Analyse Nieuwjaarstoespraken 2015
-
Upload
independent -
Category
Documents
-
view
3 -
download
0
Transcript of Analyse Nieuwjaarstoespraken 2015
Analyse Nieuwjaarstoespraken 2015 Boudewijn Steur1 Aan het begin van ieder jaar spreken de Commissarissen van de Koning en de burgemeesters hun nieuwjaarstoespraken uit. In deze toespraken worden niet alleen de beste wensen voor het nieuwe jaar overgebracht, maar ze dienen ook uitdrukkelijk als middel voor politieke agendering, zowel naar binnen als naar buiten toe. Juist daarom is het interessant om te kijken welke thema’s aan de orde komen en hoe er over deze thema’s wordt gesproken. Hieronder treft u een beknopte analyse aan van de nieuwjaarstoespraken van de Commissarissen van de Koning en de burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven. De burgemeester van Den Haag heeft geen nieuwjaarstoespraak gehouden.
Amsterdam Donderdag 1 januari Drenthe Dinsdag 6 januari Eindhoven Maandag 5 januari Flevoland Maandag 5 januari Friesland Vrijdag 9 januari Gelderland Dinsdag 6 januari Groningen Maandag 5 januari Limburg Vrijdag 2 januari Noord-Brabant Donderdag 8 januari Noord-Holland Vrijdag 9 januari Overijssel Maandag 5 januari Rotterdam Maandag 5 januari Utrecht (gemeente) Maandag 5 januari Utrecht (provincie) Vrijdag 2 januari Zeeland Vrijdag 9 januari Zuid-Holland Woensdag 7 januari
In de nieuwjaarstoespraken van dit jaar wordt uitgebreid ingegaan op de veranderende maatschappelijke context, waarbinnen het openbaar bestuur functioneert. Dat geldt niet alleen voor de technologische of financiële ontwikkelingen, maar ook voor de ingrijpende incidenten in het afgelopen jaar, zoals de oorlog in Oekraïne, de opkomst van IS en de recente aanslagen in Parijs. Dat is anders dan de toespraken in voorgaande jaren. In de analyse wordt ingegaan op de volgende thema’s: − Maatschappelijke ontwikkelingen − Extremisme, Parijs en MH17 − Verkiezingen − Staat van de democratie − Bestuurlijke vernieuwing − Decentralisaties − Agenda Stad − Economie (en de rol van het openbaar bestuur) − Kritiek op de rol van het Rijk − Bijzonderheden − Maatschappelijke ontwikkelingen In meerdere toespraken wordt gerefereerd aan de toegenomen snelheid, verwevenheid en dynamiek in de wereld, mede onder invloed van digitalisering, internet en sociale media. Burgemeester Van der Laan zegt daarover dat “de import van gebeurtenissen en conflicten elders in de wereld een kwestie van seconden [zijn] en [daardoor] escaleren verhoudingen heftiger”. Burgemeester Van Gijzel gaat vooral in op de vragen die de toegenomen snelheid, verwevenheid en dynamiek met zich meebrengt voor de handelingssnelheid van het
1 Boudewijn Steur schreef deze analyse op persoonlijke titel.
openbaar bestuur: “De wereld is disruptief geworden, je zou kunnen zeggen onvoorspelbaar en door nieuwe technologieën ontwrichtend voor de bestaande structuren” CdK Polman wijst op een andere ontwikkeling, namelijk die van toegenomen schaarste: “In de vele perioden van schaarste die we in onze geschiedenis hebben gekend telkens weer naar boven komt wat echt van waarde is. Perioden van schaarste dwingen ons te formuleren waar het echt om gaat en voor welke waarden we staan”. Het risico waar hij op wijst, is dat de neiging zal bestaan om ons terug te trekken op de eigen prioriteiten, terwijl het in tijden van schaarste juist belangrijk is samen te werken. Hij wijst er ook op dat door nieuwe ontwikkelingen nieuwe perspectieven noodzakelijk zijn. − Extremisme, Parijs en MH 17 In meerdere toespraken wordt gerefereerd aan het toegenomen extremisme in de wereld, maar ook in Nederland. Daarbij wordt uiteraard verwezen naar de opmars van IS, de conflicten in Oekraïne en de aanslagen in Parijs (bij de toespraken ná 7 januari). Het gaat in die gevallen vooral om de toename van moslimextremisme en van nationaal-‐extremisme. In diverse toespraken komt echter ook de toegenomen agressie en verminderde verdraagzaamheid tegenover LGBT’ers (Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender). CdK Jorritsma refereert in zijn toespraak aan de aanslagen in Parijs, die hij uitlegt als een terreurdaad op de vrijheid van meningsuiting en legt daarbij de relatie naar de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog, dit jaar zeventig jaar geleden. Ook CdK Van de Donk komt meerdere keren in zijn toespraak terug op de gebeurtenissen in Parijs. Hij sluit zijn toespraak af met de oproep gezamenlijk de mobiele telefoons omhoog te steken als modern symbool voor de vrijheid van meningsuiting. CdK Remkes uit zijn zorgen over de aanslag die op de samenleving is gepleegd. Hij stelt dat de aanslagen in Parijs niets te maken hebben met falende integratie, maar de integratie wel zeer belemmerend kan polariseren. CdK Bijleveld stelt dat vrede, veiligheid en veiligheid anno 2015 niet meer vanzelfsprekend zijn. CdK Verbeek (tevens lid van de Raad van Europa) wijst om de noodzaak om in Europees verband deze externe dreigingen aan te gaan, waarbij hij ook wijst op de noodzaak de prijs voor vrede en stabiliteit te betalen. − Verkiezingen In tegenstelling tot de verwachting nemen de Statenverkiezingen een kleinere plaats in dan de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar in de toespraken van de bestuurders. De meeste CdK’s spreken de hoop uit dat veel mensen naar de stembus komen. CdK Cornielje stelt dat we niet de denkfout moeten maken dat democratie en verkiezingen synoniemen zijn. Het is belangrijk, volgens hem, dat provincies mensen nauw betrekken bij de totstandkoming van politiek en beleid. In Drenthe krijgen de politieke partijen bij de nieuwjaarsbijeenkomst de gelegenheid zich voor te stellen. Dat geldt ook voor de nieuwe partijen die deel zullen nemen: SGP, 50-‐Plus Drenthe, Senioren Belang Noord, Sterk Lokaal, en StemNL. CdK Bijleveld is eigenlijk de enige die de relatie legt naar de gelijktijdige waterschapsverkiezingen, maar verder dan benoemen, gaat dat niet. De relatie tussen de verkiezingen voor Provinciale Staten en de verkiezing voor de Eerste Kamer komt in meerdere toespraken naar voren, waarbij de oproep wordt gedaan niet alleen naar de samenstelling van de Eerste Kamer te kijken, maar ook oog te hebben voor de provinciale thema’s. CdK Remkes stelt daarom ook dat de commissie die zich buigt over de staatsrechtelijke positie van de Eerste Kamer ook moet kijken naar de verkiezingen hiervoor, want de wijze waarop de provinciale thema’s nu door landelijke worden overschaduwd, is onwenselijk. Ook in de nieuwjaarstoespraak van CdK Tichelaar komt de rol van de landelijke politiek bij de Provinciale Statenverkiezingen aan de orde: “Blijf de komende maanden weg uit Drenthe! Want als u in de auto zit, terug naar huis, bent u toch al weer vergeten wat u hier hebt beloofd… Het zijn geen landelijke verkiezingen, het gaat om een oordeel van de kiezers over zijn provinciale thema’s en het gaat om de toekomst van Drenthe”
− Staat van de democratie De democratie en de rechtsstaat zijn twee thema’s die dit jaar – in tegenstelling tot voorgaande jaren – in vrijwel alle toespraken aan de orde komen. Zo benadrukt CdK Van de Donk de waarden van de democratische rechtsstaat, waarbij de gemeenschappelijke kern ‘betrokkenheid’ is. Hij wijst op de gevaren die – mede door de internationale ontwikkelingen – op onze democratie afkomen. Hij waarschuwt daarbij dat onbehagen, fanatisme, wanhoop en boosheid nooit een antwoord kunnen zijn op de externe driegingen. CdK Tichelaar uit zijn zorgen over de kwaliteit van het openbaar bestuur, waarbij hij vooral verwijst naar de waan van de dag. CdK Tichelaar uit zijn zorgen over de afnemende regionale en lokale media. Hij stelt dat in het belang van de democratie de regionale en lokale media hun krachten moeten bundelen. CdK Remkes houdt een pleidooi over de aanstellingswijze van de burgemeester, waarbij hij pleit voor een rechtstreeks gekozen bestuurder. Deze aanstellingswijze dient echter wel een plek te krijgen in de grondwet, iets waar nu niet in is voorzien. Verder sluit hij zich aan bij de oproep van burgemeester Broertjes in de Ben Pauw-‐lezing op 9 september jl., waarin deze de mogelijkheid van tussentijdse ontbinding en verkiezingen voor de gemeenteraad bepleitte. Volgens CdK Remkes kan dit helpen als er sprake is van een structurele aantasting van de bestuurskracht. CdK Bijleveld appelleert aan de opdracht aan volksvertegenwoordigers en bestuurders bruggen te bouwen in de samenleving, zodat excessen voorkomen kunnen worden. Burgemeester Van Zanen refereert aan de stadsgesprekken binnen Utrecht die de afgelopen jaren succesvol zijn gevoerd. Hij kondigt aan dat ook voor het opstellen van het Energieplan deze methode zal worden ingezet. Burgemeester Aboutaleb kondigt de instelling van de Rotterdamse burgerjury aan, waardoor burgers meer directe invloed krijgen op het Rotterdamse beleid. − Bestuurlijke vernieuwing In vrijwel alle toespraken wordt een relatie gelegd naar de noodzaak tot bestuurlijke vernieuwing, al verschillen de analyses van de CdK’s en burgemeesters (en de daarmee gepaard gaande oplossingsrichtingen) sterk van elkaar. In tegenstelling tot voorgaande jaren heeft dit thema een minder vooraanstaande plaats in de nieuwjaarstoespraken. In voorgaande jaren kwamen twee thema’s in veel van de toespraken naar voren, te weten de vorming van de Noordvleugelprovincie en de noodzaak tot meer gemeentelijke bestuurskracht (eventueel te bereiken via herindelingen). Dit jaar komen deze twee thema’s nauwelijks (Noordvleugelprovincie) tot niet (bestuurskracht/herindeling) aan de orde. Dit jaar wordt vooral gesproken over de noodzaak tot samenwerking, waarbij niet de bestuurlijke grenzen maar de maatschappelijke problemen voorop staan, en de noodzaak tot meer adaptiviteit in het openbaar bestuur – het vermogen om in te spelen op snelle veranderingen in de maatschappelijke context. CdK Verbeek onderstreept zijn opvatting dat een provinciale herindeling geen oplossing is voor economische of maatschappelijke problemen. Ook CdK Remkes verwijst nog even naar de voorgenomen vorming van de Noordvleugelprovincie: “Daarover kan ik nu zwijgen: dit voornemen is voorlopig bijgezet op de ‘boulevard of broken dreams’”. In zijn analyse sluit Remkes expliciet aan bij het essay van Tjeenk Willink, namelijk dat er onduidelijkheid was over het probleem en alternatieve oplossingen niet zijn meegenomen.2 In dat kader verwijst CdK Remkes ook naar de oprichting van de Studiegroep Openbaar Bestuur “die voor de zomer van 2016 moet rapporteren over de vraag hoe de bestuurlijke ordening bijdraagt aan de economische ontwikkeling. We wachten de resultaten af, maar ‘voor de zomer van 2016’ zal wel niet helemaal toevallig zijn gekozen”. 2 Overigens staat het punt van alternatieve oplossingen niet als zodanig benoemd in het essay van Tjeenk Willink.
CdK Cornielje wijst op het Kompas 2020, dat het profiel voor de provincies voor de komende jaren duidelijk heeft neergezet. CdK Remkes sluit zich daarbij aan. Hij tekent aan dat één van de conclusies is dat maatschappelijke problemen centraal moeten staan, die ‘grenzenloos’ zijn, zowel geografisch als bestuurlijk. Dat pleit voor samenwerking over de grenzen heen, waarvoor een andere, nieuwe attitude op gemeentehuizen en provinciehuizen moet komen. Hij pleit daarbij voor een versteviging van netwerk-‐ en samenwerkingsvaardigheden bij bestuurders, politici en ambtenaren. CdK Van de Donk – die overigens niet verwijst naar Kompas 2020 – kondigt aan dat er komend jaar vooral gekeken gaat worden naar de manier van werken binnen de provincie Noord-‐Brabant, want “wij weten: culture eats strategy for breakfast!”. Ook CdK Polman benadrukt de noodzaak tot meer samenwerking tussen overheden (“grensontkennend”), maar hij introduceert ook de term “structuurontkennend”, waarbij niet de bevoegdheden, maar de opgaven centraal staan: “Een effectieve aanpak van onze opgaven voor nu en de langere termijn, het verminderen van kwetsbaarheid, en een kwalitatief sterk voorzieningenniveau voor onze inwoners”. CdK Smit benadrukt de noodzaak tot een nauwere samenwerking tussen Rotterdam en Den Haag. Hij stelt daarbij dat de provincie geenszins een tegenstander van de Metropoolregio is. Meer in het algemeen onderstreept hij het belang van samenwerking tussen overheden: “Het komt er in de huidige netwerksamenleving op aan dat gemeentes en provincie, gemeenteraden en provinciale staten elkaar veelvuldig ontmoeten om gezamenlijk oplossingen en mogelijkheden te onderzoeken en vorm te geven.” CdK Tichelaar benoemt de interprovinciale samenwerkingsverbanden in het kader van bestuurlijke vernieuwing. Het gaat daarbij om de samenwerking tussen gebieden in Drenthe, Overijssel, Groningen en Friesland. Ook CdK Van de Donk benadrukt de waarde van samenwerking, al gaat het daarbij met name om de samenwerking binnen de provincie Noord-‐Brabant, tussen gemeenten onderling en gemeenten en provincie samen. Burgemeester Van Gijzel stelt dat waar het openbaar bestuur in het verleden vooral slim en sterk moest zijn, het nu ook aankomt op adaptiviteit. Daarom zal de gemeente Eindhoven vooral werken met proeftuinen, roadmaps en proefprojecten. Dat geldt niet alleen op het terrein van de economie, maar breder voor de hele samenleving. De toegenomen opleidingsniveau en de gepaard gaande mondigheid resulteert in de noodzaak voor het openbaar bestuur open te staan voor initiatieven uit de samenleving. Ook dat vergt adaptiviteit van het openbaar bestuur, omdat de overheid niet meer logischerwijs de lead heeft bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, maar er gelijktijdig wordt verwacht, dat de overheid in the end wel aanspreekbaar is op de resultaten. CdK Polman wijst erop dat de rol van de overheid en die van de provincie in het bijzonder veranderd is, mede in het licht van veranderende opvattingen over de maakbaarheid van de samenleving. De oorzaak voor deze veranderende opvatting komt door de aaneenschakeling van (verschillende) systeemcrises. Deze rol moet afhankelijk van de opgaven meer voorwaardenscheppend, faciliterend en interactief zijn. − Decentralisaties De decentralisaties komt in een beperkt aantal van de toespraken terug. De nadruk ligt daarbij vooral op de goede voorbereidingen in de diverse gemeenten. CdK Remkes spreekt de hoop uit dat Tweede Kamer en provincies niet direct in de risico-‐regelreflex terecht komen bij mogelijke incidenten. CdK Polman benadrukt de noodzaak tot samenwerking bij de uitvoering van de decentralisaties: “Er is geen enkele gemeente in onze provincie die die vraagstukken en opgaven alleen aan kan. Dat zal alleen lukken als we echt bereid om daar over onze grenzen te kijken en te vernieuwen en bij een nieuwe aanpak ook te willen leren en elkaar daarvoor ruimte te willen geven”. Dit is overigens in lijn met zijn nieuwjaarstoespraak in 2014 toen hij ook de samenwerking tussen de verschillende overheden binnen Zeeland benadrukte. Burgemeester Aboutaleb constateert ook de noodzaak tot intensieve samenwerking bij de uitvoering van de decentralisaties. CdK Smit verwacht dat er tussen de gemeentes verschillen gaan ontstaan in zorgniveaus en geleverde voorzieningen. Dat kan in zijn optiek leiden tot onrust en, zoals al is gebleken, rechtszaken: “Hier ligt een enorme opgave voor de gemeentes en hun samenwerkingsverbanden. Het is urgent dat we met elkaar duidelijk maken wat het
minimumniveau aan voorzieningen is, waaraan elke gemeente moet voldoen. Er moet ruimte voor verschil zijn, maar wel met een bodem. Dit uiteraard om ongewenste ongelijkheden en daarmee gevoelens van onrechtvaardigheid te voorkomen” − Agenda Stad Meerdere bestuurders benoemen de toegenomen betekenis van steden. Burgemeester Van Gijzel refereert aan de toegenomen trek naar de stad. Dit heeft positieve consequenties voor de stedelijke economieën. Van Gijzel gaat in zijn toespraak nog wel in op de noodzaak dat de steden blijven groeien. Daarvoor moet gewerkt worden aan binnenstedelijke verdichting, niet meer bewoners per woning, maar door meer woningen per vierkante kilometer. Bevolkingstoename in stedelijke gebieden moet niet gebeuren door nieuwe grootschalige uitleglocaties in de buitengebieden, omdat daardoor de kwaliteit van de leefbaarheid in de stad, alsmede de betaalbaarheid van de instandhouding van voorzieningen niet houdbaar is. Dat betekent dat gemeentelijke herindeling niet aan de orde is, volgens Van Gijzel. Agglomeratiekracht wordt, volgens hem, verkregen via de MRE. CdK Van de Donk stelt dat de verstedelijking in Brabant een geheel eigen karakter heeft. Hij spreekt in dat kader over het unieke ‘stadtelandse’ karakter. De burgemeesters stellen in hun toespraken dat we niet alleen aandacht moeten hebben voor de economische dimensie van de toegenomen verstedelijking, maar ook voor andere aspecten en uitdagingen hiervan. Burgemeester Van Zanen spreekt in dat kader van een “walkable, bike-‐able and like-‐able” stad. CdK Cornielje noemt het initiatief van Gelrestad waarin de gemeenten Apeldoorn, Ede, Arnhem en Nijmegen (in samenwerking met de provincie) hun krachten bundelen om zo de concurrentie aan te gaan met de Randstad. Hij refereert daarbij aan de Agenda Stad, waarin Gelrestad ook een plaats zou moeten krijgen. Burgemeester Van Gijzel benoemt expliciet de totstandkoming van de Agenda Stad, waarbij stelt dat het pakket van maatregelen voor een agglomeratie als Amsterdam anders is dan voor een agglomeratie als Eindhoven. Hij pleit dus voor differentiatie. Hoewel burgemeester Van der Laan de Agenda Stad niet expliciet noemt, refereert hij er wel aan wanneer hij spreekt over de verantwoordelijkheid van de (hoofd)stad andere gemeenten te helpen, zoals andere gemeenten de steden hielpen in de jaren zeventig en tachtig. Dat geldt ook voor burgemeester Van Gijzel, die stelt dat centrumgemeenten oplossingen voor het meer landelijke gebied moeten vinden. CdK Van de Donk spreekt in dat kader van de verbindende stad, omdat de veerkracht van de Brabantse steden nauw verweven is met de kwaliteit van het ommeland. − Economie (en de rol van het openbaar bestuur) De meeste bestuurders wijzen op uitdagingen op economische terrein. Zij zien allen – in tegenstelling tot eerdere jaren, toen er vrij veel pessimisme was over de staat van de economie – een voorzichtig herstel van de economie. In vrijwel alle provincies wordt een vergelijking van de eigen provincie in relatie tot het landelijke gemiddelde gemaakt. CdK Bovens refereert aan de transities in de Limburgse economie door terug te grijpen op de toespraak van Den Uyl, dat de mijnen zouden sluiten en DAF naar Limburg zou komen. In zijn toespraak vat hij tweehonderd jaar economische ontwikkeling in Limburg samen, die culmineert in de huidige betekenis van de Limburgse kenniseconomie. Hij benadrukt daarbij de betekenis van grensoverschrijdende samenwerking. CdK Jorritsma staat uitgebreid stil bij de provinciale (Wurkje foar Fryslân) en de interprovinciale programma’s (met Groningen en Drenthe) voor de economie. CdK Verbeek benadrukt de noodzaak om gezamenlijk te werken aan economische groei, ongeacht de achtergrond van mensen: “Wij hebben elkaar nodig”. CdK Tichelaar benoemt de economisch weerbarstige tijden voor de provincie Drenthe. Hij
refereert daarbij aan de voorgenomen sluiting van Philips in Emmen, die 200 mensen hun baan zal kosten. Hij benadrukt hoe moeilijk deze mensen een nieuwe baan zullen vinden in een “economisch kwetsbare regio”. Er zijn echter ook lichtpuntjes, want de provincie Drenthe krijgt een eigen universiteit in Dwingeloo, volgens Tichelaar (het gaat om een dependance van de Rijksuniversiteit Groningen op het gebied van ruimtevaart). Tichelaar grijpt het aanbod aan uit de nieuwjaarstoespraak van burgemeester Bijl, Emmen, om te komen tot een investeringsagenda voor Oost-‐Drenthe, maar het gaat vooral om aanpakken, waarbij het gaat om snelheid: “Sneller ondernemen, sneller krachten tussen overheid en bedrijfsleven bundelen en sneller besluiten”. Goed openbaar bestuur en economische ontwikkeling Meerdere bestuurders refereren in hun nieuwjaarstoespraak aan de mogelijkheden die het openbaar bestuur biedt een bijdrage te leveren aan economische ontwikkeling. Meerdere bestuurders wijzen op de noodaak als overheid aansluiting te zoeken bij internationale netwerken. CdK Verbeek wijst op rol van de provincie als intermediair te fungeren tussen (nationale) bedrijven (die daar om vragen) en internationale netwerken. Burgemeester Van Gijzel noemt de internationale contacten van de regio/gemeente met Zuid-‐Oost Azië, zoals Taiwan. CdK Van de Donk vraagt zich impliciet af in zijn toespraak of de overvloed van regels niet tot gevolg heeft dat er suboptimale prestaties in het publieke domein tot stand komen, zoals in de infrastructuur. Burgemeester Van der Laan pleit voor een open samenleving. “Verliezen we die openheid, dan verliezen we ons karakter. En denk dan maar niet dat onze economie dan onaangetast blijft”. Openheid is verbonden met koopmanschap. Mensen en bedrijven in het buitenland zijn niet alleen geïnteresseerd in bijvoorbeeld Schiphol, de belastingfaciliteiten en de schoonheid van onze stad, ze worden ook aangetrokken door ons vrijzinnige en open klimaat. Vestigingsbeleid van bedrijven wordt ook gedreven door informatisering. Een verbonden stad als Amsterdam profiteert dan des te meer Van der Laan schetst een beeld van de stad als mozïek, van nationaliteiten, van culturen, van religies. Kooplieden zijn een belangrijk deel van het mozaïek, juist omdat ze -‐ uit welbegrepen eigenbelang -‐ oog hebben voor anderen in dat mozaïek en achteróm kijken. Ondernemers hebben zich door de eeuwen heen ingezet voor gezondheid, scholen, huizen, musea, schouwburgen enzovoort. Van der Laan refereert aan een recent PWC-‐rapport, dat ingaat op de economische uitdagingen voor Amsterdam. Het betreft hier: de bereikbaarheid die onder druk staat, de vele regels die het lastig maken een onderneming te starten en het jonge talent in de wereld dat nog moeilijk aan de Amsterdamse universiteiten te binden is. − Kritiek op de rol van het Rijk CdK Van den Berg gaat in zijn toespraak uiteraard in op de aardbevingenproblematiek in Groningen. Hij wijst daarbij op de noodzaak tot het creëren van een publieke organisatie, die verantwoordelijk is voor bouwnormen, arbitrage, dorps-‐ en stadsherstel en steun aan de bewoners. CdK Tichelaar gaat in op de noodzaak tot het bouwen van windmolens, waarbij hij de rol van het Rijk laakt: “Het Rijk, eigenaar van de opdracht, is ondertussen in geen velden of wegen te bekennen [… ] Minister van Economische Zaken, neem ons serieus en neem je verantwoordelijkheid. Communiceer en neem nog deze maand een besluit! Drenthe wil niet langer aan het lijntje gehouden worden” − Bijzonderheden De provincie Flevoland bestaat komend jaar dertig jaar In de provincie Friesland wordt dit jaar het 250ste sterfjaar van Maria Louise van Hessen Kassel herdacht, de stammoeder van het Huis van Oranje.
In Noord-‐Brabant wordt het jaar van Vincent van Gogh gevierd. Nijntje wordt op 21 juni 60 De Grand Départ vindt dit jaar op 4 juli plaats in Utrecht. Vanaf 26 maart zijn er activiteiten in dat kader in de stad. Vanaf nu is het digitaal platform www.team2015Utrecht.nl bereikbaar, waarop diverse activiteiten staan aangekondigd.