Analyse Nieuwjaarstoespraken 2015

7
Analyse Nieuwjaarstoespraken 2015 Boudewijn Steur 1 Aan het begin van ieder jaar spreken de Commissarissen van de Koning en de burgemeesters hun nieuwjaarstoespraken uit. In deze toespraken worden niet alleen de beste wensen voor het nieuwe jaar overgebracht, maar ze dienen ook uitdrukkelijk als middel voor politieke agendering, zowel naar binnen als naar buiten toe. Juist daarom is het interessant om te kijken welke thema’s aan de orde komen en hoe er over deze thema’s wordt gesproken. Hieronder treft u een beknopte analyse aan van de nieuwjaarstoespraken van de Commissarissen van de Koning en de burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven. De burgemeester van Den Haag heeft geen nieuwjaarstoespraak gehouden. Amsterdam Donderdag 1 januari Drenthe Dinsdag 6 januari Eindhoven Maandag 5 januari Flevoland Maandag 5 januari Friesland Vrijdag 9 januari Gelderland Dinsdag 6 januari Groningen Maandag 5 januari Limburg Vrijdag 2 januari Noord-Brabant Donderdag 8 januari Noord-Holland Vrijdag 9 januari Overijssel Maandag 5 januari Rotterdam Maandag 5 januari Utrecht (gemeente) Maandag 5 januari Utrecht (provincie) Vrijdag 2 januari Zeeland Vrijdag 9 januari Zuid-Holland Woensdag 7 januari In de nieuwjaarstoespraken van dit jaar wordt uitgebreid ingegaan op de veranderende maatschappelijke context, waarbinnen het openbaar bestuur functioneert. Dat geldt niet alleen voor de technologische of financiële ontwikkelingen, maar ook voor de ingrijpende incidenten in het afgelopen jaar, zoals de oorlog in Oekraïne, de opkomst van IS en de recente aanslagen in Parijs. Dat is anders dan de toespraken in voorgaande jaren. In de analyse wordt ingegaan op de volgende thema’s: Maatschappelijke ontwikkelingen Extremisme, Parijs en MH17 Verkiezingen Staat van de democratie Bestuurlijke vernieuwing Decentralisaties Agenda Stad Economie (en de rol van het openbaar bestuur) Kritiek op de rol van het Rijk Bijzonderheden Maatschappelijke ontwikkelingen In meerdere toespraken wordt gerefereerd aan de toegenomen snelheid, verwevenheid en dynamiek in de wereld, mede onder invloed van digitalisering, internet en sociale media. Burgemeester Van der Laan zegt daarover dat “de import van gebeurtenissen en conflicten elders in de wereld een kwestie van seconden [zijn] en [daardoor] escaleren verhoudingen heftiger”. Burgemeester Van Gijzel gaat vooral in op de vragen die de toegenomen snelheid, verwevenheid en dynamiek met zich meebrengt voor de handelingssnelheid van het 1 Boudewijn Steur schreef deze analyse op persoonlijke titel.

Transcript of Analyse Nieuwjaarstoespraken 2015

Analyse  Nieuwjaarstoespraken  2015    Boudewijn Steur1  Aan  het  begin  van  ieder  jaar  spreken  de  Commissarissen  van  de  Koning  en  de  burgemeesters  hun  nieuwjaarstoespraken  uit.  In  deze  toespraken  worden  niet  alleen  de  beste  wensen  voor  het  nieuwe  jaar  overgebracht,  maar  ze  dienen  ook  uitdrukkelijk  als  middel  voor  politieke  agendering,  zowel  naar  binnen  als  naar  buiten  toe.  Juist  daarom  is  het  interessant  om  te  kijken  welke  thema’s  aan  de  orde  komen  en  hoe  er  over  deze  thema’s  wordt  gesproken.  Hieronder  treft  u  een  beknopte  analyse  aan  van  de  nieuwjaarstoespraken  van  de  Commissarissen  van  de  Koning  en  de  burgemeesters  van  Amsterdam,  Rotterdam,  Utrecht  en  Eindhoven.  De  burgemeester  van  Den  Haag  heeft  geen  nieuwjaarstoespraak  gehouden.      

Amsterdam Donderdag 1 januari Drenthe Dinsdag 6 januari Eindhoven Maandag 5 januari Flevoland Maandag 5 januari Friesland Vrijdag 9 januari Gelderland Dinsdag 6 januari Groningen Maandag 5 januari Limburg Vrijdag 2 januari Noord-Brabant Donderdag 8 januari Noord-Holland Vrijdag 9 januari Overijssel Maandag 5 januari Rotterdam Maandag 5 januari Utrecht (gemeente) Maandag 5 januari Utrecht (provincie) Vrijdag 2 januari Zeeland Vrijdag 9 januari Zuid-Holland Woensdag 7 januari

 In  de  nieuwjaarstoespraken  van  dit  jaar  wordt  uitgebreid  ingegaan  op  de  veranderende  maatschappelijke  context,  waarbinnen  het  openbaar  bestuur  functioneert.  Dat  geldt  niet  alleen  voor  de  technologische  of  financiële  ontwikkelingen,  maar  ook  voor  de  ingrijpende  incidenten  in  het  afgelopen  jaar,  zoals  de  oorlog  in  Oekraïne,  de  opkomst  van  IS  en  de  recente  aanslagen  in  Parijs.  Dat  is  anders  dan  de  toespraken  in  voorgaande  jaren.      In  de  analyse  wordt  ingegaan  op  de  volgende  thema’s:  − Maatschappelijke  ontwikkelingen  − Extremisme,  Parijs  en  MH17  − Verkiezingen  − Staat  van  de  democratie  − Bestuurlijke  vernieuwing  − Decentralisaties  − Agenda  Stad  − Economie  (en  de  rol  van  het  openbaar  bestuur)  − Kritiek  op  de  rol  van  het  Rijk  − Bijzonderheden    − Maatschappelijke  ontwikkelingen  In  meerdere  toespraken  wordt  gerefereerd  aan  de  toegenomen  snelheid,  verwevenheid  en  dynamiek  in  de  wereld,  mede  onder  invloed  van  digitalisering,  internet  en  sociale  media.  Burgemeester  Van  der  Laan  zegt  daarover  dat  “de  import  van  gebeurtenissen  en  conflicten  elders  in  de  wereld  een  kwestie  van  seconden  [zijn]  en  [daardoor]  escaleren  verhoudingen  heftiger”.  Burgemeester  Van  Gijzel  gaat  vooral  in  op  de  vragen  die  de  toegenomen  snelheid,  verwevenheid  en  dynamiek  met  zich  meebrengt  voor  de  handelingssnelheid  van  het  

1  Boudewijn  Steur  schreef  deze  analyse  op  persoonlijke  titel.  

openbaar  bestuur:  “De  wereld  is  disruptief  geworden,  je  zou  kunnen  zeggen  onvoorspelbaar  en  door  nieuwe  technologieën  ontwrichtend  voor  de  bestaande  structuren”    CdK  Polman  wijst  op  een  andere  ontwikkeling,  namelijk  die  van  toegenomen  schaarste:  “In  de  vele  perioden  van  schaarste  die  we  in  onze  geschiedenis  hebben  gekend  telkens  weer  naar  boven  komt  wat  echt  van  waarde  is.  Perioden  van  schaarste  dwingen  ons  te  formuleren  waar  het  echt  om  gaat  en  voor  welke  waarden  we  staan”.  Het  risico  waar  hij  op  wijst,  is  dat  de  neiging  zal  bestaan  om  ons  terug  te  trekken  op  de  eigen  prioriteiten,  terwijl  het  in  tijden  van  schaarste  juist  belangrijk  is  samen  te  werken.  Hij  wijst  er  ook  op  dat  door  nieuwe  ontwikkelingen  nieuwe  perspectieven  noodzakelijk  zijn.    − Extremisme,  Parijs  en  MH  17  In  meerdere  toespraken  wordt  gerefereerd  aan  het  toegenomen  extremisme  in  de  wereld,  maar  ook  in  Nederland.  Daarbij  wordt  uiteraard  verwezen  naar  de  opmars  van  IS,  de  conflicten  in  Oekraïne  en  de  aanslagen  in  Parijs  (bij  de  toespraken  ná  7  januari).  Het  gaat  in  die  gevallen  vooral  om  de  toename  van  moslimextremisme  en  van  nationaal-­‐extremisme.  In  diverse  toespraken  komt  echter  ook  de  toegenomen  agressie  en  verminderde  verdraagzaamheid  tegenover  LGBT’ers  (Lesbian,  Gay,  Bisexual,  Transgender).    CdK  Jorritsma  refereert  in  zijn  toespraak  aan  de  aanslagen  in  Parijs,  die  hij  uitlegt  als  een  terreurdaad  op  de  vrijheid  van  meningsuiting  en  legt  daarbij  de  relatie  naar  de  herdenking  van  het  einde  van  de  Tweede  Wereldoorlog,  dit  jaar  zeventig  jaar  geleden.  Ook  CdK  Van  de  Donk  komt  meerdere  keren  in  zijn  toespraak  terug  op  de  gebeurtenissen  in  Parijs.  Hij  sluit  zijn  toespraak  af  met  de  oproep  gezamenlijk  de  mobiele  telefoons  omhoog  te  steken  als  modern  symbool  voor  de  vrijheid  van  meningsuiting.  CdK  Remkes  uit  zijn  zorgen  over  de  aanslag  die  op  de  samenleving  is  gepleegd.  Hij  stelt  dat  de  aanslagen  in  Parijs  niets  te  maken  hebben  met  falende  integratie,  maar  de  integratie  wel  zeer  belemmerend  kan  polariseren.  CdK  Bijleveld  stelt  dat  vrede,  veiligheid  en  veiligheid  anno  2015  niet  meer  vanzelfsprekend  zijn.    CdK  Verbeek  (tevens  lid  van  de  Raad  van  Europa)  wijst  om  de  noodzaak  om  in  Europees  verband  deze  externe  dreigingen  aan  te  gaan,  waarbij  hij  ook  wijst  op  de  noodzaak  de  prijs  voor  vrede  en  stabiliteit  te  betalen.      − Verkiezingen  In  tegenstelling  tot  de  verwachting  nemen  de  Statenverkiezingen  een  kleinere  plaats  in  dan  de  gemeenteraadsverkiezingen  vorig  jaar  in  de  toespraken  van  de  bestuurders.  De  meeste  CdK’s  spreken  de  hoop  uit  dat  veel  mensen  naar  de  stembus  komen.  CdK  Cornielje  stelt  dat  we  niet  de  denkfout  moeten  maken  dat  democratie  en  verkiezingen  synoniemen  zijn.  Het  is  belangrijk,  volgens  hem,  dat  provincies  mensen  nauw  betrekken  bij  de  totstandkoming  van  politiek  en  beleid.  In  Drenthe  krijgen  de  politieke  partijen  bij  de  nieuwjaarsbijeenkomst  de  gelegenheid  zich  voor  te  stellen.  Dat  geldt  ook  voor  de  nieuwe  partijen  die  deel  zullen  nemen:  SGP,  50-­‐Plus  Drenthe,  Senioren  Belang  Noord,  Sterk  Lokaal,  en  StemNL.  CdK  Bijleveld  is  eigenlijk  de  enige  die  de  relatie  legt  naar  de  gelijktijdige  waterschapsverkiezingen,  maar  verder  dan  benoemen,  gaat  dat  niet.      De  relatie  tussen  de  verkiezingen  voor  Provinciale  Staten  en  de  verkiezing  voor  de  Eerste  Kamer  komt  in  meerdere  toespraken  naar  voren,  waarbij  de  oproep  wordt  gedaan  niet  alleen  naar  de  samenstelling  van  de  Eerste  Kamer  te  kijken,  maar  ook  oog  te  hebben  voor  de  provinciale  thema’s.  CdK  Remkes  stelt  daarom  ook  dat  de  commissie  die  zich  buigt  over  de  staatsrechtelijke  positie  van  de  Eerste  Kamer  ook  moet  kijken  naar  de  verkiezingen  hiervoor,  want  de  wijze  waarop  de  provinciale  thema’s  nu  door  landelijke  worden  overschaduwd,  is  onwenselijk.  Ook  in  de  nieuwjaarstoespraak  van  CdK  Tichelaar  komt  de  rol  van  de  landelijke  politiek  bij  de  Provinciale  Statenverkiezingen  aan  de  orde:  “Blijf  de  komende  maanden  weg  uit  Drenthe!  Want  als  u  in  de  auto  zit,  terug  naar  huis,  bent  u  toch  al  weer  vergeten  wat  u  hier  hebt  beloofd…  Het  zijn  geen  landelijke  verkiezingen,  het  gaat  om  een  oordeel  van  de  kiezers  over  zijn  provinciale  thema’s  en  het  gaat  om  de  toekomst  van  Drenthe”    

− Staat  van  de  democratie  De  democratie  en  de  rechtsstaat  zijn  twee  thema’s  die  dit  jaar  –  in  tegenstelling  tot  voorgaande  jaren  –  in  vrijwel  alle  toespraken  aan  de  orde  komen.  Zo  benadrukt  CdK  Van  de  Donk  de  waarden  van  de  democratische  rechtsstaat,  waarbij  de  gemeenschappelijke  kern  ‘betrokkenheid’  is.  Hij  wijst  op  de  gevaren  die  –  mede  door  de  internationale  ontwikkelingen  –  op  onze  democratie  afkomen.  Hij  waarschuwt  daarbij  dat  onbehagen,  fanatisme,  wanhoop  en  boosheid  nooit  een  antwoord  kunnen  zijn  op  de  externe  driegingen.    CdK  Tichelaar  uit  zijn  zorgen  over  de  kwaliteit  van  het  openbaar  bestuur,  waarbij  hij  vooral  verwijst  naar  de  waan  van  de  dag.  CdK  Tichelaar  uit  zijn  zorgen  over  de  afnemende  regionale  en  lokale  media.  Hij  stelt  dat  in  het  belang  van  de  democratie  de  regionale  en  lokale  media  hun  krachten  moeten  bundelen.    CdK  Remkes  houdt  een  pleidooi  over  de  aanstellingswijze  van  de  burgemeester,  waarbij  hij  pleit  voor  een  rechtstreeks  gekozen  bestuurder.  Deze  aanstellingswijze  dient  echter  wel  een  plek  te  krijgen  in  de  grondwet,  iets  waar  nu  niet  in  is  voorzien.  Verder  sluit  hij  zich  aan  bij  de  oproep  van  burgemeester  Broertjes  in  de  Ben  Pauw-­‐lezing  op  9  september  jl.,  waarin  deze  de  mogelijkheid  van  tussentijdse  ontbinding  en  verkiezingen  voor  de  gemeenteraad  bepleitte.  Volgens  CdK  Remkes  kan  dit  helpen  als  er  sprake  is  van  een  structurele  aantasting  van  de  bestuurskracht.    CdK  Bijleveld  appelleert  aan  de  opdracht  aan  volksvertegenwoordigers  en  bestuurders  bruggen  te  bouwen  in  de  samenleving,  zodat  excessen  voorkomen  kunnen  worden.    Burgemeester  Van  Zanen  refereert  aan  de  stadsgesprekken  binnen  Utrecht  die  de  afgelopen  jaren  succesvol  zijn  gevoerd.  Hij  kondigt  aan  dat  ook  voor  het  opstellen  van  het  Energieplan  deze  methode  zal  worden  ingezet.  Burgemeester  Aboutaleb  kondigt  de  instelling  van  de  Rotterdamse  burgerjury  aan,  waardoor  burgers  meer  directe  invloed  krijgen  op  het  Rotterdamse  beleid.    − Bestuurlijke  vernieuwing  In  vrijwel  alle  toespraken  wordt  een  relatie  gelegd  naar  de  noodzaak  tot  bestuurlijke  vernieuwing,  al  verschillen  de  analyses  van  de  CdK’s  en  burgemeesters  (en  de  daarmee  gepaard  gaande  oplossingsrichtingen)  sterk  van  elkaar.  In  tegenstelling  tot  voorgaande  jaren  heeft  dit  thema  een  minder  vooraanstaande  plaats  in  de  nieuwjaarstoespraken.  In  voorgaande  jaren  kwamen  twee  thema’s  in  veel  van  de  toespraken  naar  voren,  te  weten  de  vorming  van  de  Noordvleugelprovincie  en  de  noodzaak  tot  meer  gemeentelijke  bestuurskracht  (eventueel  te  bereiken  via  herindelingen).  Dit  jaar  komen  deze  twee  thema’s  nauwelijks  (Noordvleugelprovincie)  tot  niet  (bestuurskracht/herindeling)  aan  de  orde.  Dit  jaar  wordt  vooral  gesproken  over  de  noodzaak  tot  samenwerking,  waarbij  niet  de  bestuurlijke  grenzen  maar  de  maatschappelijke  problemen  voorop  staan,  en  de  noodzaak  tot  meer  adaptiviteit  in  het  openbaar  bestuur  –  het  vermogen  om  in  te  spelen  op  snelle  veranderingen  in  de  maatschappelijke  context.    CdK  Verbeek  onderstreept  zijn  opvatting  dat  een  provinciale  herindeling  geen  oplossing  is  voor  economische  of  maatschappelijke  problemen.  Ook  CdK  Remkes  verwijst  nog  even  naar  de  voorgenomen  vorming  van  de  Noordvleugelprovincie:  “Daarover  kan  ik  nu  zwijgen:  dit  voornemen  is  voorlopig  bijgezet  op  de  ‘boulevard  of  broken  dreams’”.  In  zijn  analyse  sluit  Remkes  expliciet  aan  bij  het  essay  van  Tjeenk  Willink,  namelijk  dat  er  onduidelijkheid  was  over  het  probleem  en  alternatieve  oplossingen  niet  zijn  meegenomen.2  In  dat  kader  verwijst  CdK  Remkes  ook  naar  de  oprichting  van  de  Studiegroep  Openbaar  Bestuur  “die  voor  de  zomer  van  2016  moet  rapporteren  over  de  vraag  hoe  de  bestuurlijke  ordening  bijdraagt  aan  de  economische  ontwikkeling.  We  wachten  de  resultaten  af,  maar  ‘voor  de  zomer  van  2016’  zal  wel  niet  helemaal  toevallig  zijn  gekozen”.     2  Overigens  staat  het  punt  van  alternatieve  oplossingen  niet  als  zodanig  benoemd  in  het  essay  van  Tjeenk  Willink.  

CdK  Cornielje  wijst  op  het  Kompas  2020,  dat  het  profiel  voor  de  provincies  voor  de  komende  jaren  duidelijk  heeft  neergezet.  CdK  Remkes  sluit  zich  daarbij  aan.  Hij  tekent  aan  dat  één  van  de  conclusies  is  dat  maatschappelijke  problemen  centraal  moeten  staan,  die  ‘grenzenloos’  zijn,  zowel  geografisch  als  bestuurlijk.  Dat  pleit  voor  samenwerking  over  de  grenzen  heen,  waarvoor  een  andere,  nieuwe  attitude  op  gemeentehuizen  en  provinciehuizen  moet  komen.    Hij  pleit  daarbij  voor  een  versteviging  van  netwerk-­‐  en  samenwerkingsvaardigheden  bij  bestuurders,  politici  en  ambtenaren.  CdK  Van  de  Donk  –  die  overigens  niet  verwijst  naar  Kompas  2020  –  kondigt  aan  dat  er  komend  jaar  vooral  gekeken  gaat  worden  naar  de  manier  van  werken  binnen  de  provincie  Noord-­‐Brabant,  want  “wij  weten:  culture  eats  strategy  for  breakfast!”.  Ook  CdK  Polman  benadrukt  de  noodzaak  tot  meer  samenwerking  tussen  overheden  (“grensontkennend”),  maar  hij  introduceert  ook  de  term  “structuurontkennend”,  waarbij  niet  de  bevoegdheden,  maar  de  opgaven  centraal  staan:  “Een  effectieve  aanpak  van  onze  opgaven  voor  nu  en  de  langere  termijn,  het  verminderen  van  kwetsbaarheid,  en  een  kwalitatief  sterk  voorzieningenniveau  voor  onze  inwoners”.  CdK  Smit  benadrukt  de  noodzaak  tot  een  nauwere  samenwerking  tussen  Rotterdam  en  Den  Haag.  Hij  stelt  daarbij  dat  de  provincie  geenszins  een  tegenstander  van  de  Metropoolregio  is.  Meer  in  het  algemeen  onderstreept  hij  het  belang  van  samenwerking  tussen  overheden:  “Het  komt  er  in  de  huidige  netwerksamenleving  op  aan  dat  gemeentes  en  provincie,  gemeenteraden  en  provinciale  staten  elkaar  veelvuldig  ontmoeten  om  gezamenlijk  oplossingen  en  mogelijkheden  te  onderzoeken  en  vorm  te  geven.”  CdK  Tichelaar  benoemt  de  interprovinciale  samenwerkingsverbanden  in  het  kader  van  bestuurlijke  vernieuwing.  Het  gaat  daarbij  om  de  samenwerking  tussen  gebieden  in  Drenthe,  Overijssel,  Groningen  en  Friesland.  Ook  CdK  Van  de  Donk  benadrukt  de  waarde  van  samenwerking,  al  gaat  het  daarbij  met  name  om  de  samenwerking  binnen  de  provincie  Noord-­‐Brabant,  tussen  gemeenten  onderling  en  gemeenten  en  provincie  samen.    Burgemeester  Van  Gijzel  stelt  dat  waar  het  openbaar  bestuur  in  het  verleden  vooral  slim  en  sterk  moest  zijn,  het  nu  ook  aankomt  op  adaptiviteit.  Daarom  zal  de  gemeente  Eindhoven  vooral  werken  met  proeftuinen,  roadmaps  en  proefprojecten.  Dat  geldt  niet  alleen  op  het  terrein  van  de  economie,  maar  breder  voor  de  hele  samenleving.  De  toegenomen  opleidingsniveau  en  de  gepaard  gaande  mondigheid  resulteert  in  de  noodzaak  voor  het  openbaar  bestuur  open  te  staan  voor  initiatieven  uit  de  samenleving.  Ook  dat  vergt  adaptiviteit  van  het  openbaar  bestuur,  omdat  de  overheid  niet  meer  logischerwijs  de  lead  heeft  bij  het  oplossen  van  maatschappelijke  vraagstukken,  maar  er  gelijktijdig  wordt  verwacht,  dat  de  overheid  in  the  end  wel  aanspreekbaar  is  op  de  resultaten.  CdK  Polman  wijst  erop  dat  de  rol  van  de  overheid  en  die  van  de  provincie  in  het  bijzonder  veranderd  is,  mede  in  het  licht  van  veranderende  opvattingen  over  de  maakbaarheid  van  de  samenleving.  De  oorzaak  voor  deze  veranderende  opvatting  komt  door  de  aaneenschakeling  van  (verschillende)  systeemcrises.  Deze  rol  moet  afhankelijk  van  de  opgaven  meer  voorwaardenscheppend,  faciliterend  en  interactief  zijn.    − Decentralisaties  De  decentralisaties  komt  in  een  beperkt  aantal  van  de  toespraken  terug.  De  nadruk  ligt  daarbij  vooral  op  de  goede  voorbereidingen  in  de  diverse  gemeenten.  CdK  Remkes  spreekt  de  hoop  uit  dat  Tweede  Kamer  en  provincies  niet  direct  in  de  risico-­‐regelreflex  terecht  komen  bij  mogelijke  incidenten.  CdK  Polman  benadrukt  de  noodzaak  tot  samenwerking  bij  de  uitvoering  van  de  decentralisaties:  “Er  is  geen  enkele  gemeente  in  onze  provincie  die  die  vraagstukken  en  opgaven  alleen  aan  kan.  Dat  zal  alleen  lukken  als  we  echt  bereid  om  daar  over  onze  grenzen  te  kijken  en  te  vernieuwen  en  bij  een  nieuwe  aanpak  ook  te  willen  leren  en  elkaar  daarvoor  ruimte  te  willen  geven”.  Dit  is  overigens  in  lijn  met  zijn  nieuwjaarstoespraak  in  2014  toen  hij  ook  de  samenwerking  tussen  de  verschillende  overheden  binnen  Zeeland  benadrukte.  Burgemeester  Aboutaleb  constateert  ook  de  noodzaak  tot  intensieve  samenwerking  bij  de  uitvoering  van  de  decentralisaties.    CdK  Smit  verwacht  dat  er  tussen  de  gemeentes  verschillen  gaan  ontstaan  in  zorgniveaus  en  geleverde  voorzieningen.  Dat  kan  in  zijn  optiek  leiden  tot  onrust  en,  zoals  al  is  gebleken,  rechtszaken:  “Hier  ligt  een  enorme  opgave  voor  de  gemeentes  en  hun  samenwerkingsverbanden.  Het  is  urgent  dat  we  met  elkaar  duidelijk  maken  wat  het  

minimumniveau  aan  voorzieningen  is,  waaraan  elke  gemeente  moet  voldoen.  Er  moet  ruimte  voor  verschil  zijn,  maar  wel  met  een  bodem.  Dit  uiteraard  om  ongewenste  ongelijkheden  en  daarmee  gevoelens  van  onrechtvaardigheid  te  voorkomen”    − Agenda  Stad  Meerdere  bestuurders  benoemen  de  toegenomen  betekenis  van  steden.  Burgemeester  Van  Gijzel  refereert  aan  de  toegenomen  trek  naar  de  stad.  Dit  heeft  positieve  consequenties  voor  de  stedelijke  economieën.  Van  Gijzel  gaat  in  zijn  toespraak  nog  wel  in  op  de  noodzaak  dat  de  steden  blijven  groeien.  Daarvoor  moet  gewerkt  worden  aan  binnenstedelijke  verdichting,  niet  meer  bewoners  per  woning,  maar  door  meer  woningen  per  vierkante  kilometer.  Bevolkingstoename  in  stedelijke  gebieden  moet  niet  gebeuren  door  nieuwe  grootschalige  uitleglocaties  in  de  buitengebieden,  omdat  daardoor  de  kwaliteit  van  de  leefbaarheid  in  de  stad,  alsmede  de  betaalbaarheid  van  de  instandhouding  van  voorzieningen  niet  houdbaar  is.  Dat  betekent  dat  gemeentelijke  herindeling  niet  aan  de  orde  is,  volgens  Van  Gijzel.  Agglomeratiekracht  wordt,  volgens  hem,  verkregen  via  de  MRE.  CdK  Van  de  Donk  stelt  dat  de  verstedelijking  in  Brabant  een  geheel  eigen  karakter  heeft.  Hij  spreekt  in  dat  kader  over  het  unieke  ‘stadtelandse’  karakter.    De  burgemeesters  stellen  in  hun  toespraken  dat  we  niet  alleen  aandacht  moeten  hebben  voor  de  economische  dimensie  van  de  toegenomen  verstedelijking,  maar  ook  voor  andere  aspecten  en  uitdagingen  hiervan.  Burgemeester  Van  Zanen  spreekt  in  dat  kader  van  een  “walkable,  bike-­‐able  and  like-­‐able”  stad.    CdK  Cornielje  noemt  het  initiatief  van  Gelrestad  waarin  de  gemeenten  Apeldoorn,  Ede,  Arnhem  en  Nijmegen  (in  samenwerking  met  de  provincie)  hun  krachten  bundelen  om  zo  de  concurrentie  aan  te  gaan  met  de  Randstad.  Hij  refereert  daarbij  aan  de  Agenda  Stad,  waarin  Gelrestad  ook  een  plaats  zou  moeten  krijgen.    Burgemeester  Van  Gijzel  benoemt  expliciet  de  totstandkoming  van  de  Agenda  Stad,  waarbij  stelt  dat  het  pakket  van  maatregelen  voor  een  agglomeratie  als  Amsterdam  anders  is  dan  voor  een  agglomeratie  als  Eindhoven.  Hij  pleit  dus  voor  differentiatie.    Hoewel  burgemeester  Van  der  Laan  de  Agenda  Stad  niet  expliciet  noemt,  refereert  hij  er  wel  aan  wanneer  hij  spreekt  over  de  verantwoordelijkheid  van  de  (hoofd)stad  andere  gemeenten  te  helpen,  zoals  andere  gemeenten  de  steden  hielpen  in  de  jaren  zeventig  en  tachtig.  Dat  geldt  ook  voor  burgemeester  Van  Gijzel,  die  stelt  dat  centrumgemeenten  oplossingen  voor  het  meer  landelijke  gebied  moeten  vinden.  CdK  Van  de  Donk  spreekt  in  dat  kader  van  de  verbindende  stad,  omdat  de  veerkracht  van  de  Brabantse  steden  nauw  verweven  is  met  de  kwaliteit  van  het  ommeland.    − Economie  (en  de  rol  van  het  openbaar  bestuur)  De  meeste  bestuurders  wijzen  op  uitdagingen  op  economische  terrein.  Zij  zien  allen  –  in  tegenstelling  tot  eerdere  jaren,  toen  er  vrij  veel  pessimisme  was  over  de  staat  van  de  economie  –  een  voorzichtig  herstel  van  de  economie.  In  vrijwel  alle  provincies  wordt  een  vergelijking  van  de  eigen  provincie  in  relatie  tot  het  landelijke  gemiddelde  gemaakt.      CdK  Bovens  refereert  aan  de  transities  in  de  Limburgse  economie  door  terug  te  grijpen  op  de  toespraak  van  Den  Uyl,  dat  de  mijnen  zouden  sluiten  en  DAF  naar  Limburg  zou  komen.  In  zijn  toespraak  vat  hij  tweehonderd  jaar  economische  ontwikkeling  in  Limburg  samen,  die  culmineert  in  de  huidige  betekenis  van  de  Limburgse  kenniseconomie.  Hij  benadrukt  daarbij  de  betekenis  van  grensoverschrijdende  samenwerking.    CdK  Jorritsma  staat  uitgebreid  stil  bij  de  provinciale  (Wurkje  foar  Fryslân)  en  de  interprovinciale  programma’s  (met  Groningen  en  Drenthe)  voor  de  economie.  CdK  Verbeek  benadrukt  de  noodzaak  om  gezamenlijk  te  werken  aan  economische  groei,  ongeacht  de  achtergrond  van  mensen:  “Wij  hebben  elkaar  nodig”.      CdK  Tichelaar  benoemt  de  economisch  weerbarstige  tijden  voor  de  provincie  Drenthe.  Hij  

refereert  daarbij  aan  de  voorgenomen  sluiting  van  Philips  in  Emmen,  die  200  mensen  hun  baan  zal  kosten.  Hij  benadrukt  hoe  moeilijk  deze  mensen  een  nieuwe  baan  zullen  vinden  in  een  “economisch  kwetsbare  regio”.  Er  zijn  echter  ook  lichtpuntjes,  want  de  provincie  Drenthe  krijgt  een  eigen  universiteit  in  Dwingeloo,  volgens  Tichelaar  (het  gaat  om  een  dependance  van  de  Rijksuniversiteit  Groningen  op  het  gebied  van  ruimtevaart).  Tichelaar  grijpt  het  aanbod  aan  uit  de  nieuwjaarstoespraak  van  burgemeester  Bijl,  Emmen,  om  te  komen  tot  een  investeringsagenda  voor  Oost-­‐Drenthe,  maar  het  gaat  vooral  om  aanpakken,  waarbij  het  gaat  om  snelheid:  “Sneller  ondernemen,  sneller  krachten  tussen  overheid  en  bedrijfsleven  bundelen  en  sneller  besluiten”.      Goed  openbaar  bestuur  en  economische  ontwikkeling  Meerdere  bestuurders  refereren  in  hun  nieuwjaarstoespraak  aan  de  mogelijkheden  die  het  openbaar  bestuur  biedt  een  bijdrage  te  leveren  aan  economische  ontwikkeling.    Meerdere  bestuurders  wijzen  op  de  noodaak  als  overheid  aansluiting  te  zoeken  bij  internationale  netwerken.  CdK  Verbeek  wijst  op  rol  van  de  provincie  als  intermediair  te  fungeren  tussen  (nationale)  bedrijven  (die  daar  om  vragen)  en  internationale  netwerken.  Burgemeester  Van  Gijzel  noemt  de  internationale  contacten  van  de  regio/gemeente  met  Zuid-­‐Oost  Azië,  zoals  Taiwan.    CdK  Van  de  Donk  vraagt  zich  impliciet  af  in  zijn  toespraak  of  de  overvloed  van  regels  niet  tot  gevolg  heeft  dat  er  suboptimale  prestaties  in  het  publieke  domein  tot  stand  komen,  zoals  in  de  infrastructuur.    Burgemeester  Van  der  Laan  pleit  voor  een  open  samenleving.  “Verliezen  we  die  openheid,  dan  verliezen  we  ons  karakter.  En  denk  dan  maar  niet  dat  onze  economie  dan  onaangetast  blijft”.  Openheid  is  verbonden  met  koopmanschap.  Mensen  en  bedrijven  in  het  buitenland  zijn  niet  alleen  geïnteresseerd  in  bijvoorbeeld  Schiphol,  de  belastingfaciliteiten  en  de  schoonheid  van  onze  stad,  ze  worden  ook  aangetrokken  door  ons  vrijzinnige  en  open  klimaat.  Vestigingsbeleid  van  bedrijven  wordt  ook  gedreven  door  informatisering.  Een  verbonden  stad  als  Amsterdam  profiteert  dan  des  te  meer  Van  der  Laan  schetst  een  beeld  van  de  stad  als  mozïek,  van  nationaliteiten,  van  culturen,  van  religies.  Kooplieden  zijn  een  belangrijk  deel  van  het  mozaïek,  juist  omdat  ze  -­‐  uit  welbegrepen    eigenbelang  -­‐  oog  hebben  voor  anderen  in  dat  mozaïek  en  achteróm  kijken.  Ondernemers  hebben  zich  door  de  eeuwen  heen  ingezet  voor  gezondheid,  scholen,  huizen,  musea,  schouwburgen  enzovoort.    Van  der  Laan  refereert  aan  een  recent  PWC-­‐rapport,  dat  ingaat  op  de  economische  uitdagingen  voor  Amsterdam.  Het  betreft  hier:  de  bereikbaarheid  die  onder  druk  staat,  de  vele  regels  die  het  lastig  maken  een  onderneming  te  starten  en  het  jonge  talent  in  de  wereld  dat  nog  moeilijk  aan  de  Amsterdamse  universiteiten  te  binden  is.    − Kritiek  op  de  rol  van  het  Rijk  CdK  Van  den  Berg  gaat  in  zijn  toespraak  uiteraard  in  op  de  aardbevingenproblematiek  in  Groningen.  Hij  wijst  daarbij  op  de  noodzaak  tot  het  creëren  van  een  publieke  organisatie,  die  verantwoordelijk  is  voor  bouwnormen,  arbitrage,  dorps-­‐  en  stadsherstel  en  steun  aan  de  bewoners.    CdK  Tichelaar  gaat  in  op  de  noodzaak  tot  het  bouwen  van  windmolens,  waarbij  hij  de  rol  van  het  Rijk  laakt:  “Het  Rijk,  eigenaar  van  de  opdracht,  is  ondertussen  in  geen  velden  of  wegen  te  bekennen  […  ]  Minister  van  Economische  Zaken,  neem  ons  serieus  en  neem  je  verantwoordelijkheid.  Communiceer  en  neem  nog  deze  maand  een  besluit!  Drenthe  wil  niet  langer  aan  het  lijntje  gehouden  worden”    − Bijzonderheden  De  provincie  Flevoland  bestaat  komend  jaar  dertig  jaar    In  de  provincie  Friesland  wordt  dit  jaar  het  250ste  sterfjaar  van  Maria  Louise  van  Hessen  Kassel  herdacht,  de  stammoeder  van  het  Huis  van  Oranje.  

 In  Noord-­‐Brabant  wordt  het  jaar  van  Vincent  van  Gogh  gevierd.    Nijntje  wordt  op  21  juni  60    De  Grand  Départ  vindt  dit  jaar  op  4  juli  plaats  in  Utrecht.  Vanaf  26  maart  zijn  er  activiteiten  in  dat  kader  in  de  stad.  Vanaf  nu  is  het  digitaal  platform  www.team2015Utrecht.nl  bereikbaar,  waarop  diverse  activiteiten  staan  aangekondigd.