jaarverslag KLAD 2005
-
Upload
independent -
Category
Documents
-
view
0 -
download
0
Transcript of jaarverslag KLAD 2005
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
2
0. Inhoud 2 1. Inleiding 4 2. Algemeen over de Kale – Leie Archeologische Dienst in 2005 4 2.1 De aanwerving van een tweede intergemeentelijke archeoloog 4 2.2 Uitbreiding 5 2.2.1 De vraagstelling naar de gemeenten Eeklo, Maldegem en Zomergem 5 2.2.2 De toetreding van de Provincie Oost-Vlaanderen 5 2.3 Raad van Bestuur 6 2.4 Vergaderingen van de raad van bestuur 7 2.5 Basisgegevens KLAD 7 3. Administratie 8 3.1 Inleiding 8 3.2 Verzekeringen 8 4. Inrichting en uitrusting 8 4.1 Kantoorinrichting 8 4.2 Archeologische uitrusting 9 4.3 Aankopen 2006 9 5. Financiën 9 5.1 Inleiding 9 5.2 De gemeentelijke bijdrage 9 5.3 De subsidie van de Vlaamse Gemeenschap 2004 10 5.4 De subsidie van de Vlaamse Gemeenschap 2005 10 5.5 De begroting en de balans 11 6 Archeologische werking 11 6.1 Contacten 11 6.1.1 Samenwerking gemeentelijke en intergemeentelijke diensten 11 6.1.2 Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE) 12 6.1.3 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen (AML) 12 6.1.4 De Provincie Oost – Vlaanderen 12 6.1.5 Universiteit Gent 13 6.2 Archeologisch advies 13 6.3 Inventarisatie 13 6.4 Werfcontroles en vooronderzoeken 14 6.5 Opgravingen 14 6.5.1 Aalter, Warande 14 6.5.2 Deinze, Astene, Dorpstraat 123 15 6.5.3 Knesselare, Kouter, Zone I en II 16 6.5.4 Knesselare – Aalter, Aalter Brug, Aquafin 18 6.5.5 Nevele, Merendree, Veldestraat 23 6.5.6 Lovendegem, Kerk 24 6.6 Deelwetenschappen en restauratie 25 6.7 Publiekswerking 27 6.7.1 Nacht van de Geschiedenis 27
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
3
6.7.2 Erfgoeddag 28 6.7.3 Openmonumentendag 28 6.7.4 Pers 28 6.7.5 Wetenschappelijke publicaties 28 6.7.6 Schoolwerking 28 6.7.8 Website en nieuwsbrieven 29 7 Toekomstplannen KLAD 29 7.1 Uitbreiding van de regio 29 7.2 Inventarisatie 29 7.3 Werfcontroles 30 7.4 Prospecties met ingreep in de bodem en opgravingen 30 7.5 Natuurwetenschappelijk onderzoek 31 7.6 Publiekswerking 31 8. Bijlagen 32 8.1 Verslagen van de Raad van Bestuur 32 8.2 Begroting 2005 59 8.3 Eindbalans 2005 (de rekeningen worden apart gebundeld) 61 8.4 Adviezen 83 8.4.1 Aalter 83 8.4.2 Deinze 83 8.4.3 Knesselare 84 8.4.4 Lovendegem 84 8.4.5 Nevele 85 8.5 Prospecties 86 8.6 Werfcontroles en vooronderzoeken 87 8.6.1 Werfcontroles 87 8.6.2 Vooronderzoeken 88 8.7 Resultaten C-14 datering KIK 90
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
4
1. Inleiding
In 2005 is de Kale – Leie Archeologische Dienst (KLAD) op zowat elk vlak tot
ontplooiing gekomen. Zowel op gebied van personeel, infrastructuur, archeologische
en publiekswerking werden grote stappen vooruit gezet.
2. Algemeen over de Kale – Leie Archeologische Dienst in 2005
2.1 De aanwerving van een tweede intergemeentelijke archeoloog
Tijdens de vergadering van de RVB van 14 april 2005 werd beslist een tweede
intergemeentelijk archeoloog aan te werven. Dit was noodzakelijk om de grote
hoeveelheid werk (vooronderzoeken en eventuele opgravingen, maken van de
archeologische kaarten, tentoonstellingen, uitwerking vorige onderzoeken,
ontwikkelen website, …) op te kunnen vangen. Het was tevens mogelijk omdat de
late uitbetalingen van de subsidies 2003 en 2004 een overschot van zeker 25.000 €
hadden gecreëerd.
De leden van de raad van bestuur beslisten een examen uit te schrijven voor de
aanwerving van een halftime archeoloog, die in eerste instantie voor een half jaar
zou aangenomen worden. Ondertussen zou de KLAD de mogelijke financiële
bronnen bekijken om dit contract te verlengen.
De procedure werd gestart door een functieomschrijving te publiceren op
www.archeonet.be. Er reageerden 12 kandidaten: Bert Acke, Ignace Bourgeois,
Saskia De Vos, Nele Eggermont, Johan Hoorne, Pieter Laloo, Griet Lambrecht, Yves
Perdaen, Birger Stichelbaut, Nikolaas Van Kemseke, Valerie Van Looveren en Arne
Verbrugge. Na het overlopen van de kandidaten merkte de RVB op dat Griet
Lambrecht en Nikolaas Van Kemseke niet over voldoende ervaring beschikken en
dus niet in aanmerking komen.
De examensessie werd voorzien op zaterdag 18 juni (schriftelijk), woensdag 6 juli
(psychotechnische proef) en zaterdag 9 juli (mondeling). De examenjury bestond uit
Filip Bastiaen, Luc Bauters, Wim De Clercq, Mia Pynaert en psychologe Ines
Dejonghe.
Uiteindelijk deden 8 kandidaten mee aan het schriftelijk examen op zaterdag 18 juni.
Na de deliberatie op 28 juni werden 6 kandidaten toegelaten tot de psychotechnische
proef (op 6 juli) en het mondeling examen (op 9 juli). Pieter Laloo (toen werkzaam in
Frankrijk) en Birger Stichelbaut (doctoraat aan UGent) haakten af.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
5
Na het psychotechnisch gedeelte en het mondeling gedeelte besliste de examenjury
dat Johan Hoorne en Bert Acke slaagden voor het mondeling gedeelte en dat
Ignace Bourgeois en Yves Perdaen niet geslaagd waren. Bij de einddeliberatie was
de uitslag unaniem en stelde de jury Johan Hoorne als beste kandidaat voor.
Op 14 juli 2005 besliste de RVB Johan Hoorne aan te stellen vanaf 1 september
2005.
Tijdens de RVB van 8 december 2005 was het duidelijk dat er een groot bedrag naar
2006 kon worden overgezet (ca 50.000 €). In combinatie met de bijkomende subsidie
van de provincie (zie 2.2) zal dit de KLAD in 2006 voldoende financiële slagkracht
geven om een 2e archeoloog fulltime aan te stellen. Op basis hiervan besliste de
RVB het halftime contract van Johan Hoorne om te zetten in een fulltime tot het eind
2006.
2.2 Uitbreiding
2.2.1 De vraagstelling naar de gemeenten Eeklo, Maldegem en Zomergem
Ook voor de uitbreiding van het werkingsgebied werden de nodige stappen gezet
tijdens 2005. Er werd contact opgenomen met de gemeenten Eeklo, Maldegem en
Zomergem om toe te treden tot de Kale – Leie Archeologische Dienst (KLAD).
Momenteel zijn de gemeenten Eeklo en Zomergem – vooral wegens budgettaire
redenen – niet geneigd toe te treden tot de KLAD. De gemeente Maldegem gaf nog
geen antwoord.
Er werd wel een tweede subsidiërende instantie gevonden voor de financiering van
de werking van de KLAD. De Provincie Oost – Vlaanderen liet eind 2005 weten te
willen instappen in de KLAD.
2.2.2 De toetreding van de Provincie Oost-Vlaanderen
Reeds in 2004 werd het Provinciebestuur van Oost – Vlaanderen aangesproken om
deel te nemen aan de Kale - Leie Archeologische Dienst. Sinds dan werd de nodige
briefwisseling gevoerd. Op 22 november 2005 nam de Provincieraad het besluit toe
te treden tot de KLAD. Daarmee kan de aanvaardingsprocedure gestart worden.
Begin 2006 – na de aanvaarding van de toetreding door de gemeenteraden van alle
deelnemende gemeenten – zal de Provincie officieel toetreden tot de KLAD.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
6
De subsidie van de Provincie Oost – Vlaanderen zal voor de KLAD een financiële
injectie van ca. 10.000€ op jaarbasis betekenen.
2.3 Raad van Bestuur
Na een wijziging in de gemeenteraad van Evergem in 2004, gaf mevrouw Lidwina De
Bock haar ontslag in de raad van bestuur als lid met raadgevende stem (art. 10 van
de statuten van de KLAD). De gemeenteraad van Evergem duidde mevrouw
Kathleen Pisman aan om deze plaats in te nemen.
De gemeente Nevele duidde – na het ontslag van de heer Roland De Paepe uit de
RVB van de KLAD – mevrouw Tine Deman aan als nieuw raadslid met effectieve
stem.
De heer Walter Verniers nam ontslag uit de gemeenteraad van Aalter en dus ook als
lid met raadgevende stem in de RVB van de KLAD. Momenteel is nog geen opvolger
aangeduid door de gemeente Aalter.
De Afdeling Monumenten en Landschappen duidde Steven Mortier aan als technisch
adviseur.
De raad van bestuur van de KLAD bestaat momenteel uit de volgende raadsleden.
De bestuursmandaten:
Voorzitter Johan Verstrynge (Aalter)
Ondervoorzitter Chris Genbrugge (Evergem)
Ondervoorzitter Mia Pynaert (Nevele)
Secretaris Filip Van Steenkiste (Deinze)
Penningmeester Joeri Roose (Knesselare)
Effectieve leden: Tine Deman (Nevele), Patricia De Waele (Evergem), Chris De
Wispelaere (Lovendegem), Gerda Ginneberge (Deinze), Patrick Hoste (Aalter),
Freddy Tanghe (Knesselare) en Etienne Van Acker (Lovendegem).
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
7
Raadgevende leden: Johan Cornelis (Nevele), Tony De Kimpe (Deinze), Kathleen
Pisman (Evergem) en Martine Schelstraete (Knesselare).
Technisch adviseurs: Filip Bastiaen (Aalter, Dienst Bevolking), Luc Bauters
(Provincie Oost-Vlaanderen, Dienst Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium), Wim
De Clercq (Universiteit Gent, Vakgroep archeologie en oude geschiedenis van
Europa), Johan Hoorne (intergemeentelijk archeoloog KLAD), Steven Mortier
(Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen), David Vanhee
(intergemeentelijk archeoloog KLAD), Germain Van Beversluys (Deinze, Dienst
Cultuur) en Raf Walgrave (Nevele, Werkgroep Monumenten, Landschappen en
Archeologie).
De raad van bestuur van de KLAD zal door de toetreding van de Provincie Oost –
Vlaanderen met 2 vertegenwoordigers uitgebreid worden. Henk Heyerick en Johan
Beke zullen de Provincie vertegenwoordigen.
2.4 Vergaderingen van de raad van bestuur
10 februari 2005 Gemeentehuis Evergem
22 februari 2005 Koetshuis Kasteel Poeke, Aalter
14 april 2005 Gemeentehuis Nevele
9 juni 2005 Gemeentehuis Nevele
14 juli 2005 Gemeentehuis Nevele
13 oktober 2005 Gemeentehuis Nevele
8 december 2005 Gemeentehuis Lovendegem
De verslagen van de Raad van Bestuur vindt u in bijlage (zie 8.1).
2.5 Basisgegevens KLAD
Adres: Kale – Leie Archeologische Dienst
Kasteelstraat 26
9880 Aalter
Tel. en Fax: 051/636136
Website: www.deklad.be
Email: [email protected]
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
8
Contactpersoon: David Vanhee (Intergemeentelijke Archeoloog)
GSM: 0498/36. 26. 80
Email: [email protected]
Contactpersoon: Johan Hoorne (Intergemeentelijke Archeoloog)
GSM: 0495/22.71.43
Email: [email protected]
3. Administratie
3.1 Inleiding
Op administratief vlak werden tijdens 2005 geen grote aanpassingen doorgevoerd.
3.2 Verzekeringen
In 2005 werden de bijkomende verzekeringen bij Ethias afgesloten:
Verzekering alle risico’s tentoonstelling (verzekering van de gerestaureerde panfluit
en stemschroef – zie verder)
4. Inrichting en uitrusting
4.1 Kantoorinrichting
Om een tweede personeelslid te kunnen huisvesten werd een extra bureau en
bureaustoel geplaatst en werd de bureauruimte herschikt.
In de archiefruimte werden – wegens onzekerheid rond de mogelijkheid van het
behoud van deze ruimte – de Adirack-rekken wel geleverd, maar nog niet geplaatst.
Dit zal gebeuren wanneer er een volledige zekerheid bestaat over de permanente
beschikbaarheid van deze ruimte. Er werden wel bakken geplaatst om houten
vondsten zoals de boomstamwaterput (zie verder) onder water te kunnen bewaren.
De bestelbonnen en/of de facturen van de aankopen vindt u in bijlage.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
9
4.2 Archeologische uitrusting
Tijdens 2005 werd vooral geïnvesteerd in kleiner materiaal en in herstellingen en
onderhoud van het materiaal (oa. Fototoestellen en bestelwagen ).
De bestelbonnen en/of de facturen van de aankopen vindt u in bijlage.
4.3 Aankopen 2006
Omdat er steeds meer monsteremmers en grote vondsten in de loods gestapeld
worden zullen er paletten en een handpalettruck aangekocht worden.
Om de archeologische vondsten en plannen beter te archiveren, kijken we er in 2006
uit naar de juiste formaten dozen in zuurvrij karton, plastic stapelbakken en
plankokers.
5. Financiën
5.1 Inleiding
De begroting voor 2005 is gebaseerd op de bijdragen van de gemeenten en de
subsidie 2005 van het Vlaams Gewest.
5.2 De gemeentelijke bijdrage
De gemeentelijke bijdrage is opgebouwd uit drie factoren en kan berekend worden
met de volgende formule:
VB + (aantal ha x OB) + (aantal inwoners x IB)
VB vast bedrag = 2790€
OB oppervlaktebijdrage = 0,315€ per ha
IB inwonersbijdrage = 0,1125€ per inwoner
Daarbij wordt de inwonersbijdrage berekend op basis van de bevolkingsgegevens
van het jaar onmiddellijk voorafgaand aan het werkingsjaar. Dit is vastgelegd in
artikel 20 van de Statuten van de projectvereniging KLAD.
In 2005 kon de KLAD rekenen op de volledige bijdrages van de gemeentes Aalter
(7.465,91€), Deinze (8.328,08€), Evergem (8.745,57€), Knesselare (4.841,95€),
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
10
Lovendegem (4.446,72€) en Nevele (5.655,28€). In totaal kreeg de KLAD
39.493,08€ aan gemeentelijke bijdragen in 2005.
5.3 De subsidie van de Vlaamse Gemeenschap 2004
De laatste schijf 20% (10.000€) van de subsidie van 2004 werd vrij snel na het
afleveren van het jaarverslag 2004 en de eindbalans uitbetaald aan de KLAD.
5.4 De subsidie van de Vlaamse Gemeenschap 2005
De resultaatsverbintenis tussen de Afdeling Monumenten en Landschappen en de
KLAD werd besproken en goedgekeurd tijdens de RVB van 22 februari 2005. Buiten
enkele kleine aanpassingen verschilt de inhoud (afsprakennota en de modaliteiten
van de toekenning) niet van de vorige verbintenissen.
De afsprakennota legt het gebruik van de subsidie vast. Deze moet in de eerste
plaats gebruikt worden om de loonkost van een archeoloog te betalen. De
archeoloog zelf moet instaan voor de volgende taken:
- Actualiseren van de inventaris van de archeologische erfgoedwaarden in het
gebied en het opstellen van de Lokale Archeologische Advieskaart (LAA).
- Uitvoeren van terreingebonden prospecties met het oog op de detectie van
nieuwe vindplaatsen.
- Advisering bij ruimtelijke planning en stedenbouwkundige vergunningen.
- Uitvoeren van werfcontroles en noodonderzoek.
- Samenwerken met archeologen die over een opgravingvergunning beschikken en
rapporteren over de resultaten
- Deelnemen aan de studiedagen georganiseerd door AML
- Registreren van alle uitgebrachte adviezen en van alle verrichte
terreinwerkzaamheden.
- Opmaken van het beheersplan 2006.
- Initiatieven nemen ter verruimen van het maatschappelijk draagvlak.
- Initiatieven nemen ter verruiming van het werkgebied van de KLAD.
De toekenning van de subsidie is als volgt geregeld. De eerste 40% (20.000 €) van
de subsidie wordt vereffend na ondertekening van het ministeriële besluit. De
volgende 40% (20.000 €) wordt vereffend op 1 september 2005 en de laatste 20%
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
11
(10.000 €) na schriftelijke aanvraag en goedkeuring door het afdelingshoofd van de
Afdeling Monumenten en Landschappen aan de hand van de nodige stavingstukken
en van het jaarverslag.
5.5 De begroting en de balans
De begroting 2005 (zie bijlage 8.2) werd opgesteld op basis van de subsidie 2005
van de Vlaamse Gemeenschap en de gemeentelijke bijdragen als inkomsten en de
vermoedelijke uitgaven en investeringen.
U vindt de gecontroleerde balans 2005 en een overzicht van de uitgaven in bijlage
(zie 8.3).
6 Archeologische werking
6.1 Contacten
6.1.1 Samenwerking gemeentelijke en intergemeentelijke diensten
Aangezien de verschillende intergemeentelijke archeologische diensten Raakvlak
(Brugge en Ommeland), ADAK (Arch. Dienst Antwerpse Kempen), ZOLAD (Zuid –
Oost – Limburgse Arch. Dienst), ADW (Arch. Dienst Waasland) en KLAD met
dezelfde zaken geconfronteerd worden, kwam er tijdens 2005 een (gestructureerde)
samenwerking tot stand. Al heel snel werden ook de gemeentelijke archeologische
diensten zoals Antwerpen, Brugge, Dendermonde, Gent, Mechelen, Tongeren enz
betrokken.
Tijdens de vergadering op 16 december 2005 werd de eerste stap tot de oprichting
van een overlegorgaan tussen de (inter-)gemeentelijke archeologische diensten
gezet. Bij de gesprekken kwamen direct een aantal punten naar boven waar alle
archeologische diensten op gemeentelijk of intergemeentelijke niveau mee
geconfronteerd worden. Er werd ook een eerste peiling gedaan naar een standpunt
omtrent het Europees verdrag van La Valletta (Malta) en hoe deze wetgeving kan
opgenomen worde Er werd ook een eerste peiling gedaan naar een standpunt
omtrent het Europees verdrag van La Valletta (Malta) en hoe deze wetgeving kan
worden geïmplementeerd in de Vlaamse wetgeving. Daarvoor werden ook 2
vertegenwoordigers voor de klankbordgroep Malta aangeduid.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
12
6.1.2 Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE)
De KLAD kon rekenen op de landmeter van het VIOE om proefsleuven,
opgravingvlakken en sporen in te meten en om grondplannen te digitaliseren.
Daarnaast kon de KLAD beroep doen op de arbeiders van de buitendienst Ename bij
verschillende archeologische projecten.
6.1.3 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en
Landschappen (AML)
Tijdens 2005 werd geregeld overleg gevoerd tussen AML en de intergemeentelijke
archeologische diensten. Daarbij werden specifieke zaken zoals de
resultaatsverbintenis, het takenpakket van de intergemeentelijke diensten, de
financiering en methodiek van projecten (vooronderzoek – onderzoek) besproken.
Daarnaast bleven de intergemeentelijke archeoloog David Vanhee en
erfgoedconsulent Steven Mortier in samenspraak de stedenbouwkundige aanvragen
– die onder artikel 127 van het Decreet Ruimtelijke Ordening vallen – adviseren.
Samen met AML werd ook een aantal grote projecten zoals Kluizendok, Aquafin
Knesselare tot Aalter Brug uitgewerkt.
6.1.4 De Provincie Oost - Vlaanderen
De KLAD kan beroep doen op de vakkunde van provinciaal archeologen Luc Bauters
en Bart Cherretté. Dit zowel bij beleidskwesties als bij archeologisch onderzoek zelf.
Zo voerde de KLAD samen met Bart Cherretté een vooronderzoek uit op de terreinen
Evergem De Nest. Daarnaast sprongen Luc Bauters en Bart Cherretté bij op de sites
Knesselare Kouter, Knesselare Aquafin en Lovendegem Kerk.
De Provincie is ook één van de partners bij de uitvoering van het vooronderzoek van
Evergem Kluizendok (uitbreiding Gentse Haven).
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
13
6.1.5 Universiteit Gent
De KLAD werkt nauw samen met de Universiteit Gent. Zo kan de KLAD rekenen op
de kennis en steun van Wim De Clercq bij de projecten Nevele Veldestraat,
Knesselare Kouter I en II en Knesselare Aquafin. Daarnaast konden we rekenen op
zijn kennis bij het determineren van het aardewerk en herkennen van
gebouwplattegronden van deze en andere sites.
Daarnaast kon de KLAD ook vertrouwen op de hulp van Joris Agenon als tekenaar
op de site Knesselare Kouter. Hij staat ook in voor het tekenen van de
archeologische artefacten van deze site.
De KLAD kan ook rekenen op Prof. Dr. J. Bourgeois en Prof. Dr. Ph. Crombé bij het
uitwerken en coördineren van de grote projecten zoals Aalter Woestijne en Evergem
Kluizendok. Tijdens december 2005 ging dit laatste project van start. Het volledige
terrein (ca. 200ha) zal door middel van proefsleuven gesondeerd worden om de
eventueel aanwezige archeologische sites op te sporen en te kunnen onderzoeken
voor het terrein ontwikkeld wordt (uitbreiding Gentse haven). Daarvoor nam de
Universiteit Gent 2 extra projectarcheologen aan.
De KLAD kan daarnaast ook rekenen op de hulp van verschillende studenten van de
Gentse Universiteit.
6.2 Archeologisch advies
Zoals we reeds vermeldden werkten we nauw samen met erfgoedconsulent Steven
Mortier bij het adviseren van stedenbouwkundige aanvragen die onder artikel 127
van het Decreet Ruimtelijke Ordening vallen.
Een overzicht van de in 2005 uitgebrachte adviezen vindt u in bijlage (zie 8.4).
6.3 Inventarisatie
Hoewel de klemtoon tijdens 2005 voornamelijk op het uitvoeren van werfcontroles en
(voor-)onderzoek lag, voerden de intergemeentelijke archeologen verschillende
veldprospecties uit.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
14
De resultaten van deze veldprospecties en van de (voor-) onderzoeken zullen in
2006 ingevoerd worden in de CAI – databank.
Een overzicht van de veldprospecties vindt u in bijlage (zie 8.5).
6.4 Werfcontroles en vooronderzoeken
De archeologen van de KLAD voerden in 2005 verschillende werfcontroles en
vooronderzoeken met proefsleuven uit. U vindt een overzicht in bijlage (zie 8.6).
Sommige van die werfcontroles of vooronderzoeken mondden in opgravingen (zie
6.5) uit.
6.5 Opgravingen
In 2005 werden zes opgravingen afgewerkt.
6.5.1 Aalter, Warande
De KLAD voerde midden april op het terrein Warande – Den Teirlinck (ca. 4ha) een
verkennend vooronderzoek met proefsleuven uit. De ontwikkelaars Unirest en D.C.B
maakten daarvoor de nodige tijd en financiële middelen vrij.
Dankzij het systeem van lange proefsleuven kreeg de KLAD op twee dagen tijd een
zicht op de inhoud en de staat van het bodemarchief van dit terrein. Daarbij merkte
het archeologisch team direct dat het bodemarchief sterk is aangetast door (diep-)
ploegen, waardoor er bijna geen gave archeologische sporen konden afgelijnd
worden.
In de voorlaatste sleuf werd dan toch een kuil opgemerkt die de ploegscharen
overleefde. Deze tekent zich af als een donkergrijs tot donkerbruin ovaal van ca.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
15
2,5m bij 2m, gevuld met houtskool, verbrande leem en broos aardewerk. Dit
aardewerk kunnen we aan de hand van de vorm en het baksel dateren in de ijzertijd.
De C-14 datering (KIA-27596), uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor
Kunstpatrimonium (KIK), bevestigde dit met een resultaat van 2245+/-35BP. Na
calibratie geeft dit resultaten tussen 330 BC tot 200 BC (66,5%).
Hoewel er voorbeelden van losstaande kuilen bekend zijn – mogelijk met een rituele
functie – is het niet ondenkbaar dat deze kuil het enige overgebleven relict is van een
kleine ijzertijdnederzetting die op de noordelijke helling van het terrein Warande
gevestigd was. Dit was echter niet meer af te leiden. Daarvoor gaf de KLAD de
terreinen vrij voor ontwikkeling.
Deze vondst zal gepubliceerd worden in het tijdschrift van Lunula 2006.
6.5.2 Deinze, Astene, Dorpstraat 123
Begin september 2005 meldde Belconsulting
N.V. dat men – tijdens de aanleg van een
Aquafin collector langs de Dorpstraat te
Astene – gebotst was op een groot betonnen
complex.
Na verder onderzoek bleek het om de resten
van een bunker te gaan. Deze had deel
uitgemaakt van de bunkerlinie Brughoofd
Gent die omstreeks 1938 was aangelegd. De
meeste van deze bunkers waren als huizen
gecamoufleerd. Bij deze bunker was het
beton omgeven door een muur in rode
baksteen.
Na Wereldoorlog II had men deze bunker verzonken en latere straatwerken hadden
de bovenzijde van de bunker zware schade toegebracht. Aangezien deze constructie
nu moest plaats maken voor een de aanleg van een Aquafincollector, liet de KLAD
samen met Belconsulting N.V. de vindplaats vastleggen ten opzichte van de
bestaande percelering.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
16
Momenteel werken verschillende vorsers aan de
inventarisatie van dit militaitr erfgoed en een
onderzoek naar het uitzicht en de opbouw van
dergelijke bunkers. Dankzij hun informatie vonden
we snel een vergelijkbare bunker terug in de velden
nabij de Pontstraat te Astene.
6.5.3 Knesselare, Kouter, Zone I en II
De proefsleuven op de 3,5ha grote verkaveling van Veneco op de Kouter te
Knesselare toonden aan dat twee zones - met een totale oppervlakte van ca 1ha -
met archeologische sporen besmet was. Gelukkig vonden we in Veneco een zeer
goede partner en konden de KLAD de 2 zones volledig onderzoeken.
Op zone I troffen we een
Romeins nederzetting aan.
Twee parallelle grachten met
daartussen enkele ondiep
bewaarde karrensporen
wijzen op een Romeinse weg
(A). Vlak ten oosten hiervan
bevond zich een vrij grote,
min of meer ronde
verkleuring die van een
waterput (B) afkomstig is.
Ten oosten van de weg bevonden zich de meeste paalsporen. De zone werd
afgebakend met een ondiep bewaarde gracht (C). De nederzetting zelf bestond uit
een groot hoofdgebouw (D) met een 15m lange en 5m brede tweeschepige structuur.
Het is een typevoorbeeld van Romeinse houtbouw. Daarnaast vonden we ook een
kleiner hoofdgebouw (E) van 10 bij 5m en twee 7m lange slecht bewaarde
bijgebouwen (F en G). We troffen ook nog twee vierpalige spiekers of
opslagschuurtjes van ongeveer 2 bij 2m (H en I) aan.
In een van de paalsporen van het grote hoofdgebouw werd bij verlating van het erf
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
17
blijkbaar een verlatingsoffer nagelaten.
De bijna volledige pot wees samen met
het weinige overige aardewerk op een
datering in de eerste tot derde eeuw n.C.
Later werd gedurende de Middeleeuwen
het uiterste noordoosten van het terrein
opnieuw omgracht, wat wijst op
volmiddeleeuwse bedrijvigheid (J).
Hoewel bij het afgraven al duidelijk was dat Zone II een zeer unieke vondst zou
opleveren werd het onderzoek verschillende keren uitgesteld wegens andere
opgravingen (Lovendegem Kerk en Knesselare Aquafin). Daarnaast zorgde hevige
regen– en sneeuwval dat de site onder water kwam te staan.
Eens het opgravingvlak terug droog getrokken was, kon de KLAD samen met Wim
De Clercq en Joris Angenon (Universiteit Gent), de arbeiders van het VIOE
Buitendienst Ename en vele vrijwilligers Zone II op enkele weken onderzoeken.
Daarbij kwam een grondplan van een versterkte structuur aan het licht. Deze
structuur is ca 30 bij 35m en ligt nog gedeeltelijk verborgen onder de tuin van de
naburige huizen. De structuur zelf is opgebouwd uit een duidelijk poortgebouw,
waarvoor een zgn. titulum aangelegd was (een soort versperring die de directe
toegang verhinderde) en waarnaast een brandrestengraf lag. Rondom was een
palissade aangelegd en daarbinnen
troffen de archeologen een grote
hoeveelheid paalgaten aan. Op basis van
de ceramiek konden we de structuur al
ruw dateren in de Romeinse periode. We
hopen echter dat C-14 dateringen op
stalen uit 4 verschillende paalgaten ons
een nauwkeuriger datering zullen geven.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
18
Aangezien een dergelijke structuur in Vlaanderen nog niet bekend is, zijn de KLAD
en Wim De Clercq van de Gentse Universiteit op zoek naar buitenlandse
voorbeelden om het doel of het nut van deze structuur te achterhalen. We hopen
tegen Romeinendag 2006 voldoende gegevens verzameld te hebben voor een
uitgebreide voorstelling.
6.5.4 Knesselare – Aalter, Aalter Brug, Aquafin
Op 3 november startten de werken van het Aquafintracé tussen Knesselare en Aalter
Brug fase 1 A. De KLAD trof tijdens de begeleiding maar liefst zeven archeologische
zones aan. Zones I en II bevonden zich op Knesselaars grondgebied, terwijl de
overige zones (III t.e.m. VII) zich te Aalter bevonden. Aangezien de KLAD niet over
voldoende middelen en manschappen beschikte om alle zones binnen een
acceptabel tijdskader af te werken, werden onderhandelingen met de bouwheer
Aquafin gevoerd. Deze stelde de financiële middelen ter beschikking om 2 weken
opgraving door 2 projectarcheologen en om 4 weken verwerking door 1 archeoloog
te bekostigen. Jan Decorte en Nele Eggermont versterkten de KLAD tijdelijk en
groeven de resterende zones (VII, V en VIb) op. De zones I t.e.m. IV waren toen al
door het vaste KLAD – team opgegraven.
Hierna volgt een klein overzicht van de vondsten per zone. Een uitgebreid overzicht
vindt u in KLAD – Rapport 1. J. Hoorne, D. Vanhee, N. Eggermont & J. Decorte.
Archeologische opvolging Aquafintracé Aalter – Brug – Knesselare Fase 1A. 3
november – 2 december 2005.
Het belangrijkste spoor op zone I waren
de laatste resten van een ondiep
circulair spoor (KNES-AQ-05 I.1). Deze
structuur had een diameter van ca. 3,5m
en het grachtje zelf was maximaal 25cm
breed en maximaal 5cm diep bewaard.
De vulling was zeer donkerbruingrijs tot
zwart.
Er zijn geen tastbare indicaties
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
19
gevonden die een datering kunnen verschaffen. Dergelijke kleine circulaire structuren
worden het vaakst geassocieerd met funeraire monumenten en ze komen in
verschillende periodes voor. Tijdens de Midden – Bronstijd (1800 – 1100 v.C.) komen
dergelijke cirkeltjes soms samen met de grotere en beter gekende grafheuvels voor
op grafvelden. Maar er zijn ook voorbeelden bekend uit de Late Bronstijd – Vroege
IJzertijd de Late IJzertijd en de Romeinse periode.
Een belangrijke vaststelling is dat dergelijke sporen bijna nooit geïsoleerd liggen en
dat er mogelijk nog soortgelijke structuren begraven liggen op de omgrenzende
percelen.
De hoge sporenconcentratie (grachten en paalsporen) van Zone II maakte het direct
duidelijk dat hier een belangrijke site was aangesneden. Omdat het opgegraven
collectortracé slechts een smalle doorsnede is van een veel grotere site is het
momenteel niet mogelijk er bepaalde structuren uit te filteren.
Waar we echter niet rond konden was een grote
circulaire verkleuring (KNES-AQ-05 II.86) die
centraal in de sleuf lag. Direct werd gedacht aan
de aanlegtrechter van een waterput. Na het
plaatsen van de nodige drainage werd deze
structuur opgegraven en bleek het om een vrij
unieke waterput te gaan, opgebouwd uit twee segmenten van een uitgeholde eik.
Van de bovenste trommel was enkel het deel bewaard (ca. 80cm hoog) dat onder de
permanente grondwatertafel had gezeten.
Het tweede segment was veel beter bewaard. Het stuk is ongeveer 1,4m hoog en is
ovaalvormig met buitendiameters van ongeveer 1,2m bij 1,4m. De bewaarde dikte
varieert van 15 tot 20cm, de schors inbegrepen.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
20
Bij het couperen van de boomstam werd de inhoud volledig bemonsterd voor zaden-
en vruchtenonderzoek en voor pollenanalyse en de rest werd meegenomen om te
zeven. Onderaan werd nog een ronde, geperforeerde houten schijf met bijna
dezelfde diameter als de binnendiameter van de boomstam gevonden. Het gaat
wellicht om een soort filter die de waterput minder rap diende te laten verzanden.
Er zijn verschillende aardewerkvondsten uit deze waterput te voorschijn gekomen.
Het gaat voornamelijk om lokale reducerend gebakken scherven. Er werd ook wat
importwaar opgemerkt, waaronder een terra sigillata randfragment van een
Dragendorf 33. Alle stukken samen lijken te wijzen op een datering in de 2e eeuw
n.C.
Zone III situeert zich vlak ten zuiden van zone II; aan de
andere kant van de Buntelarestraat op grondgebied
Aalter. Het gaat om een grachtencomplex met ingang en
met binnenin twee vermoedelijke spiekers of zgn.
graanschuurtjes. Op basis van de aard van de vulling
kan verondersteld worden dat deze site uit dezelfde
periode stamt als zone II en eventueel daarbij aansluit.
Helaas zijn er geen artefacten gevonden die deze
hypothese kunnen hardmaken.
Het merendeel van de grachten en paalsporen of kuilen
van zone IV heeft dezelfde kenmerken : bruingrijze
vulling en niet scherp afgelijnd. Wellicht dateren deze
sporen dan ook uit dezelfde periode. De vijf scherven die
aangetroffen werden zijn te classificeren onder de
noemer middeleeuws (of postmiddeleeuws). Ook hier
hebben we slechts een doorsnede van een vermoedelijk grotere site en kunnen we
er weinig structuren uit halen. Opvallend is wel de rechte lijn met paalsporen parallel
aan de dubbele gracht.
Eén geknikte gracht met eerder donkere kleur is vermoedelijk ouder. Door gebrek
aan vondsten kunnen er echter geen verdere uitspraken over gedaan worden.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
21
Zone V bevindt zich ten zuiden van het Rozenstraatje. Deze site had net als Zone
VIb te kampen met zware wateroverlast na een plotse winterprik. De Aquafin-
projectarcheologen poogden het terrein ondanks de omstandigheden toch nog te
onderzoeken. Soms beperkte dit zich tot het inmeten van de nagels waarmee de
sporen in het begin werden gemerkt.
Van deze zone kunnen we dan ook weinig met zekerheid zeggen, ook al omdat er
geen dateerbare artefacten werden aangetroffen.
Toen de kraan spoor 1 van zone VIa en VIb
blootlegde, werd daarin quasi direct een
brandrestengraf in herkend. Iets verder werd er
nog een tweede graf (spoor 2) ontdekt. De vulling
van beide graven is erg houtskoolrijk. Spoor 1 is
min of meer rechthoekig en meet 58 cm bij 87cm.
Spoor 2 is groter en eerder cirkelvormig tot erg
afgerond rechthoekig te noemen. De diameter bedraagt ongeveer 1,54m.
Deze twee brandrestengraven zijn volgens analoge vondsten wellicht te dateren in
de Romeinse periode. Vermoedelijk gaat het hier niet om graven die tot een grafveld
behoren, maar om verspreide begravingen of veldgraven.
De laatste zone VII bevindt zich vlak ten noorden van de Weststraat te Aalter Brug.
Het gaat om een grote concentratie aan paalsporen en grachten. Op basis van de
vulling kunnen twee grote groepen sporen afgebakend worden. Enerzijds zijn er de
erg uitgeloogde sporen en anderzijds zijn er de redelijk scherp afgelijnde bruingrijzige
sporen. Ook het aangetroffen aardewerk wijst op een verschil in periode. Een aantal
sporen kunnen we in de ijzertijd plaatsen, ander deel is eerder (post-) middeleeuws.
Tot de zeer uitgeloogde ijzertijdsporen behoren ondermeer een gracht, een
palencluster ten noordwesten ervan en wat verder – ten zuiden van de gracht – een
grote ronde of ovalen kuil die mogelijk de aanzet tot de aanlegtrechter van een
waterput is.
Uit het palencluster kan een deel van een gebouwstructuur gedestilleerd worden.
Mogelijk gaat het hier om een zogenaamd gebouw van het type Haps, maar er kan
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
22
geen definitieve uitspraak over gedaan worden aangezien slechts een deel van dit
gebouw blootgelegd is.
Naast deze belangrijke vondst uit de ijzertijd, werden ook nog sporen uit recentere
periodes aangetroffen. Het gaat vooral om paalsporen en grachten die niet in
verband met elkaar kunnen gebracht worden en waarin enkele stukken
volmiddeleeuws tot postmiddeleeuws aardewerk werden aangetroffen.
Een
volledig overzicht van de stand van zaken is gepubliceerd in het KLAD – Rapport 1.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
23
J. Hoorne, D. Vanhee, N. Eggermont & J. Decorte. Archeologische opvolging
Aquafintracé Aalter – Brug – Knesselare Fase 1A. 3 november – 2 december 2005.
6.5.5 Nevele, Merendree, Veldestraat
De KLAD voerde tussen december 2004 en mei 2005, na een controle op de
wegkoffer waarbij vele losse vondsten uit meerdere periodes waren aangetroffen,
een archeologisch vooronderzoek uit op de verkaveling Huysman – Wille tussen de
Veldestraat en de Diepestraat te Merendree Nevele.
Uit dit vooronderzoek bleek – na de expertise op de profielen door Prof. Dr. Roger
Langohr (Universiteit Gent) – dat deze terreinen sinds de middeleeuwen akkerland
zijn geweest. Daarbij waren de percelen terrein intensief omgespit tot soms 70cm
onder het huidige oppervlak. Dit vormde de verklaring voor de aanwezigheid van de
vele losse vondsten. Aanwezige sporen moeten tijdens de middeleeuwen stuk gespit
zijn, waardoor de artefacten vermengd werden met de rest van de bodem. Enkel de
diepst ingegraven en postmiddeleeuwse archeologische sporen overleefden deze
verstoring.
Eén van deze overlevende sporen leek naar vorm op een mogelijk Merovingisch
inhumatiegraf (5de – 8ste eeuw n.c.). De sleuf werd plaatselijk verbreed om de kuil
volledig te onderzoeken. Heel opmerkelijk daarbij
was dat onder het graf nog sporen van een
palenzetting te zien waren, misschien een restant
van een constructie om het lichaam op te baren
en
eventueel om het te laten ontbinden door parasieten en roofvogels.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
24
Er kwamen geen artefacten te voorschijn om de datering te bevestigen. Daarom
werd er een C-14 datering op een houtskoolfragment uitgevoerd door het KIK. Zo
werd het graf gedateerd omstreeks 1990+/-30BP (KIA-27597) of meer bepaald rond
het begin van de jaartelling (50BC tot 80 AD – 95,4% waarschijnlijkheid).
Verder legde dit onderzoek enkel nog
duidelijke sporen uit de
postmiddeleeuwse periode bloot. Meest
opvallende vondst is de waterput,
waaruit nog een deel van een ton en
aardewerkfragmenten gerecupereerd
werden.
De stand van het onderzoek laat ons momenteel concluderen dat de terreinen tijdens
de middeleeuwen dienden als akkerland. Het intensief omspitten heeft toen de
aanwezige oudere sporen grotendeels weggevaagd. Losse vondsten van vuursteen
en aardewerk (uit de Metaaltijden, de Romeinse periode, de middeleeuwen) zijn
relicten van deze oudere periodes, waaraan we echter geen duidelijke
bewoningsporen meer kunnen vastkoppelen.
6.5.6 Lovendegem, Kerk
Midden oktober 2005 verwittigde de
gemeente Lovendegem dat bij het
opbreken van het asfalt rondom de kerk
enkele grafkelders waren aangetroffen.
De KLAD legde er vrij snel enkele
grafkelders, graven en fundamenten
bloot. Dit was niet verwonderlijk
aangezien het huidige kerkplein tot ca. 1895 fungeerde als kerkhof.
Na enkele dagen van intensiever graafwerk ondervond het team dat het grootste
fundamentencomplex zo een 2m diep bewaard is en dat het bestaat uit een volledig
bewaarde kelder met tongewelf, met daarop een later gebouwd beenderhuis.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
25
Na het wegbreken van de muur die de toegang tot de kelder versperde, deed het
archeologische team een verwachte maar toch eerder macabere vondst. Resten van
een zevental doodskisten (waarvan 5 goed
bewaard) stonden nog in deze grafkelder.
Eén ervan droeg een gedenkplaatje aan Gravin
Josephine de Baillet, met de vermelding van haar
overlijden te Gent op 13 april 1866. Via onderzoek
door lokale heemkundigen, konden we achterhalen
dat zij de gemalin was van Charles Constantin de
Vaernewyck, heer van het kasteel Diepenbroeck te
Lovendegem.
De andere kisten dragen geen naam, maar bevatten
hoogstwaarschijnlijk leden van dezelfde familie.
Bewijs daarvan is de gedenkplaat, achter in de
Lovendegemse kerk, aan Charles de Vaernewyck,
zijn eerste vrouw Isabelle Colette Dons en hun
dochter Virginie, zijn tweede vrouw Josephine de
Baillet en hun 5 kinderen.
Verder trof de KLAD nog 2 dwarse steunberen aan,
die zijn opgenomen in de fundamenten van de zijbeuk van de kerk (19de
eeuwse
fase). Bovenaan zijn ze opgebouwd uit natuursteen, terwijl het fundament bestaat uit
bakstenen en resten natuursteen. Het formaat van deze bakstenen gaat mogelijk
terug tot de 15de eeuw. Een kleine verwijzing naar een veel oudere fase van de
Lovendegemse kerk, waarvan verdere bewijzen echter verborgen blijven.
6.6 Deelwetenschappen en restauratie
De KLAD hecht veel belang aan interdisciplinair onderzoek. Daarom wordt getracht
zowel de juiste kenniscentra aan te spreken als om voldoende (financiële) middelen
vrij te maken om de partnerwetenschappen zo goed mogelijk in het archeologisch
onderzoek te integreren.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
26
Aangezien dateringen een onmisbaar gegeven vormen bij het plaatsen van de
archeologische sites en vondsten in tijd, wordt hiervoor jaarlijks een budget voorzien.
Midden 2005 werden 10 stalen van de verschillende opgravingen uit 2004 en 2005
afgeleverd bij het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium (KIK) om deze met de C-
14-methode te dateren. De resultaten werden waar mogelijk al geïntegreerd in dit
jaarverslag. Een overzichtsblad van de resultaten vindt u in bijlage (zie bijlage 8.7).
Ook van de sites (Knesselare Kouter en Knesselare Aquafin) die in het najaar van
2005 werden opgegraven zullen de nodige stalen naar ouderdom met C-14
gedateerd worden. Daarvoor wordt in 2006 het nodige geld begroot.
Dendrochronologie of jaarringenonderzoek is een andere vorm van dateren. Deze
methode zal toegepast worden op de boomstamwaterput gevonden op Knesselare
Aquafin Zone II. Daarvoor werd de heer K. Haneka van de Faculteit Bio –
ingenieurswetenschappen (Universiteit Gent) aangesproken. Hij zal dit onderzoek
uitvoeren begin 2006.
Het zaden – en vruchtenonderzoek en de pollenanalyse worden gezien als een
belangrijke bron om de archeologische kennis aan te vullen. Reeds in het verleden
heeft de KLAD geïnvesteerd in dergelijk onderzoek (zie KLAD jaarverslag 2004). Ook
tijdens 2005 werden stalen van verschillende sites binnen gegeven voor onderzoek.
Hiervoor werd de Archeologische Dienst Waasland (ADW) aangeschreven. Hij
voerde een zaden – en vruchtenonderzoek, een pollenanalyse en een
houtskooldeterminatie uit op stalen uit de drenkpoel van Knesselare Kouter (zie
KLAD jaarverslag 2004) en op een brandrestengraf van de site uit DNZ HDW 04 te
St. Martens – Leerne (Deinze). Een definitief rapport wordt verwacht begin 2006.
In 2005 werden ook twee houten objecten gerestaureerd. Het gaat om een panfluit
en een stemschroef van een snaarinstrument uit een Romeinse waterput die werd
opgegraven door de Gentse Universiteit te Aalter Loveld. Deze stukken waren terug
gevonden in de kelder. Conservering en restauratie waren noodzakelijk om deze
unieke stukken voor verder verval te behoeden. De KLAD heeft de kosten van de
conservering en restauratie op zich genomen en krijgt daarvoor deze stukken van de
Gentse Universiteit in permanente bruikleen.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
27
Voor de restauratie werden verschillende restaurateurs aangesproken. Uiteindelijk
werden de stukken afgegeven bij Restaura van Jo Kempkens en Ton Lupak (Haelen,
Nederland).
Beide stukken konden al tentoongesteld worden op Openmonumentendag 2005 te
Aalter .
De eventuele bestelbonnen en/of de facturen vindt u in bijlage.
6.7 Publiekswerking
De Kale – Leie Archeologische Dienst besteedde in 2005 zeer veel aandacht aan
publiekswerking. Daarbij werd zowel gewerkt aan initiatieven voor het ruim als voor
een wetenschappelijk publiek.
6.7.1 Nacht van de Geschiedenis
Voor de Nacht van de Geschiedenis op 2 maart
2005 werd in de kerk van Poesele (Nevele) een
kleine tentoonstelling gehouden over de productie
van middeleeuwse vloertegels. Daarbij werden
verschillende tegels tentoongesteld die er vroeger bij werkzaamheden aldaar
gerecupereerd werden.
6.7.2 Erfgoeddag
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
28
Voor Erfgoeddag 17 april 2005 werden gelijkaardige tentoonstellingen over de
werking en recente vondsten van de KLAD opgesteld in Aalter en in Knesselare.
6.7.3 Openmonumentendag
Op Openmonumentendag 11 september 2005 was de KLAD aanwezig in de
Gemeenten Aalter, Deinze en Knesselare met een tentoonstelling over de informatie
die archeologen uit vergaan en niet vergaan hout in archeologische context kunnen
halen. Daarvoor werd in Aalter de gerestaureerde panfluit en stemschroef
tentoongesteld.
6.7.4 Pers
De onderzoeken en vondsten van Aalter Warande, Lovendegem Kerk, Knesselare
Kouter en Aquafin en de grafkelders aan Lovendegem Kerk werden voorgesteld aan
de pers. Dit mondde uit in artikels in de verschillende grote kranten en lokale bladen
(Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad/Het volk, Passe Partout, enz).
Daarnaast maakte de lokale televisie AVS zendtijd vrij voor de vondsten aan
Lovendegem Kerk en Knesselare Kouter.
6.7.5 Wetenschappelijke publicaties
Er komt een vondstmelding van de resultaten van de IJzertijdkuil van Aalter Warande
in Lunula 2006.
De resultaten van de opgravingen van Knesselare Kluize en Merendree
Molenkouterslag zijn grotendeels verwerkt en worden in in Archaeologia Mediaevalis
2006 gepubliceerd.
De vondsten en resultaten van de site van Aalter Brug Noord worden herbekeken
tijdens 2006.
De Romeinse vondsten van de opgravingen Knesselare Kouter en Knesselare
Aquafin zullen voorgesteld worden op Romeinendag 2006.
6.7.6 Schoolwerking
Voor de tweede keer gaf de KLAD een presentatie voor 2 klassen uit het 5de
studiejaar van de Vrije Gemengde Basisschool van Bellem (Aalter).
6.7.8 Website en nieuwsbrieven
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
29
Eén van de eerste taken van intergemeentelijke archeoloog J. Hoorne was het
ontwikkelen van een website. Johan Hoorne kon vrij snel de nodige gegevens van de
KLAD omvormen tot een mooie website. Deze is sinds december 2005 online op
www.deklad.be. Tijdens 2006 zal deze website aangevuld worden met de nieuwste
resultaten.
Daarnaast wordt er gewerkt met een systeem van nieuwsbrieven om de laatste
vondsten aan de geïnteresseerden en de pers te verspreiden. Voor 2005 kwamen er
nieuwsbrieven van de grafkelders aan Lovendegem Kerk, de boomstamwaterput van
Knesselare Aquafin Zone II en Knesselare Zone I.
7 Toekomstplannen KLAD
7.1 Uitbreiding van de regio
Tijdens 2005 werd terecht opgemerkt dat een nog groter werkgebied onmogelijk valt
op te volgen door één intergemeentelijk archeoloog. Tijdens 2005 werd een tweede
intergemeentelijk archeoloog aangenomen die in 2006 full-time zal werken.
Tijdens 2005 werden ook de gemeenten Eeklo, Maldegem en Zomergem gevraagd
om toe te treden tot de KLAD. Momenteel zijn de gemeenten Eeklo en Zomergem –
vooral wegens budgettaire redenen – niet geneigd toe te treden tot de KLAD. De
gemeente Maldegem gaf nog geen antwoord.
Aangezien 2006 een verkiezingsjaar is, verwachten we geen verandering in deze
situatie. Mogelijk zullen gesprekken met nieuwe gemeenten pas resultaat hebben na
de verkiezingen. Dan zal niet enkel gekeken worden naar een uitbreiding binnen het
Meetjesland maar zullen ook gesprekken met St. Martens – Latem en Zulte
aangeknoopt worden.
7.2 Inventarisatie
De KLAD zal de gegevens van prospecties en onderzoek uit 2005 doorgeven aan de
CAI.
Tevens zal er in 2006 tijd vrij gemaakt worden om nieuwe gegevens (via
veldprospecties, onderzoek, literatuur, …) te verzamelen en reeds ingevoerde
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
30
gegevens te controleren. De planning zal vooral uitgevoerd worden in het kader van
de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen.
We merken hierbij wel op dat door de huidige landbouwactiviteiten de akkers slechts
een korte tijd meer braak liggen. Vele velden worden ook voor de winter ingezaaid of
de stoppels (graan en mais) blijven staan tegen erosie. Hierdoor is de tijd om
veldprospecties uit te voeren zeer beperkt.
Daarnaast zal de KLAD verder werken aan de kaarten met de gevoelige
archeologische zones in de regio.
7.3 Werfcontroles
De KLAD zal in 2006 instaan voor de werfcontroles in de regio. Aangetroffen werven
zullen in samenspraak met de bouwheren en/of aannemers bezocht worden. Omdat
het niet mogelijk is een groot gebied van Deinze tot Evergem te doorkruisen op zoek
naar werven hoopt de KLAD vooral op de blijvende aanvoer van informatie over de
aanvang van de werven, in eerste instantie vanuit de gemeentelijke technische
diensten, maar ook vanuit de Beheerscel Archeologie van de Afdeling Monumenten
en Landschappen.
Er zal een lijst van gecontroleerde werven opgemaakt worden en bijgevoegd worden
in het jaarverslag 2006.
7.4 Prospecties met ingreep in de bodem en opgravingen
De KLAD plant in de eerste helft van 2006 reeds prospecties met ingreep in de
bodem op de uitbreiding van het kerkhof te Aalter, de verkaveling Huysman in de
Damstraat te Vosselare (Nevele) en zal betrokken zijn bij het onderzoek in het
Kluizendok, grondgebied Evergem.
Vele andere bouwprojecten kregen tijdens 2004 en 2005 een archeologisch advies
mee. Verschillende van deze werken zullen vermoedelijk van start gaan tijdens 2006.
We denken daarbij aan de projecten van Aalter Aalter – Poeke heraanleg dorpskern,
Deinze Stijn Streuvelstraat , Evergem Guldensporenlaan en Hoge Wal, Knesselare
Urselseweg en Onderdaele, Lovendegem Bredestraat en Schoordam, enz.
Jaarverslag 2005 Kale – Leie Archeologische Dienst
31
Daarnaast houden we ook rekening met de start van enkele grote projecten zoals
Aalter Woestijne en de voortzetting van de projecten Evergem De Nest en Evergem
Kluizendok. Deze zullen in samenwerking met de Provincie Oost-Vlaanderen en de
Gentse Universiteit worden aangepakt.
7.5 Natuurwetenschappelijk onderzoek
De KLAD zal in de begroting van 2006 een post voorzien voor
natuurwetenschappelijk onderzoek. De archeologisch vondsten van 2005 en 2006
zullen uitwijzen aan welk onderzoek behoefte is.
7.6 Publiekswerking
Ook in 2006 wil de KLAD veel aandacht schenken aan publiekswerking. Daarom zijn
er al afspraken gemaakt om aanwezig te zijn op de Nacht van de Geschiedenis,
Erfgoeddag en Openmonumentendag.
Op de Nacht van de Geschiedenis zal in samenwerking met de Bibliotheek van
Knesselare een tentoonstelling en een lezing gehouden worden over de recente
vondsten in Knesselare
Er zijn nog geen concrete aanvragen van gemeenten aan de KLAD om mee te
werken aan erfgoeddag 2006. Het thema is in Kleur.
Vermoedelijk zal de KLAD deelnemen aan de Openmonumentendag 2006. Er zijn
echter nog geen concrete aanvragen.
Tijdens 2006 zal er tijd vrij gemaakt worden om de gegevens van de onderzoeken uit
2004 en 2005 verder te verwerken en artikels te schrijven die zowel in de
wetenschappelijke als de heemkundige bladen kunnen verschijnen.
Er zal tevens verder gewerkt worden aan de website en aan de Nieuwsbrieven.