*#g".Éw*T'u?Lr***'

zZ= histori sch n i e uwsb I ad' n l/l i nks *'*l7;-7-2r422*n?*-r*f..r#*t;t**az**-1*r,"i€f É',t*if-tS#*g*"**í*'É

4Zr= ***é .iàp*itsg írs f$*#*v# .Ër**i*'É:'g

íZ**s{*3,

in een andere stad. Dat maakte'mantel-

zorg' ondoenliik.

]onge stellen die goed verdienden in

de stad konden hun achtergebleven

ouders wel geld sturen om hulP in te

kopen. Maar weinigen hadden die

financiële armslag in de tiid dat ze zelÍ een

gezïnopbouwden. Voor de achtergeble-

,.n ouders bleef dan een aantal minder

aantrekkeliike alternatieven ovet. Ze

konden hulp vragen bii buren, of bii de

kerk aankloppen voor aÍmenzorg' En in

het ergste geval moeste n ze bedelen om

aan geld of eten te komen.

Wie deze ellende zag aankomen,

probeerde te zorgenvoor een spaarpotie,

in de vorm van cash of door te investeren

in lijfrentes die door de steden werden

verstrekt. Die \Iraren in de dertiende eeu\t

in gebruik geraakt, en leverden behoorliik

wat op: het rendement was Io procent'

Een lijfrente werd iaarliiks uitgekeerd -mits de verkoper inderdaad betaalde' En

dat wilde nog weleens misgaan. Soms

bleef de verkoper in gebreke en werden

de betalingen gepauzeerd of helemaal

stopgezet. Daarnaast waren er de inflatie

en muntmanipulatie (een belangriik

probleem in de late Middeleeuwen),

waardoor geld minder waard werd en een

i?ï:.e alsnog in problemen kon ko-

ELUKKIG WAS ER EEN

veiliger alternatief: een

oude van dagen kon zích

inkopen in het gasthuis van

een klooster of in sommige

gevallen in een leprozenhuis. Dan was hii

voor de rest van zíinleven zeker van kost

en inwoning. En hii hoefde zelf niets

meer te regelen: het gasthuis organiseerde

de maaltiid en andere dagelijkse zaken.

Uiteraard wist niemand hoe lang het

verblijf in het gasthuis zou duren, en

achteraf is het gissen naar de gemiddelde

TE OUD MANNENVAN IN DE ZESTIGHOEVEN NIET MEERTE WAKEN OF

BIJTEN IN HET IJS TE HAKKEN FTESCO

door Giacomo Jaquerio. Afbeelding HH/Bridgeman lmages/Castello della Manta,Saluzzo

KodsierZierickFhortsz.was

lengte van het verbliif. Een enkele keer

vermelden de archieven daar iets over en

de lengte varieert dan van één tot tien

iaar.

BLIJKBAAR WAREN DE INKOOPSOMMEN

hoog genoeg om gedurende die iarenvoor de bewoner te zorgen. Want beta-

lende ouderen waren meer dan welkom.

In 1388 vond de stad Leiden het zelÍs no-

dig een bovengrens te stellen aan het aan-

tal bejaarden in gasthuizen.

Erg luxe was de geleverde zorgniet.

Liesbeth Harnasmaker, bijvoorbeeld,

betaalde in 4h een kleine l4o gulden

aan het St.-Pietersgasthuis, en werd

vervolgens opgenomen als'commen-saal'. Zekreeg een bed of bedstede op

een ziekenzaal, want het gasthuis

verzorgde naast bejaarden ook mensen

met allerhande aandoeningen. Op en

rond dat bed werd zii geacht haar dagen

te slijten en haar eenvoudige maaltiiden

,75

stffde700

STIJGENDEZORGKOSTEN

Na de Middeleeuwen stegen deprijzen van deze vorm van ouderen-zorg. Terwijl ouderen in de vijftiendeen zestiende eeuw ongeveer eenjaarsalaris in één keer kwijt warenaan een sobere oude dag in eengasthuis, dienden zij in de achttien-de eeuw ongeveer twee jaarsalaris-sen te betalen. Voor velen raaktedeze vorm van oudedagsvoorzie-ning buiten bereik.

De prijzen van een luxueuzeoude dag in een eigen huisje in eengasthuis stegen zelfs nog harder:van minder dan twee jaarsalaris-sen naar meer dan viif. Ondanksde sterke prijsstijging bleef er on-der de rijken vraag naar deze vormvan zorg. De bovenlaag schreefzich daarvoor bijvoorbeeld graagin bij het chique Sint-Jorishof inAmsterdam.

Zeventiende eeuw :

Gasthuizen Amsterdam en Leiden .

Achttiende eeuwGasthuizen Amsterdam en Leiden

KOSTENTIAN OPNAME IN EEN GASTHUIS

. Commensalen . Proveniers :?."-. . .^"? ,.. ..:Viiftiende-zestiendeeeuw i 1 a

:::::i]1::iT::::::T::::IÏ: : ,:?- : ::? i

te eten. Contracten hebben het over

een verbliif 'onder de lampe gelijc een

sieck', waarbij de lamp boven het bed,

of de bedstee hing.Veel vriiheden hadden de bewoners

ook niet, want ze dienden zích strikt aan

de regels van het gasthuis te houden. Inhet contract van Willige Simon Slipers

werd voor de zekerheid zelfs bepaald

dat ze 'vredich' zot) leven, en dat ze

anders'op den diick' zou worden gezet,'nae ouder ghewoente'.

Voor een commensalencontract

betaalden Amsterdamse ouderen in de

vijftiende eeuw zo'n3oo daglonen van

een geschoolde arbeider. Dat was een

flinke som, maar het bedruglagbinnenhet bereik van biivoorbeeld metselaar

Willem die Cruijster, die als commensaal

in het Pietersgasthuis verbleef . Hetzelfde

gold voor zeeman Gerijt |ansz. Stuer-

man. Hij viel in een opmerkeliike cate-

gorie, want in ziin contract was opgeno-

men dat hii altiid kon gaan 'zeiilen of miteen scuyt varen', €Ír altiid weer mochtterugkomen. Bliikbaar was hij nog fitgenoeg om te werken en diende het

gasthuis in zijn geval als pied à terre.

Wie meer geld had dan de commen-

salen kon voor een iets luxere optie

kiezen en een provenierscontract afslui-

ten. In het St.-Pietersgasthuis kostte dat

twee keer zo veel als het commensalen-

contract (zo'n óoo daglonen in de vijf-tiende eeuw).

In ruil daanroor kregen de proveniers

een eigen kamer, of zelfs een huisje op

350 : 1000 :

het erf. Onder de Amsterdamse prove-

niers bevonden zich vooral mensen uit de

middenklasse, zoals een chirurgijn, een

priester, een klompenmaker en een

timmerman. ïjdens hun werkende leven

verdienden ze behoorliik, maar voor de

meesten was het te hoog gegrepen om het

inkoopbedrag cash op tafel te leggen.

Daarom betaalden ze hun som op allerlei

creatieve manieren.

Lijsbeth Harnasmaker, bijvoorbeeld,

betaalde deels met een forse lading rogge.

De eerder genoemde Willige Simons

Slipers gaf het gasthuis toestemming haar

kleding te verkopen, en een bed (inclusiefbeddengoed en kussens). De opbrengst

van 5 gulden was voor het gasthuis.

Anderen, zoals Ave van der Zipe, zetten

onroerend goed in en stonden bijvoor-beeld hun oude woning af.

Een andere mogeliikheid was om te

werken in ruil voor kost en inwoning.

: 5OO : 2OOO

*Het aantal daglonen van een arbeider dat het kostte om te worden opgenomen.

76 HrsroRrscu NTEUwsBTAD Tekening door Anguissola Sofonisba. Afbeelding Art Archive

AANGENAAM HET PROVENIERSHUÏS IN HAARLEM BIEDT MEERCOMFORTDAN DE

GASTHUIZEN VOOR COMMENSALEN Afbeelding Frans Halsmuseum, Haarlem

HET EINDE DE ELITE WORDT IN DE

MIDDELEEUWEN IN DE ZESTIG, HET

GEWONE VOLK IN DE VIJFTIG lllustratieuit Le livre de bonnes moeurs door Jacquesle Grant uit ca. 1410. Afbeelding HHlBridge-man lmages/Musée Conde, ChantillY

Commensalenwerdengeachthundagenopofrondhunbed

Merten Roelofsz. deed in het St.-Pieters-

gasthuis dienst als priester. Griet Claes"

Heeren bestierde de brouwerii en

Ziburchlacobs beloofde in haar contract

te zullen weven.

Ook de eerder genoemde rente-

brieven konden worden ingezet.Zo pakte

Willem ]ansz. Beest het aan. Hii had een

lijfrente gekocht bii de kerkmeesters van

de Nieuwe Kerk en droeg die over aan

het St.-Pietersgasthuis. Zolanghii inleven bleeÍ, ontving het gasthuis jaarliiks

7,5 gouden arnoldusgulden.

Gasthuizen konden zelfs akkoord

gaan met de belofte van een toekom-

stige gift. Meyns Peter Kaerden be-

loofde het gasthuis z5 gulden als ze een

erfenis zou krijgen. Anderen maakten

het gasthuis tot erfgenaam van overge-

bleven bezittingen. Vaak was de beta-

ling een mengeling van al deze vormen.

Willem ]ansz. Beest, bijvoorbeeld,

betaalde naast ziin rentebríeÍ ook z7

gulden. En Beatris oude ]acobs be-

taalde 48 gulden contant, bracht voor ó

gulden goederen uit haar inboedel mee

en schonk een rentebrief ter waarde van

ro gulden.Al die goederen, liifrentes, helpende

handen en het vastgoed waren belangrijk

voor de leàmiddeleeuwse gasthuizen. In

1459-146o vormde de inkoopsom van één

vrouw maar liefst 7 procent van het

jaarinkomen van het Oude Gasthuis van

Amsterdam.

Die inkomsten stonden tegenover

voortdurende uitgaven aan armenzorg.

Hulp aan mensen in moeiliikheden was

een christenplicht. Een goed katholiek

gaf geld of eten aan sloebers die de pech

hadden gehad tot armoede te vervallen.

Kloosters en gasthuizen vervulden

daarbij een belangriike rol en hielpen

met voedsel en soms een dak boven het

hoofd.

AAR IN DE LAÏE MID-

deleeuwen begonnen

deze opvattingen te

verschuiven. Want wa-

ren al die armen wel

toevallige slachtoffers van het lot, of had-

den ze hun ellende ook aan zichzelf te

danken? Het idee van de'eerliike' en de'oneerlijke' arme werd geboren: eerliike

armen werkten wanneer ze konden en

gedroegen zich fatsoenliik, tenviil oneer-

liike armen maar klaplopers waren.Ze

waren gezond van liif en leden, maar te

lui om te werken - zo was de opvatrirg -en vormden een bedreiging van de maat-

schappelijke orde.

,77

teslijten

Rond r5oo kwam de focus van de armen-

zorgdaarom te liggen op de'eerlijken'uiteigen dorp en stad. Landlopers en vreem-

de bedelaars konden op minder compas-

sie rekenen.

Vanweg e deze verschuiving ontstond

meer ruimte voor de lucratieve commer-

ciële ouderenzorg. Bovendien vielen de

commensalen en proveniers onder de

categorie 'eerlijk'. Arm waren ze niet - ze

konden zích immers inkopen -, maar wel

hulpbehoevend. Voor deze mensen

zorgden de kloosters graag.

En dat legde hun, zoals gezegd, geen

windeiereÍr. Dankzii betalingen inonroerend goed, zoals die van Ave van

der Zípe, werden gasth uízen kapitaal-

l«achtige grootgrondbezitters.

Voor de familie van de commensalen

en proveniers bleven er na het overlijden

minder bezittingen over om te eruen,

rnaar daar stonden veel vrijheden tegen-

over: de vrijheid om een nieuw leven te

beginnen in een nieuwe stad; de vrijheidom een eigen loopbaan te kiezen, los van

een familiebedriif; en de vrijheid om niétvoor een oude vader of moeder te hoeven

zorgen. Die ongebondenheid kwam zeer

goed van pas in de snel veranderende

Nederlanden, waarin de steden trokkenen de handel groeide.

Het traditionele bestaan als boer op

een klein lapie geërfde grond werd snel

minder aantrekkeliik dan een verhuizingnaar de stad en werk in biivoorbeeld de

scheepsbouw, of een bestaan als onder-

nemer. Zo híelp het gasthuizensysteem

niet alleen de bejaarden hun oude drgdoor, maar was het ook een van de

radenies in een nieuwe, kapitalistische

economie die draaide om handel. I

Jaco Zuiiderduiin is onderzoeker aan deUniversiteit Leiden en gespecialiseerd inde economlsche geschiedenis van deMiddeleeuwen. Creertie Dekkers is

h istoricus en journalíst.

ONDANKBAAR VERARMDE OUDERSKLOPPEN TEVERGEEFS AAN BIJ FIUNRIJKE KINDEREN Anoniem, naar een te-kening van David Vinckboons. AfbeeldingRij ksmuseu m, Amsterdam

)»-'MEEA',LIl,

Uit Shulamith Shahan Gro-wing Old in the MiddleAges. 'Winter Clothes us inShadow and Pain' (2OO4),h,tij,kt'de.t wa t i ngenover de oude dag verras-

-"rcno-'eonstà ziin'gë,bfe.@si s dé, ,' ,'

late Middeleeuwen. ln A History of Old'"'AEC'126Ós>,b rengt pat "f nànà opvat-

tiÀgen over de oude dag bijeen uit de

van de familieverhoudlngen voor de* o.ffih'e'g-'é i ànls'schreefJan Luiten van Zanden Vrouwen en

,de Ee'b,oo 'kapitatisme inWest-Europa (2006).

r',1 : I ::i :

JUL:/AUGUST;I 2o1s .HrsroRrscH NTEUwsBLAD 79