Scenario voor een voltooide revolutie. Jacob Hahns bewerking van Benjamin Constants Des réactions...

18
Silhouetportret van Jacob George Hieronymus Hahn door Simon Schaasberg, . SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 50

Transcript of Scenario voor een voltooide revolutie. Jacob Hahns bewerking van Benjamin Constants Des réactions...

Silhouetportret van Jacob George Hieronymus Hahn door Simon Schaasberg, .

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 50

Scenario voor een voltooide revolutie

()

Wij beleven in Europa een zeer groten ommezwaai. […] Deze omwendingvan denkbeelden verschilt oneindig veel van alle voorgaande, welke deloop der eeuwen onder de menschen daargesteld heeft. […] Haar zuivereleer is zo algemeen, zo eenvoudig, zo treffend en zo bekoorlijk, dat zij vooralle tijden, plaatsen en menschen past.1

In maart van het jaar toonde Jacob George Hieronymus Hahn zichuitgesproken optimistisch over de tijd waarin hij leefde. Vanzelf spre -kend was dit zeker niet. Nadat de Leidse hoogleraarszoon zich vanafde omwenteling van met volle overgave was begonnen in te zettenvoor de Bataafse zaak, had hij drie jaar later aan den lijve ondervon-den dat revoluties vaak hun eigen kinderen opeten. Als een van deslachtoffers van de radicale staatsgreep van januari was Hahn,tot dat moment een vooraanstaand lid van de Nationale Vergaderingin Den Haag, afgezet als volksvertegenwoordiger en enkele maandenonder bewaakt huisarrest gesteld.2 Na zijn vrijlating in juli, toen de hek- ken als gevolg van een tegencoup weer waren verhangen, bleek Hahnsmoraal allerminst gebroken. Bij zijn terugkeer naar Den Haag in sep-tember vergeleek hij de stormachtige gebeurtenissen van de voorgaan-de maanden met een orkaan die enerzijds veel verwoestingen aanrichtmaar anderzijds ook de basis legt voor een vruchtbaar nieuw begin.3

Vol goede moed pakte Hahn de draad weer op van de missie die hijbij zijn uitverkiezing tot lid van de Nationale Vergadering in hadmoeten staken; als eerste commissaris van de Posterijen van de pro-vincie Holland zette hij zich in voor de centralisatie van de gewestelijkgeorganiseerde posterijen.4 Hoewel Hahn bij aanvang van zijn werk-zaamheden bij de posterij verwachtte ‘werk genoeg’ te vinden en ‘over -

51

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 51

vloedige gelegenheid’ te hebben ‘om den lande van dienst te wezen’,vond hij toch nog voldoende tijd voor een ander project. Het ging omhet omwerken in de Nederlandse taal van een ‘werkje van den Fran -schen Burger B. Constant’ dat hij toevallig in handen had gekregen. Inzijn uitvoerige voorwoord op Van den wederwerkingen in den staat(politieke reactien) gaf Hahn toe over de auteur volstrekt niets te we-ten. De inhoud vond hij evenwel van zo veel gezond verstand getuigendat hij zich weinig nuttigers kon voorstellen dan die in het Nederlandste ontsluiten.5

Jacob Hahn introduceerde zo voor het eerst een nog jonge Ben -jamin Constant bij een Nederlands publiek. Diens verhandeling Desréactions politiques, waarvan Hahns Wederwerkingen de bewerkingvormde, was in verschenen ter verdediging van het Directoire datop dat moment in Frankrijk aan de macht was. De tekst was dus ge-schreven met de Franse post-Terreur in het achterhoofd, maar Hahnachtte Constants inzichten twee jaar later ook relevant voor de Ba taaf -se Republiek. De geschiedschrijving van de afgelopen jaren heeft sterkde nadruk gelegd op de a- en antipolitieke tendensen die vanaf

hun intrede deden in de Nederlandse politiek.6 In deze bijdrage willenwij aan de hand van Hahns receptie van Constant laten zien dat aanhet einde van het Nederlandse revolutietijdvak echter óók een optimis-tische en betrokken visie op de Bataafse politiek tot de mogelijkhedenbleef behoren. Daarbij beschouwen we het nog weinig onderzochtejaar minder als het begin van een lange fase van depolitisering ennationale verzoening dan als een uniek moment in de Nederlandsegeschiedenis, vlak na de invoering van de eerste Nederlandse grond-wet, waarvan de pogingen tot implementatie volop gaande waren.7

Net als de Fransen een aantal jaren eerder stonden de Bataven in

voor de vraag hoe na drie misschien niet zo bloedige maar wel heftigerevolutionaire jaren te komen tot een ‘normale’ situatie. Sommigen washet allemaal wat te veel geworden; zij hadden een ‘walg van politiek’gekregen en deden voorlopig niet meer mee.8 Dit is zeker betekenis-vol, maar wie werkeloos aan de zijlijn blijft staan, bepaalt in de samen-leving doorgaans in beperkte mate de politieke cultuur van het moment.De afhakers moeten ons niet over het hoofd doen zien dat het Bataafse

52 SC ENAR IO VOOR E EN VOLTOO ID E R E VOLUT I E

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 52

politieke circus in juist op volle toeren draaide, en dat duizendenBataven op alle overheidsniveaus wel degelijk bereid waren mee tedoen aan het uitdenken en uitwerken van diverse scenario’s voor eennog maar nauwelijks voltooide revolutie. Tussen deze scenario’s beston-den verschillen, en deze verschillen werden breed uitgemeten tijdensde zittingen van het in het openbaar handelende VertegenwoordigendLichaam in Den Haag, waar van een geneigdheid tot depolitiseringnog weinig te merken was.9 Binnen deze constellatie verscheen in hetvoorjaar van een boek dat, aldus een recensent, zowel door ‘devreemdheid des Tytels, als de bekendheid van den naam des Vertalersof Naavolgers’, de aandacht verdiende.10

Een waarschuwing tegen wederwerkingenWederwerkingen werd uitgegeven in Den Haag bij de bekende drukkerIsaac van Cleef. Dat het in octavo gedrukte werk door Hahn zelf vanbelang werd geacht blijkt wel uit een exemplaar in het bezit van deKoninklijke Bibliotheek in Den Haag, waarin uitgebreide aantekenin-gen door de auteur bij het werk zijn geplaatst – sommige zijn zelfs na

J O R I S ODDEN S EN MART RUT J E S 53

Titelpagina van Van wederwerkingen in den staat (politieke reactien) uit , Jacob Hahns bewerking van Benjamin Constants Des réactions politiques. Met aantekeningenvan de hand van Hahn zelf.

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 53

nog toegevoegd.11 Het boek kon ook op een positieve pers rekenen,zowel in de Vaderlandse Letteroefeningen als in de Nieuwe Vader land -sche Bibliotheek. De recensent van dit laatste tijdschrift stelde dat iederepersoon die zich met staatkunde bezighield het werk zou moeten le-zen en herlezen, en meende het ‘allen onzen lezeren ten sterkste […]te moeten aanprijzen’.12

Dat het boek rond positief onthaald werd, kon op dat momentnauwelijks toegeschreven worden aan de internationale faam van deauteur. Benjamin Constant, telg uit een Zwitsers hugenotengeslacht,groeide in de loop van zijn leven uit tot een beroemd intellectueel en isde boeken ingegaan als een van de grondleggers van het moderne libe-ralisme, vooral dankzij zijn bekende verhandeling over de klassieke enmoderne vrijheid uit .13 In de tweede helft van de jaren stondde carrière van de in geboren Constant echter nog in de kinder-schoenen en was hij zelf vooral gericht op de erfenis van de door hemomarmde Franse Revolutie in de nasleep van de Terreur van -.Zijn enthousiasme voor het nieuwe bewind dat na de Terreur aan demacht was gekomen en zijn wens om deel te nemen aan het politiekeleven, hadden hem eind naar Parijs gebracht, waar hij mede dank- zij de contacten van zijn geliefde Germaine de Staël snel wist uit tegroeien tot een publiek figuur.14

Constants politieke geschriften uit de periode - vormen eenpoging het Directoire van legitimiteit te voorzien en de erfenis van deRevolutie veilig te stellen. Hoewel Constants politieke positie en lo -yaliteiten moeilijk te definiëren zijn – gematigden vonden hem vaak telinks terwijl veel republikeinen meenden dat hij te nauwe banden metde adel en de top van het ancien régime onderhield – kan worden vast-gesteld dat hij publiekelijk een standvastig republikeinse – dat wil zeg-gen antimonarchale – koers voer. Hij had vooral de niet onterechte zorgdat de nasleep van de Terreur zou leiden tot een afkeer van de Revo -lutie onder de bevolking. Dit zou een terugkeer van koning en privilegemogelijk kunnen maken ten gevolge van een (te) sterke reactie, die denieuw verworven vrijheden in rook zouden doen opgaan.15 Het doelvan Des réactions politiques was dan ook, zo valt te lezen in de bewer-king van Hahn, ‘drieledig. Ene ernstige waarschuwing tegen weder-

54 SC ENAR IO VOOR E EN VOLTOO ID E R E VOLUT I E

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 54

werkingen; het wekken van behoedzaamheid tegen willekeur; en depoging ter vestiging des rijks van de beginselen.’16

Het eerste deel van de doelstelling werd uitgewerkt in de eerste hoofd- stukken van de Wederwerkingen, waarin Constant de verschillendesoorten staatkundige acties en reacties (zijn begrippenpaar actions enréactions werd door Hahn vertaald met werkingen en wederwerkin-gen), hun geschiedenis, uitwerking en de voordelen en nadelen van‘wederwerkingen’ besprak. Het grote gevaar van politieke reacties be-stond erin dat zij vaak de oorspronkelijke actie overtroffen, en zo eenevenwicht tussen de ‘geest van het volk’ en zijn staatsinstellingen on-mogelijk maakten. Zijn waarschuwing tegen het gevaar van politiekereactie had daarmee een duidelijk strategisch doel. Door politieke re-acties als gevaarlijk revolutionair te omschrijven kon Constant zijn ei-gen republikeins-revolutionaire positie als redelijk en moderaat presen-teren, een tactiek die hem in Frankrijk eerder al woedende reacties hadopgeleverd van conservatieven als Joseph de Maistre.17

Constant maakte vervolgens onderscheid tussen wederwerkingentegen personen en wederwerkingen tegen denkbeelden. Hij meendedat het openbaar bestuur na een omwenteling krachtig op diende tetreden tegen wederwerkingen tegen personen. Het mocht niet aan dezijlijn staan en toekijken hoe de ene persoon wraak nam op de andermaar het diende streng op te treden tegen personen die misdaden had- den gepleegd. Op het vlak van wederwerkingen tegen denkbeeldenmoest het bestuur zich daarentegen juist terughoudend opstellen. Hetmoest de wet handhaven maar burgers niet beletten zich tegen de wetuit te spreken: ‘Laat toch alle poging varen tot bedwang van denkbeel-den; daden alleen zijn vatbaar voor dwang en, wanneer gy u altyd houdtaan dezen onfeilbaren regel, zult gy zien hoe men de verworpene be-grippen eerlang zal beginnen te onderzoeken, te waarderen, te beoor-delen.’18

Een vrije publieke ruimte was voor Constant van belang omdat depublieke verdediging van republikeinse beginselen een van de belang-rijkste middelen was om het gevaar van wederwerkingen te neutrali-seren. Hij stelde vast dat de ‘vrienden van Vrijheid en Vaderland’ erveelal het zwijgen toe deden, een zwijgen dat overigens niet werd ver-

J O R I S ODDEN S EN MART RUT J E S 55

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 55

oorzaakt doordat men tegen de beginselen van de revolutie gekant was.Volgens hem bleef men juist stil vanwege de minachting die werd ge-koesterd voor degenen die uit waren op wederwerkingen tegen hetDirectoire. Het was desalniettemin van belang dat de republikeinenzich explicieter voor de omwenteling zouden gaan uitspreken, om zode tegenstanders de wind uit de zeilen te nemen.19 Deze gedachtegangwerd gedeeld door Hahn, die in de context van de Bataafse Repu bliekevenzeer worstelde met de erfenis van de Revolutie. De spanningentussen verschillende revolutionaire facties hadden in geleid tot eenstaatsgreep waarvan Hahn zelf ook slachtoffer was geworden, waar opeen halfjaar later een nieuwe coup was gevolgd. De beide staatsgrepenen de tussenliggende periode van ‘Bataafse Terreur’20 hadden weliswaarNederlands eerste grondwet opgeleverd, maar ook gaten geslagen in hetvertrouwen tussen Bataven onderling en in het welslagen van de revo-lutionaire onderneming als geheel.

In zijn inleiding op de vertaling van Constant stelde Hahn vast dathet enthousiasme voor de revolutie ook in Nederland bij menigeenwas bekoeld de afgelopen tijd: ‘Smartelijk is de opmerking, maar zeerjuist; dat er velen onder ons gevonden worden, die ijverig en welme-nend na de Revolutie gehaakt hebben en die nu, of van dezelve afkerig,of daaromtrent onverschillig en zo koud, als ijs zijn.’21 Dit kwam vol-gens hem omdat deze mensen zich te veel van de onmiddellijke resul-taten van de revolutie hadden voorgesteld en daardoor teleurgesteldwaren geraakt. Zij haalden daarmee doel en middelen door elkaar, om-dat de revolutie slechts een middel was geweest om het doel, een geluk-kige republiek, te bewerkstelligen. ‘Maar hoe,’ schreef Hahn, ‘was zulksmogelijk? Hoe kon men ploegen, zaaien, maaien en oogsten tegelijk?’22

‘Aristocraten’ en ‘oranjeklanten’ hadden vervolgens van deze teleur-stelling geprofiteerd door deze mensen met hun propaganda onbruik-baar te maken voor de zaak der revolutie.

Hahn legde net als Constant de schuld van de uitwassen of het te-kortschieten van de omwenteling nadrukkelijk niet bij de beginselenvan de revolutie zelf. Ze waren integendeel te wijten geweest aan ‘laffeonverschilligheid, dwazen tegenstand, zelfzoekenden eigenbaat en dolleoverdrevendheid’.23 Hahn en Constant behoorden daarmee tot de vroeg-

56 SC ENAR IO VOOR E EN VOLTOO ID E R E VOLUT I E

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 56

ste deelnemers aan een van de belangrijkste discussies die over deFranse Revolutie gevoerd is en nog steeds gevoerd wordt: was de Ter -reur een logisch voortvloeisel van de revolutie en haar idealen of moestzij beschouwd worden als een aberratie die toegeschreven moest wor-den aan externe factoren en omstandigheden?24 Hahn, die niet alleende Franse Terreur maar ook de Bataafse ervaringen in het achterhoofdhad, koos net als Constant resoluut voor het laatste. Omdat excessente wijten waren aan menselijke tekortkomingen en overdreven harts-tochten was het verkeerd om de oplossing te zoeken in staatkundigewederwerkingen, die juist deel van het probleem waren.

De oplossing moest volgens Constant gezocht worden in de navol-ging van de correcte beginselen: ‘Eindelijk, willen wij en wederwerkin-gen en willekeur ontgaan, willen wij ons tegen beide waarborgen, latenwij ons dan geheel verpanden aan de beginselen.’25 Constant hield daar-mee nadrukkelijk geen pleidooi voor politiek pragmatisme, en keerdezich tegen degenen die in zijn ogen steeds maar dobberden ‘tusschenwaarheid en dwaling’: ‘Het zijn, in mijnen ogen, zeer verdachte men-schen die eeuwig en altijd wijzigingen en draaijerijen zoeken; die al-tijd uit zijn op het vinden van enen middenweg.’26 Het was zaak, zostelde Constant, om standvastig volgens op de rede gebaseerde princi-pes te handelen zonder daarbij door te schieten en deze principes ge-weld aan te doen. Deze principes waren te vinden in de idealen van derevolutie zoals uitgewerkt in de constitutie. Hahn noemde in zijn voor- woord expliciet de eenheidsstaat en de scheiding van kerk en staat alsbelangrijke verworvenheden.27 Maar een ander principe was voorCon stant, en met hem voor Hahn, van nog grotere waarde in het jongeconstitutionele bestel.

De heerschappij der wetHet sleutelhoofdstuk in de Wederwerkingen is het achtste en laatste,waarin Constant inging op het thema willekeur. In Hahns vertalingdefinieerde hij willekeur als een ‘gebrek aan regelmaat, aan bepaaldegrenzen en vaste zekerheid’. Hij kon zich goed voorstellen dat mensen,vaak met de beste bedoelingen, uit ongeduld braken met reglementenen voorschriften. Op het moment dat zij dit deden, stelde Constant,

J O R I S ODDEN S EN MART RUT J E S 57

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 57

‘neemt het rijk van willekeur een aanvang’, met niet te overziene gevol-gen. Uitzonderlijk gevaar schuilde er in willekeur in de staatkunde.Juist de staat functioneert op basis van verdragen en overeenkomsten,en juist de instituties van de staat zijn daarom onverenigbaar met wil-lekeur. Wanneer een bewind zijn toevlucht neemt tot willekeur doorzich niet te houden aan zijn eigen wetten, geeft het aan het volk deboodschap dat de bestaande wetten en regels niet voldoen. Dit is eeneerste stap naar een situatie van anarchie, waarin uiteindelijk de vei-ligheid van de bewindsleden zelf niet meer kan worden gegarandeerd,omdat zij het slachtoffer kunnen worden van willekeurige maatregelendie zij eerder tegen anderen hebben genomen. Constant verwees hier-mee in eerste instantie uiteraard naar het schrikbewind van de Ter reur,maar hij benadrukte dat er geen wezenlijk verschil bestond tussendergelijke willekeur en de willekeur die wordt uitgeoefend in naamvan het herstel van de orde: ‘het is indedaad zeer zeldzaam onder demenschen dat, bij verstoring des rijks van willekeur, hetzelve in eens

58 SC ENAR IO VOOR E EN VOLTOO ID E R E VOLUT I E

‘De Revolutie’: Hercules breekt het juk van de aristocratische regering, op de achter-grond het schip van staat in nood. Tekening door Jan Bulthuis, .

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 58

overgaat tot de heerschappij der wet’.28 Vaak werd na de beëindigingvan een willekeurig bewind volgens Constant geoordeeld dat wille-keur als noodmiddel voorlopig gerechtvaardigd bleef om op weg naareen wettig regime de laatste obstakels uit de weg te ruimen. Dit achttehij echter extreem gevaarlijk: de mogelijkheden die willekeurig han-delen bieden, hebben immers een verslavende werking, niet alleen bijbeleidsmakers maar ook bij hen die hun opdrachten uitvoeren. ‘Menvindt er zich wel bij; en de dadelijke invoering van het rijk der wetwordt, van dag tot dag, uitgesteld en ten laatsten onbepaaldelijk ver-schoven.’29

Constants krachtige, vanuit een uitgangspositie van steun voor hetzittende regime gehouden pleidooi vóór een terughoudend optredenvan de postrevolutionaire overheid ten aanzien van gezagsondermij-nende denkbeelden en tégen het zich boven de wet plaatsen van die-zelfde overheid moet Hahn doen hebben besluiten om met de Weder -werkingen te interveniëren in het Nederlandse publieke debat. Sindszijn vrijlating was dit namelijk exact de positie die hij met kracht hadingenomen. Hahn steunde het Uitvoerend Bewind dat met de staats-greep van juni aan de macht was gekomen, maar hij was directvanaf zijn terugkeer op de post van eerste commissaris van de Hol -landse posterijen begonnen zich hevig te verzetten tegen het optredenvan een van de bestuurders die namens het Bewind opereerden, deagent voor Algemene Politie en Binnenlandsche CorrespondentieAbram La Pierre. De functie van ‘agent’ die La Pierre bekleedde hieldhet midden tussen minister en hoogste ambtenaar voor BinnenlandseZaken. La Pierre was tot deze post benoemd door het bewind dat aan demacht was gekomen met de radicale staatsgreep van januari. Ver -volgens had hij behoord tot de ontevreden agenten die dit bewind om-ver hadden geworpen, waarna hij kortstondig deel had uitgemaaktvan een Intermediair Uitvoerend Bewind.30 Nadat dit in augustus

was vervangen door een nieuw bewind, had La Pierre zijn post alsagent weer ingenomen. In de uitoefening van dit ambt behoorde hijnadrukkelijk tot diegenen die bij het herstellen van de orde de inzetvan willekeurige methoden door de overheid gerechtvaardigd acht-ten. La Pierre zag er namelijk geen bezwaar in om gebruik te maken

J O R I S ODDEN S EN MART RUT J E S 59

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 59

van het feit dat hij uit hoofde van zijn functie zowel het toezicht uitoe-fende op de posterijen als verantwoordelijk was voor het verzamelenvan inlichtingen.

Het was de vervulling van deze dubbelrol door La Pierre die Hahnop september , luttele dagen nadat hij zijn plek als commissarisweer had ingenomen, een brief deed schrijven aan de commissie uithet Vertegenwoordigend Lichaam die zich bezighield met de posterij-en. Hij probeerde hiermee de wetgever aan te zetten tot een ‘spoedigeen krachtdaadige opruiming van zekere instelling des wettenloozenbewinds’. Namens de commissarissen hield hij het voor volstrekt on-wettig dat La Pierre zonder enige vorm van instructie het oppertoe-zicht over de posterijen was opgedragen, temeer daar de agent dit toe-zicht ‘zeer ruim’ had opgevat: hij meende namelijk het recht te hebbenom medewerkers van de posterijen op eigen gezag op te dragen ompost te onderscheppen en te openen. Volgens Hahn was dit ‘onbestaan-baar met den geest van orde, zonder welken ons geheel bestuur […]moet in het niet loopen’. Hahn wees de volksvertegenwoordigers eropdat het oppertoezicht over de posterijen volgens de grondwet hetUitvoerend Bewind toekwam, en dat het bewind zich weliswaar doorzijn agenten kon laten bijstaan, maar dit toezicht niet geheel aan eenagent kon overlaten, zeker niet zolang er geen wettelijke bepalingenbestonden op grond waarvan de agent kon handelen.31

Hij kreeg gedeeltelijk zijn zin. Het Uitvoerend Bewind voldeed nietaan het verzoek dat na Hahns brief door de commissie uit het Wet -gevend Lichaam was gedaan om de agent het toezicht over de posterij-en geheel te ontnemen. Maar het Bewind besloot op oktober wel datde agent voortaan geen brieven meer mocht aanhouden en openenzonder daarvan eerst zowel het Bewind als de commissarissen in ken-nis te stellen.32 Eind zou het Uitvoerend Bewind La Pierre alsnogpasseren op het vlak van de posterijen en het toezicht – in afwachtingvan de aanstaande instelling van de nationale posterijen – grotendeelsoverlaten aan de commissarissen in de verscheidene gewesten.33 Totdat moment bleef de professionele verhouding tussen Hahn en La Pierrezeer gespannen, zo valt op te maken uit de verslagen van de vergade-ringen van de Hollandse commissarissen.

60 SC ENAR IO VOOR E EN VOLTOO ID E R E VOLUT I E

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 60

In de historiografie is tot nu steeds sterk benadrukt dat veel Bata venna de staatsgrepen van de politiek moe waren. Jacob Hahn lijkt ineerste instantie goed binnen dit patroon te passen. Na zijn vrijlatingkeerde Hahn immers niet terug in het politieke ambt van volksverte-genwoordiger – aan zijn vriend Johan Valckenaer liet hij weten ‘dat degloed van mynen yver’ om nog een rol te spelen in de actieve politiek‘oneindig minder’ was – maar koos hij voor het schijnbaar apolitiekeambt van bestuurder bij de posterijen.34 Wanneer we Hahns geval ech-ter nader bekijken, blijkt dat deze keuze allerminst moet worden ge-zien als een weigering om nog verder over politiek na te denken ofzelfs om het postrevolutionaire politieke bewind actief op het juistespoor te blijven houden. Vanuit een minder centrale en daarom voor dehistoricus minder zichtbare positie verzette Hahn zich tegen wat hijbeschouwde als willekeurig en daarmee uiteindelijk schadelijk over-heidsoptreden in een poging om zo de idealen van de revolutie veiligte stellen; tegelijkertijd zette hij het werk van Constant in om de pu-blieke opinie in deze richting om te buigen.

Conclusie‘Het maken van een revolutie is vaak niet eens het grootste probleem.De echte moeilijkheden beginnen pas de volgende dag: als de vraagrijst wat er met het behaalde succes gedaan moet worden.’35 In een be-langrijk artikel uit beschreef Niek van Sas vier politieke scenario’sdie in de periode - werden ontworpen voor het voltooien vande Bataafse Revolutie: het federalistische, het moderate, het revolutio-nair republikeinse en het modern-democratische. Toen de samenlevingeen aantal jaar later depolitiseerde, zo stelt Van Sas terecht, werden revo-lutionaire toekomstscenario’s voorlopig opgeborgen.36 In maakteeen nieuwe staatsgreep een einde aan veel van de democratische vrij-heden die sinds bestonden. Onder meer op het gebied van de pers-vrijheid nam de repressie toe; een leidende rol was hierbij weggelegd bijde agent Abram La Pierre, die zich ook bij de nieuwe regimewisselinghad weten te handhaven.37

Het is verleidelijk maar onterecht om met deze kennis achteraf deperiode tussen de staatsgreep van juni en die van te be-

J O R I S ODDEN S EN MART RUT J E S 61

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 61

schouwen als opmaat naar een gedepolitiseerde samenleving. Dezejaren vormen een Thermidoriaans moment waarop de Bataven drukbezig waren invulling te geven aan de Staatsregeling en probeerdenvast te stellen welke vorm van politiek nu nodig was.38 Het scenariodat Jacob Hahn ontvouwde aan de hand van Constant vertoonde in-houdelijke verwantschappen met zowel het revolutionair republi-keinse als het modern-democratische scenario van de voorgaande pe-riode. Maar de revolutionaire beginselen werden in door Hahngepresenteerd als basis van de nieuwe status-quo van een gematigd enrechtvaardig constitutioneel bestel, waarin ruimte was voor tegenge-luiden en de overheid zich behoorde te houden aan dezelfde wetten enregels als de burgers. Dat Hahn voor zijn bezwaren over het optredenvan La Pierre aanvankelijk gehoor vond bij het Wetgevend Lichaamen gedaan kreeg dat deze zijn systematische schendingen van hetbriefgeheim niet langer zonder enig toezicht kon voortzetten, laat ziendat de richting waarin het postrevolutionaire bestel zich zou ontwik-kelen op dat moment nog zeker niet vastlag.

Meer aandacht voor scenario’s zoals dat van Hahn verdiept het on-derzoek naar de ondergewaardeerde periode na , zoals dat al ge-beurt in het onderzoek naar Frankrijk na de Terreur. Het tijdvak vanhet Directoire is lang beschouwd als een periode van a- of zelfs anti-politiek, maar recent onderzoek heeft een ander, complexer beeld op-geleverd. De politieke cultuur van deze jaren werd gekenmerkt dooreen modern republicanisme (zie Constant) en internationaal kosmo-politisme, maar bezat geen intern coherente bestuurlijke structuur ofideologie. Er bestonden bovendien alternatieve visies zoals het radi-cale conservatisme van de Maistre en het communisme van Babeuf,die het moderne republicanisme verwierpen.39 Er was geen sprake vanrechtlijnige depolitisering, maar eerder van een creatieve heroriëntatieop de Revolutie en haar beginselen.

Het voorbeeld van Jacob Hahn laat zien dat deze heroriëntatie ookplaatsvond in de jaren na de Bataafse Terreur. De scenario’s van het be-gin van de revolutie waren gewogen, bepleit, en bestreden, maar deelsook terechtgekomen in de Staatsregeling. Na juni kwam het aanop de uitvoering, een proces dat bij velen om uiteenlopende redenen

62 SC ENAR IO VOOR E EN VOLTOO ID E R E VOLUT I E

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 62

tot frustratie leidde. Die ‘frustratie’ kan ook, en wellicht beter, geïnter-preteerd worden als een nieuwe fase in de politiek-ideologische her -ijking van het Bataafse republicanisme. Sommigen, zoals Johan Valcke -naer en Bernardus Bosch, bleven grotendeels vasthouden aan derevolutionair-republikeinse beginselen van , terwijl anderen, zo-als Rutger Jan Schimmelpenninck, inmiddels de ‘individuele vrijheiden huisselijke zekerheid’ tot hoogste doel van de politiek hadden ver-heven.40 Hahn op zijn beurt meende dat rechtsstatelijkheid geen langleven beschoren was zonder actief burgerschap. Het levendige politie-ke debat van de periode - vormt zo een belangrijke schakel in de rommelige transitie van republikeinse naar liberale politiek inNederland. Daarbij was geenszins sprake van de door velen gewenstenationale eendracht en saamhorigheid.

J O R I S ODDEN S EN MART RUT J E S 63

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 63

haare schadelyke gevolgen voorgesteld, inzonderheid met betrekking tot dit gemeenebest(Leiden ).36 Ibidem, -.37 Ibidem, .38 Ibidem, .39 Johan Meerman (ed.), Hugonis Grotii, Batavi, parallelon rerumpublicarum liber tertius: de moribus ingenioque populorum Atheniensium, Romanorum, Batavorum.Vergelijking der gemeenebesten door Hugo de Groot. Derde boek: over de zeden en deninborst der Athenienseren, Romeinen en Hollanderen ( dln. en registerdeel Haarlem-). Zie over dit werk: Arthur Eyffinger, ‘Hugo Grotius’ Parallelon rerumpubli-carum’, in: H.J.M. Nellen en J. Trapman (eds.), De Hollandse leerjaren van Hugo deGroot (-). Lezingen van het colloquium ter gelegenheid van de -ste sterfdagvan Hugo de Groot (’s-Gravenhage, augustus- september ) (Hilversum ) - en Arthur Eyffinger, ‘Een te lang veronachtzaamd juweeltje: het Parallelon rerumpublicarum van Hugo de Groot’, in: Zweder von Martels, Piet Steenbakkers en Arjo Vanderjagt (eds.), Limae labor et mora. Opstellen voor Fokke Akkerman ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag (Leende ) -.40 Meerman (ed.), Parallelon - en -.41 Heyne had dit gedaan in zijn Libertatis et aequalitatis civilis in Atheniensium rep. delineatio ex Aristophane. Zie Marianne Heidenreich, Christian Gottlob Heyne und dieAlte Geschichte (München en Leipzig ) en .42 Johan Meerman, ‘Athenen onder Cleo, of eene verhandeling over het toneeldichtvan Aristophanes: De Ridders, als bijlage tot het hoofddeel der vrijheid en slaavernij’,in: Meerman (ed.), Parallelon, registerdeel, -. Het citaat op .43 Zie boven, noot .44 [Luzac], Lettres sur les dangers, .

noten p. 51-631 J.G.H. Hahn, ‘Aan den lezer’, in: Benjamin Constant, Van wederwerkingen in denstaat (politieke reactien), J.G.H. Hahn (ed.) (Den Haag ) v.2 Zie over Jacob Hahn ten tijde van de Nationale Vergadering: Joris Oddens, Pioniersin schaduwbeeld. Het eerste parlement van Nederland - (Nijmegen ); MartRutjes, Door gelijkheid gegrepen. Democratie, burgerschap en staat in Nederland - (Nijmegen ); Joris Oddens, ‘“Een lam republikeintje als ik.” Jacob Hahn, hetachttiende-eeuwse gevoelsdenken en de ordeverstoringen in de Nationale Vergadering’,in: Peter van Dam, Bram Mellink en Jouke Turpijn (eds.), Onbehagen in de polder.Nederland in conflict sinds (Amsterdam ) -. Over de politieke gevangen-schap na de staatsgreep van januari : Joris Oddens, ‘Martelaars van Staat. Bataafsstoïcisme en de politieke gevangenschap op Huis ten Bosch in ’, De NegentiendeEeuw () -.3 Universiteitsbibliotheek Leiden, Bibliotheca Publica Latina, inv.nr. , brief Hahnaan Johan Valckenaer, september .4 Zie over Hahns carrière bij de posterijen: E.A.B.J. ten Brink, Geschiedenis van hetNederlandse postwezen, -. Het ontstaan van een rijksdienst onder de BataafseRepubliek en het Koninkrijk Holland (Den Haag ) passim.5 Brief Hahn aan Valckenaer; Hahn, ‘Aan den lezer’, xxix-xxx.6 N.C.F. van Sas, De metamorfose van Nederland. Van oude orde naar moderniteit, -

254 NOTEN

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 254

(Amsterdam ) ; Martijn van der Burg, Nederland onder Franse invloed.Culturele overdracht en staatsvorming in de napoleontische tijd - (Amsterdam) -; Peter Altena, Gerrit Paape (-). Levens en werken (Nijmegen )-; Remieg Aerts, ‘Een staat in verbouwing. Van republiek naar constitutioneelkoninkrijk, -’, in: Idem e.a., Land van kleine gebaren. Een politieke geschiedenisvan Nederland, - (Amsterdam ) . Zie voor een recent commentaar op dehistoriografische nadruk op depolitisering ook Mart Rutjes, ‘Onderdrukt onbehagen.Het ontstaan van de repressieve staat in Nederland -’, in: Van Dam, Mellink enTurpijn (eds.), Onbehagen in de polder, -. 7 Ondanks de toegenomen aandacht voor de Bataafse Republiek hebben historici aande periode na nog weinig aandacht besteed. Zie voor een positieve uitzondering hetartikel ‘De betekenis van ’ van Van Sas in De metamorfose van Nederland, -.8 Van Sas, De metamorfose van Nederland, ; Niek van Sas, ‘De Republiek voorbij.Over de transitie van republicanisme naar liberalisme’, in: Frans Grijzenhout, Niek vanSas en Wyger Velema (eds.), Het Bataafse experiment. Politiek en cultuur rond

(Nijmegen ) -, aldaar .9 Dirk Alkemade, De Bataafse reactie. Bataafs constitutioneel denken en de staats -regeling van (ongepubliceerde masterscriptie, Universiteit van Amsterdam ).10 ‘Van Wederwerkingen in den Staat. (Politieke Reactien). Naar het Fransch, doorJ.G.H. Hahn’, Vaderlandsche Letteroefeningen (Amsterdam ) -, aldaar .11 Signatuur: KB G .12 Nieuwe Vaderlandsche Bibliotheek, febr. , .13 Benjamin Constant, ‘De la liberté des anciens comparée à celle des modernes’, in:M. Gauchet (ed.), Benjamin Constant, De la liberté chez les modernes. Ecrits politiques(Parijs ) -. Zie ook K. Steven Vincent, Benjamin Constant and the Birth ofFrench Liberalism (Basingstoke ).14 Dennis Wood, ‘Benjamin Constant: Life and Work’, in: Helena Rosenblatt (ed.), The Cambridge Companion to Constant (Cambridge ) -, aldaar -.15 Over het vroege werk van Constant is weinig gepubliceerd, het beste en meest complete overzicht biedt Etienne Hofmann, Les ‘Principes de politique’ de BenjaminConstant. La genèse d’une oeuvre et l’évolution de la pensée de leur auteur (-)Tome (Genève ). Zie voor een bespreking van Constants visie op de Terreur:Stefano de Luca, ‘Benjamin Constant and the Terror’, in: Rosenblatt, Cambridge Com -panion to Constant, -.16 Constant, Wederwerkingen, .17 De Luca, ‘Constant and the Terror’, .18 Constant, Wederwerkingen, .19 Ibidem, .20 Niek van Sas, Bataafse Terreur. De betekenis van (Nijmegen ).21 Hahn, ‘Aan den lezer’, xxv.22 Ibidem.23 Ibidem, xiii.24 Hugh Gough, The Terror in the French Revolution (Basingstoke en Londen ) -;David Andress, ‘The Course of the Terror, -’, in: Peter McPhee (ed.), A Com -panion to the French Revolution (Malden en Oxford ) -, aldaar -;Darrin McMahon, Enemies of the Enlightenment. The French Counter-Enlightenmentand the Making of Modernity (Oxford ) .

255

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 255

25 Constant, Wederwerkingen, .26 Ibidem, .27 Hahn, ‘Aan den lezer’, .28 Constant, Wederwerkingen, .29 Ibidem, .30 Oddens, Pioniers in schaduwbeeld, .31 Nationaal Archief, Den Haag, Archieven posterijen in Holland, -, inv. nr. ,notulen vergaderingen Commissarissen der Posterijen voor , vergadering van september .32 Ibidem, vergadering van oktober .33 Ten Brink, Geschiedenis, .34 Brief Hahn aan Valckenaer.35 N.C.F. van Sas, ‘Scenario’s voor een onvoltooide revolutie, -’, Bijdragen enMededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden () -, herdruktin: Idem, De metamorfose van Nederland, -, aldaar .36 Van Sas, De metamorfose van Nederland, -.37 Zie hiervoor Ivo Nieuwenhuis, Onder het mom van satire. Laster, spot en ironie inNederland, - (Hilversum ) -; en Erik Jacobs, ‘: A Turning Point?Censorship in the Batavian Republic’, in: Joris Oddens, Mart Rutjes en Erik Jacobs(eds.), The Political Culture of the Sister Republics, -: France, The Netherlands,Switzerland, and Italy (Amsterdam ) -, aldaar .38 Zie voor het begrip ‘Thermidoriaans moment’ Bronislaw Baczko, Ending the Terror.The French Revolution after Robespierre (Cambridge ) -.39 James Livesey, ‘The Political Culture of the Directory’, in: McPhee (ed.), Companionto the French Revolution, -, aldaar .40 Van Sas, ‘De Republiek voorbij’, -.

noten p. 65-791 Manuschript bevattende alle de bijzonderheeden, van de komst der eerste Kosakken inHolland. En het gevangen neemen van den Franschen admiraal Truquet [hierna:Manuschript], , in: Nationaal Archief, Den Haag, Archief Staatssecretarie -

(hierna: Archief Staatssecretarie), inv.nr. .2 Zie bijvoorbeeld Manuschript, .3 Zo wordt Kelfken niet genoemd in W. Uitterhoeve, – Haagse bluf. De korte chaosvan de vrijwording (Nijmegen ). Evenmin komt hij voor in oudere werken alsJ.W.A. Naber, Overheersching en vrijwording. Geschiedenis van Nederland tijdens deInlijving bij Frankrijk juli -november (Haarlem ).4 Bijvoorbeeld in J. Konijnenburg, Nationaal gedenkboek der hernieuwde Nederlandseunie van den jare (Den Haag ) -; Kelfken wordt omschreven alseen ‘burger van Utrecht, die zich jegens het vaderland zeer verdienstelijk maakte, doorzijnen betoonden ijver in het afschudden van het Fransche juk’, in: Biographisch woor-denboek der Nederlanden , A.J. van der Aa (ed.) (Haarlem ) .5 ‘Zo zien wij den Heer Jan Arnold Kelfken op een vroegen morgen zijn Rossinant be-stijgen en op zijn eentje “onze aanrukkende verlossers te gemoed” rijden, om hen bijhet inrukken in Holland tot gids te dienen’, aldus: C. Gerretson (ed.), ‘De Hollandschekozak. De rit der Baskieren op Amsterdam in den nacht van / November , ver-teld door hun gids Heer Jan Arnold Kelfken’, Groot-Nederland. Letterkundig Maand -

256 NOTEN

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 256

is als onderzoeker en docent verbonden aan de univer-siteiten van Leiden, Nijmegen, Amsterdam en Groningen. In

promoveerde hij bij Niek van Sas en Wyger Velema op het proefschriftPioniers in schaduwbeeld. Het eerste parlement van Nederland -, dat tot stand kwam binnen het onderzoeksproject The first Dutchdemocracy. The political world of the Batavian Republic -.

is emeritus hoogleraar Middeleeuwse geschiedenisaan de Radboud Universiteit Nijmegen. In publiceerde hij De ontdekking van de Middeleeuwen, waarin hij nagaat hoe en waarommensen geïnteresseerd raakten in de Middeleeuwen. Zijn meest recente publicatie is een bewerkte versie van zijn afscheidscollege De uitvinding van de rooms-katholieke kerk ().

is als postdoc en docent verbonden aan de afdelingGeschiedenis van de Universiteit van Amsterdam. In promoveer-de hij bij Niek van Sas en Wyger Velema op het proefschrift Door gelijkheid gegrepen. Democratie, burgerschap en staat in Nederland-. Momenteel doet hij onderzoek naar publieke debatten overde relatie tussen overheid en religie in de twintigste eeuw.

is gewoon hoogleraar Cultuurgeschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw aan de Katholieke UniversiteitLeuven. Hij publiceert vooral over de geschiedenis van de historischecultuur en over universiteits- en wetenschapsgeschiedenis. Recentverschenen onder meer Mannen van karakter. De wording van de moderne geesteswetenschappen () en Ravage. Kunst en cultuur intijden van conflict (met Eline van Assche, ).

.. is universitair hoofddocent Geschiedenis en JanRomein-hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is gespe-cialiseerd in de geschiedenis van de achttiende eeuw, in het bijzonderdie van het politieke denken. Op dat terrein publiceerde hij ondermeer Enlightenment and Conservatism in the Dutch Republic () enRepublicans ().

285

SAS vs06_DEF22-5 22-05-15 12:29 Pagina 285