ROELANDT SAVERY – LANDSCHAFT MIT VÖGELN: OP ZOEK NAAR DE CORRECTE WEERGAVE VAN DE RAPHUS...

43
1 FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE VAKGROEP KUNSTWETENSCHAPPEN & ARCHEOLOGIE 2012-2013 Prof. Dr. Hans De Wolf WERKCOLLEGE KUNSTWETENSCHAPPEN GLEN VRANKEN 2E BACHELOR KUNSTWETENSCHAPPEN EN ARCHEOLOGIE ROELANDT SAVERY LANDSCHAFT MIT VÖGELN: OP ZOEK NAAR DE CORRECTE WEERGAVE VAN DE RAPHUS CUCULLATUS

Transcript of ROELANDT SAVERY – LANDSCHAFT MIT VÖGELN: OP ZOEK NAAR DE CORRECTE WEERGAVE VAN DE RAPHUS...

1

FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

VAKGROEP KUNSTWETENSCHAPPEN & ARCHEOLOGIE

2012-2013

Prof. Dr. Hans De Wolf

WERKCOLLEGE KUNSTWETENSCHAPPEN

GLEN VRANKEN

2E BACHELOR KUNSTWETENSCHAPPEN EN ARCHEOLOGIE

ROELANDT SAVERY – LANDSCHAFT MIT VÖGELN:

OP ZOEK NAAR DE CORRECTE WEERGAVE VAN DE

RAPHUS CUCULLATUS

2

Inhoudstafel

Inhoudstafel ............................................................................................................................................. 2

Inleiding .................................................................................................................................................. 4

Probleemstelling ...................................................................................................................................... 5

Bijkomende onderzoeksvragen ............................................................................................................ 6

Methodologie........................................................................................................................................... 7

Aangehaalde bronnen en literatuur..................................................................................................... 8

1. Het bewogen leven van Roelandt Savery ............................................................................................ 9

1.1 De jeugd en vroege periode van Roelandt Savery (1576 – 1602) ................................................. 9

1.2 Artistieke vorming in Praag (1603 – 1613) ................................................................................. 10

1.3 Utrechtse periode (1613 – 1639) ................................................................................................. 11

1.4 Roelandt, Roeland of Roelant Savery? ........................................................................................ 12

2. Roelandt Savery - Landschaft mit Vögeln ........................................................................................ 13

2.1 Bewaarplaats en afmetingen ....................................................................................................... 13

2.2 Datum en plaats vervaardiging ................................................................................................... 13

2.3 Opdrachtgever ............................................................................................................................. 13

3. Iconografische analyse ...................................................................................................................... 14

3.1 Pre-iconografische analyse ......................................................................................................... 14

3.2 Iconografische analyse ................................................................................................................ 14

3.3 Iconografische interpretatie ........................................................................................................ 17

4. Materie en Vormelijke aspecten ........................................................................................................ 18

4.1 Afmetingen ................................................................................................................................... 18

4.2 Drager en gebruikte materialen .................................................................................................. 18

4.3 Bewaringstoestand ...................................................................................................................... 18

4.4 Kopieën of varianten ................................................................................................................... 18

4.5 Formele analyse .......................................................................................................................... 19

5. Raphus cucullatus, as dead as a dodo ................................................................................................ 21

5.1 Historische bronnen .................................................................................................................... 22

5.2 Geïllustreerde bronnen: tekeningen en schilderijen ................................................................... 22

5.3 Fysiek bewijs van de Raphus cucullatus ..................................................................................... 23

5.3.A De dikke dodo, een vertekend beeld? .................................................................................. 24

5.3.B De houding van de dodo ..................................................................................................... 25

5.4 Vergelijkend onderzoek – Roelandt Savery’s dodo-voorstellingen ............................................. 25

Onderzoeksresultaten ............................................................................................................................ 28

3

Besluit .................................................................................................................................................... 31

Bibliografie ............................................................................................................................................ 32

Bijlagen ................................................................................................................................................. 35

4

Inleiding

In deze verhandeling wordt een merkwaardig onderwerp aan de tand gevoeld,

namelijk dodo-voorstellingen geschilderd door de 17e-eeuwse Kortrijkse

kunstenaar Roelandt Savery. De Raphus cucullatus, wat de wetenschappelijke

benaming van de dodo is, is een vogelsoort die ondertussen meer dan 300 jaar

uitgestorven is. Veel botmateriaal is er helaas niet bewaard gebleven van dit

buitengewoon wezen, dat enkel voorkwam op het eiland Mauritius.1 Hierdoor zijn

de weergaves van Roelandt Savery, en andere kunstenaars uit die tijd, het enige

complete bewijs dat van dit dier gekend is en dat bovendien uit de tijd stamt dat

het dier nog geen uitgestorven soort was.

Net omdat de Raphus cucullatus een uitgestorven diersoort is, zijn de schilderijen

met afbeeldingen van dodo’s van onschatbare waarde. Dit omdat deze

schilderijen een van de schaarse primaire bronnen zijn die over dit dier

voorhanden zijn. Vooral de werken van Roelandt Savery dragen enorm toe aan

onze kennis over deze vogelsoort. Vandaag de dag weet praktisch iedereen hoe

een dodo eruit ziet en dat is in feite te danken aan niemand minder dan Roelandt

Savery. Neem de proef maar op de som; vraag iemand om een dodo te tekenen

of te beschrijven en bij zo goed als iedereen zal ongeveer hetzelfde resultaat uit

de bus komen, namelijk een vette gedrongen soort gans met kleine vleugels

waarmee het niet vliegen kon, hoewel iedereen weet dat het een vogel was. Dit

is ook exact wat we terugzien op de schilderijen van Roelandt Savery, de Raphus

cucullatus als een soort vetgemeste gedrongen vogel.

In de 19e eeuw liet het Natural History Museum te Londen een levensechte

reconstructie van de dodo maken door de Britse paleontoloog Richard Owen, die

de dodo-voorstellingen van Roelandt Savery als basis nam.2 Deze reconstructie

kreeg daarna navolging in andere musea. Hierdoor kent iedereen vandaag de

dag de dodo als plomp en oversized, terwijl 90 procent van de mensen nog nooit

van Roelandt Savery gehoord heeft (hoewel hij verantwoordelijk is voor het

beeld dat we van de dodo hebben). Deze weergaven van de dodo door Roelandt

Savery vormen daarmee dan ook een perfecte basis voor een uitvoerig

onderzoek, die interessante resultaten kan opleveren voor zowel de

kunsthistoricus als de natuurwetenschapper.

1 A. S. CHECKE, J. P. HUME, Lost land of the Dodo, Londen, 2008.

2 B. VAN WISSEN, 1995. Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), -

Universiteit van Amsterdam, 1995, p. 71.

5

Probleemstelling

De Raphus cucullatus spreekt al eeuwenlang tot onze verbeelding, toch kan het

zijn dat we al die tijd al een foutief beeld hebben over dit exceptionele dier. Al

meer dan 300 jaar wordt de dodo namelijk afgebeeld als een log, zwaarlijvig en

weerloos wezen.3 Deze representatie heeft het vooral te danken aan de 17e-

eeuwse landschapsschilders (met op kop Roelandt Savery) die de uitgestorven

vogelsoort destijds steeds zo hebben weergegeven, alsook door de

beschrijvingen van personen die het dier ooit in levende lijve hebben mogen

aanschouwen. Als we deze historische bronnen blindelings geloven lijkt de

weergave van de dodo als een plomp en oversized dier zeker niet

ongeloofwaardig. Het is echter de vraag of al deze “ooggetuigen” ooit

daadwerkelijk een dodo hebben waargenomen en/of deze informatie niet

overdreven werd, aangezien er in de 17e eeuw volop geplagieerd werd zonder

controle en er bovendien allerlei dubieuze gegevens aan werden toegevoegd.4

Met dit onderzoek probeer ik tegen deze gangbare traditie in te gaan in plaats

van ze blindelings te volgen, een sterke kritische houding is hierbij dan ook

noodzakelijk. O.a. aan de hand van recentelijk natuurwetenschappelijk

onderzoek tracht ik hierbij te toetsen of dit plompe beeld dat we allen van de

dodo hebben nog steeds klopt of toch aangepast dient te worden. Indien de 17e-

eeuwse weergave nog steeds blijkt te kloppen, wordt achterhaalt waarom het

dier zo log en zwaarlijvig was. In het andere geval wordt nagegaan hoe het dier

er dan wel uitgezien zou hebben en waarom kunstenaars destijds de dodo een

aangepast uiterlijk hebben gegeven.

Dit wordt onderzocht door gebruik te maken van schilderijen van Roelandt

Savery waarop dodo’s staan afgebeeld, en in het bijzonder via zijn schilderij

‘Landschaft mit Vögeln’ uit 1628 (zie afbeelding 1). Roelandt Savery wordt

vandaag de dag aanzien als dé kunstenaar van de dodo’s, aangezien hij een

tiental werken gemaakt heeft waarop één of meerdere dodo’s te zien zijn. Geen

enkele kunstenaar schilderde meer afbeeldingen van deze mysterieuze

uitgestorven vogel, waardoor Savery het perfecte uitgangspunt vormt voor een

studie omtrent de weergave van deze vogel.

De fundamentele vraag waar ik mij in dit onderzoek diepgaand in heb verdiept,

luidt als volgt: ‘Schilderde Roelandt Savery waarheidsgetrouwe weergaves van

de Raphus cucullatus of hebben we hierdoor al eeuwenlang een foutief beeld

voor ogen?’ Zijn representaties hebben namelijk het beeld van dit dier geschetst

die we tot op vandaag de dag gebruiken. Om dit te achterhalen dient er

overigens een belangrijke vraag beantwoordt te worden: ‘Heeft Roelandt Savery

een dodo in levende lijve gezien, een opgezet exemplaar of zelfs slechts enkel

beschrijvingen en tekeningen van ooggetuigen?’.

3 J. DEN HENGST, 2003. De dodo, portret van een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 8.

4 B. VAN WISSEN, 1995. Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), -

Universiteit van Amsterdam, 1995, p. 61.

6

Bijkomende onderzoeksvragen

Naast de probleemstelling zijn er ook nog tal van bijkomende onderzoeksvragen

die aan de tand worden gevoeld, dewelke vooral betrekking hebben op Roelandt

Savery. Één van de meest voor de hand liggende onderzoeksvragen is waarom

Roelandt Savery exotische dieren steeds schilderde in een West-Europees

boslandschap en nooit in hun eigen habitat. Dit brengt eigenaardige taferelen

voort omdat de toeschouwer aanvoelt dat deze dieren niet thuishoren in deze

omgeving.

De iconografische analyse gaat specifiek over het schilderij ‘Landschaft mit

Vögeln’ uit 1628. Hierbij wordt nagegaan welke vogelsoorten allemaal op dit

schilderij prijken en hoe Roelandt Savery aan de inspiratie kwam om al deze

soorten af te beelden. Tevens wordt opgespoord welke locatie diende voor het

landschap van dit vogeltafereel.

Bovendien zal er meermaals gebruik worden gemaakt van vergelijkende

onderzoeken. Niet enkel schilderijen van Roelandt Savery en andere kunstenaars

worden tegenover elkaar gezet, maar ook historische bronnen en

natuurwetenschappelijke reconstructies van de dodo. Een opvallende kwestie is

bv. het steeds terugkomen van dezelfde soort ruïnes op de schilderijen van

Roelandt Savery of het feit dat Roelandt Savery de dodo steeds moddervet

afbeeldde terwijl andere kunstenaars er soms een sierlijker beeld van de dodo op

nahielden.5 Hierbij aansluitend dienen ook de levensechte reconstructies (van de

dodo) van verschillende natuurwetenschappelijke musea met elkaar vergeleken

te worden. Een andere onderzoeksvraag is waarom Roelandt Savery de dodo’s

bijna uitsluitend in de linker- of rechterbenedenhoek plaatste.

Een grondige uitweiding over de dodo zelf met al zijn karakteristieken is

eveneens een belangrijke piste die bewandeld diende te worden. Hierbij werd

ook nagegaan wanneer de Raphus cucullatus nu exact is uitgestorven en of

Roelandt Savery de mogelijkheid heeft gehad om een levend exemplaar te

bezichtigen.

5 J.P. HUME, 2006. “T y f D R p n p n n f ” n: Historical

Biology (2006), 18, p. 72-76.

7

Methodologie

Voor dit onderzoek naar de dodo-voorstellingen van Roelandt Savery heb ik

verscheidene methodes aangewend om aan te tonen of deze representatie die

we allen door Savery van de dodo hebben, nu eigenlijk wel een correcte

weergave is of niet.

Om dit aan te tonen heb ik getracht om mij niet enkel toe te spitsen op slechts

één onderzoeksresultaat, maar net op met meerdere onderzoeksdata die elkaar

versterken of tegenspreken. Hierdoor zal normaliter de eindconclusie een pak

concreter en betrouwbaarder zijn. De onderzoeksstrategie bestaat zodoende uit

een aantal afzonderlijke invalshoeken die eerst apart worden behandelt en later

bijeengevoegd worden tot een coherent geheel met een algemeen besluit.

De primaire aanpak richt zich op het schilderij ‘Landschaft mit Vögeln’ uit 1628

van Roelandt Savery. Hierbij hoort een uitgebreide iconografische analyse van

het geschilderde doek, waarbij alle belangrijke en merkwaardige elementen één

voor één worden behandelt. De dodo die op dit schilderij prijkt, wordt overigens

als basis genomen voor het vergelijkende onderzoek dat daarop volgt. Hierbij

worden niet enkel een aantal typische dodo-voorstellingen van Roelandt Savery

met elkaar vergelijken, maar ook van andere 17e-eeuwse kunstenaars die het

dier geschilderd of getekend hebben. De resultaten hiervan vormen de basis van

het onderzoek, die ruggensteun krijgen door de andere aanvullende

onderzoekspistes.

De bijbehorende onderzoekspistes zijn daarom van enorm belang. Recente

natuurwetenschappelijke artikels en levensechte reconstructies van de dodo zijn

hierbij een grote hulp, aangezien zij het uitgestorven dier vanuit een geheel

ander standpunt bekijken. Ook de historische bronnen dienen niet over het hoofd

gezien te worden. Zijn deze historische gegevens te koppelen aan de dodo-

voorstellingen van Roelandt Savery of is dit helemaal niet het geval? Al deze

gegevens kunnen ofwel de voorgaande resultaten tegenspreken of ze juist

versterken. Hieruit kan vervolgens een duidelijke en betrouwbare conclusie

getrokken worden.

8

Aangehaalde bronnen en literatuur

Bij dit onderzoek komen heel wat uiteenlopende zaken aan bod. Zo wordt er niet

enkel gekeken naar de kunsthistorische context van het desbetreffende schilderij

‘Landschaft mit Vögeln’ en de kunstenaar Roelandt Savery, maar is er ook voor

het natuurwetenschappelijke aspect een belangrijk aandeel weggelegd. Roelandt

Savery is vandaag de dag vooral bekend van zijn dierenvoorstellingen en met

name van de dodo. Bronnen i.v.m. dierenvoorstellingen mogen daarom niet

ontbreken. Tevens worden er ook bronnen geraadpleegd i.v.m. het kunstleven in

Praag onder Rudolf II. De tienjarige periode dat Roelandt Savery aan het hof van

Praag werkte, was immers artistiek enorm belangrijk voor de ontplooiing van zijn

verdere kunstenaarsbestaan. Hoewel het merendeel van de onderzochte bronnen

handelen over Roelandt Savery en de Raphus cucullatus, komen dus ook

bijhorende elementen zoals het kunstleven in Praag in de bronnen aan bod.

Bronnen over Roelandt Savery zelf zijn niet schaars, maar ook zeker niet

overvloedig in de literatuur aanwezig. Het is een kunstenaar die, hoewel hij toch

een memorabel oeuvre heeft nagelaten, het niet wist te schoppen tot de absolute

top. De meeste volwaardige bronnen i.v.m. het leven en werk van Roelandt

Savery zijn terug te vinden in tentoonstellingscatalogi en enkele algemene

werken zoals die van Müllenmeister (1988) en Erasmus (1908). Hiernaast zijn er

echter wel een heleboel artikelen i.v.m. Roelandt Savery voorhanden. Om in dit

onderzoek tot een betrouwbare conclusie te komen, dient er echter ook andere

literatuur geraadpleegd te worden.

De wetenschappelijke artikelen- en boekenlijst omtrent de uitgestorven diersoort

Raphus cucullatus lijkt eindeloos te zijn. Daarom heb ik mij voor dit onderzoek

toegespitst op enkele gerenommeerde dodo-kenners. Namen zoals J.P. Hume

(2006), Van Wissen (1995), Den Hengst (2003), Strickland (1848) en Checke

(2004) zullen dan ook meermaals aangehaald worden.

Voor het onderzoek naar het kunstleven in Praag ten tijde van Rudolf II, is vooral

gewerkt met vakliteratuur van Kaufmann (1988).

Zodoende heb ik getracht om al deze informatie uit de literatuur op een

compacte maar steeds duidelijke en overzichtelijke manier over te brengen,

waarbij de aangehaalde feiten ten volle het onderzoek naar Roelandt Savery’s

weergaven van de dodo naar de voorgrond kunnen brengen.

9

1. Het bewogen leven van Roelandt Savery

Roelandt Savery (zie afbeelding 3) werd geboren te Kortrijk als vijfde en tevens

laatste kind van het echtpaar Maarten Savery (°onbekend - †1602) en Cathelijne

van der Beke (°onbekend – †1586). Roelandt had twee oudere broers, Hans I

Savery (°1564 – †1613) en Jacob I Savery (°1566 – †1603). Daarnaast had hij

ook twee oudere zussen, genaamd Cathelijne Savery (°onbekend - †1637) en

Maria Savery (°1574 – †1638).6 Roelandt volgde in 1576 of 1578, daar waar er

twijfel bestaat over zijn exact geboortejaar. Traditioneel wordt aangenomen dat

Roelandt Savery in 1576 geboren werd, maar er zijn ook enkele historische

bronnen die wijzen op het jaar 1578.7 Aangezien de meest betrouwbare bronnen

echter in de richting van 1576 wijzen, wordt in dit onderzoek 1576 gebruikt als

zijn geboortejaar. Zowel de ouders als de vijf kinderen van het echtpaar waren

allen in Kortrijk geboren.

1.1 De jeugd en vroege periode van Roelandt Savery (1576 – 1602)

De jaren rond de geboorte van Roelandt kende Kortrijk echter een heel onrustige

periode, waarin vele gezinnen leefden in onzekerheid. De economie kreeg rake

klappen te verduren, met op kop de textielnijverheid dat de belangrijkste

industrie in Kortrijk was. De graanprijs steeg spectaculair en als dat nog niet

genoeg was viel de bevolking vanaf 1570 ten prooi van de niets ontziende

pestepidemie.8 Door al deze perikelen op korte tijd, werd de stad een perfecte

voedingsbodem voor de reformatie. Een groot probleem hierbij was dat Kortrijk,

als de gehele Zuidelijke Nederlanden, overheerst werden door de Spanjaarden.

Deze waren streng katholiek en hadden een nultolerantie tegenover het

protestantisme. In 1578 woedde er een heuse Beeldenstorm doorheen de stad,

waarbij talrijke (katholieke) kerken werden geplunderd. De Spanjaarden wisten

op 27 februari 1580 Kortrijk terug in te nemen, waarbij talrijke huizen vernietigd

werden en een deel van de bevolking hardhandig werd aangepakt.9 Het dient dus

gezegd te worden dat de eerste levensjaren van Roelandt geen al te prettige

jaren moeten geweest zijn. Veel families die invloedrijke protestanten waren

werden verbannen, andere families (waaronder de familie Savery) zochten door

al dit geweld en onzekerheden veiligere oorden op. Vier jaar lang zullen ze hun

toevluchtsoord vinden in Brugge, wanneer ook deze stad ingenomen werd door

de Spanjaarden. Rond deze periode vond er zich een echte volksverhuizing

plaats van de Zuidelijke Nederlanden naar de Noordelijke Nederlanden. 10 De

familie Savery koos ervoor om een nieuw leven te beginnen in Haarlem, een stad

6 F. DE POTTER, I. DE JAEGERE, “H v n v n n k n n ” n: Roelandt Savery 1576|1639 (2010),

Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeckx, 2010, p. 30. 7 Idem, p. 13.

8 K.J. MÜLLENMEISTER, Roelant Savery. Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, Freren, Luca Verlag,

1988, p. 9. 9 Idem, p. 9.

10 F. DE POTTER, I. DE JAEGERE, “H v n v n n k n n ” n: Roelandt Savery 1576|1639 (2010),

Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeckx, 2010, p. 16.

10

waar maar liefst 20.000 Vlaamse migranten zich vestigden.11 Roelandt Savery

bracht zo goed als zijn volledige jeugd dus eigenlijk door in de Noordelijke

Nederlanden, waardoor hij regelmatig ook aanzien wordt als een Nederlandse

i.p.v. een Vlaamse schilder.

De Savery’s kunnen bovendien gezien worden als een echte kunstenaarsfamilie.

Meerdere generaties waren artistiek enorm begeesterd. Roelandts vader was zelf

geen schilder, maar verhandelde mogelijk allerlei schildersbenodigdheden zoals

oliën en pigmenten.12 Jacob Savery ging in de leer bij Hans Bol. Jacob Savery

werd in 1587 zelf de leermeester van zijn broer en leerde Roelandt over de

landschap- en dierenschilderkunst. Vooral in de beginwerken van Roelandt

Savery zie je de grote invloed van Jacob I Savery terug. De eerste werken van

Roelandt dateren van 1600.13

1.2 Artistieke vorming in Praag (1603 – 1613)

Eind 1603 begon voor Roelandt Savery de avontuurlijkste en creatiefste periode

uit gans zijn leven. Vanaf toen werkte hij immers in Praag aan het hof van de

Habsburgse keizer Rudolf II (zie afbeelding 2). Het is wellicht Bartholomeus

Spranger die de talenten van Roelandt opmerkte en hem aanbeval bij Rudolf II.14

Rudolf II wou immers een kunstenaar in dienst hebben die schilderde in de

traditie van Pieter Bruegel de Oude en Roelandt Savery leek aan deze eis te

voldoen. Dit was echter niet de enige reden waarom Rudolf II voor Roelandt

Savery koos, ook zijn dierenvoorstellingen vielen enorm in de smaak.15 Keizer

Rudolf II was immers een groot liefhebber van kunst, (natuur)wetenschap en

allerlei naturalia zoals fossielen en mineralen. Kunstenaars uit de gehele

Westerse wereld trokken naar Praag, net als wetenschappers zoals astronomen,

geografen en zoölogen. Deze stad werd onder het bewind van Rudolf II immers

aanzien als één van de belangrijkste centra van die tijd voor zowel wetenschap

als cultuur. Keizer Rudolf II bouwde een gigantische collectie kunstschatten en

curiosa bijeen met naar schatting maar liefst 3000 schilderijen. 16 Als een

verwoed verzamelaar liet de keizer eveneens exotische dieren en planten van

over heel de toen gekende wereld overvaren om aan zijn collecties toe te

voegen. Zijn verzamelwoede leek onverzadigbaar. In zijn Kunstkammer, dat

gezien kan worden als een rariteitenkabinet, bracht hij zowel kunstwerken als

rariteiten zelf bijeen.17 Deze rariteiten bestonden uit opgezette dieren, gedroogde

planten, mineralen, fossielen, archeologische vondsten, embryo’s op sterk water

11

J. BRIELS, De Zuidnederlandse immigratie 1572-1630, Haarlem, 1978, p. 21. 12

F. DE POTTER, I. DE JAEGERE, “H v n v n n k n n ” n: Roelandt Savery 1576|1639 (2010),

Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeckx, 2010, p. 13. 13

Idem, p. 20-21. 14

H. VANAGT, Roelandt Savery (1576-1639), een uitgeweken Vlaming die de natuur hoorde fluisteren: sola

magistra natura, dissertatie Leuven, 1967, p. 128. 15

F. DE POTTER, I. DE JAEGERE, “H v n v n n k n n ” n: Roelandt Savery 1576|1639 (2010),

Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeckx, 2010, p. 22 16

T. D. KAUFMANN, The School of Prague: painting at the court of Rudolf II, Chicago, The University of

Chicago Press Chicago and London, 1988, p. 4-7. 17

Idem, p. 6.

11

enzovoort. Een exemplaar van een opgezette dodo zou in de Kunstkammer van

Rudolf II gestaan hebben. Levende exotische dieren waren in Praag te

bezichtigen in verschillende menagerieën en volières die het bezit waren van

Rudolf II.18

Aan het hof van Rudolf II kon Roelandt Savery gezien worden als een van de

opvolgers van Joris (Georg) Hoefnagel, die heel wat dieren en planten uit de

collecties van Rudolf II heeft getekend en samengebundeld werden in een waar

bestiarium. Roelandt Savery gebruikte verschillende miniaturen en tekeningen

van Joris Hoefnagel en diens zoon Jacob Hoefnagel om in zijn schilderijen te

verwerken. Het werk van o.a. vader en zoon Hoefnagel is nu te bewonderen in

het werk ‘Le Bestiaire de Rodolphe II, Cod. min. 129 et 130 de la Bibliothèque

nationale d’Autriche’. 19 In opdracht van Rudolf II reisde Roelandt tussen 1606 en

1607 naar de Tiroolse Alpen om er de landschappen, waterstromen en

natuurpracht op te tekenen die hij bij zijn terugkeer te Praag in zijn schilderijen

moest verwerken. 20

1.3 Utrechtse periode (1613 – 1639)

Vijf jaar na Roelandt Savery’s reis naar de Tiroolse Alpen, in 1612, stierf Rudolf

II en werd opgevolgd door zijn broer Matthias II. Voor Roelandt Savery

betekende de dood van Rudolf II het einde van zijn Praagse periode, hoewel hij

nog gedurende korte tijd in dienst stond van Matthias II.21 Roelandt trok terug

naar de Noordelijke Nederlanden en vanaf 1618 werd Utrecht zijn nieuwe

woonplaats. Opmerkelijk is dat Roelandt Savery nooit getrouwd is geweest,

waarom is niet met zekerheid geweten. In Utrecht liepen heel wat bestellingen

binnen voor zijn schilderijen en verkocht hij zowel op lokaal als regionaal

niveau.22 Verder kreeg hij ook nog enkele opdrachten voor enkele vorstelijke

families. De gemiddelde prijs voor een werk van Roelandt Savery wordt volgens

berekeningen van J.M. Montias geschat op 55 gulden. Hiermee behoorden zijn

werken tot de gemiddelde prijsklasse.23 Hoewel zijn schilderijen goed verkochten

en hij niet slecht verdiende, kwam hij toch in financiële problemen te zitten. In

1538 dienden hij om deze reden zijn woonst te verkopen. Enkele maanden later

stierf hij en werd op 25 februari 1639 begraven te Utrecht.24

18

O. KOTKOV “R n v y n k z jk f n ” n: Roelandt Savery 1576|1639 (2010),

Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeck, 2010, p. 39-40. 19

H. HAUPT, E. IRBLICH, T. VIGNAU-WILBERG, M. STAUDINGER, Le Bestiaire de Rodolphe II, Cod.

min. 129 et 130 de la Bibliothèque nationale d’Autriche, Parijs, Citadelles, 1990. 20

T. D. KAUFMANN, The School of Prague: painting at the court of Rudolf II, Chicago, The University of

Chicago Press Chicago and London, 1988, p. 39. 21

O. KOTKOV “R n v y n k z jk f n ” n: Roelandt Savery 1576|1639 (2010),

Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeck, 2010, p. 47-48. 22

F. DE POTTER, I. DE JAEGERE, “H v n v n n k n n ” n: Roelandt Savery 1576|1639 (2010),

Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeckx, 2010, p. 25. 23

Idem, p. 27. 24

Idem, p. 28.

12

1.4 Roelandt, Roeland of Roelant Savery?

Roelandt Savery signeerde zijn werken vrijwel altijd, toch komt zijn naam op

veel verschillende wijzen op zijn schilderijen terecht. Het vaakst signeerde

Roelandt Savery zijn werken als Roelandt Savery, vanwaar ik voor dit onderzoek

dus ook steeds zijn voornaam als Roelandt vernoem. Toch schreef hij zijn

voornaam niet altijd op deze manier, wat te zien is op een aantal andere werken

van hem. Regelmatig schreef hij zijn eigen voornaam als Roelant of Roeland,

soms zelfs als Roelaent of Roelaendt. Ook zijn familienaam ontsnapt hier niet

aan, deze schrijft hij doorgaans als Savery maar ook hier bestaan varianten op

zoals Sauery, Saverie of Saverÿ.25 Het lijkt soms wel alsof hij speelde met dit

gegeven.

25

K.J. MÜLLENMEISTER, Roelant Savery. Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, Freren, Luca Verlag,

1988, p. 27-29.

13

2. Roelandt Savery - Landschaft mit Vögeln

Dit onderzoek gaat in op de manier waarop Roelandt Savery dodo’s weergaf. De

representatie die hij de Raphus cucullatus gaf is immers tot op vandaag de dag

het gangbare beeld. Om dit aan te tonen wordt Roelandts werk ‘Landschaft mit

Vögeln’ uit 1628 als voorbeeld genomen, hoewel dit werk in dit onderzoek ook

vergeleken zal worden met andere dodo-schilderijen van hem.

Het doek toont een bergachtig landschap waartussen een kabbelend beekje

stroomt en bevolkt wordt door ontzettend veel inheemse en exotische

vogelsoorten (zie afbeelding 1). Op het schilderij prijkt ook een typische ruïne die

in veel landschapsschilderijen van Roelandt Savery terug te zien is.

2.1 Bewaarplaats en afmetingen

Het schilderij Landschaft mit Vögeln (inventarisnummer GG_1082) is te

bezichtigen op de afdeling Gemäldegalerie van het Kunsthistorisches Museum te

Wenen. Het doek kent volgende afmetingen; 42 cm hoogte x 58,5 cm breedte.

Met de lijst rondom het schilderij erbij komt dit neer op volgende omvang; 57cm

hoogte x 73 cm breedte x 5,5 cm dikte.26

2.2 Datum en plaats vervaardiging

Het schilderij dateert uit 1628, wat wilt zeggen dat het doek gemaakt werd in de

periode dat Roelandt Savery in Utrecht woonde (zie supra). Omdat er geen

meldingen van een reis of dergelijke in bronnenmateriaal te vinden is, kan

aangenomen worden dat het schilderij gemaakt werd in zijn atelier in Utrecht.27

De exotische dieren, waaronder de dodo, en het bergachtige landschap moeten

dus voortkomen uit zijn geheugen, voorbeelden gehaald uit andere werken (van

hem) of schets- en prentboeken waarover hij beschikte. Op het schilderij is

onderaan in het midden zijn signatuur te zien ‘ROELANDT.SAVERY.FE.1628’.28

2.3 Opdrachtgever

Eerder werd al aangehaald dat Roelandt Savery tijdens zijn periode in Utrecht

veel opdrachten kreeg. Deze kwamen zowel van lokale als regionale individuen,

maar ook buitenlandse opdrachtgevers hoorden tot zijn cliënteel (zie supra).

Waarschijnlijk was Gundaker, de prins van Liechtenstein, de opdrachtgever voor

‘Landschaft mit Vögeln’. 29 Helaas kan dit niet met volle zekerheid gezegd

worden.

26

K.J. MÜLLENMEISTER, Roelant Savery. Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, Freren, Luca Verlag,

1988, p. 268. 27

F. DE POTTER, I. DE JAEGERE, “H v n v n n k n n ” n: Roelandt Savery 1576|1639 (2010),

Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeckx, 2010, p. 27. 28

O. KOTKOVA, I. DE JEAGERE (eds.), 2010. Roelandt Savery 1576|1639, Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeck,

2010, p. 38. 29

K.J. MÜLLENMEISTER, Roelant Savery. Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, Freren, Luca Verlag,

1988, p. 268.

14

3. Iconografische analyse

In de volgende bladzijden zal worden ingegaan op de iconografie van ‘Landschaft

mit Vögeln’ van Roelandt Savery (zie afbeelding 1). Doordat ik mij in dit

onderzoek vooral richt op de dodo-voorstellingen van Roelandt Savery, worden

de andere diersoorten slechts beknopt toegelicht.

3.1 Pre-iconografische analyse

Als ‘Landschaft mit Vögeln’ van Roelandt Savery door een kinderbril bekeken

wordt, is de veelvuldige aanwezigheid van velerlei vogelsoorten het eerste wat

opvalt. Al deze dieren lijken te genieten van de omringende natuur waarin ze

zich begeven. Dit rotsachtige natuurlandschap kent een weelderige begroeiing

van diverse planten en bomen. Tussen de twee voorste bomen is onder het felle

zonlicht ook nog een ruïne terug te zien, die sterk met plantengroei bedekt is.

Middenin het rotsachtige boslandschap, in een soort van dal, stroomt nog een

beek waarin watervogels zitten rond te dobberen, alsook enige vissen en kikkers

die zich in het water begeven. Het beekje zou zich logischerwijs stroomafwaarts

moeten begeven omdat het landschap in de achtergrond lager ligt. Ver op de

achtergrond staat een gebouwencomplex dat misschien gezien kan worden als

een kasteel of burcht met daarnaast nog enkele kleinere gebouwen (een

dorpje?). Achter dit monumentaal bouwwerk zien we een gigantische heuvel en

ervoor is er nog meer natuur te zien met bomen en een weidelandschap.

Opvallend is dat het hier om een boslandschap gaat met West-Europese boom-

en plantensoorten, terwijl er op het schilderij toch ook veel exotische vogels

vertegenwoordigd zijn. Dit is op het eerste zicht vreemd, waarom zou iemand

inheemse en exotische vogels tezamen afbeelden in een West-Europees

boslandschap?

Ook merkwaardig is dat er geen enkele mens op het tafereel afgebeeld staat, het

is al de natuur wat de klok slaat. Het schilderij draait dus volledig rondom fauna

en flora. In totaal staan er meer dan 30 verschillende diersoorten op het

schilderij afgebeeld.

3.2 Iconografische analyse

Een iconografische analyse maken van een landschapschilderij geheel opgevuld

met talloze inheemse en uitheemse vogelsoorten is zeker geen makkelijke

opdracht, tenzij je een volwaardig ornitholoog of fanatiek vogelspotter bent.

Hoewel fauna en flora mij altijd sterk begeesterd hebben, ben ik jammer genoeg

geen van beide. Aangezien dit onderzoek zich voornamelijk richt op de dodo-

voorstelling, is het buiten een korte beschrijving niet nodig om dieper in te gaan

op de andere vogelsoorten die prijken op ‘Landschaft mit Vögeln’. Ook wordt er

niet gezocht naar een exacte benaming van de ondersoorten. Aangezien er bv.

15

tientallen soorten kalkoenen bestaan, volstaat voor dit onderzoek de

familiebenaming kalkoen. Aan de hand van de literatuur i.v.m. het schilderij valt

op te merken dat niemand al ooit geprobeerd heeft om de afgebeelde dieren

nauwkeurig als exacte ondersoort te benoemen. Hierin ligt dus nog zeker ruimte

voor toekomstige onderzoeken naar de dierenvoorstellingen van Roelandt

Savery.

De diersoorten op het doek kunnen makkelijk opgedeeld worden in drie zones;

1) de vogelsoorten in het schaduwgedeelte (zie afbeelding 4).

2) de diersoorten die voorkomen in de beek (zie afbeelding 4).

3) de vogelsoorten in de rechterhoek en lucht erboven (zie afbeelding 4).

1) In dit gedeelte zijn 10 identificeerbare vogelsoorten op te merken.30 Deze zijn

van boven naar onder; 3 vinken, 2 eenden, 1 kalkoen, 1 hoenderkoet, 1 pauw, 1

ara ararauna, 1 ara macao, 2 reigers, 2 ganzen en 2 kraanvogels.

2) In het beekje zijn slechts 5 vogelsoorten te herkennen, maar hier zijn ook

enkele vissen, insecten en amfibieën op te merken; 5 eenden, 3 reigers, 2

pelikanen, 3 zwanen, 1 kievit, 1 sprinkhaan, 1 libel, 1 salamander, 2 kikkers en

vervolgens 1 snoek, 1 brasem en 1 paling.

3) In het rechtergedeelte van het schilderij zijn 10 verschillende identificeerbare

vogelsoorten te herkennen. 31 Deze zijn van boven naar onderen; 2

paradijsvogels, 1 arend, 1 lepelaar, 2 struisvogels, 1 haan, 1 ara ararauna, 1 ara

macao, 1 helmkasuaris, 1 reiger en ten slotte 1 dodo.

Uit deze analyse valt op te merken dat negen van deze vogels exotische

diersoorten zijn die niet in West-Europa voorkomen. De opvallendste onder hen

is de uitgestorven Raphus cucullatus (zie afbeelding 5). Roelandt Savery brengt

deze exotische soorten samen met West-Europese vogelsoorten en plaatst hen

willekeurig in een West-Europees boslandschap. Dit is een fenomeen die we op

veel van Roelandt Savery zijn dierenvoorstellingen terugzien, inheemse en

uitheemse diersoorten, die vaak geen enkele link met elkaar hebben, geplaatst in

een West-Europees landschap. Roelandt Savery heeft nooit een poging

ondernomen om andersom te werken, namelijk om deze dieren af te beelden in

een exotisch landschap. Deze uitheemse dieren zien in een West-Europees

boslandschap doet heel vreemd aan, aangezien je aanvoelt dat deze diersoorten

hier niet thuishoren. Voor de 17e-eeuwse bevolking moet dit echter nog curieuzer

geweest zijn, aangezien zij van de helft van deze dieren nog nooit gehoord

hadden, laat staan ze gezien hadden. Al deze dieren samengebracht

aanschouwen op één werk moet enorm tot de verbeelding gesproken hebben en

moet heel wat fascinatie opgewekt hebben. Een dierenvoorstelling van Roelandt

Savery was volgens mij in die tijd dan ook een medium om alle rariteiten van de

30

HERBERT HAUPT, EVA IRBLICH, THEA VIGNAU-WILBERG, MANFRED STAUDINGER, Le

B R p C . n. 129 130 B b èq n n ’ che, Parijs, Citadelles, 1990,

p. 278-356. 31

Idem

16

exotische dierenwereld aan een verwonderd publiek te tonen. Dit is iets dat hij

ongetwijfeld heeft opgedaan tijdens zijn tienjarige periode in Praag onder keizer

Rudolf II. Deze keizer plaatste immers zowel naturalia als artificialia in zijn

Kunstkammer en plaatste in feite een macrokosmos (bv. dieren over heel de

wereld) in een microkosmos (de Kunstkammer). 32 Vermoedelijk streefde

Roelandt Savery met zijn schilderijen hetzelfde na, zo kan ‘Landschaft mit

Vögeln’ gezien worden als een smeltkroes van vogels over heel de wereld

samengebracht op één werk.

Één van de negen exotische vogelsoorten op ‘Landschaft mit Vögeln’ is de

Raphus cucullatus, beter gekend als de dodo. Dat dit dier op dit schilderij prijkt,

maakt het werk bijzonder waardevol. De dodo is immers al meer dan 300 jaar

uitgestorven en zoveel 17e-eeuwse afbeeldingen van de dodo bestaan er nu ook

weer niet.33 De dodo is enorm zwaarlijvig afgebeeld met een eivormig lichaam en

beschikt over een grauwachtige donzige vacht. De poten zijn geschubt en van

kleur gelig met zwarte nagels. De dodo is in profiel afgebeeld, waardoor slechts

één vleugel van het dier te zien is, dewelke vrij groot is met een vijftal gelige

pennen. De dodo lijkt zichzelf in het water te bewonderen met een vachtloos

gezicht en een scherpe grote snavel. Wanneer deze afbeelding van de dodo

vergeleken wordt met de historische bronnen, blijkt zeker niet alles te kloppen.34

Zo maakt geen enkele historische bron melding van een dodo met gele vleugels

(zie hoofdstuk 5 en 6). Opvallend is dat de dieren rond de beek allen bijzonder

rustig zijn, terwijl de dieren op het niveau erboven net wild tekeer gaan (met

name de struisvogels). Merkwaardig is dat Roelandt Savery de dodo in zijn

schilderijen zo goed als altijd in de linker- of rechterbenedenhoek plaatste (zie

afbeelding 6,7).

Ook frappant is dat Roelandt Savery dieren vaak op krak dezelfde wijze

uitbeeldde. Zo zijn sommige afgebeelde vogels op andere schilderijen van hem

op net dezelfe manier te zien, maar dan bv. gespiegeld. Daarenboven hebben ze

herhaaldelijk dezelfde houding. Zo worden op verschillende schilderijen bepaalde

vliegende vogels zoals arenden nogal houterig en onrealistisch weergegeven (zie

bv. vergelijking arend op afbeelding 1 met arend op afbeelding 6). Dit fenomeen

dat Roelandt Savery vaak dezelfde houding en poses gebruikte is ook terug te

zien bij andere vogelsoorten zoals bv. bij de kraanvogels, alsook bij de Raphus

cucullatus.

Hoewel niet met zekerheid geweten, is het berglandschap en bijbehorend beekje

hoogstwaarschijnlijk geïnspireerd op zijn reis naar de Tiroolse Alpen van 1606-

1607 i.o.v. keizer Rudolf II. Helemaal achterin het landschap is ook nog een

32

T. D. KAUFMANN, The School of Prague: painting at the court of Rudolf II, Chicago, The University of

Chicago Press Chicago and London, 1988, p. 17. 33

J. DEN HENGST, 2003. De dodo, portret van een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 52-58. 34

B. VAN WISSEN, 1995. Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), -

Universiteit van Amsterdam, 1995, p. 15-41

17

kasteel en wat andere gebouwtjes te bespeuren, vermoedelijk gaat het hier om

een dorpje.

Een bijkomend element is dat op veel van zijn landschappen ruïnes voorkomen

die typisch zijn in de kunstwerken van de familie Savery (Zie afbeelding 1 en 8

voor vergelijking). Het gaat praktisch altijd om dezelfde ruïnes, die cirkelvormig

opgebouwd zijn en aanzien kunnen worden als antieke Romeinse ruïnes. Deze

ruïnes lijken heringenomen te worden door de natuur. Hierdoor kunnen de ruïnes

gezien worden als het natuur-element dat overwint op het menselijke. Een

landschap zoals in ‘Landschaft mit Vögeln’ dient dan ook niet gezien te worden

als het aards paradijs, maar wel als soort ongrijpbare plaats waarin de natuur

overwint op het sterfelijke. De ruïne kan in dit opzicht gezien worden als een

symbool van dood en verval.35

3.3 Iconografische interpretatie

Het is onbekend welke onderliggende betekenissen Roelandt Savery zelf aan het

werk heeft willen geven.

35

D. SHAWE-TAYLOR, J. SCOTT, Van Bruegel tot Rubens: The British Royal Collection, Brussel,

Mercatorfonds, 2008, p. 126.

18

4. Materie en Vormelijke aspecten

Omdat de materie, maar ook in mindere mate de vormelijke aspecten, geen

grote bijdrage aan dit onderzoek kunnen leveren, worden deze gegevens slechts

beknopt toegelicht.

4.1 Afmetingen

Zoals reeds eerder vermeld, heeft het schilderij ‘Landschaft mit Vögeln’ een

hoogte van 42 cm en een breedte van 58,5 cm (zie supra).

4.2 Drager en gebruikte materialen

Voor het kunstwerk werd er gewerkt met olieverf op koper. Savery schilderde

voor dit werk dus niet op doek. 36

4.3 Bewaringstoestand

Het schilderij bevindt zich vandaag de dag nog steeds in goede staat.

4.4 Kopieën of varianten

Van het schilderij zijn geen exacte kopieën bekend. Wel zijn er nogal wat

varianten, aangezien Roelandt Savery zich specialiseerde in landschappen met

dierenvoorstellingen. Dit is vooral goed te zien aan de dieren (of in dit geval

vogels) zelf, die vaak op verschillende schilderijen van Roelandt Savery steeds

op dezelfde manier en/of met dezelfde houding worden afgebeeld (zie hoofdstuk

3.2). Overigens was Roelandt Savery de leermeester van Hans II Savery, van

wie Roelandt de oom was. Ze werkten geregeld samen aan schilderijen.37 In de

werken van Hans II Savery valt goed op te merken hoe hard hij aanleunde bij

zijn oom. Zo vertoont een tekening van Hans II Savery uit 1626 duidelijke

overeenkomsten met het schilderij ‘Landschaft mit Vögeln’ van Roelandt Savery

(zie afbeelding 9). Als we deze twee werken met elkaar vergelijken, zien we dat

Roelandt mogelijk dit deel heeft geïntegreerd in ‘Landschaft mit Vögeln’ uit 1628.

De ruïne die Hans II Savery tekende, was op zijn beurt dan weer duidelijk

afgezien van een eerder voorbeeld van Roelandt Savery, aangezien deze ruïnes

op enorm veel van zijn werken voorkomen met steeds dezelfde vormelijke

aspecten.

36

K.J. MÜLLENMEISTER, Roelant Savery. Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, Freren, Luca Verlag,

1988, p. 268. 37

F. DE POTTER, I. DE JAEGERE, “H v n v n n k n n ” n: Roelandt Savery 1576|1639 (2010),

Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeckx, 2010, p. 33-34.

19

4.5 Formele analyse

Het schilderij maakt gebruik van een helder kleurgebruik, alsof echte

zonnestralen het werk lijken te belichten. De overheersende kleur bestaat uit een

fel lichtblauwe tint. Door deze felle kleuren wordt de aandacht meteen naar het

centrale gedeelte van het schilderij gezogen. Het heldere coloriet zorgt voor een

verstevigend effect van de afgebeelde dieren, die hierdoor waarheidsgetrouwer

lijken. Toch weten de zonnestralen zich niet overal in het landschap door te

dringen. Zo staat het linkergedeelte van het schilderij in sterk contrast tegenover

de rest, aangezien dit gedeelte aanzienlijk donkerder is (zie afbeelding 10). Dit

schaduwgedeelte kan compositioneel gezien worden als een scherpe driehoek,

dat bovendien dienst doet als repoussoir. De kleuren van de vogelsoorten in het

schaduwgedeelte zijn duidelijk minder intens, wat logisch is aangezien deze

dieren niet direct belicht worden door de zon. Opvallend is dat op zo goed als alle

schilderijen van Roelandt Savery het licht van linksboven komt en zich van

daaruit naar de rest van het landschap uitstraalt. De bron van al het licht, de

zon, bevindt zich dus steeds in de linkerbovenhoek.

Belangrijk in dierenvoorstellingen is dat de proporties kloppen. Op het eerste

zicht lijken alle verschillende diersoorten correct uitgebeeld met een realistische

grootte voor elk soort. Bij een nauwkeurigere observatie lijken er echter toch

enige proportieproblemen te bestaan. In het schaduwgedeelte lijken de vogels

opvallend groot tegenover de boom die boven hen uit prijkt. Je zou kunnen

aanhalen dat deze boom nog maar een jong exemplaar is en nog niet zijn

volledige grootte heeft verkregen, maar aan de vele vertakkingen te zien blijkt

het toch om een volgroeide boom te gaan. Zo zijn de twee ara’s van kop tot

staart gemeten bijna even groot als de boom, wat toch bizar aandoet. De boom

is dus in feite veel te klein afgebeeld. Waarschijnlijk was Roelandt Savery zichzelf

wel bewust van dit probleem. Een mogelijke verklaring is dat Roelandt wegens

plaatsgebrek de schaal van deze boom bewust verkleind heeft. Ook moet hierbij

aangestipt worden dat dit schaduwgedeelte duidelijk geïnspireerd is op een

tekening uit 1626 van zijn leerling Hans II Savery, waarbij de proporties wel

kloppen aangezien daar geen vogels maar o.a. een koe wordt afgebeeld. Als de

twee werken naast elkaar worden gezet, zien we dat de vogels op het schilderij

van Roelandt even groot zijn als de koe van Hans II Savery, wat toch een

significant proportieprobleem aantoont (zie afbeelding 9).

Wanneer er daarentegen enkel de onderlinge vogels naast elkaar worden gezet,

lijken de proporties wel aanneembaar. Voor mij is het dan ook duidelijk dat de

dieren voor Roelandt belangrijker waren dan het landschap zelf, alleszins toch op

dit schilderij. De nadruk ligt met andere woorden veel harder op de dieren dan

op het omringende landschap waarin ze zich begeven. Ook hier moet echter toch

een eigenaardig punt aangehaald worden, de dodo lijkt tegenover de andere

diersoorten werkelijk enorm vet. Of de Raphus cucullatus effectief zo monstrueus

dik was, wordt verderop in die onderzoek zorgvuldig onderzocht.

20

Het perspectiefgebruik blijkt dan wel goed te zijn toegepast door Roelandt

Savery. Het valt duidelijk te herkennen wat op de voorgrond staat en al wat

daarachter komt. Naarmate de voorwerpen zich meer op de achtergrond

bevinden, worden deze logischerwijs steeds kleiner afgebeeld. Om de

dieptewerking te versterken heeft Roelandt Savery gebruik gemaakt van een

repoussoir, met name het schaduwgedeelte. Dit gedeelte drukt als het ware al de

rest naar de achtergrond toe. Door de open vlakte op de achtergrond heeft hij

een enorm dieptegevoel verwezenlijkt, met als aantekening dat het kasteel

werkelijk kilometers ver weg ligt.

Het schilderij dient bekeken te worden vanop ooghoogte. Hoewel het werk

volgepropt is met allerlei vogelsoorten, wordt er geen gebruik gemaakt van een

vogelperspectief, alsook niet van een kikkerperspectief. De horizonlijn staat dan

ook praktisch in het midden van het schilderij.

Opvallend is dat Roelandt Savery in zijn dierenvoorstellingen vaak gebruikt

maakt van dezelfde composities, met meestal in de linkerhoek een rots of boom

die dienst doet als repoussoir. Deze linkerkant is vaak ook de donkere kant,

terwijl de rest van zijn schilderijen een duidelijk lichtere gloed bevatten. Het

rechtergedeelte is vaak eveens een gesloten gedeelte d.m.v. wederom rotsen of

een woud. Het open gedeelte bevindt zich in zijn werken doorgaans in het

midden (Zie afbeelding 1, 6, 7 en 8).

21

5. Raphus cucullatus, as dead as a dodo

De Raphus cucullatus, beter bekend als de dodo, is een vogelsoort (ontdekt in

1598 en reeds uitgestorven rond 1662) die uitsluitend voorkwam op het

geïsoleerde eiland Mauritius waar het geen natuurlijke vijanden kende.38 Het dier

spreekt al eeuwenlang tot onze verbeelding. In de Engelse taal heeft dit wezen

zelfs een plaatsje weten te veroveren in een bekend gezegde, namelijk ‘as dead

as a dodo’, wat in onze taal ‘zo dood als een pier’ wilt zeggen. De dodo is niet

voor niets het embleem van uitgestorven diersoorten. 39 Niet enkel bij

fantasierijke kinderen is dit dier geliefd, ook bestaat er ontzettend veel

wetenschappelijke belangstelling voor. Dodoexperten komen voor in vele soorten

en maten, met heel uiteenlopende beroepen. Bijlange niet alle dodo-

fanatiekelingen zijn immers geleerden. Naast biologen, ornithologen en

dergelijke zijn er bijvoorbeeld ook heel wat fotografen, kunstenaars,

kunsthistorici, bibliofielen, natuurliefhebbers, hobbyisten en ga zo maar voort die

zich maar al te graag met dit uitzonderlijk schepsel bezig houden.40

Vandaag de dag weet praktisch iedereen hoe een dodo eruit ziet. Neem de proef

maar eens op de som; vraag iemand om een dodo te tekenen of te beschrijven

en bij zo goed als iedereen zal ongeveer hetzelfde resultaat uit de bus komen,

namelijk een vette gedrongen soort gans met een grote snavel en kleine vleugels

waarmee het niet vliegen kon. Het feit dat eenieder dit weet is heel vreemd,

aangezien deze vogelsoort al meer dan 300 jaar uitgestorven is en er niet eens

een volledig skelet van bestaat. 41 Vooral dit laatste is opmerkelijk, omdat

wetenschappelijke reconstructies van deze vogel voornamelijk gebaseerd zijn op

afbeeldingen en schilderijen van 17e-eeuwse kunstenaars waarvan Roelandt

Savery één van de bekendste is.42 Hoe wisten deze kunstenaars nu hoe ze een

dodo moesten afbeelden? Hier bestaan volgens mij een drietal mogelijkheden

rond. De eerste is dat ze met hun eigen ogen een dodo in levende lijve hebben

gezien. Een volgende mogelijkheid is dat ze geen levende, maar een opgezet

exemplaar zagen en dat vervolgens als voorbeeld namen. Een derde optie is dat

ze hun schildering maakte op basis van aantekeningen (zowel woord als beeld)

afkomstig van ooggetuigen die het dier wel in levende lijve zagen. Het spreekt

voor zich dat er bij de twee laatste mogelijkheden zich makkelijk allerlei fouten

hebben kunnen voordoen. Het is dan ook maar de vraag of de dodo er ooit

daadwerkelijk zo heeft uitgezien zoals wij het dier vandaag de dag voor ogen

hebben.

38

. . CHECKE . T. TURVEY “D : f f f n x n n n” n:

Historical biology (Juni 2008), 20, p. 150. 39

C. KRUYFHOOFT “ n ” n: Zoo Antwerpen (1986), nummer 3, jaargang 51, p. 21. 40

J. DEN HENGST, 2003. De dodo, portret van een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 8-9. 41

J. P. HU E “T y f D R p n p n n f ” n: Historical

Biology (2006), 18, p. 76-79. 42

J. DEN HENGST, 2003. De dodo, portret van een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 52

22

5.1 Historische bronnen

De 17e-eeuwse historische bronnen vormen een heel belangrijke bron over hoe

de Raphus cucullatus er ooit heeft uitgezien. Hierin zijn niet enkel beschrijvingen

van de dodo opgenomen, maar ook bijbehorende tekeningen. Helaas werd er in

die tijd zwaar geplagieerd, geknipt en geplakt, en zonder schroom stukken tekst

toegevoegd. Daar hoorden ook de nodige overdrijvingen en verzinsels bij om het

reisverslag meer koopkracht te geven. 43 Deze reisverslagen van verre VOC-

ontdekkingsreizen werden terug in de Nederlanden in boekvorm uitgegeven. Ze

waren vaak bijzonder populair en konden aanzien worden als bestsellers, wat

ook te zien is aan de vele fantasierijke invullingen. De bijbehorende tekeningen

speelden hierin een belangrijke rol, om zo de fascinatie van het publiek nog meer

op te wekken. De reisverslagen werden bovendien ook al vlug vertaald en

verspreiden zich naar Engeland, Frankrijk en Duitse staten.44 In totaal blijven er

slechts een tiental betrouwbare geschreven bronnen over, waarvan Het Tweede

Boeck van Jacob Cornelisz van Neck uit 1601 en het reisverslag van Volkert

Evertszen uit 1669 de belangrijkste zijn.45 Uit Het Tweede Boeck (1601) komt

een beschrijving over de Raphus cucullatus die Roelandt Savery zeker gelezen

zal hebben;

“Oock zijn daer noch meer andere ghevoghelte, die soo groot zijn als by ons de

Swanen, met groote hoofden, ende op het hooft een vel ghelijck of sy een

kapken op het hooft hadden, sy en hebben gheen vloghels, dan in de plaetse van

haer vloghels staen drie ofte vier swarte pennekens, ende daer haer steert soude

staen, hebben sy vier ofte vijf kleyne ghekrulde pluymkens, zijn van coleur

grauachtig. Dese voghels noemden wy Walchvoghels, eensdeels om dat,

alhoewel sy langh soden, seer tay om eeten waren, doch de maghe met de borst

was seer goet, ten anderen uyt oorsaken dat wy de menichte vande

Tortelduyfkens conden becomen, de welcke ons vry wat lieffelicker van smaeck

waren.”46

5.2 Geïllustreerde bronnen: tekeningen en schilderijen

Reeds eerder werd vermeld dat Roelandt Savery aanzien wordt als de kunstenaar

die de meeste dodo-voorstellingen op zijn naam heeft. Elk onderzoek naar de

Raphus cucullatus zal dan ook onvermijdelijk in contact komen met deze

kunstenaar. Roelandt Savery beeldde de dodo steeds uit als een massief lomp

dier. Toch zijn er ook andere belangrijke 17e-eeuwse illustraties van dit dier

43

B. VAN WISSEN, 1995. Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), -

Universiteit van Amsterdam, 1995, p. 15-17. 44

Idem, p. 13-15. 45

J. P. HU E “T y f D R p n p n n f ” n: Historical

Biology (2006), 18, p. 67-69. 46

J. C. VAN NECK, Het tvveede boeck, journael oft dagh-register, inhoudende een warachtich verhael ende

historische vertellinghe vande reyse, gedaen door de acht schepen van Amstelredamme, gheseylt inden maent

martij 1598. onder 'tbeleydt vanden Admirael Iacob Cornelisz. Neck, ende Wybrant van VVarvvijck als vice-

admirael, Amsterdam, 1601.

23

gemaakt, die vaak ten onrechte op de achtergrond worden gedrongen.

Sommigen maakten immers voorstellingen van de dodo als een sierlijker en

vooral magerder dier.47 Deze dunnere dodo-voorstellingen zijn voornamelijk op

te merken in 17e-eeuwse reisverslagen, maar ook bij enkele schilders. Zo komen

enkele magere dodo’s voor in het reisverslag van Jacob Cornelisz van Neck en

het boek van Carolus Clusius (zie afbeelding 11 en 12).48 Bij de tekeningen uit

reisverslagen valt regelmatig op te merken dat de tekenaar heel creatief maar

tegelijk ook zeer onrealistisch te werk ging. Jacob Hoefnagel schilderde eveneens

een magere dodo (zie afbeelding 13). 49 Roelandt Savery’s voorbeeld van

zwaarlijvige dodo’s kende dan weer navolging bij o.a. Adriaen van de Venne en

Gillis Claesz de Hondecoeter (zie afbeelding 14 en 15).50 Bij beiden is duidelijk

merkbaar dat ze de dodo-voorstellingen van Roelandt Savery gebruikten als

voorbeeld. De tekening van Adriaen van de Venne werd vergezeld door een

tekst, die insinueert dat er in 1626 een levende dodo in Amsterdam te zien was.

De tekst bij de tekening luidt vertaald als volgt: ‘Dit is een getrouwe afbeelding

van een walgvogel (die vanwege zijn dikke achterste door zeelieden Dodaers

wordt genoemd) die vanaf het eiland Mauritius levend naar Amsterdam is

gebracht in het jaar 1626.’ 51 Of Roelandt Savery deze levende dodo in

Amsterdam gezien heeft is niet geweten, maar is zeker een plausibiliteit. Uit deze

verschillende representaties wordt duidelijk dat Roelandt Savery alvast duidelijk

niet werkte naar een tekening uit de reisverslagen.

5.3 Fysiek bewijs van de Raphus cucullatus

Van de dodo is geen enkel volledig skelet bekend. Elke reconstructie van een

dodo in een natuurwetenschappelijk museum is dan ook geen exacte

interpretatie aangezien de ontbrekende beenderen opgevuld worden met

plaaster en de veren en dons afkomstig zijn van andere vogelsoorten.52 Van de

dodo die vermoedelijk ooit in de kunstkammer van Rudolf II stond, is enkel nog

een snavel bewaard gebleven. Het Zoölogisch Museum van Kopenhagen beschikt

dan weer over een bovenschedel van dit dier.53 Nog bekender is de poot en

dodokop van Oxford (zie afbeelding 16). Strickland en Melville maakten in 1848

een reconstructie van deze kop in de eerste monografie ooit van de dodo. 54 Deze

47

J. P. HU E “T y f D R p n p n n f ” n: Historical

Biology (2006), 18, p. 69-72. 48

J. P. HU E “T y f D R p n p n n f ” n: Historical

Biology (2006), 18, p. 69-72. 49

H. HAUPT, E. IRBLICH, T. VIGNAU-WILBERG, M. STAUDINGER, Le Bestiaire de Rodolphe II, Cod.

min. 129 et 130 de la Bibliothèque nationale d’Autriche, Parijs, Citadelles, 1990, p. 344-45. 50

J. DEN HENGST, 2003. De dodo, portret van een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 58-59 51

B. VAN WISSEN, 1995. Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), -

Universiteit van Amsterdam, 1995, p. 89. 52

. . CHECKE . T. TURVEY “D : f f f n x n n n” n:

Historical biology (June 2008), 20, p. 154-156 53

J. P. HU E “T y f D R p n p n n f ” n: Historical

Biology (2006), 18, p. 76-79. 54

H.E. STRICKLAND, A.G. MELVILLE, The dodo and its kindred; or, The history, affinities, and osteology of

the dodo, solitaire, and other extinct birds of the islands Mauritius, Rodriguez and Bourbon, London, 1848.

24

dodokop toont duidelijk het neusgat, wat Roelandt Savery bij de dodo op

‘Landschaft mit Vögeln’ duidelijk een foutieve plaatsing heeft gegeven (zie

afbeelding 5 en 16). Dat dit foutief is in ‘Landschaft mit Vögeln’ is merkwaardig,

aangezien hij eerder in 1626 wel de plaatsing van het neusgat correct plaatste

(zie afbeelding 17). Dit schilderij uit 1626 en de reconstructie van Strickland en

Melville lijken sprekend op elkaar, mogelijk hebben ze voor de reconstructie

inspiratie gehaald bij Roelandt Savery. In 1865 werden botfragmenten gevonden

in het moerasgebied ‘Mare aux Songes’ in Mauritius en opgekocht door het

Natural History Museum te Londen.55 Paleontoloog Richard Owen ontving deze

botten in oktober 1865 en begon toen aan de allereerste levensgrote

reconstructie van de Raphus cucullatus. Omdat hij niet over een volledig dodo-

skelet beschikte baseerde ook hij zich op een dodo-voorstelling van Roelandt

Savery (zie afbeelding 17).56 Hij bouwde het skelet zo op dat het geraamte in de

dodo-voorstelling van Roelandt paste (zie afbeelding 18). Zes jaar later, in 1872,

maakte Richard Owen echter een nieuwe reconstructie die de dodo slanker en

meer rechtop toonde (zie afbeelding 19).57

5.3.A De dikke dodo, een vertekend beeld?

Momenteel heerst er bij velen een ware dodo-manie. Dit is echter niet enkel iets

van deze tijd, maar de fascinatie omtrent dit dier wakkert al eeuwenlang aan. Zo

kent de Raphus cucullatus zelfs een geheel eigen jargon, er bestaan bv. meer

dan tien verschillende benamingen voor deze soort. Enkele van deze namen zijn:

Walghvogels, Dronten, Kermisganzen, Dodaersen, Doddeersen enzovoort.58

Hoewel er 17e-eeuwse illustraties van zowel dunne als dikke dodo’s bestaan,

hebben we tegenwoordig enkel de vette versie voor ogen. Na enige verdieping in

deze materie werd al snel duidelijk hoe dit komt. De schrijver Lewis Carroll,

beroemd van Alice in Wonderland (1865), schreef een aantal verhalen waarin de

dodo een belangrijke rol vertolkte. Alice in Wonderland en andere verhalen

werden voorzien van illustraties gemaakt door John Tenniel, die zich voor de

dodo inspireerde op dodo-voorstellingen van Roelandt Savery. 59 In 1866

voltooide Richard Owen voor het Natural History Museum te Londen aan de

allereerste levensechte reconstructie ooit van de dodo. Ook Richard Owen haalde

zijn inspiratie bij een dodo-voorstelling van Roelandt Savery, waarna andere

musea zijn voorbeeld volgden.60 Zes jaar later stapte Owen van dit vetgemest

model af en reconstrueerde hij een slanker dodo-model. Moderne biologen en

paleontologen zoals J.P. Hume zijn er van overtuigt dat de dodo veel slanker en

55

B. VAN WISSEN, 1995. Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), -

Universiteit van Amsterdam, 1995, p. 71. 56

B. VAN WISSEN, 1995. Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), -

Universiteit van Amsterdam, 1995, p. 71-73. 57

Idem, p. 73. 58

Idem, p. 15-17. 59

J. DEN HENGST, 2003. De dodo, portret van een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 11-15. 60

B. VAN WISSEN, 1995. Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), -

Universiteit van Amsterdam, 1995, p. 72-73.

25

sierlijker was dan de schilderijen van Roelandt Savery ons willen laten geloven.61

Toch is juist de weergave van de dodo als een gigantisch dikke vogel blijven

hangen (zie afbeelding 20). Roelandt Savery’s dodo-voorstellingen blijven dus tot

op vandaag de dag het gangbare beeld en zal het hoogstwaarschijnlijk nog heel

lang blijven, ook al is het hoogstwaarschijnlijk een foutief beeld. Enkele

hedendaagse voorbeelden zoals postzegels, t-shirts, koffiemokken enzovoort

illustreren dit maar al te goed.62

5.3.B De houding van de dodo

Alle reconstructies van dodo’s in musea zijn met andere woorden een

samenraapsel van verschillende losse beendervondsten aangevuld met plaaster.

Soortgelijke reconstructies zijn in musea vaak terug te zien bij skeletten van

dinosauriërs, die ook bijna nooit compleet zijn. Bij het monteren van de dodo-

reconstructies hebben wetenschappers zich echter gebaseerd op afbeeldingen

van schilders zoals Roelandt Savery, een beeld waar men tot op vandaag de dag

moeilijk vanaf kan stappen. Wanneer de eerste dodo-reconstructie van Richard

Owen (1866) echter in de silhouet van de dodo-voorstelling van Roelandt Savery

bekeken wordt, valt op hoe krampachtig en voorovergebogen het skelet

gemonteerd diende te worden.63 Het skelet werd dus zo opgemaakt dat het de

houding overnam van de afbeelding op het schilderij. Hierbij valt op dat dit

allesbehalve de natuurlijke houding van de dodo kan geweest zijn. Meer

realistisch is de tweede dodo-reconstructie van Richard Owen. Deze

reconstructies maken duidelijk dat wanneer men een dodo-skelet probeert te

monteren op basis van een dodo-voorstelling van Roelandt Savery, het dier krom

en constant met gebogen knieën door het leven moet gegaan zijn, wat uiteraard

niet mogelijk moet geweest zijn. 64

5.4 Vergelijkend onderzoek – Roelandt Savery’s dodo-voorstellingen

Roelandt Savery schilderde in ‘Landschaft mit Vögeln’, net als in al zijn andere

dodo-schilderijen, een ineengekrompen zwaarlijvige dodo (zie afbeelding 5). Als

we deze dodo-illustratie uit 1628 vergelijken met tekeningen en schilderijen van

andere kunstenaars vallen er meteen heel wat gelijkenissen en verschillen op.

Een opmerkelijke gelijkenis is dat de dodo’s op alle tekeningen en schilderingen

in profiel weergegeven zijn. Deze zijn ofwel naar links of naar rechts gedraaid,

maar altijd met zijaanzicht (zie afbeelding 1, 7, 11-15 en 17). Zelfs de

natuurwetenschappelijke reconstructie van Richard Owen is zo opgesteld dat de

bezoekers het dier in zijaanzicht aanschouwen (zie afbeelding 20). Een

merkwaardig verschil tussen de tekeningen uit reisverslagen en de geschilderde

61

J. P. HU E “T y f D R p n p n n f ” n: Historical

Biology (2006), 18, p. 85-87. 62

J. DEN HENGST, 2003. De dodo, portret van een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 13-15. 63

J. P. HU E “T y f D R p n p n n f ” n: Historical

Biology (2006), 18, p. 83. 64

Idem.

26

dodo’s van Roelandt Savery is het grote gewichtsverschil. De getekende dodo’s

uit de reisverslagen zijn altijd slank afgebeeld, terwijl Roelandt zijn dodo’s

steevast een heel vet postuur gaf.

Ook aan het hof van Praag zien we een dodo-voorstelling opduiken, namelijk van

Jacob Hoefnagel waarmee Roelandt Savery tijdens zijn Praagse periode zeker in

contact moet zijn gekomen. Jacob Hoefnagel maakte een schildering van een

slanke dodo, eveneens in profiel weergegeven (zie afbeelding 13). Deze dodo

kenmerkt zich door zijn vele foutieve kenmerken. Het dier hangt immers

bijzonder hard naar voren, zijn kop en snavel zijn veel te zwart, de ondersnavel

is te kort, het borstbeen ontbreekt en de vleugel is gedraaid. 65

Hoogstwaarschijnlijk had Jacob Hoefnagel hier een opgezet exemplaar afgebeeld,

waarbij het al niet meer in al te beste staat leek te verkeren. Qua compositie

leunt het schilderij van Jacob Hoefnagel hard aan bij de afbeelding van de dodo

in het boek van Carolus Clusius (zie afbeelding 11). Roelandt Savery werkte ook

aan het hof in Praag, daarom lijkt het logisch dat ook hij dit opgezet exemplaar

als basis zou nemen voor zijn dodo-voorstellingen. Aangezien Roelandt Savery

echter altijd vette dodo’s schilderde die totaal geen gelijkenis tonen met de

schildering van Hoefnagel, is dit dus duidelijk niet het geval geweest. Vanwaar

hij dan toch zijn inspiratie haalde is niet geweten. Mogelijk moet er nog een

tweede dodo in Praag geweest zijn, aangezien een tekening van Roelandt Savery

uit zijn Praagse periode reeds enkele vette dodo’s toont (zie afbeelding 21). Een

andere mogelijkheid mogelijk is dat Roelandt in 1626 toch een levende dodo in

Amsterdam gezien heeft. Dit zou eveneens verklaren waarom hij tussen de

periode van 1626-1628 plots zoveel dodo-voorstellingen schilderde en voor 1626

zo goed als geen.66

De vette dodo-voorstellingen van Roelandt Savery kende veel navolging bij

andere kunstenaars. O.a. bij Adriaen van de Venne en Gillis Claesz de

Hondecoeter valt goed op te merken dat ze hun inspiratie blindelings haalden bij

Roelandt Savery. Bovendien lijkt de dodo-tekening van Adriaen van de Venne als

twee druppels water op ‘Paradijselijk landschap met dieren’ van Gilles Claesz de

Hondecoeter (zie afbeelding 14 en 15).

Wanneer de dodo-voorstellingen van Roelandt Savery getoetst worden aan de

17e-eeuwse ooggetuigenissen, blijken enkele zaken niet te kloppen. De dodo uit

‘Landschaft mit Vögeln’ toont immers gele pennen aan de vleugel, terwijl er in de

betrouwbare historische bronnen enkel gesproken wordt over donkere,

grauwachtige of wittige pennen. 67 In de 17e-eeuwse bronnen krijgt de dodo

enorm kleine vleugels toegeschreven, terwijl de vleugel op ‘Landschaft mit

Vögeln’ toch zeker niet klein te noemen is (zie afbeelding 5).

65

J. DEN HENGST, 2003. De dodo, portret van een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 78-79 66

Idem, p. 52. 67

B. VAN WISSEN, 1995. Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), -

Universiteit van Amsterdam, 1995.

27

Wanneer de dodo uit ‘Landschaft mit Vögeln’ vergeleken wordt met de

levensgrote reconstructies uit natuurwetenschappelijke musea, zijn er wederom

enkele gelijkenissen en verschillen. Het grootste verschil is de plaatsing en vooral

de grootte van de vleugel. De dodo op het schilderij van Roelandt Savery heeft

immers een veel grotere vleugel dan de reconstructies. Dit op zich is vreemd,

aangezien de reconstructies juist gebaseerd zijn op de dodo-voorstellingen van

Roelandt Savery.68 Als we een recent model van een dodo-skelet bekijken (zie

afbeelding 22), zien we dat de voorpoten van de dodo enorm klein zijn. De

vleugel op ‘Landschaft mit Vögeln’ is zeker minstens de helft te groot. Bovendien

is op het model te zien dat de voorpoot (en dus vleugel) zich net achter de hals

bevindt, terwijl de vleugel van de dodo op ‘Landschaft mit Vögeln’ veel verder

naar achteren staat. Ook Gilles Claesz de Hondecoeter en Adriaen van de Venne

hebben dit foutief van Roelandt Savery overgenomen (zie afbeelding 14 en 15).

Bovendien is de lichaamsbouw van dit skelet compleet verschillend met de dodo

uit het schilderij van Savery. Indien men de dodo van ‘Landschaft mit Vögeln’

vergelijkt met reconstructies, is inderdaad te zien dat deze het dichtst aanleunt

bij de eerste reconstructie van Richard Owen (zie afbeelding 20), maar ver

afstaat van de recente reconstructies (zie afbeelding 23). 69

68

J. P. HU E “T y f D R p n p n n f ” n: Historical

Biology (2006), 18, p. 83. 69

J. DEN HENGST, 2003. De dodo, portret van een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 105.

28

Onderzoeksresultaten

Een materie zoals dodo-voorstellingen grondig onderzoek is zeker geen

eenvoudige opdracht. De voornaamste reden hiervoor is dat er bijzonder weinig

betrouwbare bronnen voor de dodo voorhanden zijn. Bij de historische bronnen

werd er immers heel wat geplagieerd en gefantaseerd. De bijbehorende

tekeningen tonen hetzelfde probleem. Ook dodo-voorstellingen op schilderijen

kunnen alleen geen gelijkgestemd beeld schetsen van de Raphus cucullatus. Om

die reden heb ik getracht verschillende onderzoekspistes te bewandelen die

dienst doen als ondersteunend onderzoek. Dit heb ik gedaan door op drie fronten

te werken. Eerst namelijk met dodo-voorstellingen op schilderijen zelf, maar ook

met woord en beeld van historische bronnen en reconstructies gemaakt

overgeleverd botmateriaal.

De belangrijkste vraag die hierbij gesteld werd, is of Roelandt Savery ooit een

levende dodo heeft gezien. Uit dit onderzoek blijkt dat dit niet met zekerheid

gezegd kan worden. Tijdens zijn Praagse periode (1603-1613) moet hij alvast

een exemplaar gezien hebben, aangezien hij in deze periode een tekening heeft

gemaakt met 3 dodo’s, alsook één schilderij in 1611 waarop een dodo te zien is.

Of dit een levend of opgezet exemplaar was, is niet meer te achterhalen.

Aangezien Joris Hoefnagel een dodo geschilderd heeft en deze ook werkte aan

het hof van Praag, zou Roelandt Savery deze dodo ook moeten gezien hebben.

Zijn tekening uit deze periode (zie afbeelding 21) laten echter vette dodo’s zien

i.p.v. een mager exemplaar zoals bij Jacob Hoefnagel (afbeelding 13). Hieruit

kan geconcludeerd worden dat Roelandt Savery dit exemplaar niet gezien heeft

of zich er alvast nooit op heeft gebaseerd. Ook de tekeningen uit de

reisverslagen van de VOC-schepen hebben niet als basis gediend voor Roelandt

Savery zijn dodo-voorstellingen, aangezien deze tekeningen slanke dodo’s laten

zien. Of Roelandt Savery zich dan heeft gebaseerd op de tekst van de

reisverslagen valt eveneens te betwisten aangezien tekstmateriaal niet altijd

overeenstemt met zijn dodo-voorstellingen. Zo maken de historische bronnen

melding van vleugels met zwarte of grauwachtige pennen, terwijl Roelandt

Savery zijn dodo’s bijna altijd afbeeldde met gele pennen. Het kan natuurlijk zijn

dat Roelandt wel de geschreven reisverslagen als basis heeft genomen, maar

deze dan aangevuld met eigen fantasie-elementen die hij toevoegde uit

esthetische overwegingen. Hierbij moet zeker opgemerkt worden dat Roelandt

Savery vaak in herhaling viel in zijn schilderijen. Veel dieren nemen namelijk op

verschillende werken vaak krak dezelfde houding aan. Dit komt niet enkel voor

bij de dodo’s, maar bij alle dieren in de dierenvoorstellingen van Roelandt

Savery. Bij de compositie kan hetzelfde fenomeen opgemerkt worden.

29

De Raphus cucullatus moet voor Roelandt in de periode voor 1626 echter niet zo

interessant geweest zijn, aangezien hij amper dodo-voorstellingen heeft gemaakt

voor dat jaartal. In de periode 1626-1628 maakt Roelandt Savery plots een

tiental schilderijen van dit bijzondere dier, wat toch opmerkelijk te noemen is. De

vraag is dan ook vanwaar die plotse belangstelling voor de Raphus cucullatus

vandaan kwam. Het kan niet anders dan dat er op dat moment iets opmerkelijks

gebeurd was rondom deze exotische vogel. Hierin speelt de tekst op de tekening

van Adriaen van de Venne ongetwijfeld een grote rol (zie afbeelding 14). De

tekst vermeld immers dat er in 1626 een levende dodo aangemeerd was in

Amsterdam. Hoewel enkele bronnen betwijfelen of Roelandt Savery ooit een

levende dodo gezien heeft, is het volgens mijn bevindingen zeker plausibel dat

Roelandt dit dier gezien heeft.70 Dit kan immers zijn plotse interesse vanaf 1626

voor dodo-voorstellingen verklaren. Mogelijk was er zelfs een grote algemene

belangstelling voor dit exotisch dier, wat eveneens kan verklaren waarom

Roelandt op twee jaar tijd een tiental dodo-voorstellingen schilderde. Dit

insinueert dat er een zekere markt was voor schilderijen waarop exotische dieren

prijkte, zeker indien het een zeldzaam en mysterieus exemplaar zoals de Raphus

cucullatus bevatte. Dat Roelandt Savery’s voorbeeld in hetzelfde jaar (1626)

reeds gevolgd werd door andere kunstenaars zoals Gilles Claesz de Hondecoeter,

lijkt inderdaad te bevestigen dat er een markt was voor exotische

dierenvoorstellingen waarin de dodo werd verwerkt. Vooral voor collectioneurs

moeten deze werken zeer gewild goed zijn geweest. 71

Een mogelijke aansluitende hypothese is dat er rond 1626 in de Noordelijke

Nederlanden plots een soort van hype ontstaan was rondom exotische dieren,

waaronder de Raphus cucullatus. Dit succes had het dan ongetwijfeld ook te

danken aan de vele geïllustreerde reisverslagen van verre VOC-

ontdekkingsreizen die terug in de Nederlanden in boekvorm werden uitgebracht

en echt bestsellers werden. De fascinatie van deze lezers bij het aanschouwen

van een werk van Roelandt Savery, waarop veel van deze verre exotische dieren

te bewonderen waren, moet dan ook bijzonder groot geweest zijn.

Hoewel het niet met zekerheid gezegd kan worden, heeft Roelandt Savery

volgens mij dus toch een levend exemplaar van de Raphus cucullatus gezien. Een

onbeantwoorde vraag blijft echter waarom hij deze dan altijd zo een zwaarlijvig

uiterlijk gaf. Een mogelijke verklaring is dat het hier ging om een ziek of zwaar

verzwakt dier, dat ineengekrompen zat van de miezerigheid. Het dier kreeg

wellicht heel wat ander voedsel voorgeschoteld dan het op Mauritius vond.

Bovendien moet het dier, dat in Mauritius zonder natuurlijke vijanden leefde,

door de lange reis en belangstelling ongetwijfeld vol stress gezeten hebben. Het

is mogelijk dat het dier hierdoor een uitgezet en ineengekrompen uiterlijk

70

J ŘÍ LÍKOV KÝ “D v n K z R f ” n: Roelandt Savery 1576-1639 (2011),Kortrijk,

Broelmuseum Kortrijk, p. 51-54. 71

RNOUT B L “F n v n V n k n v n 15de

tot de 17de

w” n: Het aards

paradijs: dierenvoorstellingen in de Nederlanden van de 16e en 17e eeuw, tent. cat., (1982), p. 37-55,

Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen, Antwerpen, Drukkerij Smits, 1982

30

aannam. 72 Roelandt Savery kan dit beeld overgenomen hebben en de dodo

vervolgens altijd zo weergegeven hebben, zonder te weten dat dit een foutief

beeld was.

Dat een gezonde dodo er hoogstwaarschijnlijk anders heeft uitgezien, hebben

natuurwetenschappers recentelijk proberen aan te tonen met reconstructies en

skeletmateriaal. Als we de dodo-voorstellingen van Roelandt Savery met de

levensechte reconstructies van musea vergelijken, zien we toch enkele fouten

opduiken bij Roelandt Savery. De vleugels zijn te groot en teveel naar achteren

geplaatst, staat constant ineengekrompen en gehurkt en bovendien is het te dik

voor het gevonden skeletmateriaal. Hoe dit zou komen is hiervoor reeds

aangehaald met de hypothese dat het om een ziek en gestrest dier zou gaan. Dit

zou immers veel verklaren. Ook Richard Owen moet dit bedacht hebben,

aangezien zijn tweede reconstructie totaal afstapte van de dodo-voorstelling van

Roelandt Savery. Hieruit kan geconcludeerd worden dat Roelandt Savery al die

tijd (wellicht onbewust) een foutief beeld van de Raphus cucullatus heeft

afgebeeld, die we tot op vandaag de dag het gangbare beeld van dit uitgestorven

dier vormt. Hedendaagse biologen zoals J.P. Hume van het Natural History

Museum te Londen gaan immers uit van de Raphus cucullatus als een slankere

en sierlijkere vogelsoort.

72

B. VAN WISSEN, 1995. Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), -

Universiteit van Amsterdam, 1995, p. 89-90.

31

Besluit

Door te werken met deze verschillende onderzoekspistes kon er tenslotte een

duidelijke en betrouwbare conclusie worden getrokken. Hieraan valt op te

merken dat interdisciplinariteit een onderzoek niet enkel enorm kan verder

helpen, maar zelfs noodzakelijk is om tot eenduidige resultaten te komen.

Zonder deze bijkomende onderzoekspistes was het wellicht niet voldoende

geweest om tot een degelijke conclusie te komen.

Hoewel het enkel mogelijke hypotheses heeft opgeleverd, is dit onderzoek

desalniettemin een geslaagde proef geworden. Uit de resultaten blijkt dat de

dodo-voorstellingen van Roelandt Savery een foutief beeld zijn, maar deze wel

tot op vandaag de dag het gangbare beeld van deze diersoort blijft.

Hoogstwaarschijnlijk zag Roelandt Savery in 1626 een levend exemplaar van de

dodo in Amsterdam, wat zijn vele schilderijen over de Raphus cucullatus in 1626-

1628 kunnen verklaren. Dat hij vele fouten bij zijn dodo-voorstellingen heeft

gemaakt staat ondertussen buiten kijf, toch zijn Roelandt’s werken hieromtrent

nog steeds van immens belang.

Uiteraard zijn de aangehaalde resultaten maar één van de mogelijke denkpistes,

zo kan het bijvoorbeeld ook zijn dat Roelandt Savery nooit een levende dodo

heeft gezien en enkel een slecht opgezet exemplaar . Toch lijkt dit mij minder

aannemelijk, aangezien zijn plotse interesse voor de Raphus cucullatus in het

jaar 1626. Hierdoor lijkt mijn onderzochte hypothese dan ook het meest

plausibel.

32

Bibliografie

ARNOUT BALIS, “Facetten van de Vlaamse dierenschilderkunst van de 15de tot de

17de eeuw”, In: Het aards paradijs: dierenvoorstellingen in de Nederlanden van

de 16e en 17e eeuw, tent. cat., (1982), p. 37-55, Koninklijke Maatschappij voor

Dierkunde van Antwerpen, Antwerpen, Drukkerij Smits, 1982.

STEFAN BARTILLA, “ ‘Wie soudt ghedroomen?’ De landschapskunst van Roelandt

Savery”, In: Roelandt Savery 1576-1639 (2011), Kortrijk, Broelmuseum Kortrijk,

p. 55-76.

JAN BRIELS, 1978. De Zuidnederlandse immigratie 1572-1630, Haarlem, 1978.

ANTHONY S. CHECKE, JULIAN PENDER HUME, Lost land of the Dodo, Londen,

2008.

ANTHONY S. CHECKE, SAMUEL T. TURVEY, “Dead as a dodo: the fortuitous rise

to fame of an extinction icon”, In: Historical biology (June 2008), 20, p. 149-163.

CAROLUS CLUSIUS, Exoticorum libri decem, 1605.

JAN DEN HENGST, De dodo. Portret van een pechvogel, Marum, Art Revisited,

2003.

FILIPPE DE POTTER, ISABELLE DE JAEGERE, “Het leven van een kunstenaar”, In:

Roelandt Savery 1576|1639 (2010), Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeckx, p. 11-38

KURT ERASMUS, Roelant Savery, Sein Leben und seine Werke, Halle, 1908.

HERBERT HAUPT, EVA IRBLICH, THEA VIGNAU-WILBERG, MANFRED

STAUDINGER, Le Bestiaire de Rodolphe II, Cod. min. 129 et 130 de la

Bibliothèque nationale d’Autriche, Parijs, Citadelles, 1990.

JULIAN PENDER HUME, “The history of the Dodo Raphus cucullatus and the

penguin of Mauritius”, In: Historical Biology (2006), 18, p. 65-89.

33

JULIAN PENDER HUME, ANNA DATTA & DAVID M. MARTILL, “Unpublished

drawings of the Dodo Raphus cucullatus and notes on Dodo skin relics”, In: Bull.

B.O.C. (2006), 126A, p. 49-54.

THOMAS DACOSTA KAUFMANN, The School of Prague: painting at the court of

Rudolf II, Chicago, The University of Chicago Press Chicago and London, 1988.

Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen, Het aards paradijs:

dierenvoorstellingen in de Nederlanden van de 16e en 17e eeuw, tent. cat.,

Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen, Antwerpen, Drukkerij

Smits, 1982.

OLGA KOTKOVA, ISABELLE DE JEAGERE (eds.), Roelandt Savery 1576|1639,

Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeck, 2010.

OLGA KOTKOVA, “Roelandt Savery aan het keizerlijke hof in Praag”, In: Roelandt

Savery 1576|1639 (2010), Gent-Kortrijk, Uitgeverij Snoeck, p. 39-50

CECILE KRUYFHOOFT, “De dodo”, In: Het aards paradijs: dierenvoorstellingen in

de Nederlanden van de 16e en 17e eeuw, tent. cat., (1982), p. 56-60,

Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen, Antwerpen, Drukkerij

Smits, 1982.

CECILE KRUYFHOOFT, “Zo dood als een dodo”, In: Zoo Antwerpen (1986), 51, p.

21-23.

JIŘÍ MLÍKOVSKÝ, “De dodo van Keizer Rudolf II”, In: Roelandt Savery 1576-1639

(2011),Kortrijk, Broelmuseum Kortrijk, p. 51-54

KURT J. MÜLLENMEISTER, Roelant Savery in seiner Zeit (1576–1639), Köln &

Utrecht, Wallraf-Richartz-Muzeum & Centraal Museum. 1985.

KURT J. MÜLLENMEISTER, Roelant Savery. Die Gemälde mit kritischem

Oeuvrekatalog, Freren, Luca Verlag, 1988.

34

D. SHAWE-TAYLOR, J. SCOTT, Van Bruegel tot Rubens: The British Royal

Collection, Brussel, Mercatorfonds, 2008.

H.E. STRICKLAND, A.G. MELVILLE, The dodo and its kindred; or, The history,

affinities, and osteology of the dodo, solitaire, and other extinct birds of the

islands Mauritius, Rodriguez and Bourbon, London, 1848.

HUGUETTE VANAGT, Roelandt Savery (1576-1639), een uitgeweken Vlaming die

de natuur hoorde fluisteren: sola magistra natura, dissertatie Leuven, 1967.

JACOB CORNELISZ VAN NECK, Het tvveede boeck, journael oft dagh-register,

inhoudende een warachtich verhael ende historische vertellinghe vande reyse,

gedaen door de acht schepen van Amstelredamme, gheseylt inden maent martij

1598. onder 'tbeleydt vanden Admirael Iacob Cornelisz. Neck, ende Wybrant van

VVarvvijck als vice-admirael, Amsterdam, 1601.

BEN VAN WISSEN, Dodo, Raphus cucullatus (Didus ineptus), Amsterdam,

ISP/Zoo logisch Museum - Universiteit van Amsterdam, 1995.

35

Bijlagen

Afbeelding 1: Roelandt Savery – Landschaft mit Vögeln (1628). Het schilderij toont een

heuvelachtig landschap met exotische vogels. Rechtsonder staat de Raphus cucullatus

naar zichzelf in het water te staren. Bron: O. KOTKOVA, I. DE JEAGERE (eds.), 2010. Roelandt Savery 1576|1639, Gent-

Kortrijk, Uitgeverij Snoeck, 2010, p. 52.

Afbeelding 2: Guiseppe Arcimboldo, Rudolf

II als Vertumnus (1591). Dit schilderij van de

Habsburgse keizer past perfect bij zijn

interesses voor rariteiten en artistieke

diversiteit.

Bron: T. D. KAUFMANN, 1988. The School of

Prague: painting at the court of Rudolf II,

Chicago, The University of Chicago Press

Chicago and London, 1988 , p. 47.

36

Afbeelding 3: Anoniem, Portret van Roelandt Savery,

ca. 1610.

Bron: O. KOTKOVA, I. DE JEAGERE (eds.), 2010.

Roelandt Savery 1576|1639, Gent-Kortrijk, Uitgeverij

Snoeck, 2010, p. 13.

Afbeelding 4: Landschaft mit Vögeln opgedeeld in 3 zones voor de iconografische

analyse.

37

Afbeelding 5:

Detailopname ‘Landschaft

mit Vögeln’. De Raphus

cucullatus

Bron: O. KOTKOVA, I. DE

JEAGERE (eds.), 2010.

Roelandt Savery

1576|1639, Gent-Kortrijk,

Uitgeverij Snoeck, 2010,

p. 52.

Afbeelding 6:

Roelandt Savery,

Landschap met

exotische vogels.

De dodo staat in de

linkerbenedenhoek

Bron: J. DEN

HENGST, De dodo.

Portret van een

pechvogel, Marum,

Art Revisited,

2003, p. 62.

Afbeelding 7:

Roelandt Savery, Na de

zondvloed.

De dodo staat in de

rechterbenedenhoek.

Bron: J. DEN HENGST,

De dodo. Portret van

een pechvogel, Marum,

Art Revisited, 2003, p.

60

38

Afbeelding 8: Roelandt Savery, Orpheus musicerend voor de dieren (1625). Het

schilderij toont een typische ruïne voor Roelandt Savery’s landschappen.

Bron: O. KOTKOVA, I. DE JEAGERE (eds.), 2010. Roelandt Savery 1576|1639, Gent-

Kortrijk, Uitgeverij Snoeck, 2010, p. 167.

Afbeelding 9: Een tekening van Hans II Savery uit 1626 , waarbij de schaduwrijke

dierhoekscompositie sterk aanleunt bij het schilderij van Roelandt Savery uit 1628.

Bron: O. KOTKOVA, I. DE JEAGERE (eds.), 2010. Roelandt Savery 1576|1639, Gent-

Kortrijk, Uitgeverij Snoeck, 2010, p. 35.

39

Afbeelding 10: driehoekscompositie die schaduwgedeelte van ‘Landschaft mit Vögeln’

weergeeft. Dit deel van het schilderij doet eveneens dienst als repoussoir.

Afbeelding 11: De slanke Raphus cucullatus in

Exoticorum Libri decem van Carolus Clusius (1605).

Bron: J. P. HUME, “The history of the Dodo Raphus

cucullatus and the penguin of Mauritius”, In: Historical

Biology (2006), 18, p. 72.

Afbeelding 12: De slanke Raphus cucullatus in Het

Tweede Boeck van Jacob Cornelisz van Neck (1601).

Let ook op de boom, die zeer fantasierijk maar heel

onrealistisch weergegeven wordt.

Bron: J. P. HUME, “The history of the Dodo Raphus

cucullatus and the penguin of Mauritius”, In: Historical

Biology (2006), 18, p. 67.

40

Afbeelding 13: De slanke Raphus cucullatus van

Jacob Hoefnagel (1600 à 1610). Dit schilderij is een

onderdeel van het bestiarium van Rulolf II en is

duidelijk gebaseerd op een opgezet exemplaar.

Bron: H. HAUPT, E. IRBLICH, T. VIGNAU-WILBERG,

M. STAUDINGER, Le Bestiaire de Rodolphe II, Cod.

min. 129 et 130 de la Bibliothèque nationale

d’Autriche, Parijs, Citadelles, 1990, p. 345.

Afbeelding 14: de vette Raphus cucullatus in een

tekening van Adriaen van de Venne (1626). Deze

en Gilles Claesz de Hondecoeter hebben beide

afgekeken van Roelandt Savery. Van de Venne en

de Hondecoeter hebben een identieke voorstelling

van de dodo weergegeven, zelfs het deukje in de

rug is bij de twee kunstenaars hetzelfde.

Bron: J. DEN HENGST, De dodo. Portret van een

pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 59

Afbeelding 15: De vette Raphus cucullatus in

een detail van Paradijselijk landschap met

dieren van Gilles Claesz de Hondecoeter (1626)

die zich duidelijk liet inspireren door Roelandt

Savery.

Bron: J. DEN HENGST, De dodo. Portret van

een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p.

58.

41

Afbeelding 16: De dodo-kop van Oxford met een

reconstructie van Strickland en Melville (1848). De

plaats van het neusgat is duidelijk te zien.

Bron: H.E. STRICKLAND, A.G. MELVILLE, The dodo and

its kindred; or, The history, affinities, and osteology of

the dodo, solitaire, and other extinct birds of the

islands Mauritius, Rodriguez and Bourbon, London,

1848.

Afbeelding 17: Richard Owen

inspireerde zich op dit schilderij

van Roelandt Savery – George

Edward’s dodo (1626).

De reconstructie van Strickland

en Melville lijkt sprekend op het

schilderij van Roelandt Savery.

Bron: J. P. HUME, “The history

of the Dodo Raphus cucullatus

and the penguin of Mauritius”,

In: Historical Biology (2006),

18, p. 73.

42

Afbeelding 18: Owen’s eerste

reconstructive, gebaseerd op

bovenstaand schilderij van Roelandt

Savery.

Bron: J. P. HUME, “The history of the

Dodo Raphus cucullatus and the penguin

of Mauritius”, In: Historical Biology

(2006), 18, p. 81.

Afbeelding 19: Owen’s tweede reconstructive,

niet langer gebaseerd op de dodo-

voorstellingen van Roelandt Savery.

Bron: J. P. HUME, “The history of the Dodo

Raphus cucullatus and the penguin of

Mauritius”, In: Historical Biology (2006), 18,

p. 81.

Afbeelding 20: De eerste reconstructive van

Owen, bekleed met kippenveren (Natural History

Museum London). Dit is nog steeds het gangbare

beeld van de dodo.

Bron: J. DEN HENGST, De dodo. Portret van een

pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p. 102.

43

Afbeelding 21: Roelandt Savery

– Tekening van drie dodo’s. Deze

tekening zou stammen uit de

Praagse periode van Roelandt

Savery.

Bron: J. DEN HENGST, De dodo.

Portret van een pechvogel,

Marum, Art Revisited, 2003, p. 53

Afbeelding 22: Recent dodo-skelet

getekend door Joylon Parish. Het skelet

toont zeer korte voorpoten.

Bron: J. DEN HENGST, De dodo. Portret

van een pechvogel, Marum, Art Revisited,

2003, p. 105.

Afbeelding 23: Recente reconstructie uit 1994

volgens Ben van Wissen (Zoölogisch museum

Amsterdam).

Bron: J. DEN HENGST, De dodo. Portret van

een pechvogel, Marum, Art Revisited, 2003, p.

105.