Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos

117
Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos? Een empirisch onderzoek onder jongeren uit Amsterdam Nieuw‐West naar de waardering voor en het begrip van cultureel erfgoed in hun omgeving. W.V. de Vries

Transcript of Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos

Cultureelerfgoed:

waardevolofwaardeloos?

EenempirischonderzoekonderjongerenuitAmsterdamNieuw‐Westnaardewaarderingvoorenhetbegripvancultureelerfgoedinhunomgeving.

W.V.deVries

Cultureelerfgoed:

waardevolofwaardeloos?

EenempirischonderzoekonderjongerenuitAmsterdamNieuw‐Westnaardewaarderingvoorenhetbegripvancultureelerfgoedinhunomgeving.

W.V.deVriess1412795

Scriptiebegeleiders:dr.P.Holthuisendr.B.P.vanHeusden

Master‐scriptieKunsten,CultuurenMedia

RijksuniversiteitGroningenAfstudeerrichtingKunsteducatie

Amsterdam1maart2010

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

Samenvatting

Cultureelerfgoedispopulair.Ditblijktnietalleenuithetgemakwaarmeeditbegripwordtgebruikt,

uit de talloze initiatieven vanuit (particuliere) erfgoedorganisaties en overheidsinstellingen op het

gebied van cultureel erfgoed, maar ook uit de toegenomen belangstelling onder de Nederlandse

bevolking voor cultureel erfgoed. De vraag nu is of er van deze populariteit ook sprake is onder

jongeren.InditempirischonderzoekisgekekenofjongerenuitAmsterdamNieuw‐Westwaardering

voor en begrip van het cultureel erfgoed in hun omgeving hebben. Cultureel erfgoed is hierbij

onderverdeeldinmonumenten,cultuurlandschapenarcheologie.Aanditonderzoekhebbenintotaal

175 jongeren deelgenomen van autochtone, Marokkaanse, Turkse, Surinaamse/Antilliaanse/

Arubaanseenoverigeafkomst.Dejongerenzatentijdensdeafnamevanhetonderzoekinklas2of3

vanhetvmbo‐b&k,vmbo‐t,havoenvwovandescholenComeniusLyceum,HervormdLyceumWest

en Westburg College. Onder de jongeren is getoetst of de variabelen geslacht, etniciteit,

opleidingsniveau, school en klas invloed hebben op de waardering en het begrip van cultureel

erfgoed. In een vragenlijst is, door middel van 28 afbeeldingen, aan de jongeren gevraagd welk

cultureel erfgoed volgens hen het meest waardevol is. Het religieus erfgoedmet een islamitische

functie en voorbeelden van cultureel erfgoed met een groene uitstraling en recreatief karakter

blijken hetmeest populair te zijn. Het begrip van cultureel erfgoed is getoetst door na te gaan of

jongeren bekend zijn met de begrippen monument, cultuurlandschap, archeologie, erfgoed en

cultureel erfgoed. De begrippen monument en archeologie blijken bij meer dan de helft van de

jongerenbekendtezijn.Hetbegripcultureelerfgoedishetminstbekendonderdejongeren.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

Dankwoord

Hoewel het afronden van je studie voornamelijk iets is dat je alleen moet doen, is er een aantal

mensendie ik speciaalwilbedanken.Zonderhunhulpwashetmijniet geluktomdeze scriptie te

voltooien.

BinnendeRijksuniversiteit Groningenwil ik graagmijn begeleiders dr. P.Holthuis endr. B.P. van

Heusden bedanken voor hun kritische blik en inspirerende woorden. Irma Enklaar van

Architectuurcentrum Amsterdam en Inez Weyermans en Paul Nieuwenhuizen van Bureau

Monumenten&Archeologiedankikvoordemogelijkheidomditonderzoekaantekunnensluitenop

heteducatieveprojectDe4windstrekenvanAmsterdam.Daarnaastwil ikMarijkeKraft (Comenius

Lyceum),SylviaHolwerda(HervormdLyceumWest)enJeanetteJansenHendriks(WestburgCollege)

bedanken voor hun gastvrijheid op de scholen. De leerlingen die hebben deelgenomen aan het

onderzoekdankikvoorhuninzet.

Totslotbedankikmijnouders,Dennisenvriendenvoorhunpositievewoordeneneindelozegeduld.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

InhoudsopgaveInleiding 71 Theoretischkaderenhypothesen 12 1.1 Cultureelerfgoed:eenbreedbegrip 12 1.2 HetgebruikvanhetbegripNederlandsecontext 13 1.3 Hetbegriponderverdeeld 15 1.4 ErfgoedonderwijsinNederland 17 1.5 Belangstellingvoorcultureelerfgoedonderjongeren 21 1.6 Waarderingvoorcultureelerfgoed 23 1.7 Hypothesen 27 1.7.1 Monumenten 27 1.7.2 Cultuurlandschap 28 1.7.3 Archeologie 29 1.7.4 Erfgoedencultureelerfgoed 292 Methodeenmaterialen 30 2.1 Heteducatieveproject 30 2.2 Nieuw‐West 30 2.3 Onderzoeksgroep 32 2.4 Design 34 2.5 Instrumentatie 34 2.5.1 Onafhankelijkevariabelen 35 2.5.1.1 Geslacht 35 2.5.1.2 Etniciteit 35 2.5.1.3 Generatie 35 2.5.1.4 Opleidingsniveau 36 2.5.1.5 School 36 2.5.1.6 Klas 36 2.5.2 Afhankelijkevariabelen 36 2.5.2.1 Waardering 36 2.5.2.2 Begrip 39 2.6 Afname 39 2.7 Verwerkinggegevens 403 Resultaten 41 3.1 Waardering 41 3.1.1 Waardeoordeelleerlingenafbeeldingencultureelerfgoed 42 3.1.1.1 Geslacht 42 3.1.1.2 Etniciteit 43 3.1.1.3 Generatie 44 3.1.1.4 Opleidingsniveau 45 3.1.1.5 School 46 3.1.1.6 Klas 47

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

3.1.2 Top5cultureelerfgoed 48 3.1.2.1 Geslacht 49 3.1.2.2 Etniciteit 50 3.1.2.3 Generatie 52 3.1.2.4 Opleidingsniveau 54 3.1.2.5 School 57 3.1.2.6 Klas 58 3.1.3 Verklaringtop5cultureelerfgoed 58 3.1.3.1 Geslacht 61 3.1.3.2 Etniciteit 61 3.1.3.3 Generatie 62 3.1.3.4 Opleidingsniveau 64 3.1.3.5 School 65 3.1.3.6 Klas 65 3.1.4 Waardeoordeelleerlingenoudversusnieuwcultureelerfgoed 66 3.1.5 Bewarenvoordetoekomst 67 3.1.5.1 Geslacht 69 3.2 Begrip 70 3.2.1 Monument 71 3.2.2 Cultuurlandschap 72 3.2.3 Archeologie 73 3.2.4 Erfgoed 73 3.2.5 Cultureelerfgoed 74 3.2.6 Definitiemonument 75 3.2.7 Definitiecultuurlandschap 77 3.2.8 Definitiearcheologie 79 3.2.9 Definitieerfgoed 80 3.2.10 Definitiecultureelerfgoed 824 Conclusieendiscussie 83 4.1 Belangrijkstebevindingenwaarderingvoorcultureelerfgoed 83 4.2 Belangrijkstebevindingenbegripvancultureelerfgoed 86 4.3 Conclusieenaanbevelingen 87 4.4 Aanbevelingenverderonderzoek 89Noten 91Bibliografie 95BijlageI Vragenlijst BijlageII Codeboek

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

7

Inleiding

“Cultureelerfgoedhadooitdenaamstoffige,oudetroeptezijn.Tegenwoordigstaathetbekendalseenflitsende,uitdagende–aldannietinterculturele–schatkamervoorscholieren,diehoognodigmoet

wordenontdektenverkend.”1

Alswebovenstaand citaatmogengeloven is cultureel erfgoeddeafgelopen jarengetransformeerd

van stoffig en oud naar flitsend en uitdagend. Volgens Frans Grijzenhout, hoogleraar Cultureel

Erfgoed, restauratie en conservering aan de Universiteit van Amsterdam, is het begrip cultureel

erfgoed inmiddelsnietmeerwegtedenkenuitonstaalgebruik.Erfgoed isoveral.2Wellicht isdeze

populariteit mede tot stand gekomen door de talloze initiatieven die vanuit (particuliere)

erfgoedorganisatiesen landelijkeoverheidsinstellingenwordengeïnitieerd.Deafgelopen jarenzijn

ernamelijkdiverseprojectenenplannenontwikkeldomcultureelerfgoedmeeronderdeaandacht

tebrengeneneenduidelijkergezichttegeven.Hierbijvaltonderanderetedenkenaandebenoeming

vanCarlavanBoxtelalsbijzonderhoogleraarHistorischeCultuurenEducatiebijhetCentrumvoor

HistorischeCultuur(CHC)aandeErasmusUniversiteitRotterdam,hetverschijnenvandeCanonvan

NederlandendeontwikkelingvanhetNationaalMuseum inArnhem.Ook inhetcultuurbeleidvan

ministervanOnderwijs,CultuurenWetenschap,RonaldPlasterk,komthetbegripcultureelerfgoed

ruim aan bod. De vraag echter nu is of al deze initiatieven hun vruchten hebben afgeworpen. Is

cultureelerfgoedvoorjongerenzowaardevoldatzijhetineenschatkistwillenbewaren?Ofheefthet

voor hen geen waarde, waardoor het verwordt tot iets dat in de toekomst in de prullenbak

verdwijnt?

Aanleidingvanhetonderzoek

Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat cultureel erfgoed populair is. Het vormt een terugkerend

onderwerp op de politieke agenda. Vanuit erfgoedinstellingen wordt veel aandacht besteed aan

erfgoededucatieenookdeburgerzelfblijktmeerinteressetehebbenvooronscultureelerfgoed.In

Het bereik van het verledenwordt door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een overzicht

geboden van de ontwikkelingen in de belangstelling voor cultureel erfgoed. Hierbij zijn de vier

sectoren, die het rijksbeleid op het terrein van cultureel erfgoed onderscheidt, te weten musea,

monumenten,archeologieenarchievenaangehouden.3 Inallesectoren ishetaantalbezoekenover

deafgelopenjarentoegenomenofgelijkgebleven.Mensenindeleeftijdscategorie50‐64jaarblijken

over het algemeen hetmeest frequent een bezoek te brengen aan cultureel erfgoed.4Wat betreft

jongeren(12‐19jaar)ishetaantalbezoekenaankunstmuseain2003toegenomentenopzichtevan

1999.5Hetbezoekaanmonumentendoorjongeren(12‐19jaar)isdaarentegenin2003gedaaldtenopzichtevan1999.6 Inde leeftijdscategorie16‐19 jaar ishetarchiefbezoek indeperiode2003 ten

opzichtevan1999bijnaverviervoudigd.DezeforsestijginghoudtvolgenshetSCPverbandmethet

studiehuis in het voortgezet onderwijs en het studentactiverend onderwijs aan universiteiten.7

Helaas zijn er geen gegevens over het bezoek aan archeologie in de leeftijdscategorie 12‐19 jaar

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

8

beschikbaar,omdatdemetinghierbijvanaf25 jaarbegint.8Devraag isnuhoedezebelangstelling

voorhetverledenteverklarenis?

InhaaroratiesteltCarlavanBoxteldatdegroeiendeaandachtvoorerfgoedtemakenheeft

met “een algemene herleving van de historische belangstelling, maar ook met gevoelens van

onzekerheid en onbehagen als gevolg van globalisering, toenemende diversiteit en snelle

veranderingen.”9 Volgens Paul Holthuis, vakdidacticus geschiedenis aan de Rijksuniversiteit

Groningen, kan erfgoed in een steeds pluriformer wordende samenleving een rol spelen in de

vorming van sociale cohesie en burgerschapsvorming.10 Frank van Vree, hoogleraar journalistieke

cultuuraandeUniversiteitvanAmsterdam,vindterfgoedwaardevolomdathetonsdemogelijkheid

biedt de collectieve herinnering te organiseren en ons daarmee een identiteit kan verschaffen,

waardoordewereldomonsheenmeerzinenbetekeniskrijgt.11ElkeEnnen,associateprofessoren

lectorbijNHTVensenioradviseurerfgoedplanningbijADCHeritage, steltdaterfgoedeenrolkan

spelen inhetwelzijnvanmensen.“Heritage formspartofdaily lifeand influenceswelfaredirectly.

Manydifferentstudiessuggestthathistoricityaspectssuchasheritage,monumentsandremarkable

buildings are highly valued social well being indicators.”12 Hoewel deze verklaringen voor een

toegenomen belangstelling veelvuldigworden aangehaald, blijkt er in het geval van jongeren toch

een‘maar’tezijn.Uitonderzoekisnamelijkgeblekendathetvormenofbevestigenvanidentiteiteen

proces is dat zich in latere levensfasen sterker voordoetdan in eerdere.13 Zijn jongeren al bewust

bezig met het vormen van een identiteit en doen zij dit dan aan de hand van het omringende

cultureleerfgoed?

Uit het voorgaande blijkt dat er de afgelopen jarenmeer belangstelling is gekomen voor cultureel

erfgoed. Hetwoord verschijnt keer op keer, in geleerde publicaties, tijdschriften en kranten. Het

wordtmettoenemendgemakindemondgenomendoorpolitici,ambtenaren,museumdirecteuren,

archeologenenjournalisten.14Ondanksdezebelangstellingendepopulariteitvanhetbegrip,vraag

ikmijafofdezepopulariteitookonderjongerenleeft,watvoorbeeldzijhebbenbijditbegripenof

zijerfgoedwaardevolvinden.

OmhierininzichttekrijgenhebiktijdensmijnstagebijBureauMonumentenenArcheologie

(BMA)vandeGemeenteAmsterdameenexploratiefempirischonderzoekgedaannaarhetbeelddat

Amsterdamse jongeren bij het begrip cultureel erfgoed hebben. Aan dit onderzoek hebben drie

klassendeelgenomen(63leerlingen),tewetenhavo4,vwo4envwo5.Vandedeelnemendescholen

zijn er twee inOud‐Zuid gevestigd en één in deBijlmer. In het onderzoekwerd aan de leerlingen

doormiddel van een vragenlijst gevraagdwelke zaken volgens hen cultureel erfgoed zijn. Hierbij

werdonderscheidgemaakttussenarcheologischevondsten,documenteninarchieven,monumenten,

objecteninmuseaenlandschap.Uithetonderzoekblijktdatdejongerendocumentenuitarchieven

enmetnamelandschapnietzienalscultureelerfgoed.Daarnaastwerddejongerendoormiddelvan

stellingen gevraagd of zij cultureel erfgoed leuk, waardevol en leerzaam vinden en of zij het

daarnaastbelangrijkvindendatcultureelerfgoedbehoudenmoetblijven.Resultatenlietenziendat

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

9

hetmerendeel van de leerlingen het eens ismet de stellingen. Opvallend hierbij is dat demeisjes

positieverzijninhunwaardeoordeeldandejongens.15

Hoewel dit onderzoek gedeeltelijk een antwoord geeft op mijn vraag, zijn er door dit

onderzoek ook vele vragen bijgekomen en besef ikmij ten zeerste dat het begrip onder jongeren

minderpopulair isdanhierbovenwordtgesuggereerd.Vandaardat ikmetdebevindingenuitmijn

stage inmijn achterhoofd nogmaals onderzoekwilde gaan doen naar het begrip dat jongeren van

cultureelerfgoedhebbenendaarnaastinhoeverrezijditwaarderen.Hetonderzoekkonaansluiten

bij een educatief project inAmsterdamNieuw‐West vanBMAenArchitectuurcentrumAmsterdam

(ARCAM).Meerinformatiehierovervindtuindemethodeenmaterialen.

Onderzoeksvraag

Hoofdvraag

HebbenjongerenuitAmsterdamNieuw‐Westwaarderingvoorenbegripvanhetcultureelerfgoedin

huneigenomgeving?

Deelvragen

‐Watwordterverstaanonderhetbegripcultureelerfgoedenwelkgebruikkenthetbegrip?

‐VindenAmsterdamsejongerenuitNieuw‐Westhetcultureelerfgoedinhuneigenleefomgeving

waardevol?

‐Hebbendevariabelengeslacht,etniciteit,generatie,opleidingsniveau,schoolenklasinvloedophet

waardeoordeelovercultureelerfgoedonderdeAmsterdamsejongerenuitNieuw‐West?

‐ZijnAmsterdamsejongerenuitNieuw‐Westbekendmethetbegripcultureelerfgoedende

verschillendetypendiehierondervallen?

‐Hebbendevariabelengeslacht,etniciteit,generatie,opleidingsniveau,schoolenklasinvloedophet

begripvancultureelerfgoedonderdeAmsterdamsejongerenuitNieuw‐West?

Doelstellingenrelevantie

Cultureelerfgoedisvanuitverschillendedisciplineseenbelangrijkenterugkerendonderwerpopde

agenda.Hoewel hiervoor bleek dat cultureel erfgoed de afgelopen jaren een gedaanteverwisseling

heeftondergaan,blijktuitdemediadatvoorjongerenerfgoednogsteedseen‘muf,dufensuf’imago

heeft.16SchoefsenVanGenechtenmerkenopdathetbegriphelaasnogsteedsnietdeallureheeftvan

een exotischwenkend strandmetpalmbomenenwatmen zich zoalmeerdaarbij kanvoorstellen.

Het draagt volgens hen eerder het patina van vervlogen dagen, van iets dat zijn beste tijd nuwel

gehadheeft.17Kortom,hetwerkelijkeimagovancultureelerfgoedisnogsteedsnietduidelijk.

Het doel van voorliggend onderzoek is om inzicht te krijgen in de waardering die

AmsterdamsejongerenuitNieuw‐Westvoorcultureelerfgoedhebbenendaarnaasthetbegripdatzij

hiervanhebben.OmdatderesultatenvanditonderzoekeenspecifiekegroepAmsterdamsejongeren

representeert,dientditonderzoekgezienwordenalseenpilotonderzoek.Ditonderzoekkandienen

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

10

als uitgangspunt voor vervolgonderzoek waardoor meer inzicht in de waardering voor een het

begrip van cultureel erfgoed onderNederlandse jongeren in het algemeen verkregen kanworden.

Daarnaast hoop ikmet het inzicht een aantal aanbevelingen te doen voor hen die zich vanuit een

educatiefperspectiefbezighoudenmetcultureelerfgoed.Eenbeterinzichtindezewaarderingenhet

begripiszowelwetenschappelijkalsmaatschappelijkgezienrelevant.

Wetenschappelijkerelevantie

DebovenstaandegegevensvanhetSCPoverdebelangstellingvoorerfgoedzeggenweinigoverde

waarderingvoorenhetbegripvancultureelerfgoed.InNederlandisweinigonderzoekgedaanopdit

terrein.Hetonderzoekdatzichbezighoudtmetdewaarderingvanerfgoed,richtzichmetnameop

debelevingvanmonumenten.Hierbijkijktmennaardesocialebetekenisvanerfgoedenderoldie

erfgoedinhetwelbevindenvandemenskanspelen.18Ganzeboomheeftonderzoekgedaannaarde

waarderingvanmonumentalestraatbeeldeninUtrecht.Hierbijwerdeninwonersvandestadaande

handvan foto’s ondervraagdoverhunkennis van enwaardering voor een reeksmonumentale en

niet‐monumentale straatbeelden. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de waardering van

straatbeeldeninrelatiestondtotdegeschatteleeftijd.Voorveelmensenbleekouddusmooitezijn.19

Ditresultaatwordttegengesproken ineenonderzoekvanCoeterierdat ingaatopdebeeldvorming

vanhistorisch‐geografischerfgoed. Indezestudienaardebelevingvancultuurhistorischeobjecten

werden leken (mensenzondergrotekennisvanerfgoed) inDenBoschenomgevinggeïnterviewd.

Cultuurhistorische objecten werden in dit onderzoek onderverdeeld in bouwkundige en

archeologische monumenten en oude landschappen. Uit de resultaten bleek dat ouderdom geen

kwaliteitvoorlekenis.Eengebouwvan50jaaroudkanvoorhenookalcultuurhistorischwaardevol

zijn.Deouderdomvancultuurhistorischeobjectenspeeltdusweinig totgeen rol indebeleving. 20

Omdat deze bevindingen elkaar tegenspreken en er bij deze onderzoeken alleen volwassenen

werdenondervraagd,ishetvanuitwetenschappelijkperspectiefbelangrijkomeenduidelijkerbeeld

tekrijgenvandewaarderingvoorcultureelerfgoedonderjongeren.

Maatschappelijkerelevantie

Uithetvoorgaandeisgeblekendatcultureelerfgoedeenbelangrijkonderdeelvanhetdebatoverde

Nederlandseidentiteitvormt.VanuitDenHaagwordtdoorpoliticigepleitvoormeeronderwijsindit

onderwerp, omdat het een belangrijke bijdrage kan leveren aan burgerschapsvorming. Gedeelde

kennisvanonsverledenisvolgensBartonbelangrijkineendemocratischland,wantmensenmoeten

zichmet dat land verbonden voelen om zich voor het ‘algemeen belang’ te willen inzetten.21 Van

BoxtelsteltinhaaroratierededatineendemocratischlandalsNederlanderdiscussiehoorttezijn

over de vraag welke herinneringen en welk erfgoed demoeite waard zijn om door te geven aan

nieuwegeneraties.22Omdatdejeugddetoekomstheeft,denkikdathetvanuiteenmaatschappelijk

perspectief belangrijk is om jongeren in deze discussie te betrekken. Met andere woorden; er is

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

11

onderzoeknodignaardewaarderingdiejongerenhebbenvoorenhetbegripvancultureelerfgoed

omtekunnenbouwenaanidentiteitenburgerschapsvorming.

Leeswijzer

Om een antwoord op de hoofdvraag en deelvragen te kunnen formuleren zal in hoofdstuk 1 een

theoretisch kader gegeven worden. Hierbij zal ingegaan worden op de inhoud van het begrip

cultureelerfgoed,hetontstaanvanditbegripenhetgebruikervan.Aandehandvandezeinformatie

zaleendefinitiewordengeformuleerddie inhetonderzoekgehanteerdzalworden.Vervolgenszal

eenoverzichtgegevenwordenvanhetontstaanvanerfgoedonderwijsinNederlandendevormdie

dit vandaag de dag in het voortgezet onderwijs heeft. Ook zal er gekeken worden naar de

belangstelling voor cultureel erfgoed onder de Nederlandse bevolking. Tot slot zal het onderzoek

naardebeleving van cultuurhistorische objecten vanCoeterierwordenbehandeld.Dit theoretisch

kaderzaluiteindelijkleidentotenkelehypothesen.

Aansluitend zal aandacht besteed worden aan de gevolgdemethode en de onderbouwing

hiervan.Hierbijzaleenbeschrijvingwordengegevenvanheteducatieveprojectwaarditonderzoek

op aangesloten konworden, de onderzoeksgroep, het onderzoeksdesign ende instrumentatie. Tot

slotwordendeafnameenverwerkingvandegegevensbesproken.

In het hoofdstuk 3 zullen de verzamelde data geanalyseerd worden. Hiertoe zullen de

afhankelijkevariabelenwaarderingenbegripnaastdeonafhankelijkevariabelengeslacht,etniciteit,

generatie,opleidingsniveau,schoolenklaswordengelegd.

Tenslottezullen inhet laatstehoofdstukdebelangrijkstebevindingenopeenrijtjeworden

gezet,waaruitvervolgenseenconclusieenaanbevelingenvoortkomen.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

12

1 Theoretischkaderenhypothesen

“Erfgoedkentgeenafgebakendeinhoud.”23

“Cultureelerfgoediseenverzamelbegrip.”24

Hoewel het uit bovenstaande citaten onmogelijk lijkt om het begrip cultureel erfgoed concreet te

omschrijven, zal in dit hoofdstuk toch een poging worden gedaan een duidelijker beeld van het

begriptekrijgen.Hetontbrekenvaneenduidelijkbegrippenkader leidtnamelijktotverwarringen

daarnaastishetonmogelijkomzonderdefinitiehetbegripmeetbaartemaken.

1.1 Cultureelerfgoed:eenbreedbegrip

Erfgoedisdelaatstedecenniasteedspopulairderenomvangrijkergeworden.Indewestersewereld

verzamelenwevolgensDavidLowenthal,EmeritusProfessorofGeographyandHonoraryResearch

FellowaandeUniversityCollegeLondenenVisitingProfessorofHeritageStudiesaandeStMary’s

UniversityCollege,steedsmeererfgoedomonsheen.Steedsmeerobjectenkrijgenhetlabelcultureel

erfgoedopgeplakt.

“Allatonceheritageiseverywhere(…),Itisthechieffocusofpatriotismandaprimelureoftourism.Onecanbarelymovewithoutbumpingintoaheritagesite.Everylegacyischerished(…)thewhole

worldisbusylauding–orlamenting–somepast,beitfactorfiction.”25

“Heritagehasburgeonedoverthepastquarterofacenturyfromasmallélitepreoccupationintoamajorpopularcrusade.EverythingfromDisneylandtottheHolocaustMuseum,fromtheBalkanwarstottheNorthernIrishTroubles,fromElvismemorabiliatottheElginMarblesbearsthemarksofthecult

ofheritage.”26

Dat steeds meer zaken als cultureel erfgoed worden gezien beaamt ook Tim Copeland. “Today,

‘heritage’appearstoencompassamuchbroaderviewofevidencefromthepastwiththeinclusionof

activities,peopleandsiteswithnomaterialremainsbutsignificantliterature,legendandmyth.(…)

Thisindicatestheadditionofmore‘intangible’dimensionswithanemphasisonintellectualassets”.27

Hetbeperktzichdusnietenkeltotmateriëleobjecten,maarookimmateriëlezakenvallenonderhet

begrip. “Het gaat zowel om ‘hoge’ als om ‘lage’ cultuur, zowel om Michelangelo, Rubens en Le

Corbusieralsombaardmanskruiken,bakovensentrouwboekjes.Hetgaatookzowelomtastbareals

omniet‐tastbaredingen:manuscripten,oudefoto’senstandbeelden,maarookliedjesenverhalen.”28

Erfgoed is zeker geen statisch begrip, de inhoud van het begrip is voortdurend aan

veranderingonderhevig.InErfgoedindeklas.EenhandleidingvoorleerkrachtenvanHEREDUC,een

project gesubsidieerd vanuit de Europese Unie met als doel een overkoepelend project over

erfgoededucatieineenEuropesecontext,steltmendaterfgoedeenafspiegelingvanactiviteitenvan

hetverleden isdie in interactiestaanmetdedynamischecontextvanhetheden.Cultureelerfgoed

kan vanwege dit feit nooit een afgerond begrip zijn.29 Eigenlijk is het begrip dus nooit duidelijk

afgebakendgeweest.Alsindshetontstaanervan,zo’ntweeeeuwengeledententijdevandeFranse

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

13

Revolutie, ishetbegripcontinuinuitbreiding.HetontstaanvanhetbegripwordtdoorGrahame.a.

geplaatstineenperiodedatinEuropadenationalestatenontstondenengekoppeldaannationalisme

enRomantiek.Binnenditnationalisme,datbedoeldwasomdemensendiebinnendegrenzenvan

eenstaatwarensamengebracht toteen ‘volk’ tesmeden,kreegheterfgoedeenduidelijkeplaats.30

Vooral grote monumenten en de zogenoemde ‘hoge kunst’ speelden een belangrijke rol in de

legitimeringvandenatiestatenbijde creatievandebijbehorendenationale identiteit.Heterfgoed

diendeomhetvolkoptevoedenenburgerstrotstemakenophuneigenland.Ditresulteerdeindie

tijd in een nogal statische beeldvorming, waarbij het grootse en heldhaftige verleden, het

zogenoemde onderscheidend erfgoed, centraal stond. Tot aan de TweedeWereldoorlog werd het

begripineeninternationalecontextvooralgebruiktomonroerenderfgoedaantegeven.Hieronder

vielen oudemonumentendie pasten in de canons vande ‘hoge cultuur’ of vande volkscultuur en

sitesmeteenopmerkelijknatuurschoon.Hetgingmetnameomdatgenewatwijdirectentastbaar

vanonzevoorouderserfden.31

VooralonderimpulsvandeUnitedNationsEducational,ScientificandCulturalOrganization

(UNESCO) kreeg het begrip een steeds ruimere invulling. Deze organisatie kreeg als taak om “bij

gewapendeconflictenerfgoeddatwerdbeschouwd ‘alsvanbelangvoordewereld’, tebeschermen

tegen beschadiging of vernieling”.32 In eerste instantie ging het alleen om het archeologisch en

architectonisch erfgoed, en om museumcollecties. Sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw is het

conceptuitgebreidmethetroerenderfgoed.Vanafdetweedehelftvandejaren’70werddedefinitie

nogverderuitgebreid,ook immaterieelerfgoedwerdvanafdatmoment tothetbegripgerekend.33

HetimmateriëleerfgoedbehelstvolgensDillemansenSchrammehetontastbare:“debeoefening,de

voorstelling, de expressie, de kennis en vakkennis die gemeenschappen, groepen en individuen

belevenenerkennenalsonderdeelvanhuncultureelerfgoed.”34

Vandaagdedagbevindthetbegrip zich in eennieuwspanningsveld.Dit heeft enerzijds te

makenmet de globalisering die zorgt voor een toenemende uniformiteit en standaardisering van

cultuurfenomenen. Anderzijds is er op lokaal niveau, en Nederland is daar een zeer geschikt

voorbeeld van, sprake van diversiteit. Ditmengsel van globaal en lokaal, wat ookwel het glokale

wordtgenoemd,dwingtonser toeomweeropeenvernieuwendewijzemetonscultureelerfgoed

omtegaan.35

Ondanksdevoorgaandeschetsoverdealgemene internationaleontwikkelingvanhetbegrip ishet

tevensinteressantomspecifieknaarhetgebruikvanhetbegripinNederlandtekijken.

1.2 HetgebruikvanhetbegripinNederlandsecontext

Het brede gebruik van het begrippenpaar cultureel erfgoed is in Nederland pas enkele decennia

bekend, namelijk sinds1975 toenF.J.Duparc het in de titel van zijn overzichtswerk genaamdEen

eeuwstrijdvoorNederlandscultureelerfgoedopnam.Hetjaar1875heeftDuparcalsbeginpuntvande

strijd gekozen, omdat Victor Eugène Louis de Stuers in dat jaar tot referendaris van Kunsten en

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

14

WetenschappenbijhetministerievanBinnenlandseZakenwerdaangesteld.36Dezeaanstellinghad

DeStuersgrotendeelstedankenaanzijnartikel ‘Hollandopzijnsmalst’datnovember1873inhet

tijdschriftDeGidsverscheen.Hierinbekritiseerdehijopeenfelletoonengoedgedocumenteerdde

verwaarlozing van het nationale culturele erfgoed. Deze verwaarlozingwas volgens hem ontstaan

doordehoudingvandeoverheiddatkunstniettothettakenpakketvanhenzoubehoren.OmdatDe

Stuersvanmeningwasdatcultuurnietalleenaanparticulierenovergelatenkonworden,wenstehij

dan ook een actievere rol van de overheid wat betreft de bescherming van kunsten en

wetenschappen.37Uiteindelijkheeftdezeoproepzichinmaart1874vertaaldindevormingvanhet

CollegevanRijksadviseursvoormonumentenvanGeschiedenisenKunst.HetnegenkoppigeCollege

bestondonderandereuitCornelisFock (toenmaligburgemeestervanAmsterdamenoud‐minister

vanBinnenlandseZaken),ConradLeemans(destijdsdirecteurvanhetRijksmuseumvanOudheden),

PierreH.J.Cuypers(neogotischarchitectvanonderanderehetRijksmuseumenCentraalStation in

Amsterdam) en De Stuers zelf. De voorzitter van het College kreeg de taak te “waken voor de

belangen der schatkist, welke oudheidkundigen en kunstminnaars ligt geneigd zijn uit het oog te

verliezen”.38 Na het ontstaan bleek al snel dat er zodanig veel werk was dat een reorganisatie

noodzakelijkwas.Ditresulteerde,zoalshierbovengenoemd,in1875indeAfdelingvoorKunstenen

Wetenschappen, waar De Stuers gedurende een periode van 26 jaar op bijzondere wijze het

cultuurbeleidopeenstatelijkeeninstitutionelewijzeintensiveerde.39

HoeweluithetbovenstaandeduidelijknaarvorenkomthoeDuparcaanzijnbeginpuntvan

de strijd is gekomen, is ergeenevidente redenwaaromhijheeft gekozenvoorhetbegrippenpaar.

Waarschijnlijk heeft hij zich laten inspireren door de Engelse benaming (cultural) heritage of de

Fransebenamingpatrimoine(artistique).40Daarentegengeefthetoverzichtswerkweleenuitvoerige

omschrijvingvandatgeenwathijondermaterieelcultureelerfgoedverstaat,namelijk;

“alwathetverleden,ookhetallerjongsteverleden,aanculturelegoederenaanons,hetnageslacht,

heeftovergebracht.Hetbeperktzichvolstrektniettotvoorwerpenvankunstenkunstnijverheid,hoeeenessentieelelementdezeerookvanuitmaken.Evenminbeperkthetzichtothetgeenineigenlandofdoorlandgenotenisgemaakt;juisttegenwoordignudebewoondewereldsteedsmeerééngeheelaanhetwordenis,dientmenondercultureelerfgoedteverstaanwatdemensheidinhaargeheelheeft

voortgebrachtenaanons,mensenvanthans,heeftnagelaten.”41

WanneerwekijkennaardedefinitiedieDuparchierheeftgehanteerd,kangesteldwordendatdeze

zeer modern en vooruitstrevend is voor een op dat moment vrijwel nieuw begrip. Aspecten als

globaliseringenmulticulturaliteit zijnnamelijkalherkenbaar.HoeweldeomschrijvingvanDuparc

vernieuwendwas,werdhijwelalsnelgeaccepteerdengeïntegreerd.42Eenvoorbeeldhiervanisde

Directie Cultureel Erfgoed (voorheen Directie Beleidszaken Cultuurbeheer) binnen het ministerie

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Maar ook bij talloze andere instellingen en

organisatiesishetbegripindenaamgeïntegreerd,denkbijvoorbeeldmaaraandeerfgoedhuizenen

deRijksdienstvoorhetCultureelErfgoed(voorheenRijksdienstvoorArcheologie,Cultuurlandschap

enMonumenten).ZoalsdeoudenaamvandeRijksdienstvoorhetCultureelErfgoedalaangafricht

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

15

dezedienstzichoparcheologie,cultuurlandschapenmonumenten.Ditzijnalleenvoorbeeldenvan

materieelerfgoed,maarzoalsuithetvoorgaandealblijktishetbegripruimer.Hieronderzalinzicht

wordengebodenindeverschillendeverschijningsvormendiehetbegripcultureelerfgoedkent.

1.3 Hetbegriponderverdeeld

InErfgoed:DegeschiedenisvaneenbegripsteltFransGrijzenhoutdathetwoorderfgoedvanoudsher

tweehoofdbetekenissenkent,tewetendemateriëleenimmateriëlebetekenis.43Zoalsdenaamvan

deeerstebetekenisaldoetvermoeden,hebbenweinditgevalvaaktemakenmettastbareobjecten

encreaties.Hierbijvalttedenkenaanstatischeentastbarevoorwerpenzoalsobjecteninmusea,de

inventaris van een archief, gebouwde monumenten en bewaard gebleven elementen van een

historisch landschap. Ook minder statische en soms minder grijpbare voorstellingen en creaties

vallen onder deze eerste toepassing. Voorbeelden hiervan zijn literatuur, film, televisie, toneel en

muziek. Vandaag de dag wordt voor al deze voorbeelden met name het begrippenpaar cultureel

erfgoed gebruikt. In deze toepassing van het begrip is daarnaast de oorspronkelijke juridische

betekenisherkenbaar,namelijk“onvervreemdbaregoederendievangeslachtopgeslacht,vaakvan

vaderopzoon,moetenwordendoorgegeven.”44

De immateriële betekenis van het begrip, die overigens ook nu nog regelmatig wordt

gebruikt,heeftbetrekkingopdegeestelijkeerfenisvaneendenkerofkunstenaar,bepaaldetradities

binneneenfamilie,stamofgeloofofhetgeheelvannormen,waardenencultureleprestatiesvaneen

hele cultuur. Deze benadering is ten opzichte van de materiële betekenis veel ruimer en meer

filosofisch van aard. De antieke gedachte wordt volgens Grijzenhout in Rembrandts schilderij

AristotelesmetdebustevanHomerusopeenzeertreffendewijzeverbeeld.45Hetbeeldvandedichter,

datstaatvoordegeestelijkeerfenisvandekunstenaar,heeftnamelijkeenbemiddelenderolomhet

erfgoed over te brengen op het nageslacht en om als inspiratiebron te kunnen dienen. Met dit

voorbeeld is overigensookopeenbondigewijzedeovergangvaneen immateriëlenaar eenmeer

materiële invulling van het begrip weergegeven. Namelijk van drager van geestelijk erfgoed

(bemiddelenderol)naareenmaterieelmuseaalobjectdatopeenanderewijzewordtgewaardeerd.

Dezeovergangvaneenimmateriëlenaareenmateriëletoepassingisoverigensbetrekkelijkrecent.46

Dat er vandaag de dag nog steeds onderscheid wordt gemaakt tussen deze toepassingen

blijktuitdetypologievanHEREDUC.Naastmaterieelenimmaterieelerfgoedmakenzijechterbijde

eerstgenoemde ook nog onderscheid tussen het roerende en onroerende. Schematisch en met

voorbeeldenzietdateralsvolgtuit.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

16

Tabel1.Typologieerfgoed

TASTBAAROFMATERIEEL NIET­TASTBAAROFIMMATERIEELVerplaatsbaarof

roerendNiet­verplaatsbaarof

onroerendVoorbeelden:schilderijen,beelden,juwelen,relikwieën,munten,zegels,meubels,tapijten,boeken,foto’s,films,literatuurmuziekinstrumenten,documenten…

Voorbeelden:historischesites,historischesteden,monumenten,molens,landschappen,kanalen…

Voorbeelden:ambachten,technieken,rituelen,verhalen,gebruiken,recepten,feesten,talen,rites,overtuigingen,liederen,podiumkunsten,sportenenspelen…

Bron: Troyer,VeerledeenPatrickdeRynck.Erfgoedindeklas:eenhandboekvoorleerkrachten. Antwerpen/Apeldoorn:Garant,2005,13.Dezetypologieisookduidelijkterugtezieninenkeledefinitiesvanhetbegripcultureelerfgoed.De

definitiedieErfgoedNederland,hetlandelijkesectorinstituutvoorerfgoed,aanhoudtisdaarvaneen

voorbeeld.

“dedoorverschillendegeneratiesovergedragenmateriële(objecten)enimmateriële(verhalen)cultuuruitingenvaneensamenleving.Erfgoedisdaarmeecultureeldivers.Watvoordeenegroep

erfgoedis,hoeftdatvoordeanderegroepniettezijn.”47

EenandereveelgebruiktedefinitievanhetbegripisafkomstigvanHEREDUC.

“Alleuitingenensporenvanmenselijkehandelingenengedragingendiewijvanonzevoorgangersovergeleverdkregenenwaarwealsindividuofalssamenlevingeenbepaaldewaardeaanhechten.

(Misschienmoetenwezelfsdurvenzeggen:eenonbepaaldewaarde.)”48

Zoalsuitbeidedefinitiesblijktwordtdewaardevancultureelerfgoedbepaalddooreenindividuof

samenleving.Sporenuithetverledenhebbendusgeenwaardeopzichzelf,maarvormeneenklein

onderdeel van een groter geheel. Om zicht op dit geheel te krijgen is het van belang om naar de

contexttekijken. Inditonderzoekdienenwenaardeomgevingvandeschoolof leerlingtekijken.

HiskeLandsteltnamelijkinErfgoedonderwijs:klemtussenbestaandepraktijkenonvervuldebeloften?

daterfgoed“elementenenverschijnselenuithetverledenindedirecteomgevingvandeleerling”49

is.

Wanneerwenaardedirecteomgevingvande leerlingen inditonderzoekkijken,bevinden

weonsinAmsterdamNieuw‐West.Heterfgoeddathieraanwezigisenconcreettoepasbaarisvoor

het onderzoek is het materieel onroerend erfgoed. In het tweede hoofdstuk zal nader worden

ingegaanopdematerialenenmethodendiegehanteerdzijn.Echterzaleerstgekekenwordenofen

hoecultureelerfgoedinhetvoortgezetonderwijsinNederlandisvertegenwoordigd.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

17

1.4 ErfgoedonderwijsinNederland

Met de benoeming van Aad Nuis in augustus 1994 tot staatssecretaris van Cultuur behoorde de

ontwikkeling en implementatie vanhet vak cultuureducatie in het onderwijs voorhet eerst tot de

taken van het nieuwe ministerie van OCW. In zijn Uitgangspunten voor cultuurbeleid, dat als

voorbereiding diende op de cultuurnota Pantser of Ruggengraat, stelt Nuis zichzelf de vraag wat

cultuurvoordemensenmaatschappijkanbetekenen.Zijnantwoordhieropisdat“inhetalgemeen

(…)eengrondigeengevarieerdeculturelevormingmenseninstaat[zal]stellenzichmeereigente

maken [van] wat de wereld te bieden heeft.”50 Vervolgens wijst hij ons erop dat cultuur op

verschillende wijzen in een samenleving kan functioneren. Enerzijds kan het als middel worden

gebruiktomjeteonderscheidenvananderegroepen,watkanleidentot“eenpantsertegeneenals

vijandig ervaren buitenwereld.”51 Anderzijds kan men zijn of haar verkregen culturele bagage

gebruiken om het debat aan te gaanmet andersdenkenden,waarbij er van identiteitsverlies geen

sprake is. Het cultureel bewustzijn leidt in dit geval tot een ruggengraat.52 Om cultuur als een

ruggengraattekunnenlatenfunctionerensteldeNuisdatdeoverheidaandezeontwikkelingmoest

bijdragen.Zijncultuurbeleidmoestvooralbijdragenaanhetbesefvannationaleidentiteitenaande

cohesieensolidariteitineenmulticulturelesamenleving.Omhouvasttebiedenineenmulticulturele

samenleving was het volgens hem van groot belang om de wortels en tradities van het land te

kennen.53 Voor de vorming van het nationale identiteitsbesef stelde hij dan ook voor D’Ancona’s

Deltaplan voor het cultuurbehoud in aangepaste vorm voort te zetten en achterstanden in de

monumentenzorgtebestrijden.OokdiendedewaardevandeNederlandsetaalbenadruktteworden

doorverbeteringvandetaal‐enschrijfvaardigheidenwerdzoalseerdergenoemddeontwikkeling

en implementatie van het vak cultuureducatie voorgesteld.54 Volgens Nuis zouden jongeren door

middelvanditvak‘inhetzadel’geholpenmoetenworden.Zijzoudendaarbijuithet‘overstelpende

aanbod’moet leren ‘kiezenwatnuttig isenwatniet.’55Hetvoorstelwerdgeconcretiseerd in1996

methetuitkomenvandenotitieCultuurenSchool.Uitdeonderstaandebeginwoordenvandenotitie,

die tegelijkertijd verscheenmet de cultuurnota, blijkt dat cultuur en onderwijs onlosmakelijkmet

elkaarverbondenzijnenweerondergebrachtzijnbinnenéénministerie.

“Cultuurenonderwijszijngeengescheidenwerelden.Zijzijnonverbrekelijkmetelkaarverbonden.Zijstimulerenenbeïnvloedenelkaar.”56

Nuis en Netelenbos (staatssecretaris van Onderwijs) wilden met de notitie het draagvlak voor

cultuureducatie in het onderwijs versterken. Cultuureducatie omvat in hunogen “alle vormen van

educatie waarbij kunst, bijvoorbeeld beeldende kunst, audiovisuele kunst, letteren, dans, drama,

muziek en hetmateriële culturele erfgoed als doel of alsmiddel worden ingezet. Cultuureducatie

omvat een actieve en een receptieve component.”57 De notitie was bedoeld voor het primair

onderwijs,voortgezetonderwijsencultureleinstellingenenrichttezichopdrieterreinen.Alseerste

was dit de onderwijsinhoud, waarbij cultuur een facet dient te worden van het hele

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

18

onderwijsprogramma. Scholen werden er bewust van gemaakt dat zij het onderwijsprogramma

kondenverrijkendoorgebruik temakenvandeexpertise enproductenvan culturele instellingen.

Tentweedekwamhetklimaatvandeschoolaanbod.Cultuurkaneenbelangrijkebijdrageleveren

aaneengoedschoolklimaat.Ditschoolklimaatiseenvoorwaardevoordepersoonlijkeontwikkeling

vanleerlingen.Ineengezondschoolklimaatisaandachtvoordecultureleachtergrondvanleerlingen,

huninteressesenleefwereld.Totslotwerderaandachtbesteedaandeoriëntatieopdeomgeving.De

taak van het onderwijs is om leerlingenwegwijs temaken in hun omgeving. Aangezien cultuur in

iedereomgevingvertegenwoordigd is,dientmenraakvlakken tussendecultureleomgevingenhet

onderwijsincurriculaenmethodenaantescherpen.58Naastdeterreinenwerdenerfgoed,vmboen

culturelediversiteitalsprioriteitengeformuleerd.Menhadvoordezeprioriteitengekozenomdater

totdantoeeenrelatieveachterstandinaanbodvoorscholenopdezegebiedenbestond.59

Dit alleswerd in 1998met de invoering van de tweede fase (dezewerd daadwerkelijk in

1999 ingevoerd) vertaald inhet vakCulturele enKunstzinnigeVorming (CKV).Aanvankelijkwerd

één kunstvak geïntroduceerd (CKV 1) in de bovenbouw van het havo en vwo. Naast een nieuwe

structuurvanhetonderwijs,tewetendekeuzeprofielen,brachtdetweedefaseeennieuwedidactiek

met zich mee. Bij deze didactiek, genaamd het studiehuis, moesten leerlingen actiever en

zelfstandigerleren.60DitisookduidelijkterugtezienindealgemenedoelstellingvanCKV1dieals

volgtluidt.

Dekandidaatkaneengemotiveerdekeuzemakenvoorvoorhembetekenisvolleactiviteitenophetgebiedvankunstencultuur,opgrondvan:­deervaringmetdeelnameaancultureleactiviteiten;­kennisvankunstencultuur;­praktischeactiviteitenophetgebiedvaneenofmeerkunstdisciplines;­dereflectiedaarop.61

Het vak CKV 1 werd een verplicht vak in het profiel Cultuur en Maatschappij (C&M). Op het

gymnasiumwerd de klassieke variant gegeven, genaamd Klassieke Culturele Vorming (KCV). Een

jaar laterwerd in ditzelfde profiel het vak CKV 2, 3 geïntroduceerd. CKV 2 is een theoretisch vak

waarbij alle kunstdisciplines bestudeerd worden en wat gezien kan worden als algemene

cultuurgeschiedenis.CKV3isdaarentegenpraktischvanaardenbiedtverdiepingineenspecifieke

kunstdiscipline.Scholenkondenkiezenditvakverplicht in tevoeren inhetprofielC&Mofomeen

overgangsprofiel aan te biedenmet het oude stijl kunstvak (tekenen, handvaardigheid en textiele

werkvormen (tehatex) en muziek) als keuzevak in het profiel C&M. In 2003 werd het vak CKV

ingevoerdophetvmbo.62

Omdat er al snel weerstand kwam tegen de te hoge studielast, teveel vakken en teveel

zelfstandigheidvoorde leerlingbijde tweede fase,werdeen jaarna invoeringal kleinonderhoud

gepleegd. Voor de kunstvakken gold onder meer dat op scholen waar CKV 2, 3 als verplicht vak

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

19

ingevoerdwas,ditvaknuookalskeuzevakaangebodenmochtworden.Daarnaastwerdhetcentraal

examenvoorCKV2vervangendooreenschoolexamen.63

OmdaterverwarringontstondtussendenamenCKV1enCKV2,3gingendekunstvakkenin

2007nogmaalsopdeschop.ErwerdbeslotenhetvakCKV1vanafaugustus2007CKVtenoemen.

VoorCKV2,3werddenaamKunstvoorgesteld,waarbijKunstAlgemeenstondvoorCKV2enKunst

beeldend, dans, dramaofmuziek voorCKV3. Verdermogen scholen zelf kiezenof zeCKVofKCV

aanbieden.64

Voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs is geen specifiek kunstvak ingericht. Scholen

stellenhetonderwijsprogrammasamenaandehandvandedoorOCWopgesteldekerndoelen.Deze

58kerndoelenzijnper1augustus2006vankrachtenbeschrijven inzeven leergebieden(ookwel

domeinen genoemd) wat leerlingen nodig hebben voor persoonlijk, maatschappelijk en

beroepsmatigfunctioneren.DezevendomeinenzijnNederlands,Engels,Wiskunde,MensenNatuur,

Mens en Maatschappij, Bewegen en Sport en Kunst en Cultuur.65 Stichting Leerplanontwikkeling

Nederland(SLO)omschrijftdekarakteristiekenvanditlaatstedomeinalsvolgt.

“InhetleergebiedKunstenCultuurverdiepenenverbredenleerlingenhunkennismakingmet

kunstzinnigeenanderecultureleuitingen.Zijverkennenenexplorerendaarbijhuneigenproductievemogelijkheden.Zelerenbovendienoogkrijgenvoorkunstzinnigeenculturelediversiteitinde

Nederlandsesamenlevingendediverseculturenindewereld.”66

Het domein sluit aan op de kerndoelen van het leergebied Kunstzinnige oriëntatie dat in het

basisonderwijs van kracht is. Hierdoor vindt er een verdere uitwerking van de aandacht voor

literaireexpressie,hetcultureelerfgoed,derelatietussenkunstuitingenenhetdagelijksbestaaninal

zijn culturele diversiteit plaats. Daarnaast zijn in de kernvaardigheden en kerndoelen duidelijk

overeenkomsten te herkennen met de algemene doelstelling van CKV 1, waardoor een aanzet is

gegevenvooreendoorlopendeleerlijn.Intotaalzijninditdomeinvijfkerndoelen(kerndoel48t/m

52)omschreven.Perkerndoeliseenzogenoemdekernvaardigheidtoegekend.Dekerndoelenmetde

daarbijpassendekernvaardighedenzijnhieronderschematischweergegeven.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

20

Tabel2.Kerndoelenenkernvaardigheden

Bron: Rass,Astrid.ConcretiseringvandekerndoelenKunstenCultuur.KerndoelenvoordeonderbouwVO. Enschede,april2007.StichtingLeerplanontwikkeling.<http://www.slo.nl/downloads/archief/ concr_KenC.pdf/>(geraadpleegdop10oktober2009),7.Hoeweluithetbovenstaandeblijktdaterdeafgelopenjarenbeleidsmatigwerdgepoogdomeenvak

cultuureducatieoptezetten,waarinzoweldekunstenalscultureelerfgoedbeidevertegenwoordigd

zijn,blijktuitdepraktijkdatmetnamedekunstencentraalstaan.UitdepublicatieErfgoedonderwijs

inonderwijsleersituaties,dieverscheenindeReeksCultuur+Educatie,blijktdaterfgoededucatietot

opdedagvanvandaagnogsteedsgeenduidelijkepositiebinnenhetvoortgezetonderwijsheeft.67

Ondanksverschillende initiatieven,zoalsbijvoorbeelddeontwikkelingvanBureauErfgoedActueel

omerfgoededucatiemeer inhoudtegevenenhetopdevoorgrondteplaatsen, iserfgoedonderwijs

nogsteedsnietstructureelopgenomeninhetonderwijscurriculum.Ditblijktbijvoorbeeldookuitde

publicatie Cultureel erfgoed – Uitleg over de inhoud en betekenis van Cultureel erfgoed binnen de

beeldende vakken. Binnen het onderwijs heeft aandacht voor cultureel erfgoed een weinig

substantieelenzeertoevalligkaraktersteltmen.68Indezepublicatiewordtvoordocentendanook

een aantal handvatten ontwikkeld om cultureel erfgoed in het eigen programma op te kunnen

nemen. Holthuis pleit aan het einde van zijn artikel voor een structurele opname als (voorlopig)

einddoel.69 Ook is hij vanmening dat erfgoedonderwijs een verplicht vakoverstijgend thema voor

projectweken, sectorwerkstukken en profielwerkstukken dient te zijn. Wanneer men deze

einddoelen gaat uitwerken zal dit enkele consequenties voor de schoolorganisatie, het beleid en

overigeorganisatieshebben.Alseerstedienenscholendancontactenteleggenenonderhoudenmet

erfgoedinstellingen.Lerarendienen(na)geschooldtewordeninerfgoedonderwijs,wateentaakzal

moetenwordenvanlerarenopleidingenenandereinstellingen.Daarnaastdienenmetbetrekkingtot

heterfgoedonderwijsspecifiekecompetentiesontwikkeldteworden.Roostertechnischdientruimte

ontwikkeld te worden voor erfgoedonderwijs en men dient al in een vroeg stadium van het

voortgezet onderwijs aandacht te besteden aan erfgoedproblematiek. Tot slot dienen scholen

mogelijkheden te bieden en te ontwikkelen wat betreft het vervaardigen van originele en

aansprekendepresentaties.70Holthuismerktaanheteindeopdatdezeinvoeringnietvandeeneop

Kerndoel Kernvaardigheid48.Deleerlingleertdoorhetgebruikvanelementairevaardighedendezeggingskrachtvanverschillendekunstzinnigedisciplinesteonderzoekenentoetepassenomeigengevoelensuittedrukken,ervaringenvastteleggen,verbeeldingvormtegevenencommunicatietebewerkstelligen.

Produceren

49.Deleerlingleerteigenkunstzinnigwerk,alleenofalsdeelnemerineengroep,aanderdentepresenteren.

Presenteren

50.Deleerlingleertopbasisvanenigeachtergrondkennistekijkennaarbeeldendekunst,teluisterennaarmuziekentekijkenenluisterennaartheater­,dans­offilmvoorstellingen.

Beleven

51.Deleerlingleertmetbehulpvanvisueleofauditievemiddelen,verslagtedoenvandeelnameaankunstzinnigeactiviteiten(alstoeschouwerenalsdeelnemer.)

Verslagleggen

52.Deleerlingleertmondelingofschriftelijktereflecterenopeigenwerkenwerkvananderen,waaronderkunstenaars.

Reflecteren

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

21

de andere dag te realiseren zal zijn. Dit mag echter niet betekenen dat het daardoor weer in de

vergetelheidraakt,maarhetmoetzichopeendergelijkewijzepresenterendathet inde toekomst

welstructureelvertegenwoordigdis.71

Kortom; ermoetnog veelwerk verrichtworden voordat cultureel erfgoed een structureel

onderdeelvormtbinnenhetonderwijscurriculum.Ondanksditondervertegenwoordigdekarakteris

het voor het onderzoek interessant om te kijken wat de algemene belangstelling voor cultureel

erfgoedonder jongeren is.Hieronderzal ingegaanwordenopdemeest recenteontwikkelingenop

ditgebied.

1.5 Belangstellingvoorcultureelerfgoedonderjongeren

Demeestrecentetrendsophetgebiedvancultuurparticipatieenmediagebruikwordenbesprokenin

Cultuurbewonderaars en cultuurbeoefenaars. In deze publicatie richt men zich vooral op de

belangstelling voor de materiële cultuuruitingen, zoals die in erfgoedinstellingen (musea en

archieven)enoplocaties(monumenten)tebezichtigenzijn.72

Wanneer we kijken naar het monumentenbezoek van de afgelopen jaren kunnen we

constateren dat het bezoek tussen 1999 (42%) en 2003 (45%) is toegenomen. Het

monumentenbezoek is in 2007 (45%) ten opzichte van 2003 gelijk gebleven.73 Vervolgens is het

interessant om te kijken of er verschillen bestaan tussen de bezoekersaantallen naar geslacht,

leeftijd,opleidingsniveauenetniciteit. In2007(44%) isdebelangstellingvoormonumentenonder

demannentenopzichtevan2003(45%)afgenomen.Daarentegenishetpercentagevrouwenindeze

jarengelijkgebleven(46%)endit ligtdaarnaasthogerdandatvandeman.Indeleeftijdscategorie

12‐19 jaar zien we dat het bezoek in 2007 (40%) is afgenomen ten opzichte van 2003 (43%).74

Wanneer we kijken naar het opleidingsniveau is de belangstelling voor monumenten onder

hoogopgeleiden hoger dan onder laagopgeleiden. Opvallend hierbij is echter wel dat het

bezoekerspercentagevandehoogopgeleiden(hbo,universiteiténhavo,vwo,mbo)de laatste jaren

afgenomenis.In2003(65%en49%)lagditnamelijkhogerdan2007(64%en47%).Daarentegenis

hetbezoekonderdelaagopgeleiden(vmbo,lbo/mavo)procentueelgezientoegenomenvan37%in

2003naar38%in2007.75Watbetreftdeetniciteitkangesteldwordendathetmonumentenbezoek

in 2007 het hoogst is onder de autochtone bevolking (48%), gevolgd door de bevolkingmet een

Surinaamse/Antilliaanseetniciteit(23%)endeTurkse/Marokkaanseetniciteit(17%).Hierbijishet

opmerkelijk om te vermelden dat het bezoekerspercentage onder de autochtone bevolking en de

bevolkingmeteenSurinaamse/Antilliaanseetniciteitin2007istoegenomentenopzichtevan2003.

Onder de bevolkingmet een Turkse/Marokkaanse etniciteit is dit percentage gelijk gebleven.76 In

Het bereik van het verleden heeft men gekeken of er verschillen in monumentenbezoek bestaan

tussen1een2egeneratieallochtonen.Uitonderzoekblijktdat2egeneratieallochtonenwatbetreft

hunmonumentenbezoekactieverzijndan1egeneratieallochtonen.Ditgeldtinhetbijzondervoorde

SurinamersendeMarokkanen.77

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

22

Naast de bezoekersaantallen is het interessant om te kijken welk soort erfgoed de Nederlandse

bevolkinghetmeestbezoekt.InHetbereikvanhetverledenwordtaandachtbesteedaanhetbezoek

aan de verschillende soortenmonumenten in 2003.Hieruit blijkt dat een oud stadsdeel (34%) en

oudedorpskern(33%)hetmeestpopulairzijn.Dezewordengevolgddooreenoudekerk(31%),een

paleis of kasteel (25%), andere monumenten (24%), een molen (14%), een stadspand/

koopmanshuis(12%)eneenbedrijfspand(9%).78

Naar de interesse voor het cultuurlandschap is weinig onderzoek gedaan. In Het bereik van het

verledenwordteenonderzoekuit2004besprokenwaarinwordtgekeken inhoeverrerespectvolle

omgangmet cultuurhistorischeelementen inde ruimtelijkeordening leeftonderNederlanders.De

onderzoeksvraag was hoeveel waarde mensen toekennen aan de in hun leefomgeving aanwezige

cultuurhistorische elementen en hoe belangrijk zij het vinden dat deze bewaard en/of benut

worden.79 Zowordt aan deNederlanders bijvoorbeeld gevraagd inwelkewoonomgevingmen het

liefstzouwillenwonen.Opvallendhierbijisdathetgrootstedeelvandebevolking(33%)van18jaar

enouderkiestvooreenlandelijkgebiedmetverspreidebebouwing.Daarnaastwordtgevraagdaan

welkeaspectendeze ‘ideale’woonomgevingzoumoetenvoldoen.Ookhierbij scoorthet landschap

hoog. Op de derde plaats, na veiligheid van de buurt (96%) en verkeersveiligheid (87%), eindigt

namelijkdeopenbaregroenvoorziening(86%).Opdezesdeplaatswordthethistorischkaraktervan

hetomringendelandschap(71%)genoemd.80Hoeweldezecijfersnietdirectbetrekkinghebbenop

de belangstelling onder de bevolking voor cultuurlandschap, laten deze cijfers wel zien dat de

gemiddeldeNederlander(veel)waardehechtaangroeninzijnofhaaromgeving.Devraagisofdit

ookgeldtvoorjongeren.

Hetonderzoeknaardebelangstellingvoorarcheologierichtzichhelaasopdebevolkingvan25jaar

en ouder. Hoewel deze leeftijd niet overeenkomt met de leeftijdscategorie die in dit onderzoek

centraalstaat,ishetinteressantomtekijkenwelkeNederlanderdemeestebelangstellingheeftvoor

archeologie. Allereerst is het belangrijk om te vermelden dat het bezoek aan ten minste één

archeologisch object of museum in 2004 (27%) is toegenomen ten opzichte van 1996 (19%).

Wanneerwe kijken naar de persoonskenmerken is het opmerkelijk om te vermelden dat deman

(29%)meerbelangstellingvoorarcheologieheeftdandevrouw(25%).Archeologischeobjectenof

museawordenhetmeestbezochtdoordebevolkingindeleeftijdscategorie55‐64jaaren>65jaar

(beide 30%). Kijkend naar het opleidingsniveau zijn het ook hier de hoogopgeleiden

(hbo/universiteit),diehetmeestbelangstellinghebbenvoordezevormvancultureelerfgoed.81

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

23

1.6 Waarderingvoorcultureelerfgoed

Naast bovenstaande gegevens over de belangstelling voor cultureel erfgoedonder deNederlandse

bevolking, is het tevens van belang om te kijken of er verklaringen zijn voor deze belangstelling.

Zoalsuitde inleidingreedsbleek iser inNederlandweinigonderzoekgedaannaardewaardering

voorcultureelerfgoed.OnderzoekendieopditonderwerpingaanzijnuitgevoerddoorGanzeboom

en Coeterier. Het onderzoek van Ganzeboom richt zich op de waardering van monumentale

straatbeelden in Utrecht. Coeterier heeft een verkennend onderzoek gedaan naar de beleving van

cultuurhistorische objecten onder de bewoners van deMeierij (landstreek in Noord‐Brabant) van

DenBosch.Cultuurhistorischeobjectenwerdeninditonderzoekonderverdeeldinbouwkundigeen

archeologische monumenten en oude landschappen.82 Omdat in dit laatstgenoemde onderzoek

materieel onroerend erfgoed (monumenten, archeologie en cultuurlandschap) centraal staat, dat

tevens in dit empirsch onderzoek wordt onderzocht, is het interessant om de resultaten van het

onderzoekvanCoeteriernadertebestuderen.

Het onderzoek De beleving van cultuurhistorische objecten werd in 1995 door Dienst

LandbouwkundigOnderzoek(DLO)StaringCentruminopdrachtvandeDirectieNatuurbeheervan

hetMinsterievanLandbouw,NatuurbeheerenVisserijuitgevoerd.Hetdoelvanhetonderzoekvan

Coeterierwasommeerinzichttekrijgenindebelevingvancultuurhistorischeobjectenonderleken,

mensenzondergrotekennisvanerfgoed.Hetonderzoek isverricht ineengebiedbestaandeuitde

gemeente’sHertogenbosch,Berlicum,DenDungen,St.Michielsgestel,Schijndel,LiempdeenBoxtel.

Aan het onderzoek hebben in totaal 35 volwassenen (vrijwel allen autochtoon) deelgenomen,

waarvan19menseninhetstudiegebiedwoonachtigwarenen16daarbuiten.Hiervoorisgekozenom

eeneffectvankennisofbetrokkenheidopdebelevingtekunnenvaststellen.83Hetonderzoekvond

plaats in de vorm van open gesprekken. Omdat er nog weinig bekend was over het onderwerp

beleving van cultuurhisotrische objecten is er voorafgaande aan het onderzoek door

waarnemingspsycholoog dr. F. Boselie een theoretische studie verricht naar mechanismen in de

waarneming en waardering voor cultuurhistorische objecten. Boselie wilde met zijn studie de

perceptuele en emotionele kwaliteiten die cultuurhistorisch waardevolle objecten onderscheiden

van hedendaagse vormen van bebouwing en landschapsinrichting benoemen.84 In totaal

onderscheidt hij acht kwaliteiten (bronnen van waardering) die cultuurhistorische objecten

onderscheiden van moderne objecten. Dit zijn schoonheid, verouderingsprocessen, zeldzaamheid,

informatie, vergankelijkheid, ouderdom, identificatie enbinding.85De eerste zevenbronnen zijn in

het onderzoek van Coeterier getoetst door ze in de vorm van uitspraken aan de mensen voor te

leggen. Hierbij is aan de mensen gevraagd of ze het eens waren met de uitspraken en of men

commentaar bij de uitspraken had. Hieronder volgt een overzicht van de bron van Boselie met

daarbijdeuitspraakdieaandemensenisvoorgelegd.Bijdebronneninformatieenidentificatievan

Boseliewarenmeerdereuitsprakenmogelijk.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

24

Tabel3.BronnenvanBoseliemetuitsprakenvanCoeterierBron UitlegBoselie(B)enuitsprakenCoeterier(C) BofC

CHO*gevenintrinsiekaanleidingtotmeercompatibelecontrastendanmoderneobjecten.

BSchoonheid

IkvindCHOmooivanwegehunvorm,stijl,materiaal,formaat,zorgvoordetails,decoraties.

C

CHObezitteneengrotevisuelewaardedoorverouderings­processen.

BVerouderingsprocessen

Ikvindzemooidoordeverouderingsprocessen,zoalsverwering,begroeiing,bemossing.

C

Zekunnenmeervisuelewaardebezittendoordatzenurelatiefzeldzameexemplarenvaneenklassezijn.

BZeldzaamheid

Ikvindzeboeiendomdatzezeldzaamzijnenuniek CCHOkunnenboeiendzijndoordatzetemporeelcompatibelcontrastmogelijkmaken.

B

Ikvindzeboeiendomdatzehetverledenaanschouwelijkmaken;zelatenzienhoehetvroegerwas.

C

Ikvindzeboeiendomdatzegebeurtenissensuggererendieineenververledenplaatsvonden;zevertelleneenverhaal.

C

Informatie

Ikvindzewaardevolvanwegehunduurzaamheid,zegevenmeeengevoelvanstabiliteitineenwerelddiezosnelverandertalsdeonze.

C

Verouderingsprocessenkunnendewaarnemingskwaliteitvergankelijkheidoproepen.Alleenwanneerrestenvanhetverledenzichtbaarzijnontstaatdezebelevingskwaliteit.

BVergankelijkheid

Ikvindzeboeienddoorhunslijtageenverval;zelatenziendatallesvergankelijkis.Vooralbijruïneshebikdatsterk.

C

Zekunnencompatibelecontrastenoproependoordatzecontrastenmetnieuwevoorwerpenmaken.

BOuderdom

Ik vind ze boeiend omdat ze zo duidelijk anders zijn dan nieuwedingen,alscontrastmetonzemodernetijd.

C

Ze laten een positief cognitief contrast met betrekking tot onszelfbeeldtoe.

B

Ikvindzeboeiendomdatzemehetideegevendatikdeeluitmaakvanaldiemensendiedaarvroegeralkwamen.

C

Identificatie

Ikvindzeboeiendomdatzemedeillusiegevenineenanderetijdtezijn;ikkanmeineenanderetijdverplaatsen.

C

*CHO cultuurhistorischeobjecten

Brongebaseerdop: Coeterier,J.F.Debelevingvancultuurhistorischeobjecten.Eenverkennendonderzoek indeMeierijvanDenBosch.Wageningen:DLO‐StaringCentrum,1995,26.Uit de resultaten bleek dat er geen verschil bestond tussen de beide groepen (woonachtig in en

buiten het studiegebied). Het totaal liet zien dat de bronnen schoonheid en informatie demeeste

steunkregen.Voorvrijweliedereenzijncultuurhistorischeobjectenmooiengevenzeeenbandmet

hetverleden.Metdederdeuitspraakbijdebroninformatiewasdemeerderheidhetechteroneens.

Ook de bron zeldzaamheid kreeg een duidelijke meerderheid. Hierbij moet wel de kanttekening

gemaaktwordendathetvoorveelmenseneenbijkomstigargumentis.Hetisdusonvoldoendevoor

een positieve waardering. De bronnen verouderingsprocessen, uitzonderlijkheid en identificatie

golden even vaak wel als niet. De bron vergankelijkheid kreeg deminste steun, dit omdat verval

eigenlijkaltijdnegatiefgewaardeerdwordt.86

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

25

OverdelaatstebronbindinggeeftBoseliedeuitleg“cultuurhistorischeobjectenkunnenboeidender

zijn omdat ze doen denken aan gebeurtenissen uit het verleden.”87 Omdat deze bron twee kanten

heeft,eenpersoonlijkeenalgemene,isdezeapartgenomen.Hetalgemenegedeeltewasopgenomen

indebron informatieenbleek invloed tehebbenopdebeleving.Naardepersoonlijke invulling is

apart gevraagd. Deze persoonlijke binding bleek ook invloed te hebben op de beleving van

cultuurhistorscheobjecten.88

Hoeweluitdeantwoordenvandemensendebronnenschoonheid, informatieenbindingduidelijk

invloed bleken te hebben op de waardering van cultuurhistorische objecten, zijn de begrippen

volgensCoeteriertealgemeengesteld.Debegrippenzijnteabstractwaardoorzepraktischmoeilijk

toepasbaar zijn. Ook zijn ze alleen cognitief, terwijl kennis en informatie een ondergeschikte rol

blekentespelenindebeleving.Delekenblekennamelijksterkvanuithungevoeltebeleven,terwijl

experts vooral naarde informatiewaardekijken.Daarnaast geldtBoselie zijn theorie voornamelijk

voordegebouwdeomgeving.Tot slotblekendebronnenvanBoselie, ditwerdoverigensookniet

doorhembeweerd,nietvolledigtezijn.89

Vanwege dit gegeven is Coeterier naast de bronnen van Boselie naar andere

verklaringsgronden op zoek gegaan om de beleving van cultuurhistorische objecten vollediger te

kunnenbeschrijven.DezeandereverklaringenmoetenoverigensnietalsvervangendvoorBoselie’s

bronnenworden gezien,maar als aanvullend enwellicht bruikbaar om een resterenddeel van de

belevingteverklaren.90

Zoalshierbovenvermeldblekendelekensterkvanuithungevoeltebeleven.Coeterierheeft

deze affectievewaarderingnader onderzocht. Lekenblekenhunwaardering vooral op esthetische

kwaliteit te baseren. De vorm, een esthetische kwaliteit, bleek bij bouwkundige monumenten

dominant te zijn. Indeesthetischebelevingvanvormblekenvieraspectenvanbelang te zijn.Ten

eerste is dit de compleetheid. Coeterier stelt dat een cultuurhistorisch object meer esthetische

kwaliteit heeft naarmate het completer is. Iets is compleetwanneer het een eenheid vormt. Deze

compleetheid bestaat op twee niveaus, namelijk op objectniveau en omgevingsniveau. Bij het

objectniveaukangedachtwordenaaneenobjectdatcompleetisinzijnopbouw.Wanneereenobject

in zijn omgeving past spreken we van het omgevingsniveau. Belangrijk is dat compleetheid op

objectniveaueensterkereeis isdancompleetheidopomgevingsniveau.91Hettweedeaspectdatde

esthetische beleving van cultuurhistorische objecten bepaald is uitzonderlijkheid. Hiermee wordt

bedoelddathetobjecteenindividueleexpressieheeftwaardoorhetafsteekttegenandereelementen

vandieklasse.Totditkwaliteitsaspecthoortookauthenticiteit,waarmeeaangegevenwordtdateen

object niet nagemaakt mag zijn.92 Het derde aspect dat tevens in Boselie zijn theorie naar voren

kwam,isschoonheid.Eentermdienauwhiermeesamenhangtismooi.Coeterieromschrijftmooials

“eencombinatievaneigenschappen,hetiseenholistischeervaringwaarbijinformatieoveraspecten

geïntegreerdwordt.”93Voorbeeldendiehijnoemtzijnkleur,materiaal,verhoudingenenvorm,maar

ook decoraties. De laatste voorwaarde voor esthetische kwaliteit is vakmanschap. Hiermeewordt

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

26

bedoelddatietsdegelijkis,dathetgoedkanfunctionerenengezondis.Belangrijkeaspectenhierbij

zijn onderhoud en verzorging. Coeterier stelt dat deze vier aspecten samen noodzakelijk en

voldoendezijnomesthetischekwaliteittebeschrijven.94

Naast de aspecten, die de esthetische kwaliteit beschrijven, is er tevens naar ouderdom gekeken.

Ouderdomblijkt geen kwaliteit voor leken te zijn, een gebouwvan 50 jaar oud kan volgens leken

namelijk ook cultuurhistorisch waardevol zijn. Ook de functie van een cultuurhistorisch object is

ondergeschikt aan de vorm. Uit het onderzoek bleek dat men het belangrijk vindt dat een

cultuurhistorischobjecteenfunctievervult,welkefunctieisechternietzobelangrijk.Eenfunctievan

eengebouwziendelekenalseengarantievoorvoortbestaanennoodzakelijkonderhoud.Wanneer

cultuurhistorischeobjectenleegzoudenstaanengeenfunctiehebbenlopenzijgevaar.Defunctiezelf

isonbelangrijk,zolangdezegeenesthetischeproblemenoproept,zoalseensupermarktineenkerk.

Totslotblijktinformatieeenroltespelenindewaarderingvanbouwkundigemonumenten.Tijdens

hetonderzoekbleekereengrotebehoefteeneenschrijnendtekort tezijnaan informatie.Mensen

zijn geïnteresseerd in wat iets is en het verhaal dat het te vertellen heeft. Door het geven van

informatiekanmeneenobjectmetandereogenbekijken.95

Totslotiserinhetonderzoekgekekennaardewaarderingvanoudelandschappenenarcheologie.

De resultaten hiervanwaren echterminder uitgesproken. Voor oude landschappen geldt dat deze

heelandersbeleefdwordendanoudegebouwen.Waarderingvanoudelandschappenbleekmoeilijk

tezijndoordat landschapeen levendgeheel isenvoortdurend inontwikkeling is.Het isdaarnaast

niet slechts een object, maar een omgeving van objecten. Ook zijn ze gebiedsspecifiek wat

gebiedskennisvraagt.96Archeologiebleekhetminstgewaardeerdteworden.Redenenhiervoorzijn

datderestantentefragmentarischzijn,eristeweinigvanover(vorm).Daarnaastishetteverwegin

detijd,eristeweinigverhaal(informatie).Entotslotkunjeernietsdoen(functie).97

HoewelCoeterierbenadruktdathetonderzoeknietdepretentieheeftallewaarderingsbronnenvan

cultuurhistorische objecten te hebben opgespoord, heeft het wel de pretentie de belangrijkste

daarvangevonden tehebben.98 Indit empirischonderzoek zal gekekenwordenofde jongerenuit

Amsterdam Nieuw‐West het cultureel erfgoed (cultuurhistorische objecten) in hun omgeving op

vergelijkbarekwaliteitenwaarderenalsdemensenuitbovenstaandonderzoek.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

27

1.7 Hypothesen

Op basis van bovenstaand theoretisch kader kunnen een aantal hypothesenworden opgesteld.De

hypothesenworden geformuleerd aan de hand van de verschillende vormenmaterieel onroerend

erfgoed,tewetenmonumenten,cultuurlandschapenarcheologie,dieinditonderzoekcentraalstaan.

Hierbijzalingegaanwordenopdewaarderingvoorenhetbegripvanhetcultureelerfgoed.Totslot

zullendebegrippenerfgoedencultureelerfgoedaandeordekomen.

1.7.1 Monumenten

UithetonderzoekvanhetSCPnaardebelangstellingvoorcultureelerfgoed,bleekdateropbasisvan

geslacht, opleidingsniveau, etniciteit en generatie een aantal verschillen bestaan wat betreft het

bezoekaanmonumenten.99Hoeweldezeresultatenbetrekkinghebbenopbezoekersaantallen,ishet

aannemelijkdatereenverbandbestaattussenhetbezoekaanmonumentenendewaarderingvoor

enhetbegripvanmonumenten.Naaraanleidingvandezeresultatenveronderstelikhetvolgende:

‐ meisjeshebbenmeerwaarderingvoorenbegripvanmonumentendanjongens;

‐ vwoleerlingenhebbendemeestewaarderingvoorenhetmeestebegripvanmonumenten,

gevolgddoorhavo,vmbo‐tenvmbo‐b&kleerlingen;

‐ autochtone jongeren hebben de meeste waardering voor en het meeste begrip van

monumenten,gevolgddoorjongerenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteit

enjongerenmeteenTurkse/Marokkaanse/overigeetniciteit;

‐ 2egeneratieallochtonejongerenhebbenmeerwaarderingvoorenbegripvanmonumenten

dan1egeneratieallochtonejongeren.

Naastdepersoonskenmerkengeslacht,opleidingsniveau,etniciteitengeneratiezalinditonderzoek

tevensgekekenwordenofdeklasendeschoolinvloedhebbenopdewaarderingvoorenhetbegrip

van monumenten. In hoofdstuk 2 zal over de deelnemende scholen en klassen meer informatie

wordengegeven.Opbasisvandezeinformatiekanalvasthetvolgendewordenveronderstelt:

‐ vanwegehethogerekennisniveauhebbenjongereninklas3meerwaarderingvoorenbegip

vanmonumentendanjongereninklas2;

‐ jongeren van de scholen die in hun schoolprofiel cultuur noemen, hebben de meeste

waarderingvoorenbegripvanmonumenten.

In het bovengenoemde onderzoek is tevens gekeken welk soort (type) erfgoed het meest wordt

bezochtdoordeNederlandsebevolking.Ookhiervoorgeldtdathetaannemelijkisdatereenrelatie

bestaattussenhetbezoekaanmonumentenendewaarderingvoorenhetbegripvanmonumenten

onderjongeren.Opbasisvandezeresultatenluidenmijnvolgendehypothesenalsvolgt:

‐ religieus erfgoed zal het meest gewaardeerd worden door de jongeren, gevolgd door

openbaregebouwen,molensenstadspanden(woonhuizen);

‐ industrieelerfgoedzalhetminstgewaardeerdwordendoordejongeren.

Het onderzoek van Coeterier toonde aan dat leken (mensen zonder grote kennis van erfgoed)

cultuurhistorischeobjectenop verschillendekwaliteitenwaarderen.100Ondanksdat indeze studie

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

28

volwassenen zijn ondervraagd, vertoont deze onderzoeksgroep een belangrijke overeenkomstmet

demensen die in dit onderzoek centraal staan. Dit zijn namelijk jongeren die, gezien het feit dat

erfgoed nog niet structureel is opgenomen in het onderwijscurriculum, geen grote kennis van

erfgoedhebben.Naaraanleidinghiervanveronderstelikhetvolgende:

‐ bij de waardering voor monumenten onder jongeren spelen de kwaliteiten schoonheid,

informatie, binding en vorm (compleetheid, uitzonderlijkheid, schoonheid, vakmanschap)

eengroterol;

‐ bij de waardering voor monumenten onder jongeren spelen de kwaliteiten ouderdom en

functieeenkleinetotgeenrol.

1.7.2 Cultuurlandschap

In Het bereik van het verleden wordt niet specifiek ingegaan op de belangstelling voor

cultuurlandschap.Hierdoor ishetmindereenvoudigomeenaantalveronderstellingentedoenmet

betrekkingtotdewaarderingvoorenhetbegripvancultuurlandschaponderjongeren.Uitalgemeen

onderzoek is echter gebleken dat bepaalde persoonskenmerken (geslacht, opleidingsniveau,

etniciteitengeneratie)sterksamenhangenmetdebelangstellingvoorcultureelerfgoed.101Hierdoor

veronderstelikhetvolgende:

‐ meisjeshebbenmeerwaarderingvoorenbegripvancultuurlandschapdanjongens;

‐ vwo leerlingen hebben de meeste waardering voor en het meeste begrip van

cultuurlandschap,gevolgddoorhavo,vmbo‐tenvmbo‐b&kleerlingen;

‐ autochtone jongeren hebben de meeste waardering voor en het meeste begrip van

cultuurlandschap, gevolgd door jongeren met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse

etniciteitenjongerenmeteenTurkse/Marokkaanse/overigeetniciteit;

‐ 2e generatie allochtone jongeren hebben meer waardering voor en begrip van

cultuurlandschapdan1egeneratieallochtonejongeren.

Ook hierbij zal gekeken worden naar de persoonkenmerken school en klas. De hypothesen voor

cultuurlandschapkomenovereenmetdievanmonumentenenluidenalsvolgt:

‐ vanwegehethogerekennisniveauhebbenjongereninklas3meerwaarderingvoorenbegip

vancultuurlandschapdanjongereninklas2;

‐ jongeren van de scholen die in hun schoolprofiel cultuur noemen hebben de meeste

waarderingvoorenbegripvancultuurlandschap.

InhetonderzoekvanCoeterieriseveneensminderaandachtvoorcultuurlandschap.Hierdoorzullen

er geen veronderstellingen voor cultuurlandschap op basis van de theorie van Coeterier worden

gedaan.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

29

1.7.3 Archeologie

In tegenstelling totcultuurlandschapwordter inhetonderzoekvanhetSCPwelaandachtbesteed

aan de belangstelling voor archeologie. Met name de persoonskenmerken geslacht en

opleidingsniveau laten een duidelijk verband zien met de belangstelling voor archeologie.102 Wat

betreftetniciteitengeneratiesluitikmijaanbijdealgemenebevindingennaardebelangstellingvoor

cultureelerfgoed.Ditleidttotdevolgendehypothesen:

‐ jongenshebbenmeerwaarderingvoorenbegripvancultuurlandschapdanmeisjes;

‐ vwo leerlingen hebben de meeste waardering voor en het meeste begrip van

cultuurlandschap,gevolgddoorhavo,vmbo‐tenvmbo‐b&kleerlingen;

‐ autochtone jongeren hebben de meeste waardering voor en het meeste begrip van

cultuurlandschap, gevolgd door jongeren met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse

etniciteitenjongerenmeteenTurkse/Marokkaanse/overigeetniciteit;

‐ 2e generatie allochtone jongeren hebben meer waardering voor en begrip van

cultuurlandschapdan1egeneratieallochtonejongeren.

Ookbijarcheologiezalgekekenwordenofdeschoolenklasvaninvloedzijnopdewaarderingvanen

hetbegriphiervan.Dehypothesenhierbijzijn:

‐ vanwegehethogerekennisniveauhebbenjongereninklas3meerwaarderingvoorenbegip

vanarcheologiedanjongereninklas2;

‐ jongeren van de scholen die in hun schoolprofiel cultuur noemen hebben de meeste

waarderingvoorenbegripvanarcheologie.

Hoeweluitbovenstaandonderzoekisgeblekendatdebelangstellingvoorarcheologiedeafgelopen

jaren is toegenomen,103 stelt Coeterier dat archeologie als vorm van cultureel erfgoed het minst

wordtgewaardeerd.Deresultatenvanzijnonderzoeklietenziendatergeenspecifiekekwaliteiten

zijnwaarop leken archeologie beoordelen.104Hierdoor zullen ookhier geen veronderstellingen op

basisvandetheorievanCoeterierwordengedaan.

1.7.4 Erfgoedencultureelerfgoed

Totslotzalinhetonderzoekgekekenwordenofjongerenbegriphebbenvandebegrippenerfgoed

en cultureel erfgoed. Omdat hier geen specifiek onderzoek naar is gedaan, baseer ik mijn

veronderstellingenopmijnbevindingentijdenshetexpoloratiefonderzoekdatheeftplaatsgevonden

tijdensmijnstage.Mijnlaatstehypotheseluidtalsvolgt;

‐ jongerenhebbenmeerbegripvanhetbegriperfgoeddancultureelerfgoed.

Inhetvolgendehoofdstukwordtingegaanopdemethodewaarmeedezehypothesengetoetstgaan

worden.Deresultatenvandezetoetsingkomeninhoofdstuk3aandeorde.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

30

2. MethodeenmaterialenIn dit hoofdstukwordt aandacht besteed aan de gevolgdemethode en de onderbouwing hiervan.

Allereerst zal ingegaanworden op het educatieve projectwaar dit onderzoek bij aan kon sluiten.

Vervolgenszullendeonderzoeksgroep,hetonderzoeksdesignendeinstrumentatieaanbodkomen.

Totslotwordendeafnameendeverwerkingvandegegevensbesproken.

2.1 Heteducatieveproject

Het onderzoek kon aansluiten bij het educatieve project De 4 windstreken van Amsterdam van

BureauMonumentenenArcheologie (BMA)enArchitectuurcentrumAmsterdam(ARCAM).Metdit

meerjarenprojectwillendeinstellingendekomendevierjaarindevierwindstrekenvanAmsterdam

een aantal grotere educatieve projecten voor het voortgezet onderwijs opzetten. Het doel van het

projectis“leerlingenenthousiasttemakenvoorhuneigenwijk,doorzeaandehandvanvragenen

opdrachtentelatenkijkennaararchitectuurenstedenbouwinhunleefomgeving.”105Dekernvanhet

project is eenwandeling vanmaximaal anderhalf tot twee uur door (een deel van) dewijk. Deze

wandelingzalplaatsvindenonderleidingvanfreelancedocentenvanARCAMenBMA.

OpditmomentzijnARCAMenBMAbezigmetdeontwikkelingvanheteerstedeeldatzich

richtopdeWestelijkeTuinsteden,ookwelNieuw‐Westgenoemd.HetprojectinNieuw‐Westgaatin

op het verleden, heden en de toekomst van de architectuur en stedenbouw in het gebied. Het is

bedoeldvoorleerlingen(leeftijd13‐17jaar)vanhetvoortgezetonderwijs(vanpraktijkonderwijstot

vwo)dieinditdeelvandestadnaarschoolgaan.Volgensdeinstellingenkunnenmeerkennisvanen

inzicht in de gebouwde omgeving een bijdrage leveren aan een betere identificatie met de eigen

buurt,watvervolgenskanbijdragentoteengroterebetrokkenheidenverantwoordelijkheid.106Als

uitgangspuntvoorheteducatieveproject isdeSloterplasgekozen.Hiervoorisgekozenomdatdeze

eencentraleligginginhetgebiedheeft,tentweedeisdeplaseenmijlpaalindegeschiedenisvanhet

gebied.107

2.2 Nieuw‐West

Nieuw‐West,voor2005beterbekendalsdeWestelijkeTuinsteden, ishetgedeeltevanAmsterdam

datnadeTweedeWereldoorloggebouwdwerdvolgensdeopzetvanhetAlgemeenUitbreidingsplan

(AUP)vanVanEesterenuit1935.Kenmerkendvoordezenieuwevormvanstadsuitbreidingzijnde

relatieflagebebouwingsdichtheid,deruimegroenvoorzieningenenhetorganischkarakter.108

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

31

Afbeelding1.AlgemeenUitbreidingsplanvanAmsterdam

Bron: Eesteren,Cornelisvan.AlgemeenUitbreidingsplanvanAmsterdam,1935.NVKWerkgroepvoorde GeschiedenisvandeKartografie.<http://www.kartografie.nl/geschiedenis/figuren/Uitbreidingsplan Amsterdam_251003.jpg>(geraadpleegdop9oktober2009).HetgebiedbeslaatdestadsdelenOsdorp,Geuzenveld‐Slotermeer,SlotervaarteneendeelvanBosen

Lommer(hetgedeeltetenwestenvandeRingwegA10,dezogenoemdeKolenkitbuurt).Watbetreft

bebouwing bestaat Nieuw‐West overwegend uit wederopbouwarchitectuur, en dan met name

portiek‐etageflatsuitdejaren’50en‘60.Eenuitzonderinghieropvormtoverigensdeoudegemeente

SloteninhetstadsdeelOsdorp.DeoudstevermeldingvanSlotendateertuit1063,zo'ntweeeeuwen

vóórdievanAmsterdam.

Nieuw‐West blijkt een halve eeuwna dato een steedsminder populairwoongebied te zijn

door groeiende sociaal‐economische problemen. De reputatie, zowel ruimtelijk als sociaal, is bij

buitenstaanders sinds vijftien jaar slecht.109 In Atlas Westelijke Tuinsteden Amsterdam wordt

beschreven hoe de Westelijke Tuinsteden in sociaal opzicht vaak gezien worden als getto. Het

stadsdeel heeft bij veel critici nooit een erg positieve reputatie gehad. Zij zijn vanmening dat het

gebied nietmeer van deze tijd is. In tegenstelling tot de stad die vraagt om variatie en diversiteit

beschrijvencriticiditdeelvandestadalseenultiememonotonie.Daarentegenisdevariatietussen

deverschillendestadsdelengrootengrotedelenvanditgebiedwordendoordebewonerszelfhoog

gewaardeerd.110

Sindsdejaren’90wordthetgebied,datquaomvangeninwonerstalvergelijkbaarismeteen

middelgrote stad, grootschalig vernieuwd. Met deze vernieuwing hoopte men het gebied om te

vormentoteennieuwonderscheidendcentruminderegio.Naevaluatiein2005beslootmenechter

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

32

de koers te wijzigen. In het ontwikkelingsplan Richting Parkstad 2015 is het raamwerk voor de

nieuwe aanpak vastgelegd. Centraal hierin staat de verbetering van de positie van de huidige

bevolkingop sociaal eneconomischvlak.Deambitie vandebetrokkenpartijen is om in2015een

nieuwcentruminderegiotezijnmetvoorzieningenenattractiesdiezichonderscheidenvanandere

centra in het netwerk van deAmsterdamse regio. Het imagomoet bepaaldworden door de grote

verscheidenheidaanwoon‐enwerkmilieus.Hierbijzullengroenenwateronmisbareelementenzijn

metalssymbooldaarvandeSloterplas,waarvanderecreatievefunctieszijnversterkt.111Devraagis

nuwelkimagodebuurtonderdejongerenheeftdiehiernaarschoolgaan.

2.3 Onderzoeksgroep

De onderzoeksgroep is samengesteld aan de hand van bestaande contacten tussen de scholen en

ARCAM en BMA. De scholen, te weten Caland Lyceum, Comenius Lyceum, De Poort, Hervormd

LyceumWest,HetPleinenWestburgCollegehebbenbijdeinstellingenaangegevengeïnteresseerdte

zijn in het projectDe4windstreken vanAmsterdam. Bij de voorbereidingen vanhet project is een

klankbordgroepsamengesteldbestaandeuitdocentenvandeverschillendescholen.Bijéénvandeze

klankbordgroepbesprekingen is geïnformeerdof dedocenten geïnteresseerdwarendeel te nemen

aanhetonderzoek.Drievandezesscholen,waarvanoverigenstweenietkondendeelnemenomdat

de vorm van onderwijs (praktijkonderwijs) buiten het onderzoeksgebied viel, hebben uiteindelijk

deelgenomenaanhetonderzoek.Hierondervolgteenbeschrijvingvandescholen.

ComeniusLyceum

HetComeniusLyceumbevindtzichaandeDerkinderenstraatinhetstadsdeelSlotervaart.Deschool

omschrijft zichzelf als “een kleine, overzichtelijke en vooral veilige school voor havo en vwo

(atheneum) in een geheel gerenoveerd en modern gebouw.”112 Op de school wordt inter‐

confessioneelonderwijsaangebodenenzittenintotaal407leerlingen.

HervormdLyceumWest

Het Hervormd Lyceum West staat aan de Hemsterhuisstraat in het stadsdeel Slotervaart. Het

schoolprofiel luidt: “Met 860 leerlingen en honderd personeelsleden vormen we eenmiddelgrote

schoolwaar iedereenelkaarkent.Schoolprestaties,maarookcultuur,sport,respectvoorelkaaren

eenleukeschooltijd,vindenweheelbelangrijk.”113Opdeschoolwordtvmbo‐t(doordeschoolzelf

mavogenoemd),havoenvwo(atheneumengymnasium)gegeven.Deschoolheefttweekansklassen,

teweteneenvwo‐eneenhavo‐kansklas.Daarnaastishetmogelijkomtweetaligonderwijstevolgen

in de onderbouwvanhet vwo enheeft de school eenhavo‐klas ICT‐rijk onderwijs.HetHervormd

LyceumWestiseenprotestantschristelijkescholengemeenschap.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

33

WestburgCollege

Het Westburg College bevindt zich eveneens in het stadsdeel Slotervaart aan de Karel

Klinkenbergstraat. De school biedt “moderne opleidingen in de sector economie (handel en

verkoop/administratie) en Sport, Dienstverlening en Veligheid (SCV) en Kunst, Cultuur en Media

(KCM).”114Opde schoolwordtvmbobasis enkader (vmbo‐b&k)met en zonder lwoogegeven.De

schoolheeft260leerlingenenerwordtalgemeenbijzonderonderwijsgegeven.

Deonderzoeksgroepbestondintotaaluit175leerlingen,81jongensen94meisjes.Hetonderzoekis

gehoudenonderleerlingenuitklas2(n=86)enklas3(n=89).Deleeftijdvarieerdevan13totenmet

18 jaar. Hetmerendeel van de leerlingenwas 15 jaar (n=76), gevolgd door de 14 jarigen (n=66).

Daarna volgde de leeftijd van 16 jaar (n=16) en 13 jaar (n=13). Het aantal leerlingen van 17 jaar

(n=3)en18jaar(n=1)washetlaagst.

Zoalshierbovenalwerdaangegevenhebbener intotaaldriescholenuitNieuw‐Westdeelgenomen

aanhetonderzoek.Hierbijwashetgrootsteaantal leerlingenafkomstigvanhetHervormdLyceum

West (n=89), gevolgd door het Comenius Lyceum (n=74) en het Westburg College (n=12).

Onderstaandetabelvermeldtdeschool,hetopleidingsniveauendeklasvandeleerlingen.

Tabel4.School,opleidingsniveauenklasleeringenNaamschool Totaalaantalleerlingen Opleidingsniveau Klas Aantalleerlingen

havo 2 18havo 3 19vwo 2 23

ComeniusLyceum 74

vwo 3 14vmbo‐t 2 22havo 2 23havo 3 22

HervormdLyceumWest

89

vwo 3 22WestburgCollege 12 vmbo‐b&k(kcm) 3 12 Uitbovenstaandetabelblijktdateraanditonderzoekvierverschillendeopleidingsniveaushebben

deelgenomen,tewetenvmbo‐b&k(Kunst,CultuurenMedia),vmbo‐t(theoretischeleerweg),havoen

vwo.Hetmerendeelvande leerlingenzatophethavo(n=82),gevolgddoorhetvwo(n=59)enhet

vmbo‐t(n=22).Hetkleinsteaantalleerlingenzatineenvmbo‐b&kklas(n=12).Hetaantalleerlingen

indeverschillendeklassenkwambijnaovereen,namelijk86leerlingeninklas2en89inklas3.

Demeerderheidvandeleerlingendieheeftdeelgenomenaanhetonderzoekisallochtoon(n=166),

datwilzeggendattenminsteéénvandeoudersvandeleerlinginhetbuitenlandisgeboren.Vande

overige 9 leerlingen, de autochtonen, zijn de ouders inNederland geboren.Vande166 allochtone

leerlingenwaren143leerlingen2egeneratieallochtoon.Hiermeewordtbedoelddatdezeleerlingen

in Nederland zijn geboren. De overige 23 leerlingen zijn 1e generatie allochtoon en zijn in het

buitenlandgeboren.Onderstaandetabelbiedteenoverzichtvandeetniciteitvandeleerlingen.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

34

Tabel5.EtniciteitleerlingenEtniciteit Aantal PercentageNederlands 9 5,1Marokkaans 71 40,6Turks 50 28,6Surinaams/Antilliaans/Arubaans 13 7,4Overigelanden 32 18,3Totaal 175 100Om de etniciteit van de leerlingen te bepalen is gekeken naar het geboorteland van de ouders.

Wanneerhetgeboortelandvanbeideoudersvanelkaarverschilt, ishetgeboortelandvandevader

bepalend geweest voor de etniciteit. Uit bovenvermelde tabel blijkt dat het grootste deel van de

leerlingenvanMarokkaanseafkomstis(n=71),gevolgddoorleerlingenvanTurksekomaf(n=50).De

leerlingenindecategorieoverigelanden(n=32)zijnvervolgensdegrootstegroep.Deoverigelanden

zijn Pakistan, Algerije, Irak (Koerdistan), Iran, Afghanistan, Syrië, Egypte, Ethiopië, India, de

Filipijnen,RuslandenBrazilië.DeleerlingenvanSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseafkomst

(n=13)wordengevolgddoordekleinstegroep,deNederlandseleerlingen(n=9).

2.4 Design

Om een antwoord te kunnen formuleren op de onderzoeksvraag is een kwantitatief onderzoek

uitgevoerddoormiddelvaneenvragenlijst (Bijlage I).Er isvoordezemethodegekozenomdatde

afnamevandevragenlijstaanheteindevanhetschooljaar2008‐2009heeftplaatsgevonden.Omdat

dit eendrukkeperiodevoorde scholen is, vroegdeafnameenerzijdsweinig tijdvandedocenten,

maar ook van de leerlingen. Daarnaast diende de afname in het schooljaar 2008‐2009 plaats te

vinden,omdat inhet schooljaar2009‐2010depilotvanheteducatieveprojectvan start zougaan.

Voordeel hiervan is dat de resultaten van het onderzoek het algemene beeld van jongeren met

betrekking tot de waardering voor en het begrip van cultureel erfgoed representeren. Gezien de

geringetijdwashethelaasnietmogelijkomeenkwalitatiefonderzoekindevormvanfocusgroepen

uit te voeren. Wel is door middel van open vragen een kwalitatiever karakter aan de vragenlijst

gegeven.

2.5 Instrumentatie

Hieronderzaleenoverzichtwordengebodenvandegebruiktevariabelenendemanierwaaropdeze

geoperationaliseerdzijninditonderzoek.Eenbeknoptenoverzichtelijkschemavanallevariabelen

met bijbehorende namen, labels, waarden en waarden‐labels, is terug te vinden in het codeboek

(BijlageII).

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

35

2.5.1 Onafhankelijkevariabelen

2.5.1.1 Geslacht

Devariabelegeslachtisinditonderzoekgeoperationaliseerdaandehandvanhetantwoord,jongen

of meisje, dat de leerling heeft aangegeven in het onderzoek. Deze variabele werd gecontroleerd

omdat uit onderzoek is gebleken dat het geslacht invloed heeft op de cultuurparticipatie. Het is

namelijk een vertrouwd gegeven dat meer vrouwen dan mannen behoren tot de bezoekers van

culturele instellingen.115Wanneerwemeer specifiek naar het bezoek aan cultureel erfgoed, in dit

geval monumenten, kijken komt dit beeld eveneens overeen. Uit onderzoek van 1995 tot en met

2007blijktdathetpercentagevrouwendateenbezoekbrachtaaneenmonumenthogerligtdanbij

mannen.116Hoeweldezecijfersbetrekkinghebbenopmonumentenbezoek,ishetvanuitditgegeven

interessantomtekijkenofhetgeslachttevensinvloedheeftopdewaarderingvoorenhetbegripvan

cultureelerfgoedonderdeleerlingen.

2.5.1.2 Etniciteit

Inditonderzoekisdevariabeleetniciteitgeoperationaliseerdaandehandvanhetgeboortelandvan

de ouders van de leerling. Door middel van de gegevens kon vastgesteld worden of het een

autochtone of allochtone leerling betrof. Wat betreft de allochtone leerlingen is er voor gekozen

onderscheid te maken tussen de Marokkaanse, Turkse, Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse en

overigelandenleerling.Opdezevariabelewerdgecontroleerdomdatuitonderzoekisgeblekendat

etniciteiteffectheeftopdeparticipatieaancultuur.Cultuurparticipatieisnamelijkhethoogstonder

autochtonen en onder Marokkanen en Turken het laagst. De middenpositie wordt bekleed door

Antillianen en Surinamers.117 Dit beeld komt overigens ook overeenmet het monumentenbezoek

onder deze etnische bevolkingsgroepen. In 2007was het percentage autochtonen dat een bezoek

brachtaaneenmonumentnamelijkhethoogst(48%).DezegroepwerdgevolgddoordeSurinaamse

enAntilliaansebevolkingsgroep(23%).DeMarokkaanseenTurksebevolkingsgroephadhetlaagste

percentagemonumentenbezoek (17%).118 Ook hierbij geldt dat het interessant is om te kijken of

etniciteit invloed heeft op de waardering voor en het begrip van cultureel erfgoed onder de

leerlingen.

2.5.1.3 Generatie

Aan de hand van het geboorteland van de leerling zelf kon inzicht verkregen worden tot welke

generatiedeallochtoneleerlingbehoorde.Dezevariabeleisinhetonderzoekopgenomenomdatuit

onderzoekisgeblekendatereenverbandbestaattussendecultuurparticipatieendegeneratievan

een allochtoon. Rijpma en Rocques stellen inDiversiteit in vrijetijdsbesteding: rapportage van een

onderzoeknaardedeelnamevanSurinaamse,TurkseenMarokkaanseRotterdammersvande1een2e

generatie aan onder andere cultuur, openluchtrecreatie en sport in 1999 dat de 2e generatie

allochtonencultureelactieverisdande1egeneratie.119Watbetrefthetmonumentenbezoekkomtdit

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

36

beeldovereen.Metnamede2egeneratieSurinamersenMarokkanenzijnactiever inhetbezoeken

vanmonumentendande1egeneratie.120Ookhiervoorgeldtdathetbelangrijkisomtekijkenofdit

invloedheeftopdewaarderingenhetbegripvoorcultureelerfgoedonderdeleerlingen.

2.5.1.4 Opleidingsniveau

De variabele opleidingsniveau is in dit onderzoek geoperationaliseerd aan de hand van het

opleidingsniveau dat de leerling op het moment van afname volgde. Op deze variabele werd

gecontroleerdomdathetopleidingsniveau indirecteffect zoukunnenhebbenopdewaarderingen

hetbegripvoorcultureelerfgoedonderdeleerlingen.Uitvelestudiesisnamelijkgeblekendathoger

opgeleiden cultureel actiever zijn dan lager opgeleiden. Dit gegeven is ook terug te zien in het

monumentenbezoek.Mensenmeteenvmbo‐opleidingbrengennamelijkprocentueelgezienminder

bezoekenaanmonumentendanmensenmeteenhavo,vwoofmbo‐opleiding.121

2.5.1.5 School

De variabele school is geoperationaliseerd als de schoolwaar de leerling onderwijs volgde op het

momentvanhetonderzoek.Dezevariabeleisinhetonderzoekopgenomenomdathetinteressantis

om tekijkenof er eenverbandbestaat tussende school endewaarderingvoorenhetbegripvan

cultureelerfgoedonderdeleerlingen.

2.5.1.6 Klas

Omdatdeleeftijdvandeleerlingeninditonderzoeknietsterkuiteenliepiservoorgekozenomde

variabeleklasteoperationaliseren.Deklasrepresenteerthierbijhetkennisniveau,waarmeebedoeld

wordt dat klas 3 een hoger kennisniveau heeft dan klas 2. In het onderzoek is gekeken of deze

variabeleinvloedheeftopwaarderingvoorenhetbegripvancultureelerfgoedonderdeleerlingen.

2.5.2 Afhankelijkevariabelen

2.5.2.1 Waardering

Devariabelewaarderingisinhetonderzoekgeoperationaliseerdindevormvan28afbeeldingenvan

materieel onroerend cultureel erfgoed indedirecteomgeving vande school (Nieuw‐West) en een

aantal verdiepingsvragen. De selectie van de afbeeldingen (gebouwen en gebieden) is tot stand

gekomen door eerst een inventarisatie van het cultureel erfgoed in Nieuw‐West te maken. Deze

inventarisatieisgrotendeelsdoormiddelvanhetAmsterdamsMonumentenInventarisatieSysteem

(AMIS) van BMA gemaakt. Na deze inventarisatie zijn alle gebouwen en gebieden bezocht en

gefotografeerd. Uiteindelijk zijn hieruit 28 gebouwen en gebieden geselecteerd, die ingedeeld zijn

naar een aantal kenmerken. Als eerste is onderscheid gemaakt tussen de verschillende typen

cultureel erfgoed. In het onderzoek is de boerderij, het kantoorgebouw, het monument van

ontspanning, het openbaar gebouw, een vestingwerk, de molen, het woonhuis, religieus erfgoed,

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

37

industrieel erfgoed, archeologisch erfgoed enmonumentaal groen (cultuurlandschap) opgenomen.

Ten tweede isbijdezeverschillende typenerfgoedeendriedeling inarchitectuuraangebracht.Dit

betreftoudearchitectuur,naoorlogsearchitectuur(zogenaamdewederopbouwperiode)enmoderne

architectuur.TotslotisgeprobeerdeenspreidingvancultureelerfgoedinhetgebiedNieuw‐Westte

bewerkstelligen. Hierbij is gekeken naar de verschillende stadsdelen binnen Nieuw‐West. Het

stadsdeelBosenLommervielafomdaterbijdeselectietevensgekekenisnaardeafstandtussende

scholen en het cultureel erfgoed. Verder is tevens gepoogd een spreiding in de status van de

verschillendegebouwenofgebiedenaantebrengen.Hierbijwordtonderscheidgemaakttusseneen

gemeentelijk monument, een in procedure tot aanwijzing gemeentelijk monument, een

rijksmonument,eenTop100rijksmonumentendeTop100jongemonumenten.Hierondervolgteen

overzichtvanhetcultureelerfgoeddatindevragenlijstisopgenomen.

Tabel6.Overzichtstabelmetafbeeldingenverwerktinvragenlijstnaarnaam,type,architectuur,stadsdeelenstatusNaamcultureelerfgoed

Typecultureelerfgoed

Architectuurcultureelerfgoed

Stadsdeelwaarinhetcultureelerfgoedstaat/ligt

Status

BoerderijDeMelkweg

boerderij oud Osdorp GM*

Dokterswoning kantoorgebouw oud Osdorp GM

KantoorgebouwIBM kantoorgebouw naoorlogs Slotervaart GM

KantoorgebouwAtradius

kantoorgebouw modern Slotervaart

Café‐restaurantDeHalveMaen

monumentvanontspanning

oud Osdorp

EetcaféOostoever monumentvanontspanning

naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer

Sloterparkbad monumentvanontspanning

modern Geuzenveld‐Slotermeer

Wees‐enarmenhuis openbaargebouw oud Osdorp

TechnischCollegeAmsterdam

openbaargebouw naoorlogs Slotervaart GM

AcademievoorLichamelijkeOpvoeding

openbaargebouw modern Osdorp

Bastion vestingwerk naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer

MolenDe1200Roe

molen oud Geuzenveld‐Slotermeer RM**

Woonhuis woonhuis oud Osdorp GM

Westereindflat woonhuis naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer TRM***

FlatParkrand woonhuis modern Geuzenveld‐Slotermeer

Sloterhof woonhuis naoorlogs Slotervaart GM

Noorderhof woonhuis modern Geuzenveld‐Slotermeer

Sloterkerk religieuserfgoed oud Osdorp RM

St.Catharinakerk religieuserfgoed naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer PGM****

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

38

MoskeeElHijra religieuserfgoed naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer PGM

MoskeeSuleymaniye religieuserfgoed modern Osdorp

FabriekshalDe1800Roe

industrieelerfgoed oud Geuzenveld‐Slotermeer RM

Confectiefabriek industrieelerfgoed naoorlogs Slotervaart GM

Fabriekshallen industrieelerfgoed modern Osdorp

Dorpspleingelegenopeenterp

archeologischerfgoed

oud Osdorp

NatuurgebiedDeVrijeGeer

monumentaalgroen

oud Osdorp

Laantje monumentaalgroen

naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer

Sloterplasmetoevers

monumentaalgroen

naoorlogs Slotervaart TJM*****

* gemeentelijkmonument** rijksmonument*** Top100rijksmonumenten**** inproceduretotaanwijzinggemeentelijkmonument***** Top100jongemonumentenDevolgordevandeafbeeldingenindevragenlijstisatrandombepaald.Bijdeafbeeldingenisaande

leerlingen gevraagd of zij de afbeelding met het gebouw of gebied waardevol of niet waardevol

vonden. Hierbij werd onder waardevol verstaan dat het gebouw of gebied volgens de leerling

bijzonderisendatdeleerlinghetbelangrijkvindtdathetgebouwofgebiedbewaardblijft.Erisbij

deze vraag voor een nominaal meetniveau gekozen gezien de periode waarin het onderzoek

plaatsvond,namelijkaanheteindevanhetschooljaar.Daarnaastiservoorditmeetniveaugekozen

omdat het gevaar dat de leerling eigenlijk geen mening geeft (bijvoorbeeld bij een ordinaal

meetniveau)ongunstigvoorderesultatenvanhetonderzoekzouzijn.

Om een nog duidelijker beeld te krijgen van wat de leerling als waardevol cultureel erfgoed

beschouwt, is vervolgens aan de leerlingen gevraagd een rangorde aan te geven in het cultureel

erfgoed dat zij als waardevol hadden aangeduid. Doormiddel van deze top 5 is meer verdieping

gecreëerd in de resultaten van de eerste vraag. Wanneer een leerling namelijk van de 28

afbeeldingendehelftwaardevolvindtishetnietduidelijkwelkehijofzijhetmeestwaardevolvindt.

Vervolgensishiernogeenverdiepingscomponentaantoegevoegd,doormiddelvaneenopen

vraag,waarbijde leerlingwerdgevraagdwaaromhijofzijhetgebouwofgebiedopdeeersteplek

heeft gezet. De vraag is in de vragenlijst opgenomen om een beter beeld te krijgen van de

beweegredenenwaaromleerlingenietswaardevolofnietwaardevolvinden.

Hoewel er door de spreiding in de architectuur indirect aan de leerlingwerd gevraagd of

hij/zijmeerwaarderingheeftvooroude,naoorlogseofmodernearchitectuur, iserbijdevariabele

waardering een verdiepingsvraag toegevoegd naar de invloed van de leeftijd van een gebouw of

gebiedopdewaardering.Naastdevraagofeenoudgebouwofgebiedwaardevollerisdaneenjong

gebouw of gebied is hier eveneens, door middel van een open vraag, gevraagd naar de

beweegredenenvandeleerling.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

39

Totslotisdeleerlingengevraagdwelkgebouwofgebied(datnognietnaarvorenwasgekomeninde

afbeeldingen)volgenshenzekerbewaardmoetblijvenvoordetoekomstenwaarom.Dezevraagisin

het onderzoekopgenomenomde leerling een stem te geven enhierdoor eenbeeld te krijgen van

hetgeendathij/zijalswaardevolbeschouwtbuitendevoorbeeldenindeafbeeldingen.

2.5.2.2 Begrip

Deze variabele is in het onderzoek geoperationaliseerd als het begrip dat leerlingen hebben van

cultureel erfgoed. Hierbij is, naast de overkoepelende term cultureel erfgoed of erfgoed, gevraagd

naardevormenvanerfgoeddieonderhetmaterieelonroerenderfgoedvallen.Ditzijnmonumenten,

cultuurlandschapenarcheologie.Bijaldezebegrippen isaande leerlingengevraagdofzijweleens

vanhetbegriphaddengehoord.Wanneerdezevraagwerdbeantwoordmet ja,werdgevraagdom

het begrip te omschrijven en een aantal voorbeelden te noemen. Daarnaast is aan de leerlingen

gevraagdof zeweleensgehoordhaddenvandebegrippenerfgoedencultureel erfgoed.Er isvoor

dezetweebegrippengekozenomtekijkenofleerlingenhetzelfdebeeldbijbeidebegrippenhebben

ofdatervolgensheneenverschil inzit.Ookhierbijwerdgevraagdeenaantalvoorbeeldenofeen

omschrijvingtegevenwanneerdeleerlingdevraagmetjabeantwoorde.Devariabelebegripisinhet

onderzoekopgenomenomtekijkenhoebekendhetbegrip,endezakendiehierondervallen,onder

deleerlingenisenwelkevoorstellingzijhierbijhebben.

2.6 Afname

De data zijn verzameld van 8 juni t/m18 juni 2009 (week 24 en 25). Deze periode viel voor alle

scholen1of2wekenvoordelaatsteschoolonderzoekenvanhetschooljaar.Devragenlijstenzijnin

dementoren/ofbeeldendevorminglessenafgenomen.

Inoverlegmetdedocentwerdikaanhetbeginvandeleskortgeïntroduceerd,hierbijwerd

nietingegaanopdeinhoudvanhetonderzoek.Vervolgensverteldeikzelfwieikwasenwaaromikin

delesaanwezigwas.Naeenkorteuitlegoverdebegrippenwaardevolennietwaardevolwerdende

vragenlijstenuitgedeeldenisdeleerlingengevraagddevragenlijstzelfstandigintevullen.Vóórhet

invullenisduidelijktegendeleerlingengezegddatheteenvragenlijstbetreftwaarbijgeengoedeof

fouteantwoordenkunnenwordengegevenendathetomdemeningvandeleerlingzelfgaat.Ookis

aangegeven dat leerlingen die vragen hadden dit konden aangeven door de vinger op te steken.

Vragenmetbetrekking totdeopmaakvandevragenlijstwerdenbeantwoord, zodatde leerlingde

vragenlijst verder kon invullen. Wanneer een leerling vroeg of een bepaald voorbeeld een goed

antwoord zou zijn,werd de leerling nogmaals verteld dat er van een goed of fout antwoord geen

sprakewas.Deleerlingwerdverzochtzijnofhaarmeningtegeven. Nahetbeantwoordenvanalle

vragenwerdendevragenlijsteningenomenenvoorzienvanschoolnaam,opleidingsniveauenklas.

Detotaleduurvandeafnamevandevragenlijstvarieerdeperleerling,dezeliepuiteenvan10tot40

minuten. Gemiddeld deden leerlingen 25 tot 30 minuten over het invullen van de vragenlijst. De

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

40

algemene indrukvandeafname isdatdezevoorspoedigverliep,erwarengeen leerlingendieniet

wildendeelnemenaanhetonderzoek.

2.7 Verwerkinggegevens

NadeafnamezijnallevragenlijstenuitgewerktinExcel.Degeslotenvragenzijndoormiddelvanhet

codeboek(bijlageII)verwerkt.Deantwoordenopdeopenvragenzijnnainterpretatieingedeeldin

een aantal antwoordcategorieën en vervolgens verwerkt zoals in het codeboek staat beschreven.

Deze verwerking was noodzakelijk om vervolgens in SPSS kwantitatieve analyses te kunnen

uitvoeren.Uitdezeanalyseszijnderesultatenvoortgekomendieinhetvolgendehoofdstukworden

besproken.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

41

3 ResultatenIn dit hoofdstuk worden de verzamelde data geanalyseerd. Eerst zal de afhankelijke variabele

waarderingbehandeldworden.Vervolgenszalgekekenwordennaarbegrip,detweedeafhankelijke

variabeleinhetonderzoek.

3.1 Waardering

De afhankelijke variabele waardering is, zoals uit het hoofdstuk hiervoor blijkt, op verschillende

manierengetoetst.Allereerst is gekekenofde leerlingenhet cultureel erfgoed indeomgevingvan

hunschoolalswaardevolofnietwaardevolbeoordelen.Onderstaandetabelgeefteenoverzichtvan

hetoordeelvanalleleerlingen.

Tabel7.FrequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoedalleleerlingenNummerafbeelding Aantalleerlingendatdit

cultureelerfgoedalswaardevolbeoordeelt

Aantalleerlingendatditcultureelerfgoedalsnietwaardevolbeoordeelt

EetcaféOostoever 86 89AcademievoorLichamelijkeOpvoeding 144 31Woonhuis 64 111Dorpspleingelegenopeenterp 82 93BoerderijDeMelkweg 89 86Café‐restaurantDeHalveMaen 55 120MoskeeElHijra 153 22NatuurgebiedDeVrijeGeer 119 56Wees‐enarmenhuis 117 58Bastion 128 47Sloterparkbad 136 39MoskeeSuleymaniye 166 9Laantje 58 117Westereindflat 49 126Confectiefabriek 79 96TechnischCollegeAmsterdam 94 81Noorderhof 79 96St.Catharinakerk 82 93Sloterkerk 83 92Sloterplasmetoevers 150 25Fabriekshallen 41 134KantoorgebouwIBM 105 70Dokterswoning 93 82MolenDe1200Roe 120 55KantoorgebouwAtradius 125 50Sloterhof 48 127FabriekshalDe1800Roe 31 144FlatParkrand 115 60Wanneerwekijkennaarhetmeestgewaardeerdecultureelerfgoedishetopvallenddatopdeeerste

tweeplaatsenreligieuserfgoedstaat.Hierbijishetvanbelangomtevermeldendathetomreligieus

erfgoed gaat met een islamitische functie, namelijk een moskee. Opmerkelijk is dat op de drie

plaatsenhiernagebouwenen/ofgebiedenstaanmeteenvoornamelijkrecreatievefunctie,namelijk

deSloterplasmetoevers,deacademievoorLichamelijkeOpvoedingenhetSloterparkbad.Wanneer

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

42

dearchitectuurvandevijfmeestgewaardeerdegebouwenofgebiedennaderbestudeerdwordt, is

het opvallend dat hier alleen naoorlogse ofmoderne architectuur genoemdwordt. Tot slot is het

noemenswaardig om te vermelden dat voorbeelden van een woonhuis en industrieel erfgoed het

meestalsnietwaardevolwordenbeoordeeld.

Wanneer deze resultaten vergeleken worden met het bezoek aan verschillende soorten

monumenten van het SCP zijn er drie belangrijke overeenkomsten. De eerste overeenkomst heeft

betrekking op het religieus erfgoed. Naast oude stadsdelen en dorpskernen was dit type erfgoed

namelijk het meest populair onder de Nederlandse bevolking. Het industrieel erfgoed

(bedrijfspanden),detweedeovereenkomst,bleekhetminstpopulairtezijn.122Watdearchitectuur

betreft,komtdemeningvande jongerenovereenmetdemensenuithetonderzoekvanCoeterier.

Hierinwerdnamelijkgestelddateengebouwvan50jaaroudookcultuurhistorischwaardevolkan

zijn.123Metanderewoordennaoorlogseofmodernearchitectuurkanookwaardevolzijn.

3.1.1 Waardeoordeelleerlingenafbeeldingencultureelerfgoed

Hoewelditoverzichtaleenaantalinteressanteresultatenlaatzien,ishetvanbelangomtekijkenof

we deze resultaten kunnen verklaren. Om dit te bewerkstelligen wordt er gekeken of de

onafhankelijke variabelen invloed hebben op de beoordeling van de afhankelijke variabelen

waardering en begrip. Hiervoor is een Cramer’s V‐toets uitgevoerd. Deze toets vergelijkt de

frequentieverdeling van de steekproef met de verwachte celverdeling en gaat na of het verschil

significant is. Bij de resultaten is ervoor gekozen om alleen de significante uitkomsten

(significatieniveau<0,05)tevermelden.

3.1.1.1 Geslacht

Allereerstisgekekenofereenaantoonbaarverschilbestaattussenhetwaardevolofnietwaardevol

beoordelen van de afbeeldingen en het geslacht van de respondent. Uit de analyse blijkt dat het

geslacht bij vijf afbeeldingen invloed heeft op het resultaat. In onderstaande tabel worden de

resultatengetoond.

Tabel8.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoednaargeslacht

GeslachtAfbeelding Oordeeljongen meisje

Cramer’sV

waardevol 23 41Woonhuisnietwaardevol 58 53

0,158*

waardevol 47 70Wees‐enarmenhuisnietwaardevol 34 24

0,174*

waardevol 32 61Dokterswoningnietwaardevol 49 33

0,254**

waardevol 48 72MolenDe1200Roenietwaardevol 33 22

0,186*

waardevol 52 73KantoorgebouwAtradius nietwaardevol 29 21

0,149*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

43

Uitdeze tabelblijktdaterbijdebovenstaandeafbeeldingeneensignificantverschilaangetoond is

naargelanghetgeslachtvanderespondent.Hetgrootsteverschilzienwebijdeafbeeldingvande

Dokterswoning. Demeisjes beoordelen dit cultureel erfgoed voornamelijk als waardevol (64,9%),

terwijl de jongens het eerder als niet waardevol beschouwen (60,5%). Molen De 1200 Roe laat

vervolgens het grootste verschil zien. Hier is de afbeelding zowel door de jongens als demeisjes

voornamelijk als waardevol beoordeeld, het percentage van de meisjes dat deze afbeelding als

waardevolheeftbeoordeeld(76,6%)isaanzienlijkhogerdanhetpercentagevandejongens(59,3%).

Deoverigeafbeeldingenlatenhetzelfdeverschilzien,namelijkdatdemeisjesprocentueelgezienhet

cultureelerfgoedalswaardevollerbeschouwen.

Datmeisjes dit cultureel erfgoedwaardevoller beoordelen iswellicht indirect te koppelen

aandealgemenebelangstellingvoorcultureelerfgoedonderhetvrouwelijkgeslacht.In2007bracht

devrouw(46%)namelijkvakerdandeman(44%)eenbezoekaaneenmonument.124

3.1.1.2 Etniciteit

Daarnaastisergekekenofdeonafhankelijkevariabeleetniciteitinvloedheeftopdebeoordelingvan

hetcultureelerfgoeddoordeleerlingen.Ookuitdezeanalysezijneenaantalafbeeldingennaarvoren

gekomen.Hierondervolgteenoverzichtvandebevindingen.

Tabel9.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoednaaretniciteit

EtniciteitAfbeelding Oordeela m t s/a/a o

Cramer’sV

waardevol 6 32 16 9 19Dorpspleingelegenopeenterp nietwaardevol 3 39 34 4 13

0,246*

waardevol 8 70 49 9 30MoskeeSuleymaniyenietwaardevol 1 1 1 4 2

0,349***

waardevol 6 33 14 9 20St.Catharinakerknietwaardevol 3 38 36 4 12

0,286**

waardevol 7 26 16 12 22Sloterkerknietwaardevol 2 45 34 1 10

0,398***

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001a=autochtone,m=Marokkaanse,t=Turkse,s/a/a=Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse,o=overigeUitbovenstaandetabelblijktdaterbijvierafbeeldingeneenverschil isaangetoondnaargelangde

etniciteitvanderespondent.Opvallendhierbijisdatdemeestsignificanteverschillenwordengezien

bijhetreligieuserfgoed.DeCramer’sVwaardelaatziendathetgrootsteverschilbijdeSloterkerkis

aangetoond. Hierbij is het noemenswaardig om te vermelden dat de leerlingen met een

Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit dit cultureel erfgoed als het meest waardevol

beschouwen(92,3%),gevolgddoordeautochtoneleerlingen(77,8%).DeleerlingenmeteenTurkse

etniciteit (68%)enMarokkaanseetniciteit (63,4%)beoordelendeSloterkerkvoornamelijkalsniet

waardevol.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

44

NaastdeSloterkerkwordtereensignificantverschilgezienbijdeMoskeeSuleymaniye.Hoewelalle

etniciteitenditcultureelerfgoedvoornamelijkalswaardevolhebbenbeoordeeld,ishetopvallenddat

deleerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteit(30,8%)ditcultureelerfgoedals

minstwaardevolhebbenbeschouwd.BijdeSt.CatharinakerkenhetDorpspleingelegenopeenterp

ishetnoemenswaardigdathetoordeelvandeleerlingenmeteenMarokkaanseenTurkseetniciteit

verschilt ten opzichte van de anderen. In tegenstelling tot de andere etniciteiten hebben zij dit

cultureelerfgoedvoornamelijkalsnietwaardevolbeoordeeld.Vooralhetoordeelvandeleerlingen

meteenTurkseetniciteit(68%)isnoemenswaardig.

Wanneer deze resultaten worden vergeleken met het onderzoek naar het

monumentenbezoekonderdeNederlandsebevolkingzijnergeenduidelijkeovereenkomstentezien.

Uitditonderzoekblijktnamelijkdatmonumentenhetmeestfrequentdoordeautochtonebevolking

worden bezocht, gevolgd door mensen met een Surinaamse/Antilliaanse etniciteit. Onder de

MarokkanenenTurkenishetbezoekerspercentagehet laagst.125Uitbovenstaanderesultatenblijkt

dat hier eerder sprake is van een tweedeling in het waardeoordeel tussen de leerlingenmet een

Marokkaanse en Turkse etniciteit én de autochtone leerlingen en leerlingenmet een Surinaamse/

Antilliaanse/Arubaanseetniciteit.Hetisaannemelijkdatditverschilverbandheeftmetdeculturele

en religieuze achtergrond van de leerlingen. De moskee, het gebedshuis binnen de islam, wordt

namelijk onder de leerlingen met een Marokkaanse en Turkse etniciteit als meest waardevol

beoordeeld. Daarentegen beoordelen zij het religieus erfgoed met een westerlijk exterieur, de

Sloterkerk en St. Catharinakerk, voornamelijk als nietwaardevol. Bij de autochtone leerlingen en

leerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteitiseenomgekeerdbeeldtezien,het

meerdendeelvanhenbeoordeeltdeSloterkerkenSt.Catharinakerknamelijkalswaardevol.

Datde leerlingenmet eenMarokkaanseenTurkseetnicteithetDorpspleingelegenopeen

terpalsvoornamelijknietwaardevolbeoordelenismoeilijkteverklaren.Ditzounamelijkbetekenen

datdezeleerlingenarcheologieminderwaarderen.Ofditwerkelijkhetgeval is,moetblijkenuitde

overigeresultatenvanhetonderzoek.

3.1.1.3 Generatie

Vervolgens is er gekeken of er een verschil bestaat tussen het waardeoordeel van de autochtone

leerlingen,1egeneratieen2egeneratieallochtone leerlingen.Uitdeanalyse, inonderstaande tabel

weergegeven,isgeblekendaterbijdeSloterkerkeensignificantverschilisaangetoond.

Tabel10.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoedvanautochtone,1een2egeneratieallochtoneleerlingen

AutochtoonengeneratieallochtoonAfbeelding Oordeelautochtoon 1egeneratie

allochtoon2egeneratieallochtoon

Cramer’sV

waardevol 7 16 61Sloterkerkniet‐waardevol 2 7 82

0,206*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

45

Opmerkelijkbijdezeanalyse isdathetgrootstegedeeltevande2e generatieallochtone leerlingen

(57,3%) dit cultureel erfgoed als enigen als niet waardevol hebben beoordeeld. De autochtone

leerlingen(77,7%)hebbenditreligieuserfgoedalshetmeestwaardevolbeoordeeld,gevolgddoorde

1egeneratieallochtoneleerlingen(69,6%).

Ook bij dit resultaat is het aannemelijk dat culturele en religieuze achtergrond van de

leerlingenvaninvloedisophetwaardeoordeel.Hierbovenblijktnamelijkdatdeleerlingenmeteen

MarokkaanseenTurkseetniciteitdezekerkvoornamelijkalsnietwaardevolbeoordelen.Ditzijnmet

name 2e generatie allochtonen. Uit het onderzoekReligie aan het begin van de 21ste eeuw van het

CentraalBureauvoordeStatistiek(CBS)isgeblekendatde2egeneratieTurkenenMarokkanenhet

meestactiefhungeloofbeoefenen.126Hetisaannemelijkdatdezeactieverehoudinginvloedheeftop

de waardering van het religieus erfgoed. De Sloterkerk, in de vragenlijst het meest duidelijke

voorbeeldvaneenwesterlijkekerkwatbetreftexterieur,wordtwaarschijnlijkvoornamelijkalsniet‐

waardevolbeoordeeld,omdatdezekerkgeenrelatieheeftmetdeislam.

Daarentegen is het opmerkelijk dat de 1e generatie allochtonen in tegenstelling tot de 2e

generatie allochtonen dit cultureel erfgoed voornamelijk als waardevol beoordelen. Het zou

aannemelijker zijn dat de 1e generatie allochtonen dit cultureel erfgoed minder waardevol vindt,

gezienhetfeitdatdezegeneratiehungeloofactieverbeoefenendande2egeneratieallochtonen.127

Hetverschilinderesultatenisechterteverklarendoordateendeelvandeze1egeneratieallochtone

leerlingen (26,1%) geboren is in een landwaarmen voornamelijk het christelijk geloof aanhangt.

Hierdoorbeoordeelthetmerendeelvande1egeneratieallochtonenditreligieuserfgoeddanookals

waardevol.

3.1.1.4 Opleidingsniveau

Ookhetopleidingsniveauvandeleerlingenisgeanalyseerd.Onderstaandetabelgeefteenoverzicht

vandeafbeeldingen,waarbijeensignificantverschil isaangetoondtussendeleerlingenwatbetreft

hunopleidingsniveau.

Tabel11.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoednaaropleidingsniveau

OpleidingsniveauAfbeelding Oordeelvmbo­b&k vmbo­t havo vwo

Cramer’sV

waardevol 9 12 30 31Dorpspleingelegenopeenterp niet‐waardevol 3 10 52 28

0,221*

waardevol 8 15 33 33BoerderijDeMelkweg niet‐waardevol 4 7 49 26

0,216*

waardevol 4 2 26 26Laantjenietwaardevol 8 20 56 33

0,227*

waardevol 2 11 25 11Westereindflatnietwaardevol 10 11 57 48

0,225*

waardevol 5 19 25 33St.Catharinakerknietwaardevol 7 3 57 26

0,376***

waardevol 5 18 27 33Sloterkerknietwaardevol 7 4 55 26

0,331***

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

46

Het grootste significante verschil wat betreft opleidingsniveau is te zien bij het religieus erfgoed.

OpvallendbijdeSt.Catharinakerkisdathetmerendeelvandeleerlingenuitdehavoklasditreligieus

erfgoednietwaardevol(69,5%)vindt,gevolgddoordeleerlingenuitdevmbo‐b&kklas(58,3%).De

leerlingen uit de vmbo‐t klas (86,4%) en de vwo klas (55,9%) vinden dit cultureel erfgoed

daarentegenoverhetalgemeen juistwelwaardevol.Hoeweldeverschillen ietskleinerzijn isdeze

verdeling onder het opleidingsniveau ook aangetoond bij de Sloterkerk. Bij het Laantje en de

Westereindflat zijn de leerlingen uit de verschillende klassen het erover eens dat dit cultureel

erfgoedvoornamelijknietwaardevolis.Devmbo‐tleerlingen(90,9%)beoordelenhetLaantjealshet

minst waardevol. De vmbo‐b&k leerlingen (83,3%) zijn daarentegen het minst positief over de

Westereindflat.BijhetDorpspleingelegenopeenterpenBoerderijDeMelkwegisdezemeningjuist

tegenovergesteld, de leerlingen vinden dit cultureel erfgoed over het algemeen waardevol. Een

uitzonderingopditoordeelvormenechterdeleerlingenuitdehavoklas.

Wanneer de resultaten worden vergeleken met het onderzoek van het SCP is er een

belangrijke overeenkomst. Over het algemeen laten bovenstaande resultaten zien dat de vwo

leerlingen het cultureel erfgoed, met uitzondering van het Laantje en de Westereindflat,

voornamelijk als waardevol beoordelen. Dit beeld komt overeenmet het onderzoek van het SCP,

waaruit blijkt dat hoger opgeleiden meer belangstelling hebben voor monumenten.128 Dit zou

betekenendatdevmbo‐b&kleerlingenhetcultureelerfgoedoverhetalgemeenhetminstwaarderen.

Uit bovenstaande resultaten blijken de havo leerlingen echter het minst positief te zijn. Een

aannemelijkeverklaringvoorhethogerewaardeoordeelvandevmbo‐b&kleerlingenisdatzijinde

zogenaamde vmbo‐b&k Kunst, Cultuur en Media klas zitten, waardoor zij waarschijnlijk meer

interessehebbenvoorcultureelerfgoed.

3.1.1.5 School

Naasthetopleidingsniveauisergekekenoferverschillenbestaantussendewaardeoordelenvande

leerlingenvandeverschillendescholen.Bijvierafbeeldingeniseensignificantverschilaangetoond.

Hierondervolgenderesultaten.

Tabel12.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoednaarschool

SchoolAfbeelding OordeelHervormd

LyceumWestComeniusLyceum

WestburgCollege

Cramer’sV

waardevol 35 43 8EetcaféOostoever nietwaardevol 54 31 4

0,204*

waardevol 42 17 5Woonhuisnietwaardevol 47 57 7

0,243*

waardevol 74 70 9MoskeeElHijranietwaardevol 15 4 3

0,195*

waardevol 52 50 3KantoorgebouwIBM nietwaardevol 37 24 9

0,214*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

47

Hoewel de leerlingen van de verschillende scholen het met elkaar eens zijn dat het Woonhuis

voornamelijk niet waardevol is, zijn de verschillen bij deze afbeelding het meest significant. Het

percentageleerlingenvanhetComeniusLyceum(77%),datditcultureelerfgoedalsnietwaardevol

beschouwt,steektnamelijkbovendeanderetweescholenuit.BijhetkantoorgebouwIBMwordtde

mening niet gedeeld door de verschillende scholen. Het merendeel van de leerlingen van het

WestburgCollege(75%)beoordeeltditcultureelerfgoednamelijkalsnietwaardevolintegenstelling

tot de andere twee scholen.Bij EetcaféOostoever is dit verschil tussende scholenwatbetreft het

waardeoordeel ook zichtbaar, alleen vormt het Hervormd LyceumWest hier een uitzondering. In

tegenstellingtotdeanderetweescholenvindendeleerlingenvandezeschool(60,7%)ditcultureel

erfgoedvoornamelijknietwaardevol.HetkleinstesignificanteverschilistezienbijMoskeeElHijra,

de leerlingenzijnhethiermetelkaareensdatditreligieuserfgoedvoornamelijkwaardevol is.Het

ComeniusLyceum(94,6%)heeftditreligieuserfgoedalshetmeestwaardevol(94,6%)beoordeeld.

Wanneer er naar de schoolprofielen van de scholen wordt gekeken valt het op dat het

Comenius Lyceum als enige geen kunst of cultuur in dit profiel heeft opgenomen. Het is dus

opmerkelijk dat deze school algemeen gezien hetmeest positief is over het cultureel erfgoed. Een

verklaring voor dit resultaat zou kunnen zijn dat er vanuit deze school twee vwo klassen hebben

deelgenomen. Zoals net bleek bij het opleidingsniveau is het aannemelijk dat deze leerlingen het

cultureelerfgoedoverhetalgemeenpositieverbeoordelen.

3.1.1.6 Klas

Totslotisergekekenofdeklaswaarindeleerlingenzittenvaninvloedisophetwaardeoordeel.Bij

acht afbeeldingen van cultureel erfgoed is een significant verschil aangetoond. De tabel hieronder

geefteenoverzichtvanderesultaten.

Tabel13.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoednaarklas

KlasAfbeelding OordeelKlas2 Klas3

Cramer’sV

waardevol 20 44Woonhuisnietwaardevol 66 45

0,272***

waardevol 81 72MoskeeElHijranietwaardevol 5 17

0,200**

waardevol 55 73Bastionnietwaardevol 31 16

0,204**

waardevol 17 41Laantjenietwaardevol 69 48

0,279***

waardevol 50 32St.Catharinakerknietwaardevol 36 57

0,222**

waardevol 48 35Sloterkerknietwaardevol 38 54

0,165*

waardevol 66 84Sloterplasmetoevers nietwaardevol 20 5

0,252**

waardevol 53 72KantoorgebouwAtradius nietwaardevol 33 17

0,213**

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

48

De grootste significante verschillen zijn aangetoond bij het Woonhuis en het Laantje. Bij beide

vormenvancultureelerfgoedzijndeleerlingenuitdeverschillendeklassenhetmetelkaareensdat

dezevoorbeeldenvoornamelijknietwaardevolzijn.Opvallendhierbij isdathetverschilmetname

groter is bij de leerlingen uit klas 2. BijMoskee ElHijra, het Bastion, de Sloterplasmet oevers en

kantoorgebouwAtradiusdelendeleerlingenuitdeverschillendeklasseneveneenshunmeningmet

elkaar wat betreft het waardeoordeel. De verschillen zijn hierbij echter significant minder groot.

Klas3isechterinzijnoordeel,metuitzonderingvandeMoskeeElHijra,hetmeestduidelijkgeweest.

Opvallend isdathetwaardeoordeeloverhetovergebleven religieus erfgoedonder leerlingenover

hetalgemeenafwijkt.Deleerlingenuitklas3hebben,integenstellingtotdeleerlingenuitdeklas2,

dittypeerfgoedvoornamelijkalsnietwaardevolbeoordeeld.

Omdathetonderzoeknaardebelangstellingvoorhet cultureelerfgoedonderscheidmaakt

tussen leeftijdscategorieën is het moeilijk om bovenstaande resultaten te koppelen aan dit

onderzoek. Wanneer we ervan uitgaan dat de kennis van de leerlingen gaandeweg hun

schoolcarrière zal toenemen, is het aannemelijk dat de leerlingen in klas 3 het cultureel erfgoed

waardevoller beoordelen dan de leerlingen uit klas 2. Deze aanname klopt, behalve voor de

voorbeelden van religieus erfgoed. De Moskee El Hijra, St. Catharinakerk en Sloterkerk worden

namelijkpositieverbeoordeelddoordeleerlingeninklas2.

3.1.2 Top5cultureelerfgoed

Ten tweede is aande leerlingengevraagdeen top5 temakenvanhet cultureel erfgoeddat zij als

waardevolbeoordelen.Opeenaantalpuntenisdezevraagnietdooralleleerlingenbeantwoord.Er

zijnnamelijkdrieleerlingendiegeenantwoordhebbeningevuldbijhunnummer4envierleerlingen

hebbennietsingevuldinbijnummer5.Inonderstaandetabelisdetop5waardevolcultureelerfgoed

vanalleleerlingenweergegeven.

Tabel14.Frequentietabeltop5waardevolcultureelerfgoedalleleerlingenAfbeelding Nummer1 Nummer2 Nummer3 Nummer4 Nummer5EetcaféOostoever 10 8 7 5 7AcademievoorLichamelijkeOpvoeding

13 7 11 15 9

Woonhuis 2 4 4 2 2Dorpspleingelegenopeenterp

3 5 2 2 6

BoerderijDeMelkweg 3 1 6 2 12Café‐restaurantDeHalveMaen

0 2 1 2 0

MoskeeElHijra 33 35 8 6 7NatuurgebiedDeVrijeGeer 4 9 15 9 12Wees‐enarmenhuis 4 6 7 7 3Bastion 3 16 17 9 8Sloterparkbad 13 13 20 17 17MoskeeSuleymaniye 45 33 19 16 5Laantje 1 0 6 2 3Westereindflat 0 0 1 2 0Confectiefabriek 0 0 2 2 1

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

49

TechnischCollegeAmsterdam

0 3 4 5 6

Noorderhof 2 3 0 4 1St.Catharinakerk 3 6 3 2 1Sloterkerk 1 2 2 6 3Sloterplasmetoevers 17 10 18 21 14Fabriekshallen 0 1 1 1 1KantoorgebouwIBM 0 2 3 4 5Dokterswoning 0 2 5 2 8MolenDe1200Roe 3 2 2 12 8KantoorgebouwAtradius 6 3 3 13 11Sloterhof 1 1 2 1 2FabriekshalDe1800Roe 0 0 0 0 3FlatParkrand 8 1 6 3 16Geenantwoord 0 0 0 3 4Zoals inhetbeginuithetalgemenewaardeoordeelvande leerlingenblijkt, ishet religieuserfgoed

(metdefunctiemoskee)ookhierweerruimvertegenwoordigd.Opnummer1en2wordendeeerste

tweeplaatsengevulddoordeMoskeeSuleymaniyeenMoskeeElHijra.Deeerstgenoemdemoskee

bevindtzichoverigensookopnummer3en4vandeleerlingen,alleendanopdetweedeenderde

plaats. Vervolgens zijn de Sloterplas met oevers en het Sloterparkbad het meest populair. Beide

vormenvancultureel erfgoedzijnopalleplaatsen inde top5hoogvertegenwoordigd. Daarnaast

zijn de Academie voor Lichamelijke Opvoeding, het Bastion, Natuurgebied De Vrije Geer,

KantoorgebouwAtradius, Flat Parkrand en BoerderijMelkweg alsmeestwaardevol gewaardeerd.

Dezelaatstgenoemdeisoverigensverrassend,aangeziendezebijhetalgemenewaardeoordeelopde

15eplaatsstaat.

Eenverklaringvoordepopulariteitvanreligieuserfgoedonderdeleerlingenis,zoalseerder

besproken, de culturele en religieuze achtergrond vande leerlingen.Omdat hetmerendeel vande

ondervraagdeleerlingenvanMarokkaanseofTurksekomafis,ishetaannemelijkdatdemoskeeënin

dit onderzoek alsmeestwaardevolwordenbeoordeeld.Of deze verklaring klopt zal blijkenuit de

vraag waarom de leerlingen dit cultureel erfgoed op nummer 1 hebben gezet. Opvallend aan het

overigepopulairecultureelerfgoedisdatditmetnamevoorbeeldenzijnmeteenrecreatievefunctie.

Ditzoukunnenbetekenendatdeleerlingenhunwaardeoordeelbepalenaandehandvandefunctie

vaneengebouwofgebied.Ofdezeaannameklopt,zalblijkenuitdevraagwaaromdeleerlingendit

cultureelerfgoedwaardevolvindeneninhuntop5hebbengeplaatst.

Ook bij deze resultaten is gekeken of de onafhankelijke variabelen invloed hebben gehad op de

samengesteldetop5vandeleerlingen.Hierondervolgenderesultaten.

3.1.2.1 Geslacht

Opbasisvandeonafhankelijkevariabelegeslachtisgeensignificantverschilaangetoondtussenhet

cultureelerfgoeddatdeleerlingenhebbeningevuldinhuntop5.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

50

3.1.2.2 Etniciteit

Deonafhankelijkevariabeleetniciteit toontdaarentegenweleen significantverschil aan tussende

afbeeldingen van cultureel erfgoed die de leerlingen in hun top 5 hebben opgenomen. In

onderstaandetabelisaangegevendatdenummers1en3significanteverschillenlatenzien.

Tabel15.Frequentietabelnummer1en3vandetop5vanalleleerlingennaaretniciteit

Nummer1top5 Nummer3top5Etniciteit Etniciteit

Afbeelding

a m t s/a/a o a m t s/a/a oEetcaféOostoever 0 3 3 1 3 0 1 2 0 4AcademievoorLichamelijkeOpvoeding

1 5 4 0 3 2 5 3 0 1

Woonhuis 0 0 1 0 1 0 2 0 0 2Dorpspleingelegenopeenterp

2 0 0 1 0 0 1 0 0 1

BoerderijDeMelkweg

0 2 1 0 0 1 2 1 0 2

Café‐restaurantDeHalveMaen

0 0 0 0 0 0 0 0 1 0

MoskeeElHijra 0 21 4 0 8 0 7 1 0 0NatuurgebiedDeVrijeGeer

1 1 1 1 0 0 5 6 1 3

Wees‐enarmenhuis 0 2 1 1 0 0 4 2 0 1Bastion 1 1 0 1 0 0 7 6 0 4Sloterparkbad 0 8 3 1 1 1 11 4 0 4MoskeeSuleymaniye 0 21 19 0 5 1 7 6 0 4Laantje 0 0 1 0 0 2 1 1 1 1Westereindflat 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0Confectiefabriek 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0TechnischCollegeAmsterdam

0 0 0 0 0 0 2 1 0 1

Noorderhof 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0St.Catharinakerk 0 0 0 1 2 1 1 0 0 1Sloterkerk 0 0 1 0 0 0 0 0 2 0Sloterplasmetoevers 3 2 3 5 4 0 6 7 3 2Fabriekshallen 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0KantoorgebouwIBM 0 0 0 0 0 0 1 2 0 0Dokterswoning 0 0 0 0 0 0 2 1 0 2MolenDe1200Roe 1 0 0 0 2 1 1 0 0 0KantoorgebouwAtradius

0 2 2 0 2 0 2 0 0 1

Sloterhof 0 0 0 1 0 0 0 1 1 0FabriekshalDe1800Roe

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

FlatParkrand 0 3 5 0 0 0 2 4 0 0

Cramer’sV

0,545***

0,453**

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001a=autochtone,m=Marokkaanse,t=Turkse,s/a/a=Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse,o=overigeDegrootstesignificanteverschillenzijn tezien indenummer1vande top5vande leerlingen.De

meest opmerkelijke bevindingen hierbij zijn wederom te zien bij de twee moskeeën. Beide

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

51

voorbeelden van religieus erfgoed zijn procentueel hoog vertegenwoordigd in de top 5 van de

leerlingenmeteenMarokkaanseenTurkseetniciteitenbijdeleerlingenmeteenoverigeetniciteit.

Moskee Suleymaniye is namelijk procentueel het hoogst gewaardeerd door leerlingen met een

Turkseetniciteit(38%),gevolgddoorleerlingenmeteenMarokkaanseetniciteit(29,6%)entotslot

deleerlingenmeteenoverigeetniciteit.(15,6%).MoskeeElHijraisdaarentegendoordeleerlingen

met een Marokkaanse etniciteit (29,6%) procentueel het hoogst gewaardeerd, gevolgd door de

leerlingenmeteenoverigeetniciteit(25%)endaarnadeleerlingenmeteenTurkseetniciteit(8%).

Bij de autochtone leerlingen en leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit

komenbeidegebouwennietvooropdeeersteplaatsvandetop5.

Het tegenovergestelde is te zien bij hetDorpsplein gelegen op een terp. Dit type cultureel

erfgoedkomtnamelijkalleenopnummer1vandetop5voorbijautochtoneleerlingen(22,2%)en

bij leerlingenmet een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit (7,7%). Dit verschil is tevens,

overigensietsminderduidelijk,tezienbijdeSloterplasmetoevers,hetBastionenNatuurgebiedDe

Vrije Geer. De Sloterplas met oevers is door de leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/

Arubaanse etniciteit (38,5%) en de autochtone leerlingen (33,3%) procentueel het hoogst

gewaardeerd. Het Bastion is procentueel het hoogst gewaardeerd door de autochtone leerlingen

(11,1%),gevolgddoordeleerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteit.(7,7%).

EenzelfdewijzevanwaarderingzienwebijNatuurgebiedDeVrijeGeer.

Ook voor deze resultaten geldt dat het aannemelijk is dat het waardeoordeel van de

leerlingen met hun culturele en religieuze achtergrond te maken heeft. De leerlingen met een

MarokkaanseenTurkseetniciteiteneenoverigeetniciteitzijndeenigendieMoskeeSuleymaniyeen

Moskee El Hijra op nummer 1 hebben staan. De autochtone leerlingen en leerlingen met een

Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteithebbendaarentegenmetnamemonumentenmeteen

groeneuitstraling(archeologie,monumentvanontspanningenmonumentaalgroen)opnummer1

vanhuntop5geplaatst.

De verschillen bij het cultureel erfgoed, dat bij leerlingen op nummer 3 staat, zijn significant iets

minder groot dan de hierboven vermelde resultaten, maar zeker noemenswaardig. Hoewel bij de

nummer3vandetop5eengroterespreidingonderdeleerlingenistezien,valteenaantalzakenop.

Ten eerste zijn de resultaten bij de Sloterplas met oevers opvallend. Dit cultureel erfgoed is

procentueelnamelijkhethoogstgewaardeerddoordeleerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/

Arubaanse etniciteit (23,1%), gevolgd door de leerlingen met een Turkse etniciteit (14%), de

leerlingenmeteenMarokkaanseetniciteit(8,5%)endeleerlingenmeteenoverigeetniciteit(6,3%).

Bij de autochtone leerlingen komt dit monumentale groen helemaal niet voor op nummer 3.

Hetzelfdebeeld is te zienbij hetNatuurgebiedDeVrijeGeer.De leerlingenmetdezelfde etniciteit

hebbendit cultureel erfgoedopnummer3 geplaatst, in tegenstelling totde autochtone leerlingen.

Deautochtone leerlingenhebbendeAcademievoorLichamelijkeOpvoedingenhetLaantje

het vaakst op nummer 3 geplaatst. Met name de verschillen bij het Laantje zijn opvallend. De

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

52

autochtone leerlingen (22,2%) hebben dit monumentale groen procentueel als meest waardevol

beschouwd, gevolgd door de leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit

(7,7%).OokdeAcademievoorLichamelijkeOpvoedingisdoordeautochtoneleerlingenhethoogst

gewaardeerd(22,2%),gevolgddoorleerlingenmeteenMarokkaanseetniciteit(7%)endeleerlingen

meteenTurkseetniciteit(6%).Bijditopenbaargebouwishettevensopmerkelijkdatditcultureel

erfgoed niet voorkomt op nummer 3 van de top 5 van de leerlingen met een Surinaamse/

Antilliaanse/Arubaanse etniciteit. Dit geldt ook voor Boerderij DeMelkweg en het Sloterparkbad.

Daarentegenhebbendezeleerlingenalsenigenhetcafé‐restaurantDeHalveMaen,deWestereindflat

endeSloterkerkopnummer3vanhuntop5gezet.

Uitbovenstaanderesultatenblijktdatermetnameeenverschilbestaattussendenummer3

vandeautochtoneleerlingenendeallochtoneleerlingen.Ditverschil isvoordeleerlingenmeteen

Turkse,Marokkaanseenoverigeetniciteitteverklarendoordatzijopnummer1en2voornamelijk

demoskeeënhebbengeplaatst.Opnummer3staanvervolgensvoorbeeldenvanmonumentaalgroen

encultureelerfgoedmeteenrecreatievefunctie.Deautochtoneleerlingenhebbendaarentegenmet

namedeAcademievoorLichamelijkeOpvoedingenhetLaantjeopnummer3staan,wattevensook

weervoorbeeldenzijnvanmonumentaalgroenencultureelerfgoedmeteenrecreatievefunctie.De

leerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/ArubaanseetniciteithebbendeSloterplasmetoevers,

tevenseengroeneuitstraling,hetvaakstopnummer3geplaatst.

3.1.2.3 Generatie

Vervolgensisergekekenofereensignificantverschilaanwezigistussendesamengesteldetop5van

deautochtoneleerlingenende1een2egeneratieallochtoneleerlingen.Alleennummer1vandetop

5 van de leerlingen laat een significant verschil zien. De onderstaande tabel geeft een overzicht

hiervan.

Tabel16.Frequentietabelnummer1vandetop5vanalleautochtone,1een2egeneratieallochtoneleerlingen

AutochtoonengeneratieallochtoonAfbeeldingautochtoon 1egeneratie

allochtoon2egeneratieallochtoon

EetcaféOostoever 0 2 8AcademievoorLichamelijkeOpvoeding 1 3 9Woonhuis 0 1 1Dorpspleingelegenopeenterp 2 0 1BoerderijDeMelkweg 0 0 3Café‐restaurantDeHalveMaen 0 0 0MoskeeElHijra 0 5 28NatuurgebiedDeVrijeGeer 1 0 3Wees‐enarmenhuis 0 1 3Bastion 1 0 2Sloterparkbad 0 2 11MoskeeSuleymaniye 0 3 42Laantje 0 0 1Westereindflat 0 0 0Confectiefabriek 0 0 0

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

53

TechnischCollegeAmsterdam 0 0 0Noorderhof 0 0 2St.Catharinakerk 0 0 3Sloterkerk 0 0 1Sloterplasmetoevers 3 3 11Fabriekshallen 0 0 0KantoorgebouwIBM 0 0 0Dokterswoning 0 0 0MolenDe1200Roe 1 2 0KantoorgebouwAtradius 0 1 5Sloterhof 0 0 1FabriekshalDe1800Roe 0 0 0FlatParkrand 0 0 8

Cramer’sV

0,422**

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Zoals uit bovenstaande tabel blijkt zijn de grootste verschillenwederom te zien bij demoskeeën.

Interessant hierbij is dat de 2e generatie allochtone leerlingen (29,4%) Moskee Suleymaniye

procentueel gezien alswaardevoller hebben beschouwd dan de 1e generatie allochtone leerlingen

(13%). Het tegenovergestelde is te zien bij Moskee El Hijra. Dit religieus erfgoed is procentueel

gezien namelijk waardevoller door de 1e generatie allochtone leerlingen (21,7%) beschouwd dan

door de 2e generatie allochtone leerlingen (19,6%). Eerder is gebleken dat beide moskeeën niet

voorkomenopnummer1vandetop5vandeautochtoneleerlingen.

OnderdeautochtoneleerlingenisdeSloterplasmetoevershetvaakstopnummer1indetop

5tezien.Deautochtoneleerlingen(33,3%)wordenhierbijgevolgddoorde1egeneratieallochtone

leerlingen(13%)entotslotde2egeneratieallochtoneleerlingen(7,7%).HiernavolgthetDorpsplein

gelegen op een terp, waarbij het verschil procentueel gezien groter is. Dit archeologische erfgoed

komt namelijk bijna alleen bij allochtone leerlingen (22,2%) op nummer 1 van de top 5 voor.

Daarnaastiseenduidelijkprocentueelverschiltezientussendeautochtoneleerlingenende1een2e

generatieallochtoneleerlingenbijhetNatuurgebiedDeVrijeGeerenhetBastion.

HettegenovergesteldebeeldistezienbijhetSloterparkbadenhetEetcaféOostoever.Beide

typencultureelerfgoedkomenhetmeestvooropnummer1vandetop5bij1egeneratieallochtone

leerlingen(bijbeide8,7%),gevolgddoorde2egeneratieallochtoneleerlingen(7,7%en5,6%).

Totslot ishetopmerkelijkdatMolende1200Roealleenopnummer1vandetop5bijde

autochtoneleerlingen(11,1%)ende1egeneratieleerlingen(8,7%)voorkomt.Daarentegenzienwe

FlatParkrandalleenbijde2egeneratieallochtoneleerlingen(5,6%)opnummer1vandetop5staan.

De verschillen tussen autochtone en allochtone leerlingen zijn zoals eerder genoemd te

verklarendoordecultureleenreligieuzeachtergrondvandeleerlingen.Datereenduidelijkverschil

zichtbaar is tussen hetwaardeoordeel van de 1e en 2e generatie allochtone leerlingen bij de twee

moskeeënismoeilijkteverklaren.Echtereenverklaringhiervoorzoukunnenzijndatde1egeneratie

allochtoneleerlingendeMoskeeElHijrametnamebezoekenende2egeneratieallochtoneleerlingen

metnameMoskeeSuleymaniye.Watdaarnaastopvallendistussendetweegeneratiesallochtonen,is

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

54

datde2egeneratieallochtoneleerlingenmeerspreidinginhunantwoordenheeftzitten.Ditzoueen

relatie kunnenhebbenmet het gegevendat 2e generatie allochtonen cultureel actiever zijn dan1e

generatie allochtonen.129 Doordat deze 2e generatie allochtonen cultureel actiever zijn, zullen zij

wellichtmeerdereverschillendetypencultureelerfgoedwaarderen.

3.1.2.4 Opleidingsniveau

Naast de onafhankelijke variabelen geslacht, etniciteit en generatie is vervolgens gekeken of de

onafhankelijke variabele opleidingsniveau invloed heeft gehad op de samengestelde top 5 van de

leerlingen. Bij drie plaatsen is een significant verschil naar gelang het opleidingsniveau van de

leerlingenaangetoond.Onderstaandetabeltoontderesultaten.

Tabel17.Frequentietabelnummer1,2en5indetop5vanalleleerlingennaaropleidingsniveau

Nummer1top5 Nummer2top5 Nummer5top5Opleidingsniveau Opleidingsniveau Opleidingsniveau

Afbeelding

b&k t h v b&k t h v b&k t h vEetcaféOostoever 1 1 4 4 3 0 0 5 0 3 2 2AcademievoorLichamelijkeOpvoeding

1 1 3

8 1 1 3 2 0 1 4 4

Woonhuis 2 0 0 0 0 0 0 4 0 0 0 2Dorpspleingelegenopeenterp

1 0 0 2 1 1 1 2 0 0 5 1

BoerderijDeMelkweg 0 1 2 0 1 0 0 0 4 1 3 4Café‐restaurantDeHalveMaen

0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0

MoskeeElHijra 3 6 19 5 1 1 25 8 0 0 5 2NatuurgebiedDeVrijeGeer 0 2 1 1 0 0 4 5 1 1 4 6Wees‐enarmenhuis 0 2 1 1 0 1 3 2 1 0 2 0Bastion 0 0 1 2 0 1 9 6 1 1 2 4Sloterparkbad 0 2 4 7 1 2 6 4 0 4 9 4MoskeeSuleymaniye 0 4 31 10 2 10 17 4 0 0 3 2Laantje 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 1 1Westereindflat 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0Confectiefabriek 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0TechnischCollegeAmsterdam

0 0 0 0 0 0 1 2 1 0 3 2

Noorderhof 0 0 2 0 0 0 0 3 0 0 1 0St.Catharinakerk 0 0 3 0 0 3 1 2 0 0 1 0Sloterkerk 0 0 0 1 0 0 1 1 0 2 1 0Sloterplasmetoevers 2 1 4 0 1 1 3 5 1 1 10 2Fabriekshallen 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0KantoorgebouwIBM 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 4Dokterswoning 0 0 0 0 0 0 1 1 2 0 1 5MolenDe1200Roe 1 0 2 0 0 0 1 1 0 2 4 2KantoorgebouwAtradius 1 0 3 2 0 1 1 1 0 0 9 2Sloterhof 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 2 0FabriekshalDe1800Roe 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1FlatParkrand 0 2 1 5 0 0 1 0 0 4 5 7

Cramer’sV

0,437***

0,438**

0,439*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001b&k=vmbo‐b&k,t=vmbo‐t,h=havo,v=vwo

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

55

Wanneerwenaarnummer1indetop5vandeleerlingenkijken,kunnenweconstaterendatMoskee

Suleymaniye en Moskee El Hijra procentueel gezien het hoogst vertegenwoordigd zijn onder de

leerlingen.OpvallendhierbijisdatMoskeeSuleymaniyenietgenoemdisopnummer1vandetop5

vandevmbo‐b&kleerlingen.Metnameonderdehavoleerlingen(37,8%)isdezemoskeepopulair,

gevolgddoordevmbo‐t klas (18,2%)endevwoklas (16,9%).MoskeeElHijra isdaarentegenhet

vaakstdoordevmbo‐tleerlingen(27,3%)opnummer1vandetop5gezet,gevolgddoordevmbo‐

b&k(25%)leerlingen,dehavoleerlingen(23,2%)entotslotdevwoleerlingen(8,5%).

Vervolgens is de Sloterplas met oevers procentueel gezien populair onder de leerlingen.

Voornamelijk de vwo (16,9%) en vmbo‐b&k leerlingen (16,7%) hebben dit cultureel erfgoed op

nummer 1 van hun top 5 gezet. Ditzelfde beeld is te zien bij de Academie voor Lichamelijke

Opvoeding. De vwo (13,6%) en vmbo‐b&k (8,3%) leerlingen hebben dit type cultureel erfgoed

procentueelgeziennamelijkvakeropnummer1vandetop5gezet.

Tot slot is het opvallenddatde vmbo‐b&k leerlingen (16,7%)als enigenhetWoonhuis op

nummer1vanhuntop5hebbengezet.Hettegenoverstelde,enprocentueelopmerkelijk,istezienbij

hetSloterparkbadenFlatParkrand.Dezetweevoorbeeldenvancultureelerfgoedzijnalleendoorde

vmbo‐t,havoenvwoleerlingenopnummer1vandetop5gezet.

Daterprocentueelgeziendegrootsteveschillenonderdeopleidingsniveausbijdemoskeeën

tezienzijnheeftwaarschijnlijknietzozeerietstemakenmethetopleidingsniveauvandeleerlingen,

maar meer met de culturele en religieuze achtergrond van de leerlingen. Een verband met het

opleidingsniveau is daarentegen wel denkbaar bij de Sloterplas met oevers en de Academie voor

LichamelijkeOpvoeding.Hierbijishetopmerkelijkdatdevwoleerlingenendevmbo‐b&kleerlingen

metnamevoorditcultureelerfgoedkiezen.Hetgegevendathogeropgeleidenmeerbelangstelling

hebbenvoorcultureelerfgoed,130kangekoppeldwordenaandevwoleerlingen.Eenverklaringvoor

het hoge waardeoordeel van de vmbo‐b&k leerlingen is dat deze leerlingen in een zogenaamde

Kunst,CultuurenMediaklaszitten,waardoorzijwellichtactievermetkunstencultuurbezigzijnen

daardoorditcultureelerfgoedalswaardevollerbeoordelen.

Daarnaastisereensignificantverschilaangetoondbijnummer2vandetop5vandeleerlingennaar

gelanghetopleidingsniveau.Zoalsbijnummer1zijnookbijnummer2vande top5demoskeeën

procentueel het hoogst vertegenwoordigd. Moskee El Hijra is het meest populair onder de havo

leerlingen (30,5%), gevolgddoorde vwo (13,6%), vmbo‐b&k (8,3%) en vmbo‐t (4,5%) leerlingen.

MoskeeSuleymaniye ishet vaakst doordevmbo‐t (45,5%) leerlingenopnummer2vande top5

gezet,gevolgddoordehavo(20,7%),vmbo‐b&k(16,7%)envwo(6,8%)leerlingen.

Hierna iserprocentueelgezienhetmeestgestemdophetBastion.Hierbij ishetopvallend

datdevmbo‐b&kleerlingenalsenigenditcultureelerfgoednietopnummer2vanhuntop5hebben

gezet.Metnamedehavo (11%)envwo(10,2%) leerlingenhebbenhetvestingwerkalswaardevol

beoordeeld.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

56

Vervolgensishetopmerkelijkdatdevmbo‐b&k(25%)envwo(8,5%)leerlingenalsenigenEetcafé

Oostoever op nummer 2 van de top 5 hebben gezet. De vmbo‐b&k (8,3%) leerlingen hebben als

enigenBoerderijDeMelkwegopnummer2vandetop5gezet.Hettegenovergesteldeistezienbij

de St. Catharinakerk. Dit religieus erfgoed is alleen door de vmbo‐t (13,6%), havo (1,2%) en vwo

(3,4%)leerlingenopnummer2 inhetmeestwaardevollerijtjegezet.Totslotzijnderesultatenbij

Natuurgebied De Vrije Geer en Noorderhof noemenswaardig. Hetmonumentale groen is namelijk

alleendoordehavo(4,9%)envwo(8,5%)leerlingenopnummer2vanhuntop5gezet.Noorderhof

isdaarentegenalleendoorvwo(5,1%)leerlingenhooggewaardeerd.

Ookhierbijgeldtdathetverschiltussendeopleidingsniveausbijdemoskeeënvoornamelijk

temakenzalhebbenmetdecultureleenreligieuzeachtergrondvandeleerlingenennietzozeermet

hetdaadwerkelijkopleidingsniveau.Vaneenverbandmethetopleidingsniveauzousprakekunnen

zijn bij het Bastion, Natuurgebied De Vrije Geer en Noorderhof. Deze voorbeelden van cultureel

erfgoedwordennamelijkdoordehavoenvwo leerlingenhetmeestalswaardevolbeoordeeld.Dit

beeld kan in verband gebracht worden met het gegeven dat hoger opgeleiden cultureel actiever

zijn.131 Dat de vmbo‐b&k leerlingen bepaalde voorbeelden van cultureel erfgoed meer waardevol

beoordelen,heeftwellichttemakenmetdeopleidingdiezijvolgenenzichrichtopKunst,Cultuuren

Media.

Totslotisereensignificantverschilaangetoondbijnummer5vandetop5.Procentueelgezieniser

door de leerlingen hetmeest gestemd op het Sloterparkbad. Opvallend hierbij is dat dit cultureel

erfgoednietvoorkomtopnummer5vandetop5vandevmbo‐b&kleerlingen.HetSloterparkbadis

procentueel gezien het meest door de vmbo‐t leerlingen (18,2%) gekozen, gevolgd door de havo

(11,3%)envwo(7%)leerlingen.VervolgensisFlatParkrandhetmeestpopulaironderdeleerlingen.

Dezeflathebbendevmbo‐tleerlingen(18,2%)hetvaakstopnummer5vanhuntop5gezet.Ditmaal

worden zij gevolgd door de vwo (12,3%) en havo (6,3%) leerlingen. Dit voorbeeld van cultureel

erfgoedkomtwederombijdevmbo‐b&kleerlingennietvooropnummer5vanhuntop5.Ditzelfde

beeldistezienbijEetcaféOostoever,ditmonumentvanontspanningkomtnietvooropnummer5

vandetop5vandevmbo‐b&kleerlingen.Hetwordtprocentueelgezienwelhooggewaardeerddoor

devmbo‐tleerlingen(13,6%),gevolgddoordevwo(3,5%)enhavo(2,5%)leerlingen.

Vervolgens is het interessant om te kijken naar Boerderij De Melkweg. Hier vindt het

tegenovergestelde plaats, deze boerderij is voornamelijk door de vmbo‐b&k (33%) leerlingen als

waardevol beoordeeld. De vwo leerlingen (7%) worden gevolgd door de vmbo‐t (4,5%) en havo

(3,8%) leerlingen. Ditzelfde procentueel gezien grote verschil is te zien bij de Dokterswoning. Dit

cultureelerfgoediseveneensvoornamelijkdoordevmbo‐b&k(16,7%)leerlingenopnummer5van

hun top5gezet.Zijwordengevolgddoordevwo (8,8%)enhavo (1,3%) leerlingen.Bijdevmbo‐t

leerlingenkomtditgebouwnietvooropnummer5vanhuntop5.

Totslot leverenKantoorgebouwAtradiusendeSloterkerkopmerkelijkeresultatenop.Het

kantoorgebouw staat hoofdzakelijk op nummer 5 van de top 5 van de havo leerlingen (11,3%),

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

57

gevolgddoordevwo leerlingen(3,5%).Hetreligieuserfgoed isdaarentegenvoornamelijkdoorde

vmbo‐t(9,1%)leerlingenalswaardevolbeoordeeld,gevolgddoordehavoleerlingen(1,3%).

Omdat erbij denummer5 vande leerlingeneengrotere spreiding indekeuzes zit, is het

lastiger een verband te zien tussenhetwaardeoordeel vande leerlingen enhunopleidingsniveau.

Overhetalgemeenvormendevmbo‐tleerlingeneenuitzonderingopderegeldathogeropgeleiden

meer belangstelling hebben voor cultureel erfgoed.132 Dit is bijvoorbeeld te zien bij het

Sloterparkbad,FlatParkrandenEetcaféOostoever.Daarnaastblijktbijdenummer5vande top5

wederomdathetwaardeoordeelvandevwoleerlingeninsommigegevallenvergelijkbaarismethet

waardeoordeelvandevmbo‐b&k leerling.Ookhier ishetaannemelijkdatdezehogerewaardering

onder de vwo leerlingenmet het gegeven temaken heeft dat hoger opgeleiden cultureel actiever

zijn133 en daardoor indirect meer waardering hebben voor cultureel erfgoed. Voor de vmbo‐b&k

leerlingen isdekunst en cultuur gerelateerdeopleidingdie zij volgenwellicht van invloedophun

waardeoordeel.

3.1.2.5 School

Ookbijdeonafhankelijkevariabeleschooliseensignificantverschilaangetoond.Ditverschilisalleen

bijdenummer1vandetop5vandeleerlingengesignaleerd.Hierondervolgenderesultaten.

Tabel18.Frequentietabelnummer1vandetop5vanalleleerlingennaarschool

SchoolAfbeeldingHervormdLyceumWest ComeniusLyceum WestburgCollege

EetcaféOostoever 4 5 1AcademievoorLichamelijkeOpvoeding

4 8 1

Woonhuis 0 0 2Dorpspleingelegenopeenterp 0 2 1BoerderijDeMelkweg 1 2 0Café‐restaurantDeHalveMaen 0 0 0MoskeeElHijra 14 16 3NatuurgebiedDeVrijeGeer 2 2 0Wees‐enarmenhuis 3 1 0Bastion 1 2 0Sloterparkbad 7 6 0MoskeeSuleymaniye 28 17 0Laantje 1 0 0Westereindflat 0 0 0Confectiefabriek 0 0 0TechnischCollegeAmsterdam 0 0 0Noorderhof 2 0 0St.Catharinakerk 1 2 0Sloterkerk 0 1 0Sloterplasmetoevers 10 5 2Fabriekshallen 0 0 0KantoorgebouwIBM 0 0 0Dokterswoning 0 0 0MolenDe1200Roe 1 1 1KantoorgebouwAtradius 3 2 1Sloterhof 1 0 0FabriekshalDe1800Roe 0 0 0

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

58

FlatParkrand 6 2 0

Cramer’sV

0,407*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Zoals eerder is gebleken hebben de leerlingen procentueel gezien het meest gekozen voor de

moskeeën. Opvallend hierbij is dat de leerlingen van het Westburg College als enigen Moskee

Suleymaniye niet op nummer 1 van hun top 5 hebben gezet. Dezemoskee is grotendeels door de

leerlingen van het Hervormd LyceumWest (31,5%) gekozen, gevolgd door het Comenius Lyceum

(23%).HetWestburgCollege(25%)heeftdaarentegenMoskeeElHijrahetvaakstopnummer1van

huntop5gezet.DaarnaastisdezemoskeeeveneenspopulairbijhetComeniusLyceum(21,6%)en

totslothetHervormdLyceumWest(15,7%).

HetWestburgCollege(16,7%)heefttevensdeSloterplasmetoevershetvaakstopnummer1

vanhuntop5gezet.DeschoolwordtgevolgddoorhetHervormdLyceumWest(11,2%)entotslot

hetComeniusLyceum(6,8%).TotslotishetopmerkelijkdatdeleerlingenvanhetWestburgCollege

(16,7%)alsenigenhetWoonhuisopnummer1vanhuntop5hebbengezet.

Zoals eerder aangegeven is het aannemelijk dat het waardeoordeel van de verschillende

scholen wat betreft de moskeeën niet zozeer met de school te maken heeft, maar meer met de

culturele en religieuze achtergrond van de leerlingen. Dat het Westburg College in een aantal

gevallenhetcultureelerfgoedalswaardevollerheeftbeoordeeld,zouteverklarenzijndoorhetfeit

dat dit de school is waar men de Kunst, Cultuur en Media opleiding kan volgen, waardoor men

wellichtmeerwaarderingheeftvoorcultureelerfgoed.

3.1.2.6 Klas

Tot slot is de onafhankelijke variabele klas geanalyseerd. Hierbij zijn geen significante verschillen

aangetoond.

3.1.3 Verklaringtop5cultureelerfgoed

Als derde is doormiddel van een open vraag aan de leerlingen gevraagdwaarom het gebouw of

gebieddat ze opnummer1 vanhun top5hebben gezet voorhenhetmeestwaardevol is.Omde

antwoordenopdezevraaggoedtekunnenanalyserenzijndeantwoordenvandeleerlingenverdeeld

in 8 verklaringscategorieën. Twee leerlingen hebben deze vraag niet beantwoord. Hieronder is

schematischweergegevenwelkeverklaringendeleerlingenhebbengegevenvoorhunkeuzeenhoe

vaakditantwoordvoorkomt.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

59

Tabel19.Frequentietabelverklaringnummer1vantop5waardevolcultureelerfgoedalleleerlingenVerklaringleerling Aantalleerlingenmet

dezeverklaringHetgebouwofgebiedzietermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuit 40Hetgebouwofgebiedheefteenmooieenspecialevorm(architectuur) 11Defunctievanhetgebouwofgebied 78Hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag 20Hetgebouwofgebiedhoortbijhetgebiedendecultuur 6Hetgebouwofgebiedkomtweinigtotnietveelvoor 4Hetgebouwofgebiedisietsvanvroeger,hetisoud 6Hetgebouwofgebiedisgroenennatuur,eenstilleomgeving 8Geenverklaring 2Zoals uit bovenstaande tabel blijkt heeft bijna de helft van de leerlingen (44,6%) het gebouw of

gebiedopnummer1vandetop5geplaatstvanwegedefunctievanhetgebouwofgebied.Daarnaast

hebben de leerlingen (22,9%) het gebouw of gebied met name vanwege het feit dat het er

mooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk uitziet gekozen. Ook het argument dat de leerlingen het

gebouwofgebiedsoms/regelmatig/vaakbezoekenispopulair(11,4%).

Bijdezevraagishetinteressantomtekijkenoferovereenkomstenzijntussenderesultaten

vanhetonderzoekvanCoeterierenbovenstaanderesultaten.Alseerstezalperverklaringgekeken

worden of de verklaringen van de leerlingen vergelijkbaar zijn met de waarderingsbronnen van

Coeterier. Daarnaast zal nagegaan worden of de waarderingsbronnen die in het onderzoek van

Coeterierdemeestesteunkregenookhetmeestvoorkomenbijdeleerlingen.

De verklaring van de leerlingen dat een gebouw of gebied er mooi/speciaal/leuk/

bijzonder/belangrijk uit ziet, is vergelijkbaar met de waarderingsbron schoonheid die Boselie en

Coeterier allebei beschrijven. Een term die volgens Coeterier bij het begrip schoonheid hoort is

mooi.134 Cultuurhistorische objecten zijn volgens Boseliemooi vanwege hun vorm, stijl,materiaal,

formaat,zorgvoordetailendecoraties.135Uitdezeomschrijvingenblijktdatschoonheidmetname

met de architectuur te maken heeft. De leerlingen associëren mooi daarentegen met andere

begrippen als leuk enbijzonder.De eerste verklaringheeft dus gedeeltelijk een verbandmetdeze

waarderingsbronvanCoeterier.Dearchitectonischeinvullingvanschoonheidzienwemeerterugin

detweedeverklaringvandeleerlingen,dateengebouwofgebiedeenmooieenspecialevormheeft.

Gezamenlijkkomendeeerstetweeverklaringenvandeleerlingenovereenmetdewaarderingsbron

schoonheidvanCoeterierenBoselie.Uitderesultatenblijktdatbeideverklaringenpopulaironder

deleerlingenzijn.Dit iseveneenshetgeval inhetonderzoekvanCoeterier.Schoonheidisnamelijk

eenvandewaarderingsbronnendiedemeestesteunkreeg.136

Dederdeverklaring,dieoverigenshetmeestfrequentdoordeleerlingenisgenoemd,heeft

metde functievaneengebouwofgebied temaken.Dewaarderingsbron functiekomteveneens in

hetonderzoekvanCoeterieraandeorde.Opvallendhierbijisechterdatdemensenuitditonderzoek

functieonbelangrijkvinden.Defunctievaneencultuurhistorischobjectisvolgenshenondergeschikt

aandevorm.Defunctievaneengebouwismeereengarantievoorhetvoortbestaanennoodzakelijk

onderhoud.137 Hoewel functie eveneens in het onderzoek van Coeterier wordt genoemd, is het

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

60

opmerkelijkdatdeleerlingendezewaarderingsbronveelbelangrijkervindendaninhetonderzoek

vanCoeterier.

Deverklaring,hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag,is

eveneens populair onder de leerlingen. Deze verklaring is aan de waarderingsbron binding te

koppelen. Coeterier maakt hierbij onderscheid tussen de algemene binding en de persoonlijke

binding.138 De verklaring van de leerlingen heeft betrekking op de persoonlijke binding. Uit de

resultaten van het onderzoek van Coeterier bleek dat deze bron, net als bij de leerlingen, grote

invloedheeftopdewaarderingvancultuurhistorischeobjecten.139

Het gebouw of gebied hoort bij het gebied en de cultuur is tevens een verklaring van de

leerlingen.OokdezeverklaringvertoontovereenkomstenmeteenwaarderingsbronvanCoeterier,

namelijk compleetheid. Deze compleetheid bestaat volgens hem op twee niveaus, te weten het

objectniveau en het omgevingsniveau. De verklaring van de leerlingen heeft betrekking op het

omgevingsniveau,datvolgensCoeterierbetekentdateenobject inzijnomgevingpast.140Coeterier

stelt dat deze waarderingsbron grote invloed heeft op de waardering van cultuurhistorische

objecten.141 Hoewel de leerlingen deze bron eveneens hebben genoemd, heeft deze bron bij de

leerlingeneenmindergroteinvloedophetwaardeoordeel.

Eenandereverklaringdiedeleerlingenhebbengenoemdisdathetgebouwofgebiedweinig

totnietveelvoorkomt.Dezeverklaringkomtovereenmetdewaarderingsbronzeldzaamheid.Uithet

onderzoek van Coeterier blijkt dat deze waarderingsbron weinig tot geen invloed heeft op de

waarderingvancultuurhistorischeobjecten.142Gezienhetaantalleerlingendatdezeverklaringheeft

gegeven,kangesteldwordendatzeldzaamheidbijheneveneenseenbeperkterolspeelt.

Deverklaringhetgebouwofgebiedis ietsvanvroeger,hetisoud,heeftzowelraakvlakken

metdewaarderingsbronouderdomals informatie.Deverbindingmetouderomzitmetnameinde

overeenkomst tussendebegrippenoudenouderdom. Indewaarderingsbron informatiewordtde

termvroegergebruikt.OuderdomblijktbijCoeterierweinigtotgeenroltespelenindewaardering.

Informatiedaarentegenwel.143Omdatdeverklaringdoorweinig leerlingen isgegeven, speeltdeze

waarderingsbronouderdombijheneveneenseenbeperkterol.Ofde leerlingenoudegebouwenof

gebiedenechtwaardevollervindendannieuwegebouwenofgebiedenisdoormiddelvaneenaparte

vraagindevragenlijstaandeleerlingengevraagd.Deresultatenhiervankomenlateraandeorde.De

waarderingsbron informatieheeftbijde jongeren, integenstellingtothetonderzoekvanCoeterier,

eenkleinererolgespeeldbijdewaarderingvancultureelerfgoed.

De laatste verklaring die de leerlingen hebben genoemd is dat het gebouw waardevol is

omdathetgroenennatuur,eenstilleomgevingis.Dezeverklaringisalsenigeniettekoppelenaan

hetonderzoekvanCoeterier.

Naastdeverklaringenvandeleerlingenishettevensinteressantomtekijkenoferinhetonderzoek

van Coeterier belangrijke waarderingsbronnen zijn vermeld die niet door de leerlingen zijn

genoemd.Ditishetgevalbijvakmanschapenuitzonderlijkheid.VakmanschapkoppeltCoeteriermet

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

61

name aan degelijkheid. Uitzonderlijkheid heeft volgens hem alles te maken met authenticiteit.144

Beidebegrippenofvergelijkbarevariantenkomennietindeverklaringenvandeleerlingenvoor.Tot

slotblijktuithetonderzoekvanCoeterierdatereengrotebehoefteeneentekortisaaninformatie.

Demensen zijn geïnteresseerd in wat iets is en het verhaal dat het te vertellen heeft. Informatie

verhoogt de betekenis van een object, zowel persoonlijk als maatschappelijk.145 Omdat er in dit

onderzoek gebruik is gemaakt van vragenlijsten, in tegenstelling tot de open gesprekken van

Coeterier,isdezevraagnietduidelijknaarvorengekomenuitderesultaten.Dezewaarderingsbronis

echterweleenbelangrijkebevindingdiemeegenomendienttewordenindediscussie.

Hieronderzalgekekenwordenofdeonafhankelijkevariabelenvan invloedzijnopdeverklaringen

vandeleerlingen.Peronafhankelijkvariabelevolgthierondereenoverzicht.

3.1.3.1 Geslacht

Opbasisvandeonafhankelijkevariabelegeslachtisgeensignificantverschilindeverklaringenvan

deleerlingenvoorhunnummer1vandetop5geconstateerd.

3.1.3.2 Etniciteit

Daarentegeniserweleensignificantverschilaangetoondtussendeverklaringenvandeleerlingen

enhunetniciteit.Inonderstaandetabelvolgenderesultatenvandeanalyse.

Tabel20.Frequentietabelverklaringnummer1vantop5waardevolcultureelerfgoednaaretniciteit

EtniciteitVerklaringleerling a m t s/a/a oHetgebouwofgebiedzietermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuit 3 11 15 5 6Hetgebouwofgebiedheefteenmooieenspecialevorm(architectuur) 0 4 4 0 3Defunctievanhetgebouwofgebied 0 41 23 3 11Hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag 1 8 4 1 6Hetgebouwofgebiedhoortbijhetgebiedendecultuur 2 2 0 2 0Hetgebouwofgebiedkomtweinigtotnietvoor 0 2 1 1 0Hetgebouwofgebiedisietsvanvroeger,hetisoud 1 0 1 1 3Hetgebouwofgebiedisgroenennatuur,eenstilleomgeving 2 2 2 0 2Geenverklaring 0 1 0 0 1

Cramer’sV

0,283*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001a=autochtone,m=Marokkaanse,t=Turkse,s/a/a=Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse,o=overigeProcentueel gezien is de functionele verklaring het meest gekozen door de leerlingen met een

Marokkaanse etniciteit (57,7%) en Turkse etniciteit (46%). Ook het merendeel van de leerlingen

(34,4%)met een overige etniciteit heeft voornamelijk deze verklaring gegeven. De leerlingenmet

een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit (38,5%) en de autochtone leerlingen (33,3%)

hebben het gebouw of gebied daarentegen voornamelijk op nummer 1 gezet omdat het er

mooi/goed/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk uitziet. Deze verklaring is ook door een groot deel

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

62

vandeleerlingenmeteenTurkseetniciteit(30%)gegeven.Eenbezoekaanhetgebouwofgebiedis

hetmeestdoordeoverigeetniciteiten(18,8%)gekozen.Deredendathetgebouwofgebiedbijhet

gebied of de cultuur hoort is voornamelijk gekozen door de autochtone leerlingen (22,2%) en de

leerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteit(15,4%).Bijhetargumentdathet

gebouw of gebied iets van vroeger en oud is, is het opmerkelijk dat deze reden met name door

autochtone leerlingen (11,1%), leerlingenmet een overige etniciteit (9,4%) en leerlingenmet een

Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit (7,7%) is gegeven. Tot slot is het opvallend dat de

reden dat het gebouw of gebied groen en natuur is voornamelijk genoemd is door de autochtone

leerlingen(22,2%).Deverklaringdathetgebouwweinigtotnietvoorkomtisvoornamelijkgegeven

doordeleerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteit(7,7%).

Uit de resultaten blijkt dat de verklaringen van de leerlingen met een Marokkaanse en

Turkseetniciteitvoornamelijkovereenkomenmetdeverklaringendiedeleerlingenmeteenoverige

etniciteitgeven.Deverklaringenvandeautochtonenkomendaarentegenvoornamelijkovereenmet

die van de leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit. Wanneer we deze

resultatenkoppelen aandewaarderingsbronnenvanCoeterier is het opvallenddat de autochtone

leerlingen en leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit cultureel erfgoed

voornamelijkwaarderen op basis van schoonheid. Dezewaarderingsbron komt uit het onderzoek

van Coeterier naar voren als een bron die een grote rol speelt bij de waardering van

cultuurhistorische objecten.146 De leerlingen met een Marokkaanse, Turkse en overige etniciteit

hebben daarentegen het vaakst de verklaring gegeven die in het onderzoek van Coeterier een

beperkte rol in de waardering speelt147, te weten de functie. Wanneer deze resultaten naast de

resultatenvandetop5wordengelegd,ishetaannemelijkdathetverschilindeverklaringenookhier

temakenheeftmetdecultureleenreligieuzeachtergrondvandezeleerlingen.Deleerlingenmeteen

Marokkaanse, Turkse en overige etniciteit hebben namelijk de twee moskeeën voornamelijk op

nummer 1 geplaatst. Hieruit kan geconcludeerd worden dat deze leerlingen hun waardeoordeel

grotendeelsbaserenopdefunctievanhetgebouw,gevolgddoordevorm.

3.1.3.3 Generatie

Vervolgens isgeblekendatereveneenseensignificantverschil isaangetoond tussendeverklaring

van de autochtone leerlingen en de 1e en 2e generatie allochtone leerlingen. Hieronder volgen de

resultaten.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

63

Tabel21.Frequentietabelverklaringnummer1vantop5waardevolcultureelerfgoedvanautochtone,1een2egeneratieallochtoneleerlingen.

AutochtoonengeneratieallochtoonVerklaringleerling autochtoon 1egeneratie

allochtoon2egeneratieallochtoon

Hetgebouwofgebiedzietermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuit

3 4 32

Hetgebouwofgebiedheefteenmooieenspecialevorm(architectuur)

0 3 8

Defunctievanhetgebouwofgebied 0 10 68Hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag

1 1 18

Hetgebouwofgebiedhoortbijhetgebiedendecultuur 2 0 6Hetgebouwofgebiedkomtweinigtotnietveelvoor 0 0 4Hetgebouwofgebiedisietsvanvroeger,hetisoud 1 2 2Hetgebouwofgebiedisgroenennatuur,eenstilleomgeving 2 1 5Geenverklaring 0 2 0

Cramer’sV

0,329*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Zoals zojuist is gebleken isde functionele verklaringalleendoorde allochtone leerlingengegeven.

Interessanthierbij isdatdezeverklaringprocentueelgezienvaker isgegevendoorde2egeneratie

allochtonen(47,5%)dande1egeneratieallochtonen(43,5%).Ookdeargumentatiedathetgebouw

ofgebiedeenmooieenspecialevorm(architectuur)heefténdathetcultureelerfgoedweinigtotniet

veelvoorkomtisalleendoordeallochtoneleerlingengegeven.Bijdearchitectonischeverklaring is

dit voornamelijk de 1e generatie allochtone leerlingen (13%) geweest. Daarentegen heeft de 2e

generatieallochtoneleerlingen(2,8%)alleendeverklaringgegevendathetgebouwweinigtotniet

veel voorkomt. Deze 2e generatie allochtone leerlingen (12,6%) heeft procentueel gezien ook het

vaakstdeverklaringgegevendatzijhetgebouwofgebiedsoms/regelmatig/vaakbezoeken.Dereden

dathetgebouwofgebiedermooi/goed/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuitziet isvoornamelijk

door de autochtone leerlingen (33,3%) genoemd. Deze argumentatie wordt procentueel gezien

gevolgd door de 2e generatie allochtone leerlingen (22,4%) en tot slot de 1e generatie allochtone

leerlingen(17,4%).Ookdeargumentatiedathetgebouwofgebiedbijhetgebiedendecultuurhoort

endathetgroenennatuuris,ishetvaakstgegevendoordeautochtoneleerlingen.Bijdeverklaring

dat het gebouw of gebied bij het gebied of de cultuur hoort, is het opvallend dat de 2e generatie

allochtoneleerlingen(4,2%)naastdeautochtoneleerlingenalleendezeverklaringheeftgegeven.

Ookbijdezeresultatenishetaannemelijkdatdecultureleenreligieuzeachtergrondvande

leerlingeneenbelangrijkerolspeeltindeverklaringen.Hoewelhetverschilkleinis,ishetopvallend

dat de 2e generatie leerlingen vaker dan de 1e generatie allochtone leerlingen de functionele

verklaringgeeft.Kijkendnaardegegevensoverdematevangeloofsbeoefeningzouhetaannemelijk

zijn dat de 1e generatie allochtonen deze verklaring vaker geven. De 1e generatieMarokkanen en

Turkenzijnnamelijkactieverbezigmethungeloofdande2egeneratieMarokkanenenTurken.148

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

64

3.1.3.4 Opleidingsniveau

Tevens is een significant verschil aangetoondbij de verklaringdie de leerlingen van verschillende

opleidingsniveaus voor hunnummer1 vande top5waardevol cultureel erfgoedhebben gegeven.

Onderstaandetabelgeefteenoverzichtvanderesultaten.

Tabel22.Frequentietabelverklaringnummer1vantop5waardevolcultureelerfgoednaaropleidingsniveau

OpleidingsniveauVerklaringleerling vmbo­b&k vmbo­t havo vwoHetgebouwofgebiedzietermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuit

4 2 14 20

Hetgebouwofgebiedheefteenmooieenspecialevorm(architectuur)

1 0 5 5

Defunctievanhetgebouwofgebied 3 9 43 23Hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag

2 5 10 3

Hetgebouwofgebiedhoortbijhetgebiedendecultuur 0 1 4 1Hetgebouwofgebiedkomtweinigtotnietvoor 0 4 0 0Hetgebouwofgebiedisietsvanvroeger,hetisoud 2 0 2 2Hetgebouwofgebiedisgroenennatuur,eenstilleomgeving 0 1 2 5

Cramer’sV

0,333***

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Defunctioneleverklaringisprocentueelgezienhetmeestgegevendoordehavoleerlingen(52,4%),

gevolgddoordevmbo‐t(40,9%),vwo(39%)leerlingen.Daarnaastisdeverklaringdathetgebouwof

gebied ermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk uitziet zeer populair. Met name onder de vwo

(33,9%) en vmbo‐b&k leerlingen (33,3%) was deze argumentatie populair. Bij de reden dat het

gebouwofgebiedweinigtotnietvoorkomtishetnoemenswaardigdatdezeverklaringalleendoor

de vmbo‐t leerlingen (18,2%) is gegeven.De architectonischeverklaring is daarentegendoordeze

leerlingeninhetgeheelnietgenoemd.Dezeargumentatieishetmeestpopulaironderdevwo(8,5%)

en vmbo‐b&k leerlingen (8,3%). Tot slot is het opmerkelijk dat de verklaring dat het gebouw of

gebied iets van vroeger en oud is voornamelijk is gegeven door de vmbo‐b&k leerlingen (16,7%).

Overigens hebben deze laatstgenoemde leerlingen de verklaring dat het gebouw of gebied bij een

gebiedofcultuurhoorténdathetgroenennatuur ishelemaalnietgegeven.Deverklaringdathet

gebouwofgebiedgroenennatuuris,isvoornamelijkdoordevwoleerlingen(8,5%)gegeven.

BovenstaanderesultatenzijnhelaasnietdirecttekoppelenaanhetonderzoekvanCoeterier,

omdat hier geen informatie is gegeven over het opleidingsniveau van de mensen die zijn

ondervraagd.WelishetgegevendatexpertsvolgensCoeteriervoornamelijkcognitiefwaarderen(op

basisvankennis)enlekenaffectiefwaarderen(opbasisvangevoel),tekoppelenaanbovenstaande

resultaten.149Dit zou namelijk betekenendat de vwo leerlingen bij hunwaardeoordeelmeer naar

vormkenmerken van de gebouwen en gebieden kijken dan lagere opleidingsniveaus. De lagere

opleidingsniveaus (leken in het onderzoek van Coeterier) zullen daarentegen meer op basis van

gevoel waarderen.Wanneer deze beredenering gekoppeld wordt aan de resultaten zijn er enkele

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

65

verbanden te zien. De vwo leerlingen hebben namelijk procentueel gezien de eerste twee

verklaringen (Coeterier zijn waarderingsbron schoonheid) het vaakst gegeven. Deze verklaring is

metnamegebaseerdopkennis.Devmbo‐tenhavoleerlingenhebbendefunctioneleverklaringhet

vaakstgegeven,dieeerderophetgevoelbijhetgebouwofgebiedisgebaseerd.Eenuitzonderingop

de regel vormen de vmbo‐b&k leerlingen. De verklaringen die zij het vaakst hebben gegeven zijn

namelijkdezelfdealsdievandevwoleerlingen.Eenaannemelijkeverklaringvoorditverschilisdat

ditkomtdoordesoortopleidingdiezijvolgen,namelijkeenopleidingdiegeoriënteerdisopkunsten

cultuur.Doordatdezeleerlingenvanuithunopleidingmeerkennisopdoenoverkunstencultuuris

hetaannemelijkdatzijhunwaardeoordeeleveneensmeeropkennisbaserendanopgevoel.

3.1.3.5 School

Opbasisvandeonafhankelijkevariabeleschoolisgeensignificantverschilindeverklaringenvande

leerlingenvoorhunnummer1vandetop5geconstateerd.

3.1.3.6 Klas

Tot slot is er een significant verschil aangetoond tussen de verklaringen van de leerlingen voor

nummer1vanhuntop5endeklas.Onderstaandetabelbiedteenoverzichtvanderesultaten.

Tabel23.Frequentietabelverklaringnummer1vandetop5waardevolcultureelerfgoednaarklas

KlasVerklaringleerling Klas2 Klas3Hetgebouwofgebiedzietermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuit 10 30Hetgebouwofgebiedheefteenmooieenspecialevorm(architectuur) 3 8Defunctievanhetgebouwofgebied 50 28Hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag 9 11Hetgebouwofgebiedhoortbijhetgebiedendecultuur 3 3Hetgebouwofgebiedkomtweinigtotnietveelvoor 4 0Hetgebouwofgebiedisietsvanvroeger,hetisoud 1 5Hetgebouwofgebiedisgroenennatuur,eenstilleomgeving 5 3Geenverklaring 1 1

Cramer’sV

0,384**

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Uitbovenstaandetabelblijktdathetgrootstesignificanteverschilbijdefunctioneleargumentatiete

constateren is. Procentueel gezien is deze verklaring vaker gegeven door de leerlingen in klas 2

(58,1%) dan in klas 3 (31,5%). De leerlingen uit klas 2 geven daarnaast vaker de reden dat een

gebouwofgebiedwaardevollerisomdathetgroenennatuuris.Hettegenovergesteldeistezienbij

de reden dat het gebouw of gebied mooi/goed/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk is. Deze

argumentatieisnamelijkvakerdoordeleerlingenuitklas3(33,7%)gegevendanuitklas2(11,6%).

Hetzelfde beeld is te zien bij de architectonische verklaring, de reden dat ze het

soms/regelmatig/vaak bezoeken en de verklaring dat het iets van vroeger en oud is, die

voornamelijk door de leerlingen uit klas 3 is gegeven in plaats van uit klas 2. Tot slot is het

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

66

opmerkelijkdatalleendeleerlingenuitklas2(4,7%)deredendathetgebouwofgebiedweinigtot

niet voorkomt hebben gegeven. De verklaring dat het gebouw of gebied bij een gebied of cultuur

hoorttoontgeenverschilaan.

OokdezeresultatenzijnnietdirecttekoppelenaanhetonderzoekvanCoeterier,maarwel

aanzijnaannameoverhetwaarderenopbasisvangevoelenopbasisvankennis.Wanneerervanuit

wordtgegaandatde leerlingen tijdenshunschoolcarrièregroeienophetgebiedvankennis, ishet

aannemelijkdatde leerlingenuitklas3meerkennishebbendande leerlingenuitklas2.Alsdeze

gedachteganggekoppeldwordtaandeaannamevanCoeterier,zullendeleerlingenuitklas3vaker

eenverklaringgevengebaseerdopkennisdanopbasisvangevoel.Bijdeleerlingenuitklas2zouhet

omgekeerde het geval zijn. Kijkend naar bovenstaande resultaten komt dit beeld grotendeels

overeen.Deleerlingenuitklas2gevennamelijkdefunctioneleverklaringhetvaakst,diegebaseerdis

opgevoel.Deleerlingenuitklas3gevendaarentegendeeerstetweeverklaringenhetvaakst,welke

gebaseerdzijnopkennis.

3.1.4 Waardeoordeelleerlingenoudversusnieuwcultureelerfgoed

Alsvierde isdoormiddelvaneenopenvraagaande leerlingengevraagdofzijeenoudgebouwof

gebiedwaardevoller vindendan een jong gebouwof gebied.Daarnaast is gevraagdwaaromzedit

vinden. Deze vraag is door één leerling niet beantwoord. Ook bij deze vraag zijn de antwoorden

onderverdeeldineenaantalantwoordcategorieënomzetekunnenanalyseren.Onderstaandetabel

toontdeantwoordendiedeleerlingenhebbengegevenopdevraag.

Tabel24.FrequentietabelverklaringwaardeoordeeloudofnieuwcultureelerfgoedAntwoord Aantalleerlingendat

ditantwoordgafJa,omdateenoudgebouwofgebiedwaardevolleris 69Ja/nee,hethangtvandestaatenhetuiterlijkvanhetgebouwofgebiedaf 14Ja/nee,hethangtvandefunctieendeinhoudvanhetgebouwofgebiedaf 12Ja/nee,hethangtervanafofhetgebouwofgebiedinteressant/belangrijkisenofhetbetekenis/herinneringenheeft

10

Ja/nee,hethangtvandelocatievanhetgebouwofgebiedaf 2Allebei,somswel/somsniet,eriseigenlijkgeenverschil 32Nee,eenjonggebouwofgebiediswaardevoller 35Geenantwoord 1Uit de tabel blijkt als eerste dat leerlingen een oud gebouw of gebied (39,4%) over het algemeen

waardevoller vinden dan een jong gebouw of gebied (20%). Vervolgens is een groot deel van de

leerlingen(18,3%)vanmeningdaternietechteenverschiltussenoudennieuwbestaat.Hetoverige

deelvandeleerlingen(21,9%)isvanmeningdathetwaardeoordeelafhankelijkisvanonderliggende

argumentatie.Hierbijisbijvoorbeeldgekekennaardestaatenhetuiterlijkvanhetgebouwofgebied

(8,0%)ofdefunctieeninhoudvanhetgebouwofgebied(6,9%).Daarnaastiseenaantalleerlingen

(5,7%) van mening dat het feit of een gebouw of gebied interessant/belangrijk is of een

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

67

betekenis/herinneringenheeftvaninvloedisophetwaardeoordeel.Totslotishetargumentgegeven

datdelocatievanhetgebouwofgebied(1,1%)vanbelangisomdewaardeervantebepalen.

DezevraagkaninhetonderzoekvanCoeteriergekoppeldwordenaandewaarderingsbron

ouderdom. Uit de verklaringen van de leerlingen over hun waardeoordeel blijkt eerder dat

ouderdomeenbeperkterolspeeltindewaarderingvancultureelerfgoedonderjongeren.Ditbeeld

komt overeen met het onderzoek van Coeterier waarbij ouderdom eveneens weinig tot geen rol

speeltindewaardering.150Echteruitbovenstaanderesultatenblijktdathetgrootstegedeeltevande

leerlingenvanmeningisdateenoudgebouwofgebiedwaardevollerisdaneennieuwgebied.Hierbij

ishetvanbelangomop temerkendater tevensveel leerlingenzijndienietduidelijkeenmening

geven(allebei,somswel/somsniet)ofhunwaardeoordeelbaserenoponderliggendeargumentatie.

Alsdezetweegroepenbijdeleerlingendieeenjonggebouwofgebiedwaardevollervindenworden

opgeteld, is deze groep (60,2%) groter dan de groep leerlingen die een oud gebouw of gebied

waardevoller vinden (39,4%).Hieruit kan geconcludeerdwordendat, zoals eerder is gebleken, de

ouderomvaneengebouwofgebiedonderleerlingeneenbeperkterolindewaarderingspeelt.

Ook bij deze vraag is gekeken of de onafhankelijke variabelen van invloed zijn geweest op het

waardevoordeeloudversusnieuw.Uitdeanalysezijnechtergeensignificanteverschillennaarvoren

gekomen.

3.1.5 Bewarenvoordetoekomst

Totslot isaande leerlingendoormiddelvaneenopenvraaggevraagdwelkgebouwofgebied,dat

nog niet in de afbeeldingennaar voren is gekomen, volgens hen zeker voor de toekomst bewaard

moetenblijven. In totaal isdezevraagdoor138 leerlingenbeantwoord.Hoeweler isgevraagdom

gebouwenofgebiedentenoemendienognietindevragenlijstwarenopgenomen,zijnervaakdoor

de leerlingen gebouwen of gebieden gekozen die al naar vorenwaren gekomen in de vragenlijst.

Voordeanalysezijndezeantwoordenwelmeegenomenenvervolgenszijndeantwoordenvande

leerlingen gecategoriseerd. Hieronder volgt een overzicht van de gebouwen en of gebieden die

volgensdeleerlingenbewaardmoetenblijvenvoordetoekomst.

Tabel25.FrequentietabelgebiedofgebouwbewarenvoordetoekomstalleleerlingenGebouwofgebieddatbewaardmoetblijvenvoordetoekomst

Aantalleerlingendieditgebouwofgebiedaangaf

KantoorgebouwAtradius 2Natuurgebied(en) 8Sloterplasmetoevers 17FlatParkrand 3KantoorgebouwIBM 1PaleisopdeDam 5Wees‐enarmenhuis 6PodiumMozaïek 2Spaarnwoude 1Molen 13ING‐gebouw 3

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

68

EetcaféOostoever 1Moskee/kerk 28Sportgebied/gebouw 3Ziekenhuizen 4Eigenhuis/omgeving 8Supermarkt/winkelcentrum 2Sloterhof 1Sloterparkbad 3Boerderij 1CentrumvanAmsterdam 4Scholen 6Pleinen 4Bastion 2Polder 1AmsterdamseBos 1PaleisSoestdijk 1Calandhal 1Oudecafé’s 1Vondelpark 2StichtingEtmel 1UWV‐gebouw 1Piramides 1Geenantwoord 37Uit bovenstaande tabel blijkt dat demeeste leerlingen (16%) graag zien dat het religieus erfgoed

(met name de moskee) voor de toekomst bewaard blijft. Als tweede hechten de leerlingen veel

waarde aan de Sloterplasmet oevers (9,7%) en vervolgens eenmolen (7,4%). Daarnaastworden

eigen huis/eigen omgeving en natuurgebieden (beide 4,6%) als waardevol gezien. Opvallende

antwoordendiedaarnaastzijngegeven,ennogniet indevragenlijstnaarvorenzijngekomen,zijn

het Paleis op de Dam (2,9%), scholen (2,9%), ziekenhuizen (2,3%), het centrum van Amsterdam

(2,3%), pleinen (2,3%), het ING‐gebouw (1,7%), een sportgebied/gebouw (1,7%), een

supermarkt/winkelcentrum(1,1%),PodiumMozaïek(1,1%),hetVondelpark(1,1%),Spaarnwoude

(0,6%),polder (0,6%),hetAmsterdamseBos (0,6%),deCalandhal (0,6%),PaleisSoestdijk (0,6%),

StichtingEtmel(0,6%),hetUWV‐gebouw(0,6%)endepiramides(0,6%).

Netalsbijhetwaardeoordeelvande leerlingen isookhierhet religieuserfgoedhetmeest

populair onder de leerlingen. Een aannemelijke verklaring hiervoor is zoals eerder genoemd de

culturele en religieuze achtergrond van de leerlingen. De overige voorbeelden van gebouwen en

gebiedendiezijngenoemdhebbenmetnameeenopenbareenrecreatieve functie.Ookditbeeld is

eerdernaarvorengekomentijdenshetwaardeoordeelvandeleerlingen.Daarnaastishetopvallend

dat er veel voorbeelden van monumentaal groen en cultuurlandschap door de leerlingen zijn

genoemd.

Hoewelhetmerendeelvandeleerlingengeenverklaringheeftgegevenvoorhunkeuze,valt

erbijdeverklaringeneenaantalzakenop.Alseerstewordtbijdevoorbeeldenvanreligieuserfgoed

vaakgenoemddathetgeloofbelangrijk isvoorde leerlingenendateenmoskeeofkerkeenheilig

gebouwis.Bijdevoorbeeldenmolen,PaleisopdeDamenCentrumvanAmsterdamzijndeleerlingen

vanmeningdatdittypischNederlandsevoorbeeldenensymbolenzijndiebijdegeschiedenisvanhet

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

69

landhoren.Bijdevoorbeeldendieeengroeneuitstralinghebben(Sloterplasmetoevers,Vondelpark,

Spaarnwoude, polder en Amsterdamse Bos) hebben de leerlingenmet name aangegeven dat deze

behoudenmoetenblijvenomdatnatuurbelangrijk is enweinig voorkomt inNederland.Daarnaast

hebben de leerlingen deze voorbeelden van monumentaal groen en cultuurlandschap vaak

gekoppeldaanderecreatievemogelijkhedendieinditgebiedmogelijkzijn.Hierdoorbeschouwende

leerlingendezevoorbeeldenalswaardevol.

Ook uit deze verklaringen blijkt dat de leerlingen de functie van een gebouw of gebied

belangrijkvinden.Defunctiebepaaldvoorveelleerlingendewaardevaneengebiedofgebouw.Zoals

eerdergeblekenis,speeltdefunctieinhetonderzoekvanCoeteriereenkleinetotgeenrol.151Ditis

eenbelangrijkverschilmetditonderzoek.EenwaarderingsbrondieinhetonderzoekvanCoeterier

wel een grote rol speelt in de waardering van cultuurhistorische objecten is informatie.152 In de

verklaringen bij de voorbeelden molen, Paleis op de Dam en Centrum van Amsterdam is deze

waarderingsbron herkenbaar. Hoewel dezewaarderingsbron een rol speelt bij dewaardering van

cultureelerfgoedonderdeleerlingenkan,gezienhetaantalkerendatdezebrondoordeleerlingenis

genoemd,geconcludeerdwordendatinformatieeenrolspeelt.Echterisdezerolkleinerdaninhet

onderzoekvanCoeterier.

Vervolgensisookhierbijgekekenofdeonafhankelijkevariabelensignificanteverschillenaantonen

tussendeantwoordenvandeleerlingen.

3.1.5.1 Geslacht

Alleenbijdeonafhankelijkevariabelegeslachtiseensignificantverschiltezien.Hierondervolgende

resultaten.

Tabel26.Frequentietabelgebouwofgebiedbewarenvoordetoekomstnaargeslacht

GeslachtGebouwofgebieddatbewaardmoetblijvenvoordetoekomst jongen meisje

KantoorgebouwAtradius 1 1Natuurgebied(en) 3 5Sloterplasmetoevers 7 10FlatParkrand 2 1KantoorgebouwIBM 0 1PaleisopdeDam 0 5Wees‐enarmenhuis 3 3PodiumMozaïek 0 2Spaarnwoude 1 0Molen 0 13ING‐gebouw 2 1EetcaféOostoever 0 1Moskee/kerk 16 12Sportgebied/gebouw 2 1Ziekenhuizen 1 3Eigenhuis/omgeving 6 2Supermarkt/winkelcentra 1 1

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

70

Sloterhof 1 0Sloterparkbad 2 1Boerderij 0 1CentrumvanAmsterdam 3 1Scholen 5 1Pleinen 0 4Bastion 2 0Polder 1 0AmsterdamseBos 1 0PaleisSoestdijk 1 0Calandhal 1 0Oudecafé’s 1 0Vondelpark 1 1StichtingEtmel 1 0UVW‐gebouw 0 1Piramides 1 0Geenantwoord 15 22

Cramer’sV

0,530*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Wanneer bovenstaande resultaten nader bekeken worden, is een aantal zaken opmerkelijk. Als

eerste is het interessant om te constaterendat het religieus erfgoed (moskee/kerk)meer door de

jongens (19,8%) dan door de meisjes (12,8%) is gekozen. Hetzelfde beeld is te zien bij eigen

huis/omgeving en scholen. De eerstgenoemde is namelijk door zes jongens (7,4%) genoemd en

slechtsdoortweemeisjes(2,1%).Ookscholenzijnvakerdoordejongens(6,2%)voorgedragendan

doordemeisjes(1,1%).DaarentegenishetomgekeerdebeeldtezienbijdeSloterplasmetoevers,de

molen, het Paleis op de Dam en pleinen. De Sloterplas met oevers is door meermeisjes (10,6%)

genoemddandoor jongens(8,6%).Demolenisalleendoordemeisjesgenoemd(13,8%).Ditgeldt

ookvoorhetPaleisopdeDam(5,3%)enpleinen(4,3%).

Omdater inhetonderzoekvanCoeteriergeenonderscheidwordtgemaakt tussenmannen

en vrouwen, zijn bovenstaande resultaten moeilijk te koppelen aan zijn bevindingen. Wel is het

opvallenddatdejongensinhunverklaringenvoordekeuzedefunctievanhetgebouwofgebiedhet

meest benadrukken, terwijl de meisjes naast de functie eveneens naar de geschiedenis van het

gebouwofgebied(waarderingsbroninformatie)verwijzen.

3.2 Begrip

Naastdeafhankelijkevariabelewaarderingiserindevragenlijstgetoetstophetbegripdatjongeren

hebbenvanhetbegripcultureelerfgoedendezakendiehierondervallen.Aanhenisgevraagdofzij

weleens van de begrippenmonument, cultuurlandschap, archeologie, erfgoed en cultureel erfgoed

hebbengehoord.Onderstaandetabeltoontdeantwoordenvandeleerlingen.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

71

Tabel27.Frequentietabelbekendheidmetdebegrippenmonument,cultuurlandschap,archeologie,erfgoedencultureelerfgoedonderalleleerlingenAntwoord Bekendheid

begripmonument

Bekendheidbegrip

cultuurlandschap

Bekendheidbegrip

archeologie

Bekendheidbegriperfgoed

Bekendheidbegripcultureel

erfgoedJa 121 53 102 74 22Nee 54 122 73 101 153Uitbovenstaandetabelblijktdathetbegripmonumenthetmeestbekendisonderdeleerlingen.Het

merendeel (69,1%) van de leerlingen heeft namelijk weleens gehoord van dit begrip. Vervolgens

hebbendeleerlingenprocentueelgezienhetmeestgehoordvanhetbegriparcheologie(58,3%).Iets

minder dan de helft van de leerlingen (42,3%) is daarentegen bekendmet het begrip erfgoed. De

vraagof de leerlingenweleenshebbengehoordvanhet begrip cultuurlandschap is bijnadoor een

derdevandeleerlingen(30,3%)metjabeantwoord.Totslotiscultureelerfgoedslechtsbijeenklein

aantalleerlingen(12,6%)eenbekendbegrip.

Vervolgensisperbegripgekekenofereensignificantverschilbestaattussendebekendheidmetde

begrippenenhetgeslacht,deetniciteit,degeneratie,hetopleidingsniveau,deschoolenklasvande

leerlingen.Hierondervolgenperbegripderesultaten.

3.2.1 Monument

Bij het begrip monument is een significant verschil aangetoond bij de onafhankelijke variabelen

opleidingsniveau,schoolenklas.Onderstaandetabelbiedteenoverzichtvandeanalyse.

Tabel28.Frequentiebekendheidmethetbegripmonumentnaaropleidingsniveau,klasenschool

Opleidingsniveau School KlasAntwoordvmbo­b&k vmbo­t havo vwo HLW CL WC Klas2 Klas3

Ja 12 11 53 45 56 53 12 52 69Nee 0 11 29 14 33 21 0 34 20Cramer’sV

0,254*

0,203*

0,185*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001HLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollegeHet grootste significante verschil is aangetoond bij het opleidingsniveau van de leerlingen.

Opmerkelijkaanderesultaten isdathetbegriponderallevmbo‐b&k leerlingen(100%)bekend is.

Vervolgens hebben de vwo leerlingen (76,3%) hetmeest gehoord van het begrip. Deze leerlingen

wordengevolgddoordehavoleerlingen(64,6%).Bijdevmbo‐tleerlingenishetbegripexactbijde

helftvandeleerlingen(50%)bekend.

Ook bij de onafhankelijke variabele school wordt een significant verschil aangetoond. Het

WestburgCollege(100%) ishetmeestbekendmethetbegrip,gevolgddoorhetComeniusLyceum

(71,6%)enhetHervormdLyceumWest(62,9%).

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

72

Het kleinste significante verschil is tot slot aangetoond bij de onafhankelijke variabele klas. De

leerlingen in klas 3 (77,5%) hebben namelijk vaker van het begrip monument gehoord dan de

leerlingeninklas2(60,5%).

Wanneerbovenstaanderesultatennaderbekekenwordeniseenaantalzakenopvallend.Als

eerste isditdatdevmbo‐b&k leerlingenhetmeestbekendzijnmethetbegripmonument.Kijkend

naarhetonderzoeknaardebelangstellingvoorcultureelerfgoedzouhetaannemelijkerzijndatde

vwo leerlingen het meest begrip hebben. Hoger opgeleiden hebben over het algemeen meer

belangstelling voor monumenten.153 Dat de vmbo‐b&k leerlingen hier bovenaan staan heeft

waarschijnlijktemakenmethetfeitdatdezeleerlingeneenkunstencultuurgeoriënteerdeopleiding

volgen.Hierdoorhebbenzijvermoedelijkmeerbelangstellingvoorkunstencultuurenindirectmeer

kennishiervan.DathetWestburgCollegehetmeestbekendismetditbegripheefttevenshiermeete

maken.Ditisnamelijkdeschoolwaarhetvmbo‐b&konderwijswordtgegeven.Eenverklaringvoor

hetverschiltussenklas2enklas3zoukunnenzijndatdeleerlingenvanklas3meerkennishebben

omdatzijeenklashogerzitten.

3.2.2 Cultuurlandschap

Ook bij het begrip cultuurlandschap is een aantal significante verschillen aangetoond bij dezelfde

onafhankelijkevariabelenalsbijhetbegripmonument.Hierondervolgenderesultaten.

Tabel29.Frequentiebekendheidmethetbegripcultuurlandschapnaaropleidingsniveau,klasenschool

Opleidingsniveau School KlasAntwoordvmbo­b&k vmbo­t havo vwo HLW CL WC Klas2 Klas3

Ja 9 5 18 21 21 23 9 20 33Nee 3 17 64 38 68 51 3 66 56Cramer’sV

0,297**

0,275**

0,150*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001HLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollegeWederom is het grootste significante verschil geconstateerd bij het opleidingsniveau. Opvallend

hierbij is datmeer dan de helft van de vmbo‐b&k leerlingen (75%) als enige bekend zijnmet het

begripcultuurlandschap.Bijdeoverigeopleidingsniveausishetbegripvoornamelijkonbekend.

Hetzelfdebeeldistezienbijdeonafhankelijkevariabeleschool.HetWestburgCollege(75%)

isnamelijkdeenigeschoolwaarbijmeerdandehelftvandeleerlingenweleensvanhetbegripheeft

gehoord.

Tot slot kan geconstateerdworden dat ook bij dit begrip de bekendheidwederom groter

onderdeleerlingenuitklas3(37,1%)isdanonderdeleerlingenuitklas2(23,3%).

Ookbijdezeresultaten iseenaantal zakenopvallend.Hierbijgeldendezelfdeverklaringen

als bij het begripmonument. Het verschil in bekendheidmet het begrip cultuurlandschap van de

vmbo‐b&kleerlingenvanhetWestburgCollegeheeftwaarschijnlijkmethetsoortopleidingtemaken

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

73

dat deze leerlingen volgen, tewetenKunst, Cultuur enMedia.Het verschil tussenklas 2 en klas 3

heeftookhierwellichttemakenmethetkennisniveauvanklas3dathogerligtdandatvanklas2.

3.2.3 Archeologie

Vervolgens isuitdeanalysebijhetbegriparcheologiegeblekendateralleenbijdeonafhankelijke

variabele opleidingsniveau een significant verschil is aangetoond. Onderstaande tabel toont de

resultaten.

Tabel30.Frequentietabelbekendheidbegriparcheologienaaropleidingsniveau

OpleidingsniveauAntwoordvmbo­b&k vmbo­t havo vwo

Ja 8 11 39 44Nee 4 11 43 15Cramer’sV

0,254*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001In tegenstelling totdevoorgaandebegrippen ishetbegriparcheologiehetmeestbekendonderde

vwo leerlingen (74,6%). Zijworden gevolgd door de vmbo‐b&k leerlingen (66,7%). Bij de vmbo‐t

leerlingenishetbegripbijexactdehelftvandeleerlingen(50%)bekend.Dehavoleerlingen(47,6%)

zijnhetminstbekendmethetbegrip.

Bij deze resultaten is het opvallend dat de vwo leerlingen hetmeest bekend zijnmet het

begrip archeologie.Dit beeld komtovereenmethet algemene gegevendat hoger opgeleidenmeer

belangstelling voor archeologie hebben.154 Dat de vmbo‐b&k leerlingen ook hier hoog scorenwat

betreftdebekendheid,heeftwellichtmetdesoortopleidingtemakendiezijvolgen.Opmerkelijkis

hetresultaatdatdehavoleerlingen,inplaatsvandevmbo‐tleerlingen,hetminstbekendzijnmethet

begrip archeologie.Wanneer het gegeven over de belangstelling voor archeologiewordt bekeken,

zullendevmbo‐tleerlingenhetminstbekendzijnmetarcheologie.

3.2.4 Erfgoed

Bijhetbegriperfgoedwordtnaastdeonafhankelijkevariabelenopleidingsniveauenklastevenseen

significant verschil aangetoond bij etniciteit. Hieronder volgt een schematische weergave van de

analyse.

Tabel31.Frequentietabelbekendheidbegriperfgoednaaretniciteit,opleidingsniveauenklas

Etniciteit Opleidingsniveau KlasAntwoorda m t s/a/a o vmbo­b&k vmbo­t havo vwo Klas2 Klas3

Ja 6 20 22 9 17 9 5 26 34 29 45Nee 3 51 28 4 15 3 17 56 25 57 44Cramer’sV

0,277**

0,322***

0,170*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001a=autochtone,m=Marokkaanse,t=Turkse,s/a/a=Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse,o=overige

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

74

Het begrip erfgoed is het meest bekend bij de leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/

Arubaanseetniciteit(69,2%)endeautochtoneleerlingen(66,7%).Dezeleerlingenwordengevolgd

door de leerlingenmet een overige etniciteit (53,1%). Bij de leerlingenmet een Turkse etniciteit

(44%)enMarokkaanseetniciteit(28,2%)ishetopmerkelijkedatmeerdandehelftvandeleerlingen

onbekendismetditbegrip.

Het opleidingsniveau laathet grootste significante verschil zien.Dit begripwordtnamelijk

door meer dan de helft van de vmbo‐b&k (75%) en vwo (57,6%) leerlingen als bekend

verondersteld. Daarentegen is het begrip bijminder dan de helft van de havo (31,7%) en vmbo‐t

(22,7%)leerlingenbekend.

Totslotisookhetbegriperfgoedonderdeleerlingenuitklas3(50,6%)meerbekenddande

leerlingenuitklas2(33,7%).

Ook bij deze resultaten wat betreft het opleidingsniveau en de klas gelden dezelfde

verklaringenalsbijdevoorgaandebegrippen.Hierwordttevenseensignificantverschilaangetoond

bijdeetniciteitvanleerlingen.Dezebevindingenkunnengekoppeldwordenaanhetonderzoeknaar

de algemene belangstelling voor cultureel erfgoed. Hieruit blijkt namelijk dat de autochtone

bevolkingdemeestebelangstellingheeft,gevolgddoordemensenmeteenAntilliaanseenSurinaame

etniciteit. De Marokkanen en Turken blijken de minste belangstelling te hebben voor cultureel

erfgoed.155Ditbeeldisterugtezieninbovenstaanderesultaten.

3.2.5 Cultureelerfgoed

Tenslotte wordt ook bij het begrip cultureel erfgoed een significant verschil aangetoond bij een

aantalonafhankelijkevariabelen.Onderstaandetabeltoontwelkevariabelenditzijn.

Tabel32.Frequentietabelbekendheidbegripcultureelerfgoednaaropleidingsniveau,schoolenklas

Opleidingsniveau School KlasAntwoordvmbo­b&k vmbo­t havo vwo HLW CL WC Klas2 Klas3

Ja 4 2 6 10 12 6 4 6 16Nee 8 20 76 49 77 68 8 80 73Cramer’sV

0,214*

0,187*

0,166*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001HLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollegeOpnieuwlaatdeonafhankelijkevariabeleopleidingsniveaudegrootstesignificanteverschillenzien.

Het begrip wordt wederom het meest herkend door de vmbo‐b&k (33,3%) en vwo (16,9%)

leerlingen.Hetbegrip isdaarentegenslechtsbijeenzeerkleindeelvandevmbo‐t (9,1%)enhavo

(7,3%)leerlingenbekend.

Het begrip cultureel erfgoedwordt onder de diverse scholen hetmeest als bekend gezien

onder de leerlingen van hetWestburg College (33,3%), gevolgd door hetHervormd LyceumWest

(13,5%)enhetComeniusLyceum(8,1%).

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

75

Ookditlaatstebegripismeerbekendbijdeleerlingenuitklas3(18%)danbijdeleerlingenuitklas2

(7%).

Ookbij deze resultaten zienwedatdevmbo‐b&k leerlingenvanhetWestburgCollegehet

meestbekendzijnmethetbegrip.Hiervoorgeldendezelfdeverklaringenalsbijdeanderebegrippen.

Ditgeldteveneensvoorderesultatenwatbetrefthetverschiltussendeklassen.

Naastdevraagofdejongerenweleenshebbengehoordvandebovengenoemdebegrippen,isaande

leerlingen die bekend zijn met de begrippen gevraagd een omschrijving te geven van wat hier

volgenshenonderwordtverstaan.Hieronderwordtperbegripeenoverzichtvandedefinitiesvan

de leerlingen gegeven. Vervolgens wordt gekeken of er bij deze definities een significant verschil

aanwezigisbijdeonafhankelijkevariabelen.

3.2.6 Definitiemonument

Op de vraag wat volgens de leerlingen een monument is zijn verschillende antwoorden gegeven.

Dezeantwoordenzijngecategoriseerdin7categorieën,dieinonderstaandetabelzijnweergegeven.

Tabel33.FrequentietabeldefinitiemonumentalleleerlingenAntwoordleerlingen Aantalleerlingen

metditantwoordEenmonumentstaatsymboolvooriets/steltietsvoor/isomietsteherdenken(1) 34Eenmonumentiseen(stand)beelddatbijeenbepaaldlandhoort(2) 21Eenmonumentisietsoudsdatwaardevolis/eenbetekenisheeft(3) 24Eenmonumentisietsheiligs/kerkenenmoskeeën(4) 7Eenmonumentiseenmolen(5) 16Overigeantwoorden(6) 18Geenantwoord(7) 55Uitbovenstaandetabelblijktdathetmerendeelvandeleerlingen(31,4%)hetbegripassocieertmet

eenobjectdatvoor iets symbool staat/ietsvoorstelt/dientom iets teherdenken.Daarnaastwordt

hetmonumentdoorveel leerlingen(13,7%)gezienals ietsoudsenwaardevolsmeteenbetekenis.

Ookdeomschrijvingdateenmonumenteen(stand)beeldisdatbijeenbepaaldlandhoortispopulair

onder de leerlingen (12%). Onder overige antwoorden (10,3% van de leerlingen) zijn met name

voorbeelden genoemd en niet zozeer een omschrijving. Hierbij valt te denken aan het Bastion, de

Sloterplas,eenboerderij,hetkantoorgebouwIBM,maarerisookeenleerlinggeweestdiehetAnne

Frankhuisheeftgenoemd.Eenconcreetvoorbeeldwatdaarnaastmeerderemalendoorleerlingenis

genoemdiseenmolen(9,1%).Totslotiseenmonumentvolgenseenkleinaantalleerlingen(4%)iets

heiligs,eenkerkofeenmoskee.

Opvallendaandezeantwoordenisdatdeleerlingenhetbegripmetnameassociërenmetiets

dat symbool staat voor iets en een betekenis heeft, en dan met name in de vorm van een

(stand)beeld. Dat een monument ook een gebouw of gebied kan zijn is minder bekend onder de

leerlingen.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

76

Nadeanalyseisgeblekendatereensignificantverschilaanwezigisbijdeonafhankelijkevariabelen

generatie,opleidingsniveauenschool.Inonderstaandetabelvolgenderesultatenvandezeanalyse.

Tabel34.Frequentietabeldefinitiemonumentnaarautochtoneen1een2egeneratieallochtonen,opleidingsniveauenschool

Autochtoonengeneratieallochtoon

Opleidingsniveau SchoolAntwoord

autochtoon 1e 2e vmbo­b&k vmbo­t havo vwo HLW CL WC1 4 7 23 3 6 10 15 22 9 32 0 3 18 3 1 14 3 9 9 33 0 3 21 1 1 11 11 7 16 14 3 0 4 0 0 4 3 3 4 05 0 1 15 4 1 5 6 6 6 46 0 0 18 1 2 8 7 8 9 17 2 9 44 0 11 30 14 34 21 0Cramer’sV

0,258*

0,249*

0,274*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,0011e=1egeneratieallochtoon,2e=2egeneratieallochtoonHLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollegeWanneer naar bovenstaande tabel wordt gekeken valt bij de autochtone en 1e en 2e generatie

leerlingen een aantal zaken op. Procentueel gezien hebben de leerlingen een monument

voornamelijk omschreven als iets dat symbool staat voor iets/iets voorstelt/dat dient om iets te

herdenken.Dezebeschrijvingishetvaakstgegevendoordeautochtoneleerlingen(44,4%),gevolgd

doorde1egeneratieallochtone leerlingen(30,4%)entotslotde2egeneratieallochtone leerlingen

(16,1%).Deomschrijvingdateenmonument ietsheiligs is (eenkerkofmoskee) is tevensdoorde

autochtone leerlingen het meest genoemd (33,3%). Opvallend hierbij is dat deze beschrijving

daarnaast alleen door de 2e generatie allochtone leerlingen (2,8%) is gegeven. De andere

omschrijvingen zijn alleendoorde autochtone leerlingen gegeven.Hierbij is het interessant om te

zien dat de 2e generatie allochtone leerlingen (12,6%) als enigen de overige antwoorden hebben

gegevenendaarnaastdemolenvakerhebbengenoemd(10,4%).

Kijkendnaarhetopleidingsniveauishetopmerkelijkdatdehavoleerlingenintegenstelling

tot de andere opleidingsniveaus aanzienlijkminder de symbolische definitie hebben gegeven. Iets

minderdaneenachtstedeelvandehavoleerlingen(12,2%)omschrijfteenmonumentopdezewijze.

De omschrijving die door de havo leerlingen (17,1%) het meest is genoemd, is die dat het een

(stand)beeldzouzijndatbijeenbepaaldlandhoort.Dezedefinitieisdaarnaastveelgegevendoorde

vmbo‐b&k leerlingen (25%). Het meest genoemde voorbeeld onder deze laatstgenoemde groep

leerlingen (33,3%) is de molen. Tot slot is het opmerkelijk dat de havo en vwo leerlingen in

tegenstelling tot de vmbo‐b&k en vmbo‐t leerlingen aanzienlijk vaker de derde en vierde definitie

geven.

Daarnaast is een significantverschil aangetoondonderde scholen.Hierbij ishetopvallend

datdeleerlingenvanhetWestburgCollege(33,3%)demolenhetmeestnoemen.Deleerlingenvan

hetComeniusLyceum(21,6%)hebbeneenmonumentdaarentegenvoornamelijkalsietswaardevols

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

77

en als iets dat een betekenis heeft omschreven. De leerlingen van het Hervormd Lyceum West

(24,7%) hebben het begrip tenslotte voornamelijk als iets dat symbool staat voor iets/iets

voorstelt/dientomietsteherdenkenomschreven.

Omdaterinhetbestaandeonderzoeknietopditonderwerpwerdingegaan,ishetlastigom

voordezeresultatenverklaringentegeven.Daarnaastzijnerbijdeomschrijvingennietecht‘foute’

antwoorden gegeven, alle omschrijvingen zouden namelijk betrekking kunnen hebben op een

monument.

3.2.7 Definitiecultuurlandschap

Vervolgensisaandeleerlingen,diehebbenaangegevenweleensvanhetbegripcultuurlandschapte

hebben gehoord, gevraagd een omschrijving te geven. De antwoorden die de leerlingen hierbij

hebbengegevenstaanhierondervermeld.

Tabel35.FrequentietabeldefinitiecultuurlandschapalleleerlingenAntwoordleerlingen Aantal

leerlingenmetditantwoord

Eencultuurlandschapiseenlandschapmetcultuur(elementen),beïnvloeddoorcultuur(1) 11Eencultuurlandschapisingerichtdoormensen/menselijkeelementen(2) 7Eencultuurlandschapiseenlandschapwaarculturenwonen/welkomzijn/naarvorenwordengebracht(3)

4

Eencultuurlandschapiszon,regenennatuur(4) 1Eencultuurlandschapiseennatuurgebied(5) 15Eencultuurlandschapiseenmolen(6) 1EencultuurlandschapisdeSloterplas(7) 5EencultuurlandschapishetBastion(8) 1Eencultuurlandschapiseenmoskee(9) 4Eencultuurlandschapiseenboerderij(10) 2Eencultuurlandschapheefteenbreedverleden(11) 1Eencultuurlandschapiseenlandschapwaargewassenwordenverbouwd(12) 1Geenantwoord(13) 122Deomschrijvingendieleerlingenbijditbegriphebbengegevenlopenietsmeeruiteen.Deleerlingen

associëren het begrip het meest met een natuurgebied (8,6%). Daarnaast is de definitie van een

landschap met cultuur(elementen) beïnvloed door een cultuur populair (6,3%). Andere

omschrijvingendiedoormeerdereleerlingenzijngenoemdzijnhetcultuurlandschapdatisingericht

door mensen/menselijke elementen, de Sloterplas, het landschap waar culturen wonen/welkom

zijn/naar vorenworden gebracht en demoskee. Daarnaast zijn er nog enkele omschrijvingen die

slechtsdooreenkleinaantalleerlingenofeenleerlingisgenoemd.

Ten opzichte van het begrip monument is het bij dit begrip opvallend dat er in de

omschrijvingeneengroterespreidingzit.Deantwoordenvandeleerlingenlopenmeeruiteenenzijn

in sommige gevallenminder duidelijk en kloppend. De omschrijvingen die het meest in de buurt

komenvandewerkelijkebetekenisvancultuurlandschap,volgensdeRijksdienstvoorhetCultureel

Erfgoed “het doormenselijk denken en handelen bepaalde en gevormde deel van deNederlandse

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

78

ruimte”156, zijndeeerste, tweedeenvijfdeomschrijving.Opvallend isdatdezeomschrijvingenhet

vaakstdoordeleerlingenzijngegeven.

Ookbijditbegripisnadeanalysegeblekendatereensignificantverschilaanwezigisbijeenaantal

onafhankelijke variabelen, te weten opleidingsniveau en school. In onderstaande tabel volgen de

resultatenvandezeanalyse.

Tabel36.Frequentietabelcultuurlandschapnaaropleidingsniveauenschool

Opleidingsniveau SchoolAntwoordvmbo­b&k vmbo­t havo vwo HLW CL WC

1 1 1 3 6 7 3 12 0 0 1 6 3 4 03 0 2 1 1 3 1 04 0 0 1 0 1 0 05 4 1 6 4 4 7 46 0 0 1 0 1 0 07 1 1 0 3 1 3 18 1 0 0 0 0 0 19 2 0 2 0 0 2 210 0 0 2 0 1 1 011 0 0 1 0 0 1 012 0 0 0 1 0 1 013 3 17 64 38 68 51 3Cramer’sV

0,363**

0,383**

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001HLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollegeHet grootste significante verschil is aangetoond bij de onafhankelijke variabele school. Onder de

leerlingen van het Hervormd LyceumWest (7,9%) is het cultuurlandschap als een landschapmet

cultuur(elementen) beïnvloed door cultuur het meest populair. De leerlingen van het Comenius

Lyceum(9,5%)hebbenhetbegripeerderalseennatuurgebiedomschreven.Dezedefinitieisechter

hetvaakstgegevendoordeleerlingenvanhetWestburgCollege(33,3%).Anderedefinitiesdieonder

deleerlingenvandezeschoolveelvoorkomen,integenstellingtotdeanderescholen,zijndemoskee

(16,7%),deSloterplas(8,3%)enhetBastion(8,3%).

Daarnaast is een significant verschil aanwezig onder het opleidingsniveau. De definitie

natuurgebied is het vaakst gegeven door de vmbo‐b&k leerlingen (33,3%) en de havo leerlingen

(7,3%).Eenanderedefinitiedieonderdeeerstgenoemdeleerlingentevenspopulairis,isdemoskee

(16,7%).Devmbo‐t leerlingen (9,1%)omschrijvencultuurlandschapdaarentegenvoornamelijkals

een landschap waar culturen wonen/welkom zijn/naar voren worden gebracht. Het cultuur‐

landschapalsietsdatisingerichtdoormensen/menselijkeelementenishetmeestgenoemddoorde

vwoleerlingen(10,2%).

Wanneerdeomschrijvingenvandescholenvergelekenwordenmetdeomschrijvingdiehet

meestovereenkomtmetdewerkelijkedefinitievancultuurlandschap,ishetopvallenddatmetname

deleerlingenvanhetWestburgLyceumdemeestgelijkendeomschrijvingenhebbengegeven.Bijhet

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

79

opleidingsniveauzijnditdevmbo‐b&kleerlingengevolgddoordevwoleerlingen.Eenaannemelijke

verklaringvoordezeresultatenheeftwederomtemakenmetdeopleidingdiedezeleerlingenvolgen,

namelijkKunst,CultuurenMedia.

3.2.8 Definitiearcheologie

Vervolgens is aan de leerlingen die bekend zijn met het begrip archeologie gevraagd een

omschrijvingvanditbegrip tegeven.Deantwoordendiede leerlingenhierbijhebbengegevenzijn

vanallebegrippenhetminstuiteenlopendenwordenhieronderweergeven.

Tabel37.FrequentietabeldefinitiearcheologiealleleerlingenAntwoordleerlingen Aantalleerlingen

metditantwoordArcheologieishet(onder)zoekenvan/naaroudedingen/hetverledenbegrijpen(1) 45Archeologieishetgravennaarenopgravenvandingenuitdegrond(2) 31Archeologieishetontwerpenvangebouwen(3) 8Overigeantwoorden(4) 18Geenantwoord(5) 73Het grootste aantal leerlingen (25,7%)denkt bij het begrip aan het (onder)zoeken van/naar oude

dingen/het verleden begrijpen. Daarnaast zijn er veel leerlingen (17,7%) die archeologie hebben

omschrevenalshetgravennaarenopgravenvandingenuitdegrond.Deleerlingen(10,3%)dieeen

overig antwoord hebben geven, noemen voornamelijk voorbeelden. Hierbij zijn onder andere

bedrijfshallen, natuurgebied, Sloterplas,moskee,KantoorgebouwAtradius,TECenKantoorgebouw

IBMgenoemd.Totslot isereenkleinaantal leerlingen(4,6%)dathetbegripheeftomschrevenals

hetontwerpenvangebouwen.

Bij de antwoorden van de leerlingen zijn de eerste twee omschrijving van het begrip

archeologiehetmeestkloppend.Bijdederdeomschrijving,hetontwerpenvangebouwen,geldtdat

hetbegriparcheologieaangezienisvoorarchitectuur.

Nadeanalyseisgeblekendatereensignificantverschilaanwezigisbijdeonafhankelijkevariabelen

opleidingsniveau,schoolenklas.Inonderstaandetabelvolgenderesultatenvandezeanalyse.

Tabel38.Frequentietabeldefinitiearcheologienaaropleidingsniveau,schoolenklas

Opleidingsniveau School KlasAntwoordvmbo­b&k vmbo­t havo vwo HLW CL WC Klas2 Klas3

1 0 8 20 17 28 17 0 27 182 0 1 9 21 17 14 0 9 223 3 0 2 3 2 3 3 2 64 5 2 8 3 6 7 5 7 115 4 11 43 15 36 33 4 41 32Cramer’sV

0,320*

0,301*

0,253***

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001HLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollege

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

80

Bijhetopleidingsniveau ishetalseersteopvallenddatdeomschrijvingenvanhetonderzoekenen

hetopgravenvandingennietisgenoemddoordevmbo‐b&kleerlingen.Het(onder)zoekenvan/naar

oude dingen/het verleden begrijpen is hetmeest genoemd door de vmbo‐t leerlingen (36,4%) en

daarnaast door de havo leerlingen (24,4%). De vwo leerlingen (35,6%) hebben archeologie

daarentegen voornamelijk omschreven als het graven en opgraven van dingen uit de grond. De

vmbo‐b&kleerlingenhebbenprocentueelgezienhetvaaksteenoverigantwoord(41,7%),maarook

dearchitectonischeomschrijvingisonderhenpopulair(25%).

De analyse onder de scholen laat zien dat het Hervormd LyceumWest en het Comenius

Lyceumvoornamelijkdezelfdeantwoordengeven.HetWestburgCollegeishieropeenuitzondering.

Zij hebben het meest een overig antwoord (25%) genoemd of hebben het het begrip als het

ontwerpenvangebouwen(41,7%)omschreven.

Totslotishetinteressantomteziendatdeleerlingenuitklas2procentueelgezienalsenigen

ten opzichte van de leerlingen uit klas 3 archeologie het meest omschreven hebben als het

(onder)zoeken van/naar oude dingen/het verleden begrijpen. De overige antwoorden zijn

procentueelgezienvakergegevendoordeleerlingenuitklas3.

Ten opzichte van de eerder behandelde begrippen is het bij bovenstaande resultaten

opvallenddatdevmbo‐b&kleerlingenvanhetWestburgCollegehieralsenigeneennietkloppende

omschrijvingvanhetbegriphebbengegeven.Uithunantwoordenblijktduidelijkdatzijhetbegrip

verwarren met architectuur. Procentueel gezien hebben de vwo leerlingen (64,4%) de beste

omschrijving van het begrip archeologie gegeven, gevolgd door de vmbo‐t (40,9%) en de havo

leerlingen (35,4%).Wat betreft de scholen blijkt dat de leerlingen van het Comenius Lyceum het

begrip archeologie het best hebben omschreven. Hoewel het verschil erg klein is hebben de

leerlingen in klas 3 (44,9%) procentueel gezien een iets betere omschrijving van het begrip

archeologiegegevendande leerlingen inklas2 (41,9%)Verklaringenvoordeze resultatensluiten

wederomaanbijdeeerdergenoemdeaannames.Leerlingenmeteenhogeropleidingsniveauhebben

waarschijnlijk meer kennis van cultureel erfgoed vanwege het algemene gegeven dat hoger

opgeleidenmeerbelangstellinghebbenvoorcultureelerfgoed.157Voordeleerlingeninklas3ishet

aannemelijkdatzijeenhogerkennisniveauhebbendandeleerlingenuitklas2.

3.2.9 Definitieerfgoed

Tevens is aan de leerlingen gevraagd een omschrijving te geven van het begrip erfgoed. De

onderstaandeantwoordenzijndoordeleerlingengegeven.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

81

Tabel39.FrequentietabeldefinitieerfgoedalleleerlingenAntwoordleerlingen Aantalleerlingen

metditantwoordErfgoedisietsdatjeerft(vanfamilie)alsiemanddoodgaat(1) 51Erfgoedisietsdathetwaardisomtebewaren/behouden(2) 2ErfgoedishetwoonhuisinOsdorp(3) 2Erfgoediseenboerderij(4) 2Erfgoediseendokterswoning(5) 4Overigeantwoorden(6) 13Geenantwoord(7) 101Deleerlingenassociërenhetbegriperfgoedvoornamelijkmetietsdatjeerft(vanfamilie)alsiemand

overlijdt (29,1%). Daarnaast zijn er veel overige antwoorden (7,4%) door de leerlingen gegeven.

Voorbeeldendie zoal zijn genoemddoorde leerlingen zijn eenhuis, stuk land,molen, fabriekshal,

terp, natuurgebied en privé bezit. Ook is de dokterswoning door meerdere leerlingen (2,3%)

genoemd. De overige omschrijvingen variëren van een boerderij tot eenwoonhuis en iets dat het

waardisomtebewaren/behouden(1,1,%).

Kijkendnaar de omschrijvingen denkende leerlingen bij erfgoedmet name aan het erven

vaniets,bijvoorbeeldeenhuisofgeldwanneeriemandoverlijdt.Slechtsenkeleleerlingenkoppelen

hetaanmonumenten,archeologieencultuurlandschap.

Na de analyse blijkt er alleen een significant verschil te zijn in de onafhankelijke variabele

opleidingsniveau.Inonderstaandetabelvindtuderesultaten.

Tabel40.Frequentietabeldefinitieerfgoednaaropleidingsniveau

OpleidingsniveauAntwoordvmbo­b&k vmbo­t havo vwo

1 6 2 19 242 0 1 0 13 0 0 1 14 0 0 0 25 1 0 2 16 2 2 4 57 3 17 56 25

Cramer’sV

0,235*

*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001De omschrijving dat erfgoed iets is dat je erft (van familie) als iemand dood gaat is procentueel

gezienhetvaakstgegevendoordevmbo‐b&kleerlingen(50%).Daarnaastkomtdezedefinitiebijeen

grootaantalvwo(40,7%)enhavo(23,2%) leerlingenvoor.Deoverigeantwoordenzijnhetvaakst

gegevendoordevmbo‐b&kleerlingen(16,7%).Opvallendbijhetantwoordboerderijisdatditalleen

isgegevendoordevwoleerlingen(3,4%).

Ook uit bovenstaande resultaten blijkt dat de leerlingen het begrip erfgoed met name

koppelen aan het erven van iets. Hoewel uit de analyse is gebleken dat het opleidingsniveau

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

82

significante verschillen vertoont, zijn deze verschillen erg klein. Hierdoor is het lastig om een

verklaringtegevenvoorbovenstaanderesultaten.

3.2.10 Definitiecultureelerfgoed

Tot slot is door de leerlingen, die bekend zijnmet het begrip cultureel erfgoed, een omschrijving

gegeven.Deantwoordendiezijhebbengegevenzijninonderstaandetabelweergegeven.

Tabel41.FrequentietabeldefinitiecultureelerfgoedalleleerlingenAntwoordleerlingen Aantalleerlingen

metditantwoordCultureelerfgoediserfgoedvaneencultuur/datbijeencultuurhoort 4Cultureelerfgoedzijndingenvanvroegeruiteencultuur(gebouwen) 5Cultureelerfgoedzijngewoontesengeloof(kerkenmoskee) 6Cultureelerfgoedisietsmeteenemotionelewaarde 1Overigeantwoorden 6Geenantwoord 153De omschrijvingen die het vaakst door de leerlingen zijn gegeven zijn cultureel erfgoed als

gewoontes en geloof (kerk en moskee) en de overige antwoorden (beide 3,4%). Hierbij zijn

voorbeeldendoordeleerlingengenoemdalsnatuurgebied,dorpsplein,terpenboerderij.Daarnaast

zijndeomschrijvingendingenvanvroegeruit een cultuur (gebouwen) (2,9%)én erfgoedvaneen

cultuur/dat bij een cultuur hoort (2,3%) door meerdere leerlingen genoemd. Er is slechts een

leerling(0,6%)diecultureelerfgoedomschrijftalsietsmeteenemotionelewaarde.

Ten opzichte van het begrip erfgoed is het bij dit begrip interessant om te zien dat de

leerlingen hier niet de koppeling maken met het erven van iets, maar het begrip koppelen aan

cultuur. Hierbij denken zij aan gebouwen, maar ook aan gewoontes en geloof. Hoewel dit begrip

slechtsondereenkleingedeeltevandeleerlingenbekendis,ishetbijdezedefinitiesopvallenddat

zij cultureel erfgoedhebben gekoppeld aan zowelmaterieel als immaterieel cultureel erfgoed. Tot

slot is het wel belangrijk te vermelden dat de leerlingen geen voorbeelden hebben genoemd van

roerend materieel erfgoed zoals schilderijen, beelden, films en literatuur. Dat de leerlingen deze

koppelingniethebbengemaakt,kan temakenhebbenmethet feitdater indezevragenlijstalleen

aandachtisbesteedaanonroerendmaterieelerfgoed.

Na de analyse is gebleken dat er voor het begrip cultureel erfgoed geen significant verschil

aangetoondistussendeonafhankelijkevariabelen.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

83

4. Conclusieendiscussie

Indit laatstehoofdstukwordende resultatenuitdevoorgaandehoofdstukkennaast elkaargelegd

om tot de belangrijkste bevindingen te komen.Uit deze bevindingen zal vervolgens een antwoord

gegeven worden op de hoofdvraag van dit onderzoek. Hierbij worden een aantal aanbevelingen

gedaan voor hen die zich vanuit een educatief perspectief bezighoudenmet cultureel erfgoed. Tot

slotwordthetonderzoekgeëvalueerdenwordenaanbevelingenvoorverderonderzoekgedaan.

Hetdoelvanhetonderzoekwasominzichttekrijgeninhetbeelddatjongeren(13‐18jaar)

hebbenvanhet cultureelerfgoed inhunomgeving (AmsterdamNieuw‐West).Hetbegripcultureel

erfgoed is hierbij op twee manieren bekeken. Als eerste is gekeken of de leerlingen waardering

hebbenvoorhetcultureelerfgoedinNieuw‐Westenvervolgensisgetoetsthoeveelbegripzijhebben

vancultureelerfgoed.

4.1. Belangrijkstebevindingenwaarderingvoorcultureelerfgoed

Bijwaarderingis,doormiddelvan28afbeeldingenvancultureelerfgoed(gebouwenengebieden)in

Nieuw‐West, als eerste aan de jongeren gevraagd of zij dit cultureel erfgoed waardevol of niet

waardevol vinden. Vervolgens is aan de jongeren gevraagd een top 5 te maken van het meest

waardevollecultureelerfgoedmetdaarnaasteenmotivatievoordezekeuze.Ookisaanhengevraagd

ofzijoudegebouwenofgebiedenwaardevollervindendanjongegebouwenofgebieden.Totslotis

gevraagd een gebouw of gebied te noemen dat volgens hen zeker bewaard moet blijven voor de

toekomst.

Uit het algemene waardeoordeel en de top 5 van de jongeren blijkt dat zij de meeste

waardering voor het religieus erfgoed hebben en dan met name voor de voorbeelden van de

moskeeën.Daarnaast zijn de voorbeelden van cultureel erfgoedmet een groeneuitstraling en een

recreatievefunctiepopulair.HierbijvalttedenkenaandeSloterplasmetoevers,deAcademievoor

Lichamelijk Opvoeding en het Sloterparkbad. Het minst waardevol is het industrieel erfgoed. De

veronderstellingendievoorafgaandeaanhetonderzoekzijnopgesteldkomenovereenmetditbeeld.

Een aannemelijke verklaring voor de populariteit van dit religieus erfgoed is dat ditmet name te

makenheeftmetde culturele en religieuze achtergrondvande jongerendiehebbendeelgenomen

aanditonderzoek.Hetmerendeelvandeze jongeren isnamelijkallochtoon,endanmetnamevan

MarokkaanseofTurkseafkomst.Vanuitditgegevenishetnietverrassenddatjuistdemoskeeënals

hetmeestwaardevolzijnbeoordeeld.

Naastdatdecultureleenreligieuzeachtergrondvandejongereneenduidelijkerelatieheeft

met hunwaardeoordeel, is er tevens onder de onafhankelijke variabelen een duidelijk verband te

zien. Hoewel de verschillende onafhankelijke variabelen, te weten geslacht, etniciteit, generatie,

opleidingsniveau, school en klas allen invloed blijken te hebben op het waardeoordeel van de

jongeren,isuithetsignificantieniveauoptemakendattweehiervandemeesteinvloedhebben.Dit

zijndeetniciteitvandeleerlingenenhetopleidingsniveauvanhen.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

84

Bij de etniciteit is een duidelijke tweedeling in het waardeoordeel van de jongeren met een

Marokkaanse, Turkse en overige etniciteit én de autochtone jongeren en jongeren met een

Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteittezien.DejongerenmeteenMarokkaanse,Turkseen

overige etniciteit blijken de meeste waardering te hebben voor het religieus erfgoed met een

islamitischefunctie,tewetenMoskeeSuleymaniyeenMoskeeElHijra.Deautochtonejongerenende

jongerenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteithebbendaarentegenmetnamehet

cultureelerfgoedmeteengroeneuitstralingeneenrecreatievefunctieinhuntop5geplaatst.Hierbij

valttedenkenaandeSloterplasmetoeversenDeVrijeGeer,maarookaanhetDorpspleingelegen

op een terp en het Bastion. Ook hierbij is het van belang om te vermelden dat de culturele en

religieuze achtergrond van de jongeren in dit waardeoordeel een grote rol heeft gespeeld. Deze

achtergrondheeftnamelijkeennauwerelatiemetdeetniciteitvandeleerlingen.

Bijhetopleidingsniveauvande jongeren iseveneenseen tweedeling inhetwaardeoordeel

zichtbaar. Voorafgaande aan het onderzoek is verondersteld dat met name de vwo leerlingen de

meestewaardering voor het cultureel erfgoed zullen hebben. Deze hypothese is gebaseerd op het

gegevendathogeropgeleidenmeerbelangstellinghebbenvoorcultureelerfgoed.158Uitdeanalyse

van de resultaten blijkt inderdaad dat deze groep leerlingen hetmeest positief iswat betreft hun

waardeoordeel.Vanuithetalgemenegegeven ishetaannemelijkdatnadevwo leerlingendehavo

leerlingen,vmbo‐tleerlingenentotslotdevmbo‐b&kleerlingenhetmeestpositiefzullenzijninhun

waardeoordeel.Ditisechterniethetgeval,devmbo‐b&kleerlingenblijkennamelijkvervolgenshet

meestpositief zijn.Eenverklaringhiervoor isdatdeze leerlingendevmbo‐b&kKunst,Cultuuren

Mediaopleidingvolgen.Doordatzijdezeopleidingvolgenishetaannemelijkdatzijmeer interesse

en belangstelling hebben voor kunst en cultuur en indirect dus meer waardering voor cultureel

erfgoedhebben.

Vervolgensisaandejongerengevraagdeenverklaringtegevenvoorhunwaardeoordeel.De

verklaring die het meest frequent door de jongeren is genoemd, is de functie van het gebouw.

Daarnaast zijn het gebouw of gebied ziet er mooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk uit én het

gebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraagveelgenoemdeverklaringen.

DezeverklaringenzijnvergelekenmetdewaarderingsbronnenvanCoeterier.Hieruitblijktdatbijna

alle verklaringen van de jongeren tevens in het onderzoek van Coeterier zijn besproken. Dit zijn

schoonheid, functie, zeldzaamheid, (persoonlijke) binding, compleetheid op omgevingsniveau,

ouderdom en informatie. De enige verklaring die door de jongeren is genoemd, maar niet in het

onderzoek van Coeterier naar voren is gekomen, is dat het gebouw of gebied groen en natuur is.

Verklaringen die volgens Coeterier een belangrijke rol in de waardering van cultuurhistorische

objectenspelen,maarnietdoordejongerenzijngenoemd,zijnvakmanschap,uitzonderlijkheidende

behoefteaan informatie.159HoewelerveleovereenkomstentussenhetonderzoekvanCoeterieren

ditonderzoekblijkentezijn,iserechtereenbelangrijkverschil.Ditverschilheeftbetrekkingophet

waardeoordeelfunctie.Coeteriersteltnamelijkdatdezewaarderingsbronweinigtotgeenrolspeelt

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

85

indewaarderingvancultuurhistorischeobjecten.160Uitdeverklaringenvandejongerenblijkechter

datdezewaarderingsbronbijhenjuistdegrootsterolspeeltindewaarderingvancultureelerfgoed.

Hierbij is eveneens gekeken of de onafhankelijke variabelen geslacht, etniciteit, generatie,

opleidingsniveau,schoolenklasinvloedhebbenopdeverklaringenvandeleerlingen.Ookhierzijn

bij etniciteit en opleidingsniveau de meest significante verschillen aangetoond, maar ook de klas

blijktinvloedtehebben.Detweedelingendieeerderbijhetwaardeoordeelzijngenoemdwarenook

hier weer te zien.Wat betreft de etniciteit hebben de jongerenmet eenMarokkaanse, Turkse en

overigeetniciteitmetnamedefunctioneleverklaringgegeven.Deautochtonejongerenenjongeren

met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit hebben daarentegen vaker de verklaring

gegeven die gekoppeld kan worden aan de waarderingsbron schoonheid. Een aannemelijke

verklaringvoordezeresultatenisdatdefunctioneleverklaringmeeropgevoelgebaseerdis,terwijl

menbijschoonheidmeeropkennisbeoordeelt.Dezeverklaringsluiteveneensaanbijdeverschillen

inhetopleidingsniveau.Devwoenvmbo‐b&kleerlingen(kunstencultuurgeoriënteerdeopleiding)

hebbenvoornamelijkdeverklaringgegevendieaansluitbijdewaarderingsbronschoonheid.Dehavo

envmbo‐tleerlingenhebbenvakerdefunctioneleverklaringgegeven.Totslotisdeverklaringvoor

hetverschilonderdeonafhankelijkevariabelenetniciteitenopleidingsniveaueveneenstoepasbaar

op de klas. De leerlingen in klas 2 hebben de functionele verklaring (gevoel) het vaakst gegeven.

Onder de leerlingen in klas 3 is de verklaring die aansluit bij de waarderingsbron schoonheid

(kennis) het meest populair. Hieruit kan geconcludeerd worden dat, wat overigens voorafgaande

verondersteld is,hetkennisniveauvande leerlingen inklas3hoger ligt,waardoorzijmeerkennis

hebbeneninditgevalmeervanuitdiekenniswaarderen.

Daarnaastisaandejongerengevraagdofzijeenoudgebouwofgebiedwaardevollervinden

daneenjonggebouwofgebied.Indehypotheseisgestelddatouderdomeenkleinetotgeenrolzal

spelen inhetwaardeoordeelvande jongeren.Uitderesultatenblijktdatdemeeste jongerenoude

gebouwenengebiedenwaardevollervindendan jongegebouwenof gebieden.Echterdienthierbij

een kanttekening te worden geplaatst. Er zijn namelijk ook veel leerlingen die geen duidelijke

meninghebbenof aangevendatdewaardevaneengebouwof gebiedafhankelijk is van zakenals

uiterlijk, functieen locatie.Dezegroepblijktgezamenlijkmetde leerlingendieeen jonggebouwof

gebiedwaardevollervindenhetgrootsttezijn.Hieruitkangeconcludeerdwordendatdeouderdom

vaneengebouwofgebiedeenkleinetotgeenrolzalspeleninhetwaardeoordeelvandejongeren.

DitbeeldkomtovereenmethetonderzoekvanCoeterierwaarinouderdomeveneenseenbeperkte

rol speelt in de waardering van cultuurhistorische objecten.161 Wanneer er overigens naar de

architectuur van de gebouwen en gebiedenwordt gekeken die de leerlingen hetmeestwaardevol

vinden, wordt dit beeld bevestigd. Met name de naoorlogse en moderne gebouwen en gebieden

blijkenhetmeestpopulairtezijnintegenstellingtotdevoorbeeldenvanoudearchitectuur.

Totslotisaandeleerlingengevraagdeengebouwofgebiedtenoemendatvolgenshenzeker

bewaardmoetblijvenvoorde toekomst.Ookhierblijkthet religieuserfgoed,endanmetnamede

moskee,hetmeestpopulair te zijn.Deonafhankelijkevariabele geslachtbleekals enige invloed te

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

86

hebbenophetwaardeoordeelvandejongeren.Onderdejongensishetreligieuserfgoed,endanmet

namedemoskee,hetmeestpopulair.MeisjeshebbenvakerdeSloterplasmetoeverseneenmolen

genoemd.

4.2 Belangrijkstebevindingenbegripvancultureelerfgoed

Het begrip van cultureel erfgoed onder jongeren is getoetst door aan de jongeren te vragen of zij

weleens hebben gehoord van de begrippenmonument, cultuurlandschap, archeologie, erfgoed en

cultureelerfgoed.Deresultaten latenziendatmeerdandehelftvande jongerenbekendismetde

begrippenmonumentenarcheologie.Erfgoed,cultuurlandschapencultureelerfgoedzijnbijminder

dandehelftvandejongerenbekend.

Ook hierbij is nagegaan of de onafhankelijke variabelen geslacht, etniciteit, generatie,

opleidingsniveau,schoolenklasvaninvloedophetbegripvandejongerenzij.Bijallebegrippen,met

uitzonderingvanheterfgoed,blijkteenverbandtezijntussenhetopleidingsniveauvandejongeren

en hun begrip. Voorafgaande aan het onderzoek is verondersteld dat jongeren met een hoger

opeidingsniveaumeer begrip zullen hebben van cultureel erfgoed. Deze hypothese blijkt alleen te

kloppenbijhetbegriparcheologie,waardevwoleerlingenhetmeestbekendzijnmetditbegrip.Bij

deanderebegrippenblijkendevmbo‐b&kleerlingenhetmeestvandebegrippentehebbengehoord.

Een verklaring hiervoor, eerder al genoemd, is dat deze leerlingen een kunst en cultuur

georiënteerde opleiding volgen, waardoor het aannemelijk is dat zij meer bekend zijn met deze

begrippen.Ookblijktereenverbandtebestaantussendeonafhankelijkevariabeleklasenhetbegrip

vancultureelerfgoed.Bijdebegrippenmonument, cultuurlandschap,erfgoedencultureelerfgoed,

gevende leerlingenuit klas 3 aanmeer bekend te zijnmet de begrippen.Dit beeld zou verklaard

kunnen worden door de aanname dat leerlingen in klas 3 meer kennis dan leerlingen uit klas 2

hebben,waardoorzijmeerbegriphebbenvancultureelerfgoed.Daarnaastblijktereveneensbijveel

begrippen,met uitzondering van archeologie en erfgoed, een verband te bestaan tussende school

vandeleerlingenenhetbegripvancultureelerfgoed.DeleerlingenvanhetWestburgCollegehebben

namelijkhetmeestvandezebegrippengehoord.Eenaannemelijkeverklaringvoordezeresultatenis

datditdevmbo‐b&kleerlingenzijndie,zoalseerdergenoemd,deKunst,CultuurenMediaopleiding

volgen waardoor zij meer bekend zijn met cultureel erfgoed. Tot slot blijkt de etniciteit van de

jongeren bij het begrip erfgoed een verband te hebben met de bekendheid van dit begrip. In de

hypotheseisgestelddatgeziendebelangstellingvoorcultureelerfgoedhetaannemelijkzalzijndat

deautochtonejongerenhetmeestbekendmetcultureelerfgoedzijn,gevolgddoordejongerenmet

een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse en de jongeren met een Turkse/Marokkaanse/overige

etniciteit. Dit blijkt in het onderzoek grotendeels ook het geval te zijn, de jongeren met een

Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit en de autochtone jongeren zijn namelijk het meest

bekendmetditbegrip.

Omtetoetsenofdezebekendheidmetdebegrippenookbetekentdatzijkennishebbenvan

debetekenisvandebegrippenisdaarnaastaandeleerlingendieweleensvandebegrippenhebben

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

87

gehoord, gevraagd een omschrijving of voorbeeld te noemen. Over het algemeen komen deze

omschrijvingenenvoorbeeldenovereenmetdebetekenisvandebegrippen.Hierbijisechterweleen

aantalzakenopmerkelijk.

Het begripmonument is door de jongeren voornamelijk omschreven als iets dat symbool

staatvoorietsendientomietsteherdenken.Zehebbenhetbegripmetnamegeassocieerdmeteen

(stand)beeld en niet zozeer met gebouwen of gebieden. Bij de antwoorden zitten geen foute

omschrijvingen, alle voorbeelden die zijn genoemd kunnen voorbeelden of omschrijvingen van

monumenten zijn. Cultuurlandschap hebben de jongeren met name geassocieerd met

natuurgebeiden. Daarnaast hebben zij het begrip omschreven als een landschap met

cultuur(elementen) en een landschap dat ingericht is door mensen. In tegenstelling tot de

omschrijvingen bij het begripmonument, is dit begrip door enkele leerlingenminder duidelijk en

kloppendomschreven.Hierbijvaltbijvoorbeeldtedenkenaanzon,regenennatuureneenmoskee.

Archeologieis door de leerlingen voornamelijk omschreven als het (onder)zoeken van/naar oude

dingen/hetverledenbegrijpen.Ookdeomschrijvinghetgravennaareenopgravenvandingenuitde

grond is populair. Ook bij dit begrip is er een aantal leerlingen die een fout antwoord hebben

gegeven. In plaats van archeologie hebben zij namelijk de omschrijving van architectuur, het

ontwerpenvangebouwen,gegeven.Erfgoedwordtdoordemeeste jongerengeassocieerdmet iets

dat je erft (van familie) als iemand dood gaat. Slechts enkele leerlingen koppelen dit begrip aan

monumenten, cultuurlandschap en archeologie. Onder deze omschrijvingen is geen voorbeeld

genoemd dat niet als erfgoed gezien kan worden. Bij het laatste begrip, cultureel erfgoed, is

daarentegenwel vaak een koppeling gemaaktmetmonumenten, cultuurlandschap en archeologie.

Ookhierbijzittengeenomschrijvingendienietkloppen.Opvallendbijdezeomschrijvingenisdater

zelfseenvoorbeeldvanimmateriaalcultureelerfgoedisgenoemd,namelijkgewoontes.

Totslotisookhierbijgekekenofereenverbandbestaattussendeonafhankelijkevariabelen

en de omschrijvingen. Hoewel er bij alle begrippen, cultureel erfgoed uitgezonderd, meerdere

variabelenvaninvloedblijkentezijn,ishetopvallenddathetopleidingsniveauhetmeestvaninvloed

isophetbegrip.Bijdebegrippenmonument,cultuurlandschapenerfgoedzijndemeestkloppende

omschrijvingengegevendoordevmbo‐b&kenvwoleerlingen.Eenverklaringvoorditbeeldisreeds

eerdergegevenenheeftmethethogerekennisniveauvandezeleerlingen(ophetgebiedvankunst

en cultuur) te maken. Opvallend bij de omschrijvingen voor archeologie is dat de vmbo‐b&k

leerlingenhieralsenigeneenfoutantwoordhebbengegeven,zijverwarrenhetbegripnamelijkmet

architectuur.

4.3 Conclusieenaanbevelingen

Concluderend kan vanuit deze belangrijkste bevindingen een antwoord gegeven worden op de

hoofdvraag van dit onderzoek; hebben jongeren uit Amsterdam Nieuw‐West waardering voor en

begrip van het cultureel erfgoed in hun eigen omgeving? Uit de resultaten van het onderzoek is

geblekendatdejongerenzekerwaarderingvoorenbegripvanhetcultureelerfgoedinhunomgeving

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

88

hebben. De vraag is nu of deze waardering en dit begrip voldoende is. Kijkend naar het

waardeoordeel van de jongeren en het begrip van de begrippen monument, cultuurlandschap,

archeologie, erfgoed en cultureel erfgoed, ben ik van mening dat de waardering en het begrip

onvoldoende is. Uit de resultaten blijkt dat de jongerenmet namehunwaardeoordeel bepalen op

grondvandefunctievaneengebouwofgebiedennietzozeerkijkennaarhetgebouwofgebiedzelf.

Daarnaast blijkt uit de vragen naar de bekendheid met de begrippen dat het merendeel van de

begrippen onbekend is onder de jongeren. Hoewel het onmogelijk dat jongeren alles weten van

cultureel erfgoed, is het naar mijn mening wel mogelijk om ze met andere ogen naar cultureel

erfgoedtelatenkijken.Ditanderskijkenisvolgensmijhaalbaardoortebeginnenmetdatgeenwat

een gebouw of gebied volgens de jongeren waardevol maakt; de functie. Door met de functie te

beginnenhebjedeaandachtvandejongerentepakken.Vanuitdieaandachtkaninformatiegeboden

wordenwaardoordejongerenmeeroverdeachtergrondvanhetgebouwofgebiedtewetenkomen.

Endoordezeinformatiezullenzehetgebouwofgebiedandersbekijkenenwellichtopeenandere

wijzebeoordelen,wattevensbenadruktisdoorCoeterier.Hijsteltdatdoorhetgevenvaninformatie

meneenobjectmetandereogenkanbekijken.162Vanuitdezegedachtegangishetvoorhendiezich

vanuit educatief perspectief bezighouden met cultureel erfgoed van belang dat de functie van

gebouwenengebiedenalsaandachtstrekkergebruiktkanworden.Doorintespelenopdeinteresses

enbelevingswereldvan jongerenkun jedezedoelgroepbeterbenaderenenbereiken.Vanuitdeze

aandacht kan vervolgens informatie worden gegeven over cultureel erfgoed dat gericht is op de

geschiedenis,architectuurenbetekeniservan,waardoorjongerenmeteenanderebliknaarcultureel

erfgoedkijken.

Eenvoorbeeldvaneeneducatiefprojectwaarbijinwordtgegaanopdebelevingswereldvan

jongeren isSchattenvanAmsterdam. Indezeelfdelige tv‐serieontdekkenmetname ‘nieuwe’ jonge

Amsterdammers een monument in Amsterdam, waarbij zij meer te weten komen over de

geschiedenisenarchitectuurvaneengebouwofgebied.Datdezebenaderingeensuccesis,blijktwel

uithetfeitdatdeseriedeEuropaNostraAward2008heeftgewonnen,ereenlandelijkevariantOnze

Schatten door de NPS is uitgezonden en er onlangs een vervolg op Schatten van Amsterdam is

verschenen.Eenandervoorbeeld,datnietzozeereducatiefvanaardis,maarduidelijklaatziendat

de functie van een gebouw of gebied jongeren aanspreekt, zijn verschillende herbestemmingen in

Amsterdam.Uitderesultatenvanhetonderzoekblijktdatde jongerendeminstewaarderingvoor

industrieel erfgoed hebben. Het Westergasterrein in Amsterdam laat zien dat door middel van

herbestemming het mogelijk is jongeren te interesseren voor dit type erfgoed. Dit principe is

eveneenstoegepastbijreligieuserfgoedinAmsterdam.EenvoorbeeldinStadsdeelBosenLommer,

dat tevens door een leerling in het onderzoek is genoemd, is het internationaal cultuurpodium

Podium Mozaïek, voorheen de gereformeerde Pniëlkerk. Het meest bekende voorbeeld van

herbestemming van religieus erfgoed in Amsterdam is waarschijnlijk Paradiso. Dit voormalige

kerkgebouwvanDeVrijeGemeenteinAmsterdamisnuuitgegroeidtotdezogenoemde‘poptempel

vanNederland’.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

89

Al deze voorbeelden tonen aan dat het bij gebouwen of gebieden met een functie die jongeren

aanspreekt, mogelijk is jongeren te enthousiasmeren voor het cultureel erfgoed en ze er op een

anderemaniernaartelatenkijken.Ditbetekentnatuurlijknietdatjongerenalleenmaarkennisover

cultureelerfgoedopdoenwanneereengebouwofgebiedeenaantrekkelijkefunctieheeft.Erisook

eenbelangrijkerolweggelegdvoorhetonderwijs.Uithettheoretischkaderblijktdatonderwijsover

cultureel erfgoednog steeds niet structureel is opgenomen in het onderwijscurriculum.Vanuit dit

perspectief pleit ik hierbij dan ook voor een structurele implementatie van dit onderwerp in het

onderwijscurriculum.Dithoudtvoordeonderbouwvanhetvoortgezetonderwijs indathetbegrip

duidelijk naar voren dient te komen in het domein Kunst en Cultuur en de daarbij passende

kerndoelen.Debovenbouwdienthetdaarentegenmeertebetrekkenindealgemenedoelstellingvan

CultureleKunstzinnigeVorming.

Bijditallesishettotslotnogeenkeervanbelangtebenadrukkendathetonmogelijkisalle

jongerenenthousiast temakenvoorcultureelerfgoed,maarhet isnaarmijn ideewelmogelijkom

ervoor te zorgendat jongereneenalgemenebasiskennishebbenvanwat cultureel erfgoed is.Met

dezebasiskenniszullenzijhetcultureelerfgoedopeenanderewijzebeoordelenwaardoorzijniet

alleen de gebouwen en gebieden die hen nu aansprekenwillen behouden,maar ook het cultureel

erfgoeddatvanuithistorischperspectiefwaardevolisineenschatkistwillenstoppenendoorgeven

aanvolgendegeneraties.

4.4 Aanbevelingenverderonderzoek

Zoalsindeinleidingvanditonderzoekreedsisaangegeven,heefteraanditonderzoekeenspecifieke

groepAmsterdamsejongerendeelgenomen.Hierdoorrepresenterenderesultatenniethetbeeldvan

degemiddeldeAmsterdamsejongerenofbredergeziendeNederlandsejongeren.Uithetonderzoek

is echter een aantal verschillen naar voren gekomen die een hoog significantieniveau hebben,

waardoorhetaannemelijk isdatdezeverschillenalgemeengeldendzijn.Hieropzijnbovenstaande

aanbevelingengebaseerd.Omerzekervantezijndatdezeverschillenalgemeengeldendzijn,ishet

vanbelangverderonderzoektedoennaardewaarderingvoorenhetbegripvancultureelerfgoed

onderjongeren.Omeenalgemeenbeeldhiervantekrijgenishetvoorvervolgonderzoekvanbelang

eenevenredigespreidingonderde jongeren te creeëren.Tenopzichtevanditonderzoek ishetbij

vervolgonderzoek van belang om bijvoorbeeld een gelijk aantal autochtonen en allochtonen te

ondervragen. Maar dit geldt eveneens voor de persoonskenmerken geslacht, generatie,

opleidingsniveau,schoolenklas.Daarnaastishetvanbelangomeengroterespreidingtehebbenin

het onderzoeksgebied.Hierbij kan gedachtwordenaande vierwindstrekenvanNederland.Het is

daarnaast aan te raden om naast jongeren uit grote steden, jongeren uit minder grote steden of

dorpentebetrekkeninhetonderzoek.Totslotishetgeziendeomvangvaneendergelijkonderzoek

aantebevelenomalsbasiseenvragenlijstaftenemen.Hierbijdienendevoorbeeldenvancultureel

erfgoedalgemeengeldendtezijn.Daarnaastzalhettoevoegenvanfocusgroepeneenextradimensie

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

90

aan een dergelijk onderzoek geven. De resultaten van een dergelijk onderzoek zullen naast de

wetenschappelijkewaardetevensvangrotemaatschappelijkewaardezijn.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

91

Noten

1YvonnevanEekelen,“Hoebreeeediscultureelerfgoed?,”Museumvisienr.4(2003):40.2FransGrijzenhout,Erfgoed.Degeschiedenisvaneenbegrip(Amsterdam:AmsterdamUniversityPress,2007),omslagboek.3FrankHuysmansenJosdeHaan,Hetbereikvanhetverleden.Ontwikkelingenindebelangstellingvoorcultureelerfgoed(DenHaag:SCP,2007),31.4Ibid.,13‐16.5Ibid.,70.6Ibid.,95.7Ibid.,140‐141.8Ibid.,123.9CorneliaAnnaMariavanBoxtel,Geschiedenis,erfgoedendidactiek(Amsterdam:ErfgoedNederland,2009),9.10PaulHolthuis,“Erfgoedonderwijsisnietvangisteren,”In:Erfgoededucatieinonderwijsleersituaties.GeredigeerddoorPaulHolthuis(Utrecht:CultuurnetwerkNederland,2005),22‐23.11FrankvanVree,IndeschaduwvanAuschwitz:herinneringen,beeldengeschiedenis(Groningen:HistorischeUitgeverij,1995).12ElkeEnnen,Heritageinfragments:themeaningofpastsforcitycentreresidents(Groningen:RijksuniversiteitGroningen,1999),76.13HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,224.14Grijzenhout,Erfgoed,1.15W.V.deVries,Ma­stageverslag(Amsterdam:BMA,2008)16BregjeSuurland,“Cultureelerfgoed:sufendufofhelemaalhip?,”BN/DeStem(2november2006).17HildeSchoefsenHildegardevanGenechten,Vandenkennaardoen.Verslagvanhetdenktrajecterfgoededucatie(Brussel:oktober2008.FARO)<http://www.faronet.be/files/pdf/pagina/van_denken_naar_doen_oktober2008.pdf>(geraadpleegdop23oktober2009),7.18BoukeHermavanGorp,Bezienswaarig?Historisch­geografischerfgoedintoeristischebeeldvorming(Delft:Eburon,2003),71.19HarryGanzeboom,Belevingvanmonumentendeel1en2.EenonderzoeknaarbezichtigingenwaarderingvanmonumentenuitgevoerdindestadUtrecht(Utrecht:SociologischInstituut,VakgroepTheorieenMethodologievandeSociologievandeRijksuniversiteitUtrecht,1982‐1983).20J.F.Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten.EenverkennendonderzoekindeMeierijvanDenBosch(Wageningen:DLO‐StaringCentrum,1995),10.21KeithC.Barton,Teachinghistoryforthecommongood(Mahwah,NJ:LawrenceErlbaum,2004),58‐64.22Boxtel,Geschiedenis,erfgoedendidactiek,9.23Holthuis,Erfgoedonderwijsisnietvangisteren,8.24Gorp,Bezienswaardig?,21.25DavidLowenthalTheHeritageCrusadeandtheSpoilsofHistory(Cambridge:CambridgeUniversityPress,1998),XIII.26Ibid.,omslagboek.27TimCopeland,“CitizenshipEducationandHeritage,”InternetArchaeology,issue12(2002)<http://intarch.ac.uk/journal/issue12/1/toc.html>(geraadpleegdop16oktober2009).28VeerledeTroyerenPatrickdeRynck,Erfgoedindeklas:eenhandboekvoorleerkrachten(Antwerpen/Apeldoorn:Garant,2005),12.29Ibid.30BrianJ.Graham,GregoryJohnAshworthenJ.E.Tunbridge,Ageographyofheritage:power,cultureandeconomy(London/NewYork:Arnold/OxfordUniversityPress,2000),55‐56.31TroyerenRynck,Ergoedindeklas,12.32Ibid.33Ibid.34RogerDillemansenAnnickSchramme,WegwijsCultuur(Leuven:Davidsfonds,2005),371.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

92

35TroyerenRynck,Erfgoedindeklas,12.36Grijzenhout,Erfgoed,5.37RoelPots,Cultuur,koningenendemocraten.Overheid&cultuurinNederland(Nijmegen:Sun,2002),119.38Ibid.,119‐120.39Ibid.,121.40Grijzenhout,Erfgoed,7.41F.J.DuparcenW.A.vanEs,EeneeuwstrijdvoorNederlandscultureelerfgoed:terherdenkingvaneeneeuwrijksbeleidtenaanzienvanmusea,oudheidkundigbodemonderzoekenarchieven1875­1975.(‘s‐Gravenhage:Staatsuitgeverij,1975),XV.42Grijzenhout,Erfgoed,6.43Ibid.,1.44Ibid.45Ibid.,2.46Ibid.,3.47ErfgoedNederland,Erfgoedenbetekenis.ErfgoedNederland<http://www.erfgoednederland.nl/over‐erfgoed‐nederland/erfgoed‐en‐betekenis>(geraadpleegdop1november2009).48TroyerenRynck,Erfgoedindeklas,12.49HiskeLand,“Erfgoedonderwijs:klemtussenbestaandepraktijkenonvervuldebeloften?,”In:Erfgoededucatieinonderwijsleersituaties.GeredigeerddoorPaulHolthuis(Utrecht:CultuurnetwerkNederland,2005),42.50AdrianusNuis,PantserofRuggengraag.Uitgangspuntenvoorcultuurbeleid(‘s‐Gravehage:SDU,1995‐1996),4.51Ibid.52Pots,Cultuur,koningenendemocraten,338.53Ibid.,339.54Ibid.,340‐341.55Ibid.,341.56T.NetelenbosenA.Nuis,NotitieCultuurenSchool(DenHaag:SDU,1996),1.57Ibid.,12.58JudithLieftink,Zichtop…beleidsonderzoekCultuurenSchool(Utrecht:2003.CultuurnetwerkNederland)<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/publicaties/pdf/ZichtopBeleidsonderzoek.pdf>(geraadpleegdop10oktober2009),8.59Ibid.,7.60Marie‐ThérèsevandeKamp,Zichtop…kunstvakkenindevernieuwdetweedefase(Utrecht:2007.CultuurnetwerkNederland)<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/Publicaties/pdf/zichtopkunstvakken.pdf>(geraadpleegdop10oktober2009),7.61CultuurnetwerkNederland,MomentopnameCKV.(Utrecht:2000.CultuurnetwerkNederland)<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/publicaties/pdf/MomentopnameCKV.pdf>(geraadpleegdop9oktober2009).62vandeKamp,Zichtop…kunstvakken,7.63Ibid.,8.64Ibid.,9.65MinisterievanOnderwijs,CultuurenWetenschap,Kerndoelenonderbouwvoortgezetonderwijs(DenHaag,1augustus2006.MinisterievanOnderwijs,CultuurenWeteschap)<http://www.minocw.nl/documenten/kerndoelenonderbouwvo[1].pdf>(geraadpleegdop9oktober2009).66AstridRass,ConcretiseringvandekerndoelenKunstenCultuur.KerndoelenvoordeonderbouwVO(Enschede,april2007.StichtingLeerplanontwikkeling)<http://www.slo.nl/downloads/archief/concr_KenC.pdf/>(geraadpleegdop10oktober2009),6.67Holthuis,Erfgoedonderwijsisnietvangisteren,25.68GerritDinsbach,MaartenTamsma,AstridRassenStéfanievanTuinen,Cultureelerfgoed.UitlegoverdeinhoudenbetekenisvanCultureelerfgoedbinnendebeeldendevakken(Enschede,November2008.StichtingLeerplanontwikkeling)<http://www.slo.nl/downloads/2008/Cultureel_20erfgoed__webversie.pdf>(geraadpleegdop13oktober2009),5.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

93

69Holthuis,Erfgoedonderwijsisnietvangisteren,25.70Ibid.,25‐26.71Ibid.,26.72AndriesvandenBroek,JosdeHaanenFrankHuysmans,Cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars.Trendsincultuurparticipatieenmediagebruik(DenHaag:SCP,2009),20.73Ibid.,27.74Ibid.,28.75Ibid.76Ibid.77HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,96.78Ibid.,103.79Ibid.,104.80Ibid.,105‐106.81Ibid.,123.82Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,9‐11.83Ibid.,16.84Ibid.,13.85Ibid.,25.86Ibid.,27‐28.87Ibid.,28.88Ibid.89Ibid.,30‐31.90Ibid.,32.91Ibid.,65.92Ibid.,65‐66.93Ibid.,66.94Ibid.95Ibid.,10.96Ibid.,55‐58.97Ibid.,59‐61.98Ibid.,68.99HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,95.100Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,9‐11.101HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,42‐47.102Ibid.,123.103Ibid.104Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,10.105ARCAM,ProjectplanDe4windstrekenvanAmsterdam.DeelI–DeWestelijkeTuinsteden/NieuwWest(Amsterdam:ARCAM,2008).106Ibid.107Ibid.108VincentvanRossem,JeroenSchiltenJosSmit,JaarboekCuypersgenootschap2001.Deorganischewoonwijkinopenbebouwing;ijkpuntSlotermeer(Rotterdam:Uitgeverij010,2002),23.109KEI–kenniscentrumstedelijkevernieuwing,ProjectAmsterdam.WestelijkeTuinsteden<http://www.kei‐centrum.nl/view.cfm?page_id=1897&item_type=project&item_id=96>(geraadpleegdop18oktober2009).110IvanNio,ArnoldReijndorpenWouterVeldhuis,AtlasWestelijkeTuinstedenAmsterdam.Degeplandeendegeleefdestad(Haarlem:Trancity,2008),15.111KEI,ProjectAmsterdam.112DienstMaatschappelijkeOntwikkeling,KeuzegidsvoortgezetonderwijsAmsterdam2010(Amsterdam:DienstMaatschappelijkeOntwikkeling,2009),51.113Ibid.,59.114Ibid.,95.115VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,130.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

94

116Ibid.,28.117Ibid.,128.118Ibid.,28.119S.G.RijpmaenC.Roques,Diversiteitinvrijetijdsbesteding.RapportagevaneenonderzoeknaardedeelnamevanSurinaamse,TurkseenMarokkaanseRotterdammersvande1een2egeneratieaanonderanderecultuuropenluchtrecreatieensportin1999(Rotterdam:CentrumvoorOnderzoekenStatistiek,1999),3.120HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,96.121VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,128.122HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,103.123Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,10.124VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,128125Ibid.,28126J.J.G.Schmeets,Religieaanhetbeginvande21steeeuw(DenHaag:CentraalBureauvoordeStatistiek,2009),118.127Ibid.128HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,42.129RijpmaenRoques,Diversiteitinvrijetijdsbesteding,2.130VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,128.131Ibid.132Ibid.133Ibid.134Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,66.135Ibid.,26.136Ibid.,27.137Ibid.,10.138Ibid.,28.139Ibid.140Ibid.,65141Ibid.,69.142Ibid.143Ibid.144Ibid.,66.145Ibid.,10.146Ibid.,69.147Ibid.,10.148Schmeets,Regilieaanhetbeginvande21steeeuw,118.149Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,65.150Ibid.,69.151Ibid.,10.152Ibid.,69.153VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,28.154HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,123.155VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,128‐129.156RijksdienstvoorhetCultureelErfgoed,Cultuurlandschap.RijksdienstvoorhetCultureelErfgoed<http://www.cultureelerfgoed.nl/cultuurlandschap>(geraadpleegdop12februari2010).157VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,128.158Ibid.,128.159Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,65‐69.160Ibid.,67‐69.161Ibid.,10162Ibid.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

95

BibliografieBoekenARCAM.ProjectplanDe4windstrekenvanAmsterdam.DeelI–DeWestelijkeTuinsteden/NieuwWest.Amsterdam:ARCAM,2008.Babbie,EarlR.ThePracticeofsocialResearch.Belmont,CA:Wadsworth,2009.Barton,KeithC.Teachinghistoryforthecommongood.Mahwah,NJ:LawrenceErlbaum,2004.Boxtel,CorneliaAnnaMariavan.Geschiedenis,erfgoedendidactiek.Amsterdam:ErfgoedNederland,2009.Broek,Andriesvanden,JosdeHaanenFrankHuysmans.Cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars.Trendsincultuurparticipatieenmediagebruik.DenHaag:SCP,2009.Coeterier,J.F.Debelevingvancultuurhistorischeobjecten.EenverkennendonderzoekindeMeierijvanDenBosch.Wageningen:DLO‐StaringCentrum,1995.DienstMaatschappelijkeOntwikkeling.KeuzegidsvoortgezetonderwijsAmsterdam2010.Amsterdam:DienstMaatschappelijkeOntwikkeling,2009.Dillemans,Roger,enAnnickSchramme.WegwijsCultuur.Leuven:Davidsfonds,2005.Duparc,F.J.,enW.A.vanEs.EeneeuwstrijdvoorNederlandscultureelerfgoed:terherdenkingvaneeneeuwrijksbeleidtenaanzienvanmusea,oudheidkundigbodemonderzoekenarchieven1875­1975.‘s‐Gravenhage:Staatsuitgeverij,1975.Eekelen,Yvonnevan.“Hoebreeeediscultureelerfgoed?”.Museumvisie,nr.4(2003):40‐43.Ennen,Elke.Heritageinfragments:themeaningofpastsforcitycentreresidents.Groningen:RijksuniversiteitGroningen,1999.Ganzeboom,Harry.Belevingvanmonumentendeel1.EenonderzoeknaarbezichtigingenwaarderingvanmonumentenuitgevoerdindestadUtrecht.Utrecht:SociologischInstituut,VakgroepTheorieenMethodologievandeSociologievandeRijksuniversiteitUtrecht,1982.Ganzeboom,Harry.Belevingvanmonumentendeel2.EenonderzoeknaarbezichtigingenwaarderingvanmonumentenuitgevoerdindestadUtrecht.Utrecht:SociologischInstituut,VakgroepTheorieenMethodologievandeSociologievandeRijksuniversiteitUtrecht,1983.Gorp,BoukeHermavan.Bezienswaarig?Historisch­geografischerfgoedintoeristischebeeldvorming.Delft:Eburon,2003.Graham,BrianJ.,GregoryJohnAshworthenJ.E.Tunbridge.Ageographyofheritage:power,cultureandeconomy.London/NewYork:Arnold/OxfordUniversityPress,2000.Grijzenhout,Frans.Erfgoed.Degeschiedenisvaneenbegrip.Amsterdam:AmsterdamUniversityPress,2007.Holthuis,Paul.“Erfgoedonderwijsisnietvangisteren”In:Erfgoededucatieinonderwijsleersituaties.GeredigeerddoorPaulHolthuis,6‐26.Utrecht:CultuurnetwerkNederland,2005.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

96

Huysmans,Frank,enJosdeHaan.Hetbereikvanhetverleden.Ontwikkelingenindebelangstellingvoorcultureelerfgoed.DenHaag:SCP,2007.Land,Hiske.“Erfgoedonderwijs:klemtussenbestaandepraktijkenonvervuldebeloften?”In:Erfgoededucatieinonderwijsleersituaties.GeredigeerddoorPaulHolthuis,42‐47.Utrecht:CultuurnetwerkNederland,2005.Lowenthal,David.TheHeritageCrusadeandtheSpoilsofHistory.Cambridge:CambridgeUniversityPress,1998.Netelenbos,T.,enA.Nuis.NotitieCultuurenSchool.DenHaag:SDU,1996.Nio,Ivan,ArnoldReijndorpenWouterVeldhuis.AtlasWestelijkeTuinstedenAmsterdam.Degeplandeendegeleefdestad.Haarlem:Trancity,2008.Nuis,Adrianus.PantserofRuggengraag.Uitgangspuntenvoorcultuurbeleid.‘s‐Gravehage:SDU,1995‐1996.Pots,Roel.Cultuur,koningenendemocraten.Overheid&cultuurinNederland.Nijmegen:Sun,2002.Rijpma,S.G.,enC.Roques.Diversiteitinvrijetijdsbesteding.RapportagevaneenonderzoeknaardedeelnamevanSurinaamse,TurkseenMarokkaanseRotterdammersvande1een2egeneratieaanonderanderecultuuropenluchtrecreatieensportin1999.Rotterdam:CentrumvoorOnderzoekenStatistiek,1999.Rossem,Vincentvan,JeroenSchiltenJosSmit.JaarboekCuypersgenootschap2001.Deorganischewoonwijkinopenbebouwing;ijkpuntSlotermeer.Rotterdam:Uitgeverij010,2002.Schmeets,J.J.G.Religieaanhetbeginvande21steeeuw.DenHaag:CentraalBureauvoordeStatistiek,2009.Stokroos,MeindertL.,enAnnetPasveer.Alleswatjealtijdalwildewetenovermonumentenenbouwstijlen.Amsterdam:Stichtingopenmonumentendag,2006.Bussum:Thoth,2006.

Suurland,Bregje.“Cultureelerfgoed:sufendufofhelemaalhip?”BN/DeStem,2november2006.Troyer,Veerlede,enPatrickdeRynck.Erfgoedindeklas:eenhandboekvoorleerkrachten.Antwerpen/Apeldoorn:Garant,2005.Vocht,Alphonsde.BasishandboekSPSS16:statistiekmetSPSS16.Utrecht:BijleveldPress,2008.Vree,Frankvan.IndeschaduwvanAuschwitz:herinneringen,beeldengeschiedenis.Groningen:HistorischeUitgeverij,1995.Vries,W.V.de.Ma­stageverslag.Amsterdam:BMA,2008.

_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?

97

ElektronischeboekenenartikelenCopeland,Tim.“CitizenshipEducationandHeritage.”InternetArchaeology,issue12(2002).<http://intarch.ac.uk/journal/issue12/1/toc.html>(geraadpleegdop16oktober2009).CultuurnetwerkNederland.MomentopnameCKV.Utrecht,2000.CultuurnetwerkNederland.<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/publicaties/pdf/MomentopnameCKV.pdf>(geraadpleegdop9oktober2009).Dinsbach,Gerrit,MaartenTamsma,AstridRassenStéfanievanTuinen.Cultureelerfgoed.UitlegoverdeinhoudenbetekenisvanCultureelerfgoedbinnendebeeldendevakken.Enschede,November2008.StichtingLeerplanontwikkeling.<http://www.slo.nl/downloads/2008/Cultureel_20erfgoed__webversie.pdf>(geraadpleegdop13oktober2009).Eesteren,Cornelisvan.AlgemeenUitbreidingsplanvanAmsterdam,1935.NVKWerkgroepvoordeGeschiedenisvandeKartografie.<http://www.kartografie.nl/geschiedenis/figuren/UitbreidingsplanAmsterdam_251003.jpg>(geraadpleegdop9oktober2009).ErfgoedNederland.Erfgoedenbetekenis.ErfgoedNederland.<http://www.erfgoednederland.nl/over‐erfgoed‐nederland/erfgoed‐en‐betekenis>(geraadpleegdop1november2009).Kamp,Marie‐Thérèsevande.Zichtop…kunstvakkenindevernieuwdetweedefase.Utrecht,2007.CultuurnetwerkNederland.<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/Publicaties/pdf/zichtopkunstvakken.pdf>(geraadpleegdop10oktober2009).KEI–kenniscentrumstedelijkevernieuwing.ProjectAmsterdam.WestelijkeTuinsteden.<http://www.kei‐centrum.nl/view.cfm?page_id=1897&item_type=project&item_id=96>(geraadpleegdop18oktober2009).Lieftink,Judith.Zichtop…beleidsonderzoekCultuurenSchool.Utrecht,2003.CultuurnetwerkNederland.<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/publicaties/pdf/ZichtopBeleidsonderzoek.pdf>(geraadpleegdop10oktober2009).MinisterievanOnderwijs,CultuurenWetenschap.Kerndoelenonderbouwvoortgezetonderwijs.DenHaag,1augustus2006.MinisterievanOnderwijs,CultuurenWeteschap.<http://www.minocw.nl/documenten/kerndoelenonderbouwvo[1].pdf>(geraadpleegdop9oktober2009).Rass,Astrid.ConcretiseringvandekerndoelenKunstenCultuur.KerndoelenvoordeonderbouwVO.Enschede,april2007.StichtingLeerplanontwikkeling.<http://www.slo.nl/downloads/archief/concr_KenC.pdf/>(geraadpleegdop10oktober2009).RijksdienstvoorhetCultureelErfgoed.Cultuurlandschap.RijksdienstvoorhetCultureelErfgoed.<http://www.cultureelerfgoed.nl/cultuurlandschap>(geraadpleegdop12februari2010).Schoefs,HildeenHildegardevanGenechten.Vandenkennaardoen.Verslagvanhetdenktrajecterfgoededucatie.Brussel,oktober2008.FARO.<http://www.faronet.be/files/pdf/pagina/van_denken_naar_doen_oktober2008.pdf>(geraadpleegdop23oktober2009).

_______________________________________________________________________________________________________________ Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos?

Bijlage I Vragenlijst

waardevol

waardevol niet waardevol

niet waardevol

1. Eetcafé Oostoever in Geuzenveld-Slotermeer

2. Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Osdorp

Vragenlijst De 4 windstreken van Amsterdam

Omdat je volgend jaar samen met jouw klas mee gaat doen met het project De 4 windstreken van Amsterdam vraag ik je om de volgende vragen te beantwoorden. Belangrijk bij het beantwoorden van de vragen is dat er geen goed of fout antwoord is. Het gaat om jouw mening.

Hieronder staat een aantal afbeeldingen van gebouwen of gebieden in de buurt van jouw school. Geef onder de afbeelding aan of jij het gebouw of gebied waardevol of niet waardevol vindt. Iets is waardevol wanneer het volgens jou bijzonder is en jij het belangrijk vindt dat het gebouw of gebied bewaard blijft.

> ga door op de achterzijde

waardevol niet waardevol

waardevol

waardevol niet waardevol

niet waardevol

3. Woonhuis in Osdorp

4. Dorpsplein in Osdorp gelegen op een terp

5. Boerderij De Melkweg in Osdorp

waardevol niet waardevol

waardevol

waardevol niet waardevol

niet waardevol

6. Café-restaurant De Halve Maen in Osdorp

7. Moskee El Hijra (De Olijftak) in Geuzenveld-Slotermeer

8. Natuurgebied De Vrije Geer in Osdorp

> ga door op de achterzijde

waardevol niet waardevol

waardevol

waardevol niet waardevol

niet waardevol

9. Wees- en armenhuis in Osdorp

10. Bastion in Geuzenveld-Slotermeer

11. Sloterparkbad in Geuzenveld-Slotermeer

waardevol niet waardevol

waardevol

waardevol niet waardevol

niet waardevol

12. Moskee Suleymaniye in Osdorp

13. Laantje in Geuzenveld-Slotermeer

14. Westereindflat in Geuzenveld-Slotermeer

> ga door op de achterzijde

waardevol niet waardevol

waardevol

waardevol niet waardevol

niet waardevol

15. Confectiefabriek in Slotervaart

16. Technisch College Amsterdam in Slotervaart

17. Noorderhof in Geuzenveld-Slotermeer

waardevol niet waardevol

waardevol

waardevol niet waardevol

niet waardevol

18. St. Catharinakerk in Geuzenveld-Slotermeer

19. Sloterkerk in Osdorp

20. Sloterplas met oevers in Slotervaart

> ga door op de achterzijde

waardevol niet waardevol

waardevol

waardevol niet waardevol

niet waardevol

21. Fabriekshallen in Osdorp

22. Kantoorgebouw IBM in Slotervaart

23. Dokterswoning in Osdorp

waardevol niet waardevol

waardevol

waardevol niet waardevol

niet waardevol

24. Molen De 1200 Roe in Geuzenveld-Slotermeer

25. Kantoorgebouw Atradius in Slotervaart

26. Sloterhof in Slotervaart

> ga door op de achterzijde

waardevol niet waardevol

waardevol niet waardevol

27. Fabriekshal De 1800 Roe in Geuzenveld-Slotermeer

28. Flat Parkrand in Geuzenveld-Slotermeer

Je hebt net aangegeven of je het gebouw of gebied waardevol of niet waardevol vindt. Schrijf hieronder jouw top 5 van de meest waardevolle gebouwen en/of gebieden op. Je kunt het gebouw of gebied aangeven door middel van het nummer dat voor de omschrijving bij de afbeelding staat.

1. Afbeelding: ........ 2. Afbeelding: ........ 3. Afbeelding: ........ 4. Afbeelding: ........ 5. Afbeelding: ........

Waarom is het gebouw of gebied dat jij op de eerste plek hebt gezet het meest waardevol voor jou?

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

Vind je een oud gebouw of gebied waardevoller dan een jong gebouw of gebied? Leg uit waarom.

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

Welk gebouw of gebied (dat hierboven nog niet is genoemd) moet volgens jou zeker bewaard blijven voor de toekomst. Leg uit waarom.

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

> ga door op de achterzijde

Hieronder staat een aantal vragen over begrippen

1. Heb je weleens gehoord van het begrip monument? ja nee (ga naar vraag 3)

2. Wat is volgens jou een monument? Kun je een voorbeeld noemen uit de bovenstaande afbeeldingen?

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

3. Heb je weleens gehoord van het begrip cultuurlandschap? ja nee (ga naar vraag 5)

4. Wat is volgens jou een cultuurlandschap? Kun je een voorbeeld noemen uit de bovenstaande afbeeldingen?

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

5. Heb je weleens gehoord van het begrip archeologie? ja nee (ga naar vraag 7)

6. Wat is volgens jou archeologie? Kun je een voorbeeld noemen uit de bovenstaande afbeeldingen?

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................................

7. Heb je weleens gehoord van het begrip erfgoed? ja nee (ga naar vraag 9)

8. Wat is volgens jou erfgoed? Kun je een voorbeeld noemen uit de bovenstaande afbeeldingen?..................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

9. Heb je weleens gehoord van het begrip cultureel erfgoed? ja nee (ga door naar de algemene vragen)

10. Wat is volgens jou cultureel erfgoed? Kun je een voorbeeld noemen uit de bovenstaande afbeeldingen?..................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Dit is het einde van de vragenlijst. Bedankt voor je deelname.

Tot slot nog een aantal algemene vragen

Ik ben een jongen meisje

Ik ben ....... jaar

Ik ben geboren in Nederland het buitenland, namelijk in ..............................

Mijn vader is geboren in Nederland het buitenland, namelijk in ..............................

Mijn moeder is geboren in Nederland het buitenland, namelijk in ..............................

_______________________________________________________________________________________________________________ Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos?

Bijlage II Codeboek

Codeboek Afbeeldingen erfgoed (gebouwen of gebieden) Naam: AE 1 t/m 28 Label: Afbeeldingen erfgoed Waarden: 0 – 1 Waarden-labels: 0 waardevol 1 niet waardevol Top 5 erfgoed

Naam: TE 1 t/m 5 Label: Top 5 waardevol erfgoed Waarden: 1 t/m 28 Waarden-labels: 1 Eetcafé Oostoever in Geuzenveld-Slotermeer 2 Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Osdorp 3 Woonhuis in Osdorp 4 Dorpsplein in Osdorp gelegen op een terp 5 Boerderij De Melkweg in Osdorp 6 Café-restaurant De Halve Maen in Osdorp 7 Moskee El Hjira (De Olijftak) in Geuzenveld-Slotermeer 8 Natuurgebied de Vrije Geer in Osdorp 9 Wees- en armenhuis in Osdorp 10 Bastion in Geuzenveld-Slotermeer 11 Sloterparkbad in Geuzenveld-Slotermeer 12 Moskee Suleymaniye in Osdorp 13 Laantje in Geuzenveld-Slotermeer 14 Westereindflat in Geuzenveld-Slotermeer 15 Confectiefabriek in Slotervaart 16 Technisch College Amsterdam in Slotervaart 17 Noorderhof in Geuzenveld-Slotermeer 18 St. Catharinakerk in Geuzenveld-Slotermeer 19 Sloterkerk in Osdorp 20 Sloterplas met oevers in Slotervaart 21 Fabriekshallen in Osdorp 22 Kantoorgebouw IBM in Slotervaart 23 Dokterswoning in Osdorp 24 Molen De 1200 Roe in Geuzenveld-Slotermeer 25 Kantoorgebouw Atradius in Slotervaart 26 Sloterhof in Slotervaart 27 Fabriekshal De 1800 Roe in Geuzenveld-Slotermeer 28 Flat Parkrand in Geuzenveld-Slotermeer Vragen over waardevol erfgoed Naam: VWT Label: Verklaring oordeel top 5 waardevol erfgoed Waarden: 0 t/m 8 Waarden-labels: 0 geen verklaring 1 het ziet er mooi/goed/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk uit 2 mooie en speciale vorm (architectuur) 3 functie van het gebouw 4 bezoek ik soms/regelmatig/vaak, kom er graag 5 het hoort bij het gebied/cultuur 6 het komt weinig/niet veel voor 7 het is iets van vroeger, het is oud 8 het is groen en natuur, een stille omgeving

Naam: WON Label: oud of nieuw gebouw waardevoller Waarden: 0 t/m 7 Waarden-labels: 0 ja, oud waardevoller 1 ja/nee, hangt van de staat en het uiterlijk van het gebouw af 2 ja/nee, hangt van de functie en inhoud van het gebouw af

3 ja/nee, hangt ervan af of het interessant/betekenis/belangrijk is en herinneringen heeft

4 ja/nee, hangt van de locatie van het gebouw af 5 allebei, soms wel/soms niet, geen verschil 6 nee, nieuw waardevoller 7 geen antwoord Naam: BT Label: Gebouw/gebied bewaren voor de toekomst Waarden: 0 t/m 33 Waarden-labels: 0 Geen antwoord 18 Sloterhof 1 Atradis 19 Sloterparkbad 2 Natuurgebied(en) 20 Boerderij 3 Sloterplas 21 Centrum A’dam 4 Flat Parkrand 22 Scholen 5 IBM 23 Pleinen 6 Paleis op de Dam 24 Bastion 7 Wees- en armenhuis 25 Polder 8 Podium Mozaïek 26 Amsterdamse Bos 9 Spaarnwoude 27 Paleis Soestdijk 10 Molen 28 Calandhal 11 ING-gebouw 29 Oude café’s 12 Oostoever 30 Vondelpark 13 Moskee/kerk 31 Stichting Etmel 14 Sportgebied/gebouw 32 UWV-gebouw 15 Ziekenhuizen 33 Piramides 16 Eigen omgeving/huis 17 Supermarkt/winkelcentra

Vragen over begrippen

Naam: VB 1 t/m 5 (vraag 1, 3, 5, 7, 9 in vragenlijst) Label: Bekendheid met het begrip monument, cultuurlandschap, archeologie erfgoed en cultureel erfgoed Waarden: 0 – 1 Waarden-labels: 0 ja 1 nee Naam: DM Label: Definitie monument Waarden: 0 t/m 6 Waarden-labels: 0 geen antwoord

1 iets dat symbool staat voor iets/iets voorstel/om te herdenken 2 (stand)beeld dat bij een bepaald land hoort 3 iets ouds dat waardevol is/een betekenis heeft 4 iets heiligs/kerken en moskeën 5 molen 6 overige antwoorden

Naam: DC Label: Definitie cultuurlandschap Waarden: 0 t/m 12 Waarden-labels: 0 geen antwoord

1 landschap met cultuur(elementen), beïnvloedt door cultuur 2 landschap ingericht door mensen/menselijke elementen 3 landschap waar culturen wonen/welkom zijn/ naar voren worden

gebracht 4 zon, regen, en natuur 5 natuurgebied 6 molen 7 Sloterplas 8 Bastion 9 moskee 10 boerderij 11 breed verleden 12 landschap waar gewassen worden verbouwd

Naam: DA Label: Definitie archeologie Waarden: 0 t/m 4 Waarden-labels: 0 geen antwoord

1 (onder)zoeken van/naar oude dingen/het verleden begrijpen 2 het graven en opgraven van dingen uit de grond 3 ontwerpen van gebouwen 4 overige antwoorden

Naam: DE Label: Definitie erfgoed Waarden: 0 t/m 6 Waarden-labels: 0 geen antwoord

1 iets dat je erft (van familie) als iemand dood gaat 2 iets dat het waard is om te bewaren/behouden 3 woonhuis in Osdorp 4 boerderij 5 dokterswoning 6 overige antwoorden

Naam: DCE Label: Definitie cultureel erfgoed Waarden: 0 t/m 5 Waarden-labels: 0 geen antwoord

1 erfgoed van een cultuur/dat bij een cultuur hoort 2 dingen van vroeger uit een cultuur (gebouwen) 3 gewoontes en geloof (kerk en moskee) 4 iets met een emotionele waarde 5 overige antwoorden

Algemene vragen Naam: G Label: Geslacht jongen/meisje Waarden: 0 -1 Waarden-labels: 0 jongen 1 meisje

Naam: L Label: Leeftijd Waarden: 13 t/m 18 jaar Waarden-labels 13 13 jaar 16 16 jaar 14 14 jaar 17 17 jaar 15 15 jaar 18 18 jaar Naam: GL Label: Geboorteland leerling Waarden: 0 t/m 24 Waarden-labels: 0 Nederland 9 België 18 Koerdistan/Irak 1 Marokko 10 Taiwan 19 Afghanistan 2 Turkije 11 Duitsland 20 Brazilië 3 Pakistan 12 Egypte 21 Polen

4 Suriname 13 China 22 Iran 5 Ethiopië 14 Syrië 23 Australië 6 India 15 Aruba 24 Amerika 7 Algerije 16 Kazachstan 8 Filipijnen 17 Rusland

Naam: GLV Label: Geboorteland vader Waarden: 0 t/m 24 Waarden-labels: 0 Nederland 9 België 18 Koerdistan/Irak 1 Marokko 10 Taiwan 19 Afghanistan 2 Turkije 11 Duitsland 20 Brazilië 3 Pakistan 12 Egypte 21 Polen

4 Suriname 13 China 22 Iran 5 Ethiopië 14 Syrië 23 Australië 6 India 15 Aruba 24 Amerika 7 Algerije 16 Kazachstan 8 Filipijnen 17 Rusland

Naam: GLM

Label: Geboorteland moeder Waarden: 0 t/m 24 Waarden-labels: 0 Nederland 9 België 18 Koerdistan/Irak 1 Marokko 10 Taiwan 19 Afghanistan 2 Turkije 11 Duitsland 20 Brazilië 3 Pakistan 12 Egypte 21 Polen

4 Suriname 13 China 22 Iran 5 Ethiopië 14 Syrië 23 Australië 6 India 15 Aruba 24 Amerika 7 Algerije 16 Kazachstan 8 Filipijnen 17 Rusland

Naam: E Label: Etniciteit

(geboorteland vader bepalend bij 2 verschillende geboortelanden ouders) Waarden: 0 t/m 4 Waarden-labels: 0 autochtoon 1 Marokkaans 2 Turks 3 Surinaams/Antilliaans/Arubaans 4 overige etniciteit Naam: GEN Label: Autochtoon en generatie allochtoon Waarden: 0 t/m 2 Waarden-labels: 0 autochtoon 1 1e generatie allochtoon 2 2e generatie allochtoon Naam: O Label: Opleidingsniveau Waarden: 0 t/m 2 Waarden-labels: 0 vmbo basis en kader kcm 1 vmbo-t

2 havo 3 vwo

Naam: S Label: School Waarden: 0 t/m 2 Waarden-labels: 0 Hervormd Lyceum West 1 Comenius Lyceum 2 Westburg College Naam: K Label: Klas Waarden: 0 – 1 Waarden-labels: 0 klas 2 1 klas 3