Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos
-
Upload
independent -
Category
Documents
-
view
0 -
download
0
Transcript of Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos
Cultureelerfgoed:
waardevolofwaardeloos?
EenempirischonderzoekonderjongerenuitAmsterdamNieuw‐Westnaardewaarderingvoorenhetbegripvancultureelerfgoedinhunomgeving.
W.V.deVries
Cultureelerfgoed:
waardevolofwaardeloos?
EenempirischonderzoekonderjongerenuitAmsterdamNieuw‐Westnaardewaarderingvoorenhetbegripvancultureelerfgoedinhunomgeving.
W.V.deVriess1412795
Scriptiebegeleiders:dr.P.Holthuisendr.B.P.vanHeusden
Master‐scriptieKunsten,CultuurenMedia
RijksuniversiteitGroningenAfstudeerrichtingKunsteducatie
Amsterdam1maart2010
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
Samenvatting
Cultureelerfgoedispopulair.Ditblijktnietalleenuithetgemakwaarmeeditbegripwordtgebruikt,
uit de talloze initiatieven vanuit (particuliere) erfgoedorganisaties en overheidsinstellingen op het
gebied van cultureel erfgoed, maar ook uit de toegenomen belangstelling onder de Nederlandse
bevolking voor cultureel erfgoed. De vraag nu is of er van deze populariteit ook sprake is onder
jongeren.InditempirischonderzoekisgekekenofjongerenuitAmsterdamNieuw‐Westwaardering
voor en begrip van het cultureel erfgoed in hun omgeving hebben. Cultureel erfgoed is hierbij
onderverdeeldinmonumenten,cultuurlandschapenarcheologie.Aanditonderzoekhebbenintotaal
175 jongeren deelgenomen van autochtone, Marokkaanse, Turkse, Surinaamse/Antilliaanse/
Arubaanseenoverigeafkomst.Dejongerenzatentijdensdeafnamevanhetonderzoekinklas2of3
vanhetvmbo‐b&k,vmbo‐t,havoenvwovandescholenComeniusLyceum,HervormdLyceumWest
en Westburg College. Onder de jongeren is getoetst of de variabelen geslacht, etniciteit,
opleidingsniveau, school en klas invloed hebben op de waardering en het begrip van cultureel
erfgoed. In een vragenlijst is, door middel van 28 afbeeldingen, aan de jongeren gevraagd welk
cultureel erfgoed volgens hen het meest waardevol is. Het religieus erfgoedmet een islamitische
functie en voorbeelden van cultureel erfgoed met een groene uitstraling en recreatief karakter
blijken hetmeest populair te zijn. Het begrip van cultureel erfgoed is getoetst door na te gaan of
jongeren bekend zijn met de begrippen monument, cultuurlandschap, archeologie, erfgoed en
cultureel erfgoed. De begrippen monument en archeologie blijken bij meer dan de helft van de
jongerenbekendtezijn.Hetbegripcultureelerfgoedishetminstbekendonderdejongeren.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
Dankwoord
Hoewel het afronden van je studie voornamelijk iets is dat je alleen moet doen, is er een aantal
mensendie ik speciaalwilbedanken.Zonderhunhulpwashetmijniet geluktomdeze scriptie te
voltooien.
BinnendeRijksuniversiteit Groningenwil ik graagmijn begeleiders dr. P.Holthuis endr. B.P. van
Heusden bedanken voor hun kritische blik en inspirerende woorden. Irma Enklaar van
Architectuurcentrum Amsterdam en Inez Weyermans en Paul Nieuwenhuizen van Bureau
Monumenten&Archeologiedankikvoordemogelijkheidomditonderzoekaantekunnensluitenop
heteducatieveprojectDe4windstrekenvanAmsterdam.Daarnaastwil ikMarijkeKraft (Comenius
Lyceum),SylviaHolwerda(HervormdLyceumWest)enJeanetteJansenHendriks(WestburgCollege)
bedanken voor hun gastvrijheid op de scholen. De leerlingen die hebben deelgenomen aan het
onderzoekdankikvoorhuninzet.
Totslotbedankikmijnouders,Dennisenvriendenvoorhunpositievewoordeneneindelozegeduld.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
InhoudsopgaveInleiding 71 Theoretischkaderenhypothesen 12 1.1 Cultureelerfgoed:eenbreedbegrip 12 1.2 HetgebruikvanhetbegripNederlandsecontext 13 1.3 Hetbegriponderverdeeld 15 1.4 ErfgoedonderwijsinNederland 17 1.5 Belangstellingvoorcultureelerfgoedonderjongeren 21 1.6 Waarderingvoorcultureelerfgoed 23 1.7 Hypothesen 27 1.7.1 Monumenten 27 1.7.2 Cultuurlandschap 28 1.7.3 Archeologie 29 1.7.4 Erfgoedencultureelerfgoed 292 Methodeenmaterialen 30 2.1 Heteducatieveproject 30 2.2 Nieuw‐West 30 2.3 Onderzoeksgroep 32 2.4 Design 34 2.5 Instrumentatie 34 2.5.1 Onafhankelijkevariabelen 35 2.5.1.1 Geslacht 35 2.5.1.2 Etniciteit 35 2.5.1.3 Generatie 35 2.5.1.4 Opleidingsniveau 36 2.5.1.5 School 36 2.5.1.6 Klas 36 2.5.2 Afhankelijkevariabelen 36 2.5.2.1 Waardering 36 2.5.2.2 Begrip 39 2.6 Afname 39 2.7 Verwerkinggegevens 403 Resultaten 41 3.1 Waardering 41 3.1.1 Waardeoordeelleerlingenafbeeldingencultureelerfgoed 42 3.1.1.1 Geslacht 42 3.1.1.2 Etniciteit 43 3.1.1.3 Generatie 44 3.1.1.4 Opleidingsniveau 45 3.1.1.5 School 46 3.1.1.6 Klas 47
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
3.1.2 Top5cultureelerfgoed 48 3.1.2.1 Geslacht 49 3.1.2.2 Etniciteit 50 3.1.2.3 Generatie 52 3.1.2.4 Opleidingsniveau 54 3.1.2.5 School 57 3.1.2.6 Klas 58 3.1.3 Verklaringtop5cultureelerfgoed 58 3.1.3.1 Geslacht 61 3.1.3.2 Etniciteit 61 3.1.3.3 Generatie 62 3.1.3.4 Opleidingsniveau 64 3.1.3.5 School 65 3.1.3.6 Klas 65 3.1.4 Waardeoordeelleerlingenoudversusnieuwcultureelerfgoed 66 3.1.5 Bewarenvoordetoekomst 67 3.1.5.1 Geslacht 69 3.2 Begrip 70 3.2.1 Monument 71 3.2.2 Cultuurlandschap 72 3.2.3 Archeologie 73 3.2.4 Erfgoed 73 3.2.5 Cultureelerfgoed 74 3.2.6 Definitiemonument 75 3.2.7 Definitiecultuurlandschap 77 3.2.8 Definitiearcheologie 79 3.2.9 Definitieerfgoed 80 3.2.10 Definitiecultureelerfgoed 824 Conclusieendiscussie 83 4.1 Belangrijkstebevindingenwaarderingvoorcultureelerfgoed 83 4.2 Belangrijkstebevindingenbegripvancultureelerfgoed 86 4.3 Conclusieenaanbevelingen 87 4.4 Aanbevelingenverderonderzoek 89Noten 91Bibliografie 95BijlageI Vragenlijst BijlageII Codeboek
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
7
Inleiding
“Cultureelerfgoedhadooitdenaamstoffige,oudetroeptezijn.Tegenwoordigstaathetbekendalseenflitsende,uitdagende–aldannietinterculturele–schatkamervoorscholieren,diehoognodigmoet
wordenontdektenverkend.”1
Alswebovenstaand citaatmogengeloven is cultureel erfgoeddeafgelopen jarengetransformeerd
van stoffig en oud naar flitsend en uitdagend. Volgens Frans Grijzenhout, hoogleraar Cultureel
Erfgoed, restauratie en conservering aan de Universiteit van Amsterdam, is het begrip cultureel
erfgoed inmiddelsnietmeerwegtedenkenuitonstaalgebruik.Erfgoed isoveral.2Wellicht isdeze
populariteit mede tot stand gekomen door de talloze initiatieven die vanuit (particuliere)
erfgoedorganisatiesen landelijkeoverheidsinstellingenwordengeïnitieerd.Deafgelopen jarenzijn
ernamelijkdiverseprojectenenplannenontwikkeldomcultureelerfgoedmeeronderdeaandacht
tebrengeneneenduidelijkergezichttegeven.Hierbijvaltonderanderetedenkenaandebenoeming
vanCarlavanBoxtelalsbijzonderhoogleraarHistorischeCultuurenEducatiebijhetCentrumvoor
HistorischeCultuur(CHC)aandeErasmusUniversiteitRotterdam,hetverschijnenvandeCanonvan
NederlandendeontwikkelingvanhetNationaalMuseum inArnhem.Ook inhetcultuurbeleidvan
ministervanOnderwijs,CultuurenWetenschap,RonaldPlasterk,komthetbegripcultureelerfgoed
ruim aan bod. De vraag echter nu is of al deze initiatieven hun vruchten hebben afgeworpen. Is
cultureelerfgoedvoorjongerenzowaardevoldatzijhetineenschatkistwillenbewaren?Ofheefthet
voor hen geen waarde, waardoor het verwordt tot iets dat in de toekomst in de prullenbak
verdwijnt?
Aanleidingvanhetonderzoek
Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat cultureel erfgoed populair is. Het vormt een terugkerend
onderwerp op de politieke agenda. Vanuit erfgoedinstellingen wordt veel aandacht besteed aan
erfgoededucatieenookdeburgerzelfblijktmeerinteressetehebbenvooronscultureelerfgoed.In
Het bereik van het verledenwordt door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een overzicht
geboden van de ontwikkelingen in de belangstelling voor cultureel erfgoed. Hierbij zijn de vier
sectoren, die het rijksbeleid op het terrein van cultureel erfgoed onderscheidt, te weten musea,
monumenten,archeologieenarchievenaangehouden.3 Inallesectoren ishetaantalbezoekenover
deafgelopenjarentoegenomenofgelijkgebleven.Mensenindeleeftijdscategorie50‐64jaarblijken
over het algemeen hetmeest frequent een bezoek te brengen aan cultureel erfgoed.4Wat betreft
jongeren(12‐19jaar)ishetaantalbezoekenaankunstmuseain2003toegenomentenopzichtevan
1999.5Hetbezoekaanmonumentendoorjongeren(12‐19jaar)isdaarentegenin2003gedaaldtenopzichtevan1999.6 Inde leeftijdscategorie16‐19 jaar ishetarchiefbezoek indeperiode2003 ten
opzichtevan1999bijnaverviervoudigd.DezeforsestijginghoudtvolgenshetSCPverbandmethet
studiehuis in het voortgezet onderwijs en het studentactiverend onderwijs aan universiteiten.7
Helaas zijn er geen gegevens over het bezoek aan archeologie in de leeftijdscategorie 12‐19 jaar
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
8
beschikbaar,omdatdemetinghierbijvanaf25 jaarbegint.8Devraag isnuhoedezebelangstelling
voorhetverledenteverklarenis?
InhaaroratiesteltCarlavanBoxteldatdegroeiendeaandachtvoorerfgoedtemakenheeft
met “een algemene herleving van de historische belangstelling, maar ook met gevoelens van
onzekerheid en onbehagen als gevolg van globalisering, toenemende diversiteit en snelle
veranderingen.”9 Volgens Paul Holthuis, vakdidacticus geschiedenis aan de Rijksuniversiteit
Groningen, kan erfgoed in een steeds pluriformer wordende samenleving een rol spelen in de
vorming van sociale cohesie en burgerschapsvorming.10 Frank van Vree, hoogleraar journalistieke
cultuuraandeUniversiteitvanAmsterdam,vindterfgoedwaardevolomdathetonsdemogelijkheid
biedt de collectieve herinnering te organiseren en ons daarmee een identiteit kan verschaffen,
waardoordewereldomonsheenmeerzinenbetekeniskrijgt.11ElkeEnnen,associateprofessoren
lectorbijNHTVensenioradviseurerfgoedplanningbijADCHeritage, steltdaterfgoedeenrolkan
spelen inhetwelzijnvanmensen.“Heritage formspartofdaily lifeand influenceswelfaredirectly.
Manydifferentstudiessuggestthathistoricityaspectssuchasheritage,monumentsandremarkable
buildings are highly valued social well being indicators.”12 Hoewel deze verklaringen voor een
toegenomen belangstelling veelvuldigworden aangehaald, blijkt er in het geval van jongeren toch
een‘maar’tezijn.Uitonderzoekisnamelijkgeblekendathetvormenofbevestigenvanidentiteiteen
proces is dat zich in latere levensfasen sterker voordoetdan in eerdere.13 Zijn jongeren al bewust
bezig met het vormen van een identiteit en doen zij dit dan aan de hand van het omringende
cultureleerfgoed?
Uit het voorgaande blijkt dat er de afgelopen jarenmeer belangstelling is gekomen voor cultureel
erfgoed. Hetwoord verschijnt keer op keer, in geleerde publicaties, tijdschriften en kranten. Het
wordtmettoenemendgemakindemondgenomendoorpolitici,ambtenaren,museumdirecteuren,
archeologenenjournalisten.14Ondanksdezebelangstellingendepopulariteitvanhetbegrip,vraag
ikmijafofdezepopulariteitookonderjongerenleeft,watvoorbeeldzijhebbenbijditbegripenof
zijerfgoedwaardevolvinden.
OmhierininzichttekrijgenhebiktijdensmijnstagebijBureauMonumentenenArcheologie
(BMA)vandeGemeenteAmsterdameenexploratiefempirischonderzoekgedaannaarhetbeelddat
Amsterdamse jongeren bij het begrip cultureel erfgoed hebben. Aan dit onderzoek hebben drie
klassendeelgenomen(63leerlingen),tewetenhavo4,vwo4envwo5.Vandedeelnemendescholen
zijn er twee inOud‐Zuid gevestigd en één in deBijlmer. In het onderzoekwerd aan de leerlingen
doormiddel van een vragenlijst gevraagdwelke zaken volgens hen cultureel erfgoed zijn. Hierbij
werdonderscheidgemaakttussenarcheologischevondsten,documenteninarchieven,monumenten,
objecteninmuseaenlandschap.Uithetonderzoekblijktdatdejongerendocumentenuitarchieven
enmetnamelandschapnietzienalscultureelerfgoed.Daarnaastwerddejongerendoormiddelvan
stellingen gevraagd of zij cultureel erfgoed leuk, waardevol en leerzaam vinden en of zij het
daarnaastbelangrijkvindendatcultureelerfgoedbehoudenmoetblijven.Resultatenlietenziendat
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
9
hetmerendeel van de leerlingen het eens ismet de stellingen. Opvallend hierbij is dat demeisjes
positieverzijninhunwaardeoordeeldandejongens.15
Hoewel dit onderzoek gedeeltelijk een antwoord geeft op mijn vraag, zijn er door dit
onderzoek ook vele vragen bijgekomen en besef ikmij ten zeerste dat het begrip onder jongeren
minderpopulair isdanhierbovenwordtgesuggereerd.Vandaardat ikmetdebevindingenuitmijn
stage inmijn achterhoofd nogmaals onderzoekwilde gaan doen naar het begrip dat jongeren van
cultureelerfgoedhebbenendaarnaastinhoeverrezijditwaarderen.Hetonderzoekkonaansluiten
bij een educatief project inAmsterdamNieuw‐West vanBMAenArchitectuurcentrumAmsterdam
(ARCAM).Meerinformatiehierovervindtuindemethodeenmaterialen.
Onderzoeksvraag
Hoofdvraag
HebbenjongerenuitAmsterdamNieuw‐Westwaarderingvoorenbegripvanhetcultureelerfgoedin
huneigenomgeving?
Deelvragen
‐Watwordterverstaanonderhetbegripcultureelerfgoedenwelkgebruikkenthetbegrip?
‐VindenAmsterdamsejongerenuitNieuw‐Westhetcultureelerfgoedinhuneigenleefomgeving
waardevol?
‐Hebbendevariabelengeslacht,etniciteit,generatie,opleidingsniveau,schoolenklasinvloedophet
waardeoordeelovercultureelerfgoedonderdeAmsterdamsejongerenuitNieuw‐West?
‐ZijnAmsterdamsejongerenuitNieuw‐Westbekendmethetbegripcultureelerfgoedende
verschillendetypendiehierondervallen?
‐Hebbendevariabelengeslacht,etniciteit,generatie,opleidingsniveau,schoolenklasinvloedophet
begripvancultureelerfgoedonderdeAmsterdamsejongerenuitNieuw‐West?
Doelstellingenrelevantie
Cultureelerfgoedisvanuitverschillendedisciplineseenbelangrijkenterugkerendonderwerpopde
agenda.Hoewel hiervoor bleek dat cultureel erfgoed de afgelopen jaren een gedaanteverwisseling
heeftondergaan,blijktuitdemediadatvoorjongerenerfgoednogsteedseen‘muf,dufensuf’imago
heeft.16SchoefsenVanGenechtenmerkenopdathetbegriphelaasnogsteedsnietdeallureheeftvan
een exotischwenkend strandmetpalmbomenenwatmen zich zoalmeerdaarbij kanvoorstellen.
Het draagt volgens hen eerder het patina van vervlogen dagen, van iets dat zijn beste tijd nuwel
gehadheeft.17Kortom,hetwerkelijkeimagovancultureelerfgoedisnogsteedsnietduidelijk.
Het doel van voorliggend onderzoek is om inzicht te krijgen in de waardering die
AmsterdamsejongerenuitNieuw‐Westvoorcultureelerfgoedhebbenendaarnaasthetbegripdatzij
hiervanhebben.OmdatderesultatenvanditonderzoekeenspecifiekegroepAmsterdamsejongeren
representeert,dientditonderzoekgezienwordenalseenpilotonderzoek.Ditonderzoekkandienen
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
10
als uitgangspunt voor vervolgonderzoek waardoor meer inzicht in de waardering voor een het
begrip van cultureel erfgoed onderNederlandse jongeren in het algemeen verkregen kanworden.
Daarnaast hoop ikmet het inzicht een aantal aanbevelingen te doen voor hen die zich vanuit een
educatiefperspectiefbezighoudenmetcultureelerfgoed.Eenbeterinzichtindezewaarderingenhet
begripiszowelwetenschappelijkalsmaatschappelijkgezienrelevant.
Wetenschappelijkerelevantie
DebovenstaandegegevensvanhetSCPoverdebelangstellingvoorerfgoedzeggenweinigoverde
waarderingvoorenhetbegripvancultureelerfgoed.InNederlandisweinigonderzoekgedaanopdit
terrein.Hetonderzoekdatzichbezighoudtmetdewaarderingvanerfgoed,richtzichmetnameop
debelevingvanmonumenten.Hierbijkijktmennaardesocialebetekenisvanerfgoedenderoldie
erfgoedinhetwelbevindenvandemenskanspelen.18Ganzeboomheeftonderzoekgedaannaarde
waarderingvanmonumentalestraatbeeldeninUtrecht.Hierbijwerdeninwonersvandestadaande
handvan foto’s ondervraagdoverhunkennis van enwaardering voor een reeksmonumentale en
niet‐monumentale straatbeelden. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de waardering van
straatbeeldeninrelatiestondtotdegeschatteleeftijd.Voorveelmensenbleekouddusmooitezijn.19
Ditresultaatwordttegengesproken ineenonderzoekvanCoeterierdat ingaatopdebeeldvorming
vanhistorisch‐geografischerfgoed. Indezestudienaardebelevingvancultuurhistorischeobjecten
werden leken (mensenzondergrotekennisvanerfgoed) inDenBoschenomgevinggeïnterviewd.
Cultuurhistorische objecten werden in dit onderzoek onderverdeeld in bouwkundige en
archeologische monumenten en oude landschappen. Uit de resultaten bleek dat ouderdom geen
kwaliteitvoorlekenis.Eengebouwvan50jaaroudkanvoorhenookalcultuurhistorischwaardevol
zijn.Deouderdomvancultuurhistorischeobjectenspeeltdusweinig totgeen rol indebeleving. 20
Omdat deze bevindingen elkaar tegenspreken en er bij deze onderzoeken alleen volwassenen
werdenondervraagd,ishetvanuitwetenschappelijkperspectiefbelangrijkomeenduidelijkerbeeld
tekrijgenvandewaarderingvoorcultureelerfgoedonderjongeren.
Maatschappelijkerelevantie
Uithetvoorgaandeisgeblekendatcultureelerfgoedeenbelangrijkonderdeelvanhetdebatoverde
Nederlandseidentiteitvormt.VanuitDenHaagwordtdoorpoliticigepleitvoormeeronderwijsindit
onderwerp, omdat het een belangrijke bijdrage kan leveren aan burgerschapsvorming. Gedeelde
kennisvanonsverledenisvolgensBartonbelangrijkineendemocratischland,wantmensenmoeten
zichmet dat land verbonden voelen om zich voor het ‘algemeen belang’ te willen inzetten.21 Van
BoxtelsteltinhaaroratierededatineendemocratischlandalsNederlanderdiscussiehoorttezijn
over de vraag welke herinneringen en welk erfgoed demoeite waard zijn om door te geven aan
nieuwegeneraties.22Omdatdejeugddetoekomstheeft,denkikdathetvanuiteenmaatschappelijk
perspectief belangrijk is om jongeren in deze discussie te betrekken. Met andere woorden; er is
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
11
onderzoeknodignaardewaarderingdiejongerenhebbenvoorenhetbegripvancultureelerfgoed
omtekunnenbouwenaanidentiteitenburgerschapsvorming.
Leeswijzer
Om een antwoord op de hoofdvraag en deelvragen te kunnen formuleren zal in hoofdstuk 1 een
theoretisch kader gegeven worden. Hierbij zal ingegaan worden op de inhoud van het begrip
cultureelerfgoed,hetontstaanvanditbegripenhetgebruikervan.Aandehandvandezeinformatie
zaleendefinitiewordengeformuleerddie inhetonderzoekgehanteerdzalworden.Vervolgenszal
eenoverzichtgegevenwordenvanhetontstaanvanerfgoedonderwijsinNederlandendevormdie
dit vandaag de dag in het voortgezet onderwijs heeft. Ook zal er gekeken worden naar de
belangstelling voor cultureel erfgoed onder de Nederlandse bevolking. Tot slot zal het onderzoek
naardebeleving van cultuurhistorische objecten vanCoeterierwordenbehandeld.Dit theoretisch
kaderzaluiteindelijkleidentotenkelehypothesen.
Aansluitend zal aandacht besteed worden aan de gevolgdemethode en de onderbouwing
hiervan.Hierbijzaleenbeschrijvingwordengegevenvanheteducatieveprojectwaarditonderzoek
op aangesloten konworden, de onderzoeksgroep, het onderzoeksdesign ende instrumentatie. Tot
slotwordendeafnameenverwerkingvandegegevensbesproken.
In het hoofdstuk 3 zullen de verzamelde data geanalyseerd worden. Hiertoe zullen de
afhankelijkevariabelenwaarderingenbegripnaastdeonafhankelijkevariabelengeslacht,etniciteit,
generatie,opleidingsniveau,schoolenklaswordengelegd.
Tenslottezullen inhet laatstehoofdstukdebelangrijkstebevindingenopeenrijtjeworden
gezet,waaruitvervolgenseenconclusieenaanbevelingenvoortkomen.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
12
1 Theoretischkaderenhypothesen
“Erfgoedkentgeenafgebakendeinhoud.”23
“Cultureelerfgoediseenverzamelbegrip.”24
Hoewel het uit bovenstaande citaten onmogelijk lijkt om het begrip cultureel erfgoed concreet te
omschrijven, zal in dit hoofdstuk toch een poging worden gedaan een duidelijker beeld van het
begriptekrijgen.Hetontbrekenvaneenduidelijkbegrippenkader leidtnamelijktotverwarringen
daarnaastishetonmogelijkomzonderdefinitiehetbegripmeetbaartemaken.
1.1 Cultureelerfgoed:eenbreedbegrip
Erfgoedisdelaatstedecenniasteedspopulairderenomvangrijkergeworden.Indewestersewereld
verzamelenwevolgensDavidLowenthal,EmeritusProfessorofGeographyandHonoraryResearch
FellowaandeUniversityCollegeLondenenVisitingProfessorofHeritageStudiesaandeStMary’s
UniversityCollege,steedsmeererfgoedomonsheen.Steedsmeerobjectenkrijgenhetlabelcultureel
erfgoedopgeplakt.
“Allatonceheritageiseverywhere(…),Itisthechieffocusofpatriotismandaprimelureoftourism.Onecanbarelymovewithoutbumpingintoaheritagesite.Everylegacyischerished(…)thewhole
worldisbusylauding–orlamenting–somepast,beitfactorfiction.”25
“Heritagehasburgeonedoverthepastquarterofacenturyfromasmallélitepreoccupationintoamajorpopularcrusade.EverythingfromDisneylandtottheHolocaustMuseum,fromtheBalkanwarstottheNorthernIrishTroubles,fromElvismemorabiliatottheElginMarblesbearsthemarksofthecult
ofheritage.”26
Dat steeds meer zaken als cultureel erfgoed worden gezien beaamt ook Tim Copeland. “Today,
‘heritage’appearstoencompassamuchbroaderviewofevidencefromthepastwiththeinclusionof
activities,peopleandsiteswithnomaterialremainsbutsignificantliterature,legendandmyth.(…)
Thisindicatestheadditionofmore‘intangible’dimensionswithanemphasisonintellectualassets”.27
Hetbeperktzichdusnietenkeltotmateriëleobjecten,maarookimmateriëlezakenvallenonderhet
begrip. “Het gaat zowel om ‘hoge’ als om ‘lage’ cultuur, zowel om Michelangelo, Rubens en Le
Corbusieralsombaardmanskruiken,bakovensentrouwboekjes.Hetgaatookzowelomtastbareals
omniet‐tastbaredingen:manuscripten,oudefoto’senstandbeelden,maarookliedjesenverhalen.”28
Erfgoed is zeker geen statisch begrip, de inhoud van het begrip is voortdurend aan
veranderingonderhevig.InErfgoedindeklas.EenhandleidingvoorleerkrachtenvanHEREDUC,een
project gesubsidieerd vanuit de Europese Unie met als doel een overkoepelend project over
erfgoededucatieineenEuropesecontext,steltmendaterfgoedeenafspiegelingvanactiviteitenvan
hetverleden isdie in interactiestaanmetdedynamischecontextvanhetheden.Cultureelerfgoed
kan vanwege dit feit nooit een afgerond begrip zijn.29 Eigenlijk is het begrip dus nooit duidelijk
afgebakendgeweest.Alsindshetontstaanervan,zo’ntweeeeuwengeledententijdevandeFranse
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
13
Revolutie, ishetbegripcontinuinuitbreiding.HetontstaanvanhetbegripwordtdoorGrahame.a.
geplaatstineenperiodedatinEuropadenationalestatenontstondenengekoppeldaannationalisme
enRomantiek.Binnenditnationalisme,datbedoeldwasomdemensendiebinnendegrenzenvan
eenstaatwarensamengebracht toteen ‘volk’ tesmeden,kreegheterfgoedeenduidelijkeplaats.30
Vooral grote monumenten en de zogenoemde ‘hoge kunst’ speelden een belangrijke rol in de
legitimeringvandenatiestatenbijde creatievandebijbehorendenationale identiteit.Heterfgoed
diendeomhetvolkoptevoedenenburgerstrotstemakenophuneigenland.Ditresulteerdeindie
tijd in een nogal statische beeldvorming, waarbij het grootse en heldhaftige verleden, het
zogenoemde onderscheidend erfgoed, centraal stond. Tot aan de TweedeWereldoorlog werd het
begripineeninternationalecontextvooralgebruiktomonroerenderfgoedaantegeven.Hieronder
vielen oudemonumentendie pasten in de canons vande ‘hoge cultuur’ of vande volkscultuur en
sitesmeteenopmerkelijknatuurschoon.Hetgingmetnameomdatgenewatwijdirectentastbaar
vanonzevoorouderserfden.31
VooralonderimpulsvandeUnitedNationsEducational,ScientificandCulturalOrganization
(UNESCO) kreeg het begrip een steeds ruimere invulling. Deze organisatie kreeg als taak om “bij
gewapendeconflictenerfgoeddatwerdbeschouwd ‘alsvanbelangvoordewereld’, tebeschermen
tegen beschadiging of vernieling”.32 In eerste instantie ging het alleen om het archeologisch en
architectonisch erfgoed, en om museumcollecties. Sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw is het
conceptuitgebreidmethetroerenderfgoed.Vanafdetweedehelftvandejaren’70werddedefinitie
nogverderuitgebreid,ook immaterieelerfgoedwerdvanafdatmoment tothetbegripgerekend.33
HetimmateriëleerfgoedbehelstvolgensDillemansenSchrammehetontastbare:“debeoefening,de
voorstelling, de expressie, de kennis en vakkennis die gemeenschappen, groepen en individuen
belevenenerkennenalsonderdeelvanhuncultureelerfgoed.”34
Vandaagdedagbevindthetbegrip zich in eennieuwspanningsveld.Dit heeft enerzijds te
makenmet de globalisering die zorgt voor een toenemende uniformiteit en standaardisering van
cultuurfenomenen. Anderzijds is er op lokaal niveau, en Nederland is daar een zeer geschikt
voorbeeld van, sprake van diversiteit. Ditmengsel van globaal en lokaal, wat ookwel het glokale
wordtgenoemd,dwingtonser toeomweeropeenvernieuwendewijzemetonscultureelerfgoed
omtegaan.35
Ondanksdevoorgaandeschetsoverdealgemene internationaleontwikkelingvanhetbegrip ishet
tevensinteressantomspecifieknaarhetgebruikvanhetbegripinNederlandtekijken.
1.2 HetgebruikvanhetbegripinNederlandsecontext
Het brede gebruik van het begrippenpaar cultureel erfgoed is in Nederland pas enkele decennia
bekend, namelijk sinds1975 toenF.J.Duparc het in de titel van zijn overzichtswerk genaamdEen
eeuwstrijdvoorNederlandscultureelerfgoedopnam.Hetjaar1875heeftDuparcalsbeginpuntvande
strijd gekozen, omdat Victor Eugène Louis de Stuers in dat jaar tot referendaris van Kunsten en
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
14
WetenschappenbijhetministerievanBinnenlandseZakenwerdaangesteld.36Dezeaanstellinghad
DeStuersgrotendeelstedankenaanzijnartikel ‘Hollandopzijnsmalst’datnovember1873inhet
tijdschriftDeGidsverscheen.Hierinbekritiseerdehijopeenfelletoonengoedgedocumenteerdde
verwaarlozing van het nationale culturele erfgoed. Deze verwaarlozingwas volgens hem ontstaan
doordehoudingvandeoverheiddatkunstniettothettakenpakketvanhenzoubehoren.OmdatDe
Stuersvanmeningwasdatcultuurnietalleenaanparticulierenovergelatenkonworden,wenstehij
dan ook een actievere rol van de overheid wat betreft de bescherming van kunsten en
wetenschappen.37Uiteindelijkheeftdezeoproepzichinmaart1874vertaaldindevormingvanhet
CollegevanRijksadviseursvoormonumentenvanGeschiedenisenKunst.HetnegenkoppigeCollege
bestondonderandereuitCornelisFock (toenmaligburgemeestervanAmsterdamenoud‐minister
vanBinnenlandseZaken),ConradLeemans(destijdsdirecteurvanhetRijksmuseumvanOudheden),
PierreH.J.Cuypers(neogotischarchitectvanonderanderehetRijksmuseumenCentraalStation in
Amsterdam) en De Stuers zelf. De voorzitter van het College kreeg de taak te “waken voor de
belangen der schatkist, welke oudheidkundigen en kunstminnaars ligt geneigd zijn uit het oog te
verliezen”.38 Na het ontstaan bleek al snel dat er zodanig veel werk was dat een reorganisatie
noodzakelijkwas.Ditresulteerde,zoalshierbovengenoemd,in1875indeAfdelingvoorKunstenen
Wetenschappen, waar De Stuers gedurende een periode van 26 jaar op bijzondere wijze het
cultuurbeleidopeenstatelijkeeninstitutionelewijzeintensiveerde.39
HoeweluithetbovenstaandeduidelijknaarvorenkomthoeDuparcaanzijnbeginpuntvan
de strijd is gekomen, is ergeenevidente redenwaaromhijheeft gekozenvoorhetbegrippenpaar.
Waarschijnlijk heeft hij zich laten inspireren door de Engelse benaming (cultural) heritage of de
Fransebenamingpatrimoine(artistique).40Daarentegengeefthetoverzichtswerkweleenuitvoerige
omschrijvingvandatgeenwathijondermaterieelcultureelerfgoedverstaat,namelijk;
“alwathetverleden,ookhetallerjongsteverleden,aanculturelegoederenaanons,hetnageslacht,
heeftovergebracht.Hetbeperktzichvolstrektniettotvoorwerpenvankunstenkunstnijverheid,hoeeenessentieelelementdezeerookvanuitmaken.Evenminbeperkthetzichtothetgeenineigenlandofdoorlandgenotenisgemaakt;juisttegenwoordignudebewoondewereldsteedsmeerééngeheelaanhetwordenis,dientmenondercultureelerfgoedteverstaanwatdemensheidinhaargeheelheeft
voortgebrachtenaanons,mensenvanthans,heeftnagelaten.”41
WanneerwekijkennaardedefinitiedieDuparchierheeftgehanteerd,kangesteldwordendatdeze
zeer modern en vooruitstrevend is voor een op dat moment vrijwel nieuw begrip. Aspecten als
globaliseringenmulticulturaliteit zijnnamelijkalherkenbaar.HoeweldeomschrijvingvanDuparc
vernieuwendwas,werdhijwelalsnelgeaccepteerdengeïntegreerd.42Eenvoorbeeldhiervanisde
Directie Cultureel Erfgoed (voorheen Directie Beleidszaken Cultuurbeheer) binnen het ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Maar ook bij talloze andere instellingen en
organisatiesishetbegripindenaamgeïntegreerd,denkbijvoorbeeldmaaraandeerfgoedhuizenen
deRijksdienstvoorhetCultureelErfgoed(voorheenRijksdienstvoorArcheologie,Cultuurlandschap
enMonumenten).ZoalsdeoudenaamvandeRijksdienstvoorhetCultureelErfgoedalaangafricht
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
15
dezedienstzichoparcheologie,cultuurlandschapenmonumenten.Ditzijnalleenvoorbeeldenvan
materieelerfgoed,maarzoalsuithetvoorgaandealblijktishetbegripruimer.Hieronderzalinzicht
wordengebodenindeverschillendeverschijningsvormendiehetbegripcultureelerfgoedkent.
1.3 Hetbegriponderverdeeld
InErfgoed:DegeschiedenisvaneenbegripsteltFransGrijzenhoutdathetwoorderfgoedvanoudsher
tweehoofdbetekenissenkent,tewetendemateriëleenimmateriëlebetekenis.43Zoalsdenaamvan
deeerstebetekenisaldoetvermoeden,hebbenweinditgevalvaaktemakenmettastbareobjecten
encreaties.Hierbijvalttedenkenaanstatischeentastbarevoorwerpenzoalsobjecteninmusea,de
inventaris van een archief, gebouwde monumenten en bewaard gebleven elementen van een
historisch landschap. Ook minder statische en soms minder grijpbare voorstellingen en creaties
vallen onder deze eerste toepassing. Voorbeelden hiervan zijn literatuur, film, televisie, toneel en
muziek. Vandaag de dag wordt voor al deze voorbeelden met name het begrippenpaar cultureel
erfgoed gebruikt. In deze toepassing van het begrip is daarnaast de oorspronkelijke juridische
betekenisherkenbaar,namelijk“onvervreemdbaregoederendievangeslachtopgeslacht,vaakvan
vaderopzoon,moetenwordendoorgegeven.”44
De immateriële betekenis van het begrip, die overigens ook nu nog regelmatig wordt
gebruikt,heeftbetrekkingopdegeestelijkeerfenisvaneendenkerofkunstenaar,bepaaldetradities
binneneenfamilie,stamofgeloofofhetgeheelvannormen,waardenencultureleprestatiesvaneen
hele cultuur. Deze benadering is ten opzichte van de materiële betekenis veel ruimer en meer
filosofisch van aard. De antieke gedachte wordt volgens Grijzenhout in Rembrandts schilderij
AristotelesmetdebustevanHomerusopeenzeertreffendewijzeverbeeld.45Hetbeeldvandedichter,
datstaatvoordegeestelijkeerfenisvandekunstenaar,heeftnamelijkeenbemiddelenderolomhet
erfgoed over te brengen op het nageslacht en om als inspiratiebron te kunnen dienen. Met dit
voorbeeld is overigensookopeenbondigewijzedeovergangvaneen immateriëlenaar eenmeer
materiële invulling van het begrip weergegeven. Namelijk van drager van geestelijk erfgoed
(bemiddelenderol)naareenmaterieelmuseaalobjectdatopeenanderewijzewordtgewaardeerd.
Dezeovergangvaneenimmateriëlenaareenmateriëletoepassingisoverigensbetrekkelijkrecent.46
Dat er vandaag de dag nog steeds onderscheid wordt gemaakt tussen deze toepassingen
blijktuitdetypologievanHEREDUC.Naastmaterieelenimmaterieelerfgoedmakenzijechterbijde
eerstgenoemde ook nog onderscheid tussen het roerende en onroerende. Schematisch en met
voorbeeldenzietdateralsvolgtuit.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
16
Tabel1.Typologieerfgoed
TASTBAAROFMATERIEEL NIETTASTBAAROFIMMATERIEELVerplaatsbaarof
roerendNietverplaatsbaarof
onroerendVoorbeelden:schilderijen,beelden,juwelen,relikwieën,munten,zegels,meubels,tapijten,boeken,foto’s,films,literatuurmuziekinstrumenten,documenten…
Voorbeelden:historischesites,historischesteden,monumenten,molens,landschappen,kanalen…
Voorbeelden:ambachten,technieken,rituelen,verhalen,gebruiken,recepten,feesten,talen,rites,overtuigingen,liederen,podiumkunsten,sportenenspelen…
Bron: Troyer,VeerledeenPatrickdeRynck.Erfgoedindeklas:eenhandboekvoorleerkrachten. Antwerpen/Apeldoorn:Garant,2005,13.Dezetypologieisookduidelijkterugtezieninenkeledefinitiesvanhetbegripcultureelerfgoed.De
definitiedieErfgoedNederland,hetlandelijkesectorinstituutvoorerfgoed,aanhoudtisdaarvaneen
voorbeeld.
“dedoorverschillendegeneratiesovergedragenmateriële(objecten)enimmateriële(verhalen)cultuuruitingenvaneensamenleving.Erfgoedisdaarmeecultureeldivers.Watvoordeenegroep
erfgoedis,hoeftdatvoordeanderegroepniettezijn.”47
EenandereveelgebruiktedefinitievanhetbegripisafkomstigvanHEREDUC.
“Alleuitingenensporenvanmenselijkehandelingenengedragingendiewijvanonzevoorgangersovergeleverdkregenenwaarwealsindividuofalssamenlevingeenbepaaldewaardeaanhechten.
(Misschienmoetenwezelfsdurvenzeggen:eenonbepaaldewaarde.)”48
Zoalsuitbeidedefinitiesblijktwordtdewaardevancultureelerfgoedbepaalddooreenindividuof
samenleving.Sporenuithetverledenhebbendusgeenwaardeopzichzelf,maarvormeneenklein
onderdeel van een groter geheel. Om zicht op dit geheel te krijgen is het van belang om naar de
contexttekijken. Inditonderzoekdienenwenaardeomgevingvandeschoolof leerlingtekijken.
HiskeLandsteltnamelijkinErfgoedonderwijs:klemtussenbestaandepraktijkenonvervuldebeloften?
daterfgoed“elementenenverschijnselenuithetverledenindedirecteomgevingvandeleerling”49
is.
Wanneerwenaardedirecteomgevingvande leerlingen inditonderzoekkijken,bevinden
weonsinAmsterdamNieuw‐West.Heterfgoeddathieraanwezigisenconcreettoepasbaarisvoor
het onderzoek is het materieel onroerend erfgoed. In het tweede hoofdstuk zal nader worden
ingegaanopdematerialenenmethodendiegehanteerdzijn.Echterzaleerstgekekenwordenofen
hoecultureelerfgoedinhetvoortgezetonderwijsinNederlandisvertegenwoordigd.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
17
1.4 ErfgoedonderwijsinNederland
Met de benoeming van Aad Nuis in augustus 1994 tot staatssecretaris van Cultuur behoorde de
ontwikkeling en implementatie vanhet vak cultuureducatie in het onderwijs voorhet eerst tot de
taken van het nieuwe ministerie van OCW. In zijn Uitgangspunten voor cultuurbeleid, dat als
voorbereiding diende op de cultuurnota Pantser of Ruggengraat, stelt Nuis zichzelf de vraag wat
cultuurvoordemensenmaatschappijkanbetekenen.Zijnantwoordhieropisdat“inhetalgemeen
(…)eengrondigeengevarieerdeculturelevormingmenseninstaat[zal]stellenzichmeereigente
maken [van] wat de wereld te bieden heeft.”50 Vervolgens wijst hij ons erop dat cultuur op
verschillende wijzen in een samenleving kan functioneren. Enerzijds kan het als middel worden
gebruiktomjeteonderscheidenvananderegroepen,watkanleidentot“eenpantsertegeneenals
vijandig ervaren buitenwereld.”51 Anderzijds kan men zijn of haar verkregen culturele bagage
gebruiken om het debat aan te gaanmet andersdenkenden,waarbij er van identiteitsverlies geen
sprake is. Het cultureel bewustzijn leidt in dit geval tot een ruggengraat.52 Om cultuur als een
ruggengraattekunnenlatenfunctionerensteldeNuisdatdeoverheidaandezeontwikkelingmoest
bijdragen.Zijncultuurbeleidmoestvooralbijdragenaanhetbesefvannationaleidentiteitenaande
cohesieensolidariteitineenmulticulturelesamenleving.Omhouvasttebiedenineenmulticulturele
samenleving was het volgens hem van groot belang om de wortels en tradities van het land te
kennen.53 Voor de vorming van het nationale identiteitsbesef stelde hij dan ook voor D’Ancona’s
Deltaplan voor het cultuurbehoud in aangepaste vorm voort te zetten en achterstanden in de
monumentenzorgtebestrijden.OokdiendedewaardevandeNederlandsetaalbenadruktteworden
doorverbeteringvandetaal‐enschrijfvaardigheidenwerdzoalseerdergenoemddeontwikkeling
en implementatie van het vak cultuureducatie voorgesteld.54 Volgens Nuis zouden jongeren door
middelvanditvak‘inhetzadel’geholpenmoetenworden.Zijzoudendaarbijuithet‘overstelpende
aanbod’moet leren ‘kiezenwatnuttig isenwatniet.’55Hetvoorstelwerdgeconcretiseerd in1996
methetuitkomenvandenotitieCultuurenSchool.Uitdeonderstaandebeginwoordenvandenotitie,
die tegelijkertijd verscheenmet de cultuurnota, blijkt dat cultuur en onderwijs onlosmakelijkmet
elkaarverbondenzijnenweerondergebrachtzijnbinnenéénministerie.
“Cultuurenonderwijszijngeengescheidenwerelden.Zijzijnonverbrekelijkmetelkaarverbonden.Zijstimulerenenbeïnvloedenelkaar.”56
Nuis en Netelenbos (staatssecretaris van Onderwijs) wilden met de notitie het draagvlak voor
cultuureducatie in het onderwijs versterken. Cultuureducatie omvat in hunogen “alle vormen van
educatie waarbij kunst, bijvoorbeeld beeldende kunst, audiovisuele kunst, letteren, dans, drama,
muziek en hetmateriële culturele erfgoed als doel of alsmiddel worden ingezet. Cultuureducatie
omvat een actieve en een receptieve component.”57 De notitie was bedoeld voor het primair
onderwijs,voortgezetonderwijsencultureleinstellingenenrichttezichopdrieterreinen.Alseerste
was dit de onderwijsinhoud, waarbij cultuur een facet dient te worden van het hele
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
18
onderwijsprogramma. Scholen werden er bewust van gemaakt dat zij het onderwijsprogramma
kondenverrijkendoorgebruik temakenvandeexpertise enproductenvan culturele instellingen.
Tentweedekwamhetklimaatvandeschoolaanbod.Cultuurkaneenbelangrijkebijdrageleveren
aaneengoedschoolklimaat.Ditschoolklimaatiseenvoorwaardevoordepersoonlijkeontwikkeling
vanleerlingen.Ineengezondschoolklimaatisaandachtvoordecultureleachtergrondvanleerlingen,
huninteressesenleefwereld.Totslotwerderaandachtbesteedaandeoriëntatieopdeomgeving.De
taak van het onderwijs is om leerlingenwegwijs temaken in hun omgeving. Aangezien cultuur in
iedereomgevingvertegenwoordigd is,dientmenraakvlakken tussendecultureleomgevingenhet
onderwijsincurriculaenmethodenaantescherpen.58Naastdeterreinenwerdenerfgoed,vmboen
culturelediversiteitalsprioriteitengeformuleerd.Menhadvoordezeprioriteitengekozenomdater
totdantoeeenrelatieveachterstandinaanbodvoorscholenopdezegebiedenbestond.59
Dit alleswerd in 1998met de invoering van de tweede fase (dezewerd daadwerkelijk in
1999 ingevoerd) vertaald inhet vakCulturele enKunstzinnigeVorming (CKV).Aanvankelijkwerd
één kunstvak geïntroduceerd (CKV 1) in de bovenbouw van het havo en vwo. Naast een nieuwe
structuurvanhetonderwijs,tewetendekeuzeprofielen,brachtdetweedefaseeennieuwedidactiek
met zich mee. Bij deze didactiek, genaamd het studiehuis, moesten leerlingen actiever en
zelfstandigerleren.60DitisookduidelijkterugtezienindealgemenedoelstellingvanCKV1dieals
volgtluidt.
Dekandidaatkaneengemotiveerdekeuzemakenvoorvoorhembetekenisvolleactiviteitenophetgebiedvankunstencultuur,opgrondvan:deervaringmetdeelnameaancultureleactiviteiten;kennisvankunstencultuur;praktischeactiviteitenophetgebiedvaneenofmeerkunstdisciplines;dereflectiedaarop.61
Het vak CKV 1 werd een verplicht vak in het profiel Cultuur en Maatschappij (C&M). Op het
gymnasiumwerd de klassieke variant gegeven, genaamd Klassieke Culturele Vorming (KCV). Een
jaar laterwerd in ditzelfde profiel het vak CKV 2, 3 geïntroduceerd. CKV 2 is een theoretisch vak
waarbij alle kunstdisciplines bestudeerd worden en wat gezien kan worden als algemene
cultuurgeschiedenis.CKV3isdaarentegenpraktischvanaardenbiedtverdiepingineenspecifieke
kunstdiscipline.Scholenkondenkiezenditvakverplicht in tevoeren inhetprofielC&Mofomeen
overgangsprofiel aan te biedenmet het oude stijl kunstvak (tekenen, handvaardigheid en textiele
werkvormen (tehatex) en muziek) als keuzevak in het profiel C&M. In 2003 werd het vak CKV
ingevoerdophetvmbo.62
Omdat er al snel weerstand kwam tegen de te hoge studielast, teveel vakken en teveel
zelfstandigheidvoorde leerlingbijde tweede fase,werdeen jaarna invoeringal kleinonderhoud
gepleegd. Voor de kunstvakken gold onder meer dat op scholen waar CKV 2, 3 als verplicht vak
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
19
ingevoerdwas,ditvaknuookalskeuzevakaangebodenmochtworden.Daarnaastwerdhetcentraal
examenvoorCKV2vervangendooreenschoolexamen.63
OmdaterverwarringontstondtussendenamenCKV1enCKV2,3gingendekunstvakkenin
2007nogmaalsopdeschop.ErwerdbeslotenhetvakCKV1vanafaugustus2007CKVtenoemen.
VoorCKV2,3werddenaamKunstvoorgesteld,waarbijKunstAlgemeenstondvoorCKV2enKunst
beeldend, dans, dramaofmuziek voorCKV3. Verdermogen scholen zelf kiezenof zeCKVofKCV
aanbieden.64
Voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs is geen specifiek kunstvak ingericht. Scholen
stellenhetonderwijsprogrammasamenaandehandvandedoorOCWopgesteldekerndoelen.Deze
58kerndoelenzijnper1augustus2006vankrachtenbeschrijven inzeven leergebieden(ookwel
domeinen genoemd) wat leerlingen nodig hebben voor persoonlijk, maatschappelijk en
beroepsmatigfunctioneren.DezevendomeinenzijnNederlands,Engels,Wiskunde,MensenNatuur,
Mens en Maatschappij, Bewegen en Sport en Kunst en Cultuur.65 Stichting Leerplanontwikkeling
Nederland(SLO)omschrijftdekarakteristiekenvanditlaatstedomeinalsvolgt.
“InhetleergebiedKunstenCultuurverdiepenenverbredenleerlingenhunkennismakingmet
kunstzinnigeenanderecultureleuitingen.Zijverkennenenexplorerendaarbijhuneigenproductievemogelijkheden.Zelerenbovendienoogkrijgenvoorkunstzinnigeenculturelediversiteitinde
Nederlandsesamenlevingendediverseculturenindewereld.”66
Het domein sluit aan op de kerndoelen van het leergebied Kunstzinnige oriëntatie dat in het
basisonderwijs van kracht is. Hierdoor vindt er een verdere uitwerking van de aandacht voor
literaireexpressie,hetcultureelerfgoed,derelatietussenkunstuitingenenhetdagelijksbestaaninal
zijn culturele diversiteit plaats. Daarnaast zijn in de kernvaardigheden en kerndoelen duidelijk
overeenkomsten te herkennen met de algemene doelstelling van CKV 1, waardoor een aanzet is
gegevenvooreendoorlopendeleerlijn.Intotaalzijninditdomeinvijfkerndoelen(kerndoel48t/m
52)omschreven.Perkerndoeliseenzogenoemdekernvaardigheidtoegekend.Dekerndoelenmetde
daarbijpassendekernvaardighedenzijnhieronderschematischweergegeven.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
20
Tabel2.Kerndoelenenkernvaardigheden
Bron: Rass,Astrid.ConcretiseringvandekerndoelenKunstenCultuur.KerndoelenvoordeonderbouwVO. Enschede,april2007.StichtingLeerplanontwikkeling.<http://www.slo.nl/downloads/archief/ concr_KenC.pdf/>(geraadpleegdop10oktober2009),7.Hoeweluithetbovenstaandeblijktdaterdeafgelopenjarenbeleidsmatigwerdgepoogdomeenvak
cultuureducatieoptezetten,waarinzoweldekunstenalscultureelerfgoedbeidevertegenwoordigd
zijn,blijktuitdepraktijkdatmetnamedekunstencentraalstaan.UitdepublicatieErfgoedonderwijs
inonderwijsleersituaties,dieverscheenindeReeksCultuur+Educatie,blijktdaterfgoededucatietot
opdedagvanvandaagnogsteedsgeenduidelijkepositiebinnenhetvoortgezetonderwijsheeft.67
Ondanksverschillende initiatieven,zoalsbijvoorbeelddeontwikkelingvanBureauErfgoedActueel
omerfgoededucatiemeer inhoudtegevenenhetopdevoorgrondteplaatsen, iserfgoedonderwijs
nogsteedsnietstructureelopgenomeninhetonderwijscurriculum.Ditblijktbijvoorbeeldookuitde
publicatie Cultureel erfgoed – Uitleg over de inhoud en betekenis van Cultureel erfgoed binnen de
beeldende vakken. Binnen het onderwijs heeft aandacht voor cultureel erfgoed een weinig
substantieelenzeertoevalligkaraktersteltmen.68Indezepublicatiewordtvoordocentendanook
een aantal handvatten ontwikkeld om cultureel erfgoed in het eigen programma op te kunnen
nemen. Holthuis pleit aan het einde van zijn artikel voor een structurele opname als (voorlopig)
einddoel.69 Ook is hij vanmening dat erfgoedonderwijs een verplicht vakoverstijgend thema voor
projectweken, sectorwerkstukken en profielwerkstukken dient te zijn. Wanneer men deze
einddoelen gaat uitwerken zal dit enkele consequenties voor de schoolorganisatie, het beleid en
overigeorganisatieshebben.Alseerstedienenscholendancontactenteleggenenonderhoudenmet
erfgoedinstellingen.Lerarendienen(na)geschooldtewordeninerfgoedonderwijs,wateentaakzal
moetenwordenvanlerarenopleidingenenandereinstellingen.Daarnaastdienenmetbetrekkingtot
heterfgoedonderwijsspecifiekecompetentiesontwikkeldteworden.Roostertechnischdientruimte
ontwikkeld te worden voor erfgoedonderwijs en men dient al in een vroeg stadium van het
voortgezet onderwijs aandacht te besteden aan erfgoedproblematiek. Tot slot dienen scholen
mogelijkheden te bieden en te ontwikkelen wat betreft het vervaardigen van originele en
aansprekendepresentaties.70Holthuismerktaanheteindeopdatdezeinvoeringnietvandeeneop
Kerndoel Kernvaardigheid48.Deleerlingleertdoorhetgebruikvanelementairevaardighedendezeggingskrachtvanverschillendekunstzinnigedisciplinesteonderzoekenentoetepassenomeigengevoelensuittedrukken,ervaringenvastteleggen,verbeeldingvormtegevenencommunicatietebewerkstelligen.
Produceren
49.Deleerlingleerteigenkunstzinnigwerk,alleenofalsdeelnemerineengroep,aanderdentepresenteren.
Presenteren
50.Deleerlingleertopbasisvanenigeachtergrondkennistekijkennaarbeeldendekunst,teluisterennaarmuziekentekijkenenluisterennaartheater,dansoffilmvoorstellingen.
Beleven
51.Deleerlingleertmetbehulpvanvisueleofauditievemiddelen,verslagtedoenvandeelnameaankunstzinnigeactiviteiten(alstoeschouwerenalsdeelnemer.)
Verslagleggen
52.Deleerlingleertmondelingofschriftelijktereflecterenopeigenwerkenwerkvananderen,waaronderkunstenaars.
Reflecteren
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
21
de andere dag te realiseren zal zijn. Dit mag echter niet betekenen dat het daardoor weer in de
vergetelheidraakt,maarhetmoetzichopeendergelijkewijzepresenterendathet inde toekomst
welstructureelvertegenwoordigdis.71
Kortom; ermoetnog veelwerk verrichtworden voordat cultureel erfgoed een structureel
onderdeelvormtbinnenhetonderwijscurriculum.Ondanksditondervertegenwoordigdekarakteris
het voor het onderzoek interessant om te kijken wat de algemene belangstelling voor cultureel
erfgoedonder jongeren is.Hieronderzal ingegaanwordenopdemeest recenteontwikkelingenop
ditgebied.
1.5 Belangstellingvoorcultureelerfgoedonderjongeren
Demeestrecentetrendsophetgebiedvancultuurparticipatieenmediagebruikwordenbesprokenin
Cultuurbewonderaars en cultuurbeoefenaars. In deze publicatie richt men zich vooral op de
belangstelling voor de materiële cultuuruitingen, zoals die in erfgoedinstellingen (musea en
archieven)enoplocaties(monumenten)tebezichtigenzijn.72
Wanneer we kijken naar het monumentenbezoek van de afgelopen jaren kunnen we
constateren dat het bezoek tussen 1999 (42%) en 2003 (45%) is toegenomen. Het
monumentenbezoek is in 2007 (45%) ten opzichte van 2003 gelijk gebleven.73 Vervolgens is het
interessant om te kijken of er verschillen bestaan tussen de bezoekersaantallen naar geslacht,
leeftijd,opleidingsniveauenetniciteit. In2007(44%) isdebelangstellingvoormonumentenonder
demannentenopzichtevan2003(45%)afgenomen.Daarentegenishetpercentagevrouwenindeze
jarengelijkgebleven(46%)endit ligtdaarnaasthogerdandatvandeman.Indeleeftijdscategorie
12‐19 jaar zien we dat het bezoek in 2007 (40%) is afgenomen ten opzichte van 2003 (43%).74
Wanneer we kijken naar het opleidingsniveau is de belangstelling voor monumenten onder
hoogopgeleiden hoger dan onder laagopgeleiden. Opvallend hierbij is echter wel dat het
bezoekerspercentagevandehoogopgeleiden(hbo,universiteiténhavo,vwo,mbo)de laatste jaren
afgenomenis.In2003(65%en49%)lagditnamelijkhogerdan2007(64%en47%).Daarentegenis
hetbezoekonderdelaagopgeleiden(vmbo,lbo/mavo)procentueelgezientoegenomenvan37%in
2003naar38%in2007.75Watbetreftdeetniciteitkangesteldwordendathetmonumentenbezoek
in 2007 het hoogst is onder de autochtone bevolking (48%), gevolgd door de bevolkingmet een
Surinaamse/Antilliaanseetniciteit(23%)endeTurkse/Marokkaanseetniciteit(17%).Hierbijishet
opmerkelijk om te vermelden dat het bezoekerspercentage onder de autochtone bevolking en de
bevolkingmeteenSurinaamse/Antilliaanseetniciteitin2007istoegenomentenopzichtevan2003.
Onder de bevolkingmet een Turkse/Marokkaanse etniciteit is dit percentage gelijk gebleven.76 In
Het bereik van het verleden heeft men gekeken of er verschillen in monumentenbezoek bestaan
tussen1een2egeneratieallochtonen.Uitonderzoekblijktdat2egeneratieallochtonenwatbetreft
hunmonumentenbezoekactieverzijndan1egeneratieallochtonen.Ditgeldtinhetbijzondervoorde
SurinamersendeMarokkanen.77
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
22
Naast de bezoekersaantallen is het interessant om te kijken welk soort erfgoed de Nederlandse
bevolkinghetmeestbezoekt.InHetbereikvanhetverledenwordtaandachtbesteedaanhetbezoek
aan de verschillende soortenmonumenten in 2003.Hieruit blijkt dat een oud stadsdeel (34%) en
oudedorpskern(33%)hetmeestpopulairzijn.Dezewordengevolgddooreenoudekerk(31%),een
paleis of kasteel (25%), andere monumenten (24%), een molen (14%), een stadspand/
koopmanshuis(12%)eneenbedrijfspand(9%).78
Naar de interesse voor het cultuurlandschap is weinig onderzoek gedaan. In Het bereik van het
verledenwordteenonderzoekuit2004besprokenwaarinwordtgekeken inhoeverrerespectvolle
omgangmet cultuurhistorischeelementen inde ruimtelijkeordening leeftonderNederlanders.De
onderzoeksvraag was hoeveel waarde mensen toekennen aan de in hun leefomgeving aanwezige
cultuurhistorische elementen en hoe belangrijk zij het vinden dat deze bewaard en/of benut
worden.79 Zowordt aan deNederlanders bijvoorbeeld gevraagd inwelkewoonomgevingmen het
liefstzouwillenwonen.Opvallendhierbijisdathetgrootstedeelvandebevolking(33%)van18jaar
enouderkiestvooreenlandelijkgebiedmetverspreidebebouwing.Daarnaastwordtgevraagdaan
welkeaspectendeze ‘ideale’woonomgevingzoumoetenvoldoen.Ookhierbij scoorthet landschap
hoog. Op de derde plaats, na veiligheid van de buurt (96%) en verkeersveiligheid (87%), eindigt
namelijkdeopenbaregroenvoorziening(86%).Opdezesdeplaatswordthethistorischkaraktervan
hetomringendelandschap(71%)genoemd.80Hoeweldezecijfersnietdirectbetrekkinghebbenop
de belangstelling onder de bevolking voor cultuurlandschap, laten deze cijfers wel zien dat de
gemiddeldeNederlander(veel)waardehechtaangroeninzijnofhaaromgeving.Devraagisofdit
ookgeldtvoorjongeren.
Hetonderzoeknaardebelangstellingvoorarcheologierichtzichhelaasopdebevolkingvan25jaar
en ouder. Hoewel deze leeftijd niet overeenkomt met de leeftijdscategorie die in dit onderzoek
centraalstaat,ishetinteressantomtekijkenwelkeNederlanderdemeestebelangstellingheeftvoor
archeologie. Allereerst is het belangrijk om te vermelden dat het bezoek aan ten minste één
archeologisch object of museum in 2004 (27%) is toegenomen ten opzichte van 1996 (19%).
Wanneerwe kijken naar de persoonskenmerken is het opmerkelijk om te vermelden dat deman
(29%)meerbelangstellingvoorarcheologieheeftdandevrouw(25%).Archeologischeobjectenof
museawordenhetmeestbezochtdoordebevolkingindeleeftijdscategorie55‐64jaaren>65jaar
(beide 30%). Kijkend naar het opleidingsniveau zijn het ook hier de hoogopgeleiden
(hbo/universiteit),diehetmeestbelangstellinghebbenvoordezevormvancultureelerfgoed.81
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
23
1.6 Waarderingvoorcultureelerfgoed
Naast bovenstaande gegevens over de belangstelling voor cultureel erfgoedonder deNederlandse
bevolking, is het tevens van belang om te kijken of er verklaringen zijn voor deze belangstelling.
Zoalsuitde inleidingreedsbleek iser inNederlandweinigonderzoekgedaannaardewaardering
voorcultureelerfgoed.OnderzoekendieopditonderwerpingaanzijnuitgevoerddoorGanzeboom
en Coeterier. Het onderzoek van Ganzeboom richt zich op de waardering van monumentale
straatbeelden in Utrecht. Coeterier heeft een verkennend onderzoek gedaan naar de beleving van
cultuurhistorische objecten onder de bewoners van deMeierij (landstreek in Noord‐Brabant) van
DenBosch.Cultuurhistorischeobjectenwerdeninditonderzoekonderverdeeldinbouwkundigeen
archeologische monumenten en oude landschappen.82 Omdat in dit laatstgenoemde onderzoek
materieel onroerend erfgoed (monumenten, archeologie en cultuurlandschap) centraal staat, dat
tevens in dit empirsch onderzoek wordt onderzocht, is het interessant om de resultaten van het
onderzoekvanCoeteriernadertebestuderen.
Het onderzoek De beleving van cultuurhistorische objecten werd in 1995 door Dienst
LandbouwkundigOnderzoek(DLO)StaringCentruminopdrachtvandeDirectieNatuurbeheervan
hetMinsterievanLandbouw,NatuurbeheerenVisserijuitgevoerd.Hetdoelvanhetonderzoekvan
Coeterierwasommeerinzichttekrijgenindebelevingvancultuurhistorischeobjectenonderleken,
mensenzondergrotekennisvanerfgoed.Hetonderzoek isverricht ineengebiedbestaandeuitde
gemeente’sHertogenbosch,Berlicum,DenDungen,St.Michielsgestel,Schijndel,LiempdeenBoxtel.
Aan het onderzoek hebben in totaal 35 volwassenen (vrijwel allen autochtoon) deelgenomen,
waarvan19menseninhetstudiegebiedwoonachtigwarenen16daarbuiten.Hiervoorisgekozenom
eeneffectvankennisofbetrokkenheidopdebelevingtekunnenvaststellen.83Hetonderzoekvond
plaats in de vorm van open gesprekken. Omdat er nog weinig bekend was over het onderwerp
beleving van cultuurhisotrische objecten is er voorafgaande aan het onderzoek door
waarnemingspsycholoog dr. F. Boselie een theoretische studie verricht naar mechanismen in de
waarneming en waardering voor cultuurhistorische objecten. Boselie wilde met zijn studie de
perceptuele en emotionele kwaliteiten die cultuurhistorisch waardevolle objecten onderscheiden
van hedendaagse vormen van bebouwing en landschapsinrichting benoemen.84 In totaal
onderscheidt hij acht kwaliteiten (bronnen van waardering) die cultuurhistorische objecten
onderscheiden van moderne objecten. Dit zijn schoonheid, verouderingsprocessen, zeldzaamheid,
informatie, vergankelijkheid, ouderdom, identificatie enbinding.85De eerste zevenbronnen zijn in
het onderzoek van Coeterier getoetst door ze in de vorm van uitspraken aan de mensen voor te
leggen. Hierbij is aan de mensen gevraagd of ze het eens waren met de uitspraken en of men
commentaar bij de uitspraken had. Hieronder volgt een overzicht van de bron van Boselie met
daarbijdeuitspraakdieaandemensenisvoorgelegd.Bijdebronneninformatieenidentificatievan
Boseliewarenmeerdereuitsprakenmogelijk.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
24
Tabel3.BronnenvanBoseliemetuitsprakenvanCoeterierBron UitlegBoselie(B)enuitsprakenCoeterier(C) BofC
CHO*gevenintrinsiekaanleidingtotmeercompatibelecontrastendanmoderneobjecten.
BSchoonheid
IkvindCHOmooivanwegehunvorm,stijl,materiaal,formaat,zorgvoordetails,decoraties.
C
CHObezitteneengrotevisuelewaardedoorverouderingsprocessen.
BVerouderingsprocessen
Ikvindzemooidoordeverouderingsprocessen,zoalsverwering,begroeiing,bemossing.
C
Zekunnenmeervisuelewaardebezittendoordatzenurelatiefzeldzameexemplarenvaneenklassezijn.
BZeldzaamheid
Ikvindzeboeiendomdatzezeldzaamzijnenuniek CCHOkunnenboeiendzijndoordatzetemporeelcompatibelcontrastmogelijkmaken.
B
Ikvindzeboeiendomdatzehetverledenaanschouwelijkmaken;zelatenzienhoehetvroegerwas.
C
Ikvindzeboeiendomdatzegebeurtenissensuggererendieineenververledenplaatsvonden;zevertelleneenverhaal.
C
Informatie
Ikvindzewaardevolvanwegehunduurzaamheid,zegevenmeeengevoelvanstabiliteitineenwerelddiezosnelverandertalsdeonze.
C
Verouderingsprocessenkunnendewaarnemingskwaliteitvergankelijkheidoproepen.Alleenwanneerrestenvanhetverledenzichtbaarzijnontstaatdezebelevingskwaliteit.
BVergankelijkheid
Ikvindzeboeienddoorhunslijtageenverval;zelatenziendatallesvergankelijkis.Vooralbijruïneshebikdatsterk.
C
Zekunnencompatibelecontrastenoproependoordatzecontrastenmetnieuwevoorwerpenmaken.
BOuderdom
Ik vind ze boeiend omdat ze zo duidelijk anders zijn dan nieuwedingen,alscontrastmetonzemodernetijd.
C
Ze laten een positief cognitief contrast met betrekking tot onszelfbeeldtoe.
B
Ikvindzeboeiendomdatzemehetideegevendatikdeeluitmaakvanaldiemensendiedaarvroegeralkwamen.
C
Identificatie
Ikvindzeboeiendomdatzemedeillusiegevenineenanderetijdtezijn;ikkanmeineenanderetijdverplaatsen.
C
*CHO cultuurhistorischeobjecten
Brongebaseerdop: Coeterier,J.F.Debelevingvancultuurhistorischeobjecten.Eenverkennendonderzoek indeMeierijvanDenBosch.Wageningen:DLO‐StaringCentrum,1995,26.Uit de resultaten bleek dat er geen verschil bestond tussen de beide groepen (woonachtig in en
buiten het studiegebied). Het totaal liet zien dat de bronnen schoonheid en informatie demeeste
steunkregen.Voorvrijweliedereenzijncultuurhistorischeobjectenmooiengevenzeeenbandmet
hetverleden.Metdederdeuitspraakbijdebroninformatiewasdemeerderheidhetechteroneens.
Ook de bron zeldzaamheid kreeg een duidelijke meerderheid. Hierbij moet wel de kanttekening
gemaaktwordendathetvoorveelmenseneenbijkomstigargumentis.Hetisdusonvoldoendevoor
een positieve waardering. De bronnen verouderingsprocessen, uitzonderlijkheid en identificatie
golden even vaak wel als niet. De bron vergankelijkheid kreeg deminste steun, dit omdat verval
eigenlijkaltijdnegatiefgewaardeerdwordt.86
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
25
OverdelaatstebronbindinggeeftBoseliedeuitleg“cultuurhistorischeobjectenkunnenboeidender
zijn omdat ze doen denken aan gebeurtenissen uit het verleden.”87 Omdat deze bron twee kanten
heeft,eenpersoonlijkeenalgemene,isdezeapartgenomen.Hetalgemenegedeeltewasopgenomen
indebron informatieenbleek invloed tehebbenopdebeleving.Naardepersoonlijke invulling is
apart gevraagd. Deze persoonlijke binding bleek ook invloed te hebben op de beleving van
cultuurhistorscheobjecten.88
Hoeweluitdeantwoordenvandemensendebronnenschoonheid, informatieenbindingduidelijk
invloed bleken te hebben op de waardering van cultuurhistorische objecten, zijn de begrippen
volgensCoeteriertealgemeengesteld.Debegrippenzijnteabstractwaardoorzepraktischmoeilijk
toepasbaar zijn. Ook zijn ze alleen cognitief, terwijl kennis en informatie een ondergeschikte rol
blekentespelenindebeleving.Delekenblekennamelijksterkvanuithungevoeltebeleven,terwijl
experts vooral naarde informatiewaardekijken.Daarnaast geldtBoselie zijn theorie voornamelijk
voordegebouwdeomgeving.Tot slotblekendebronnenvanBoselie, ditwerdoverigensookniet
doorhembeweerd,nietvolledigtezijn.89
Vanwege dit gegeven is Coeterier naast de bronnen van Boselie naar andere
verklaringsgronden op zoek gegaan om de beleving van cultuurhistorische objecten vollediger te
kunnenbeschrijven.DezeandereverklaringenmoetenoverigensnietalsvervangendvoorBoselie’s
bronnenworden gezien,maar als aanvullend enwellicht bruikbaar om een resterenddeel van de
belevingteverklaren.90
Zoalshierbovenvermeldblekendelekensterkvanuithungevoeltebeleven.Coeterierheeft
deze affectievewaarderingnader onderzocht. Lekenblekenhunwaardering vooral op esthetische
kwaliteit te baseren. De vorm, een esthetische kwaliteit, bleek bij bouwkundige monumenten
dominant te zijn. Indeesthetischebelevingvanvormblekenvieraspectenvanbelang te zijn.Ten
eerste is dit de compleetheid. Coeterier stelt dat een cultuurhistorisch object meer esthetische
kwaliteit heeft naarmate het completer is. Iets is compleetwanneer het een eenheid vormt. Deze
compleetheid bestaat op twee niveaus, namelijk op objectniveau en omgevingsniveau. Bij het
objectniveaukangedachtwordenaaneenobjectdatcompleetisinzijnopbouw.Wanneereenobject
in zijn omgeving past spreken we van het omgevingsniveau. Belangrijk is dat compleetheid op
objectniveaueensterkereeis isdancompleetheidopomgevingsniveau.91Hettweedeaspectdatde
esthetische beleving van cultuurhistorische objecten bepaald is uitzonderlijkheid. Hiermee wordt
bedoelddathetobjecteenindividueleexpressieheeftwaardoorhetafsteekttegenandereelementen
vandieklasse.Totditkwaliteitsaspecthoortookauthenticiteit,waarmeeaangegevenwordtdateen
object niet nagemaakt mag zijn.92 Het derde aspect dat tevens in Boselie zijn theorie naar voren
kwam,isschoonheid.Eentermdienauwhiermeesamenhangtismooi.Coeterieromschrijftmooials
“eencombinatievaneigenschappen,hetiseenholistischeervaringwaarbijinformatieoveraspecten
geïntegreerdwordt.”93Voorbeeldendiehijnoemtzijnkleur,materiaal,verhoudingenenvorm,maar
ook decoraties. De laatste voorwaarde voor esthetische kwaliteit is vakmanschap. Hiermeewordt
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
26
bedoelddatietsdegelijkis,dathetgoedkanfunctionerenengezondis.Belangrijkeaspectenhierbij
zijn onderhoud en verzorging. Coeterier stelt dat deze vier aspecten samen noodzakelijk en
voldoendezijnomesthetischekwaliteittebeschrijven.94
Naast de aspecten, die de esthetische kwaliteit beschrijven, is er tevens naar ouderdom gekeken.
Ouderdomblijkt geen kwaliteit voor leken te zijn, een gebouwvan 50 jaar oud kan volgens leken
namelijk ook cultuurhistorisch waardevol zijn. Ook de functie van een cultuurhistorisch object is
ondergeschikt aan de vorm. Uit het onderzoek bleek dat men het belangrijk vindt dat een
cultuurhistorischobjecteenfunctievervult,welkefunctieisechternietzobelangrijk.Eenfunctievan
eengebouwziendelekenalseengarantievoorvoortbestaanennoodzakelijkonderhoud.Wanneer
cultuurhistorischeobjectenleegzoudenstaanengeenfunctiehebbenlopenzijgevaar.Defunctiezelf
isonbelangrijk,zolangdezegeenesthetischeproblemenoproept,zoalseensupermarktineenkerk.
Totslotblijktinformatieeenroltespelenindewaarderingvanbouwkundigemonumenten.Tijdens
hetonderzoekbleekereengrotebehoefteeneenschrijnendtekort tezijnaan informatie.Mensen
zijn geïnteresseerd in wat iets is en het verhaal dat het te vertellen heeft. Door het geven van
informatiekanmeneenobjectmetandereogenbekijken.95
Totslotiserinhetonderzoekgekekennaardewaarderingvanoudelandschappenenarcheologie.
De resultaten hiervanwaren echterminder uitgesproken. Voor oude landschappen geldt dat deze
heelandersbeleefdwordendanoudegebouwen.Waarderingvanoudelandschappenbleekmoeilijk
tezijndoordat landschapeen levendgeheel isenvoortdurend inontwikkeling is.Het isdaarnaast
niet slechts een object, maar een omgeving van objecten. Ook zijn ze gebiedsspecifiek wat
gebiedskennisvraagt.96Archeologiebleekhetminstgewaardeerdteworden.Redenenhiervoorzijn
datderestantentefragmentarischzijn,eristeweinigvanover(vorm).Daarnaastishetteverwegin
detijd,eristeweinigverhaal(informatie).Entotslotkunjeernietsdoen(functie).97
HoewelCoeterierbenadruktdathetonderzoeknietdepretentieheeftallewaarderingsbronnenvan
cultuurhistorische objecten te hebben opgespoord, heeft het wel de pretentie de belangrijkste
daarvangevonden tehebben.98 Indit empirischonderzoek zal gekekenwordenofde jongerenuit
Amsterdam Nieuw‐West het cultureel erfgoed (cultuurhistorische objecten) in hun omgeving op
vergelijkbarekwaliteitenwaarderenalsdemensenuitbovenstaandonderzoek.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
27
1.7 Hypothesen
Op basis van bovenstaand theoretisch kader kunnen een aantal hypothesenworden opgesteld.De
hypothesenworden geformuleerd aan de hand van de verschillende vormenmaterieel onroerend
erfgoed,tewetenmonumenten,cultuurlandschapenarcheologie,dieinditonderzoekcentraalstaan.
Hierbijzalingegaanwordenopdewaarderingvoorenhetbegripvanhetcultureelerfgoed.Totslot
zullendebegrippenerfgoedencultureelerfgoedaandeordekomen.
1.7.1 Monumenten
UithetonderzoekvanhetSCPnaardebelangstellingvoorcultureelerfgoed,bleekdateropbasisvan
geslacht, opleidingsniveau, etniciteit en generatie een aantal verschillen bestaan wat betreft het
bezoekaanmonumenten.99Hoeweldezeresultatenbetrekkinghebbenopbezoekersaantallen,ishet
aannemelijkdatereenverbandbestaattussenhetbezoekaanmonumentenendewaarderingvoor
enhetbegripvanmonumenten.Naaraanleidingvandezeresultatenveronderstelikhetvolgende:
‐ meisjeshebbenmeerwaarderingvoorenbegripvanmonumentendanjongens;
‐ vwoleerlingenhebbendemeestewaarderingvoorenhetmeestebegripvanmonumenten,
gevolgddoorhavo,vmbo‐tenvmbo‐b&kleerlingen;
‐ autochtone jongeren hebben de meeste waardering voor en het meeste begrip van
monumenten,gevolgddoorjongerenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteit
enjongerenmeteenTurkse/Marokkaanse/overigeetniciteit;
‐ 2egeneratieallochtonejongerenhebbenmeerwaarderingvoorenbegripvanmonumenten
dan1egeneratieallochtonejongeren.
Naastdepersoonskenmerkengeslacht,opleidingsniveau,etniciteitengeneratiezalinditonderzoek
tevensgekekenwordenofdeklasendeschoolinvloedhebbenopdewaarderingvoorenhetbegrip
van monumenten. In hoofdstuk 2 zal over de deelnemende scholen en klassen meer informatie
wordengegeven.Opbasisvandezeinformatiekanalvasthetvolgendewordenveronderstelt:
‐ vanwegehethogerekennisniveauhebbenjongereninklas3meerwaarderingvoorenbegip
vanmonumentendanjongereninklas2;
‐ jongeren van de scholen die in hun schoolprofiel cultuur noemen, hebben de meeste
waarderingvoorenbegripvanmonumenten.
In het bovengenoemde onderzoek is tevens gekeken welk soort (type) erfgoed het meest wordt
bezochtdoordeNederlandsebevolking.Ookhiervoorgeldtdathetaannemelijkisdatereenrelatie
bestaattussenhetbezoekaanmonumentenendewaarderingvoorenhetbegripvanmonumenten
onderjongeren.Opbasisvandezeresultatenluidenmijnvolgendehypothesenalsvolgt:
‐ religieus erfgoed zal het meest gewaardeerd worden door de jongeren, gevolgd door
openbaregebouwen,molensenstadspanden(woonhuizen);
‐ industrieelerfgoedzalhetminstgewaardeerdwordendoordejongeren.
Het onderzoek van Coeterier toonde aan dat leken (mensen zonder grote kennis van erfgoed)
cultuurhistorischeobjectenop verschillendekwaliteitenwaarderen.100Ondanksdat indeze studie
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
28
volwassenen zijn ondervraagd, vertoont deze onderzoeksgroep een belangrijke overeenkomstmet
demensen die in dit onderzoek centraal staan. Dit zijn namelijk jongeren die, gezien het feit dat
erfgoed nog niet structureel is opgenomen in het onderwijscurriculum, geen grote kennis van
erfgoedhebben.Naaraanleidinghiervanveronderstelikhetvolgende:
‐ bij de waardering voor monumenten onder jongeren spelen de kwaliteiten schoonheid,
informatie, binding en vorm (compleetheid, uitzonderlijkheid, schoonheid, vakmanschap)
eengroterol;
‐ bij de waardering voor monumenten onder jongeren spelen de kwaliteiten ouderdom en
functieeenkleinetotgeenrol.
1.7.2 Cultuurlandschap
In Het bereik van het verleden wordt niet specifiek ingegaan op de belangstelling voor
cultuurlandschap.Hierdoor ishetmindereenvoudigomeenaantalveronderstellingentedoenmet
betrekkingtotdewaarderingvoorenhetbegripvancultuurlandschaponderjongeren.Uitalgemeen
onderzoek is echter gebleken dat bepaalde persoonskenmerken (geslacht, opleidingsniveau,
etniciteitengeneratie)sterksamenhangenmetdebelangstellingvoorcultureelerfgoed.101Hierdoor
veronderstelikhetvolgende:
‐ meisjeshebbenmeerwaarderingvoorenbegripvancultuurlandschapdanjongens;
‐ vwo leerlingen hebben de meeste waardering voor en het meeste begrip van
cultuurlandschap,gevolgddoorhavo,vmbo‐tenvmbo‐b&kleerlingen;
‐ autochtone jongeren hebben de meeste waardering voor en het meeste begrip van
cultuurlandschap, gevolgd door jongeren met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse
etniciteitenjongerenmeteenTurkse/Marokkaanse/overigeetniciteit;
‐ 2e generatie allochtone jongeren hebben meer waardering voor en begrip van
cultuurlandschapdan1egeneratieallochtonejongeren.
Ook hierbij zal gekeken worden naar de persoonkenmerken school en klas. De hypothesen voor
cultuurlandschapkomenovereenmetdievanmonumentenenluidenalsvolgt:
‐ vanwegehethogerekennisniveauhebbenjongereninklas3meerwaarderingvoorenbegip
vancultuurlandschapdanjongereninklas2;
‐ jongeren van de scholen die in hun schoolprofiel cultuur noemen hebben de meeste
waarderingvoorenbegripvancultuurlandschap.
InhetonderzoekvanCoeterieriseveneensminderaandachtvoorcultuurlandschap.Hierdoorzullen
er geen veronderstellingen voor cultuurlandschap op basis van de theorie van Coeterier worden
gedaan.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
29
1.7.3 Archeologie
In tegenstelling totcultuurlandschapwordter inhetonderzoekvanhetSCPwelaandachtbesteed
aan de belangstelling voor archeologie. Met name de persoonskenmerken geslacht en
opleidingsniveau laten een duidelijk verband zien met de belangstelling voor archeologie.102 Wat
betreftetniciteitengeneratiesluitikmijaanbijdealgemenebevindingennaardebelangstellingvoor
cultureelerfgoed.Ditleidttotdevolgendehypothesen:
‐ jongenshebbenmeerwaarderingvoorenbegripvancultuurlandschapdanmeisjes;
‐ vwo leerlingen hebben de meeste waardering voor en het meeste begrip van
cultuurlandschap,gevolgddoorhavo,vmbo‐tenvmbo‐b&kleerlingen;
‐ autochtone jongeren hebben de meeste waardering voor en het meeste begrip van
cultuurlandschap, gevolgd door jongeren met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse
etniciteitenjongerenmeteenTurkse/Marokkaanse/overigeetniciteit;
‐ 2e generatie allochtone jongeren hebben meer waardering voor en begrip van
cultuurlandschapdan1egeneratieallochtonejongeren.
Ookbijarcheologiezalgekekenwordenofdeschoolenklasvaninvloedzijnopdewaarderingvanen
hetbegriphiervan.Dehypothesenhierbijzijn:
‐ vanwegehethogerekennisniveauhebbenjongereninklas3meerwaarderingvoorenbegip
vanarcheologiedanjongereninklas2;
‐ jongeren van de scholen die in hun schoolprofiel cultuur noemen hebben de meeste
waarderingvoorenbegripvanarcheologie.
Hoeweluitbovenstaandonderzoekisgeblekendatdebelangstellingvoorarcheologiedeafgelopen
jaren is toegenomen,103 stelt Coeterier dat archeologie als vorm van cultureel erfgoed het minst
wordtgewaardeerd.Deresultatenvanzijnonderzoeklietenziendatergeenspecifiekekwaliteiten
zijnwaarop leken archeologie beoordelen.104Hierdoor zullen ookhier geen veronderstellingen op
basisvandetheorievanCoeterierwordengedaan.
1.7.4 Erfgoedencultureelerfgoed
Totslotzalinhetonderzoekgekekenwordenofjongerenbegriphebbenvandebegrippenerfgoed
en cultureel erfgoed. Omdat hier geen specifiek onderzoek naar is gedaan, baseer ik mijn
veronderstellingenopmijnbevindingentijdenshetexpoloratiefonderzoekdatheeftplaatsgevonden
tijdensmijnstage.Mijnlaatstehypotheseluidtalsvolgt;
‐ jongerenhebbenmeerbegripvanhetbegriperfgoeddancultureelerfgoed.
Inhetvolgendehoofdstukwordtingegaanopdemethodewaarmeedezehypothesengetoetstgaan
worden.Deresultatenvandezetoetsingkomeninhoofdstuk3aandeorde.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
30
2. MethodeenmaterialenIn dit hoofdstukwordt aandacht besteed aan de gevolgdemethode en de onderbouwing hiervan.
Allereerst zal ingegaanworden op het educatieve projectwaar dit onderzoek bij aan kon sluiten.
Vervolgenszullendeonderzoeksgroep,hetonderzoeksdesignendeinstrumentatieaanbodkomen.
Totslotwordendeafnameendeverwerkingvandegegevensbesproken.
2.1 Heteducatieveproject
Het onderzoek kon aansluiten bij het educatieve project De 4 windstreken van Amsterdam van
BureauMonumentenenArcheologie (BMA)enArchitectuurcentrumAmsterdam(ARCAM).Metdit
meerjarenprojectwillendeinstellingendekomendevierjaarindevierwindstrekenvanAmsterdam
een aantal grotere educatieve projecten voor het voortgezet onderwijs opzetten. Het doel van het
projectis“leerlingenenthousiasttemakenvoorhuneigenwijk,doorzeaandehandvanvragenen
opdrachtentelatenkijkennaararchitectuurenstedenbouwinhunleefomgeving.”105Dekernvanhet
project is eenwandeling vanmaximaal anderhalf tot twee uur door (een deel van) dewijk. Deze
wandelingzalplaatsvindenonderleidingvanfreelancedocentenvanARCAMenBMA.
OpditmomentzijnARCAMenBMAbezigmetdeontwikkelingvanheteerstedeeldatzich
richtopdeWestelijkeTuinsteden,ookwelNieuw‐Westgenoemd.HetprojectinNieuw‐Westgaatin
op het verleden, heden en de toekomst van de architectuur en stedenbouw in het gebied. Het is
bedoeldvoorleerlingen(leeftijd13‐17jaar)vanhetvoortgezetonderwijs(vanpraktijkonderwijstot
vwo)dieinditdeelvandestadnaarschoolgaan.Volgensdeinstellingenkunnenmeerkennisvanen
inzicht in de gebouwde omgeving een bijdrage leveren aan een betere identificatie met de eigen
buurt,watvervolgenskanbijdragentoteengroterebetrokkenheidenverantwoordelijkheid.106Als
uitgangspuntvoorheteducatieveproject isdeSloterplasgekozen.Hiervoorisgekozenomdatdeze
eencentraleligginginhetgebiedheeft,tentweedeisdeplaseenmijlpaalindegeschiedenisvanhet
gebied.107
2.2 Nieuw‐West
Nieuw‐West,voor2005beterbekendalsdeWestelijkeTuinsteden, ishetgedeeltevanAmsterdam
datnadeTweedeWereldoorloggebouwdwerdvolgensdeopzetvanhetAlgemeenUitbreidingsplan
(AUP)vanVanEesterenuit1935.Kenmerkendvoordezenieuwevormvanstadsuitbreidingzijnde
relatieflagebebouwingsdichtheid,deruimegroenvoorzieningenenhetorganischkarakter.108
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
31
Afbeelding1.AlgemeenUitbreidingsplanvanAmsterdam
Bron: Eesteren,Cornelisvan.AlgemeenUitbreidingsplanvanAmsterdam,1935.NVKWerkgroepvoorde GeschiedenisvandeKartografie.<http://www.kartografie.nl/geschiedenis/figuren/Uitbreidingsplan Amsterdam_251003.jpg>(geraadpleegdop9oktober2009).HetgebiedbeslaatdestadsdelenOsdorp,Geuzenveld‐Slotermeer,SlotervaarteneendeelvanBosen
Lommer(hetgedeeltetenwestenvandeRingwegA10,dezogenoemdeKolenkitbuurt).Watbetreft
bebouwing bestaat Nieuw‐West overwegend uit wederopbouwarchitectuur, en dan met name
portiek‐etageflatsuitdejaren’50en‘60.Eenuitzonderinghieropvormtoverigensdeoudegemeente
SloteninhetstadsdeelOsdorp.DeoudstevermeldingvanSlotendateertuit1063,zo'ntweeeeuwen
vóórdievanAmsterdam.
Nieuw‐West blijkt een halve eeuwna dato een steedsminder populairwoongebied te zijn
door groeiende sociaal‐economische problemen. De reputatie, zowel ruimtelijk als sociaal, is bij
buitenstaanders sinds vijftien jaar slecht.109 In Atlas Westelijke Tuinsteden Amsterdam wordt
beschreven hoe de Westelijke Tuinsteden in sociaal opzicht vaak gezien worden als getto. Het
stadsdeel heeft bij veel critici nooit een erg positieve reputatie gehad. Zij zijn vanmening dat het
gebied nietmeer van deze tijd is. In tegenstelling tot de stad die vraagt om variatie en diversiteit
beschrijvencriticiditdeelvandestadalseenultiememonotonie.Daarentegenisdevariatietussen
deverschillendestadsdelengrootengrotedelenvanditgebiedwordendoordebewonerszelfhoog
gewaardeerd.110
Sindsdejaren’90wordthetgebied,datquaomvangeninwonerstalvergelijkbaarismeteen
middelgrote stad, grootschalig vernieuwd. Met deze vernieuwing hoopte men het gebied om te
vormentoteennieuwonderscheidendcentruminderegio.Naevaluatiein2005beslootmenechter
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
32
de koers te wijzigen. In het ontwikkelingsplan Richting Parkstad 2015 is het raamwerk voor de
nieuwe aanpak vastgelegd. Centraal hierin staat de verbetering van de positie van de huidige
bevolkingop sociaal eneconomischvlak.Deambitie vandebetrokkenpartijen is om in2015een
nieuwcentruminderegiotezijnmetvoorzieningenenattractiesdiezichonderscheidenvanandere
centra in het netwerk van deAmsterdamse regio. Het imagomoet bepaaldworden door de grote
verscheidenheidaanwoon‐enwerkmilieus.Hierbijzullengroenenwateronmisbareelementenzijn
metalssymbooldaarvandeSloterplas,waarvanderecreatievefunctieszijnversterkt.111Devraagis
nuwelkimagodebuurtonderdejongerenheeftdiehiernaarschoolgaan.
2.3 Onderzoeksgroep
De onderzoeksgroep is samengesteld aan de hand van bestaande contacten tussen de scholen en
ARCAM en BMA. De scholen, te weten Caland Lyceum, Comenius Lyceum, De Poort, Hervormd
LyceumWest,HetPleinenWestburgCollegehebbenbijdeinstellingenaangegevengeïnteresseerdte
zijn in het projectDe4windstreken vanAmsterdam. Bij de voorbereidingen vanhet project is een
klankbordgroepsamengesteldbestaandeuitdocentenvandeverschillendescholen.Bijéénvandeze
klankbordgroepbesprekingen is geïnformeerdof dedocenten geïnteresseerdwarendeel te nemen
aanhetonderzoek.Drievandezesscholen,waarvanoverigenstweenietkondendeelnemenomdat
de vorm van onderwijs (praktijkonderwijs) buiten het onderzoeksgebied viel, hebben uiteindelijk
deelgenomenaanhetonderzoek.Hierondervolgteenbeschrijvingvandescholen.
ComeniusLyceum
HetComeniusLyceumbevindtzichaandeDerkinderenstraatinhetstadsdeelSlotervaart.Deschool
omschrijft zichzelf als “een kleine, overzichtelijke en vooral veilige school voor havo en vwo
(atheneum) in een geheel gerenoveerd en modern gebouw.”112 Op de school wordt inter‐
confessioneelonderwijsaangebodenenzittenintotaal407leerlingen.
HervormdLyceumWest
Het Hervormd Lyceum West staat aan de Hemsterhuisstraat in het stadsdeel Slotervaart. Het
schoolprofiel luidt: “Met 860 leerlingen en honderd personeelsleden vormen we eenmiddelgrote
schoolwaar iedereenelkaarkent.Schoolprestaties,maarookcultuur,sport,respectvoorelkaaren
eenleukeschooltijd,vindenweheelbelangrijk.”113Opdeschoolwordtvmbo‐t(doordeschoolzelf
mavogenoemd),havoenvwo(atheneumengymnasium)gegeven.Deschoolheefttweekansklassen,
teweteneenvwo‐eneenhavo‐kansklas.Daarnaastishetmogelijkomtweetaligonderwijstevolgen
in de onderbouwvanhet vwo enheeft de school eenhavo‐klas ICT‐rijk onderwijs.HetHervormd
LyceumWestiseenprotestantschristelijkescholengemeenschap.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
33
WestburgCollege
Het Westburg College bevindt zich eveneens in het stadsdeel Slotervaart aan de Karel
Klinkenbergstraat. De school biedt “moderne opleidingen in de sector economie (handel en
verkoop/administratie) en Sport, Dienstverlening en Veligheid (SCV) en Kunst, Cultuur en Media
(KCM).”114Opde schoolwordtvmbobasis enkader (vmbo‐b&k)met en zonder lwoogegeven.De
schoolheeft260leerlingenenerwordtalgemeenbijzonderonderwijsgegeven.
Deonderzoeksgroepbestondintotaaluit175leerlingen,81jongensen94meisjes.Hetonderzoekis
gehoudenonderleerlingenuitklas2(n=86)enklas3(n=89).Deleeftijdvarieerdevan13totenmet
18 jaar. Hetmerendeel van de leerlingenwas 15 jaar (n=76), gevolgd door de 14 jarigen (n=66).
Daarna volgde de leeftijd van 16 jaar (n=16) en 13 jaar (n=13). Het aantal leerlingen van 17 jaar
(n=3)en18jaar(n=1)washetlaagst.
Zoalshierbovenalwerdaangegevenhebbener intotaaldriescholenuitNieuw‐Westdeelgenomen
aanhetonderzoek.Hierbijwashetgrootsteaantal leerlingenafkomstigvanhetHervormdLyceum
West (n=89), gevolgd door het Comenius Lyceum (n=74) en het Westburg College (n=12).
Onderstaandetabelvermeldtdeschool,hetopleidingsniveauendeklasvandeleerlingen.
Tabel4.School,opleidingsniveauenklasleeringenNaamschool Totaalaantalleerlingen Opleidingsniveau Klas Aantalleerlingen
havo 2 18havo 3 19vwo 2 23
ComeniusLyceum 74
vwo 3 14vmbo‐t 2 22havo 2 23havo 3 22
HervormdLyceumWest
89
vwo 3 22WestburgCollege 12 vmbo‐b&k(kcm) 3 12 Uitbovenstaandetabelblijktdateraanditonderzoekvierverschillendeopleidingsniveaushebben
deelgenomen,tewetenvmbo‐b&k(Kunst,CultuurenMedia),vmbo‐t(theoretischeleerweg),havoen
vwo.Hetmerendeelvande leerlingenzatophethavo(n=82),gevolgddoorhetvwo(n=59)enhet
vmbo‐t(n=22).Hetkleinsteaantalleerlingenzatineenvmbo‐b&kklas(n=12).Hetaantalleerlingen
indeverschillendeklassenkwambijnaovereen,namelijk86leerlingeninklas2en89inklas3.
Demeerderheidvandeleerlingendieheeftdeelgenomenaanhetonderzoekisallochtoon(n=166),
datwilzeggendattenminsteéénvandeoudersvandeleerlinginhetbuitenlandisgeboren.Vande
overige 9 leerlingen, de autochtonen, zijn de ouders inNederland geboren.Vande166 allochtone
leerlingenwaren143leerlingen2egeneratieallochtoon.Hiermeewordtbedoelddatdezeleerlingen
in Nederland zijn geboren. De overige 23 leerlingen zijn 1e generatie allochtoon en zijn in het
buitenlandgeboren.Onderstaandetabelbiedteenoverzichtvandeetniciteitvandeleerlingen.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
34
Tabel5.EtniciteitleerlingenEtniciteit Aantal PercentageNederlands 9 5,1Marokkaans 71 40,6Turks 50 28,6Surinaams/Antilliaans/Arubaans 13 7,4Overigelanden 32 18,3Totaal 175 100Om de etniciteit van de leerlingen te bepalen is gekeken naar het geboorteland van de ouders.
Wanneerhetgeboortelandvanbeideoudersvanelkaarverschilt, ishetgeboortelandvandevader
bepalend geweest voor de etniciteit. Uit bovenvermelde tabel blijkt dat het grootste deel van de
leerlingenvanMarokkaanseafkomstis(n=71),gevolgddoorleerlingenvanTurksekomaf(n=50).De
leerlingenindecategorieoverigelanden(n=32)zijnvervolgensdegrootstegroep.Deoverigelanden
zijn Pakistan, Algerije, Irak (Koerdistan), Iran, Afghanistan, Syrië, Egypte, Ethiopië, India, de
Filipijnen,RuslandenBrazilië.DeleerlingenvanSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseafkomst
(n=13)wordengevolgddoordekleinstegroep,deNederlandseleerlingen(n=9).
2.4 Design
Om een antwoord te kunnen formuleren op de onderzoeksvraag is een kwantitatief onderzoek
uitgevoerddoormiddelvaneenvragenlijst (Bijlage I).Er isvoordezemethodegekozenomdatde
afnamevandevragenlijstaanheteindevanhetschooljaar2008‐2009heeftplaatsgevonden.Omdat
dit eendrukkeperiodevoorde scholen is, vroegdeafnameenerzijdsweinig tijdvandedocenten,
maar ook van de leerlingen. Daarnaast diende de afname in het schooljaar 2008‐2009 plaats te
vinden,omdat inhet schooljaar2009‐2010depilotvanheteducatieveprojectvan start zougaan.
Voordeel hiervan is dat de resultaten van het onderzoek het algemene beeld van jongeren met
betrekking tot de waardering voor en het begrip van cultureel erfgoed representeren. Gezien de
geringetijdwashethelaasnietmogelijkomeenkwalitatiefonderzoekindevormvanfocusgroepen
uit te voeren. Wel is door middel van open vragen een kwalitatiever karakter aan de vragenlijst
gegeven.
2.5 Instrumentatie
Hieronderzaleenoverzichtwordengebodenvandegebruiktevariabelenendemanierwaaropdeze
geoperationaliseerdzijninditonderzoek.Eenbeknoptenoverzichtelijkschemavanallevariabelen
met bijbehorende namen, labels, waarden en waarden‐labels, is terug te vinden in het codeboek
(BijlageII).
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
35
2.5.1 Onafhankelijkevariabelen
2.5.1.1 Geslacht
Devariabelegeslachtisinditonderzoekgeoperationaliseerdaandehandvanhetantwoord,jongen
of meisje, dat de leerling heeft aangegeven in het onderzoek. Deze variabele werd gecontroleerd
omdat uit onderzoek is gebleken dat het geslacht invloed heeft op de cultuurparticipatie. Het is
namelijk een vertrouwd gegeven dat meer vrouwen dan mannen behoren tot de bezoekers van
culturele instellingen.115Wanneerwemeer specifiek naar het bezoek aan cultureel erfgoed, in dit
geval monumenten, kijken komt dit beeld eveneens overeen. Uit onderzoek van 1995 tot en met
2007blijktdathetpercentagevrouwendateenbezoekbrachtaaneenmonumenthogerligtdanbij
mannen.116Hoeweldezecijfersbetrekkinghebbenopmonumentenbezoek,ishetvanuitditgegeven
interessantomtekijkenofhetgeslachttevensinvloedheeftopdewaarderingvoorenhetbegripvan
cultureelerfgoedonderdeleerlingen.
2.5.1.2 Etniciteit
Inditonderzoekisdevariabeleetniciteitgeoperationaliseerdaandehandvanhetgeboortelandvan
de ouders van de leerling. Door middel van de gegevens kon vastgesteld worden of het een
autochtone of allochtone leerling betrof. Wat betreft de allochtone leerlingen is er voor gekozen
onderscheid te maken tussen de Marokkaanse, Turkse, Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse en
overigelandenleerling.Opdezevariabelewerdgecontroleerdomdatuitonderzoekisgeblekendat
etniciteiteffectheeftopdeparticipatieaancultuur.Cultuurparticipatieisnamelijkhethoogstonder
autochtonen en onder Marokkanen en Turken het laagst. De middenpositie wordt bekleed door
Antillianen en Surinamers.117 Dit beeld komt overigens ook overeenmet het monumentenbezoek
onder deze etnische bevolkingsgroepen. In 2007was het percentage autochtonen dat een bezoek
brachtaaneenmonumentnamelijkhethoogst(48%).DezegroepwerdgevolgddoordeSurinaamse
enAntilliaansebevolkingsgroep(23%).DeMarokkaanseenTurksebevolkingsgroephadhetlaagste
percentagemonumentenbezoek (17%).118 Ook hierbij geldt dat het interessant is om te kijken of
etniciteit invloed heeft op de waardering voor en het begrip van cultureel erfgoed onder de
leerlingen.
2.5.1.3 Generatie
Aan de hand van het geboorteland van de leerling zelf kon inzicht verkregen worden tot welke
generatiedeallochtoneleerlingbehoorde.Dezevariabeleisinhetonderzoekopgenomenomdatuit
onderzoekisgeblekendatereenverbandbestaattussendecultuurparticipatieendegeneratievan
een allochtoon. Rijpma en Rocques stellen inDiversiteit in vrijetijdsbesteding: rapportage van een
onderzoeknaardedeelnamevanSurinaamse,TurkseenMarokkaanseRotterdammersvande1een2e
generatie aan onder andere cultuur, openluchtrecreatie en sport in 1999 dat de 2e generatie
allochtonencultureelactieverisdande1egeneratie.119Watbetrefthetmonumentenbezoekkomtdit
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
36
beeldovereen.Metnamede2egeneratieSurinamersenMarokkanenzijnactiever inhetbezoeken
vanmonumentendande1egeneratie.120Ookhiervoorgeldtdathetbelangrijkisomtekijkenofdit
invloedheeftopdewaarderingenhetbegripvoorcultureelerfgoedonderdeleerlingen.
2.5.1.4 Opleidingsniveau
De variabele opleidingsniveau is in dit onderzoek geoperationaliseerd aan de hand van het
opleidingsniveau dat de leerling op het moment van afname volgde. Op deze variabele werd
gecontroleerdomdathetopleidingsniveau indirecteffect zoukunnenhebbenopdewaarderingen
hetbegripvoorcultureelerfgoedonderdeleerlingen.Uitvelestudiesisnamelijkgeblekendathoger
opgeleiden cultureel actiever zijn dan lager opgeleiden. Dit gegeven is ook terug te zien in het
monumentenbezoek.Mensenmeteenvmbo‐opleidingbrengennamelijkprocentueelgezienminder
bezoekenaanmonumentendanmensenmeteenhavo,vwoofmbo‐opleiding.121
2.5.1.5 School
De variabele school is geoperationaliseerd als de schoolwaar de leerling onderwijs volgde op het
momentvanhetonderzoek.Dezevariabeleisinhetonderzoekopgenomenomdathetinteressantis
om tekijkenof er eenverbandbestaat tussende school endewaarderingvoorenhetbegripvan
cultureelerfgoedonderdeleerlingen.
2.5.1.6 Klas
Omdatdeleeftijdvandeleerlingeninditonderzoeknietsterkuiteenliepiservoorgekozenomde
variabeleklasteoperationaliseren.Deklasrepresenteerthierbijhetkennisniveau,waarmeebedoeld
wordt dat klas 3 een hoger kennisniveau heeft dan klas 2. In het onderzoek is gekeken of deze
variabeleinvloedheeftopwaarderingvoorenhetbegripvancultureelerfgoedonderdeleerlingen.
2.5.2 Afhankelijkevariabelen
2.5.2.1 Waardering
Devariabelewaarderingisinhetonderzoekgeoperationaliseerdindevormvan28afbeeldingenvan
materieel onroerend cultureel erfgoed indedirecteomgeving vande school (Nieuw‐West) en een
aantal verdiepingsvragen. De selectie van de afbeeldingen (gebouwen en gebieden) is tot stand
gekomen door eerst een inventarisatie van het cultureel erfgoed in Nieuw‐West te maken. Deze
inventarisatieisgrotendeelsdoormiddelvanhetAmsterdamsMonumentenInventarisatieSysteem
(AMIS) van BMA gemaakt. Na deze inventarisatie zijn alle gebouwen en gebieden bezocht en
gefotografeerd. Uiteindelijk zijn hieruit 28 gebouwen en gebieden geselecteerd, die ingedeeld zijn
naar een aantal kenmerken. Als eerste is onderscheid gemaakt tussen de verschillende typen
cultureel erfgoed. In het onderzoek is de boerderij, het kantoorgebouw, het monument van
ontspanning, het openbaar gebouw, een vestingwerk, de molen, het woonhuis, religieus erfgoed,
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
37
industrieel erfgoed, archeologisch erfgoed enmonumentaal groen (cultuurlandschap) opgenomen.
Ten tweede isbijdezeverschillende typenerfgoedeendriedeling inarchitectuuraangebracht.Dit
betreftoudearchitectuur,naoorlogsearchitectuur(zogenaamdewederopbouwperiode)enmoderne
architectuur.TotslotisgeprobeerdeenspreidingvancultureelerfgoedinhetgebiedNieuw‐Westte
bewerkstelligen. Hierbij is gekeken naar de verschillende stadsdelen binnen Nieuw‐West. Het
stadsdeelBosenLommervielafomdaterbijdeselectietevensgekekenisnaardeafstandtussende
scholen en het cultureel erfgoed. Verder is tevens gepoogd een spreiding in de status van de
verschillendegebouwenofgebiedenaantebrengen.Hierbijwordtonderscheidgemaakttusseneen
gemeentelijk monument, een in procedure tot aanwijzing gemeentelijk monument, een
rijksmonument,eenTop100rijksmonumentendeTop100jongemonumenten.Hierondervolgteen
overzichtvanhetcultureelerfgoeddatindevragenlijstisopgenomen.
Tabel6.Overzichtstabelmetafbeeldingenverwerktinvragenlijstnaarnaam,type,architectuur,stadsdeelenstatusNaamcultureelerfgoed
Typecultureelerfgoed
Architectuurcultureelerfgoed
Stadsdeelwaarinhetcultureelerfgoedstaat/ligt
Status
BoerderijDeMelkweg
boerderij oud Osdorp GM*
Dokterswoning kantoorgebouw oud Osdorp GM
KantoorgebouwIBM kantoorgebouw naoorlogs Slotervaart GM
KantoorgebouwAtradius
kantoorgebouw modern Slotervaart
Café‐restaurantDeHalveMaen
monumentvanontspanning
oud Osdorp
EetcaféOostoever monumentvanontspanning
naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer
Sloterparkbad monumentvanontspanning
modern Geuzenveld‐Slotermeer
Wees‐enarmenhuis openbaargebouw oud Osdorp
TechnischCollegeAmsterdam
openbaargebouw naoorlogs Slotervaart GM
AcademievoorLichamelijkeOpvoeding
openbaargebouw modern Osdorp
Bastion vestingwerk naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer
MolenDe1200Roe
molen oud Geuzenveld‐Slotermeer RM**
Woonhuis woonhuis oud Osdorp GM
Westereindflat woonhuis naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer TRM***
FlatParkrand woonhuis modern Geuzenveld‐Slotermeer
Sloterhof woonhuis naoorlogs Slotervaart GM
Noorderhof woonhuis modern Geuzenveld‐Slotermeer
Sloterkerk religieuserfgoed oud Osdorp RM
St.Catharinakerk religieuserfgoed naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer PGM****
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
38
MoskeeElHijra religieuserfgoed naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer PGM
MoskeeSuleymaniye religieuserfgoed modern Osdorp
FabriekshalDe1800Roe
industrieelerfgoed oud Geuzenveld‐Slotermeer RM
Confectiefabriek industrieelerfgoed naoorlogs Slotervaart GM
Fabriekshallen industrieelerfgoed modern Osdorp
Dorpspleingelegenopeenterp
archeologischerfgoed
oud Osdorp
NatuurgebiedDeVrijeGeer
monumentaalgroen
oud Osdorp
Laantje monumentaalgroen
naoorlogs Geuzenveld‐Slotermeer
Sloterplasmetoevers
monumentaalgroen
naoorlogs Slotervaart TJM*****
* gemeentelijkmonument** rijksmonument*** Top100rijksmonumenten**** inproceduretotaanwijzinggemeentelijkmonument***** Top100jongemonumentenDevolgordevandeafbeeldingenindevragenlijstisatrandombepaald.Bijdeafbeeldingenisaande
leerlingen gevraagd of zij de afbeelding met het gebouw of gebied waardevol of niet waardevol
vonden. Hierbij werd onder waardevol verstaan dat het gebouw of gebied volgens de leerling
bijzonderisendatdeleerlinghetbelangrijkvindtdathetgebouwofgebiedbewaardblijft.Erisbij
deze vraag voor een nominaal meetniveau gekozen gezien de periode waarin het onderzoek
plaatsvond,namelijkaanheteindevanhetschooljaar.Daarnaastiservoorditmeetniveaugekozen
omdat het gevaar dat de leerling eigenlijk geen mening geeft (bijvoorbeeld bij een ordinaal
meetniveau)ongunstigvoorderesultatenvanhetonderzoekzouzijn.
Om een nog duidelijker beeld te krijgen van wat de leerling als waardevol cultureel erfgoed
beschouwt, is vervolgens aan de leerlingen gevraagd een rangorde aan te geven in het cultureel
erfgoed dat zij als waardevol hadden aangeduid. Doormiddel van deze top 5 is meer verdieping
gecreëerd in de resultaten van de eerste vraag. Wanneer een leerling namelijk van de 28
afbeeldingendehelftwaardevolvindtishetnietduidelijkwelkehijofzijhetmeestwaardevolvindt.
Vervolgensishiernogeenverdiepingscomponentaantoegevoegd,doormiddelvaneenopen
vraag,waarbijde leerlingwerdgevraagdwaaromhijofzijhetgebouwofgebiedopdeeersteplek
heeft gezet. De vraag is in de vragenlijst opgenomen om een beter beeld te krijgen van de
beweegredenenwaaromleerlingenietswaardevolofnietwaardevolvinden.
Hoewel er door de spreiding in de architectuur indirect aan de leerlingwerd gevraagd of
hij/zijmeerwaarderingheeftvooroude,naoorlogseofmodernearchitectuur, iserbijdevariabele
waardering een verdiepingsvraag toegevoegd naar de invloed van de leeftijd van een gebouw of
gebiedopdewaardering.Naastdevraagofeenoudgebouwofgebiedwaardevollerisdaneenjong
gebouw of gebied is hier eveneens, door middel van een open vraag, gevraagd naar de
beweegredenenvandeleerling.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
39
Totslotisdeleerlingengevraagdwelkgebouwofgebied(datnognietnaarvorenwasgekomeninde
afbeeldingen)volgenshenzekerbewaardmoetblijvenvoordetoekomstenwaarom.Dezevraagisin
het onderzoekopgenomenomde leerling een stem te geven enhierdoor eenbeeld te krijgen van
hetgeendathij/zijalswaardevolbeschouwtbuitendevoorbeeldenindeafbeeldingen.
2.5.2.2 Begrip
Deze variabele is in het onderzoek geoperationaliseerd als het begrip dat leerlingen hebben van
cultureel erfgoed. Hierbij is, naast de overkoepelende term cultureel erfgoed of erfgoed, gevraagd
naardevormenvanerfgoeddieonderhetmaterieelonroerenderfgoedvallen.Ditzijnmonumenten,
cultuurlandschapenarcheologie.Bijaldezebegrippen isaande leerlingengevraagdofzijweleens
vanhetbegriphaddengehoord.Wanneerdezevraagwerdbeantwoordmet ja,werdgevraagdom
het begrip te omschrijven en een aantal voorbeelden te noemen. Daarnaast is aan de leerlingen
gevraagdof zeweleensgehoordhaddenvandebegrippenerfgoedencultureel erfgoed.Er isvoor
dezetweebegrippengekozenomtekijkenofleerlingenhetzelfdebeeldbijbeidebegrippenhebben
ofdatervolgensheneenverschil inzit.Ookhierbijwerdgevraagdeenaantalvoorbeeldenofeen
omschrijvingtegevenwanneerdeleerlingdevraagmetjabeantwoorde.Devariabelebegripisinhet
onderzoekopgenomenomtekijkenhoebekendhetbegrip,endezakendiehierondervallen,onder
deleerlingenisenwelkevoorstellingzijhierbijhebben.
2.6 Afname
De data zijn verzameld van 8 juni t/m18 juni 2009 (week 24 en 25). Deze periode viel voor alle
scholen1of2wekenvoordelaatsteschoolonderzoekenvanhetschooljaar.Devragenlijstenzijnin
dementoren/ofbeeldendevorminglessenafgenomen.
Inoverlegmetdedocentwerdikaanhetbeginvandeleskortgeïntroduceerd,hierbijwerd
nietingegaanopdeinhoudvanhetonderzoek.Vervolgensverteldeikzelfwieikwasenwaaromikin
delesaanwezigwas.Naeenkorteuitlegoverdebegrippenwaardevolennietwaardevolwerdende
vragenlijstenuitgedeeldenisdeleerlingengevraagddevragenlijstzelfstandigintevullen.Vóórhet
invullenisduidelijktegendeleerlingengezegddatheteenvragenlijstbetreftwaarbijgeengoedeof
fouteantwoordenkunnenwordengegevenendathetomdemeningvandeleerlingzelfgaat.Ookis
aangegeven dat leerlingen die vragen hadden dit konden aangeven door de vinger op te steken.
Vragenmetbetrekking totdeopmaakvandevragenlijstwerdenbeantwoord, zodatde leerlingde
vragenlijst verder kon invullen. Wanneer een leerling vroeg of een bepaald voorbeeld een goed
antwoord zou zijn,werd de leerling nogmaals verteld dat er van een goed of fout antwoord geen
sprakewas.Deleerlingwerdverzochtzijnofhaarmeningtegeven. Nahetbeantwoordenvanalle
vragenwerdendevragenlijsteningenomenenvoorzienvanschoolnaam,opleidingsniveauenklas.
Detotaleduurvandeafnamevandevragenlijstvarieerdeperleerling,dezeliepuiteenvan10tot40
minuten. Gemiddeld deden leerlingen 25 tot 30 minuten over het invullen van de vragenlijst. De
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
40
algemene indrukvandeafname isdatdezevoorspoedigverliep,erwarengeen leerlingendieniet
wildendeelnemenaanhetonderzoek.
2.7 Verwerkinggegevens
NadeafnamezijnallevragenlijstenuitgewerktinExcel.Degeslotenvragenzijndoormiddelvanhet
codeboek(bijlageII)verwerkt.Deantwoordenopdeopenvragenzijnnainterpretatieingedeeldin
een aantal antwoordcategorieën en vervolgens verwerkt zoals in het codeboek staat beschreven.
Deze verwerking was noodzakelijk om vervolgens in SPSS kwantitatieve analyses te kunnen
uitvoeren.Uitdezeanalyseszijnderesultatenvoortgekomendieinhetvolgendehoofdstukworden
besproken.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
41
3 ResultatenIn dit hoofdstuk worden de verzamelde data geanalyseerd. Eerst zal de afhankelijke variabele
waarderingbehandeldworden.Vervolgenszalgekekenwordennaarbegrip,detweedeafhankelijke
variabeleinhetonderzoek.
3.1 Waardering
De afhankelijke variabele waardering is, zoals uit het hoofdstuk hiervoor blijkt, op verschillende
manierengetoetst.Allereerst is gekekenofde leerlingenhet cultureel erfgoed indeomgevingvan
hunschoolalswaardevolofnietwaardevolbeoordelen.Onderstaandetabelgeefteenoverzichtvan
hetoordeelvanalleleerlingen.
Tabel7.FrequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoedalleleerlingenNummerafbeelding Aantalleerlingendatdit
cultureelerfgoedalswaardevolbeoordeelt
Aantalleerlingendatditcultureelerfgoedalsnietwaardevolbeoordeelt
EetcaféOostoever 86 89AcademievoorLichamelijkeOpvoeding 144 31Woonhuis 64 111Dorpspleingelegenopeenterp 82 93BoerderijDeMelkweg 89 86Café‐restaurantDeHalveMaen 55 120MoskeeElHijra 153 22NatuurgebiedDeVrijeGeer 119 56Wees‐enarmenhuis 117 58Bastion 128 47Sloterparkbad 136 39MoskeeSuleymaniye 166 9Laantje 58 117Westereindflat 49 126Confectiefabriek 79 96TechnischCollegeAmsterdam 94 81Noorderhof 79 96St.Catharinakerk 82 93Sloterkerk 83 92Sloterplasmetoevers 150 25Fabriekshallen 41 134KantoorgebouwIBM 105 70Dokterswoning 93 82MolenDe1200Roe 120 55KantoorgebouwAtradius 125 50Sloterhof 48 127FabriekshalDe1800Roe 31 144FlatParkrand 115 60Wanneerwekijkennaarhetmeestgewaardeerdecultureelerfgoedishetopvallenddatopdeeerste
tweeplaatsenreligieuserfgoedstaat.Hierbijishetvanbelangomtevermeldendathetomreligieus
erfgoed gaat met een islamitische functie, namelijk een moskee. Opmerkelijk is dat op de drie
plaatsenhiernagebouwenen/ofgebiedenstaanmeteenvoornamelijkrecreatievefunctie,namelijk
deSloterplasmetoevers,deacademievoorLichamelijkeOpvoedingenhetSloterparkbad.Wanneer
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
42
dearchitectuurvandevijfmeestgewaardeerdegebouwenofgebiedennaderbestudeerdwordt, is
het opvallend dat hier alleen naoorlogse ofmoderne architectuur genoemdwordt. Tot slot is het
noemenswaardig om te vermelden dat voorbeelden van een woonhuis en industrieel erfgoed het
meestalsnietwaardevolwordenbeoordeeld.
Wanneer deze resultaten vergeleken worden met het bezoek aan verschillende soorten
monumenten van het SCP zijn er drie belangrijke overeenkomsten. De eerste overeenkomst heeft
betrekking op het religieus erfgoed. Naast oude stadsdelen en dorpskernen was dit type erfgoed
namelijk het meest populair onder de Nederlandse bevolking. Het industrieel erfgoed
(bedrijfspanden),detweedeovereenkomst,bleekhetminstpopulairtezijn.122Watdearchitectuur
betreft,komtdemeningvande jongerenovereenmetdemensenuithetonderzoekvanCoeterier.
Hierinwerdnamelijkgestelddateengebouwvan50jaaroudookcultuurhistorischwaardevolkan
zijn.123Metanderewoordennaoorlogseofmodernearchitectuurkanookwaardevolzijn.
3.1.1 Waardeoordeelleerlingenafbeeldingencultureelerfgoed
Hoewelditoverzichtaleenaantalinteressanteresultatenlaatzien,ishetvanbelangomtekijkenof
we deze resultaten kunnen verklaren. Om dit te bewerkstelligen wordt er gekeken of de
onafhankelijke variabelen invloed hebben op de beoordeling van de afhankelijke variabelen
waardering en begrip. Hiervoor is een Cramer’s V‐toets uitgevoerd. Deze toets vergelijkt de
frequentieverdeling van de steekproef met de verwachte celverdeling en gaat na of het verschil
significant is. Bij de resultaten is ervoor gekozen om alleen de significante uitkomsten
(significatieniveau<0,05)tevermelden.
3.1.1.1 Geslacht
Allereerstisgekekenofereenaantoonbaarverschilbestaattussenhetwaardevolofnietwaardevol
beoordelen van de afbeeldingen en het geslacht van de respondent. Uit de analyse blijkt dat het
geslacht bij vijf afbeeldingen invloed heeft op het resultaat. In onderstaande tabel worden de
resultatengetoond.
Tabel8.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoednaargeslacht
GeslachtAfbeelding Oordeeljongen meisje
Cramer’sV
waardevol 23 41Woonhuisnietwaardevol 58 53
0,158*
waardevol 47 70Wees‐enarmenhuisnietwaardevol 34 24
0,174*
waardevol 32 61Dokterswoningnietwaardevol 49 33
0,254**
waardevol 48 72MolenDe1200Roenietwaardevol 33 22
0,186*
waardevol 52 73KantoorgebouwAtradius nietwaardevol 29 21
0,149*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
43
Uitdeze tabelblijktdaterbijdebovenstaandeafbeeldingeneensignificantverschilaangetoond is
naargelanghetgeslachtvanderespondent.Hetgrootsteverschilzienwebijdeafbeeldingvande
Dokterswoning. Demeisjes beoordelen dit cultureel erfgoed voornamelijk als waardevol (64,9%),
terwijl de jongens het eerder als niet waardevol beschouwen (60,5%). Molen De 1200 Roe laat
vervolgens het grootste verschil zien. Hier is de afbeelding zowel door de jongens als demeisjes
voornamelijk als waardevol beoordeeld, het percentage van de meisjes dat deze afbeelding als
waardevolheeftbeoordeeld(76,6%)isaanzienlijkhogerdanhetpercentagevandejongens(59,3%).
Deoverigeafbeeldingenlatenhetzelfdeverschilzien,namelijkdatdemeisjesprocentueelgezienhet
cultureelerfgoedalswaardevollerbeschouwen.
Datmeisjes dit cultureel erfgoedwaardevoller beoordelen iswellicht indirect te koppelen
aandealgemenebelangstellingvoorcultureelerfgoedonderhetvrouwelijkgeslacht.In2007bracht
devrouw(46%)namelijkvakerdandeman(44%)eenbezoekaaneenmonument.124
3.1.1.2 Etniciteit
Daarnaastisergekekenofdeonafhankelijkevariabeleetniciteitinvloedheeftopdebeoordelingvan
hetcultureelerfgoeddoordeleerlingen.Ookuitdezeanalysezijneenaantalafbeeldingennaarvoren
gekomen.Hierondervolgteenoverzichtvandebevindingen.
Tabel9.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoednaaretniciteit
EtniciteitAfbeelding Oordeela m t s/a/a o
Cramer’sV
waardevol 6 32 16 9 19Dorpspleingelegenopeenterp nietwaardevol 3 39 34 4 13
0,246*
waardevol 8 70 49 9 30MoskeeSuleymaniyenietwaardevol 1 1 1 4 2
0,349***
waardevol 6 33 14 9 20St.Catharinakerknietwaardevol 3 38 36 4 12
0,286**
waardevol 7 26 16 12 22Sloterkerknietwaardevol 2 45 34 1 10
0,398***
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001a=autochtone,m=Marokkaanse,t=Turkse,s/a/a=Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse,o=overigeUitbovenstaandetabelblijktdaterbijvierafbeeldingeneenverschil isaangetoondnaargelangde
etniciteitvanderespondent.Opvallendhierbijisdatdemeestsignificanteverschillenwordengezien
bijhetreligieuserfgoed.DeCramer’sVwaardelaatziendathetgrootsteverschilbijdeSloterkerkis
aangetoond. Hierbij is het noemenswaardig om te vermelden dat de leerlingen met een
Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit dit cultureel erfgoed als het meest waardevol
beschouwen(92,3%),gevolgddoordeautochtoneleerlingen(77,8%).DeleerlingenmeteenTurkse
etniciteit (68%)enMarokkaanseetniciteit (63,4%)beoordelendeSloterkerkvoornamelijkalsniet
waardevol.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
44
NaastdeSloterkerkwordtereensignificantverschilgezienbijdeMoskeeSuleymaniye.Hoewelalle
etniciteitenditcultureelerfgoedvoornamelijkalswaardevolhebbenbeoordeeld,ishetopvallenddat
deleerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteit(30,8%)ditcultureelerfgoedals
minstwaardevolhebbenbeschouwd.BijdeSt.CatharinakerkenhetDorpspleingelegenopeenterp
ishetnoemenswaardigdathetoordeelvandeleerlingenmeteenMarokkaanseenTurkseetniciteit
verschilt ten opzichte van de anderen. In tegenstelling tot de andere etniciteiten hebben zij dit
cultureelerfgoedvoornamelijkalsnietwaardevolbeoordeeld.Vooralhetoordeelvandeleerlingen
meteenTurkseetniciteit(68%)isnoemenswaardig.
Wanneer deze resultaten worden vergeleken met het onderzoek naar het
monumentenbezoekonderdeNederlandsebevolkingzijnergeenduidelijkeovereenkomstentezien.
Uitditonderzoekblijktnamelijkdatmonumentenhetmeestfrequentdoordeautochtonebevolking
worden bezocht, gevolgd door mensen met een Surinaamse/Antilliaanse etniciteit. Onder de
MarokkanenenTurkenishetbezoekerspercentagehet laagst.125Uitbovenstaanderesultatenblijkt
dat hier eerder sprake is van een tweedeling in het waardeoordeel tussen de leerlingenmet een
Marokkaanse en Turkse etniciteit én de autochtone leerlingen en leerlingenmet een Surinaamse/
Antilliaanse/Arubaanseetniciteit.Hetisaannemelijkdatditverschilverbandheeftmetdeculturele
en religieuze achtergrond van de leerlingen. De moskee, het gebedshuis binnen de islam, wordt
namelijk onder de leerlingen met een Marokkaanse en Turkse etniciteit als meest waardevol
beoordeeld. Daarentegen beoordelen zij het religieus erfgoed met een westerlijk exterieur, de
Sloterkerk en St. Catharinakerk, voornamelijk als nietwaardevol. Bij de autochtone leerlingen en
leerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteitiseenomgekeerdbeeldtezien,het
meerdendeelvanhenbeoordeeltdeSloterkerkenSt.Catharinakerknamelijkalswaardevol.
Datde leerlingenmet eenMarokkaanseenTurkseetnicteithetDorpspleingelegenopeen
terpalsvoornamelijknietwaardevolbeoordelenismoeilijkteverklaren.Ditzounamelijkbetekenen
datdezeleerlingenarcheologieminderwaarderen.Ofditwerkelijkhetgeval is,moetblijkenuitde
overigeresultatenvanhetonderzoek.
3.1.1.3 Generatie
Vervolgens is er gekeken of er een verschil bestaat tussen het waardeoordeel van de autochtone
leerlingen,1egeneratieen2egeneratieallochtone leerlingen.Uitdeanalyse, inonderstaande tabel
weergegeven,isgeblekendaterbijdeSloterkerkeensignificantverschilisaangetoond.
Tabel10.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoedvanautochtone,1een2egeneratieallochtoneleerlingen
AutochtoonengeneratieallochtoonAfbeelding Oordeelautochtoon 1egeneratie
allochtoon2egeneratieallochtoon
Cramer’sV
waardevol 7 16 61Sloterkerkniet‐waardevol 2 7 82
0,206*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
45
Opmerkelijkbijdezeanalyse isdathetgrootstegedeeltevande2e generatieallochtone leerlingen
(57,3%) dit cultureel erfgoed als enigen als niet waardevol hebben beoordeeld. De autochtone
leerlingen(77,7%)hebbenditreligieuserfgoedalshetmeestwaardevolbeoordeeld,gevolgddoorde
1egeneratieallochtoneleerlingen(69,6%).
Ook bij dit resultaat is het aannemelijk dat culturele en religieuze achtergrond van de
leerlingenvaninvloedisophetwaardeoordeel.Hierbovenblijktnamelijkdatdeleerlingenmeteen
MarokkaanseenTurkseetniciteitdezekerkvoornamelijkalsnietwaardevolbeoordelen.Ditzijnmet
name 2e generatie allochtonen. Uit het onderzoekReligie aan het begin van de 21ste eeuw van het
CentraalBureauvoordeStatistiek(CBS)isgeblekendatde2egeneratieTurkenenMarokkanenhet
meestactiefhungeloofbeoefenen.126Hetisaannemelijkdatdezeactieverehoudinginvloedheeftop
de waardering van het religieus erfgoed. De Sloterkerk, in de vragenlijst het meest duidelijke
voorbeeldvaneenwesterlijkekerkwatbetreftexterieur,wordtwaarschijnlijkvoornamelijkalsniet‐
waardevolbeoordeeld,omdatdezekerkgeenrelatieheeftmetdeislam.
Daarentegen is het opmerkelijk dat de 1e generatie allochtonen in tegenstelling tot de 2e
generatie allochtonen dit cultureel erfgoed voornamelijk als waardevol beoordelen. Het zou
aannemelijker zijn dat de 1e generatie allochtonen dit cultureel erfgoed minder waardevol vindt,
gezienhetfeitdatdezegeneratiehungeloofactieverbeoefenendande2egeneratieallochtonen.127
Hetverschilinderesultatenisechterteverklarendoordateendeelvandeze1egeneratieallochtone
leerlingen (26,1%) geboren is in een landwaarmen voornamelijk het christelijk geloof aanhangt.
Hierdoorbeoordeelthetmerendeelvande1egeneratieallochtonenditreligieuserfgoeddanookals
waardevol.
3.1.1.4 Opleidingsniveau
Ookhetopleidingsniveauvandeleerlingenisgeanalyseerd.Onderstaandetabelgeefteenoverzicht
vandeafbeeldingen,waarbijeensignificantverschil isaangetoondtussendeleerlingenwatbetreft
hunopleidingsniveau.
Tabel11.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoednaaropleidingsniveau
OpleidingsniveauAfbeelding Oordeelvmbob&k vmbot havo vwo
Cramer’sV
waardevol 9 12 30 31Dorpspleingelegenopeenterp niet‐waardevol 3 10 52 28
0,221*
waardevol 8 15 33 33BoerderijDeMelkweg niet‐waardevol 4 7 49 26
0,216*
waardevol 4 2 26 26Laantjenietwaardevol 8 20 56 33
0,227*
waardevol 2 11 25 11Westereindflatnietwaardevol 10 11 57 48
0,225*
waardevol 5 19 25 33St.Catharinakerknietwaardevol 7 3 57 26
0,376***
waardevol 5 18 27 33Sloterkerknietwaardevol 7 4 55 26
0,331***
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
46
Het grootste significante verschil wat betreft opleidingsniveau is te zien bij het religieus erfgoed.
OpvallendbijdeSt.Catharinakerkisdathetmerendeelvandeleerlingenuitdehavoklasditreligieus
erfgoednietwaardevol(69,5%)vindt,gevolgddoordeleerlingenuitdevmbo‐b&kklas(58,3%).De
leerlingen uit de vmbo‐t klas (86,4%) en de vwo klas (55,9%) vinden dit cultureel erfgoed
daarentegenoverhetalgemeen juistwelwaardevol.Hoeweldeverschillen ietskleinerzijn isdeze
verdeling onder het opleidingsniveau ook aangetoond bij de Sloterkerk. Bij het Laantje en de
Westereindflat zijn de leerlingen uit de verschillende klassen het erover eens dat dit cultureel
erfgoedvoornamelijknietwaardevolis.Devmbo‐tleerlingen(90,9%)beoordelenhetLaantjealshet
minst waardevol. De vmbo‐b&k leerlingen (83,3%) zijn daarentegen het minst positief over de
Westereindflat.BijhetDorpspleingelegenopeenterpenBoerderijDeMelkwegisdezemeningjuist
tegenovergesteld, de leerlingen vinden dit cultureel erfgoed over het algemeen waardevol. Een
uitzonderingopditoordeelvormenechterdeleerlingenuitdehavoklas.
Wanneer de resultaten worden vergeleken met het onderzoek van het SCP is er een
belangrijke overeenkomst. Over het algemeen laten bovenstaande resultaten zien dat de vwo
leerlingen het cultureel erfgoed, met uitzondering van het Laantje en de Westereindflat,
voornamelijk als waardevol beoordelen. Dit beeld komt overeenmet het onderzoek van het SCP,
waaruit blijkt dat hoger opgeleiden meer belangstelling hebben voor monumenten.128 Dit zou
betekenendatdevmbo‐b&kleerlingenhetcultureelerfgoedoverhetalgemeenhetminstwaarderen.
Uit bovenstaande resultaten blijken de havo leerlingen echter het minst positief te zijn. Een
aannemelijkeverklaringvoorhethogerewaardeoordeelvandevmbo‐b&kleerlingenisdatzijinde
zogenaamde vmbo‐b&k Kunst, Cultuur en Media klas zitten, waardoor zij waarschijnlijk meer
interessehebbenvoorcultureelerfgoed.
3.1.1.5 School
Naasthetopleidingsniveauisergekekenoferverschillenbestaantussendewaardeoordelenvande
leerlingenvandeverschillendescholen.Bijvierafbeeldingeniseensignificantverschilaangetoond.
Hierondervolgenderesultaten.
Tabel12.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoednaarschool
SchoolAfbeelding OordeelHervormd
LyceumWestComeniusLyceum
WestburgCollege
Cramer’sV
waardevol 35 43 8EetcaféOostoever nietwaardevol 54 31 4
0,204*
waardevol 42 17 5Woonhuisnietwaardevol 47 57 7
0,243*
waardevol 74 70 9MoskeeElHijranietwaardevol 15 4 3
0,195*
waardevol 52 50 3KantoorgebouwIBM nietwaardevol 37 24 9
0,214*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
47
Hoewel de leerlingen van de verschillende scholen het met elkaar eens zijn dat het Woonhuis
voornamelijk niet waardevol is, zijn de verschillen bij deze afbeelding het meest significant. Het
percentageleerlingenvanhetComeniusLyceum(77%),datditcultureelerfgoedalsnietwaardevol
beschouwt,steektnamelijkbovendeanderetweescholenuit.BijhetkantoorgebouwIBMwordtde
mening niet gedeeld door de verschillende scholen. Het merendeel van de leerlingen van het
WestburgCollege(75%)beoordeeltditcultureelerfgoednamelijkalsnietwaardevolintegenstelling
tot de andere twee scholen.Bij EetcaféOostoever is dit verschil tussende scholenwatbetreft het
waardeoordeel ook zichtbaar, alleen vormt het Hervormd LyceumWest hier een uitzondering. In
tegenstellingtotdeanderetweescholenvindendeleerlingenvandezeschool(60,7%)ditcultureel
erfgoedvoornamelijknietwaardevol.HetkleinstesignificanteverschilistezienbijMoskeeElHijra,
de leerlingenzijnhethiermetelkaareensdatditreligieuserfgoedvoornamelijkwaardevol is.Het
ComeniusLyceum(94,6%)heeftditreligieuserfgoedalshetmeestwaardevol(94,6%)beoordeeld.
Wanneer er naar de schoolprofielen van de scholen wordt gekeken valt het op dat het
Comenius Lyceum als enige geen kunst of cultuur in dit profiel heeft opgenomen. Het is dus
opmerkelijk dat deze school algemeen gezien hetmeest positief is over het cultureel erfgoed. Een
verklaring voor dit resultaat zou kunnen zijn dat er vanuit deze school twee vwo klassen hebben
deelgenomen. Zoals net bleek bij het opleidingsniveau is het aannemelijk dat deze leerlingen het
cultureelerfgoedoverhetalgemeenpositieverbeoordelen.
3.1.1.6 Klas
Totslotisergekekenofdeklaswaarindeleerlingenzittenvaninvloedisophetwaardeoordeel.Bij
acht afbeeldingen van cultureel erfgoed is een significant verschil aangetoond. De tabel hieronder
geefteenoverzichtvanderesultaten.
Tabel13.Frequentietabelwaardeoordeelcultureelerfgoednaarklas
KlasAfbeelding OordeelKlas2 Klas3
Cramer’sV
waardevol 20 44Woonhuisnietwaardevol 66 45
0,272***
waardevol 81 72MoskeeElHijranietwaardevol 5 17
0,200**
waardevol 55 73Bastionnietwaardevol 31 16
0,204**
waardevol 17 41Laantjenietwaardevol 69 48
0,279***
waardevol 50 32St.Catharinakerknietwaardevol 36 57
0,222**
waardevol 48 35Sloterkerknietwaardevol 38 54
0,165*
waardevol 66 84Sloterplasmetoevers nietwaardevol 20 5
0,252**
waardevol 53 72KantoorgebouwAtradius nietwaardevol 33 17
0,213**
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
48
De grootste significante verschillen zijn aangetoond bij het Woonhuis en het Laantje. Bij beide
vormenvancultureelerfgoedzijndeleerlingenuitdeverschillendeklassenhetmetelkaareensdat
dezevoorbeeldenvoornamelijknietwaardevolzijn.Opvallendhierbij isdathetverschilmetname
groter is bij de leerlingen uit klas 2. BijMoskee ElHijra, het Bastion, de Sloterplasmet oevers en
kantoorgebouwAtradiusdelendeleerlingenuitdeverschillendeklasseneveneenshunmeningmet
elkaar wat betreft het waardeoordeel. De verschillen zijn hierbij echter significant minder groot.
Klas3isechterinzijnoordeel,metuitzonderingvandeMoskeeElHijra,hetmeestduidelijkgeweest.
Opvallend isdathetwaardeoordeeloverhetovergebleven religieus erfgoedonder leerlingenover
hetalgemeenafwijkt.Deleerlingenuitklas3hebben,integenstellingtotdeleerlingenuitdeklas2,
dittypeerfgoedvoornamelijkalsnietwaardevolbeoordeeld.
Omdathetonderzoeknaardebelangstellingvoorhet cultureelerfgoedonderscheidmaakt
tussen leeftijdscategorieën is het moeilijk om bovenstaande resultaten te koppelen aan dit
onderzoek. Wanneer we ervan uitgaan dat de kennis van de leerlingen gaandeweg hun
schoolcarrière zal toenemen, is het aannemelijk dat de leerlingen in klas 3 het cultureel erfgoed
waardevoller beoordelen dan de leerlingen uit klas 2. Deze aanname klopt, behalve voor de
voorbeelden van religieus erfgoed. De Moskee El Hijra, St. Catharinakerk en Sloterkerk worden
namelijkpositieverbeoordeelddoordeleerlingeninklas2.
3.1.2 Top5cultureelerfgoed
Ten tweede is aande leerlingengevraagdeen top5 temakenvanhet cultureel erfgoeddat zij als
waardevolbeoordelen.Opeenaantalpuntenisdezevraagnietdooralleleerlingenbeantwoord.Er
zijnnamelijkdrieleerlingendiegeenantwoordhebbeningevuldbijhunnummer4envierleerlingen
hebbennietsingevuldinbijnummer5.Inonderstaandetabelisdetop5waardevolcultureelerfgoed
vanalleleerlingenweergegeven.
Tabel14.Frequentietabeltop5waardevolcultureelerfgoedalleleerlingenAfbeelding Nummer1 Nummer2 Nummer3 Nummer4 Nummer5EetcaféOostoever 10 8 7 5 7AcademievoorLichamelijkeOpvoeding
13 7 11 15 9
Woonhuis 2 4 4 2 2Dorpspleingelegenopeenterp
3 5 2 2 6
BoerderijDeMelkweg 3 1 6 2 12Café‐restaurantDeHalveMaen
0 2 1 2 0
MoskeeElHijra 33 35 8 6 7NatuurgebiedDeVrijeGeer 4 9 15 9 12Wees‐enarmenhuis 4 6 7 7 3Bastion 3 16 17 9 8Sloterparkbad 13 13 20 17 17MoskeeSuleymaniye 45 33 19 16 5Laantje 1 0 6 2 3Westereindflat 0 0 1 2 0Confectiefabriek 0 0 2 2 1
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
49
TechnischCollegeAmsterdam
0 3 4 5 6
Noorderhof 2 3 0 4 1St.Catharinakerk 3 6 3 2 1Sloterkerk 1 2 2 6 3Sloterplasmetoevers 17 10 18 21 14Fabriekshallen 0 1 1 1 1KantoorgebouwIBM 0 2 3 4 5Dokterswoning 0 2 5 2 8MolenDe1200Roe 3 2 2 12 8KantoorgebouwAtradius 6 3 3 13 11Sloterhof 1 1 2 1 2FabriekshalDe1800Roe 0 0 0 0 3FlatParkrand 8 1 6 3 16Geenantwoord 0 0 0 3 4Zoals inhetbeginuithetalgemenewaardeoordeelvande leerlingenblijkt, ishet religieuserfgoed
(metdefunctiemoskee)ookhierweerruimvertegenwoordigd.Opnummer1en2wordendeeerste
tweeplaatsengevulddoordeMoskeeSuleymaniyeenMoskeeElHijra.Deeerstgenoemdemoskee
bevindtzichoverigensookopnummer3en4vandeleerlingen,alleendanopdetweedeenderde
plaats. Vervolgens zijn de Sloterplas met oevers en het Sloterparkbad het meest populair. Beide
vormenvancultureel erfgoedzijnopalleplaatsen inde top5hoogvertegenwoordigd. Daarnaast
zijn de Academie voor Lichamelijke Opvoeding, het Bastion, Natuurgebied De Vrije Geer,
KantoorgebouwAtradius, Flat Parkrand en BoerderijMelkweg alsmeestwaardevol gewaardeerd.
Dezelaatstgenoemdeisoverigensverrassend,aangeziendezebijhetalgemenewaardeoordeelopde
15eplaatsstaat.
Eenverklaringvoordepopulariteitvanreligieuserfgoedonderdeleerlingenis,zoalseerder
besproken, de culturele en religieuze achtergrond vande leerlingen.Omdat hetmerendeel vande
ondervraagdeleerlingenvanMarokkaanseofTurksekomafis,ishetaannemelijkdatdemoskeeënin
dit onderzoek alsmeestwaardevolwordenbeoordeeld.Of deze verklaring klopt zal blijkenuit de
vraag waarom de leerlingen dit cultureel erfgoed op nummer 1 hebben gezet. Opvallend aan het
overigepopulairecultureelerfgoedisdatditmetnamevoorbeeldenzijnmeteenrecreatievefunctie.
Ditzoukunnenbetekenendatdeleerlingenhunwaardeoordeelbepalenaandehandvandefunctie
vaneengebouwofgebied.Ofdezeaannameklopt,zalblijkenuitdevraagwaaromdeleerlingendit
cultureelerfgoedwaardevolvindeneninhuntop5hebbengeplaatst.
Ook bij deze resultaten is gekeken of de onafhankelijke variabelen invloed hebben gehad op de
samengesteldetop5vandeleerlingen.Hierondervolgenderesultaten.
3.1.2.1 Geslacht
Opbasisvandeonafhankelijkevariabelegeslachtisgeensignificantverschilaangetoondtussenhet
cultureelerfgoeddatdeleerlingenhebbeningevuldinhuntop5.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
50
3.1.2.2 Etniciteit
Deonafhankelijkevariabeleetniciteit toontdaarentegenweleen significantverschil aan tussende
afbeeldingen van cultureel erfgoed die de leerlingen in hun top 5 hebben opgenomen. In
onderstaandetabelisaangegevendatdenummers1en3significanteverschillenlatenzien.
Tabel15.Frequentietabelnummer1en3vandetop5vanalleleerlingennaaretniciteit
Nummer1top5 Nummer3top5Etniciteit Etniciteit
Afbeelding
a m t s/a/a o a m t s/a/a oEetcaféOostoever 0 3 3 1 3 0 1 2 0 4AcademievoorLichamelijkeOpvoeding
1 5 4 0 3 2 5 3 0 1
Woonhuis 0 0 1 0 1 0 2 0 0 2Dorpspleingelegenopeenterp
2 0 0 1 0 0 1 0 0 1
BoerderijDeMelkweg
0 2 1 0 0 1 2 1 0 2
Café‐restaurantDeHalveMaen
0 0 0 0 0 0 0 0 1 0
MoskeeElHijra 0 21 4 0 8 0 7 1 0 0NatuurgebiedDeVrijeGeer
1 1 1 1 0 0 5 6 1 3
Wees‐enarmenhuis 0 2 1 1 0 0 4 2 0 1Bastion 1 1 0 1 0 0 7 6 0 4Sloterparkbad 0 8 3 1 1 1 11 4 0 4MoskeeSuleymaniye 0 21 19 0 5 1 7 6 0 4Laantje 0 0 1 0 0 2 1 1 1 1Westereindflat 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0Confectiefabriek 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0TechnischCollegeAmsterdam
0 0 0 0 0 0 2 1 0 1
Noorderhof 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0St.Catharinakerk 0 0 0 1 2 1 1 0 0 1Sloterkerk 0 0 1 0 0 0 0 0 2 0Sloterplasmetoevers 3 2 3 5 4 0 6 7 3 2Fabriekshallen 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0KantoorgebouwIBM 0 0 0 0 0 0 1 2 0 0Dokterswoning 0 0 0 0 0 0 2 1 0 2MolenDe1200Roe 1 0 0 0 2 1 1 0 0 0KantoorgebouwAtradius
0 2 2 0 2 0 2 0 0 1
Sloterhof 0 0 0 1 0 0 0 1 1 0FabriekshalDe1800Roe
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
FlatParkrand 0 3 5 0 0 0 2 4 0 0
Cramer’sV
0,545***
0,453**
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001a=autochtone,m=Marokkaanse,t=Turkse,s/a/a=Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse,o=overigeDegrootstesignificanteverschillenzijn tezien indenummer1vande top5vande leerlingen.De
meest opmerkelijke bevindingen hierbij zijn wederom te zien bij de twee moskeeën. Beide
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
51
voorbeelden van religieus erfgoed zijn procentueel hoog vertegenwoordigd in de top 5 van de
leerlingenmeteenMarokkaanseenTurkseetniciteitenbijdeleerlingenmeteenoverigeetniciteit.
Moskee Suleymaniye is namelijk procentueel het hoogst gewaardeerd door leerlingen met een
Turkseetniciteit(38%),gevolgddoorleerlingenmeteenMarokkaanseetniciteit(29,6%)entotslot
deleerlingenmeteenoverigeetniciteit.(15,6%).MoskeeElHijraisdaarentegendoordeleerlingen
met een Marokkaanse etniciteit (29,6%) procentueel het hoogst gewaardeerd, gevolgd door de
leerlingenmeteenoverigeetniciteit(25%)endaarnadeleerlingenmeteenTurkseetniciteit(8%).
Bij de autochtone leerlingen en leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit
komenbeidegebouwennietvooropdeeersteplaatsvandetop5.
Het tegenovergestelde is te zien bij hetDorpsplein gelegen op een terp. Dit type cultureel
erfgoedkomtnamelijkalleenopnummer1vandetop5voorbijautochtoneleerlingen(22,2%)en
bij leerlingenmet een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit (7,7%). Dit verschil is tevens,
overigensietsminderduidelijk,tezienbijdeSloterplasmetoevers,hetBastionenNatuurgebiedDe
Vrije Geer. De Sloterplas met oevers is door de leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/
Arubaanse etniciteit (38,5%) en de autochtone leerlingen (33,3%) procentueel het hoogst
gewaardeerd. Het Bastion is procentueel het hoogst gewaardeerd door de autochtone leerlingen
(11,1%),gevolgddoordeleerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteit.(7,7%).
EenzelfdewijzevanwaarderingzienwebijNatuurgebiedDeVrijeGeer.
Ook voor deze resultaten geldt dat het aannemelijk is dat het waardeoordeel van de
leerlingen met hun culturele en religieuze achtergrond te maken heeft. De leerlingen met een
MarokkaanseenTurkseetniciteiteneenoverigeetniciteitzijndeenigendieMoskeeSuleymaniyeen
Moskee El Hijra op nummer 1 hebben staan. De autochtone leerlingen en leerlingen met een
Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteithebbendaarentegenmetnamemonumentenmeteen
groeneuitstraling(archeologie,monumentvanontspanningenmonumentaalgroen)opnummer1
vanhuntop5geplaatst.
De verschillen bij het cultureel erfgoed, dat bij leerlingen op nummer 3 staat, zijn significant iets
minder groot dan de hierboven vermelde resultaten, maar zeker noemenswaardig. Hoewel bij de
nummer3vandetop5eengroterespreidingonderdeleerlingenistezien,valteenaantalzakenop.
Ten eerste zijn de resultaten bij de Sloterplas met oevers opvallend. Dit cultureel erfgoed is
procentueelnamelijkhethoogstgewaardeerddoordeleerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/
Arubaanse etniciteit (23,1%), gevolgd door de leerlingen met een Turkse etniciteit (14%), de
leerlingenmeteenMarokkaanseetniciteit(8,5%)endeleerlingenmeteenoverigeetniciteit(6,3%).
Bij de autochtone leerlingen komt dit monumentale groen helemaal niet voor op nummer 3.
Hetzelfdebeeld is te zienbij hetNatuurgebiedDeVrijeGeer.De leerlingenmetdezelfde etniciteit
hebbendit cultureel erfgoedopnummer3 geplaatst, in tegenstelling totde autochtone leerlingen.
Deautochtone leerlingenhebbendeAcademievoorLichamelijkeOpvoedingenhetLaantje
het vaakst op nummer 3 geplaatst. Met name de verschillen bij het Laantje zijn opvallend. De
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
52
autochtone leerlingen (22,2%) hebben dit monumentale groen procentueel als meest waardevol
beschouwd, gevolgd door de leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit
(7,7%).OokdeAcademievoorLichamelijkeOpvoedingisdoordeautochtoneleerlingenhethoogst
gewaardeerd(22,2%),gevolgddoorleerlingenmeteenMarokkaanseetniciteit(7%)endeleerlingen
meteenTurkseetniciteit(6%).Bijditopenbaargebouwishettevensopmerkelijkdatditcultureel
erfgoed niet voorkomt op nummer 3 van de top 5 van de leerlingen met een Surinaamse/
Antilliaanse/Arubaanse etniciteit. Dit geldt ook voor Boerderij DeMelkweg en het Sloterparkbad.
Daarentegenhebbendezeleerlingenalsenigenhetcafé‐restaurantDeHalveMaen,deWestereindflat
endeSloterkerkopnummer3vanhuntop5gezet.
Uitbovenstaanderesultatenblijktdatermetnameeenverschilbestaattussendenummer3
vandeautochtoneleerlingenendeallochtoneleerlingen.Ditverschil isvoordeleerlingenmeteen
Turkse,Marokkaanseenoverigeetniciteitteverklarendoordatzijopnummer1en2voornamelijk
demoskeeënhebbengeplaatst.Opnummer3staanvervolgensvoorbeeldenvanmonumentaalgroen
encultureelerfgoedmeteenrecreatievefunctie.Deautochtoneleerlingenhebbendaarentegenmet
namedeAcademievoorLichamelijkeOpvoedingenhetLaantjeopnummer3staan,wattevensook
weervoorbeeldenzijnvanmonumentaalgroenencultureelerfgoedmeteenrecreatievefunctie.De
leerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/ArubaanseetniciteithebbendeSloterplasmetoevers,
tevenseengroeneuitstraling,hetvaakstopnummer3geplaatst.
3.1.2.3 Generatie
Vervolgensisergekekenofereensignificantverschilaanwezigistussendesamengesteldetop5van
deautochtoneleerlingenende1een2egeneratieallochtoneleerlingen.Alleennummer1vandetop
5 van de leerlingen laat een significant verschil zien. De onderstaande tabel geeft een overzicht
hiervan.
Tabel16.Frequentietabelnummer1vandetop5vanalleautochtone,1een2egeneratieallochtoneleerlingen
AutochtoonengeneratieallochtoonAfbeeldingautochtoon 1egeneratie
allochtoon2egeneratieallochtoon
EetcaféOostoever 0 2 8AcademievoorLichamelijkeOpvoeding 1 3 9Woonhuis 0 1 1Dorpspleingelegenopeenterp 2 0 1BoerderijDeMelkweg 0 0 3Café‐restaurantDeHalveMaen 0 0 0MoskeeElHijra 0 5 28NatuurgebiedDeVrijeGeer 1 0 3Wees‐enarmenhuis 0 1 3Bastion 1 0 2Sloterparkbad 0 2 11MoskeeSuleymaniye 0 3 42Laantje 0 0 1Westereindflat 0 0 0Confectiefabriek 0 0 0
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
53
TechnischCollegeAmsterdam 0 0 0Noorderhof 0 0 2St.Catharinakerk 0 0 3Sloterkerk 0 0 1Sloterplasmetoevers 3 3 11Fabriekshallen 0 0 0KantoorgebouwIBM 0 0 0Dokterswoning 0 0 0MolenDe1200Roe 1 2 0KantoorgebouwAtradius 0 1 5Sloterhof 0 0 1FabriekshalDe1800Roe 0 0 0FlatParkrand 0 0 8
Cramer’sV
0,422**
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Zoals uit bovenstaande tabel blijkt zijn de grootste verschillenwederom te zien bij demoskeeën.
Interessant hierbij is dat de 2e generatie allochtone leerlingen (29,4%) Moskee Suleymaniye
procentueel gezien alswaardevoller hebben beschouwd dan de 1e generatie allochtone leerlingen
(13%). Het tegenovergestelde is te zien bij Moskee El Hijra. Dit religieus erfgoed is procentueel
gezien namelijk waardevoller door de 1e generatie allochtone leerlingen (21,7%) beschouwd dan
door de 2e generatie allochtone leerlingen (19,6%). Eerder is gebleken dat beide moskeeën niet
voorkomenopnummer1vandetop5vandeautochtoneleerlingen.
OnderdeautochtoneleerlingenisdeSloterplasmetoevershetvaakstopnummer1indetop
5tezien.Deautochtoneleerlingen(33,3%)wordenhierbijgevolgddoorde1egeneratieallochtone
leerlingen(13%)entotslotde2egeneratieallochtoneleerlingen(7,7%).HiernavolgthetDorpsplein
gelegen op een terp, waarbij het verschil procentueel gezien groter is. Dit archeologische erfgoed
komt namelijk bijna alleen bij allochtone leerlingen (22,2%) op nummer 1 van de top 5 voor.
Daarnaastiseenduidelijkprocentueelverschiltezientussendeautochtoneleerlingenende1een2e
generatieallochtoneleerlingenbijhetNatuurgebiedDeVrijeGeerenhetBastion.
HettegenovergesteldebeeldistezienbijhetSloterparkbadenhetEetcaféOostoever.Beide
typencultureelerfgoedkomenhetmeestvooropnummer1vandetop5bij1egeneratieallochtone
leerlingen(bijbeide8,7%),gevolgddoorde2egeneratieallochtoneleerlingen(7,7%en5,6%).
Totslot ishetopmerkelijkdatMolende1200Roealleenopnummer1vandetop5bijde
autochtoneleerlingen(11,1%)ende1egeneratieleerlingen(8,7%)voorkomt.Daarentegenzienwe
FlatParkrandalleenbijde2egeneratieallochtoneleerlingen(5,6%)opnummer1vandetop5staan.
De verschillen tussen autochtone en allochtone leerlingen zijn zoals eerder genoemd te
verklarendoordecultureleenreligieuzeachtergrondvandeleerlingen.Datereenduidelijkverschil
zichtbaar is tussen hetwaardeoordeel van de 1e en 2e generatie allochtone leerlingen bij de twee
moskeeënismoeilijkteverklaren.Echtereenverklaringhiervoorzoukunnenzijndatde1egeneratie
allochtoneleerlingendeMoskeeElHijrametnamebezoekenende2egeneratieallochtoneleerlingen
metnameMoskeeSuleymaniye.Watdaarnaastopvallendistussendetweegeneratiesallochtonen,is
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
54
datde2egeneratieallochtoneleerlingenmeerspreidinginhunantwoordenheeftzitten.Ditzoueen
relatie kunnenhebbenmet het gegevendat 2e generatie allochtonen cultureel actiever zijn dan1e
generatie allochtonen.129 Doordat deze 2e generatie allochtonen cultureel actiever zijn, zullen zij
wellichtmeerdereverschillendetypencultureelerfgoedwaarderen.
3.1.2.4 Opleidingsniveau
Naast de onafhankelijke variabelen geslacht, etniciteit en generatie is vervolgens gekeken of de
onafhankelijke variabele opleidingsniveau invloed heeft gehad op de samengestelde top 5 van de
leerlingen. Bij drie plaatsen is een significant verschil naar gelang het opleidingsniveau van de
leerlingenaangetoond.Onderstaandetabeltoontderesultaten.
Tabel17.Frequentietabelnummer1,2en5indetop5vanalleleerlingennaaropleidingsniveau
Nummer1top5 Nummer2top5 Nummer5top5Opleidingsniveau Opleidingsniveau Opleidingsniveau
Afbeelding
b&k t h v b&k t h v b&k t h vEetcaféOostoever 1 1 4 4 3 0 0 5 0 3 2 2AcademievoorLichamelijkeOpvoeding
1 1 3
8 1 1 3 2 0 1 4 4
Woonhuis 2 0 0 0 0 0 0 4 0 0 0 2Dorpspleingelegenopeenterp
1 0 0 2 1 1 1 2 0 0 5 1
BoerderijDeMelkweg 0 1 2 0 1 0 0 0 4 1 3 4Café‐restaurantDeHalveMaen
0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0
MoskeeElHijra 3 6 19 5 1 1 25 8 0 0 5 2NatuurgebiedDeVrijeGeer 0 2 1 1 0 0 4 5 1 1 4 6Wees‐enarmenhuis 0 2 1 1 0 1 3 2 1 0 2 0Bastion 0 0 1 2 0 1 9 6 1 1 2 4Sloterparkbad 0 2 4 7 1 2 6 4 0 4 9 4MoskeeSuleymaniye 0 4 31 10 2 10 17 4 0 0 3 2Laantje 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 1 1Westereindflat 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0Confectiefabriek 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0TechnischCollegeAmsterdam
0 0 0 0 0 0 1 2 1 0 3 2
Noorderhof 0 0 2 0 0 0 0 3 0 0 1 0St.Catharinakerk 0 0 3 0 0 3 1 2 0 0 1 0Sloterkerk 0 0 0 1 0 0 1 1 0 2 1 0Sloterplasmetoevers 2 1 4 0 1 1 3 5 1 1 10 2Fabriekshallen 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0KantoorgebouwIBM 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 4Dokterswoning 0 0 0 0 0 0 1 1 2 0 1 5MolenDe1200Roe 1 0 2 0 0 0 1 1 0 2 4 2KantoorgebouwAtradius 1 0 3 2 0 1 1 1 0 0 9 2Sloterhof 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 2 0FabriekshalDe1800Roe 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1FlatParkrand 0 2 1 5 0 0 1 0 0 4 5 7
Cramer’sV
0,437***
0,438**
0,439*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001b&k=vmbo‐b&k,t=vmbo‐t,h=havo,v=vwo
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
55
Wanneerwenaarnummer1indetop5vandeleerlingenkijken,kunnenweconstaterendatMoskee
Suleymaniye en Moskee El Hijra procentueel gezien het hoogst vertegenwoordigd zijn onder de
leerlingen.OpvallendhierbijisdatMoskeeSuleymaniyenietgenoemdisopnummer1vandetop5
vandevmbo‐b&kleerlingen.Metnameonderdehavoleerlingen(37,8%)isdezemoskeepopulair,
gevolgddoordevmbo‐t klas (18,2%)endevwoklas (16,9%).MoskeeElHijra isdaarentegenhet
vaakstdoordevmbo‐tleerlingen(27,3%)opnummer1vandetop5gezet,gevolgddoordevmbo‐
b&k(25%)leerlingen,dehavoleerlingen(23,2%)entotslotdevwoleerlingen(8,5%).
Vervolgens is de Sloterplas met oevers procentueel gezien populair onder de leerlingen.
Voornamelijk de vwo (16,9%) en vmbo‐b&k leerlingen (16,7%) hebben dit cultureel erfgoed op
nummer 1 van hun top 5 gezet. Ditzelfde beeld is te zien bij de Academie voor Lichamelijke
Opvoeding. De vwo (13,6%) en vmbo‐b&k (8,3%) leerlingen hebben dit type cultureel erfgoed
procentueelgeziennamelijkvakeropnummer1vandetop5gezet.
Tot slot is het opvallenddatde vmbo‐b&k leerlingen (16,7%)als enigenhetWoonhuis op
nummer1vanhuntop5hebbengezet.Hettegenoverstelde,enprocentueelopmerkelijk,istezienbij
hetSloterparkbadenFlatParkrand.Dezetweevoorbeeldenvancultureelerfgoedzijnalleendoorde
vmbo‐t,havoenvwoleerlingenopnummer1vandetop5gezet.
Daterprocentueelgeziendegrootsteveschillenonderdeopleidingsniveausbijdemoskeeën
tezienzijnheeftwaarschijnlijknietzozeerietstemakenmethetopleidingsniveauvandeleerlingen,
maar meer met de culturele en religieuze achtergrond van de leerlingen. Een verband met het
opleidingsniveau is daarentegen wel denkbaar bij de Sloterplas met oevers en de Academie voor
LichamelijkeOpvoeding.Hierbijishetopmerkelijkdatdevwoleerlingenendevmbo‐b&kleerlingen
metnamevoorditcultureelerfgoedkiezen.Hetgegevendathogeropgeleidenmeerbelangstelling
hebbenvoorcultureelerfgoed,130kangekoppeldwordenaandevwoleerlingen.Eenverklaringvoor
het hoge waardeoordeel van de vmbo‐b&k leerlingen is dat deze leerlingen in een zogenaamde
Kunst,CultuurenMediaklaszitten,waardoorzijwellichtactievermetkunstencultuurbezigzijnen
daardoorditcultureelerfgoedalswaardevollerbeoordelen.
Daarnaastisereensignificantverschilaangetoondbijnummer2vandetop5vandeleerlingennaar
gelanghetopleidingsniveau.Zoalsbijnummer1zijnookbijnummer2vande top5demoskeeën
procentueel het hoogst vertegenwoordigd. Moskee El Hijra is het meest populair onder de havo
leerlingen (30,5%), gevolgddoorde vwo (13,6%), vmbo‐b&k (8,3%) en vmbo‐t (4,5%) leerlingen.
MoskeeSuleymaniye ishet vaakst doordevmbo‐t (45,5%) leerlingenopnummer2vande top5
gezet,gevolgddoordehavo(20,7%),vmbo‐b&k(16,7%)envwo(6,8%)leerlingen.
Hierna iserprocentueelgezienhetmeestgestemdophetBastion.Hierbij ishetopvallend
datdevmbo‐b&kleerlingenalsenigenditcultureelerfgoednietopnummer2vanhuntop5hebben
gezet.Metnamedehavo (11%)envwo(10,2%) leerlingenhebbenhetvestingwerkalswaardevol
beoordeeld.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
56
Vervolgensishetopmerkelijkdatdevmbo‐b&k(25%)envwo(8,5%)leerlingenalsenigenEetcafé
Oostoever op nummer 2 van de top 5 hebben gezet. De vmbo‐b&k (8,3%) leerlingen hebben als
enigenBoerderijDeMelkwegopnummer2vandetop5gezet.Hettegenovergesteldeistezienbij
de St. Catharinakerk. Dit religieus erfgoed is alleen door de vmbo‐t (13,6%), havo (1,2%) en vwo
(3,4%)leerlingenopnummer2 inhetmeestwaardevollerijtjegezet.Totslotzijnderesultatenbij
Natuurgebied De Vrije Geer en Noorderhof noemenswaardig. Hetmonumentale groen is namelijk
alleendoordehavo(4,9%)envwo(8,5%)leerlingenopnummer2vanhuntop5gezet.Noorderhof
isdaarentegenalleendoorvwo(5,1%)leerlingenhooggewaardeerd.
Ookhierbijgeldtdathetverschiltussendeopleidingsniveausbijdemoskeeënvoornamelijk
temakenzalhebbenmetdecultureleenreligieuzeachtergrondvandeleerlingenennietzozeermet
hetdaadwerkelijkopleidingsniveau.Vaneenverbandmethetopleidingsniveauzousprakekunnen
zijn bij het Bastion, Natuurgebied De Vrije Geer en Noorderhof. Deze voorbeelden van cultureel
erfgoedwordennamelijkdoordehavoenvwo leerlingenhetmeestalswaardevolbeoordeeld.Dit
beeld kan in verband gebracht worden met het gegeven dat hoger opgeleiden cultureel actiever
zijn.131 Dat de vmbo‐b&k leerlingen bepaalde voorbeelden van cultureel erfgoed meer waardevol
beoordelen,heeftwellichttemakenmetdeopleidingdiezijvolgenenzichrichtopKunst,Cultuuren
Media.
Totslotisereensignificantverschilaangetoondbijnummer5vandetop5.Procentueelgezieniser
door de leerlingen hetmeest gestemd op het Sloterparkbad. Opvallend hierbij is dat dit cultureel
erfgoednietvoorkomtopnummer5vandetop5vandevmbo‐b&kleerlingen.HetSloterparkbadis
procentueel gezien het meest door de vmbo‐t leerlingen (18,2%) gekozen, gevolgd door de havo
(11,3%)envwo(7%)leerlingen.VervolgensisFlatParkrandhetmeestpopulaironderdeleerlingen.
Dezeflathebbendevmbo‐tleerlingen(18,2%)hetvaakstopnummer5vanhuntop5gezet.Ditmaal
worden zij gevolgd door de vwo (12,3%) en havo (6,3%) leerlingen. Dit voorbeeld van cultureel
erfgoedkomtwederombijdevmbo‐b&kleerlingennietvooropnummer5vanhuntop5.Ditzelfde
beeldistezienbijEetcaféOostoever,ditmonumentvanontspanningkomtnietvooropnummer5
vandetop5vandevmbo‐b&kleerlingen.Hetwordtprocentueelgezienwelhooggewaardeerddoor
devmbo‐tleerlingen(13,6%),gevolgddoordevwo(3,5%)enhavo(2,5%)leerlingen.
Vervolgens is het interessant om te kijken naar Boerderij De Melkweg. Hier vindt het
tegenovergestelde plaats, deze boerderij is voornamelijk door de vmbo‐b&k (33%) leerlingen als
waardevol beoordeeld. De vwo leerlingen (7%) worden gevolgd door de vmbo‐t (4,5%) en havo
(3,8%) leerlingen. Ditzelfde procentueel gezien grote verschil is te zien bij de Dokterswoning. Dit
cultureelerfgoediseveneensvoornamelijkdoordevmbo‐b&k(16,7%)leerlingenopnummer5van
hun top5gezet.Zijwordengevolgddoordevwo (8,8%)enhavo (1,3%) leerlingen.Bijdevmbo‐t
leerlingenkomtditgebouwnietvooropnummer5vanhuntop5.
Totslot leverenKantoorgebouwAtradiusendeSloterkerkopmerkelijkeresultatenop.Het
kantoorgebouw staat hoofdzakelijk op nummer 5 van de top 5 van de havo leerlingen (11,3%),
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
57
gevolgddoordevwo leerlingen(3,5%).Hetreligieuserfgoed isdaarentegenvoornamelijkdoorde
vmbo‐t(9,1%)leerlingenalswaardevolbeoordeeld,gevolgddoordehavoleerlingen(1,3%).
Omdat erbij denummer5 vande leerlingeneengrotere spreiding indekeuzes zit, is het
lastiger een verband te zien tussenhetwaardeoordeel vande leerlingen enhunopleidingsniveau.
Overhetalgemeenvormendevmbo‐tleerlingeneenuitzonderingopderegeldathogeropgeleiden
meer belangstelling hebben voor cultureel erfgoed.132 Dit is bijvoorbeeld te zien bij het
Sloterparkbad,FlatParkrandenEetcaféOostoever.Daarnaastblijktbijdenummer5vande top5
wederomdathetwaardeoordeelvandevwoleerlingeninsommigegevallenvergelijkbaarismethet
waardeoordeelvandevmbo‐b&k leerling.Ookhier ishetaannemelijkdatdezehogerewaardering
onder de vwo leerlingenmet het gegeven temaken heeft dat hoger opgeleiden cultureel actiever
zijn133 en daardoor indirect meer waardering hebben voor cultureel erfgoed. Voor de vmbo‐b&k
leerlingen isdekunst en cultuur gerelateerdeopleidingdie zij volgenwellicht van invloedophun
waardeoordeel.
3.1.2.5 School
Ookbijdeonafhankelijkevariabeleschooliseensignificantverschilaangetoond.Ditverschilisalleen
bijdenummer1vandetop5vandeleerlingengesignaleerd.Hierondervolgenderesultaten.
Tabel18.Frequentietabelnummer1vandetop5vanalleleerlingennaarschool
SchoolAfbeeldingHervormdLyceumWest ComeniusLyceum WestburgCollege
EetcaféOostoever 4 5 1AcademievoorLichamelijkeOpvoeding
4 8 1
Woonhuis 0 0 2Dorpspleingelegenopeenterp 0 2 1BoerderijDeMelkweg 1 2 0Café‐restaurantDeHalveMaen 0 0 0MoskeeElHijra 14 16 3NatuurgebiedDeVrijeGeer 2 2 0Wees‐enarmenhuis 3 1 0Bastion 1 2 0Sloterparkbad 7 6 0MoskeeSuleymaniye 28 17 0Laantje 1 0 0Westereindflat 0 0 0Confectiefabriek 0 0 0TechnischCollegeAmsterdam 0 0 0Noorderhof 2 0 0St.Catharinakerk 1 2 0Sloterkerk 0 1 0Sloterplasmetoevers 10 5 2Fabriekshallen 0 0 0KantoorgebouwIBM 0 0 0Dokterswoning 0 0 0MolenDe1200Roe 1 1 1KantoorgebouwAtradius 3 2 1Sloterhof 1 0 0FabriekshalDe1800Roe 0 0 0
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
58
FlatParkrand 6 2 0
Cramer’sV
0,407*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Zoals eerder is gebleken hebben de leerlingen procentueel gezien het meest gekozen voor de
moskeeën. Opvallend hierbij is dat de leerlingen van het Westburg College als enigen Moskee
Suleymaniye niet op nummer 1 van hun top 5 hebben gezet. Dezemoskee is grotendeels door de
leerlingen van het Hervormd LyceumWest (31,5%) gekozen, gevolgd door het Comenius Lyceum
(23%).HetWestburgCollege(25%)heeftdaarentegenMoskeeElHijrahetvaakstopnummer1van
huntop5gezet.DaarnaastisdezemoskeeeveneenspopulairbijhetComeniusLyceum(21,6%)en
totslothetHervormdLyceumWest(15,7%).
HetWestburgCollege(16,7%)heefttevensdeSloterplasmetoevershetvaakstopnummer1
vanhuntop5gezet.DeschoolwordtgevolgddoorhetHervormdLyceumWest(11,2%)entotslot
hetComeniusLyceum(6,8%).TotslotishetopmerkelijkdatdeleerlingenvanhetWestburgCollege
(16,7%)alsenigenhetWoonhuisopnummer1vanhuntop5hebbengezet.
Zoals eerder aangegeven is het aannemelijk dat het waardeoordeel van de verschillende
scholen wat betreft de moskeeën niet zozeer met de school te maken heeft, maar meer met de
culturele en religieuze achtergrond van de leerlingen. Dat het Westburg College in een aantal
gevallenhetcultureelerfgoedalswaardevollerheeftbeoordeeld,zouteverklarenzijndoorhetfeit
dat dit de school is waar men de Kunst, Cultuur en Media opleiding kan volgen, waardoor men
wellichtmeerwaarderingheeftvoorcultureelerfgoed.
3.1.2.6 Klas
Tot slot is de onafhankelijke variabele klas geanalyseerd. Hierbij zijn geen significante verschillen
aangetoond.
3.1.3 Verklaringtop5cultureelerfgoed
Als derde is doormiddel van een open vraag aan de leerlingen gevraagdwaarom het gebouw of
gebieddat ze opnummer1 vanhun top5hebben gezet voorhenhetmeestwaardevol is.Omde
antwoordenopdezevraaggoedtekunnenanalyserenzijndeantwoordenvandeleerlingenverdeeld
in 8 verklaringscategorieën. Twee leerlingen hebben deze vraag niet beantwoord. Hieronder is
schematischweergegevenwelkeverklaringendeleerlingenhebbengegevenvoorhunkeuzeenhoe
vaakditantwoordvoorkomt.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
59
Tabel19.Frequentietabelverklaringnummer1vantop5waardevolcultureelerfgoedalleleerlingenVerklaringleerling Aantalleerlingenmet
dezeverklaringHetgebouwofgebiedzietermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuit 40Hetgebouwofgebiedheefteenmooieenspecialevorm(architectuur) 11Defunctievanhetgebouwofgebied 78Hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag 20Hetgebouwofgebiedhoortbijhetgebiedendecultuur 6Hetgebouwofgebiedkomtweinigtotnietveelvoor 4Hetgebouwofgebiedisietsvanvroeger,hetisoud 6Hetgebouwofgebiedisgroenennatuur,eenstilleomgeving 8Geenverklaring 2Zoals uit bovenstaande tabel blijkt heeft bijna de helft van de leerlingen (44,6%) het gebouw of
gebiedopnummer1vandetop5geplaatstvanwegedefunctievanhetgebouwofgebied.Daarnaast
hebben de leerlingen (22,9%) het gebouw of gebied met name vanwege het feit dat het er
mooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk uitziet gekozen. Ook het argument dat de leerlingen het
gebouwofgebiedsoms/regelmatig/vaakbezoekenispopulair(11,4%).
Bijdezevraagishetinteressantomtekijkenoferovereenkomstenzijntussenderesultaten
vanhetonderzoekvanCoeterierenbovenstaanderesultaten.Alseerstezalperverklaringgekeken
worden of de verklaringen van de leerlingen vergelijkbaar zijn met de waarderingsbronnen van
Coeterier. Daarnaast zal nagegaan worden of de waarderingsbronnen die in het onderzoek van
Coeterierdemeestesteunkregenookhetmeestvoorkomenbijdeleerlingen.
De verklaring van de leerlingen dat een gebouw of gebied er mooi/speciaal/leuk/
bijzonder/belangrijk uit ziet, is vergelijkbaar met de waarderingsbron schoonheid die Boselie en
Coeterier allebei beschrijven. Een term die volgens Coeterier bij het begrip schoonheid hoort is
mooi.134 Cultuurhistorische objecten zijn volgens Boseliemooi vanwege hun vorm, stijl,materiaal,
formaat,zorgvoordetailendecoraties.135Uitdezeomschrijvingenblijktdatschoonheidmetname
met de architectuur te maken heeft. De leerlingen associëren mooi daarentegen met andere
begrippen als leuk enbijzonder.De eerste verklaringheeft dus gedeeltelijk een verbandmetdeze
waarderingsbronvanCoeterier.Dearchitectonischeinvullingvanschoonheidzienwemeerterugin
detweedeverklaringvandeleerlingen,dateengebouwofgebiedeenmooieenspecialevormheeft.
Gezamenlijkkomendeeerstetweeverklaringenvandeleerlingenovereenmetdewaarderingsbron
schoonheidvanCoeterierenBoselie.Uitderesultatenblijktdatbeideverklaringenpopulaironder
deleerlingenzijn.Dit iseveneenshetgeval inhetonderzoekvanCoeterier.Schoonheidisnamelijk
eenvandewaarderingsbronnendiedemeestesteunkreeg.136
Dederdeverklaring,dieoverigenshetmeestfrequentdoordeleerlingenisgenoemd,heeft
metde functievaneengebouwofgebied temaken.Dewaarderingsbron functiekomteveneens in
hetonderzoekvanCoeterieraandeorde.Opvallendhierbijisechterdatdemensenuitditonderzoek
functieonbelangrijkvinden.Defunctievaneencultuurhistorischobjectisvolgenshenondergeschikt
aandevorm.Defunctievaneengebouwismeereengarantievoorhetvoortbestaanennoodzakelijk
onderhoud.137 Hoewel functie eveneens in het onderzoek van Coeterier wordt genoemd, is het
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
60
opmerkelijkdatdeleerlingendezewaarderingsbronveelbelangrijkervindendaninhetonderzoek
vanCoeterier.
Deverklaring,hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag,is
eveneens populair onder de leerlingen. Deze verklaring is aan de waarderingsbron binding te
koppelen. Coeterier maakt hierbij onderscheid tussen de algemene binding en de persoonlijke
binding.138 De verklaring van de leerlingen heeft betrekking op de persoonlijke binding. Uit de
resultaten van het onderzoek van Coeterier bleek dat deze bron, net als bij de leerlingen, grote
invloedheeftopdewaarderingvancultuurhistorischeobjecten.139
Het gebouw of gebied hoort bij het gebied en de cultuur is tevens een verklaring van de
leerlingen.OokdezeverklaringvertoontovereenkomstenmeteenwaarderingsbronvanCoeterier,
namelijk compleetheid. Deze compleetheid bestaat volgens hem op twee niveaus, te weten het
objectniveau en het omgevingsniveau. De verklaring van de leerlingen heeft betrekking op het
omgevingsniveau,datvolgensCoeterierbetekentdateenobject inzijnomgevingpast.140Coeterier
stelt dat deze waarderingsbron grote invloed heeft op de waardering van cultuurhistorische
objecten.141 Hoewel de leerlingen deze bron eveneens hebben genoemd, heeft deze bron bij de
leerlingeneenmindergroteinvloedophetwaardeoordeel.
Eenandereverklaringdiedeleerlingenhebbengenoemdisdathetgebouwofgebiedweinig
totnietveelvoorkomt.Dezeverklaringkomtovereenmetdewaarderingsbronzeldzaamheid.Uithet
onderzoek van Coeterier blijkt dat deze waarderingsbron weinig tot geen invloed heeft op de
waarderingvancultuurhistorischeobjecten.142Gezienhetaantalleerlingendatdezeverklaringheeft
gegeven,kangesteldwordendatzeldzaamheidbijheneveneenseenbeperkterolspeelt.
Deverklaringhetgebouwofgebiedis ietsvanvroeger,hetisoud,heeftzowelraakvlakken
metdewaarderingsbronouderdomals informatie.Deverbindingmetouderomzitmetnameinde
overeenkomst tussendebegrippenoudenouderdom. Indewaarderingsbron informatiewordtde
termvroegergebruikt.OuderdomblijktbijCoeterierweinigtotgeenroltespelenindewaardering.
Informatiedaarentegenwel.143Omdatdeverklaringdoorweinig leerlingen isgegeven, speeltdeze
waarderingsbronouderdombijheneveneenseenbeperkterol.Ofde leerlingenoudegebouwenof
gebiedenechtwaardevollervindendannieuwegebouwenofgebiedenisdoormiddelvaneenaparte
vraagindevragenlijstaandeleerlingengevraagd.Deresultatenhiervankomenlateraandeorde.De
waarderingsbron informatieheeftbijde jongeren, integenstellingtothetonderzoekvanCoeterier,
eenkleinererolgespeeldbijdewaarderingvancultureelerfgoed.
De laatste verklaring die de leerlingen hebben genoemd is dat het gebouw waardevol is
omdathetgroenennatuur,eenstilleomgevingis.Dezeverklaringisalsenigeniettekoppelenaan
hetonderzoekvanCoeterier.
Naastdeverklaringenvandeleerlingenishettevensinteressantomtekijkenoferinhetonderzoek
van Coeterier belangrijke waarderingsbronnen zijn vermeld die niet door de leerlingen zijn
genoemd.Ditishetgevalbijvakmanschapenuitzonderlijkheid.VakmanschapkoppeltCoeteriermet
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
61
name aan degelijkheid. Uitzonderlijkheid heeft volgens hem alles te maken met authenticiteit.144
Beidebegrippenofvergelijkbarevariantenkomennietindeverklaringenvandeleerlingenvoor.Tot
slotblijktuithetonderzoekvanCoeterierdatereengrotebehoefteeneentekortisaaninformatie.
Demensen zijn geïnteresseerd in wat iets is en het verhaal dat het te vertellen heeft. Informatie
verhoogt de betekenis van een object, zowel persoonlijk als maatschappelijk.145 Omdat er in dit
onderzoek gebruik is gemaakt van vragenlijsten, in tegenstelling tot de open gesprekken van
Coeterier,isdezevraagnietduidelijknaarvorengekomenuitderesultaten.Dezewaarderingsbronis
echterweleenbelangrijkebevindingdiemeegenomendienttewordenindediscussie.
Hieronderzalgekekenwordenofdeonafhankelijkevariabelenvan invloedzijnopdeverklaringen
vandeleerlingen.Peronafhankelijkvariabelevolgthierondereenoverzicht.
3.1.3.1 Geslacht
Opbasisvandeonafhankelijkevariabelegeslachtisgeensignificantverschilindeverklaringenvan
deleerlingenvoorhunnummer1vandetop5geconstateerd.
3.1.3.2 Etniciteit
Daarentegeniserweleensignificantverschilaangetoondtussendeverklaringenvandeleerlingen
enhunetniciteit.Inonderstaandetabelvolgenderesultatenvandeanalyse.
Tabel20.Frequentietabelverklaringnummer1vantop5waardevolcultureelerfgoednaaretniciteit
EtniciteitVerklaringleerling a m t s/a/a oHetgebouwofgebiedzietermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuit 3 11 15 5 6Hetgebouwofgebiedheefteenmooieenspecialevorm(architectuur) 0 4 4 0 3Defunctievanhetgebouwofgebied 0 41 23 3 11Hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag 1 8 4 1 6Hetgebouwofgebiedhoortbijhetgebiedendecultuur 2 2 0 2 0Hetgebouwofgebiedkomtweinigtotnietvoor 0 2 1 1 0Hetgebouwofgebiedisietsvanvroeger,hetisoud 1 0 1 1 3Hetgebouwofgebiedisgroenennatuur,eenstilleomgeving 2 2 2 0 2Geenverklaring 0 1 0 0 1
Cramer’sV
0,283*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001a=autochtone,m=Marokkaanse,t=Turkse,s/a/a=Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse,o=overigeProcentueel gezien is de functionele verklaring het meest gekozen door de leerlingen met een
Marokkaanse etniciteit (57,7%) en Turkse etniciteit (46%). Ook het merendeel van de leerlingen
(34,4%)met een overige etniciteit heeft voornamelijk deze verklaring gegeven. De leerlingenmet
een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit (38,5%) en de autochtone leerlingen (33,3%)
hebben het gebouw of gebied daarentegen voornamelijk op nummer 1 gezet omdat het er
mooi/goed/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk uitziet. Deze verklaring is ook door een groot deel
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
62
vandeleerlingenmeteenTurkseetniciteit(30%)gegeven.Eenbezoekaanhetgebouwofgebiedis
hetmeestdoordeoverigeetniciteiten(18,8%)gekozen.Deredendathetgebouwofgebiedbijhet
gebied of de cultuur hoort is voornamelijk gekozen door de autochtone leerlingen (22,2%) en de
leerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteit(15,4%).Bijhetargumentdathet
gebouw of gebied iets van vroeger en oud is, is het opmerkelijk dat deze reden met name door
autochtone leerlingen (11,1%), leerlingenmet een overige etniciteit (9,4%) en leerlingenmet een
Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit (7,7%) is gegeven. Tot slot is het opvallend dat de
reden dat het gebouw of gebied groen en natuur is voornamelijk genoemd is door de autochtone
leerlingen(22,2%).Deverklaringdathetgebouwweinigtotnietvoorkomtisvoornamelijkgegeven
doordeleerlingenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteit(7,7%).
Uit de resultaten blijkt dat de verklaringen van de leerlingen met een Marokkaanse en
Turkseetniciteitvoornamelijkovereenkomenmetdeverklaringendiedeleerlingenmeteenoverige
etniciteitgeven.Deverklaringenvandeautochtonenkomendaarentegenvoornamelijkovereenmet
die van de leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit. Wanneer we deze
resultatenkoppelen aandewaarderingsbronnenvanCoeterier is het opvallenddat de autochtone
leerlingen en leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit cultureel erfgoed
voornamelijkwaarderen op basis van schoonheid. Dezewaarderingsbron komt uit het onderzoek
van Coeterier naar voren als een bron die een grote rol speelt bij de waardering van
cultuurhistorische objecten.146 De leerlingen met een Marokkaanse, Turkse en overige etniciteit
hebben daarentegen het vaakst de verklaring gegeven die in het onderzoek van Coeterier een
beperkte rol in de waardering speelt147, te weten de functie. Wanneer deze resultaten naast de
resultatenvandetop5wordengelegd,ishetaannemelijkdathetverschilindeverklaringenookhier
temakenheeftmetdecultureleenreligieuzeachtergrondvandezeleerlingen.Deleerlingenmeteen
Marokkaanse, Turkse en overige etniciteit hebben namelijk de twee moskeeën voornamelijk op
nummer 1 geplaatst. Hieruit kan geconcludeerd worden dat deze leerlingen hun waardeoordeel
grotendeelsbaserenopdefunctievanhetgebouw,gevolgddoordevorm.
3.1.3.3 Generatie
Vervolgens isgeblekendatereveneenseensignificantverschil isaangetoond tussendeverklaring
van de autochtone leerlingen en de 1e en 2e generatie allochtone leerlingen. Hieronder volgen de
resultaten.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
63
Tabel21.Frequentietabelverklaringnummer1vantop5waardevolcultureelerfgoedvanautochtone,1een2egeneratieallochtoneleerlingen.
AutochtoonengeneratieallochtoonVerklaringleerling autochtoon 1egeneratie
allochtoon2egeneratieallochtoon
Hetgebouwofgebiedzietermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuit
3 4 32
Hetgebouwofgebiedheefteenmooieenspecialevorm(architectuur)
0 3 8
Defunctievanhetgebouwofgebied 0 10 68Hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag
1 1 18
Hetgebouwofgebiedhoortbijhetgebiedendecultuur 2 0 6Hetgebouwofgebiedkomtweinigtotnietveelvoor 0 0 4Hetgebouwofgebiedisietsvanvroeger,hetisoud 1 2 2Hetgebouwofgebiedisgroenennatuur,eenstilleomgeving 2 1 5Geenverklaring 0 2 0
Cramer’sV
0,329*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Zoals zojuist is gebleken isde functionele verklaringalleendoorde allochtone leerlingengegeven.
Interessanthierbij isdatdezeverklaringprocentueelgezienvaker isgegevendoorde2egeneratie
allochtonen(47,5%)dande1egeneratieallochtonen(43,5%).Ookdeargumentatiedathetgebouw
ofgebiedeenmooieenspecialevorm(architectuur)heefténdathetcultureelerfgoedweinigtotniet
veelvoorkomtisalleendoordeallochtoneleerlingengegeven.Bijdearchitectonischeverklaring is
dit voornamelijk de 1e generatie allochtone leerlingen (13%) geweest. Daarentegen heeft de 2e
generatieallochtoneleerlingen(2,8%)alleendeverklaringgegevendathetgebouwweinigtotniet
veel voorkomt. Deze 2e generatie allochtone leerlingen (12,6%) heeft procentueel gezien ook het
vaakstdeverklaringgegevendatzijhetgebouwofgebiedsoms/regelmatig/vaakbezoeken.Dereden
dathetgebouwofgebiedermooi/goed/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuitziet isvoornamelijk
door de autochtone leerlingen (33,3%) genoemd. Deze argumentatie wordt procentueel gezien
gevolgd door de 2e generatie allochtone leerlingen (22,4%) en tot slot de 1e generatie allochtone
leerlingen(17,4%).Ookdeargumentatiedathetgebouwofgebiedbijhetgebiedendecultuurhoort
endathetgroenennatuuris,ishetvaakstgegevendoordeautochtoneleerlingen.Bijdeverklaring
dat het gebouw of gebied bij het gebied of de cultuur hoort, is het opvallend dat de 2e generatie
allochtoneleerlingen(4,2%)naastdeautochtoneleerlingenalleendezeverklaringheeftgegeven.
Ookbijdezeresultatenishetaannemelijkdatdecultureleenreligieuzeachtergrondvande
leerlingeneenbelangrijkerolspeeltindeverklaringen.Hoewelhetverschilkleinis,ishetopvallend
dat de 2e generatie leerlingen vaker dan de 1e generatie allochtone leerlingen de functionele
verklaringgeeft.Kijkendnaardegegevensoverdematevangeloofsbeoefeningzouhetaannemelijk
zijn dat de 1e generatie allochtonen deze verklaring vaker geven. De 1e generatieMarokkanen en
Turkenzijnnamelijkactieverbezigmethungeloofdande2egeneratieMarokkanenenTurken.148
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
64
3.1.3.4 Opleidingsniveau
Tevens is een significant verschil aangetoondbij de verklaringdie de leerlingen van verschillende
opleidingsniveaus voor hunnummer1 vande top5waardevol cultureel erfgoedhebben gegeven.
Onderstaandetabelgeefteenoverzichtvanderesultaten.
Tabel22.Frequentietabelverklaringnummer1vantop5waardevolcultureelerfgoednaaropleidingsniveau
OpleidingsniveauVerklaringleerling vmbob&k vmbot havo vwoHetgebouwofgebiedzietermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuit
4 2 14 20
Hetgebouwofgebiedheefteenmooieenspecialevorm(architectuur)
1 0 5 5
Defunctievanhetgebouwofgebied 3 9 43 23Hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag
2 5 10 3
Hetgebouwofgebiedhoortbijhetgebiedendecultuur 0 1 4 1Hetgebouwofgebiedkomtweinigtotnietvoor 0 4 0 0Hetgebouwofgebiedisietsvanvroeger,hetisoud 2 0 2 2Hetgebouwofgebiedisgroenennatuur,eenstilleomgeving 0 1 2 5
Cramer’sV
0,333***
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Defunctioneleverklaringisprocentueelgezienhetmeestgegevendoordehavoleerlingen(52,4%),
gevolgddoordevmbo‐t(40,9%),vwo(39%)leerlingen.Daarnaastisdeverklaringdathetgebouwof
gebied ermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk uitziet zeer populair. Met name onder de vwo
(33,9%) en vmbo‐b&k leerlingen (33,3%) was deze argumentatie populair. Bij de reden dat het
gebouwofgebiedweinigtotnietvoorkomtishetnoemenswaardigdatdezeverklaringalleendoor
de vmbo‐t leerlingen (18,2%) is gegeven.De architectonischeverklaring is daarentegendoordeze
leerlingeninhetgeheelnietgenoemd.Dezeargumentatieishetmeestpopulaironderdevwo(8,5%)
en vmbo‐b&k leerlingen (8,3%). Tot slot is het opmerkelijk dat de verklaring dat het gebouw of
gebied iets van vroeger en oud is voornamelijk is gegeven door de vmbo‐b&k leerlingen (16,7%).
Overigens hebben deze laatstgenoemde leerlingen de verklaring dat het gebouw of gebied bij een
gebiedofcultuurhoorténdathetgroenennatuur ishelemaalnietgegeven.Deverklaringdathet
gebouwofgebiedgroenennatuuris,isvoornamelijkdoordevwoleerlingen(8,5%)gegeven.
BovenstaanderesultatenzijnhelaasnietdirecttekoppelenaanhetonderzoekvanCoeterier,
omdat hier geen informatie is gegeven over het opleidingsniveau van de mensen die zijn
ondervraagd.WelishetgegevendatexpertsvolgensCoeteriervoornamelijkcognitiefwaarderen(op
basisvankennis)enlekenaffectiefwaarderen(opbasisvangevoel),tekoppelenaanbovenstaande
resultaten.149Dit zou namelijk betekenendat de vwo leerlingen bij hunwaardeoordeelmeer naar
vormkenmerken van de gebouwen en gebieden kijken dan lagere opleidingsniveaus. De lagere
opleidingsniveaus (leken in het onderzoek van Coeterier) zullen daarentegen meer op basis van
gevoel waarderen.Wanneer deze beredenering gekoppeld wordt aan de resultaten zijn er enkele
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
65
verbanden te zien. De vwo leerlingen hebben namelijk procentueel gezien de eerste twee
verklaringen (Coeterier zijn waarderingsbron schoonheid) het vaakst gegeven. Deze verklaring is
metnamegebaseerdopkennis.Devmbo‐tenhavoleerlingenhebbendefunctioneleverklaringhet
vaakstgegeven,dieeerderophetgevoelbijhetgebouwofgebiedisgebaseerd.Eenuitzonderingop
de regel vormen de vmbo‐b&k leerlingen. De verklaringen die zij het vaakst hebben gegeven zijn
namelijkdezelfdealsdievandevwoleerlingen.Eenaannemelijkeverklaringvoorditverschilisdat
ditkomtdoordesoortopleidingdiezijvolgen,namelijkeenopleidingdiegeoriënteerdisopkunsten
cultuur.Doordatdezeleerlingenvanuithunopleidingmeerkennisopdoenoverkunstencultuuris
hetaannemelijkdatzijhunwaardeoordeeleveneensmeeropkennisbaserendanopgevoel.
3.1.3.5 School
Opbasisvandeonafhankelijkevariabeleschoolisgeensignificantverschilindeverklaringenvande
leerlingenvoorhunnummer1vandetop5geconstateerd.
3.1.3.6 Klas
Tot slot is er een significant verschil aangetoond tussen de verklaringen van de leerlingen voor
nummer1vanhuntop5endeklas.Onderstaandetabelbiedteenoverzichtvanderesultaten.
Tabel23.Frequentietabelverklaringnummer1vandetop5waardevolcultureelerfgoednaarklas
KlasVerklaringleerling Klas2 Klas3Hetgebouwofgebiedzietermooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijkuit 10 30Hetgebouwofgebiedheefteenmooieenspecialevorm(architectuur) 3 8Defunctievanhetgebouwofgebied 50 28Hetgebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraag 9 11Hetgebouwofgebiedhoortbijhetgebiedendecultuur 3 3Hetgebouwofgebiedkomtweinigtotnietveelvoor 4 0Hetgebouwofgebiedisietsvanvroeger,hetisoud 1 5Hetgebouwofgebiedisgroenennatuur,eenstilleomgeving 5 3Geenverklaring 1 1
Cramer’sV
0,384**
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Uitbovenstaandetabelblijktdathetgrootstesignificanteverschilbijdefunctioneleargumentatiete
constateren is. Procentueel gezien is deze verklaring vaker gegeven door de leerlingen in klas 2
(58,1%) dan in klas 3 (31,5%). De leerlingen uit klas 2 geven daarnaast vaker de reden dat een
gebouwofgebiedwaardevollerisomdathetgroenennatuuris.Hettegenovergesteldeistezienbij
de reden dat het gebouw of gebied mooi/goed/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk is. Deze
argumentatieisnamelijkvakerdoordeleerlingenuitklas3(33,7%)gegevendanuitklas2(11,6%).
Hetzelfde beeld is te zien bij de architectonische verklaring, de reden dat ze het
soms/regelmatig/vaak bezoeken en de verklaring dat het iets van vroeger en oud is, die
voornamelijk door de leerlingen uit klas 3 is gegeven in plaats van uit klas 2. Tot slot is het
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
66
opmerkelijkdatalleendeleerlingenuitklas2(4,7%)deredendathetgebouwofgebiedweinigtot
niet voorkomt hebben gegeven. De verklaring dat het gebouw of gebied bij een gebied of cultuur
hoorttoontgeenverschilaan.
OokdezeresultatenzijnnietdirecttekoppelenaanhetonderzoekvanCoeterier,maarwel
aanzijnaannameoverhetwaarderenopbasisvangevoelenopbasisvankennis.Wanneerervanuit
wordtgegaandatde leerlingen tijdenshunschoolcarrièregroeienophetgebiedvankennis, ishet
aannemelijkdatde leerlingenuitklas3meerkennishebbendande leerlingenuitklas2.Alsdeze
gedachteganggekoppeldwordtaandeaannamevanCoeterier,zullendeleerlingenuitklas3vaker
eenverklaringgevengebaseerdopkennisdanopbasisvangevoel.Bijdeleerlingenuitklas2zouhet
omgekeerde het geval zijn. Kijkend naar bovenstaande resultaten komt dit beeld grotendeels
overeen.Deleerlingenuitklas2gevennamelijkdefunctioneleverklaringhetvaakst,diegebaseerdis
opgevoel.Deleerlingenuitklas3gevendaarentegendeeerstetweeverklaringenhetvaakst,welke
gebaseerdzijnopkennis.
3.1.4 Waardeoordeelleerlingenoudversusnieuwcultureelerfgoed
Alsvierde isdoormiddelvaneenopenvraagaande leerlingengevraagdofzijeenoudgebouwof
gebiedwaardevoller vindendan een jong gebouwof gebied.Daarnaast is gevraagdwaaromzedit
vinden. Deze vraag is door één leerling niet beantwoord. Ook bij deze vraag zijn de antwoorden
onderverdeeldineenaantalantwoordcategorieënomzetekunnenanalyseren.Onderstaandetabel
toontdeantwoordendiedeleerlingenhebbengegevenopdevraag.
Tabel24.FrequentietabelverklaringwaardeoordeeloudofnieuwcultureelerfgoedAntwoord Aantalleerlingendat
ditantwoordgafJa,omdateenoudgebouwofgebiedwaardevolleris 69Ja/nee,hethangtvandestaatenhetuiterlijkvanhetgebouwofgebiedaf 14Ja/nee,hethangtvandefunctieendeinhoudvanhetgebouwofgebiedaf 12Ja/nee,hethangtervanafofhetgebouwofgebiedinteressant/belangrijkisenofhetbetekenis/herinneringenheeft
10
Ja/nee,hethangtvandelocatievanhetgebouwofgebiedaf 2Allebei,somswel/somsniet,eriseigenlijkgeenverschil 32Nee,eenjonggebouwofgebiediswaardevoller 35Geenantwoord 1Uit de tabel blijkt als eerste dat leerlingen een oud gebouw of gebied (39,4%) over het algemeen
waardevoller vinden dan een jong gebouw of gebied (20%). Vervolgens is een groot deel van de
leerlingen(18,3%)vanmeningdaternietechteenverschiltussenoudennieuwbestaat.Hetoverige
deelvandeleerlingen(21,9%)isvanmeningdathetwaardeoordeelafhankelijkisvanonderliggende
argumentatie.Hierbijisbijvoorbeeldgekekennaardestaatenhetuiterlijkvanhetgebouwofgebied
(8,0%)ofdefunctieeninhoudvanhetgebouwofgebied(6,9%).Daarnaastiseenaantalleerlingen
(5,7%) van mening dat het feit of een gebouw of gebied interessant/belangrijk is of een
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
67
betekenis/herinneringenheeftvaninvloedisophetwaardeoordeel.Totslotishetargumentgegeven
datdelocatievanhetgebouwofgebied(1,1%)vanbelangisomdewaardeervantebepalen.
DezevraagkaninhetonderzoekvanCoeteriergekoppeldwordenaandewaarderingsbron
ouderdom. Uit de verklaringen van de leerlingen over hun waardeoordeel blijkt eerder dat
ouderdomeenbeperkterolspeeltindewaarderingvancultureelerfgoedonderjongeren.Ditbeeld
komt overeen met het onderzoek van Coeterier waarbij ouderdom eveneens weinig tot geen rol
speeltindewaardering.150Echteruitbovenstaanderesultatenblijktdathetgrootstegedeeltevande
leerlingenvanmeningisdateenoudgebouwofgebiedwaardevollerisdaneennieuwgebied.Hierbij
ishetvanbelangomop temerkendater tevensveel leerlingenzijndienietduidelijkeenmening
geven(allebei,somswel/somsniet)ofhunwaardeoordeelbaserenoponderliggendeargumentatie.
Alsdezetweegroepenbijdeleerlingendieeenjonggebouwofgebiedwaardevollervindenworden
opgeteld, is deze groep (60,2%) groter dan de groep leerlingen die een oud gebouw of gebied
waardevoller vinden (39,4%).Hieruit kan geconcludeerdwordendat, zoals eerder is gebleken, de
ouderomvaneengebouwofgebiedonderleerlingeneenbeperkterolindewaarderingspeelt.
Ook bij deze vraag is gekeken of de onafhankelijke variabelen van invloed zijn geweest op het
waardevoordeeloudversusnieuw.Uitdeanalysezijnechtergeensignificanteverschillennaarvoren
gekomen.
3.1.5 Bewarenvoordetoekomst
Totslot isaande leerlingendoormiddelvaneenopenvraaggevraagdwelkgebouwofgebied,dat
nog niet in de afbeeldingennaar voren is gekomen, volgens hen zeker voor de toekomst bewaard
moetenblijven. In totaal isdezevraagdoor138 leerlingenbeantwoord.Hoeweler isgevraagdom
gebouwenofgebiedentenoemendienognietindevragenlijstwarenopgenomen,zijnervaakdoor
de leerlingen gebouwen of gebieden gekozen die al naar vorenwaren gekomen in de vragenlijst.
Voordeanalysezijndezeantwoordenwelmeegenomenenvervolgenszijndeantwoordenvande
leerlingen gecategoriseerd. Hieronder volgt een overzicht van de gebouwen en of gebieden die
volgensdeleerlingenbewaardmoetenblijvenvoordetoekomst.
Tabel25.FrequentietabelgebiedofgebouwbewarenvoordetoekomstalleleerlingenGebouwofgebieddatbewaardmoetblijvenvoordetoekomst
Aantalleerlingendieditgebouwofgebiedaangaf
KantoorgebouwAtradius 2Natuurgebied(en) 8Sloterplasmetoevers 17FlatParkrand 3KantoorgebouwIBM 1PaleisopdeDam 5Wees‐enarmenhuis 6PodiumMozaïek 2Spaarnwoude 1Molen 13ING‐gebouw 3
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
68
EetcaféOostoever 1Moskee/kerk 28Sportgebied/gebouw 3Ziekenhuizen 4Eigenhuis/omgeving 8Supermarkt/winkelcentrum 2Sloterhof 1Sloterparkbad 3Boerderij 1CentrumvanAmsterdam 4Scholen 6Pleinen 4Bastion 2Polder 1AmsterdamseBos 1PaleisSoestdijk 1Calandhal 1Oudecafé’s 1Vondelpark 2StichtingEtmel 1UWV‐gebouw 1Piramides 1Geenantwoord 37Uit bovenstaande tabel blijkt dat demeeste leerlingen (16%) graag zien dat het religieus erfgoed
(met name de moskee) voor de toekomst bewaard blijft. Als tweede hechten de leerlingen veel
waarde aan de Sloterplasmet oevers (9,7%) en vervolgens eenmolen (7,4%). Daarnaastworden
eigen huis/eigen omgeving en natuurgebieden (beide 4,6%) als waardevol gezien. Opvallende
antwoordendiedaarnaastzijngegeven,ennogniet indevragenlijstnaarvorenzijngekomen,zijn
het Paleis op de Dam (2,9%), scholen (2,9%), ziekenhuizen (2,3%), het centrum van Amsterdam
(2,3%), pleinen (2,3%), het ING‐gebouw (1,7%), een sportgebied/gebouw (1,7%), een
supermarkt/winkelcentrum(1,1%),PodiumMozaïek(1,1%),hetVondelpark(1,1%),Spaarnwoude
(0,6%),polder (0,6%),hetAmsterdamseBos (0,6%),deCalandhal (0,6%),PaleisSoestdijk (0,6%),
StichtingEtmel(0,6%),hetUWV‐gebouw(0,6%)endepiramides(0,6%).
Netalsbijhetwaardeoordeelvande leerlingen isookhierhet religieuserfgoedhetmeest
populair onder de leerlingen. Een aannemelijke verklaring hiervoor is zoals eerder genoemd de
culturele en religieuze achtergrond van de leerlingen. De overige voorbeelden van gebouwen en
gebiedendiezijngenoemdhebbenmetnameeenopenbareenrecreatieve functie.Ookditbeeld is
eerdernaarvorengekomentijdenshetwaardeoordeelvandeleerlingen.Daarnaastishetopvallend
dat er veel voorbeelden van monumentaal groen en cultuurlandschap door de leerlingen zijn
genoemd.
Hoewelhetmerendeelvandeleerlingengeenverklaringheeftgegevenvoorhunkeuze,valt
erbijdeverklaringeneenaantalzakenop.Alseerstewordtbijdevoorbeeldenvanreligieuserfgoed
vaakgenoemddathetgeloofbelangrijk isvoorde leerlingenendateenmoskeeofkerkeenheilig
gebouwis.Bijdevoorbeeldenmolen,PaleisopdeDamenCentrumvanAmsterdamzijndeleerlingen
vanmeningdatdittypischNederlandsevoorbeeldenensymbolenzijndiebijdegeschiedenisvanhet
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
69
landhoren.Bijdevoorbeeldendieeengroeneuitstralinghebben(Sloterplasmetoevers,Vondelpark,
Spaarnwoude, polder en Amsterdamse Bos) hebben de leerlingenmet name aangegeven dat deze
behoudenmoetenblijvenomdatnatuurbelangrijk is enweinig voorkomt inNederland.Daarnaast
hebben de leerlingen deze voorbeelden van monumentaal groen en cultuurlandschap vaak
gekoppeldaanderecreatievemogelijkhedendieinditgebiedmogelijkzijn.Hierdoorbeschouwende
leerlingendezevoorbeeldenalswaardevol.
Ook uit deze verklaringen blijkt dat de leerlingen de functie van een gebouw of gebied
belangrijkvinden.Defunctiebepaaldvoorveelleerlingendewaardevaneengebiedofgebouw.Zoals
eerdergeblekenis,speeltdefunctieinhetonderzoekvanCoeteriereenkleinetotgeenrol.151Ditis
eenbelangrijkverschilmetditonderzoek.EenwaarderingsbrondieinhetonderzoekvanCoeterier
wel een grote rol speelt in de waardering van cultuurhistorische objecten is informatie.152 In de
verklaringen bij de voorbeelden molen, Paleis op de Dam en Centrum van Amsterdam is deze
waarderingsbron herkenbaar. Hoewel dezewaarderingsbron een rol speelt bij dewaardering van
cultureelerfgoedonderdeleerlingenkan,gezienhetaantalkerendatdezebrondoordeleerlingenis
genoemd,geconcludeerdwordendatinformatieeenrolspeelt.Echterisdezerolkleinerdaninhet
onderzoekvanCoeterier.
Vervolgensisookhierbijgekekenofdeonafhankelijkevariabelensignificanteverschillenaantonen
tussendeantwoordenvandeleerlingen.
3.1.5.1 Geslacht
Alleenbijdeonafhankelijkevariabelegeslachtiseensignificantverschiltezien.Hierondervolgende
resultaten.
Tabel26.Frequentietabelgebouwofgebiedbewarenvoordetoekomstnaargeslacht
GeslachtGebouwofgebieddatbewaardmoetblijvenvoordetoekomst jongen meisje
KantoorgebouwAtradius 1 1Natuurgebied(en) 3 5Sloterplasmetoevers 7 10FlatParkrand 2 1KantoorgebouwIBM 0 1PaleisopdeDam 0 5Wees‐enarmenhuis 3 3PodiumMozaïek 0 2Spaarnwoude 1 0Molen 0 13ING‐gebouw 2 1EetcaféOostoever 0 1Moskee/kerk 16 12Sportgebied/gebouw 2 1Ziekenhuizen 1 3Eigenhuis/omgeving 6 2Supermarkt/winkelcentra 1 1
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
70
Sloterhof 1 0Sloterparkbad 2 1Boerderij 0 1CentrumvanAmsterdam 3 1Scholen 5 1Pleinen 0 4Bastion 2 0Polder 1 0AmsterdamseBos 1 0PaleisSoestdijk 1 0Calandhal 1 0Oudecafé’s 1 0Vondelpark 1 1StichtingEtmel 1 0UVW‐gebouw 0 1Piramides 1 0Geenantwoord 15 22
Cramer’sV
0,530*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001Wanneer bovenstaande resultaten nader bekeken worden, is een aantal zaken opmerkelijk. Als
eerste is het interessant om te constaterendat het religieus erfgoed (moskee/kerk)meer door de
jongens (19,8%) dan door de meisjes (12,8%) is gekozen. Hetzelfde beeld is te zien bij eigen
huis/omgeving en scholen. De eerstgenoemde is namelijk door zes jongens (7,4%) genoemd en
slechtsdoortweemeisjes(2,1%).Ookscholenzijnvakerdoordejongens(6,2%)voorgedragendan
doordemeisjes(1,1%).DaarentegenishetomgekeerdebeeldtezienbijdeSloterplasmetoevers,de
molen, het Paleis op de Dam en pleinen. De Sloterplas met oevers is door meermeisjes (10,6%)
genoemddandoor jongens(8,6%).Demolenisalleendoordemeisjesgenoemd(13,8%).Ditgeldt
ookvoorhetPaleisopdeDam(5,3%)enpleinen(4,3%).
Omdater inhetonderzoekvanCoeteriergeenonderscheidwordtgemaakt tussenmannen
en vrouwen, zijn bovenstaande resultaten moeilijk te koppelen aan zijn bevindingen. Wel is het
opvallenddatdejongensinhunverklaringenvoordekeuzedefunctievanhetgebouwofgebiedhet
meest benadrukken, terwijl de meisjes naast de functie eveneens naar de geschiedenis van het
gebouwofgebied(waarderingsbroninformatie)verwijzen.
3.2 Begrip
Naastdeafhankelijkevariabelewaarderingiserindevragenlijstgetoetstophetbegripdatjongeren
hebbenvanhetbegripcultureelerfgoedendezakendiehierondervallen.Aanhenisgevraagdofzij
weleens van de begrippenmonument, cultuurlandschap, archeologie, erfgoed en cultureel erfgoed
hebbengehoord.Onderstaandetabeltoontdeantwoordenvandeleerlingen.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
71
Tabel27.Frequentietabelbekendheidmetdebegrippenmonument,cultuurlandschap,archeologie,erfgoedencultureelerfgoedonderalleleerlingenAntwoord Bekendheid
begripmonument
Bekendheidbegrip
cultuurlandschap
Bekendheidbegrip
archeologie
Bekendheidbegriperfgoed
Bekendheidbegripcultureel
erfgoedJa 121 53 102 74 22Nee 54 122 73 101 153Uitbovenstaandetabelblijktdathetbegripmonumenthetmeestbekendisonderdeleerlingen.Het
merendeel (69,1%) van de leerlingen heeft namelijk weleens gehoord van dit begrip. Vervolgens
hebbendeleerlingenprocentueelgezienhetmeestgehoordvanhetbegriparcheologie(58,3%).Iets
minder dan de helft van de leerlingen (42,3%) is daarentegen bekendmet het begrip erfgoed. De
vraagof de leerlingenweleenshebbengehoordvanhet begrip cultuurlandschap is bijnadoor een
derdevandeleerlingen(30,3%)metjabeantwoord.Totslotiscultureelerfgoedslechtsbijeenklein
aantalleerlingen(12,6%)eenbekendbegrip.
Vervolgensisperbegripgekekenofereensignificantverschilbestaattussendebekendheidmetde
begrippenenhetgeslacht,deetniciteit,degeneratie,hetopleidingsniveau,deschoolenklasvande
leerlingen.Hierondervolgenperbegripderesultaten.
3.2.1 Monument
Bij het begrip monument is een significant verschil aangetoond bij de onafhankelijke variabelen
opleidingsniveau,schoolenklas.Onderstaandetabelbiedteenoverzichtvandeanalyse.
Tabel28.Frequentiebekendheidmethetbegripmonumentnaaropleidingsniveau,klasenschool
Opleidingsniveau School KlasAntwoordvmbob&k vmbot havo vwo HLW CL WC Klas2 Klas3
Ja 12 11 53 45 56 53 12 52 69Nee 0 11 29 14 33 21 0 34 20Cramer’sV
0,254*
0,203*
0,185*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001HLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollegeHet grootste significante verschil is aangetoond bij het opleidingsniveau van de leerlingen.
Opmerkelijkaanderesultaten isdathetbegriponderallevmbo‐b&k leerlingen(100%)bekend is.
Vervolgens hebben de vwo leerlingen (76,3%) hetmeest gehoord van het begrip. Deze leerlingen
wordengevolgddoordehavoleerlingen(64,6%).Bijdevmbo‐tleerlingenishetbegripexactbijde
helftvandeleerlingen(50%)bekend.
Ook bij de onafhankelijke variabele school wordt een significant verschil aangetoond. Het
WestburgCollege(100%) ishetmeestbekendmethetbegrip,gevolgddoorhetComeniusLyceum
(71,6%)enhetHervormdLyceumWest(62,9%).
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
72
Het kleinste significante verschil is tot slot aangetoond bij de onafhankelijke variabele klas. De
leerlingen in klas 3 (77,5%) hebben namelijk vaker van het begrip monument gehoord dan de
leerlingeninklas2(60,5%).
Wanneerbovenstaanderesultatennaderbekekenwordeniseenaantalzakenopvallend.Als
eerste isditdatdevmbo‐b&k leerlingenhetmeestbekendzijnmethetbegripmonument.Kijkend
naarhetonderzoeknaardebelangstellingvoorcultureelerfgoedzouhetaannemelijkerzijndatde
vwo leerlingen het meest begrip hebben. Hoger opgeleiden hebben over het algemeen meer
belangstelling voor monumenten.153 Dat de vmbo‐b&k leerlingen hier bovenaan staan heeft
waarschijnlijktemakenmethetfeitdatdezeleerlingeneenkunstencultuurgeoriënteerdeopleiding
volgen.Hierdoorhebbenzijvermoedelijkmeerbelangstellingvoorkunstencultuurenindirectmeer
kennishiervan.DathetWestburgCollegehetmeestbekendismetditbegripheefttevenshiermeete
maken.Ditisnamelijkdeschoolwaarhetvmbo‐b&konderwijswordtgegeven.Eenverklaringvoor
hetverschiltussenklas2enklas3zoukunnenzijndatdeleerlingenvanklas3meerkennishebben
omdatzijeenklashogerzitten.
3.2.2 Cultuurlandschap
Ook bij het begrip cultuurlandschap is een aantal significante verschillen aangetoond bij dezelfde
onafhankelijkevariabelenalsbijhetbegripmonument.Hierondervolgenderesultaten.
Tabel29.Frequentiebekendheidmethetbegripcultuurlandschapnaaropleidingsniveau,klasenschool
Opleidingsniveau School KlasAntwoordvmbob&k vmbot havo vwo HLW CL WC Klas2 Klas3
Ja 9 5 18 21 21 23 9 20 33Nee 3 17 64 38 68 51 3 66 56Cramer’sV
0,297**
0,275**
0,150*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001HLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollegeWederom is het grootste significante verschil geconstateerd bij het opleidingsniveau. Opvallend
hierbij is datmeer dan de helft van de vmbo‐b&k leerlingen (75%) als enige bekend zijnmet het
begripcultuurlandschap.Bijdeoverigeopleidingsniveausishetbegripvoornamelijkonbekend.
Hetzelfdebeeldistezienbijdeonafhankelijkevariabeleschool.HetWestburgCollege(75%)
isnamelijkdeenigeschoolwaarbijmeerdandehelftvandeleerlingenweleensvanhetbegripheeft
gehoord.
Tot slot kan geconstateerdworden dat ook bij dit begrip de bekendheidwederom groter
onderdeleerlingenuitklas3(37,1%)isdanonderdeleerlingenuitklas2(23,3%).
Ookbijdezeresultaten iseenaantal zakenopvallend.Hierbijgeldendezelfdeverklaringen
als bij het begripmonument. Het verschil in bekendheidmet het begrip cultuurlandschap van de
vmbo‐b&kleerlingenvanhetWestburgCollegeheeftwaarschijnlijkmethetsoortopleidingtemaken
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
73
dat deze leerlingen volgen, tewetenKunst, Cultuur enMedia.Het verschil tussenklas 2 en klas 3
heeftookhierwellichttemakenmethetkennisniveauvanklas3dathogerligtdandatvanklas2.
3.2.3 Archeologie
Vervolgens isuitdeanalysebijhetbegriparcheologiegeblekendateralleenbijdeonafhankelijke
variabele opleidingsniveau een significant verschil is aangetoond. Onderstaande tabel toont de
resultaten.
Tabel30.Frequentietabelbekendheidbegriparcheologienaaropleidingsniveau
OpleidingsniveauAntwoordvmbob&k vmbot havo vwo
Ja 8 11 39 44Nee 4 11 43 15Cramer’sV
0,254*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001In tegenstelling totdevoorgaandebegrippen ishetbegriparcheologiehetmeestbekendonderde
vwo leerlingen (74,6%). Zijworden gevolgd door de vmbo‐b&k leerlingen (66,7%). Bij de vmbo‐t
leerlingenishetbegripbijexactdehelftvandeleerlingen(50%)bekend.Dehavoleerlingen(47,6%)
zijnhetminstbekendmethetbegrip.
Bij deze resultaten is het opvallend dat de vwo leerlingen hetmeest bekend zijnmet het
begrip archeologie.Dit beeld komtovereenmethet algemene gegevendat hoger opgeleidenmeer
belangstelling voor archeologie hebben.154 Dat de vmbo‐b&k leerlingen ook hier hoog scorenwat
betreftdebekendheid,heeftwellichtmetdesoortopleidingtemakendiezijvolgen.Opmerkelijkis
hetresultaatdatdehavoleerlingen,inplaatsvandevmbo‐tleerlingen,hetminstbekendzijnmethet
begrip archeologie.Wanneer het gegeven over de belangstelling voor archeologiewordt bekeken,
zullendevmbo‐tleerlingenhetminstbekendzijnmetarcheologie.
3.2.4 Erfgoed
Bijhetbegriperfgoedwordtnaastdeonafhankelijkevariabelenopleidingsniveauenklastevenseen
significant verschil aangetoond bij etniciteit. Hieronder volgt een schematische weergave van de
analyse.
Tabel31.Frequentietabelbekendheidbegriperfgoednaaretniciteit,opleidingsniveauenklas
Etniciteit Opleidingsniveau KlasAntwoorda m t s/a/a o vmbob&k vmbot havo vwo Klas2 Klas3
Ja 6 20 22 9 17 9 5 26 34 29 45Nee 3 51 28 4 15 3 17 56 25 57 44Cramer’sV
0,277**
0,322***
0,170*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001a=autochtone,m=Marokkaanse,t=Turkse,s/a/a=Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse,o=overige
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
74
Het begrip erfgoed is het meest bekend bij de leerlingen met een Surinaamse/Antilliaanse/
Arubaanseetniciteit(69,2%)endeautochtoneleerlingen(66,7%).Dezeleerlingenwordengevolgd
door de leerlingenmet een overige etniciteit (53,1%). Bij de leerlingenmet een Turkse etniciteit
(44%)enMarokkaanseetniciteit(28,2%)ishetopmerkelijkedatmeerdandehelftvandeleerlingen
onbekendismetditbegrip.
Het opleidingsniveau laathet grootste significante verschil zien.Dit begripwordtnamelijk
door meer dan de helft van de vmbo‐b&k (75%) en vwo (57,6%) leerlingen als bekend
verondersteld. Daarentegen is het begrip bijminder dan de helft van de havo (31,7%) en vmbo‐t
(22,7%)leerlingenbekend.
Totslotisookhetbegriperfgoedonderdeleerlingenuitklas3(50,6%)meerbekenddande
leerlingenuitklas2(33,7%).
Ook bij deze resultaten wat betreft het opleidingsniveau en de klas gelden dezelfde
verklaringenalsbijdevoorgaandebegrippen.Hierwordttevenseensignificantverschilaangetoond
bijdeetniciteitvanleerlingen.Dezebevindingenkunnengekoppeldwordenaanhetonderzoeknaar
de algemene belangstelling voor cultureel erfgoed. Hieruit blijkt namelijk dat de autochtone
bevolkingdemeestebelangstellingheeft,gevolgddoordemensenmeteenAntilliaanseenSurinaame
etniciteit. De Marokkanen en Turken blijken de minste belangstelling te hebben voor cultureel
erfgoed.155Ditbeeldisterugtezieninbovenstaanderesultaten.
3.2.5 Cultureelerfgoed
Tenslotte wordt ook bij het begrip cultureel erfgoed een significant verschil aangetoond bij een
aantalonafhankelijkevariabelen.Onderstaandetabeltoontwelkevariabelenditzijn.
Tabel32.Frequentietabelbekendheidbegripcultureelerfgoednaaropleidingsniveau,schoolenklas
Opleidingsniveau School KlasAntwoordvmbob&k vmbot havo vwo HLW CL WC Klas2 Klas3
Ja 4 2 6 10 12 6 4 6 16Nee 8 20 76 49 77 68 8 80 73Cramer’sV
0,214*
0,187*
0,166*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001HLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollegeOpnieuwlaatdeonafhankelijkevariabeleopleidingsniveaudegrootstesignificanteverschillenzien.
Het begrip wordt wederom het meest herkend door de vmbo‐b&k (33,3%) en vwo (16,9%)
leerlingen.Hetbegrip isdaarentegenslechtsbijeenzeerkleindeelvandevmbo‐t (9,1%)enhavo
(7,3%)leerlingenbekend.
Het begrip cultureel erfgoedwordt onder de diverse scholen hetmeest als bekend gezien
onder de leerlingen van hetWestburg College (33,3%), gevolgd door hetHervormd LyceumWest
(13,5%)enhetComeniusLyceum(8,1%).
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
75
Ookditlaatstebegripismeerbekendbijdeleerlingenuitklas3(18%)danbijdeleerlingenuitklas2
(7%).
Ookbij deze resultaten zienwedatdevmbo‐b&k leerlingenvanhetWestburgCollegehet
meestbekendzijnmethetbegrip.Hiervoorgeldendezelfdeverklaringenalsbijdeanderebegrippen.
Ditgeldteveneensvoorderesultatenwatbetrefthetverschiltussendeklassen.
Naastdevraagofdejongerenweleenshebbengehoordvandebovengenoemdebegrippen,isaande
leerlingen die bekend zijn met de begrippen gevraagd een omschrijving te geven van wat hier
volgenshenonderwordtverstaan.Hieronderwordtperbegripeenoverzichtvandedefinitiesvan
de leerlingen gegeven. Vervolgens wordt gekeken of er bij deze definities een significant verschil
aanwezigisbijdeonafhankelijkevariabelen.
3.2.6 Definitiemonument
Op de vraag wat volgens de leerlingen een monument is zijn verschillende antwoorden gegeven.
Dezeantwoordenzijngecategoriseerdin7categorieën,dieinonderstaandetabelzijnweergegeven.
Tabel33.FrequentietabeldefinitiemonumentalleleerlingenAntwoordleerlingen Aantalleerlingen
metditantwoordEenmonumentstaatsymboolvooriets/steltietsvoor/isomietsteherdenken(1) 34Eenmonumentiseen(stand)beelddatbijeenbepaaldlandhoort(2) 21Eenmonumentisietsoudsdatwaardevolis/eenbetekenisheeft(3) 24Eenmonumentisietsheiligs/kerkenenmoskeeën(4) 7Eenmonumentiseenmolen(5) 16Overigeantwoorden(6) 18Geenantwoord(7) 55Uitbovenstaandetabelblijktdathetmerendeelvandeleerlingen(31,4%)hetbegripassocieertmet
eenobjectdatvoor iets symbool staat/ietsvoorstelt/dientom iets teherdenken.Daarnaastwordt
hetmonumentdoorveel leerlingen(13,7%)gezienals ietsoudsenwaardevolsmeteenbetekenis.
Ookdeomschrijvingdateenmonumenteen(stand)beeldisdatbijeenbepaaldlandhoortispopulair
onder de leerlingen (12%). Onder overige antwoorden (10,3% van de leerlingen) zijn met name
voorbeelden genoemd en niet zozeer een omschrijving. Hierbij valt te denken aan het Bastion, de
Sloterplas,eenboerderij,hetkantoorgebouwIBM,maarerisookeenleerlinggeweestdiehetAnne
Frankhuisheeftgenoemd.Eenconcreetvoorbeeldwatdaarnaastmeerderemalendoorleerlingenis
genoemdiseenmolen(9,1%).Totslotiseenmonumentvolgenseenkleinaantalleerlingen(4%)iets
heiligs,eenkerkofeenmoskee.
Opvallendaandezeantwoordenisdatdeleerlingenhetbegripmetnameassociërenmetiets
dat symbool staat voor iets en een betekenis heeft, en dan met name in de vorm van een
(stand)beeld. Dat een monument ook een gebouw of gebied kan zijn is minder bekend onder de
leerlingen.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
76
Nadeanalyseisgeblekendatereensignificantverschilaanwezigisbijdeonafhankelijkevariabelen
generatie,opleidingsniveauenschool.Inonderstaandetabelvolgenderesultatenvandezeanalyse.
Tabel34.Frequentietabeldefinitiemonumentnaarautochtoneen1een2egeneratieallochtonen,opleidingsniveauenschool
Autochtoonengeneratieallochtoon
Opleidingsniveau SchoolAntwoord
autochtoon 1e 2e vmbob&k vmbot havo vwo HLW CL WC1 4 7 23 3 6 10 15 22 9 32 0 3 18 3 1 14 3 9 9 33 0 3 21 1 1 11 11 7 16 14 3 0 4 0 0 4 3 3 4 05 0 1 15 4 1 5 6 6 6 46 0 0 18 1 2 8 7 8 9 17 2 9 44 0 11 30 14 34 21 0Cramer’sV
0,258*
0,249*
0,274*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,0011e=1egeneratieallochtoon,2e=2egeneratieallochtoonHLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollegeWanneer naar bovenstaande tabel wordt gekeken valt bij de autochtone en 1e en 2e generatie
leerlingen een aantal zaken op. Procentueel gezien hebben de leerlingen een monument
voornamelijk omschreven als iets dat symbool staat voor iets/iets voorstelt/dat dient om iets te
herdenken.Dezebeschrijvingishetvaakstgegevendoordeautochtoneleerlingen(44,4%),gevolgd
doorde1egeneratieallochtone leerlingen(30,4%)entotslotde2egeneratieallochtone leerlingen
(16,1%).Deomschrijvingdateenmonument ietsheiligs is (eenkerkofmoskee) is tevensdoorde
autochtone leerlingen het meest genoemd (33,3%). Opvallend hierbij is dat deze beschrijving
daarnaast alleen door de 2e generatie allochtone leerlingen (2,8%) is gegeven. De andere
omschrijvingen zijn alleendoorde autochtone leerlingen gegeven.Hierbij is het interessant om te
zien dat de 2e generatie allochtone leerlingen (12,6%) als enigen de overige antwoorden hebben
gegevenendaarnaastdemolenvakerhebbengenoemd(10,4%).
Kijkendnaarhetopleidingsniveauishetopmerkelijkdatdehavoleerlingenintegenstelling
tot de andere opleidingsniveaus aanzienlijkminder de symbolische definitie hebben gegeven. Iets
minderdaneenachtstedeelvandehavoleerlingen(12,2%)omschrijfteenmonumentopdezewijze.
De omschrijving die door de havo leerlingen (17,1%) het meest is genoemd, is die dat het een
(stand)beeldzouzijndatbijeenbepaaldlandhoort.Dezedefinitieisdaarnaastveelgegevendoorde
vmbo‐b&k leerlingen (25%). Het meest genoemde voorbeeld onder deze laatstgenoemde groep
leerlingen (33,3%) is de molen. Tot slot is het opmerkelijk dat de havo en vwo leerlingen in
tegenstelling tot de vmbo‐b&k en vmbo‐t leerlingen aanzienlijk vaker de derde en vierde definitie
geven.
Daarnaast is een significantverschil aangetoondonderde scholen.Hierbij ishetopvallend
datdeleerlingenvanhetWestburgCollege(33,3%)demolenhetmeestnoemen.Deleerlingenvan
hetComeniusLyceum(21,6%)hebbeneenmonumentdaarentegenvoornamelijkalsietswaardevols
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
77
en als iets dat een betekenis heeft omschreven. De leerlingen van het Hervormd Lyceum West
(24,7%) hebben het begrip tenslotte voornamelijk als iets dat symbool staat voor iets/iets
voorstelt/dientomietsteherdenkenomschreven.
Omdaterinhetbestaandeonderzoeknietopditonderwerpwerdingegaan,ishetlastigom
voordezeresultatenverklaringentegeven.Daarnaastzijnerbijdeomschrijvingennietecht‘foute’
antwoorden gegeven, alle omschrijvingen zouden namelijk betrekking kunnen hebben op een
monument.
3.2.7 Definitiecultuurlandschap
Vervolgensisaandeleerlingen,diehebbenaangegevenweleensvanhetbegripcultuurlandschapte
hebben gehoord, gevraagd een omschrijving te geven. De antwoorden die de leerlingen hierbij
hebbengegevenstaanhierondervermeld.
Tabel35.FrequentietabeldefinitiecultuurlandschapalleleerlingenAntwoordleerlingen Aantal
leerlingenmetditantwoord
Eencultuurlandschapiseenlandschapmetcultuur(elementen),beïnvloeddoorcultuur(1) 11Eencultuurlandschapisingerichtdoormensen/menselijkeelementen(2) 7Eencultuurlandschapiseenlandschapwaarculturenwonen/welkomzijn/naarvorenwordengebracht(3)
4
Eencultuurlandschapiszon,regenennatuur(4) 1Eencultuurlandschapiseennatuurgebied(5) 15Eencultuurlandschapiseenmolen(6) 1EencultuurlandschapisdeSloterplas(7) 5EencultuurlandschapishetBastion(8) 1Eencultuurlandschapiseenmoskee(9) 4Eencultuurlandschapiseenboerderij(10) 2Eencultuurlandschapheefteenbreedverleden(11) 1Eencultuurlandschapiseenlandschapwaargewassenwordenverbouwd(12) 1Geenantwoord(13) 122Deomschrijvingendieleerlingenbijditbegriphebbengegevenlopenietsmeeruiteen.Deleerlingen
associëren het begrip het meest met een natuurgebied (8,6%). Daarnaast is de definitie van een
landschap met cultuur(elementen) beïnvloed door een cultuur populair (6,3%). Andere
omschrijvingendiedoormeerdereleerlingenzijngenoemdzijnhetcultuurlandschapdatisingericht
door mensen/menselijke elementen, de Sloterplas, het landschap waar culturen wonen/welkom
zijn/naar vorenworden gebracht en demoskee. Daarnaast zijn er nog enkele omschrijvingen die
slechtsdooreenkleinaantalleerlingenofeenleerlingisgenoemd.
Ten opzichte van het begrip monument is het bij dit begrip opvallend dat er in de
omschrijvingeneengroterespreidingzit.Deantwoordenvandeleerlingenlopenmeeruiteenenzijn
in sommige gevallenminder duidelijk en kloppend. De omschrijvingen die het meest in de buurt
komenvandewerkelijkebetekenisvancultuurlandschap,volgensdeRijksdienstvoorhetCultureel
Erfgoed “het doormenselijk denken en handelen bepaalde en gevormde deel van deNederlandse
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
78
ruimte”156, zijndeeerste, tweedeenvijfdeomschrijving.Opvallend isdatdezeomschrijvingenhet
vaakstdoordeleerlingenzijngegeven.
Ookbijditbegripisnadeanalysegeblekendatereensignificantverschilaanwezigisbijeenaantal
onafhankelijke variabelen, te weten opleidingsniveau en school. In onderstaande tabel volgen de
resultatenvandezeanalyse.
Tabel36.Frequentietabelcultuurlandschapnaaropleidingsniveauenschool
Opleidingsniveau SchoolAntwoordvmbob&k vmbot havo vwo HLW CL WC
1 1 1 3 6 7 3 12 0 0 1 6 3 4 03 0 2 1 1 3 1 04 0 0 1 0 1 0 05 4 1 6 4 4 7 46 0 0 1 0 1 0 07 1 1 0 3 1 3 18 1 0 0 0 0 0 19 2 0 2 0 0 2 210 0 0 2 0 1 1 011 0 0 1 0 0 1 012 0 0 0 1 0 1 013 3 17 64 38 68 51 3Cramer’sV
0,363**
0,383**
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001HLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollegeHet grootste significante verschil is aangetoond bij de onafhankelijke variabele school. Onder de
leerlingen van het Hervormd LyceumWest (7,9%) is het cultuurlandschap als een landschapmet
cultuur(elementen) beïnvloed door cultuur het meest populair. De leerlingen van het Comenius
Lyceum(9,5%)hebbenhetbegripeerderalseennatuurgebiedomschreven.Dezedefinitieisechter
hetvaakstgegevendoordeleerlingenvanhetWestburgCollege(33,3%).Anderedefinitiesdieonder
deleerlingenvandezeschoolveelvoorkomen,integenstellingtotdeanderescholen,zijndemoskee
(16,7%),deSloterplas(8,3%)enhetBastion(8,3%).
Daarnaast is een significant verschil aanwezig onder het opleidingsniveau. De definitie
natuurgebied is het vaakst gegeven door de vmbo‐b&k leerlingen (33,3%) en de havo leerlingen
(7,3%).Eenanderedefinitiedieonderdeeerstgenoemdeleerlingentevenspopulairis,isdemoskee
(16,7%).Devmbo‐t leerlingen (9,1%)omschrijvencultuurlandschapdaarentegenvoornamelijkals
een landschap waar culturen wonen/welkom zijn/naar voren worden gebracht. Het cultuur‐
landschapalsietsdatisingerichtdoormensen/menselijkeelementenishetmeestgenoemddoorde
vwoleerlingen(10,2%).
Wanneerdeomschrijvingenvandescholenvergelekenwordenmetdeomschrijvingdiehet
meestovereenkomtmetdewerkelijkedefinitievancultuurlandschap,ishetopvallenddatmetname
deleerlingenvanhetWestburgLyceumdemeestgelijkendeomschrijvingenhebbengegeven.Bijhet
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
79
opleidingsniveauzijnditdevmbo‐b&kleerlingengevolgddoordevwoleerlingen.Eenaannemelijke
verklaringvoordezeresultatenheeftwederomtemakenmetdeopleidingdiedezeleerlingenvolgen,
namelijkKunst,CultuurenMedia.
3.2.8 Definitiearcheologie
Vervolgens is aan de leerlingen die bekend zijn met het begrip archeologie gevraagd een
omschrijvingvanditbegrip tegeven.Deantwoordendiede leerlingenhierbijhebbengegevenzijn
vanallebegrippenhetminstuiteenlopendenwordenhieronderweergeven.
Tabel37.FrequentietabeldefinitiearcheologiealleleerlingenAntwoordleerlingen Aantalleerlingen
metditantwoordArcheologieishet(onder)zoekenvan/naaroudedingen/hetverledenbegrijpen(1) 45Archeologieishetgravennaarenopgravenvandingenuitdegrond(2) 31Archeologieishetontwerpenvangebouwen(3) 8Overigeantwoorden(4) 18Geenantwoord(5) 73Het grootste aantal leerlingen (25,7%)denkt bij het begrip aan het (onder)zoeken van/naar oude
dingen/het verleden begrijpen. Daarnaast zijn er veel leerlingen (17,7%) die archeologie hebben
omschrevenalshetgravennaarenopgravenvandingenuitdegrond.Deleerlingen(10,3%)dieeen
overig antwoord hebben geven, noemen voornamelijk voorbeelden. Hierbij zijn onder andere
bedrijfshallen, natuurgebied, Sloterplas,moskee,KantoorgebouwAtradius,TECenKantoorgebouw
IBMgenoemd.Totslot isereenkleinaantal leerlingen(4,6%)dathetbegripheeftomschrevenals
hetontwerpenvangebouwen.
Bij de antwoorden van de leerlingen zijn de eerste twee omschrijving van het begrip
archeologiehetmeestkloppend.Bijdederdeomschrijving,hetontwerpenvangebouwen,geldtdat
hetbegriparcheologieaangezienisvoorarchitectuur.
Nadeanalyseisgeblekendatereensignificantverschilaanwezigisbijdeonafhankelijkevariabelen
opleidingsniveau,schoolenklas.Inonderstaandetabelvolgenderesultatenvandezeanalyse.
Tabel38.Frequentietabeldefinitiearcheologienaaropleidingsniveau,schoolenklas
Opleidingsniveau School KlasAntwoordvmbob&k vmbot havo vwo HLW CL WC Klas2 Klas3
1 0 8 20 17 28 17 0 27 182 0 1 9 21 17 14 0 9 223 3 0 2 3 2 3 3 2 64 5 2 8 3 6 7 5 7 115 4 11 43 15 36 33 4 41 32Cramer’sV
0,320*
0,301*
0,253***
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001HLW=HervormdLyceumWest,CL=ComeniusLyceum,WC=WestburgCollege
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
80
Bijhetopleidingsniveau ishetalseersteopvallenddatdeomschrijvingenvanhetonderzoekenen
hetopgravenvandingennietisgenoemddoordevmbo‐b&kleerlingen.Het(onder)zoekenvan/naar
oude dingen/het verleden begrijpen is hetmeest genoemd door de vmbo‐t leerlingen (36,4%) en
daarnaast door de havo leerlingen (24,4%). De vwo leerlingen (35,6%) hebben archeologie
daarentegen voornamelijk omschreven als het graven en opgraven van dingen uit de grond. De
vmbo‐b&kleerlingenhebbenprocentueelgezienhetvaaksteenoverigantwoord(41,7%),maarook
dearchitectonischeomschrijvingisonderhenpopulair(25%).
De analyse onder de scholen laat zien dat het Hervormd LyceumWest en het Comenius
Lyceumvoornamelijkdezelfdeantwoordengeven.HetWestburgCollegeishieropeenuitzondering.
Zij hebben het meest een overig antwoord (25%) genoemd of hebben het het begrip als het
ontwerpenvangebouwen(41,7%)omschreven.
Totslotishetinteressantomteziendatdeleerlingenuitklas2procentueelgezienalsenigen
ten opzichte van de leerlingen uit klas 3 archeologie het meest omschreven hebben als het
(onder)zoeken van/naar oude dingen/het verleden begrijpen. De overige antwoorden zijn
procentueelgezienvakergegevendoordeleerlingenuitklas3.
Ten opzichte van de eerder behandelde begrippen is het bij bovenstaande resultaten
opvallenddatdevmbo‐b&kleerlingenvanhetWestburgCollegehieralsenigeneennietkloppende
omschrijvingvanhetbegriphebbengegeven.Uithunantwoordenblijktduidelijkdatzijhetbegrip
verwarren met architectuur. Procentueel gezien hebben de vwo leerlingen (64,4%) de beste
omschrijving van het begrip archeologie gegeven, gevolgd door de vmbo‐t (40,9%) en de havo
leerlingen (35,4%).Wat betreft de scholen blijkt dat de leerlingen van het Comenius Lyceum het
begrip archeologie het best hebben omschreven. Hoewel het verschil erg klein is hebben de
leerlingen in klas 3 (44,9%) procentueel gezien een iets betere omschrijving van het begrip
archeologiegegevendande leerlingen inklas2 (41,9%)Verklaringenvoordeze resultatensluiten
wederomaanbijdeeerdergenoemdeaannames.Leerlingenmeteenhogeropleidingsniveauhebben
waarschijnlijk meer kennis van cultureel erfgoed vanwege het algemene gegeven dat hoger
opgeleidenmeerbelangstellinghebbenvoorcultureelerfgoed.157Voordeleerlingeninklas3ishet
aannemelijkdatzijeenhogerkennisniveauhebbendandeleerlingenuitklas2.
3.2.9 Definitieerfgoed
Tevens is aan de leerlingen gevraagd een omschrijving te geven van het begrip erfgoed. De
onderstaandeantwoordenzijndoordeleerlingengegeven.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
81
Tabel39.FrequentietabeldefinitieerfgoedalleleerlingenAntwoordleerlingen Aantalleerlingen
metditantwoordErfgoedisietsdatjeerft(vanfamilie)alsiemanddoodgaat(1) 51Erfgoedisietsdathetwaardisomtebewaren/behouden(2) 2ErfgoedishetwoonhuisinOsdorp(3) 2Erfgoediseenboerderij(4) 2Erfgoediseendokterswoning(5) 4Overigeantwoorden(6) 13Geenantwoord(7) 101Deleerlingenassociërenhetbegriperfgoedvoornamelijkmetietsdatjeerft(vanfamilie)alsiemand
overlijdt (29,1%). Daarnaast zijn er veel overige antwoorden (7,4%) door de leerlingen gegeven.
Voorbeeldendie zoal zijn genoemddoorde leerlingen zijn eenhuis, stuk land,molen, fabriekshal,
terp, natuurgebied en privé bezit. Ook is de dokterswoning door meerdere leerlingen (2,3%)
genoemd. De overige omschrijvingen variëren van een boerderij tot eenwoonhuis en iets dat het
waardisomtebewaren/behouden(1,1,%).
Kijkendnaar de omschrijvingen denkende leerlingen bij erfgoedmet name aan het erven
vaniets,bijvoorbeeldeenhuisofgeldwanneeriemandoverlijdt.Slechtsenkeleleerlingenkoppelen
hetaanmonumenten,archeologieencultuurlandschap.
Na de analyse blijkt er alleen een significant verschil te zijn in de onafhankelijke variabele
opleidingsniveau.Inonderstaandetabelvindtuderesultaten.
Tabel40.Frequentietabeldefinitieerfgoednaaropleidingsniveau
OpleidingsniveauAntwoordvmbob&k vmbot havo vwo
1 6 2 19 242 0 1 0 13 0 0 1 14 0 0 0 25 1 0 2 16 2 2 4 57 3 17 56 25
Cramer’sV
0,235*
*p=<0,05,**p=<0,01,***p=<0,001De omschrijving dat erfgoed iets is dat je erft (van familie) als iemand dood gaat is procentueel
gezienhetvaakstgegevendoordevmbo‐b&kleerlingen(50%).Daarnaastkomtdezedefinitiebijeen
grootaantalvwo(40,7%)enhavo(23,2%) leerlingenvoor.Deoverigeantwoordenzijnhetvaakst
gegevendoordevmbo‐b&kleerlingen(16,7%).Opvallendbijhetantwoordboerderijisdatditalleen
isgegevendoordevwoleerlingen(3,4%).
Ook uit bovenstaande resultaten blijkt dat de leerlingen het begrip erfgoed met name
koppelen aan het erven van iets. Hoewel uit de analyse is gebleken dat het opleidingsniveau
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
82
significante verschillen vertoont, zijn deze verschillen erg klein. Hierdoor is het lastig om een
verklaringtegevenvoorbovenstaanderesultaten.
3.2.10 Definitiecultureelerfgoed
Tot slot is door de leerlingen, die bekend zijnmet het begrip cultureel erfgoed, een omschrijving
gegeven.Deantwoordendiezijhebbengegevenzijninonderstaandetabelweergegeven.
Tabel41.FrequentietabeldefinitiecultureelerfgoedalleleerlingenAntwoordleerlingen Aantalleerlingen
metditantwoordCultureelerfgoediserfgoedvaneencultuur/datbijeencultuurhoort 4Cultureelerfgoedzijndingenvanvroegeruiteencultuur(gebouwen) 5Cultureelerfgoedzijngewoontesengeloof(kerkenmoskee) 6Cultureelerfgoedisietsmeteenemotionelewaarde 1Overigeantwoorden 6Geenantwoord 153De omschrijvingen die het vaakst door de leerlingen zijn gegeven zijn cultureel erfgoed als
gewoontes en geloof (kerk en moskee) en de overige antwoorden (beide 3,4%). Hierbij zijn
voorbeeldendoordeleerlingengenoemdalsnatuurgebied,dorpsplein,terpenboerderij.Daarnaast
zijndeomschrijvingendingenvanvroegeruit een cultuur (gebouwen) (2,9%)én erfgoedvaneen
cultuur/dat bij een cultuur hoort (2,3%) door meerdere leerlingen genoemd. Er is slechts een
leerling(0,6%)diecultureelerfgoedomschrijftalsietsmeteenemotionelewaarde.
Ten opzichte van het begrip erfgoed is het bij dit begrip interessant om te zien dat de
leerlingen hier niet de koppeling maken met het erven van iets, maar het begrip koppelen aan
cultuur. Hierbij denken zij aan gebouwen, maar ook aan gewoontes en geloof. Hoewel dit begrip
slechtsondereenkleingedeeltevandeleerlingenbekendis,ishetbijdezedefinitiesopvallenddat
zij cultureel erfgoedhebben gekoppeld aan zowelmaterieel als immaterieel cultureel erfgoed. Tot
slot is het wel belangrijk te vermelden dat de leerlingen geen voorbeelden hebben genoemd van
roerend materieel erfgoed zoals schilderijen, beelden, films en literatuur. Dat de leerlingen deze
koppelingniethebbengemaakt,kan temakenhebbenmethet feitdater indezevragenlijstalleen
aandachtisbesteedaanonroerendmaterieelerfgoed.
Na de analyse is gebleken dat er voor het begrip cultureel erfgoed geen significant verschil
aangetoondistussendeonafhankelijkevariabelen.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
83
4. Conclusieendiscussie
Indit laatstehoofdstukwordende resultatenuitdevoorgaandehoofdstukkennaast elkaargelegd
om tot de belangrijkste bevindingen te komen.Uit deze bevindingen zal vervolgens een antwoord
gegeven worden op de hoofdvraag van dit onderzoek. Hierbij worden een aantal aanbevelingen
gedaan voor hen die zich vanuit een educatief perspectief bezighoudenmet cultureel erfgoed. Tot
slotwordthetonderzoekgeëvalueerdenwordenaanbevelingenvoorverderonderzoekgedaan.
Hetdoelvanhetonderzoekwasominzichttekrijgeninhetbeelddatjongeren(13‐18jaar)
hebbenvanhet cultureelerfgoed inhunomgeving (AmsterdamNieuw‐West).Hetbegripcultureel
erfgoed is hierbij op twee manieren bekeken. Als eerste is gekeken of de leerlingen waardering
hebbenvoorhetcultureelerfgoedinNieuw‐Westenvervolgensisgetoetsthoeveelbegripzijhebben
vancultureelerfgoed.
4.1. Belangrijkstebevindingenwaarderingvoorcultureelerfgoed
Bijwaarderingis,doormiddelvan28afbeeldingenvancultureelerfgoed(gebouwenengebieden)in
Nieuw‐West, als eerste aan de jongeren gevraagd of zij dit cultureel erfgoed waardevol of niet
waardevol vinden. Vervolgens is aan de jongeren gevraagd een top 5 te maken van het meest
waardevollecultureelerfgoedmetdaarnaasteenmotivatievoordezekeuze.Ookisaanhengevraagd
ofzijoudegebouwenofgebiedenwaardevollervindendanjongegebouwenofgebieden.Totslotis
gevraagd een gebouw of gebied te noemen dat volgens hen zeker bewaard moet blijven voor de
toekomst.
Uit het algemene waardeoordeel en de top 5 van de jongeren blijkt dat zij de meeste
waardering voor het religieus erfgoed hebben en dan met name voor de voorbeelden van de
moskeeën.Daarnaast zijn de voorbeelden van cultureel erfgoedmet een groeneuitstraling en een
recreatievefunctiepopulair.HierbijvalttedenkenaandeSloterplasmetoevers,deAcademievoor
Lichamelijk Opvoeding en het Sloterparkbad. Het minst waardevol is het industrieel erfgoed. De
veronderstellingendievoorafgaandeaanhetonderzoekzijnopgesteldkomenovereenmetditbeeld.
Een aannemelijke verklaring voor de populariteit van dit religieus erfgoed is dat ditmet name te
makenheeftmetde culturele en religieuze achtergrondvande jongerendiehebbendeelgenomen
aanditonderzoek.Hetmerendeelvandeze jongeren isnamelijkallochtoon,endanmetnamevan
MarokkaanseofTurkseafkomst.Vanuitditgegevenishetnietverrassenddatjuistdemoskeeënals
hetmeestwaardevolzijnbeoordeeld.
Naastdatdecultureleenreligieuzeachtergrondvandejongereneenduidelijkerelatieheeft
met hunwaardeoordeel, is er tevens onder de onafhankelijke variabelen een duidelijk verband te
zien. Hoewel de verschillende onafhankelijke variabelen, te weten geslacht, etniciteit, generatie,
opleidingsniveau, school en klas allen invloed blijken te hebben op het waardeoordeel van de
jongeren,isuithetsignificantieniveauoptemakendattweehiervandemeesteinvloedhebben.Dit
zijndeetniciteitvandeleerlingenenhetopleidingsniveauvanhen.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
84
Bij de etniciteit is een duidelijke tweedeling in het waardeoordeel van de jongeren met een
Marokkaanse, Turkse en overige etniciteit én de autochtone jongeren en jongeren met een
Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteittezien.DejongerenmeteenMarokkaanse,Turkseen
overige etniciteit blijken de meeste waardering te hebben voor het religieus erfgoed met een
islamitischefunctie,tewetenMoskeeSuleymaniyeenMoskeeElHijra.Deautochtonejongerenende
jongerenmeteenSurinaamse/Antilliaanse/Arubaanseetniciteithebbendaarentegenmetnamehet
cultureelerfgoedmeteengroeneuitstralingeneenrecreatievefunctieinhuntop5geplaatst.Hierbij
valttedenkenaandeSloterplasmetoeversenDeVrijeGeer,maarookaanhetDorpspleingelegen
op een terp en het Bastion. Ook hierbij is het van belang om te vermelden dat de culturele en
religieuze achtergrond van de jongeren in dit waardeoordeel een grote rol heeft gespeeld. Deze
achtergrondheeftnamelijkeennauwerelatiemetdeetniciteitvandeleerlingen.
Bijhetopleidingsniveauvande jongeren iseveneenseen tweedeling inhetwaardeoordeel
zichtbaar. Voorafgaande aan het onderzoek is verondersteld dat met name de vwo leerlingen de
meestewaardering voor het cultureel erfgoed zullen hebben. Deze hypothese is gebaseerd op het
gegevendathogeropgeleidenmeerbelangstellinghebbenvoorcultureelerfgoed.158Uitdeanalyse
van de resultaten blijkt inderdaad dat deze groep leerlingen hetmeest positief iswat betreft hun
waardeoordeel.Vanuithetalgemenegegeven ishetaannemelijkdatnadevwo leerlingendehavo
leerlingen,vmbo‐tleerlingenentotslotdevmbo‐b&kleerlingenhetmeestpositiefzullenzijninhun
waardeoordeel.Ditisechterniethetgeval,devmbo‐b&kleerlingenblijkennamelijkvervolgenshet
meestpositief zijn.Eenverklaringhiervoor isdatdeze leerlingendevmbo‐b&kKunst,Cultuuren
Mediaopleidingvolgen.Doordatzijdezeopleidingvolgenishetaannemelijkdatzijmeer interesse
en belangstelling hebben voor kunst en cultuur en indirect dus meer waardering voor cultureel
erfgoedhebben.
Vervolgensisaandejongerengevraagdeenverklaringtegevenvoorhunwaardeoordeel.De
verklaring die het meest frequent door de jongeren is genoemd, is de functie van het gebouw.
Daarnaast zijn het gebouw of gebied ziet er mooi/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk uit én het
gebouwofgebiedbezoekiksoms/regelmatig/vaakenikkomergraagveelgenoemdeverklaringen.
DezeverklaringenzijnvergelekenmetdewaarderingsbronnenvanCoeterier.Hieruitblijktdatbijna
alle verklaringen van de jongeren tevens in het onderzoek van Coeterier zijn besproken. Dit zijn
schoonheid, functie, zeldzaamheid, (persoonlijke) binding, compleetheid op omgevingsniveau,
ouderdom en informatie. De enige verklaring die door de jongeren is genoemd, maar niet in het
onderzoek van Coeterier naar voren is gekomen, is dat het gebouw of gebied groen en natuur is.
Verklaringen die volgens Coeterier een belangrijke rol in de waardering van cultuurhistorische
objectenspelen,maarnietdoordejongerenzijngenoemd,zijnvakmanschap,uitzonderlijkheidende
behoefteaan informatie.159HoewelerveleovereenkomstentussenhetonderzoekvanCoeterieren
ditonderzoekblijkentezijn,iserechtereenbelangrijkverschil.Ditverschilheeftbetrekkingophet
waardeoordeelfunctie.Coeteriersteltnamelijkdatdezewaarderingsbronweinigtotgeenrolspeelt
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
85
indewaarderingvancultuurhistorischeobjecten.160Uitdeverklaringenvandejongerenblijkechter
datdezewaarderingsbronbijhenjuistdegrootsterolspeeltindewaarderingvancultureelerfgoed.
Hierbij is eveneens gekeken of de onafhankelijke variabelen geslacht, etniciteit, generatie,
opleidingsniveau,schoolenklasinvloedhebbenopdeverklaringenvandeleerlingen.Ookhierzijn
bij etniciteit en opleidingsniveau de meest significante verschillen aangetoond, maar ook de klas
blijktinvloedtehebben.Detweedelingendieeerderbijhetwaardeoordeelzijngenoemdwarenook
hier weer te zien.Wat betreft de etniciteit hebben de jongerenmet eenMarokkaanse, Turkse en
overigeetniciteitmetnamedefunctioneleverklaringgegeven.Deautochtonejongerenenjongeren
met een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit hebben daarentegen vaker de verklaring
gegeven die gekoppeld kan worden aan de waarderingsbron schoonheid. Een aannemelijke
verklaringvoordezeresultatenisdatdefunctioneleverklaringmeeropgevoelgebaseerdis,terwijl
menbijschoonheidmeeropkennisbeoordeelt.Dezeverklaringsluiteveneensaanbijdeverschillen
inhetopleidingsniveau.Devwoenvmbo‐b&kleerlingen(kunstencultuurgeoriënteerdeopleiding)
hebbenvoornamelijkdeverklaringgegevendieaansluitbijdewaarderingsbronschoonheid.Dehavo
envmbo‐tleerlingenhebbenvakerdefunctioneleverklaringgegeven.Totslotisdeverklaringvoor
hetverschilonderdeonafhankelijkevariabelenetniciteitenopleidingsniveaueveneenstoepasbaar
op de klas. De leerlingen in klas 2 hebben de functionele verklaring (gevoel) het vaakst gegeven.
Onder de leerlingen in klas 3 is de verklaring die aansluit bij de waarderingsbron schoonheid
(kennis) het meest populair. Hieruit kan geconcludeerd worden dat, wat overigens voorafgaande
verondersteld is,hetkennisniveauvande leerlingen inklas3hoger ligt,waardoorzijmeerkennis
hebbeneninditgevalmeervanuitdiekenniswaarderen.
Daarnaastisaandejongerengevraagdofzijeenoudgebouwofgebiedwaardevollervinden
daneenjonggebouwofgebied.Indehypotheseisgestelddatouderdomeenkleinetotgeenrolzal
spelen inhetwaardeoordeelvande jongeren.Uitderesultatenblijktdatdemeeste jongerenoude
gebouwenengebiedenwaardevollervindendan jongegebouwenof gebieden.Echterdienthierbij
een kanttekening te worden geplaatst. Er zijn namelijk ook veel leerlingen die geen duidelijke
meninghebbenof aangevendatdewaardevaneengebouwof gebiedafhankelijk is van zakenals
uiterlijk, functieen locatie.Dezegroepblijktgezamenlijkmetde leerlingendieeen jonggebouwof
gebiedwaardevollervindenhetgrootsttezijn.Hieruitkangeconcludeerdwordendatdeouderdom
vaneengebouwofgebiedeenkleinetotgeenrolzalspeleninhetwaardeoordeelvandejongeren.
DitbeeldkomtovereenmethetonderzoekvanCoeterierwaarinouderdomeveneenseenbeperkte
rol speelt in de waardering van cultuurhistorische objecten.161 Wanneer er overigens naar de
architectuur van de gebouwen en gebiedenwordt gekeken die de leerlingen hetmeestwaardevol
vinden, wordt dit beeld bevestigd. Met name de naoorlogse en moderne gebouwen en gebieden
blijkenhetmeestpopulairtezijnintegenstellingtotdevoorbeeldenvanoudearchitectuur.
Totslotisaandeleerlingengevraagdeengebouwofgebiedtenoemendatvolgenshenzeker
bewaardmoetblijvenvoorde toekomst.Ookhierblijkthet religieuserfgoed,endanmetnamede
moskee,hetmeestpopulair te zijn.Deonafhankelijkevariabele geslachtbleekals enige invloed te
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
86
hebbenophetwaardeoordeelvandejongeren.Onderdejongensishetreligieuserfgoed,endanmet
namedemoskee,hetmeestpopulair.MeisjeshebbenvakerdeSloterplasmetoeverseneenmolen
genoemd.
4.2 Belangrijkstebevindingenbegripvancultureelerfgoed
Het begrip van cultureel erfgoed onder jongeren is getoetst door aan de jongeren te vragen of zij
weleens hebben gehoord van de begrippenmonument, cultuurlandschap, archeologie, erfgoed en
cultureelerfgoed.Deresultaten latenziendatmeerdandehelftvande jongerenbekendismetde
begrippenmonumentenarcheologie.Erfgoed,cultuurlandschapencultureelerfgoedzijnbijminder
dandehelftvandejongerenbekend.
Ook hierbij is nagegaan of de onafhankelijke variabelen geslacht, etniciteit, generatie,
opleidingsniveau,schoolenklasvaninvloedophetbegripvandejongerenzij.Bijallebegrippen,met
uitzonderingvanheterfgoed,blijkteenverbandtezijntussenhetopleidingsniveauvandejongeren
en hun begrip. Voorafgaande aan het onderzoek is verondersteld dat jongeren met een hoger
opeidingsniveaumeer begrip zullen hebben van cultureel erfgoed. Deze hypothese blijkt alleen te
kloppenbijhetbegriparcheologie,waardevwoleerlingenhetmeestbekendzijnmetditbegrip.Bij
deanderebegrippenblijkendevmbo‐b&kleerlingenhetmeestvandebegrippentehebbengehoord.
Een verklaring hiervoor, eerder al genoemd, is dat deze leerlingen een kunst en cultuur
georiënteerde opleiding volgen, waardoor het aannemelijk is dat zij meer bekend zijn met deze
begrippen.Ookblijktereenverbandtebestaantussendeonafhankelijkevariabeleklasenhetbegrip
vancultureelerfgoed.Bijdebegrippenmonument, cultuurlandschap,erfgoedencultureelerfgoed,
gevende leerlingenuit klas 3 aanmeer bekend te zijnmet de begrippen.Dit beeld zou verklaard
kunnen worden door de aanname dat leerlingen in klas 3 meer kennis dan leerlingen uit klas 2
hebben,waardoorzijmeerbegriphebbenvancultureelerfgoed.Daarnaastblijktereveneensbijveel
begrippen,met uitzondering van archeologie en erfgoed, een verband te bestaan tussende school
vandeleerlingenenhetbegripvancultureelerfgoed.DeleerlingenvanhetWestburgCollegehebben
namelijkhetmeestvandezebegrippengehoord.Eenaannemelijkeverklaringvoordezeresultatenis
datditdevmbo‐b&kleerlingenzijndie,zoalseerdergenoemd,deKunst,CultuurenMediaopleiding
volgen waardoor zij meer bekend zijn met cultureel erfgoed. Tot slot blijkt de etniciteit van de
jongeren bij het begrip erfgoed een verband te hebben met de bekendheid van dit begrip. In de
hypotheseisgestelddatgeziendebelangstellingvoorcultureelerfgoedhetaannemelijkzalzijndat
deautochtonejongerenhetmeestbekendmetcultureelerfgoedzijn,gevolgddoordejongerenmet
een Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse en de jongeren met een Turkse/Marokkaanse/overige
etniciteit. Dit blijkt in het onderzoek grotendeels ook het geval te zijn, de jongeren met een
Surinaamse/Antilliaanse/Arubaanse etniciteit en de autochtone jongeren zijn namelijk het meest
bekendmetditbegrip.
Omtetoetsenofdezebekendheidmetdebegrippenookbetekentdatzijkennishebbenvan
debetekenisvandebegrippenisdaarnaastaandeleerlingendieweleensvandebegrippenhebben
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
87
gehoord, gevraagd een omschrijving of voorbeeld te noemen. Over het algemeen komen deze
omschrijvingenenvoorbeeldenovereenmetdebetekenisvandebegrippen.Hierbijisechterweleen
aantalzakenopmerkelijk.
Het begripmonument is door de jongeren voornamelijk omschreven als iets dat symbool
staatvoorietsendientomietsteherdenken.Zehebbenhetbegripmetnamegeassocieerdmeteen
(stand)beeld en niet zozeer met gebouwen of gebieden. Bij de antwoorden zitten geen foute
omschrijvingen, alle voorbeelden die zijn genoemd kunnen voorbeelden of omschrijvingen van
monumenten zijn. Cultuurlandschap hebben de jongeren met name geassocieerd met
natuurgebeiden. Daarnaast hebben zij het begrip omschreven als een landschap met
cultuur(elementen) en een landschap dat ingericht is door mensen. In tegenstelling tot de
omschrijvingen bij het begripmonument, is dit begrip door enkele leerlingenminder duidelijk en
kloppendomschreven.Hierbijvaltbijvoorbeeldtedenkenaanzon,regenennatuureneenmoskee.
Archeologieis door de leerlingen voornamelijk omschreven als het (onder)zoeken van/naar oude
dingen/hetverledenbegrijpen.Ookdeomschrijvinghetgravennaareenopgravenvandingenuitde
grond is populair. Ook bij dit begrip is er een aantal leerlingen die een fout antwoord hebben
gegeven. In plaats van archeologie hebben zij namelijk de omschrijving van architectuur, het
ontwerpenvangebouwen,gegeven.Erfgoedwordtdoordemeeste jongerengeassocieerdmet iets
dat je erft (van familie) als iemand dood gaat. Slechts enkele leerlingen koppelen dit begrip aan
monumenten, cultuurlandschap en archeologie. Onder deze omschrijvingen is geen voorbeeld
genoemd dat niet als erfgoed gezien kan worden. Bij het laatste begrip, cultureel erfgoed, is
daarentegenwel vaak een koppeling gemaaktmetmonumenten, cultuurlandschap en archeologie.
Ookhierbijzittengeenomschrijvingendienietkloppen.Opvallendbijdezeomschrijvingenisdater
zelfseenvoorbeeldvanimmateriaalcultureelerfgoedisgenoemd,namelijkgewoontes.
Totslotisookhierbijgekekenofereenverbandbestaattussendeonafhankelijkevariabelen
en de omschrijvingen. Hoewel er bij alle begrippen, cultureel erfgoed uitgezonderd, meerdere
variabelenvaninvloedblijkentezijn,ishetopvallenddathetopleidingsniveauhetmeestvaninvloed
isophetbegrip.Bijdebegrippenmonument,cultuurlandschapenerfgoedzijndemeestkloppende
omschrijvingengegevendoordevmbo‐b&kenvwoleerlingen.Eenverklaringvoorditbeeldisreeds
eerdergegevenenheeftmethethogerekennisniveauvandezeleerlingen(ophetgebiedvankunst
en cultuur) te maken. Opvallend bij de omschrijvingen voor archeologie is dat de vmbo‐b&k
leerlingenhieralsenigeneenfoutantwoordhebbengegeven,zijverwarrenhetbegripnamelijkmet
architectuur.
4.3 Conclusieenaanbevelingen
Concluderend kan vanuit deze belangrijkste bevindingen een antwoord gegeven worden op de
hoofdvraag van dit onderzoek; hebben jongeren uit Amsterdam Nieuw‐West waardering voor en
begrip van het cultureel erfgoed in hun eigen omgeving? Uit de resultaten van het onderzoek is
geblekendatdejongerenzekerwaarderingvoorenbegripvanhetcultureelerfgoedinhunomgeving
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
88
hebben. De vraag is nu of deze waardering en dit begrip voldoende is. Kijkend naar het
waardeoordeel van de jongeren en het begrip van de begrippen monument, cultuurlandschap,
archeologie, erfgoed en cultureel erfgoed, ben ik van mening dat de waardering en het begrip
onvoldoende is. Uit de resultaten blijkt dat de jongerenmet namehunwaardeoordeel bepalen op
grondvandefunctievaneengebouwofgebiedennietzozeerkijkennaarhetgebouwofgebiedzelf.
Daarnaast blijkt uit de vragen naar de bekendheid met de begrippen dat het merendeel van de
begrippen onbekend is onder de jongeren. Hoewel het onmogelijk dat jongeren alles weten van
cultureel erfgoed, is het naar mijn mening wel mogelijk om ze met andere ogen naar cultureel
erfgoedtelatenkijken.Ditanderskijkenisvolgensmijhaalbaardoortebeginnenmetdatgeenwat
een gebouw of gebied volgens de jongeren waardevol maakt; de functie. Door met de functie te
beginnenhebjedeaandachtvandejongerentepakken.Vanuitdieaandachtkaninformatiegeboden
wordenwaardoordejongerenmeeroverdeachtergrondvanhetgebouwofgebiedtewetenkomen.
Endoordezeinformatiezullenzehetgebouwofgebiedandersbekijkenenwellichtopeenandere
wijzebeoordelen,wattevensbenadruktisdoorCoeterier.Hijsteltdatdoorhetgevenvaninformatie
meneenobjectmetandereogenkanbekijken.162Vanuitdezegedachtegangishetvoorhendiezich
vanuit educatief perspectief bezighouden met cultureel erfgoed van belang dat de functie van
gebouwenengebiedenalsaandachtstrekkergebruiktkanworden.Doorintespelenopdeinteresses
enbelevingswereldvan jongerenkun jedezedoelgroepbeterbenaderenenbereiken.Vanuitdeze
aandacht kan vervolgens informatie worden gegeven over cultureel erfgoed dat gericht is op de
geschiedenis,architectuurenbetekeniservan,waardoorjongerenmeteenanderebliknaarcultureel
erfgoedkijken.
Eenvoorbeeldvaneeneducatiefprojectwaarbijinwordtgegaanopdebelevingswereldvan
jongeren isSchattenvanAmsterdam. Indezeelfdelige tv‐serieontdekkenmetname ‘nieuwe’ jonge
Amsterdammers een monument in Amsterdam, waarbij zij meer te weten komen over de
geschiedenisenarchitectuurvaneengebouwofgebied.Datdezebenaderingeensuccesis,blijktwel
uithetfeitdatdeseriedeEuropaNostraAward2008heeftgewonnen,ereenlandelijkevariantOnze
Schatten door de NPS is uitgezonden en er onlangs een vervolg op Schatten van Amsterdam is
verschenen.Eenandervoorbeeld,datnietzozeereducatiefvanaardis,maarduidelijklaatziendat
de functie van een gebouw of gebied jongeren aanspreekt, zijn verschillende herbestemmingen in
Amsterdam.Uitderesultatenvanhetonderzoekblijktdatde jongerendeminstewaarderingvoor
industrieel erfgoed hebben. Het Westergasterrein in Amsterdam laat zien dat door middel van
herbestemming het mogelijk is jongeren te interesseren voor dit type erfgoed. Dit principe is
eveneenstoegepastbijreligieuserfgoedinAmsterdam.EenvoorbeeldinStadsdeelBosenLommer,
dat tevens door een leerling in het onderzoek is genoemd, is het internationaal cultuurpodium
Podium Mozaïek, voorheen de gereformeerde Pniëlkerk. Het meest bekende voorbeeld van
herbestemming van religieus erfgoed in Amsterdam is waarschijnlijk Paradiso. Dit voormalige
kerkgebouwvanDeVrijeGemeenteinAmsterdamisnuuitgegroeidtotdezogenoemde‘poptempel
vanNederland’.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
89
Al deze voorbeelden tonen aan dat het bij gebouwen of gebieden met een functie die jongeren
aanspreekt, mogelijk is jongeren te enthousiasmeren voor het cultureel erfgoed en ze er op een
anderemaniernaartelatenkijken.Ditbetekentnatuurlijknietdatjongerenalleenmaarkennisover
cultureelerfgoedopdoenwanneereengebouwofgebiedeenaantrekkelijkefunctieheeft.Erisook
eenbelangrijkerolweggelegdvoorhetonderwijs.Uithettheoretischkaderblijktdatonderwijsover
cultureel erfgoednog steeds niet structureel is opgenomen in het onderwijscurriculum.Vanuit dit
perspectief pleit ik hierbij dan ook voor een structurele implementatie van dit onderwerp in het
onderwijscurriculum.Dithoudtvoordeonderbouwvanhetvoortgezetonderwijs indathetbegrip
duidelijk naar voren dient te komen in het domein Kunst en Cultuur en de daarbij passende
kerndoelen.Debovenbouwdienthetdaarentegenmeertebetrekkenindealgemenedoelstellingvan
CultureleKunstzinnigeVorming.
Bijditallesishettotslotnogeenkeervanbelangtebenadrukkendathetonmogelijkisalle
jongerenenthousiast temakenvoorcultureelerfgoed,maarhet isnaarmijn ideewelmogelijkom
ervoor te zorgendat jongereneenalgemenebasiskennishebbenvanwat cultureel erfgoed is.Met
dezebasiskenniszullenzijhetcultureelerfgoedopeenanderewijzebeoordelenwaardoorzijniet
alleen de gebouwen en gebieden die hen nu aansprekenwillen behouden,maar ook het cultureel
erfgoeddatvanuithistorischperspectiefwaardevolisineenschatkistwillenstoppenendoorgeven
aanvolgendegeneraties.
4.4 Aanbevelingenverderonderzoek
Zoalsindeinleidingvanditonderzoekreedsisaangegeven,heefteraanditonderzoekeenspecifieke
groepAmsterdamsejongerendeelgenomen.Hierdoorrepresenterenderesultatenniethetbeeldvan
degemiddeldeAmsterdamsejongerenofbredergeziendeNederlandsejongeren.Uithetonderzoek
is echter een aantal verschillen naar voren gekomen die een hoog significantieniveau hebben,
waardoorhetaannemelijk isdatdezeverschillenalgemeengeldendzijn.Hieropzijnbovenstaande
aanbevelingengebaseerd.Omerzekervantezijndatdezeverschillenalgemeengeldendzijn,ishet
vanbelangverderonderzoektedoennaardewaarderingvoorenhetbegripvancultureelerfgoed
onderjongeren.Omeenalgemeenbeeldhiervantekrijgenishetvoorvervolgonderzoekvanbelang
eenevenredigespreidingonderde jongeren te creeëren.Tenopzichtevanditonderzoek ishetbij
vervolgonderzoek van belang om bijvoorbeeld een gelijk aantal autochtonen en allochtonen te
ondervragen. Maar dit geldt eveneens voor de persoonskenmerken geslacht, generatie,
opleidingsniveau,schoolenklas.Daarnaastishetvanbelangomeengroterespreidingtehebbenin
het onderzoeksgebied.Hierbij kan gedachtwordenaande vierwindstrekenvanNederland.Het is
daarnaast aan te raden om naast jongeren uit grote steden, jongeren uit minder grote steden of
dorpentebetrekkeninhetonderzoek.Totslotishetgeziendeomvangvaneendergelijkonderzoek
aantebevelenomalsbasiseenvragenlijstaftenemen.Hierbijdienendevoorbeeldenvancultureel
erfgoedalgemeengeldendtezijn.Daarnaastzalhettoevoegenvanfocusgroepeneenextradimensie
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
90
aan een dergelijk onderzoek geven. De resultaten van een dergelijk onderzoek zullen naast de
wetenschappelijkewaardetevensvangrotemaatschappelijkewaardezijn.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
91
Noten
1YvonnevanEekelen,“Hoebreeeediscultureelerfgoed?,”Museumvisienr.4(2003):40.2FransGrijzenhout,Erfgoed.Degeschiedenisvaneenbegrip(Amsterdam:AmsterdamUniversityPress,2007),omslagboek.3FrankHuysmansenJosdeHaan,Hetbereikvanhetverleden.Ontwikkelingenindebelangstellingvoorcultureelerfgoed(DenHaag:SCP,2007),31.4Ibid.,13‐16.5Ibid.,70.6Ibid.,95.7Ibid.,140‐141.8Ibid.,123.9CorneliaAnnaMariavanBoxtel,Geschiedenis,erfgoedendidactiek(Amsterdam:ErfgoedNederland,2009),9.10PaulHolthuis,“Erfgoedonderwijsisnietvangisteren,”In:Erfgoededucatieinonderwijsleersituaties.GeredigeerddoorPaulHolthuis(Utrecht:CultuurnetwerkNederland,2005),22‐23.11FrankvanVree,IndeschaduwvanAuschwitz:herinneringen,beeldengeschiedenis(Groningen:HistorischeUitgeverij,1995).12ElkeEnnen,Heritageinfragments:themeaningofpastsforcitycentreresidents(Groningen:RijksuniversiteitGroningen,1999),76.13HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,224.14Grijzenhout,Erfgoed,1.15W.V.deVries,Mastageverslag(Amsterdam:BMA,2008)16BregjeSuurland,“Cultureelerfgoed:sufendufofhelemaalhip?,”BN/DeStem(2november2006).17HildeSchoefsenHildegardevanGenechten,Vandenkennaardoen.Verslagvanhetdenktrajecterfgoededucatie(Brussel:oktober2008.FARO)<http://www.faronet.be/files/pdf/pagina/van_denken_naar_doen_oktober2008.pdf>(geraadpleegdop23oktober2009),7.18BoukeHermavanGorp,Bezienswaarig?Historischgeografischerfgoedintoeristischebeeldvorming(Delft:Eburon,2003),71.19HarryGanzeboom,Belevingvanmonumentendeel1en2.EenonderzoeknaarbezichtigingenwaarderingvanmonumentenuitgevoerdindestadUtrecht(Utrecht:SociologischInstituut,VakgroepTheorieenMethodologievandeSociologievandeRijksuniversiteitUtrecht,1982‐1983).20J.F.Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten.EenverkennendonderzoekindeMeierijvanDenBosch(Wageningen:DLO‐StaringCentrum,1995),10.21KeithC.Barton,Teachinghistoryforthecommongood(Mahwah,NJ:LawrenceErlbaum,2004),58‐64.22Boxtel,Geschiedenis,erfgoedendidactiek,9.23Holthuis,Erfgoedonderwijsisnietvangisteren,8.24Gorp,Bezienswaardig?,21.25DavidLowenthalTheHeritageCrusadeandtheSpoilsofHistory(Cambridge:CambridgeUniversityPress,1998),XIII.26Ibid.,omslagboek.27TimCopeland,“CitizenshipEducationandHeritage,”InternetArchaeology,issue12(2002)<http://intarch.ac.uk/journal/issue12/1/toc.html>(geraadpleegdop16oktober2009).28VeerledeTroyerenPatrickdeRynck,Erfgoedindeklas:eenhandboekvoorleerkrachten(Antwerpen/Apeldoorn:Garant,2005),12.29Ibid.30BrianJ.Graham,GregoryJohnAshworthenJ.E.Tunbridge,Ageographyofheritage:power,cultureandeconomy(London/NewYork:Arnold/OxfordUniversityPress,2000),55‐56.31TroyerenRynck,Ergoedindeklas,12.32Ibid.33Ibid.34RogerDillemansenAnnickSchramme,WegwijsCultuur(Leuven:Davidsfonds,2005),371.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
92
35TroyerenRynck,Erfgoedindeklas,12.36Grijzenhout,Erfgoed,5.37RoelPots,Cultuur,koningenendemocraten.Overheid&cultuurinNederland(Nijmegen:Sun,2002),119.38Ibid.,119‐120.39Ibid.,121.40Grijzenhout,Erfgoed,7.41F.J.DuparcenW.A.vanEs,EeneeuwstrijdvoorNederlandscultureelerfgoed:terherdenkingvaneeneeuwrijksbeleidtenaanzienvanmusea,oudheidkundigbodemonderzoekenarchieven18751975.(‘s‐Gravenhage:Staatsuitgeverij,1975),XV.42Grijzenhout,Erfgoed,6.43Ibid.,1.44Ibid.45Ibid.,2.46Ibid.,3.47ErfgoedNederland,Erfgoedenbetekenis.ErfgoedNederland<http://www.erfgoednederland.nl/over‐erfgoed‐nederland/erfgoed‐en‐betekenis>(geraadpleegdop1november2009).48TroyerenRynck,Erfgoedindeklas,12.49HiskeLand,“Erfgoedonderwijs:klemtussenbestaandepraktijkenonvervuldebeloften?,”In:Erfgoededucatieinonderwijsleersituaties.GeredigeerddoorPaulHolthuis(Utrecht:CultuurnetwerkNederland,2005),42.50AdrianusNuis,PantserofRuggengraag.Uitgangspuntenvoorcultuurbeleid(‘s‐Gravehage:SDU,1995‐1996),4.51Ibid.52Pots,Cultuur,koningenendemocraten,338.53Ibid.,339.54Ibid.,340‐341.55Ibid.,341.56T.NetelenbosenA.Nuis,NotitieCultuurenSchool(DenHaag:SDU,1996),1.57Ibid.,12.58JudithLieftink,Zichtop…beleidsonderzoekCultuurenSchool(Utrecht:2003.CultuurnetwerkNederland)<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/publicaties/pdf/ZichtopBeleidsonderzoek.pdf>(geraadpleegdop10oktober2009),8.59Ibid.,7.60Marie‐ThérèsevandeKamp,Zichtop…kunstvakkenindevernieuwdetweedefase(Utrecht:2007.CultuurnetwerkNederland)<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/Publicaties/pdf/zichtopkunstvakken.pdf>(geraadpleegdop10oktober2009),7.61CultuurnetwerkNederland,MomentopnameCKV.(Utrecht:2000.CultuurnetwerkNederland)<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/publicaties/pdf/MomentopnameCKV.pdf>(geraadpleegdop9oktober2009).62vandeKamp,Zichtop…kunstvakken,7.63Ibid.,8.64Ibid.,9.65MinisterievanOnderwijs,CultuurenWetenschap,Kerndoelenonderbouwvoortgezetonderwijs(DenHaag,1augustus2006.MinisterievanOnderwijs,CultuurenWeteschap)<http://www.minocw.nl/documenten/kerndoelenonderbouwvo[1].pdf>(geraadpleegdop9oktober2009).66AstridRass,ConcretiseringvandekerndoelenKunstenCultuur.KerndoelenvoordeonderbouwVO(Enschede,april2007.StichtingLeerplanontwikkeling)<http://www.slo.nl/downloads/archief/concr_KenC.pdf/>(geraadpleegdop10oktober2009),6.67Holthuis,Erfgoedonderwijsisnietvangisteren,25.68GerritDinsbach,MaartenTamsma,AstridRassenStéfanievanTuinen,Cultureelerfgoed.UitlegoverdeinhoudenbetekenisvanCultureelerfgoedbinnendebeeldendevakken(Enschede,November2008.StichtingLeerplanontwikkeling)<http://www.slo.nl/downloads/2008/Cultureel_20erfgoed__webversie.pdf>(geraadpleegdop13oktober2009),5.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
93
69Holthuis,Erfgoedonderwijsisnietvangisteren,25.70Ibid.,25‐26.71Ibid.,26.72AndriesvandenBroek,JosdeHaanenFrankHuysmans,Cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars.Trendsincultuurparticipatieenmediagebruik(DenHaag:SCP,2009),20.73Ibid.,27.74Ibid.,28.75Ibid.76Ibid.77HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,96.78Ibid.,103.79Ibid.,104.80Ibid.,105‐106.81Ibid.,123.82Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,9‐11.83Ibid.,16.84Ibid.,13.85Ibid.,25.86Ibid.,27‐28.87Ibid.,28.88Ibid.89Ibid.,30‐31.90Ibid.,32.91Ibid.,65.92Ibid.,65‐66.93Ibid.,66.94Ibid.95Ibid.,10.96Ibid.,55‐58.97Ibid.,59‐61.98Ibid.,68.99HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,95.100Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,9‐11.101HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,42‐47.102Ibid.,123.103Ibid.104Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,10.105ARCAM,ProjectplanDe4windstrekenvanAmsterdam.DeelI–DeWestelijkeTuinsteden/NieuwWest(Amsterdam:ARCAM,2008).106Ibid.107Ibid.108VincentvanRossem,JeroenSchiltenJosSmit,JaarboekCuypersgenootschap2001.Deorganischewoonwijkinopenbebouwing;ijkpuntSlotermeer(Rotterdam:Uitgeverij010,2002),23.109KEI–kenniscentrumstedelijkevernieuwing,ProjectAmsterdam.WestelijkeTuinsteden<http://www.kei‐centrum.nl/view.cfm?page_id=1897&item_type=project&item_id=96>(geraadpleegdop18oktober2009).110IvanNio,ArnoldReijndorpenWouterVeldhuis,AtlasWestelijkeTuinstedenAmsterdam.Degeplandeendegeleefdestad(Haarlem:Trancity,2008),15.111KEI,ProjectAmsterdam.112DienstMaatschappelijkeOntwikkeling,KeuzegidsvoortgezetonderwijsAmsterdam2010(Amsterdam:DienstMaatschappelijkeOntwikkeling,2009),51.113Ibid.,59.114Ibid.,95.115VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,130.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
94
116Ibid.,28.117Ibid.,128.118Ibid.,28.119S.G.RijpmaenC.Roques,Diversiteitinvrijetijdsbesteding.RapportagevaneenonderzoeknaardedeelnamevanSurinaamse,TurkseenMarokkaanseRotterdammersvande1een2egeneratieaanonderanderecultuuropenluchtrecreatieensportin1999(Rotterdam:CentrumvoorOnderzoekenStatistiek,1999),3.120HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,96.121VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,128.122HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,103.123Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,10.124VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,128125Ibid.,28126J.J.G.Schmeets,Religieaanhetbeginvande21steeeuw(DenHaag:CentraalBureauvoordeStatistiek,2009),118.127Ibid.128HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,42.129RijpmaenRoques,Diversiteitinvrijetijdsbesteding,2.130VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,128.131Ibid.132Ibid.133Ibid.134Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,66.135Ibid.,26.136Ibid.,27.137Ibid.,10.138Ibid.,28.139Ibid.140Ibid.,65141Ibid.,69.142Ibid.143Ibid.144Ibid.,66.145Ibid.,10.146Ibid.,69.147Ibid.,10.148Schmeets,Regilieaanhetbeginvande21steeeuw,118.149Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,65.150Ibid.,69.151Ibid.,10.152Ibid.,69.153VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,28.154HuysmansendeHaan,Hetbereikvanhetverleden,123.155VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,128‐129.156RijksdienstvoorhetCultureelErfgoed,Cultuurlandschap.RijksdienstvoorhetCultureelErfgoed<http://www.cultureelerfgoed.nl/cultuurlandschap>(geraadpleegdop12februari2010).157VandenBroek,deHaanenHuysmans,cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars,128.158Ibid.,128.159Coeterier,Debelevingvancultuurhistorischeobjecten,65‐69.160Ibid.,67‐69.161Ibid.,10162Ibid.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
95
BibliografieBoekenARCAM.ProjectplanDe4windstrekenvanAmsterdam.DeelI–DeWestelijkeTuinsteden/NieuwWest.Amsterdam:ARCAM,2008.Babbie,EarlR.ThePracticeofsocialResearch.Belmont,CA:Wadsworth,2009.Barton,KeithC.Teachinghistoryforthecommongood.Mahwah,NJ:LawrenceErlbaum,2004.Boxtel,CorneliaAnnaMariavan.Geschiedenis,erfgoedendidactiek.Amsterdam:ErfgoedNederland,2009.Broek,Andriesvanden,JosdeHaanenFrankHuysmans.Cultuurbewonderaarsencultuurbeoefenaars.Trendsincultuurparticipatieenmediagebruik.DenHaag:SCP,2009.Coeterier,J.F.Debelevingvancultuurhistorischeobjecten.EenverkennendonderzoekindeMeierijvanDenBosch.Wageningen:DLO‐StaringCentrum,1995.DienstMaatschappelijkeOntwikkeling.KeuzegidsvoortgezetonderwijsAmsterdam2010.Amsterdam:DienstMaatschappelijkeOntwikkeling,2009.Dillemans,Roger,enAnnickSchramme.WegwijsCultuur.Leuven:Davidsfonds,2005.Duparc,F.J.,enW.A.vanEs.EeneeuwstrijdvoorNederlandscultureelerfgoed:terherdenkingvaneeneeuwrijksbeleidtenaanzienvanmusea,oudheidkundigbodemonderzoekenarchieven18751975.‘s‐Gravenhage:Staatsuitgeverij,1975.Eekelen,Yvonnevan.“Hoebreeeediscultureelerfgoed?”.Museumvisie,nr.4(2003):40‐43.Ennen,Elke.Heritageinfragments:themeaningofpastsforcitycentreresidents.Groningen:RijksuniversiteitGroningen,1999.Ganzeboom,Harry.Belevingvanmonumentendeel1.EenonderzoeknaarbezichtigingenwaarderingvanmonumentenuitgevoerdindestadUtrecht.Utrecht:SociologischInstituut,VakgroepTheorieenMethodologievandeSociologievandeRijksuniversiteitUtrecht,1982.Ganzeboom,Harry.Belevingvanmonumentendeel2.EenonderzoeknaarbezichtigingenwaarderingvanmonumentenuitgevoerdindestadUtrecht.Utrecht:SociologischInstituut,VakgroepTheorieenMethodologievandeSociologievandeRijksuniversiteitUtrecht,1983.Gorp,BoukeHermavan.Bezienswaarig?Historischgeografischerfgoedintoeristischebeeldvorming.Delft:Eburon,2003.Graham,BrianJ.,GregoryJohnAshworthenJ.E.Tunbridge.Ageographyofheritage:power,cultureandeconomy.London/NewYork:Arnold/OxfordUniversityPress,2000.Grijzenhout,Frans.Erfgoed.Degeschiedenisvaneenbegrip.Amsterdam:AmsterdamUniversityPress,2007.Holthuis,Paul.“Erfgoedonderwijsisnietvangisteren”In:Erfgoededucatieinonderwijsleersituaties.GeredigeerddoorPaulHolthuis,6‐26.Utrecht:CultuurnetwerkNederland,2005.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
96
Huysmans,Frank,enJosdeHaan.Hetbereikvanhetverleden.Ontwikkelingenindebelangstellingvoorcultureelerfgoed.DenHaag:SCP,2007.Land,Hiske.“Erfgoedonderwijs:klemtussenbestaandepraktijkenonvervuldebeloften?”In:Erfgoededucatieinonderwijsleersituaties.GeredigeerddoorPaulHolthuis,42‐47.Utrecht:CultuurnetwerkNederland,2005.Lowenthal,David.TheHeritageCrusadeandtheSpoilsofHistory.Cambridge:CambridgeUniversityPress,1998.Netelenbos,T.,enA.Nuis.NotitieCultuurenSchool.DenHaag:SDU,1996.Nio,Ivan,ArnoldReijndorpenWouterVeldhuis.AtlasWestelijkeTuinstedenAmsterdam.Degeplandeendegeleefdestad.Haarlem:Trancity,2008.Nuis,Adrianus.PantserofRuggengraag.Uitgangspuntenvoorcultuurbeleid.‘s‐Gravehage:SDU,1995‐1996.Pots,Roel.Cultuur,koningenendemocraten.Overheid&cultuurinNederland.Nijmegen:Sun,2002.Rijpma,S.G.,enC.Roques.Diversiteitinvrijetijdsbesteding.RapportagevaneenonderzoeknaardedeelnamevanSurinaamse,TurkseenMarokkaanseRotterdammersvande1een2egeneratieaanonderanderecultuuropenluchtrecreatieensportin1999.Rotterdam:CentrumvoorOnderzoekenStatistiek,1999.Rossem,Vincentvan,JeroenSchiltenJosSmit.JaarboekCuypersgenootschap2001.Deorganischewoonwijkinopenbebouwing;ijkpuntSlotermeer.Rotterdam:Uitgeverij010,2002.Schmeets,J.J.G.Religieaanhetbeginvande21steeeuw.DenHaag:CentraalBureauvoordeStatistiek,2009.Stokroos,MeindertL.,enAnnetPasveer.Alleswatjealtijdalwildewetenovermonumentenenbouwstijlen.Amsterdam:Stichtingopenmonumentendag,2006.Bussum:Thoth,2006.
Suurland,Bregje.“Cultureelerfgoed:sufendufofhelemaalhip?”BN/DeStem,2november2006.Troyer,Veerlede,enPatrickdeRynck.Erfgoedindeklas:eenhandboekvoorleerkrachten.Antwerpen/Apeldoorn:Garant,2005.Vocht,Alphonsde.BasishandboekSPSS16:statistiekmetSPSS16.Utrecht:BijleveldPress,2008.Vree,Frankvan.IndeschaduwvanAuschwitz:herinneringen,beeldengeschiedenis.Groningen:HistorischeUitgeverij,1995.Vries,W.V.de.Mastageverslag.Amsterdam:BMA,2008.
_______________________________________________________________________________________________________________Cultureelerfgoed:waardevolofwaardeloos?
97
ElektronischeboekenenartikelenCopeland,Tim.“CitizenshipEducationandHeritage.”InternetArchaeology,issue12(2002).<http://intarch.ac.uk/journal/issue12/1/toc.html>(geraadpleegdop16oktober2009).CultuurnetwerkNederland.MomentopnameCKV.Utrecht,2000.CultuurnetwerkNederland.<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/publicaties/pdf/MomentopnameCKV.pdf>(geraadpleegdop9oktober2009).Dinsbach,Gerrit,MaartenTamsma,AstridRassenStéfanievanTuinen.Cultureelerfgoed.UitlegoverdeinhoudenbetekenisvanCultureelerfgoedbinnendebeeldendevakken.Enschede,November2008.StichtingLeerplanontwikkeling.<http://www.slo.nl/downloads/2008/Cultureel_20erfgoed__webversie.pdf>(geraadpleegdop13oktober2009).Eesteren,Cornelisvan.AlgemeenUitbreidingsplanvanAmsterdam,1935.NVKWerkgroepvoordeGeschiedenisvandeKartografie.<http://www.kartografie.nl/geschiedenis/figuren/UitbreidingsplanAmsterdam_251003.jpg>(geraadpleegdop9oktober2009).ErfgoedNederland.Erfgoedenbetekenis.ErfgoedNederland.<http://www.erfgoednederland.nl/over‐erfgoed‐nederland/erfgoed‐en‐betekenis>(geraadpleegdop1november2009).Kamp,Marie‐Thérèsevande.Zichtop…kunstvakkenindevernieuwdetweedefase.Utrecht,2007.CultuurnetwerkNederland.<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/Publicaties/pdf/zichtopkunstvakken.pdf>(geraadpleegdop10oktober2009).KEI–kenniscentrumstedelijkevernieuwing.ProjectAmsterdam.WestelijkeTuinsteden.<http://www.kei‐centrum.nl/view.cfm?page_id=1897&item_type=project&item_id=96>(geraadpleegdop18oktober2009).Lieftink,Judith.Zichtop…beleidsonderzoekCultuurenSchool.Utrecht,2003.CultuurnetwerkNederland.<http://www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/publicaties/pdf/ZichtopBeleidsonderzoek.pdf>(geraadpleegdop10oktober2009).MinisterievanOnderwijs,CultuurenWetenschap.Kerndoelenonderbouwvoortgezetonderwijs.DenHaag,1augustus2006.MinisterievanOnderwijs,CultuurenWeteschap.<http://www.minocw.nl/documenten/kerndoelenonderbouwvo[1].pdf>(geraadpleegdop9oktober2009).Rass,Astrid.ConcretiseringvandekerndoelenKunstenCultuur.KerndoelenvoordeonderbouwVO.Enschede,april2007.StichtingLeerplanontwikkeling.<http://www.slo.nl/downloads/archief/concr_KenC.pdf/>(geraadpleegdop10oktober2009).RijksdienstvoorhetCultureelErfgoed.Cultuurlandschap.RijksdienstvoorhetCultureelErfgoed.<http://www.cultureelerfgoed.nl/cultuurlandschap>(geraadpleegdop12februari2010).Schoefs,HildeenHildegardevanGenechten.Vandenkennaardoen.Verslagvanhetdenktrajecterfgoededucatie.Brussel,oktober2008.FARO.<http://www.faronet.be/files/pdf/pagina/van_denken_naar_doen_oktober2008.pdf>(geraadpleegdop23oktober2009).
_______________________________________________________________________________________________________________ Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos?
Bijlage I Vragenlijst
waardevol
waardevol niet waardevol
niet waardevol
1. Eetcafé Oostoever in Geuzenveld-Slotermeer
2. Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Osdorp
Vragenlijst De 4 windstreken van Amsterdam
Omdat je volgend jaar samen met jouw klas mee gaat doen met het project De 4 windstreken van Amsterdam vraag ik je om de volgende vragen te beantwoorden. Belangrijk bij het beantwoorden van de vragen is dat er geen goed of fout antwoord is. Het gaat om jouw mening.
Hieronder staat een aantal afbeeldingen van gebouwen of gebieden in de buurt van jouw school. Geef onder de afbeelding aan of jij het gebouw of gebied waardevol of niet waardevol vindt. Iets is waardevol wanneer het volgens jou bijzonder is en jij het belangrijk vindt dat het gebouw of gebied bewaard blijft.
> ga door op de achterzijde
waardevol niet waardevol
waardevol
waardevol niet waardevol
niet waardevol
3. Woonhuis in Osdorp
4. Dorpsplein in Osdorp gelegen op een terp
5. Boerderij De Melkweg in Osdorp
waardevol niet waardevol
waardevol
waardevol niet waardevol
niet waardevol
6. Café-restaurant De Halve Maen in Osdorp
7. Moskee El Hijra (De Olijftak) in Geuzenveld-Slotermeer
8. Natuurgebied De Vrije Geer in Osdorp
> ga door op de achterzijde
waardevol niet waardevol
waardevol
waardevol niet waardevol
niet waardevol
9. Wees- en armenhuis in Osdorp
10. Bastion in Geuzenveld-Slotermeer
11. Sloterparkbad in Geuzenveld-Slotermeer
waardevol niet waardevol
waardevol
waardevol niet waardevol
niet waardevol
12. Moskee Suleymaniye in Osdorp
13. Laantje in Geuzenveld-Slotermeer
14. Westereindflat in Geuzenveld-Slotermeer
> ga door op de achterzijde
waardevol niet waardevol
waardevol
waardevol niet waardevol
niet waardevol
15. Confectiefabriek in Slotervaart
16. Technisch College Amsterdam in Slotervaart
17. Noorderhof in Geuzenveld-Slotermeer
waardevol niet waardevol
waardevol
waardevol niet waardevol
niet waardevol
18. St. Catharinakerk in Geuzenveld-Slotermeer
19. Sloterkerk in Osdorp
20. Sloterplas met oevers in Slotervaart
> ga door op de achterzijde
waardevol niet waardevol
waardevol
waardevol niet waardevol
niet waardevol
21. Fabriekshallen in Osdorp
22. Kantoorgebouw IBM in Slotervaart
23. Dokterswoning in Osdorp
waardevol niet waardevol
waardevol
waardevol niet waardevol
niet waardevol
24. Molen De 1200 Roe in Geuzenveld-Slotermeer
25. Kantoorgebouw Atradius in Slotervaart
26. Sloterhof in Slotervaart
> ga door op de achterzijde
waardevol niet waardevol
waardevol niet waardevol
27. Fabriekshal De 1800 Roe in Geuzenveld-Slotermeer
28. Flat Parkrand in Geuzenveld-Slotermeer
Je hebt net aangegeven of je het gebouw of gebied waardevol of niet waardevol vindt. Schrijf hieronder jouw top 5 van de meest waardevolle gebouwen en/of gebieden op. Je kunt het gebouw of gebied aangeven door middel van het nummer dat voor de omschrijving bij de afbeelding staat.
1. Afbeelding: ........ 2. Afbeelding: ........ 3. Afbeelding: ........ 4. Afbeelding: ........ 5. Afbeelding: ........
Waarom is het gebouw of gebied dat jij op de eerste plek hebt gezet het meest waardevol voor jou?
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
Vind je een oud gebouw of gebied waardevoller dan een jong gebouw of gebied? Leg uit waarom.
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
Welk gebouw of gebied (dat hierboven nog niet is genoemd) moet volgens jou zeker bewaard blijven voor de toekomst. Leg uit waarom.
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
> ga door op de achterzijde
Hieronder staat een aantal vragen over begrippen
1. Heb je weleens gehoord van het begrip monument? ja nee (ga naar vraag 3)
2. Wat is volgens jou een monument? Kun je een voorbeeld noemen uit de bovenstaande afbeeldingen?
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
3. Heb je weleens gehoord van het begrip cultuurlandschap? ja nee (ga naar vraag 5)
4. Wat is volgens jou een cultuurlandschap? Kun je een voorbeeld noemen uit de bovenstaande afbeeldingen?
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
5. Heb je weleens gehoord van het begrip archeologie? ja nee (ga naar vraag 7)
6. Wat is volgens jou archeologie? Kun je een voorbeeld noemen uit de bovenstaande afbeeldingen?
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................
7. Heb je weleens gehoord van het begrip erfgoed? ja nee (ga naar vraag 9)
8. Wat is volgens jou erfgoed? Kun je een voorbeeld noemen uit de bovenstaande afbeeldingen?..................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
9. Heb je weleens gehoord van het begrip cultureel erfgoed? ja nee (ga door naar de algemene vragen)
10. Wat is volgens jou cultureel erfgoed? Kun je een voorbeeld noemen uit de bovenstaande afbeeldingen?..................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Dit is het einde van de vragenlijst. Bedankt voor je deelname.
Tot slot nog een aantal algemene vragen
Ik ben een jongen meisje
Ik ben ....... jaar
Ik ben geboren in Nederland het buitenland, namelijk in ..............................
Mijn vader is geboren in Nederland het buitenland, namelijk in ..............................
Mijn moeder is geboren in Nederland het buitenland, namelijk in ..............................
_______________________________________________________________________________________________________________ Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos?
Bijlage II Codeboek
Codeboek Afbeeldingen erfgoed (gebouwen of gebieden) Naam: AE 1 t/m 28 Label: Afbeeldingen erfgoed Waarden: 0 – 1 Waarden-labels: 0 waardevol 1 niet waardevol Top 5 erfgoed
Naam: TE 1 t/m 5 Label: Top 5 waardevol erfgoed Waarden: 1 t/m 28 Waarden-labels: 1 Eetcafé Oostoever in Geuzenveld-Slotermeer 2 Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Osdorp 3 Woonhuis in Osdorp 4 Dorpsplein in Osdorp gelegen op een terp 5 Boerderij De Melkweg in Osdorp 6 Café-restaurant De Halve Maen in Osdorp 7 Moskee El Hjira (De Olijftak) in Geuzenveld-Slotermeer 8 Natuurgebied de Vrije Geer in Osdorp 9 Wees- en armenhuis in Osdorp 10 Bastion in Geuzenveld-Slotermeer 11 Sloterparkbad in Geuzenveld-Slotermeer 12 Moskee Suleymaniye in Osdorp 13 Laantje in Geuzenveld-Slotermeer 14 Westereindflat in Geuzenveld-Slotermeer 15 Confectiefabriek in Slotervaart 16 Technisch College Amsterdam in Slotervaart 17 Noorderhof in Geuzenveld-Slotermeer 18 St. Catharinakerk in Geuzenveld-Slotermeer 19 Sloterkerk in Osdorp 20 Sloterplas met oevers in Slotervaart 21 Fabriekshallen in Osdorp 22 Kantoorgebouw IBM in Slotervaart 23 Dokterswoning in Osdorp 24 Molen De 1200 Roe in Geuzenveld-Slotermeer 25 Kantoorgebouw Atradius in Slotervaart 26 Sloterhof in Slotervaart 27 Fabriekshal De 1800 Roe in Geuzenveld-Slotermeer 28 Flat Parkrand in Geuzenveld-Slotermeer Vragen over waardevol erfgoed Naam: VWT Label: Verklaring oordeel top 5 waardevol erfgoed Waarden: 0 t/m 8 Waarden-labels: 0 geen verklaring 1 het ziet er mooi/goed/speciaal/leuk/bijzonder/belangrijk uit 2 mooie en speciale vorm (architectuur) 3 functie van het gebouw 4 bezoek ik soms/regelmatig/vaak, kom er graag 5 het hoort bij het gebied/cultuur 6 het komt weinig/niet veel voor 7 het is iets van vroeger, het is oud 8 het is groen en natuur, een stille omgeving
Naam: WON Label: oud of nieuw gebouw waardevoller Waarden: 0 t/m 7 Waarden-labels: 0 ja, oud waardevoller 1 ja/nee, hangt van de staat en het uiterlijk van het gebouw af 2 ja/nee, hangt van de functie en inhoud van het gebouw af
3 ja/nee, hangt ervan af of het interessant/betekenis/belangrijk is en herinneringen heeft
4 ja/nee, hangt van de locatie van het gebouw af 5 allebei, soms wel/soms niet, geen verschil 6 nee, nieuw waardevoller 7 geen antwoord Naam: BT Label: Gebouw/gebied bewaren voor de toekomst Waarden: 0 t/m 33 Waarden-labels: 0 Geen antwoord 18 Sloterhof 1 Atradis 19 Sloterparkbad 2 Natuurgebied(en) 20 Boerderij 3 Sloterplas 21 Centrum A’dam 4 Flat Parkrand 22 Scholen 5 IBM 23 Pleinen 6 Paleis op de Dam 24 Bastion 7 Wees- en armenhuis 25 Polder 8 Podium Mozaïek 26 Amsterdamse Bos 9 Spaarnwoude 27 Paleis Soestdijk 10 Molen 28 Calandhal 11 ING-gebouw 29 Oude café’s 12 Oostoever 30 Vondelpark 13 Moskee/kerk 31 Stichting Etmel 14 Sportgebied/gebouw 32 UWV-gebouw 15 Ziekenhuizen 33 Piramides 16 Eigen omgeving/huis 17 Supermarkt/winkelcentra
Vragen over begrippen
Naam: VB 1 t/m 5 (vraag 1, 3, 5, 7, 9 in vragenlijst) Label: Bekendheid met het begrip monument, cultuurlandschap, archeologie erfgoed en cultureel erfgoed Waarden: 0 – 1 Waarden-labels: 0 ja 1 nee Naam: DM Label: Definitie monument Waarden: 0 t/m 6 Waarden-labels: 0 geen antwoord
1 iets dat symbool staat voor iets/iets voorstel/om te herdenken 2 (stand)beeld dat bij een bepaald land hoort 3 iets ouds dat waardevol is/een betekenis heeft 4 iets heiligs/kerken en moskeën 5 molen 6 overige antwoorden
Naam: DC Label: Definitie cultuurlandschap Waarden: 0 t/m 12 Waarden-labels: 0 geen antwoord
1 landschap met cultuur(elementen), beïnvloedt door cultuur 2 landschap ingericht door mensen/menselijke elementen 3 landschap waar culturen wonen/welkom zijn/ naar voren worden
gebracht 4 zon, regen, en natuur 5 natuurgebied 6 molen 7 Sloterplas 8 Bastion 9 moskee 10 boerderij 11 breed verleden 12 landschap waar gewassen worden verbouwd
Naam: DA Label: Definitie archeologie Waarden: 0 t/m 4 Waarden-labels: 0 geen antwoord
1 (onder)zoeken van/naar oude dingen/het verleden begrijpen 2 het graven en opgraven van dingen uit de grond 3 ontwerpen van gebouwen 4 overige antwoorden
Naam: DE Label: Definitie erfgoed Waarden: 0 t/m 6 Waarden-labels: 0 geen antwoord
1 iets dat je erft (van familie) als iemand dood gaat 2 iets dat het waard is om te bewaren/behouden 3 woonhuis in Osdorp 4 boerderij 5 dokterswoning 6 overige antwoorden
Naam: DCE Label: Definitie cultureel erfgoed Waarden: 0 t/m 5 Waarden-labels: 0 geen antwoord
1 erfgoed van een cultuur/dat bij een cultuur hoort 2 dingen van vroeger uit een cultuur (gebouwen) 3 gewoontes en geloof (kerk en moskee) 4 iets met een emotionele waarde 5 overige antwoorden
Algemene vragen Naam: G Label: Geslacht jongen/meisje Waarden: 0 -1 Waarden-labels: 0 jongen 1 meisje
Naam: L Label: Leeftijd Waarden: 13 t/m 18 jaar Waarden-labels 13 13 jaar 16 16 jaar 14 14 jaar 17 17 jaar 15 15 jaar 18 18 jaar Naam: GL Label: Geboorteland leerling Waarden: 0 t/m 24 Waarden-labels: 0 Nederland 9 België 18 Koerdistan/Irak 1 Marokko 10 Taiwan 19 Afghanistan 2 Turkije 11 Duitsland 20 Brazilië 3 Pakistan 12 Egypte 21 Polen
4 Suriname 13 China 22 Iran 5 Ethiopië 14 Syrië 23 Australië 6 India 15 Aruba 24 Amerika 7 Algerije 16 Kazachstan 8 Filipijnen 17 Rusland
Naam: GLV Label: Geboorteland vader Waarden: 0 t/m 24 Waarden-labels: 0 Nederland 9 België 18 Koerdistan/Irak 1 Marokko 10 Taiwan 19 Afghanistan 2 Turkije 11 Duitsland 20 Brazilië 3 Pakistan 12 Egypte 21 Polen
4 Suriname 13 China 22 Iran 5 Ethiopië 14 Syrië 23 Australië 6 India 15 Aruba 24 Amerika 7 Algerije 16 Kazachstan 8 Filipijnen 17 Rusland
Naam: GLM
Label: Geboorteland moeder Waarden: 0 t/m 24 Waarden-labels: 0 Nederland 9 België 18 Koerdistan/Irak 1 Marokko 10 Taiwan 19 Afghanistan 2 Turkije 11 Duitsland 20 Brazilië 3 Pakistan 12 Egypte 21 Polen
4 Suriname 13 China 22 Iran 5 Ethiopië 14 Syrië 23 Australië 6 India 15 Aruba 24 Amerika 7 Algerije 16 Kazachstan 8 Filipijnen 17 Rusland
Naam: E Label: Etniciteit
(geboorteland vader bepalend bij 2 verschillende geboortelanden ouders) Waarden: 0 t/m 4 Waarden-labels: 0 autochtoon 1 Marokkaans 2 Turks 3 Surinaams/Antilliaans/Arubaans 4 overige etniciteit Naam: GEN Label: Autochtoon en generatie allochtoon Waarden: 0 t/m 2 Waarden-labels: 0 autochtoon 1 1e generatie allochtoon 2 2e generatie allochtoon Naam: O Label: Opleidingsniveau Waarden: 0 t/m 2 Waarden-labels: 0 vmbo basis en kader kcm 1 vmbo-t
2 havo 3 vwo
Naam: S Label: School Waarden: 0 t/m 2 Waarden-labels: 0 Hervormd Lyceum West 1 Comenius Lyceum 2 Westburg College Naam: K Label: Klas Waarden: 0 – 1 Waarden-labels: 0 klas 2 1 klas 3