Onderzoek over informatie-zoekgedrag promovendi Radboud Universiteit Nijmegen

57
Universiteitsbibliotheek Onderzoek over informatie-zoekgedrag promovendi Radboud Universiteit Nijmegen Harrie Knippenberg Januari 2013

Transcript of Onderzoek over informatie-zoekgedrag promovendi Radboud Universiteit Nijmegen

Universiteitsbibliotheek

Onderzoek over informatie-zoekgedrag promovendi Radboud Universiteit Nijmegen

Harrie Knippenberg

Januari 2013

1

Inhoud Samenvatting en conclusies 2 Inleiding 4 Deelname 4 Resultaten 5 Zoeksystemen 5 Zoektechnieken 7 Online zoeken naar wetenschappelijke informatie 8 Self efficacy 9 Doelgerichtheid 11 Ondersteuning 12 Opmerkingen 15 Bijlagen Bijlage A. Toelichting bij de keuze “anders” bij de vraag hoe men wetenschappelijke informatie vindt 16 Bijlage B. Specificatie bij een aangegeven behoefte aan ondersteuning bij het zoeken naar wetenschappelijke informatie 17 Bijlage C. Andere manieren waarmee men het zoeken naar wetenschappelijke informatie heeft verbeterd 18 Bijlage D. Toelichting bij de rol die men toekent aan de universiteitsbibliotheek bij de onder- steuning bij het zoeken en vinden van wetenschappelijke informatie 20 Bijlage E. Opmerkingen bij het onderzoek 24 Bijlage F. Vragenlijst 25

2

Samenvatting en conclusies Google Scholar en Google Search worden door promovendi van de Radboud Universiteit veel gebruikt bij het zoeken naar wetenschappelijke informatie, maar het zijn zeker niet de enige systemen die gebruikt worden. Bij wetenschappelijke databases wordt zelfs door meer respondenten gebruik aangegeven, bij bibliotheekcatalogi evenveel. Bij de promovendi in de alfa disciplines scoren catalogi hoog. Ongeveer 80% van de respondenten geeft ook aan zich niet te beperken tot informatie die men vindt in Google Scholar. De belangrijkste factor voor vertrouwen in zoeksystemen die gebruikt worden voor wetenschappelijke doeleinden is het feit dat men ervan gehoord heeft van docenten, medestudenten of collega’s. Onbekendheid en beschikbaarheid van betere alternatieven zijn de belangrijkste redenen om systemen niet te gebruiken. Bijna altijd zoekt men met keywords. In de medische wetenschappen maakt men ook veel gebruik van booleaanse operatoren. Ondanks het feit dat in de medische wetenschappen veel gebruik wordt gemaakt van PubMed, is ook bij promovendi uit dit vakgebied het gebruik van een thesaurus gering. Ongeveer 40% van de respondenten in de medische wetenschappen die aangeven geen gebruik te maken van een thesaurus, geeft aan niet te weten hoe deze werkt. Ongeveer een derde geeft aan deze niet nodig te hebben. Men vindt de wetenschappelijke literatuur veelal via referenties uit bibliografieën en literatuurlijsten, via het zoeken met keywords in databases, via keywords in Google Scholar en via suggesties van anderen. Bij de promovendi medische wetenschappen komt het zoeken in specifieke databases meer voor en het zoeken in Google Scholar minder, in de alfa- en bèta wetenschappen zoekt men wat minder via specifieke databases en wat meer via suggesties van anderen. Opvallend is dat bijna drie kwart van de respondenten de voorkeur geeft aan een vakspecifieke database met geavanceerde zoekopties, opties om te verfijnen en minder (maar wel specifieke) zoekresultaten boven een eenvoudige algemene zoekmachine met een enkele search box en veel resultaat. In de medische en gamma wetenschappen is deze voorkeur iets groter dan in de alfa en bèta wetenschappen. Men heeft in het algemeen veel vertrouwen in de eigen vaardigheden in het zoeken naar wetenschappelijke informatie. Bij het gebruik van booleaanse operatoren en het vertrouwd raken met nieuwe functionaliteit is dat iets minder. Men geeft aan gebruik te maken van de bronnen die de bibliotheek biedt, het niet moeilijk te vinden goede informatie te vinden, hierin ook te slagen en efficiënt en effectief te zoeken. Toch denkt ca. 40% dat er betere manieren zijn om wetenschappelijke informatie te vinden dan men gebruikt. Men weet goed wat men zoekt en hoe en waar men moet zoeken bij de start van een literatuuronderzoek. In geval vervolgacties nodig zijn, past men bij voorkeur trefwoorden aan en volgt men gerelateerde links. In dit geval heeft het vragen aan een bibliotheekdeskundige zeker niet de voorkeur. 60% van de respondenten heeft ofwel geen ondersteuning/training gehad in het zoeken naar wetenschappelijke literatuur ofwel dit is langer dan 4 jaar geleden. Bij de promovendi uit de medische wetenschappen is dit percentage lager (45%). De aard van de ontvangen training/ondersteuning is vooral praktische training en een bibliotheekintroductie (rondleiding en uitleg website). Praktische training is vooral bij promovendi van gamma en medische wetenschappen prominent. Over het resultaat van training/ondersteuning in de zin van directe toepasbaarheid,

3

effectiever zoeken, en beter weten waar te zoeken, is men positief. Verandering van het zoekgedrag ten gevolge van training/ondersteuning komt wat minder voor. Bij acties om zoekvaardigheden te verbeteren scoren informatie vragen bij de balie van de universiteitsbibliotheek en een online cursus volgen bij de universiteit niet hoog qua voorkeur. Liever vraagt men collega’s of googlet men op de vraag. Daartegenover staat dat meer dan de helft van de respondenten een rol ziet voor de universiteitsbibliotheek bij de ondersteuning bij het zoeken en vinden van wetenschappelijke literatuur, meestal in de vorm van cursussen en ondersteuning bij het zoeken. In de antwoorden komt ook naar voren dat men hier het initiatief van de bibliotheek verwacht. Belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn het feit dat specifieke zoeksystemen naast Google Scholar zeker van belang zijn voor de promovendi en dat de bibliotheek een belangrijke rol voor hen kan spelen bij het zoeken naar wetenschappelijke informatie als zij op een actieve manier cursussen en ondersteuning aanbiedt.

4

Inleiding Eind februari 2013 zijn de promovendi van de Radboud Universiteit uitgenodigd deel te nemen aan een onderzoek over informatie-zoekgedrag. Dit is een onderdeel van een onderzoek over dit onderwerp onder studenten en onderzoekers dat is uitgevoerd vanuit de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Universiteit Twente en de Universiteit van Tilburg. De Radboud Universiteit Nijmegen heeft geparticipeerd in dit onderzoek door de online vragenlijst aan te bieden aan haar promovendi. De vragen zijn gesteld in het Engels. De vragenlijst is toegevoegd in bijlage F. Deelname De Nijmeegse promovendi zijn benaderd via het PON (PhD Organisation Nijmegen). Deze heeft via email 1.792 promovendi uitgenodigd de online enquête in te vullen. 242 promovendi hebben de vragenlijst ingevuld. Een response van 14%. In tabel 1 is de leeftijdverdeling van de respondenten opgenomen: Tabel 1. De leeftijdsverdeling van de respondenten

N % 24 – 27 jaar 70 29% 28 – 32 jaar 133 55% > 32 jaar 39 16% Totaal 242 100%

Drie respondenten zijn ouder dan 60 jaar, de oudste 67. Van de respondenten is 74% vrouw. 78% heeft de Nederlandse nationaliteit, 4% de Duitse. De andere 26 nationaliteiten komen ieder niet meer dan 3 keer (1%) voor. 77% van de respondenten werkt fulltime, 23% parttime. In tabel 2 is de verdeling over de faculteiten opgenomen Tabel 2. Verdeling van de respondenten over faculteiten

n % Letteren 22 9% Rechtsgeleerdheid 7 3% Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen 9 4% Natuurkunde, Wiskunde en Informatica 31 13% Medische Wetenschappen 116 49% Sociale Wetenschappen 39 16% Managementwetenschappen 15 6% Totaal 239 100%

Opvallend is het hoge aantal promovendi uit de faculteit Medische Wetenschappen. In de mailing was het percentage Medische Wetenschappen 33%. Er is dus sprake van oververtegenwoordiging van deze groep.

5

Drie respondenten gaven “anders” aan bij de vraag naar faculteit. Deze zijn alle drie afkomstig uit het Donders Instituut. In het vervolg van het onderzoek wordt bij sommige vragen een onderverdeling gemaakt op basis van faculteit. Daarbij zijn clusters van faculteiten gemaakt op de manier die zichtbaar is in tabel 3. De promovendi van het Donders Instituut zijn niet betrokken in de onderverdeling. Tabel 3. Clusters van faculteiten

n % Alfa (Letteren en Filosofie Theologie en Religiewetenschappen) 31 13% Gamma (Rechtsgeleerdheid, Sociale Wet. en Managementwet.) 61 26% Bèta (Natuurkunde, Wiskunde en Informatica) 31 13% Medisch (Medische Wetenschappen) 116 48% Totaal 239 100%

Resultaten Zoeksystemen Van een aantal zoeksystemen is gevraagd in hoeverre men die gebruikt in het dagelijks leven of voor wetenschappelijke doeleinden. Gevraagd is aan te geven welke systemen men meer dan één keer gebruikt heeft. De resultaten zijn opgenomen in tabel 4. Tabel 4. Gebruik van zoeksystemen in het dagelijks leven en voor wetenschappelijke doeleinden (n=242) Dagelijks

leven Wet. doeleinden

Niet gebruikt

Algemene zoekmachines Bing 0% 0% 98% Yahoo 3% 1% 95% Google Search 96% 78% 1% Wetenschappelijke zoekmachines Scirus 0% 7% 91% Centrale zoeksysteem van bibliotheek (RuQuest) 1% 41% 58% CiteSeerX 0% 4% 94% Google Scholar 16% 79% 17% Microsoft Academic Search 0% 1% 97% Databases & Institutionele collecties Overheidsinformatie, bijv. Overheid.nl, Eurostat, CBS

12% 30% 62%

Collecties van onderzoeksinstituten, bijv. NIOD, WHO, UNESCO

4% 33% 64%

Wetenschappelijke databases, bijv. Web of Science, JSTOR, PsycInfo, Business Source Premier

5% 88% 10%

Bibliotheekcatalogi, PiCarta 4% 79% 19%

6

Audiovisuele zoeksystemen / databases Google Images 86% 60% 11% Flickr 14% 3% 83% Arkyves 0% 0% 98% YouTube 91% 31% 6% Akademia (Beeld en Geluid) 1% 4% 94% Voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt men vooral: Wetenschappelijke databases (bijv. Web of Science), Bibliotheekcatalogi, Google Scholar, Google Search en Google Images. Er is ook gevraagd of er specifieke systemen zijn die men gebruikt en die niet genoemd worden. Bij dagelijks gebruik reageert 5%, bij wetenschappelijke doeleinden 17%. Vooral genoemd wordt dan PubMed (deze was eigenlijk bedoeld onder de antwoordcategorie “wetenschappelijke databases”). In tabel 5 is de verdeling te zien over de wetenschapsclusters bij de meest gebruikte databases voor wetenschappelijke doeleinden Tabel 5. Gebruik voor wetenschappelijke doeleinden verdeeld over facultaire clusters ( alleen meest gebruikte systemen) Alfa (n=31) Gamma (n=61) Bèta (n=31) Medisch (n=116) Wet. databases 87% 93% 90% 85% Google Scholar 74% 87% 81% 76% Bibliotheekcatalogi 97% 82% 84% 73% Google Search 87% 66% 81% 81% Google Images 52% 56% 61% 65% Wetenschappelijke databases (bijv. Web of Science) scoren in alle gebieden hoog. Bij het medische cluster is het percentage nog wat hoger dan in de tabel weergegeven: enkele respondenten hebben hier bij de rubriek “overig” PubMed aangegeven dat eigenlijk in deze rubriek valt. Bij de bibliotheekcatalogi is het niet verrassend dat het Alfa cluster hier veel gebruik van maakt. Misschien zijn hier eerder de relatief hoge scores van het Bèta en Medisch cluster opvallend. In het Gamma cluster wordt in vergelijking met de andere clusters weinig gebruik gemaakt van Google Search en veel van Google Scholar. Gevraagd is om voor de zoeksystemen die men gebruikt, een volgorde aan te geven van factoren die bijdragen aan vertrouwen in deze zoeksystemen. In tabel 6 staan de rangordes (1=hoog) en de gemiddelde volgordescores. Een lage gemiddelde volgordescore geeft een hoge rangorde aan. Tabel 6. Rangorde van factoren die bijdragen aan vertrouwen in voor wetenschappelijke doeleinden gebruikte zoeksystemen (n=320) Rangorde Gemiddelde

volgordescore Ik heb erover gehoord van docenten of medestudenten/collega’s 1 3,0 Ik heb ervaring ermee opgedaan via trial and error 2 3,5 Ik weet dat er expertise achter zit 3 3,6 Het levert een brede range aan zoekresultaten op 4 3,8 Het heeft voorgeselecteerde content van hoge kwaliteit 5 4,0 Ik begrijp hoe het werkt 6 4,2 Ik heb erover gelezen op Internet 7 5,9

7

Het feit dat men erover gehoord heeft van docenten en collega’s blijkt een belangrijke factor voor het vertrouwen. Of men ervan gehoord heeft op Internet speelt de geringste rol. Bij de afzonderlijke facultaire clusters staat ook het erover gehoord hebben van docenten en collega’s overal op de eerste plaats behalve bij de gammawetenschappen waar het tweede staat (na de ervaring via trial and error). Bij elk cluster wordt het erover gehoord hebben op Internet afgetekend als minst belangrijke factor beoordeeld. Gevraagd is voor de databases die men niet gebruikt, de redenen zijn van niet-gebruik aan te geven. In tabel 7 staan de percentages respondenten die een reden aangeven (men kon er meerdere kiezen) Tabel 7. Redenen voor niet-gebruik van databases voor wetenschappelijke doeleinden (meerdere antwoorden mogelijk)(n=242) Percentage Er zijn betere opties die aan mijn behoeften tegemoet komen 68% Te simpel (niet genoeg zoekopties) 15% Te complex (teveel zoekopties) 9% Te veel resultaten 8% Te weinig resultaten 10% Ik ken het niet / heb het niet eerder gebruikt 70% Collega’s / medestudenten hebben het me ontraden 4% Onbekendheid en de beschikbaarheid van betere alternatieven zijn de belangrijkste redenen. Zoektechnieken Gevraagd is hoe vaak men – als men zoekt naar informatie – gebruik maakt van een aantal zoektechnieken. In figuur 1 zijn de antwoordfrequenties weergegeven.

Figuur 1. Gebruik van zoektechnieken(n=229)

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

keywords boolean operators

thesaurus advanced search options

visualized search

filters related terms

browse subject

categories

nooit

soms

vaak

8

Men zoekt vooral vaak met keywords. Als ook het incidenteel gebruik wordt meegenomen ook met boolean operators, advanced search options, filters en related terms. In een vervolgvraag is een aantal redenen voorgelegd in geval men een techniek niet gebruikt. Bij Thesaurus, visualized search en browse subject categories is er veel niet-gebruik. Bij thesaurus zijn de belangrijkste redenen onbekendheid en niet begrijpen hoe een thesaurus werkt, bij visualized search onbekendheid en bij browse subject categories dat men dit niet nodig heeft en dat dit geen nut heeft. In tabel 8 is per facultair cluster aangeven hoeveel procent aangeeft een techniek vaak te gebruiken. Tabel 8. Frequent gebruik van zoektechnieken verdeeld over facultaire clusters (meerdere antwoorden mogelijk) Alfa (n=28) Gamma (n=56) Bèta (n=30) Medisch (n=112) Keywords 89% 96% 100% 95% Boolean operators 36% 38% 37% 60% Thesaurus 4% 5% 3% 14% Advanced search options 32% 41% 43% 41% Visualized search 4% 0% 3% 2% Filters 39% 52% 50% 42% Related terms 29% 21% 33% 18% Browse subject categories 11% 11% 20% 10% Opvallend is het hoge gebruik van boolean operators in het medische cluster. Ook gebruik van de thesaurus scoort hier hoger dan bij de andere clusters al is dit percentage ook bij het medische cluster laag. In het medische cluster geeft 50% aan nooit een thesaurus te gebruiken. Van deze niet gebruikers in het medische cluster geeft 25% aan er nooit van gehoord te hebben, 39% geeft aan niet te weten hoe een thesaurus werkt, 32% geeft aan deze functionaliteit niet nodig te hebben en 4% vindt haar niet nuttig. Gezien het frequente gebruik van PubMed met haar uitgebreide thesaurusfunctie in dit cluster zijn dit opvallende gegevens. Online zoeken naar wetenschappelijke informatie De antwoorden op de vraag hoe men wetenschappelijke informatie vindt, staan in tabel 9. Tabel 9. Percentage respondenten dat een manier van vinden van wetenschappelijke informatie aangeeft (meerdere antwoorden mogelijk) Percentage Via referenties uit bibliografieën / literatuurlijsten 86% Via keywords in zoekmachines zoals Google Scholar 76% Via keywords in specifieke databases en catalogi 83% Via browsen in onderwerpcategorieën van databases 24% Via suggesties van docenten / studenten / collega’s 68% Via random surfen / volgen van links 36% Anders 3% Men vindt wetenschappelijke informatie veelal via referentielijsten, met woorden in zoekmachines als Google Scholar en specifieke databases en catalogi en via suggesties van docenten, studenten of

9

collega’s. Bij de keuze “anders” geven acht respondenten een toelichting. Deze is opgenomen in bijlage A. De verdeling over de facultaire clusters is weergegeven in tabel 10. Tabel 10. Percentage respondenten dat een manier van vinden van wetenschappelijke informatie aangeeft, verdeeld over facultaire clusters (meerdere antwoorden mogelijk) Alfa (n=31) Gamma (n=61) Bèta (n=31) Medisch (n=116) Referenties bibliogra-fieën / literatuurlijsten

87% 84% 81% 87%

Via keywords zoekmachi-nes zoals Google Scholar

84% 85% 84% 66%

Via keywords specifieke databases en catalogi

77% 82% 65% 91%

Via browsen onderwerp-categorieën databases

42% 25% 19% 20%

Via suggesties docenten / studenten / collega’s

71% 64% 81% 66%

Via random surfen / volgen van links

48% 33% 48% 31%

Anders

10% 3% 6% 1%

In het medisch cluster wordt wat minder in zoekmachines als Google Scholar en wat meer in specifieke databases gezocht met keywords. In de alfa- en bèta clusters zoekt men iets minder in specifieke databases en vindt men informatie iets meer via suggesties van anderen. In het alfa cluster vindt men wat vaker iets door te browsen in onderwerpcategorieën. De vraag is voorgelegd waaraan men de voorkeur geeft bij het zoeken naar wetenschappelijke informatie: een eenvoudige algemene zoekmachine met een enkele search box en veel resultaat of een vakspecifieke database met geavanceerde zoekopties en opties om te verfijnen en minder (maar wel specifieke) resultaten. 27% geeft de voorkeur aan de eenvoudige algemene zoekmachine en 73% aan de vakspecifieke. De voorkeur voor de vakspecifieke optie is het hoogst in het medisch en gamma cluster (respectievelijk 81% en 73%) en wat lager in het bèta en alfa cluster (respectievelijk 67% en 57%). Self efficacy In het algemeen heeft men veel vertrouwen in vaardigheden die men nodig kan hebben bij het zoeken wetenschappelijke informatie. In figuur 2 zijn de inschattingen van het vertrouwen in eigen vaardigheid bij verschillende aspecten weergegeven.

10

Figuur 2. Het oordeel over de eigen vaardigheden in het zoeken naar wetenschappelijke informatie Het vertrouwen is in het algemeen groot. Het gebruik van boolean operators en de vaardigheid een nieuwe functionaliteit te leren scoren iets lager wat vertrouwen betreft. Over de inschatting van eigen zoekvaardigheden nog enkele vragen gesteld. De antwoorden staan in figuur 3 en 4.

0

20

40

60

80

100

120

know which search

engine suits my search task best

know the right

keywords to perform a

search

appropiately use

advanced search options

acquaint myself with a

new functionality of a search

engine

use boolean operators

use general search

operators, like Ctrl+f

use filters to refine search

results

zeer eens

eens

neutraal

oneens

zeer oneens

0

20

40

60

80

100

120

there are probably better ways of

finding academic information than

mine

there is little difference between

my search techniques in

everyday life and in academic life

I make use of the online resources

that the University Library offers

I think carefully about the search

terms I use, including synonyms

and jargon

zeer eens

eens

neutraal

oneens

zeer oneens

11

Figuur 3 en 4: Inschatting van aspecten van eigen zoekvaardigheden Men geeft in grote mate aan dat men gebruik maakt van de online resources die de universiteitsbibliotheek aanbiedt en dat men goed nadenkt over zoektermen. Men beperkt zich meestal niet tot informatie die men vindt via Google Scholar. In het algemeen vindt men het niet moeilijk de goede informatie te vinden, slaagt men hier ook in en denkt men efficiënt en effectief te zoeken. Opvallend is dat toch bijna 40% aangeeft dat er waarschijnlijk betere manieren zijn om wetenschappelijke informatie te vinden dan die men gebruikt. Tussen de facultaire clusters zijn hierbij nauwelijks verschillen. Ongeveer 30% geeft aan dat er weinig verschil is tussen de eigen zoektechnieken voor dagelijks leven en wetenschappelijke doeleinden. Dit wordt het meest aangegeven door respondenten uit alfa- en bèta cluster (iets boven de 50% geeft dit aan in deze clusters; in gamma- en medische cluster is dit rond de 30%). Doelgerichtheid Op een zevenpuntsschaal is gevraagd of men meestal weet wat men zoekt bij de start van een zoektocht naar wetenschappelijke informatie, waar men daarvoor moet starten en hoe men daarbij moet zoeken. De schaalwaarden liepen van “ik weet het precies” naar “ik heb geen idee”. De antwoorden zijn in tabel 11 ondergebracht in drie categorieën: weet (waarden 1-3), neutraal (waarde 4) en weet niet (waarden 5-7). Tabel 11. Percentage respondenten dat aangeeft te weten wat, waar en wanneer men moet zoeken bij de start van een literatuuronderzoek (n=227)

weet neutraal weet niet Weten wat men zoekt bij de start 89% 8% 3% Weten waar men moet zoeken 85% 9% 6% Weten hoe men met moet zoeken 83% 12% 5%

Men geeft aan dat deze kennis op orde is.

0

20

40

60

80

100

120

I limit my search to information I find via Google Scholar

I always succeed in finding the academic information I need

I consider the way I search for academic information efficient

and effective

I find it hard to make sure I found

the right information for my

research

zeer eens

eens

neutraal

oneens

zeer oneens

12

De verschillen bij de faculteiten zijn gering. Bij de wat- en hoe-vraag geeft het alfacluster iets meer kennis aan, bij de waar-vraag het medisch cluster. Gevraagd is om een rangorde aan te brengen in de voorkeur voor vervolgacties als de zoekactie niet precies de wetenschappelijke informatie oplevert die men nodig heeft. In tabel 12 staat staan de rangordes (1 is hoog) en de gemiddelde volgordescores. Een lage gemiddelde volgordescore geeft een hoge rangorde aan. Tabel 12. Rangorde in voorkeur voor vervolgacties als de zoekactie niet precies de wetenschappelijke informatie oplevert die men nodig heeft (n=227) Rangorde Gemiddelde volgordescore Ik pas de trefwoorden aan 1 1,4 Ik volg gerelateerde links 2 2,6 Ik vraag het aan Google 3 3,7 Ik vraag het aan een medestudent / PhD 4 3,8 Ik vraag het aan mijn docent / supervisor 5 4,1 Ik vraag het aan een bibliotheekdeskundige 6 5,4 Hoog scoren het aanpassen van de trefwoorden en het volgen van links in de resultaten. Op de laatste plaats zoekt men hulp bij een bibliotheekdeskundige. Deze optie scoort zeer laag. Bij de afzonderlijke facultaire clusters zijn er kleine verschillen in volgorde. Bij allemaal echter staan het aanpassen van de trefwoorden en het volgen van links afgetekend op de eerste twee plaatsen en het vragen van een bibliotheekexpert afgetekend op de laatste. Ondersteuning Op de vraag of men momenteel behoefte heeft aan ondersteuning bij het zoeken naar wetenschappelijke informatie antwoordt 12% met ja en 88% met nee (n=227). Indien men met ja antwoordde, kon men het antwoord specificeren. Deze specificaties zijn opgenomen in bijlage B. Ook is gevraagd of men ooit ondersteuning/training heeft gehad in het zoeken naar wetenschappelijke informatie en indien ja hoe lang de meest recente daarvan geleden is. In tabel 13 staan de antwoorden. Tabel 13. Percentage respondenten dat aangeeft al dan niet ondersteuning/training gehad te hebben in het zoeken naar wetenschappelijke informatie en hoe lang dat geleden is (n=227) Percentage Nee 24% Ja, minder dan 1 jaar geleden 10% Ja, 1-2 jaar geleden 15% Ja, 3-4 jaar geleden 15% Ja, meer dan 4 jaar geleden 36% Totaal 100% Recente ondersteuning/training is zeldzaam. De meerderheid heeft ofwel geen ondersteuning/training gehad of deze is meer dan vier jaar geleden. Verdeeld over de facultaire clusters ziet dit resultaat er als volgt uit (tabel 14):

13

Tabel 14. Percentages respondenten van de verschillende clusters die aangeven al dan niet ondersteuning/training gehad te hebben in het zoeken naar wetenschappelijke informatie en hoe lang dat geleden is Alfa (n=28) Gamma (n=56) Bèta (n=30) Medisch (n=110) Nee

32% 27% 33% 16%

Ja, minder dan 1 jaar geleden

7% 5% 3% 16%

Ja, 1-2 jaar geleden

7% 13% 7% 21%

Ja, 3-4 jaar geleden

14% 9% 13% 18%

Ja, meer dan 4 jaar geleden

39% 46% 43% 29%

Total

99% 100% 99% 100%

Bij de promovendi uit het medische cluster is er duidelijk meer sprake van recente ondersteuning/training dan bij de andere clusters. Er is ook gevraagd naar de aard van de training/ondersteuning. De resultaten staan in tabel 15. Bij deze vraag gold de instructie dat men indien er meerdere alternatieven van toepassing waren, degene moest aangeven die het meest aan de behoefte tegemoet kwam. Tabel 15. Percentage respondenten dat aangeeft een bepaald type training/ondersteuning gehad te hebben (n=172) Percentage Bibliotheek introductie (rondleiding + uitleg bibliotheek website) 30% Praktische training / instructie in het zoeken 34% Gids voor academische vaardigheden, aangeboden door mijn faculteit 8% Onderdeel van facultaire curriculum 20% Persoonlijke ondersteuning door mijn docent 4% Anders 4% Total 100% Bij “anders” werd drie keer ingevuld: persoonlijke ondersteuning door bibliotheek, een keer: college in bachelor cursus, en twee keer gewezen op een combinatie van de antwoordalternatieven. Bibliotheekintroductie en praktische training komen het meest voor (elk in ongeveer een derde van de gevallen). Ook instructie als onderdeel van het curriculum komt voor (in een vijfde van de gevallen). In tabel 16 is weergegeven hoe de scores zijn voor de verschillende facultaire clusters.

14

Tabel 16. Percentages respondenten van de verschillende clusters die aangeven een bepaald type training/ondersteuning gehad te hebben Alfa (n=19) Gamma (n=41) Bèta (n=20) Medisch (n=92) Bibliotheekintroductie (rondleiding + uitleg bibliotheek website)

42% 39% 45% 20%

Praktische training / instructie in het zoeken

11% 39% 15% 41%

Gids voor academische vaardigheden, aange-boden door mijn faculteit

5% 5% 25% 7%

Onderdeel van facultaire curriculum

26% 15% 10% 23%

Persoonlijke ondersteu-ning door mijn docent

11% 2% 0% 4%

Anders 5% 0% 5% 5% Total 100% 100% 100% 100% Opvallend is der hoge score van praktische training / instructie bij het gamma en het medische cluster. Bij het medische cluster scoort de bibliotheekintroductie relatief laag en onderdeel van facultaire curriculum relatief hoog. Dat laatste is ook het geval bij het alfa cluster. Over het resultaat van de training of instructie die men heeft ontvangen, kon men aangeven in hoeverre men het eens is met een aantal stellingen. Deze zijn weergegeven in figuur 5. Ze werden voorafgegaan door de zinsnede: als resultaat van de training / ondersteuning ….

Figuur 5. Mate waarin men het eens is met stellingen over het resultaat van training/ondersteuning (n=172). Deze oordelen zijn in het algemeen positief en vertonen een gelijk patroon. Dat het zoekgedrag erdoor veranderd is, wordt wat minder bevestigd.

0

20

40

60

80

100

120

kon ik de geleerde vaardigheden direct

toepassen in onderwijs/onderzoek

zoek ik effectiever naar wetenschappelijke

informatie

weet ik beter waar ik moet zoeken naar

relevante wetenschappelijke

informatie

is mijn zoekgedrag veranderd

zeer eens

eens

neutraal

oneens

zeer oneens

15

De verschillen tussen de facultaire clusters zijn gering. Bij het effectiever zoeken als gevolg van de instructie geven minder respondenten uit het bèta cluster aan dat dit het geval is (50% eens en zeer eens tegenover ca. 65% bij de andere clusters), bij het beter weten waar te zoeken naar relevante wetenschappelijke informatie als gevolg van instructie geven minder respondenten uit alfa en bèta cluster aan het hiermee (zeer) eens te zijn (ca. 55% ten opzichte van ca. 67% bij gamma en medisch cluster). Op de vraag of men vaardigheden in het zoeken naar wetenschappelijke informatie op andere manieren heeft verbeterd (bijv. via online fora, posten van vragen op facebook, googelen) antwoordt 18% met ja en 81% met nee (n=227). Bij een positief antwoord kon men het antwoord specificeren. De antwoorden staan in bijlage C. Trial and error en hulp van collega’s komen hier relatief veel voor. Gevraagd is wat men zou doen als men behoefte had aan het verbeteren van vaardigheden in het zoeken naar wetenschappelijke informatie. Hiervoor is gevraagd een aantal acties in volgorde te zetten van meest waarschijnlijke tot minst waarschijnlijke actie. In tabel 17 staat staan de rangordes (1 is hoog) en de gemiddelde volgordescores. Een lage gemiddelde volgordescore geeft een hoge rangorde aan. Tabel 17. Rangorde van waarschijnlijkheid van acties in geval men behoefte heeft aan het verbeteren van vaardigheden in het zoeken naar wetenschappelijke informatie (n=227) Rangorde Gemiddelde volgordescore Vragen aan medestudenten / collega’s 1 2,7 Googlen op de vraag 2 2,9 Online manuals lezen (bijv. Google search help) 3 3,2 Informatie balie universiteitsbibliotheek vragen 4 4,0 Docent vragen 5 4,1 Een online cursus van de universiteit volgen 6 4,1 Medestudenten / collega’s vragen en googlen op de vraag scoren hoog. Men gaat minder snel deze informatie halen bij de bibliotheek of docenten of online cursussen. Tussen de facultaire clusters zijn er hierbij nauwelijks verschillen. Tot slot is gevraagd of men bij de ondersteuning bij het zoeken en vinden van wetenschappelijke informatie een rol toekent aan de universiteitsbibliotheek. 54% antwoordt positief hierop, 46% negatief (n=227). In geval van een positief antwoord werd een toelichting gevraagd. Deze reacties staan in bijlage D. Er is vooral behoefte aan cursussen en ondersteuning bij het zoeken en advies. Opmerkingen Op de open vraag naar opmerkingen over de survey worden vier reacties gegeven, waarvan er drie kritisch zijn. Deze staan in bijlage E.

16

Bijlage A. Toelichting bij de keuze “anders” bij de vraag hoe men wetenschappelijke informatie vindt Alfa • Going to websites of relevant Laboratories/departments/researchers • Papers on Academia.edu • PhilPapers Gamma • Advice from friends and relatives • snowballing (e.g. cited by; related articles) Bèta • References in Wikipedia • ssh journal Medisch • e-alerts

17

Bijlage B: specificatie bij een aangegeven behoefte aan ondersteuning bij het zoeken naar wetenschappelijke informatie Alfa • if it makes my live easy • To know which websites or databases would suit my needs best, and how to search efficiently • Ik denk dat het goed is dat elke academicus 'leert' zoeken. • Information about new systems, facilities, details, tips • It might be helpful, for instance, to receive a tutorial with handy tips and tricks. Gamma • Sometimes, I could not find the newest articles in the field I want or could not access the full

article. • Help with searching in PsychInfo and Web of Science • Selecting the right key-words, although that might be hard for someone who is not involved in

the topic. • about new search engines better than those i have been using. • I have the impression that although I understand boolean operators etc, searching with portals

like PsycInfo does not result in as many relevant hits as with google scholar. • Advanced instruction internet search Bèta • i would like to have proffesional training by experience scientist • I would like to get a better overview of the newest papers that are published in journals that are

relevant for me. Right now it is messy and I have the feeling that I miss things with only the use of ssh and googlesearch.

Medisch • I regularly consult librarians on my searches designed for systematic reviews • I'm working on a review and I just asked the librarian to help me with formulating the search

strategy. • i would like to know more about other search strategies • If there would be a workshop on making better use of search engines to find academic

information, I would be interested. • Few weeks back I followed two courses on searching in PubMed and made an appointment at

the library for guidance in searching. I intend to return in the future for advice & guidance and validation.

• I would like to know how i easily can find an article which cannot be found/ opened because we don't have the licence/agreement with a specific journal

• Preparing a review • tips and tricks • information on how to search and where • public libraries • for a systematic review • I would like to be able to search more efficiently and effectively.

18

Bijlage C. Andere manieren waarmee men het zoeken naar wetenschappelijke informatie heeft verbeterd Alfa • googling or asking friend who works in another field that I do. • facebook • googling, talking to others about it, trail and error • via a research assignment done as an intern at an international digital humanities research

institute • I guess I just found out about advanced searching methods / boolean expressions along the way

by reading the help pages. It helps if you're computer savvy.. • I am finding articles clues all the time to be more effective. Gamma • peers • books, newspaper articles, talking to peers • trial and error • trial and error, discussing with colleagues • By trial and error. • trial and error, tips from collegues • trial and error. Also, regarding the questions about training: I cannot say it changed the way I

search because it was the first course at university, so I never had to search for academic articles before I took this (obligatory) course.

• Finding out about google scholar a few years ago really improved my searches. • probably google scholar, following links in articles, books • Everyday practice with Google (scholar) • Learning from mstakes and from others. Bèta • Asking colleagues for suggestions about subject specific search engines/databases • trial and error • practice, practice, practice • By reading up on advanced keyword search in Google • Found out about Picarta • trial and error and talking to friends and colleagues • Through carrying out online training. • asking around • Discussing about it with other persons interested in the same subject. Medisch • use help function on the Pubmed website • Online instructions • I have used other databases after they were recommended to me by supervisors or fellow

students • Library course • I google for tips • Colleague help, self improvement • reading help functions and manuals • I previously had a course during my master studies • Asking colleagues for advice, using searches used for published articles as an example, googling.

19

• googling • trial and error • online fora • Colleagues, etc • via online fora • online fora, specific introductory course provided by university library

20

Bijlage D. Toelichting bij de rol die men toekent aan de universiteitsbibliotheek bij de ondersteuning bij het zoeken en vinden van wetenschappelijke informatie Alfa • give explanation of University Library website and search functions to new employees and

students. • Online tutorials / tips / FAQs • The UL provides the catalogues and search engines I need. • what the university library is already doing, i.e. courses and on-site help etc. • They can help you, as they did with me when I started my PHD (introduction course) • Offering courses on searches, and personal support • when I became a PhD candidate, I did get an introduction from the University Library and I

learned some new things, I think this introduction was very useful (I already knew how to search pretty effectively but there were some new things). So maybe this kind of introduction could be given to students as well. I remember that I learned searching in my first year, but with less instructions.

• Search course • I always access JSTOR and Picarta via the University Library and make frequent use of the

catalogue • A proper search engine is essential. The RUQuest portal is a nice effort, but it doesn't quite live

up to standards in searching. A lot of material is indexed, but the way in which search results are disclosed is in need of improvement.

• They probably know best; but they are not that visible (apart from the ubn website) • It would be nice if one could ask a libririan a (search) question in plain Dutch, and that the

libririan types it in and performs the search in the ptoper databases. This can be done by phone, or that one's PC is taken over with for instance Teamviewer or alike.

• Als het goed is zijn zij de experts in het zoeken naar informatie. Daar moet je het zoeken kunnen leren.

• more courses on possibilites of online databases etc. • Keeping us informed about their services. • An advising role: guided tour, website explanation, help desk. • They could provide courses. • the university library could take up a much more active, out-going role in providing help,

instruction, support. i think they probably can provide me with a lot of support, but the reason i dont get to make use of it is because i dont go to them and they dont come to me. i dont go to them because i wouldnt know exactly what to ask for (im not aware of all possiblities, etc.. Id est: a vicious circle). But if they were to actively approach students, contact them about workshops, individual help on offer, etc. it'd be more accessible i think.

Gamma • It would be helpful if they could assist in finding data (rather than literature only) • Specific course per faculty. • They teach courses to students and PhDs. I have not used their help in searching online for a

while, although the libary staff has helped me navigate old (offline) texts. • Courses • Since my field of study is Dutch law, I get almost all my academic information through a database

provided by the University Library (Rechtsorde). • seems the most logical starting point for support • available if I ask for help • Provide clear, (and short) instructions of how and where to search. Plus make the website so

conveniently as possible.

21

• a helpdesk would be good • an advanced academic search course • Introduction at start of bachelors programme (to introduce Pubmed, PsychInfo, Picarta, etc.) • Very helpful and knowledgeable librarians Always approachable • They could explain different search engines and the different search options they offer. Also on

the use of key words. • provide latest ways of searching for students. Check whether students are actually able to get

the required skill on searching information. • They know the most about the systems and how it works, so could be of really great help to

introduce students, train them in searching and help them when they face problems • of course • Possibly, but would try online options first. I have little time to go there. • providing courses and helping (phd-)students if they have questions regarding searching • I don't know if this is realistic, but it would be very helpful most likely. • providing courses • In the hypothetical situation I would have no skills whatsoever in finding academic information I

think that a course provided by the University Library would probably be the most efficient way to learn these skills, since it is their expertise.

• give a short introduction or have a small manual for new employees about the university search engine

• offering courses for more advanced searching • organize courses • Organize courses • Library should be the experts on this. If they teach others, less people will disrupt other duties

necessary for maintaining and improving the Library , • They could provide training for those who are interested. I'm concerned though that different

scientific areas require different search techniques, which will have consequences for the workshop/training as well.

• by providing training and helpdesk service Bèta • Making online databases in which I can search and publications available. • A role that has not been mentioned in the questionaire to this point is that the library can loan

books from other libraries and buy articles that are not freely available. I have used the library for this purpose before.

• they know best what is available for our university/faculty • Provide hands-on assistance to people that need it. • Help with obtaining hard-to-find documents and papers, ordering books etc. • willingness to help students/PhD-students to find specific literature or to work with search

engines, databases like Web of Science. • I would really like it if they could provide me with an up to date overview with all new

publications in which I can search like I do on google. • General support if needed • Offer assistance if people ask for it • It's easy to go and ask them for help • A PhD trainig course perhaps. field specific • Yes, but I am too lazy to go down there, I prefer to look online first. • It would be logical to me if the University Library took an active role in support for searching and

finding academic information.

22

Medisch • provide literature - state of the art on a specific topic • for a systematic review • Help with search strategies • these people have specific knowledge and a central role in the university • very good experience with librarian help for systematic review • workshops in using databases and finding academinc information • The libary can help with formulation search strategies and obtaining books and other relevant

articles that are not full text • be available for questions • They should be able to advise on search strategies and inform about potential relevant databases • They help with information that can be found in/through the library • Assisting people who are not that handy when it comes to the online world. • Provide practical guidance for several search engines/databases • When conducting a systematic literature search: Helping to optimize your search strategy or

checking your search strategy • To provide a one or two days course mandatory for PhD students in their first year. The PhD

students will be divided depending on their field of research and the two days will be devoted to acquire a methodology of search of academic information, to get a fast and efficient way of searching with an emphasis on screening litterature, and how to make sure that you did not miss a n important publication (cause every PhD student start with this step and this will really help to be more confident when you start) Furthermore I think all PhD students are waisting much more than 2 days during the entire 4 years of a PhD on searching for publications in the wrong way. I think it is also a very important skills in their future career.

• Expert people support • Answering questions, offering courses • inform about search strategies • In the form of courses and a helpdesk • a course in using the right keywords and how to use more complex search terms (thesaurus ed) • Delivering paper-versions of papers • They are the experts in this, so there should be an option to ask questions about search

strategies to the University Library. • Instruction and support by offering courses and help desk function. Information on new

developments, relevant changes in software. • if there's no digital full text available, the university library often has a paper version. • Though I have never used it, I would like to be advised by the university library on how to

improve my searching skils • Just as it is, assistence, courses • online/offline support • offering courses • Offering courses in this subject as well as general support (helpdesk). • Arrange an appointment with a librarian • Face to face lectures by an experienced librarian • Answering questions / writing manuals • courses, private help • the role they already have: providing courses and personally assist you if there is a problem • When I started my studies, I had an introduction course on how to do academic searching

organized by my old UB. This was very helpful and I think this is something, every 1st year student can need.

23

• For advice, guidance, and validation at request. • I never looked good into this, but probably there are already some support possibilities, but I

think they now how to do a good search • providing courses • training (courses) and support • especially for articles not available online • Educating to perform a good search • Courses are very useful, and there are theses that cannot be found online. Online is ofcourse

preferred, because it's much faster than visiting the physical library. Online catalogue of e-journals is also very useful. So definitely yes!

• Support • The university Library can provide a good course for starting with searching • offering courses, helpdesk • Maybe offer a suitable course for PhD students on this subject. (if there isn't any yet) • create online courses • Employees of the University Library know how to combine of filter keywords. • courses • every (phd) student should get kind of introductory course (1day is enough) because a lot of info

stays hidden if you dont know how to find it. And even if you think you know how to search, you might learn new ways.

• elective courses + helpdesk • also the use of endnote/refmanager • practical courses, assistance, regular updates on relevant changes • sometimes individualized help when writing a review can be very useful • periodical workshops? • contact possibiliy for questions • Being available when help is needed. • offer courses, offer support by librarians, online search manuals for student/employees • I think that it is good that they give courses and (online) advise. • by following a course • perhaps librarians could help a student by providing the student with other search options, he or

she might not have though about before.

24

Bijlage E. Opmerkingen over het onderzoek Alfa • i did not find the survey very good. the phrasing and lay-out weren't always so clear. for example

there were two times the headline in the survey said that they were now going to ask me about my academic searches (or searches for academic information, or strategies for finding academic information. Etc.) i actually went back in the survey to see what the previous part had been about then, because the phrasing suggested the survey up to that point had been about something else (perhaps the ""everyday life"" searches mentioned somewhere in the first pages). Generally i found the phrasing inconsistent and confusing. The font/lay-out sometimes made it more difficult than necessary to read, understand and answer the questions.

Gamma • I may have misunderstood some questions, because I indicated that I don't use keywords that

often. In a lot of search enigines, ""keyword search"" is a specific type of search, for instance if you want to find articles related to the general topic of ""depression"", you may want to search on the keyword ""depression"". I don't use that, I usually search for specific words in a title (e.g., the words depress* and adolesc* in title if I want to know something about adolescent depression). Also, a lot of these questions seemed to be aimed at students, in some questions there was an option ""ask my lecturer"", and as a PhD student (at least in our program) we don't have lectures anymore hence no lecturers. In fact, a lot of PhD cadidates supervise Bachelor and Master thesis students themselves, so they would actually have to teach searchin skils rather then learning them!

Medisch • succes with analysing these results ;) • With regard to the question about the field of research: Why so few options? Anyone doing

multidisciplinary research will not be able to choose an option other than 'other'. Either providing more options or letting people select multiple options would solve this. With regard to the question about affiliation: why is it not possible to choose more than one option? I know many PhD students (including myself) with multiple affiliations.

25

Bijlage F: Vragenlijst

26

[Alleen verdeling Radboud Universiteit overgenomen]

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56