FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
HET SYRIË CONFLICT: ISIS
FRAGMENTERING EN ESCALATIE IN MOSLIMEXTREMISME
BRAM BRUYNSEELS
DIEDE D’HUYVETTER
DIMITRI KERKDIJK
ZEGER VERLEYE
HET SYRIË CONFLICT: ISIS FRAGMENTERING EN ESCALATIE IN MOSLIMEXTREMISME
‘We are all extremely worried and we all want to see an end to the suffering of
the people of Syria. This is a humanitarian crisis of unprecedented proportions
in recent history. The world must do everything within its powers to stop the
suffering of the Syrian people.’
VN Secretaris-generaal Ban Ki-moon, 6 september 2013
Syrië gaat sinds januari 2011 gebukt onder enorme onrust,
beginnend bij vreedzame opkomsten en protest, kenmerkend voor
de zogenaamde Arabische Lente die zich voordeed in verscheidene
landen, ontwikkelde de situatie in Syrië zich tot een
burgeroorlog. Dit conflict beheerst de laatste jaren de
internationale politieke agenda. De protesten tegen de
corruptie en voor politieke hervormingen waren een nieuw
fenomeen in het land van president Bashar al-Assad. De
repressieve reacties van de regering op het protest had
verregaande gevolgen en lag mee aan de basis van een spiraal
van geweld doorheen het land. De Syrische veiligheidsdiensten
sloegen de opstanden zeer gewelddadig neer met doden en
gewonden tot gevolg. De harde aanpak van de Syrische overheid
deed het verzet tegen de regering echter nog meer toenemen.
Vreedzaam protest ging over in gewapend verzet en
verschillende oppositiegroepen waaronder democratische
groeperingen en soennitische moslims verenigden zich in
gewapende groeperingen. Een belangrijke structurele oorzaak van
het conflict is dat de soennitische moslims, die in de
3
meerderheid zijn in Syrië, niet de correcte politieke
vertegenwoordiging krijgen. De macht ligt voornamelijk in
handen van de alawietische minderheid, een religieuze groep op
basis van de sijitische leer, waartoe al-Assad behoort. Het
conflict heeft daardoor niet enkel een politiek karakter door
de strijd voor hervormingen, maar eveneens een religieus
karakter omdat het de eeuwenoude strijd tussen sjiitische en
soennitische moslims vervat. Het spreekt voor zich dat daardoor
het conflict niet alleen de bestaande machtsrelaties en
godsdienstige verhoudingen tart in het eigen land, maar dat
deze ook problematisch worden in de omliggende landen.
Het conflict in Syrië is echter geen eenduidig verhaal
waarin twee verschillende groeperingen elkaar bekampen.
Integendeel, het conflict wordt gekenmerkt door uiteenlopende
groeperingen en allianties waarvan de onderlinge verhoudingen
vaak onduidelijk blijken. Zo zijn er verschillende
oppositiegroepen die elkaar bekampen en de anderen trachten uit
te schakelen. De aanwezigheid van verschillende actoren en een
problematische beeldvorming van deze groeperingen maken het
conflict in Syrië uiterst complex en moeilijk begrijpbaar. Door
de aandacht te vestigen op ISIS, één van de interne actoren in
het conflict, trachten we enigszins duidelijkheid te scheppen
over de bijzondere situatie in Syrië. De focus op ISIS moet ons
toelaten om niet enkel de rol en het belang van de organisatie
te begrijpen, maar ook om meer duidelijkheid te verkrijgen over
de complexe verhoudingen tussen de verschillende partijen in
het conflict.
4
In wat volgt hanteert het onderzoek een chronologische en
thematische structuur waarbij als eerste een korte algemene
geschiedenis van ISIS tot aan het eigenlijke Syrië conflict
wordt geschetst. Vervolgens gaat de bespreking in op de
specifieke rol van de actor in de burgeroorlog, om daarna de
ontwikkelingen van ISIS in het conflict te beschrijven en
mogelijke toekomstige evoluties te schetsen. Het onderzoek
eindigt met twee korte analyses van onderwerpen die als een
rode draad doorheen dit onderzoek lopen, namelijk de rol van de
media en de relatie tussen opportunisme en ideologie bij ISIS.
WHAT’S IN A NAME?
ISIS is een soennitische groepering die betrokken is bij
het conflict in Syrië. Het acroniem staat voor ‘Islamic State of Iraq
and Sham’ (ABC News, 7/01/2014). Het einddoel van de leden van
deze organisatie is om een soennitisch kalifaat op te richten
die zowel het Irakese als het Syrische grondgebied omvat. Om
dat doel te verwezenlijken voert ISIS gewelddadige aanvallen en
aanslagen uit op iedereen die de vorming van dit kalifaat in de
weg staat. ISIS is dus meer dan enkel een interne actor in dit
conflict, maar is ook actief in andere landen in het Midden-
Oosten.
Aan de top van de organisatie staat de emir, die het
gezicht en de stem van ISIS vormgeeft. Deze leider wordt Sham is de Arabische naamgeving voor Levant. Dit is het gebied dat een groot deel van het Syrische grondgebied omvat.
5
bijgestaan door raadsheren, ondergeschikte afgevaardigden en
operationele commandanten, die de kerngroep vormt waar alle
beslissingen worden gemaakt (Zimmerman, 2013:8). De middenlaag
van de groepering wordt uitgemaakt door soldaten of gewapende
militanten. Zij zijn ondergeschikt aan een plaatselijke
commandant en voeren de operaties uit die de kerngroep
uitvaardigd. De laagsten in de hiërarchie zijn de volgelingen
en voorstanders van de organisatie (Al monitor, 19/8/2013),
wiens takenpakket erg uiteenlopend kan zijn.
De oorsprong van ISIS ligt in Irak, waar vanaf 2004 de
groepering onder de naam Jama'at al-Tawhid wal-Jihad of ‘The
Organization of Monotheism and Jihad’ verantwoordelijk was voor
verscheidene aanslagen tegen de toenmalige Amerikaanse
bezettingsmacht (De Wereld Morgen, 13/03/2014). Naast aanslagen
op Amerikaanse troepen en Irakese politie pleegde de
organisatie onder leidding van Abu Musab al-Zarqawi eveneens
verscheidene terroristische aanslagen op sjiitische burgers. In
2004 zweerde al-Zarqawi trouw aan Osama bin Laden en werd de
organisatie een onderdeel van al-Qaeda. Die toetreding leidde
tot een naamsverandering naar Tanzim Qaidat al-Jihad fi Bilad al-Rafidayn
of ‘The Organization of Jihad's Base in the Country of the Two Rivers’ (TRAC, b,
2014). De groepering groeide in Irak uit tot een belangrijke
speler in de strijd van al-Qaeda tegen de Amerikaanse
strijdmachten.
De steeds toenemende rol van de organisatie resulteerde in
een uitbreiding van het actiegebied naar onder andere Jordanië
en Israel. De invloed en het belang van de organisatie in die
landen bleef echter beperkt. In Irak was de organisatie wel een
6
belangrijke groep en zelfs van essentieel belang voor al-Qaeda.
De relatie met de leiding van al-Qaeda bleek echter niet altijd
zonder problemen te verlopen. Reeds in 2005 waren spanningen te
merken tussen de organisatie en de leiding van al-Qaeda. Osama
bin Laden was overtuigd dat de aanslagen op moslims,
voornamelijk gericht op sjiitische moslims, een negatief effect
zouden hebben op de publieke steun aan al-Qaeda. Om die reden
kreeg al-Zarqawi de instructies om dergelijke aanslagen niet
meer uit te voeren, instructies die hij echter niet opvolgde
(Laub, 2014). Toen leider al-Zarqawi in 2006 omkwam, werd Abu
Ayyub al-Masri de nieuwe leider. Deze ontwikkelingen hadden tot
gevolg dat de organisatie opnieuw een naamsverandering
onderging, voortaan zou de organisatie ISI of de ‘Islamitische
Staat in Irak’ worden genoemd.
De doelstellingen van ISI waren op dit moment duidelijk
omlijnd. Deze waren; de strijd tegen Amerikanen in Irak; het
verspreiden van de strijd naar niet-soennitische buurlanden;
het oprichten van een soennitisch kalifaat; en een groter
engagement in het Arabisch-Israëlisch conflict (De Wereld
Morgen, 13/03/2014). Met de terugtrekking van de Amerikaanse
troepen uit Irak in 2011 nam de intensiteit van de acties van
ISI toe en werd de invloedsfeer verder uitgebreid naar
nabijgelegen landen, waaronder Syrië.
Het verleden van de organisatie wordt echter gekenmerkt
door een steeds fluctuerende invloed. Amerikaanse acties
zorgden op verschillende plaatsen voor een afname van de steun
van soennitische stammen aan al-Qaeda en ISI. Gecombineerd met
de vaststelling dat de leiders van ISI verschillende malen het
7
slachtoffer waren van Amerikaanse militaire acties moet
duidelijk zijn dat de organisatie ook vaak te kampen had met
tegenslagen. Zo werd in 2010 al-Masri gedood en reeds een jaar
later werd zijn opvolger Huthaifa al-Batawi om het leven
gebracht (The New York Times, 19/04/2010. ; Reuters,
8/05/2011). ISI, dat vanaf dat moment geleid zou worden door
Abu Bakr al-Baghdadi, ging zich vanaf dan nadrukkelijker
bezighouden met de strijd voor een soennitische staat in het
Midden-Oosten.
Bij de Egyptische opstanden van de Arabische Lente in 2012
steunde ISI de protesten en vanaf 2013 deden zij dit ook voor
het Syrische conflict. Al-Baghdadi zag deze situatie als een
uitgelezen kans om het actiegebied van zijn organisatie uit te
breidden en de strijd voor een soennitische islamitische staat
te doen toenemen. In opdracht van al-Baghdadi poogde Abu
Mohammed al-Golani, een Syrische ISI-strijder, het gedachtegoed
en de acties van ISI te verspreiden naar Syrië. Dat leidde tot
de oprichting van Jabhat al-Nusra in 2012 (TRAC, a, 2014). al-
Nusra werd in het Syrische conflict als behoorlijk succesvol
beschouwd vanwege de sterke ideologische overtuiging en de
gevechtservaring van de overwegend buitenlandse strijders.
Al-Baghdadi vond in april 2013 het moment aangebroken om
het actieterrein van ISI uit te breidden door gebruik te maken
van het succes van al-Nusra. Hij gaf de leiders van al-Nusra de
opdracht om hun organisatie onder te brengen in ISI, waardoor
de organisatie vanaf dat moment de naam ISIS zou dragen. De
naamsverandering was symbolisch voor de territoriale
uitbreidding en de actieve rol die deze organisatie op zich nam
8
in Syrië. Al-Golani weigerde echter om zijn nieuw gevormde
organisatie in ISIS te laten opgaan en werd hierin gesteund
door de leider van al-Qaeda. Hoewel ze duidelijk dezelfde
ideologische overtuiging en doelstellingen hadden, ontstonden
op die manier twee groeperingen die in gespannen relatie
stonden met elkaar.
Onder druk van al-Baghdadi werd een afdeling van ISIS uit
de grond gestampt in Syrië, naast het reeds aanwezige al-Nusra.
Naar schatting 65% van de leden van al-Nusra zouden zich daarop
bij ISIS hebben aangesloten. Wat volgde was een machtstrijd
tussen de verschillende leiders en organisaties. Een belangrijk
twistpunt voor beide groeperingen is nog steeds welke van de
twee de officiële vertegenwoordiger is van al-Qaeda in Syrië.
ISIS IN HET SYRIË CONFLICT
De intrede van ISIS in Syrië werd bewerkstelligd door het
opzetten van een campagne tussen 2012-2013 die ‘de muren zou
breken’ (Lewis, 2013). De operatie had de bedoeling om het
regime van Assad te verzwakken door gerichte bomaanslagen op
vertegenwoordigers van de staat en door het overnemen van
gevangenissen om leden en fondsen te werven. Deze campagne werd
vanaf mid-2013 opgevolgd door de huidige Hasad al Junud operatie,
waar de bedoeling vooral is om voet op de grond te krijgen in
Syrië en Irak (Zarras, 2014: 4). Dit houdt in dat zij steden en
gebieden proberen te veroveren en actief aan ledenwerving doen.
De schattingen van het aantal manschappen in Syrië zijn
uiteenlopend, gaande van 5.000 tot 6000 strijders (Foreign
9
Policy, 10/10/2013) en met de voorstanders meegeteld loopt dit
op tot ongeveer 23.000 (Yahoo! News, 5/12/2013). De hoeveelheid
verandert echter constant door de toestroom en de afvloeiing
van buitenlandse strijders die een significant deel zijn van de
troepen van ISIS. De organisatie is een samenstelling van
Tsjetsjenen, Irakezen, Afghanen, militanten uit het Westen etc.
Toch wordt 60-70% van deze groepering opgemaakt uit Syriërs
(BBC, 24/12/2013). De militaire ervaring van buitenlandse
strijders in andere conflicten maakt echter dat de top van ISIS
voornamelijk bezet wordt door uitheemse leden. (al-Tamimi,
2014: 6).
Het onderwerp van hun inkomstenwerving is controversieel.
ISIS wordt door bepaalde journalisten beschouwd als een
economisch opportunistische organisatie, doordat zij haast
maffiosi-achtige praktijken stellen, zoals afpersing,
autodiefstal en het stelen en doorverkopen van olie (Newsweek,
13/03/2010). Zij hebben echter ook meer ideologisch onderbouwde
vormen van inkomsten, zoals donaties van sympathisanten uit de
Golf regio (TRAC, 2014) en de Jizya, een speciale belastingen
op niet-moslims in de gebieden die zij veroveren (Zarras,
2014:1). Op dit gebied verschillen zij echter weinig van andere
organisaties in het conflict. Haast alle partijen proberen zich
te financieren door allerlei activiteiten, of deze nu legaal of
illegaal zijn.
Op het terrein heeft ISIS zowel successen als verliezen
gekend. Toen de organisatie nog samen opereerde met andere
oppositiegroeperingen, had ze vooral terreinwinsten in het
Noorden en het Noord-Oosten. De doelwitten die zij viseren zijn
10
vaak dorpen of steden met een soennitische meerderheid, dus
gebieden die een ideologische overeenkomst met de organisatie
vertonen. Hun sterkste punten waren de dorpen en steden aan de
grens met Turkije, Aleppo, Idlib en Raqqa. Deze posities, op
Raqqa en een paar dorpen aan de Turkse grens na, zijn ze op dit
moment allemaal kwijt. Door de grote flexibiliteit en
complexiteit op het veld, zijn er weinig overzichtelijke
kaarten voor de escalatie (BBC, 13/03/2014). De kaart van 6
Januari 2014 toont de gebiedscontrole van ISIS en de aparte
steden en dorpen die zij bezitten. Hun territorium is erg
uitgespreid over het Noorden en het Oosten van Syrië, wat te
verklaren is door de veelheid aan fronten die bestaan en de
tactiek van één bolwerk per keer te veroveren (SYRIA:direct,
21/02/2014).
11
Figuur 1: Invloedsferen in Syrië, 6 januari 2014 (BBC, 13/03/2014)
Militair gezien had ISIS al enkele voordelen in het
conflict. Door hun betrokkenheid in de oorlog in Irak, hadden
zij reeds ervaring met asymetrische oorlogsvoering, maar ook de
kennis van het terrein in het Oosten van Syrië en een uitbreid
netwerk van lokale Jihadi’s waren voordelig (Zarras, 2014:4).
Ook hun tactieken zijn niet onbesproken. Door gebruik te maken
van controversiële technieken van oorlogsvoering, zoals het
onthoofden van tegenstanders, het weigeren van humanitaire hulp
(Foreign Policy, 23/03/2014), het molesteren van de dode
lichamen van vijanden en het plannen van gesofisticeerde
bomaanvallen (Zarras, 2014: 4), weten zij een sterke indruk te
maken.
12
EERSTE SPANNINGEN
De relatie tussen ISIS, de andere rebellengroeperingen en
het regime van Assad stond al sinds het begin van de
burgeroorlog onder druk. Hoewel ISIS in se ook strijd tegen het
dictatoriale regime van Assad werd zij al snel door de andere
rebellen, zoals het FSA en al-Nusra, als problematisch gezien.
Haar radicale gedachtegoed en brutale acties hebben gezorgd dat
zij vervreemd zijn geraakt van de andere groeperingen, deze
zijn ISIS dan ook liever kwijt dan rijk (Time, 16/09/2013). De
succesvolle acties van ISIS in het begin van de oorlog leken er
echter op te wijzen dat zij niet snel zal verdwijnen als actor.
Niettemin bleef het, op enkele kleinschalige conflicten
na, redelijk rustig tussen de verschillende rebellengroepen.
Zij streden aanvankelijk vooral retorisch met elkaar zonder dat
er veel bloedvergieten aan te pas kwam. De belangrijkste vijand
was begin 2013 nog steeds het Syrische regime dat in toenemende
mate wanhopigere militaire acties begon te ondernemen tegenover
de rebellen, maar ook tegenover de burgerbevolking. ISIS, al-
Nusra en het Free Syrian Army (FSA) voerden dan ook, met
wisselend succes, regelmatig gecoördineerde aanvallen uit op
het Syrische leger.
In September 2013 veranderde de aard van de relatie tussen
ISIS en de andere groeperingen grondig. Tussen 18 en 23
September ondernam ISIS een aanval op het stadje Azaz, gelegen
13
ten noorden van Aleppo, dat in handen was van het FSA. De stad
werd onverhoeds en zonder duidelijke reden aangevallen en
veroverd, waarbij beide groepen verliezen leden. Er wordt
aangenomen dat ISIS deze offensieve daad ondernam omdat Azaz
een belangrijk doorgangspunt is voor bevoorrading voor zowel de
oppositiegroepen als voor humanitaire organisaties. ISIS gaf
(gaven) deze grensstad echter uit handen in februari 2014 om
hun strijdkrachten meer te kunnen concentreren in de regio van
Raqqa (McClatchy DC, 28/02/2014).
In Oktober 2013 ondernam ISIS eenzelfde actie, ditmaal in
de stad Atme, waar zij een grote groep FSA strijders
gevangennam. Deze gevangenen werden door de ISIS strijders
gemarteld en vervolgens geëxecuteerd, iets wat ISIS meer en
meer zou doen met mensen die haar in de weg stond. De reactie
van het FSA was één van ongeloof, omdat zij niet begrepen
waarom ISIS zich op deze manier zou keren tegenover
mederebellen. Tijdens een gevangenenruil tussen ISIS en het
FSA, na de inname van Atme, werd vervolgens het lichaam
gevonden van een van de belangrijkste FSA commandanten, Hussein
Suleiman (The Daily Star Lebanon, 03/01/2014). Dit was de
druppel voor het FSA en sindsdien beschouwen zij ISIS en haar
radicale gedachtegoed als een officiële tegenstander.
Naast de vertroebelde relatie met de FSA, kreeg ISIS nog
in 2013 af te rekenen met kritieken van lokale Syrische
bevolking. De organisatie poogde namelijk de plaatselijke
gemeenschappen van de op Assad veroverde steden en dorpen in
het noorden van Syrië herin te richten en te reorganiseren naar
hun wereldbeeld. Maar hun invoering van de strenge islamitische
14
Sharia-wetgeving stuitte op veel tegenkanting in de bezette
gebieden. De harde vervolgingen van de door ISIS geïnstalleerde
rechtbanken op anti-Assad activisten leidden tot opstanden bij
de lokale inwoners die na de tirannie van Assad opnieuw dreigde
af te moeten rekenen met een dictatoriaal regime (Barfi,
10/10/2013).
ESCALATIE: “A WAR OF FACTIONS”
In 2014 escaleerde het conflict tussen ISIS en de andere
rebellengroeperingen volledig (De Wereld Morgen, 13/03/2014).
Terwijl de eerste aanvallen van ISIS op het FSA in 2013 nog
aanzien kunnen worden als geïsoleerde incidenten, kwam het
begin 2014 tot een open oorlogsvoering tussen verschillende
facties waarbij ISIS volledig afgezonderd dreigde te raken.
Behalve het FSA keerde ook islamitische groeperingen zoals het
Islamitisch front en Al Nusra zich openlijk tegen ISIS door
militaire acties uit te voeren. Vroegere FSA divisies
verenigden zich zelfs in de Army of the Mujahedeen, een
organisatie wiens hoofddoel is om ISIS te bevechten (New York
Times, 3/01/2014).
Een belangrijk kantelmoment voltrok zich op 2 januari toen
ISIS de stad Atarib aanviel, die in handen was van het FSA.
Tijdens deze belegering voerde zij verscheidene gruweldaden uit
die kenmerkend zouden worden voor de strategie van ISIS. Op 3
Januari werden bijvoorbeeld protesten georganiseerd tegen ISIS
in en rond Aleppo. ISIS opende zonder waarschuwingen het vuur
op deze protestanten, er vielen evenwel geen slachtoffers, maar
15
het was wel tekenend voor de daadkracht van de groepering. In
de daaropvolgende dagen openden het FSA en andere
rebellengroepringen een offensief op de ISIS posities in de
provincies Aleppo en Idlib, in het noordwesten van Syrië. ISIS
werd door deze aanval gedwongen om verschillende posities te
verlaten, maar behield wel sleutelposities, zoals Atarib en
Aleppo. Op 5 Januari ondernam ISIS zelf een offensief met als
doel de stad Raqqa. Gedurende tien dagen werd een zware strijd
geleverd, maar op 16 januari werd aangekondigd dat Raqqa onder
de controle van ISIS stond. Deze stad is momenteel een van de
belangrijkste bolwerken van ISIS in Syrië.
Op 2 Februari 2014 vond voor ISIS een volgend keerpunt
plaats. al-Qaeda nam in een officiële verklaring afstand van
ISIS en haar activiteiten in Syrië (Time, 3/02/2014). al-Qaeda
leider Al-Zawahiri sloeg ISIS in de ban omdat zij volgens hem
te extremistisch was geworden. Zo zou de organisatie volgens de
al-Qaeda doctrine geen moslimburgers mogen aanvallen terwijl
ISIS zich met de regelmaat van de klok schuldig maakte en nog
steeds maakt aan zulke acties. Recentelijk beet ISIS echter van
zich af, door te stellen dat de leiding van al-Qaeda niet meer
‘de oude weg’ volgt en als afvallig beschouwd moet worden
(Mediawerkgroep Syrië, 22/04/2014).
Waarschijnlijk moet de reden voor de breuk tussen beide
gezocht worden bij oplopende frustraties. Al-Zawahiri was
namelijk in zijn eer geschonden toen één van zijn Irakese
luitenanten, Abu Bakr-Al-Baghdadi, zonder zijn toestemming al-
Qaeda meesleurde in het Syrische conflict. In Syrië trachtte
Al-Bagdadhi vervolgens al-Nusra, de lokale al-Qaeda tak, onder
16
zijn persoonlijke controle te krijgen. Hij werd hierop
aangepakt door Al-Zawahiri en moest zich opnieuw bezighouden
met Irak, maar hij weigerde. Hij bleef echter wel nog onder de
al-Qaeda vlag strijden met zijn nieuw opgerichte ISIS beweging,
maar Al-Zawahiri erkende de beweging niet en eiste zelfs de
ontbinding. De officiële woordvoerder van ISIS antwoordde op
deze eis dat dit ‘defectie’ was en dat ISIS de geografische
limiteringen van al-Qaeda gebaseerd op het ‘Sykes-
Picot’ verdrag nooit zou accepteren (al-Tamimi, 2014: 6). Dit
tweegevecht tussen beide leiders gaf bijkomstige spanningen aan
verdere incidenten en ontwikkelingen.
Opportunisme van de kant van al-Qaeda is echter niet
volledig uit te sluiten. Doordat zij zich distantiëren van het
sectarisch geweld van ISIS kunnen zij immers de Hearts and Minds
van de Syrische bevolking winnen (Foreign Affairs, 13/02/2014).
In de bronnen bestaan uiteenlopende meningen of deze breuk
werkelijk in dit charmeoffensief moet worden geplaatst. De
keuze van al-Zawahiri is namelijk niet zo voordelig voor al-
Qaeda, omdat ze een enorme impact heeft op de macht van de
organisatie. Door ISIS niet te erkennen verliest al-Qaeda
immers de controle over één van hun meest succesvolle
groeperingen en misschien wel belangrijker verliest het zijn
invloed in Irak (The Long War Journal, 3/02/2014). Bovendien
getuigen de gebeurtenissen van een verdeeldheid binnen de
terroristische moslimorganisaties, een verdeeldheid die hun
Dit is een verdrag uit 1916 dat de geografische verdeling van het midden-oosten vastlegde. Het verdrag wordt door ISIS afgewezen omdat het een scheidingslijn is tussen soennitische moslims in Irak en Syrië.
17
strijd en zeker het imago van al-Qaeda niet ten goede lijkt te
komen.
Als gevolg van de excommunicatie van ISIS door al-Qaeda
ligt ISIS logischerwijze in de clinch met al-Nusra, de
officiële al-Qaeda vertegenwoordiging in Syrië (Time,
07/01/2014). Vóór de splitsing met al-Qaeda werkten de twee
groeperingen regelmatig samen bij het uitvoeren van militaire
acties, maar na de breuk stonden beide lijnrecht tegenover
elkaar. Al-Nusra leider Abu Mohammad al-Golani, door Al-
Zawahiri gekozen als Syrische al-Qaeda vertegenwoordiger, wou
een einde maken aan de interne conflicten die tussen de
rebellengroeperingen bestonden. De komst van Al-Bagdadhi en
zijn poging om al-Nusra over te nemen, was echter een stap te
ver voor Al-Golani en leidde uiteindelijk tot de splitsing van
ISIS en al-Qaeda/al-Nusra.
Het stappenplan naar de overwinning betreft het
belangrijkste twistpunt tussen de twee organisaties. al-Nusra
is van mening dat Assad eerst verdreven moet worden alvorens
een islamitische staat kan opgericht worden. ISIS oordeelt
echter dat het oprichten van een islamtische kalifaat de
prioriteit moet hebben en dat Assad in de tussentijd verdreven
moet worden (Zarras, 2014: 3). Volgens de al-Nusra beweging
vergeet ISIS echter dat het doel van de oorlog eerst en vooral
nog altijd het verslagen van het regime is, anders kan men geen
vooruitgang maken. ISIS gelooft dat meerdere manieren bestaan
om het doel te bereiken, maar die worden door al-Qaeda
afgeschreven. Het extremisme en radicale daden zorgen volgens
ISIS echter voor de beste resultaten.
18
Een tweede twistpunt, en nauw verbonden met het vorige,
gaat over de nationaliteiten van de strijders van beide
groeperingen. al-Nusra strijders zijn hoofdzakelijk Syriërs die
van overtuiging zijn dat zij voor hun land en voor een
rechtvaardige zaak vechten. De toplaag van ISIS wordt
daarentegen opgemaakt uit internationale strijders afkomstig
uit Irak, Afghanistan, maar ook veel strijders uit het Westen
(al-Tamimi, 2014: 6). Volgens al-Nusra zijn de ISIS Jihadi’s
dan ook geen oprechte strijders, maar mensen die vooral op zoek
zijn naar avontuur en stellen de oorlog te idealistisch voor.
Zij hebben volgens al-Nusra dan ook niets te zoeken in het
conflict.
In maart en april van 2014 heeft ISIS verschillende malen
terrein in het westen van het land moeten prijsgeven, zo heeft
zij zich grotendeels moeten terugtrekken uit de provincies
Idlib en Latakia in het noordwesten van het land. In het oosten
van het land heeft ISIS wel vooruitgang geboekt. Begin maart
heeft zij immers de stad Markada ingenomen, die strategisch
gelegen is omdat bevoorrading van wapens en manschappen vanuit
Irak hierlangs komt. Op de grens met Irak, meer bepaald Deir-
Ez-Zour, woedt sinds maart een hevige strijd tussen ISIS, het
FSA en al-Nusra. De controle over dit gebied is voor ISIS van
cruciaal belang omdat zij een directe link met Irak nodig
heeft.
De situatie in Irak is echter aan het veranderen. De
Irakese overheid voert met grote regelmaat strijd tegen de ISIS
groepering, maar het is een strijd die niet echt vlot verloopt.
Zo werd er in 2013 nog op 60 kilometer van Bagdad een groot
19
ISIS trainingscentrum teruggevonden, wat pas na een zware
strijd kon worden veroverd op de groepering (Time, 11/02/2014).
Het feit dat op zo’n korte afstand van de hoofdstad een groot
trainingskamp kon worden opgezet, duidt op een falen van de
Irakese veiligheidsdiensten. Het is dan ook niet
onwaarschijnlijk dat in Irak, en dan vooral in het noorden, nog
andere kampen bestaan. De Anbar provincie, gelegen in het
noordwesten van Irak, is momenteel een ISIS bolwerk sinds de
terugtrekking van de Amerikaanse troepen. Zo heeft ISIS op 3
Januari 2014 de steden Fallujah en Ramadi ingenomen en een
Islamitische staat uitgeroepen. Slechts na veel strijd kon het
Irakese leger stukken heroveren, maar de vrees dat ISIS sterker
terugkomt is niet ongegrond. Doordat zij een veel stevigere
controle op het Irakees grondgebied kunnen uitoefenen, kunnen
zij meer middelen naar Syrië sturen.
Samengevat is de rol van ISIS in het Syrië conflict
problematisch. De aanvankelijke successen van de organisatie in
Syrië ruimden begin 2014 plaats voor een war on factions
waarbij ISIS volledig geïsoleerd raakte. Behalve de gewapende
conflicten met islamitische en seculiere rebellenbewegingen en
de protesten van de plaatselijke Syrische bevolking in door
ISIS bezette gebieden tuimelde de organisatie ook in een
retorische oorlogsvoering met al-Qaeda. Bovendien dreigt door
deze fragmentering het al complexe Syrië verhaal totaal
uitzichtloos te worden. Sommige analisten beweren dan ook dat
de huidige interne rebellenstrijd in het voordeel zou kunnen
spelen van Assad (De Wereld Morgen, 13/03/2014).
20
EINDE VERHAAL VOOR ISIS?
Hoewel de revolutie tegen het regime van Assad sinds begin
2014 als het ware meegesleurd wordt in een bloederige
islamitische broederstrijd en hoewel deze strijd ogenschijnlijk
in de kaarten speelt van Assad, merken verscheidene
journalisten en deskundigen positieve aspecten op aan de
huidige en haast wanhopige situatie. Het pessimisme ruimde
plaats voor een bescheiden optimisme aangezien de
ontwikkelingen begin 2014 immers nieuwe maar duidelijkere
scheidingslijnen met zich mee brachten. ISIS kreeg zoals eerder
vermeld het verwijt van het voornamelijk inheemse Al Nusra dat
ze zich teveel focuste op het beschermen en consolideren van
zijn veroverde noordelijke steden (o.a. Raqqa) in plaats actief
deel te nemen aan de frontlinie in de strijd tegen het Assad-
regime. Bovendien zou ISIS zich schuldig maken aan het
kidnappen en vermoorden van activisten en vechters (zie
ondermeer getuigenis van Ahmad al-Saoud in: Beck, 10/03/2014).
Daarnaast kreeg ISIS ook af te rekenen met betogingen van
lokale Syrische gemeenschappen in die veroverde steden. Het
door ISIS nieuwe geïnstalleerde en op de islamitische wet
geïnstalleerde regime wordt door haar repressief beleid door
vele Syrische inwoners niet aanvaard (Barfi en Selin,
10/10/2013 en Petersen, 7/01/2014).
Terwijl sommigen het verzet tegen ISIS opvatten als een
geschenk voor het Assad-regime, beschouwen anderen de beweging
juist als een aanduiding dat het politiek activisme bij de
Syrische gemeenschap, zowel civiel als militair, diepgeworteld
21
is. De opeenvolging van tirannieën, eerst het seculiere
dictatoriale regime van Assad en vervolgens het radicaal
religieus beleid van ISIS, tasten de oorspronkelijke principes
van de revolutie, namelijk politieke inspraak en
vertegenwoordiging, niet aan. Sterker, de recente
gebeurtenissen indiceren een hernieuwde moed en eenheid in
zowel doel als strategisch denken bij de rebellen (Itani in:
Casey en Harber, 8/01/2014). De uitspraak van het FSA, dat na
een eventuele overwinning op het regime van Assad ISIS de
belangrijkste uitdager zal vormen, onderstrepen deze gedachte
(De Wereld Morgen, 13/03/2014).
Concreet sporen enkele Westerse analisten de
internationale gemeenschap aan om meer dan ooit werkelijke
steun te betuigen aan de gewapende oppositie en in het
bijzonder aan de gematigde islamitisch front die op dit moment
door zijn discipline en hoge mate van bewapening de
voortrekkers vormen in het Syrië conflict. De ironie van dit
verhaal wil echter dat Al Nusra, één van de cruciale spelers in
dit nieuwe front en aan wie het westen haar steun zou moeten
betuigen, banden heeft met Al Quada. Daarnaast is het ook
opvallend dat diezelfde beweging nu als de ware beschermers van
het Syrische volk, de revolutie en minderheden worden beschouwd
terwijl zij net als ISIS evengoed verantwoordelijk zijn voor
wandaden tegen al deze actoren (Chossudovsky, 23/01/2014).
De overtuiging leeft dat het gematigd islamitisch front
omwille van zijn stijgende legitimiteit in deze burgeroorlog,
na een eventuele overwinning op Assad’s regime een plek moet
krijgen in een nieuw Syrisch democratisch politiek stelsel. Dit
22
idee van integratie kan enkel uitgewerkt worden onder het
voorbehoud dat het front op korte termijn in de strijd nog meer
discipline aan de dag legt en op lange termijn democratischer
wordt en dat ze de wil en meningen van het Syrische volk
respecteren. De hedendaagse voorzichtige samenwerking tussen
enerzijds Al Nusra en anderzijds humanitaire organisaties lijkt
een eerste succesvolle stap in dit lange termijn denken. Het
compromisloze ISIS daarentegen weigert elke collaboratie en
toegeving met humanitaire instanties omdat ze vrezen dat
hierachter westerse agenda’s schuilgaan. Bovendien toonde de
radicale organisatie tijdens de revolutie reeds haar daadkracht
tegen humanitaire organisaties (Lynch, 23/03/2014).
Samengevat lijkt ISIS, dat de afgelopen maanden steeds
meer geïsoleerd raakte, een opvallende en bijzondere rol te
vervullen bij het oplossen van het Syriëconflict. Hoewel de
onderlinge conflicten binnen de islamitische oppositie de
complexiteit en instabiliteit van de burgeroorlog dreigde te
vergroten, brachten ze volgens sommige een opportuniteit met
zich mee. Steeds meer wordt de tegenbeweging, een alliantie van
gematigde islamstrijders, als de legitieme macht beschouwd
terwijl het radicale ISIS niet meer wordt aanzien als een deel
van de revolutie maar, in navolging van het Assad regime, als
een nieuwe belager. Dit nieuwe vijandbeeld gaat zover dat vele
Syrische burgers en sommige media ervan overtuigd zijn dat ISIS
eigenlijk een creatie van Assad is. Het Syrische regime zou dit
gedaan hebben in een poging de oppositie te ondermijnen door ze
als radicalen af te schilderen zodat het Westen zijn eis voor
het aftreden van Assad zou laten vallen (Foreign Policy,
23
7/01/2014). De rol van ISIS in het Syriëverhaal dreigt met
andere woorden uitgespeeld te zijn… of toch niet?
ISIS ALS VOLHARDENDE KLANT
Dat de hierboven geschetste idee, waarbij de gematigde
islamitische oppositie geïntegreerd moet worden in een
democratisch post-Assad regime, verre toekomst is, beseffen de
voorstanders ervan ook wel. ISIS wordt met zijn militaire
ervaring en zijn grote vechtlust nog steeds aanschouwd als een
te duchten tegenstander en de consensus heerst dan ook dat de
organisatie zich niet zomaar gewonnen zal geven in het
Syriëverhaal. In dit lange termijn perspectief worden de
territoriale verliezen die ISIS begin dit jaar bij de interne
conflicten leden algemeen gepercipieerd als tactische
terugtrekkingen (Charles Lister, 8/01/2014). De verwachtingen
dat ISIS in de nabije toekomst talrijke en verscheidene
middelen zal inzetten in de Syrische strijd overheersen.
Hierdoor dreigt het reeds lange en uitputtende conflict nog
enkele jaren aan te slepen.
Begin maart 2014 verschenen enkele berichtgevingen van op
het terrein die de idee om als één front tegen ISIS en Assad te
strijden, volledig lijkt te achterhalen. Enkele getuigenissen
beweren immers dat, in tegenstelling tot het noorden van Syrië,
in de streek van Qalamoun aan de Libanese grens wel goed wordt
samengewerkt tussen een fractie van de ISIS en andere Assad
opposanten. Sinds november 2013 probeert het regime van Assad
met de hulp van Libanese Hezbollah militanten zonder succes
24
deze bergachtige regio te heroveren. Het geïnstalleerde
rebellen-commandocenter in Qalamoun, onder leiding van Al Nusra
maar waarin alle rebellenbewegingen vertegenwoordigd zijn,
verklaart onder meer het uitblijven van een Assad overwinning
(Prothero, 04/03/2014). Hoewel het slechts gaat om een klein
gedeelte van de ISIS strijders, toont dit voorbeeld van op het
terrein aan dat de breuk tussen ISIS en de andere oppositie en
in het bijzonder Al Nusra misschien toch niet zo definitief is
als eerst gedacht. Bovendien toont ISIS in Qalamoun wel de
prioriteit van het bestrijden van het Assadregime.
Waarschijnlijk mogen de zogenaamde duidelijke scheidingslijnen
tussen ISIS en de andere oppositie niet veralgemeend worden,
maar moeten die lijnen meer regionaal bekeken worden. Het lijkt
er dus sterk op dat het Syriëconflict nog lang niet in zijn
definitieve plooi is gevallen.
Dat de reikwijdte van ISIS zich niet beperkt tot Syrië en
dus haar toekomst en voortbestaan niet enkel afhangt van de
uitkomsten in dat conflict, is een laatste belangrijke
opmerking. In Irak, waar ISIS een tiental jaar geleden
ontstond, blijft de extreem islamitische organisatie hevig
strijd voeren. Sterker, de aanvankelijke successen van ISIS in
Syrië gaf de beweging een hernieuwde vechtlust in Irak waardoor
het land in 2013 haar bloederigste jaar kende sinds 2008. Tot
op de dag van vandaag blijven de invloed en de leden van ISIS
in Irak groeien. De spill-over effecten van deze evolutie
kunnen eventueel een invloed hebben op het conflict in Syrië.
Behalve haar militaire activiteiten in Irak en Syrië, zou
ISIS sinds begin 2014 haar actieradius uitgebreid hebben tot
25
Libanon. Zo claimde de organisatie de verantwoordelijkheid voor
een bomaanslag in de hoofdstad Beirut op 22 januari. Enkele
dagen later verklaarde de organisatie haar aanwezigheid in
Libanon en stelde ze dat alle bolwerken van de sjiitische
groepering Hezbollah potentiële doelwitten zijn (Al Jazeera,
26/01/2014). Daarnaast verscheen in februari 2014 een
videoboodschap van ISIS waarbij de Palestijnse islamitische
beweging Hamas als te gematigd afgestempeld werd en waarin de
organisatie opriep voor een jihad in de Gazastrook (TRAC,
2014). Verder doken op een online jihad forum van ISIS twee
videogames op waarbij behalve de eerder vermelde Hezbollah ook
de Saoedi-Arabische monarchie een vijand vormt (Peck,
28/03/2014). Tenslotte leeft bij verschillende Westerse
inlichtingendiensten de angst dat de door de interne conflicten
teleurgestelde buitenlandse Syriëstrijders die het land
verlaten zich in andere landen zoals Yemen en Egypte zullen
inzetten voor een jihad (Solomon en Jones, 18/03/2014). Dat
niet langer het westen, en in het bijzonder Amerika, maar juist
islamitische groeperingen en staten het doelwit vormen, lijkt
een nieuwe en opvallende trend.
De hierboven geschetste opsomming van (nieuwe)
tegenstanders en gebieden tonen enerzijds aan dat ISIS zijn
actieterrein niet beperkt tot Syrië maar anderzijds ook dat de
acties van de organisatie niet los te koppelen zijn van het
Syriëconflict. Voorbeelden van deze laatstgenoemde stelling
zijn de parallelle successen van ISIS in Irak en Syrië tijdens
2013 maar ook de moeilijkheden die de organisatie sinds begin
2014 kent in Syrië en de gelijktijdige oproepen om een jihad te
26
starten in andere landen gelegen in het Midden Oosten. En
hoewel de harde taal van ISIS bekeken kan worden vanuit de
context van een in de hoek gedreven actor die met zijn laatste
stuiptrekkingen nog wild rond zich heen slaat, tonen de
trainingskampen en bomaanslagen aan dat de organisatie zijn
woorden en dreigingen ook effectief omzet in daden. Sommige
beweren zelfs dat ISIS op korte termijn terroristische
aanslagen kunnen uitvoeren op de schaal van al-Qaeda voor 9/11
(Saikal in: Petersen, 7/01/2014).
Of de organisatie zich nu in zijn nadagen bevindt of juist
aan de vooravond staat van een grote toekomst is moeilijk om te
zeggen. Dat ISIS vandaag de dag een bijzonder taaie klant is en
dit ook in de nabije toekomst zal zijn, is wel zeker. Dat de
internationale gemeenschap en specifieker het westen in de
nabije toekomst geen inval in Syrië plant, lijkt een andere
zekerheid. De complexiteit van het conflict vormt misschien wel
de belangrijkste reden voor het uitblijven van westerse
militaire acties. En hoewel ISIS gedeeltelijk verantwoordelijk
is voor de huidige en gecompliceerde situatie, mag ze niet als
enige schuldige actor worden veroordeeld.
DE MEDIA-OORLOG
Het conflict kent veel media-aandacht, het nadeel hiervan
is dat er een overvloed aan uiteenlopende interpretaties
aanwezig is. De berichtgeving wordt enerzijds geplaagd door
veel onduidelijkheid door de flexibiliteit van de burgeroorlog
en het bestaan van vele fronten. Anderzijds is er een verschil
27
tussen bepaalde media, zowel in de Westerse als de Arabische
media bestaan uiteenlopende verslaggevingen over het conflict.
De politieke en morele invloeden zijn in elk medium te merken,
waardoor het dan ook niet eenvoudig is om een overschouwend
beeld te krijgen van de situatie en hoe deze zich verhoudt met
de intenties van de actoren.
De bevooroordeelde media in het Westen schilderen de
organisatie graag af als een extreem fundamentalistische
terroristische groepering, die, naast het regime van Assad
zelf, de boosdoeners in het conflict zijn. Deze morele aanname
maakt dat deze bronnen moreel geladen en ongenuanceerd zijn,
waardoor de strijd van ISIS als illegitiem en onwenselijk wordt
beschouwd in het Westen. ISIS is onpopulair in Syrië omdat ze
het conflict complexer maken en extreme maatregelen te nemen om
hun einddoel te bereiken, maar het is te kort door de bocht om
te stellen dat zij verantwoordelijk zijn voor al de
onwenselijke daden die tijdens het conflict plaatsvinden. In
werkelijkheid bezondigt elke betrokken partij zich aan
gruwelijkheden in de burgeroorlog.
Hoewel subjectieve en morele inmenging nooit vermeden kan
worden, zetten meer neutrale media ISIS op eenzelfde voet als
andere actoren. Dit maakt de beoordeling van deze journalisten
veel geloofwaardiger en zorgt het voor een minder
problematische interpretatie (zie bijvoorbeeld naar TRAC of
SNAP). Een nadeel aan deze benadering is echter dat de
afwezigheid van een moreel standpunt niet aanzet tot politieke
actie. Dit spanningsveld tussen enerzijds de demonisering van
ISIS en anderzijds hun werkelijke rol in het conflict maakt het
28
dus moeilijk om een positie in te nemen tegenover de
burgeroorlog in Syrië.
De afkerige houding van het Westen tegenover een
humanitaire interventie ligt voor een deel ook door deze
problematische beeldvorming van ISIS. Hoewel in het begin van
de burgeroorlog sprake was in veel Westerse landen om een
interventie op poten te stellen, is dit al sinds 2013 niet meer
het geval. Dit komt door de steeds groter wordende complexiteit
van het conflict die door de media wordt toegespeld op de
moslimextremistische oppositiegroeperingen. Aangezien deze
laatsten niet de steun genieten van het Westen, zijn de VS en
de EU veel minder geneigd om voor de kant van de
rebellenbeweging te vechten. Het is dus ook één van de
belangrijke redenen waarom de burgeroorlog blijft voortduren.
Bovendien vecht ISIS bewust niet tegen deze interpretatie,
doordat zij zich ook identificeren en profileren als een anti-
Amerikaanse en een extremistische groepering. Hun
controversiële acties lijken echter meer op publiciteitsstunts
dan ideologische of tactische zetten. In maart 2014 werd
bijvoorbeeld een videofragment op youtube gepost van een man
die gekruisigd was door ISIS (Mediawerkgroep Syrië,
07/04/2014). Was deze publieke molestatie een voorsmaakje van
hun religieus extremisme, of werd dit uitgespeeld als een
mediastunt voor de rest van de wereld? Hoewel zulke incidenten
zich meer stellen, lijken zij eerder symbolisch te zijn dan
ideologisch.
ISIS lijkt ook liever haar eigen media te hanteren. Hoewel
Al Qaeda en haar gerelateerde groepen altijd al van het
29
internet gebruik hebben gemaakt om hun gedachtegoed te
verspreiden (Lynch, 2006: 50), lijkt de periode van het
achterlaten van videoboodschappen bij Al Jazeera definitief
verleden tijd. Door gebruik te maken van sociale netwerksites
kan ISIS haar eigen kanaal, forum of platform hebben en aan een
vorm van publieke diplomatie doen (al-Tamimi, 2014: 8).
Videofragmenten van hun acties worden op youtube gepost, foto's
worden gedeeld via facebook (Al monitor, 06/04/2014),
internetfora worden gebruikt om leden te werven etc. Omdat zij
hun beeldvorming via deze media zelf kunnen bepalen, kunnen zij
zichzelf veel sterker profileren dan zij eigenlijk zijn.
OPPORTUNISME VERSUS IDEOLOGIE
Een ander spanningsveld ligt tussen het opportunisme van
ISIS en haar ideologische standpunten en acties. Dit onderwerp
is moeilijk om te bespreken, aangezien weinig bronnen bestaan
die uitwijden over de ideologie en de beweegredenen van ISIS.
Hierdoor ontstaat natuurlijk het idee dat zij ongefundeerd en
opportunistisch zijn. Ook doordat de organisatie voornamelijk
teert op buitenlandse strijdkrachten die ervaring hebben
opgedaan in andere conflicten, lijkt ISIS eerder een
allegaartje te zijn van militaire entrepreneurs die gebruik
maken van het moment. Het valt ook niet te ontkennen dat het
streefdoel en het opzet van de organisatie doorheen de jaren is
veranderd wanneer zich nieuwe situaties hebben voorgedaan,
waardoor opportunisme niet volledig uit te sluiten is.
30
De leden van ISIS hechten echter veel belang aan hun
geloof en ideologie. In steden en dorpen die ze veroveren
vaardigen ze wetten uit, stellen sharia-rechtbanken in, zorgen
ze voor rechtshandhaving, leggen ze belastingen op, controleren
ze de voedselbedeling en de prijszetting en hebben zij ook al
eigen onderwijsinstellingen (Zarras, 2014: 4). Toen ISIS Raqqa
innam, maakten zij het ook de hoofdstad van hun islamitische
staat. Dit toont aan dat zij weldegelijk ideologisch gefundeerd
zijn, maar doordat hun overtuiging door de leden op
verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden is hun
opvatting flexibel. Het belang van de context voor het
toepassen van hun ideologie is dus niet te onderschatten. Zij
spelen het opportunistische spel mee tijdens de burgeroorlog,
maar doen dit maar tot het moment waarop zij de mogelijkheid
hebben om hun eigen idealen werkelijkheid te maken.
De grenzen van hun staat zijn echter onduidelijk en
flexibel. Dit wordt aangetoond door het feit dat zij meedoen
met het Syrië conflict. Waar zij voordien enkel de focus legden
op Irak, richtte zij hun pijlen eveneens op de Levant regio
wanneer het conflict uitbrak. Deze zet valt echter niet alleen
te verklaren vanuit het opportunisme van ISIS om gebruik te
maken van het machtsvacuüm, want de geopolitieke situatie en
contextuele spill-over effecten van de Irakese oorlog spelen
eveneens een belangrijke rol voor de oorzaken van hun deelname
aan het conflict. Zij handelen ook meer vanuit pan-islamitische
overwegingen en universalistisch moslimfundamentalisme (al-
Tamimi, 2014: 11-12). Syrië is voor hen dus meer dan enkel een
nieuw actieterrein, maar een waar transnationaal project.
31
CONCLUSIE
Dit werk heeft getracht om aan te tonen hoe één interne
actor, ISIS, een essentiële rol heeft vervult in de Syrische
burgeroorlog en een fragmentering en escalatie in
moslimextremisme heeft teweeggebracht. Door de aandacht te
vestigen op ISIS werd geprobeerd om een beeld te schetsen van
de bijzondere situatie en de complexe verhoudingen tussen de
verschillende partijen in het conflict. Om op die manier het
uiterst complex conflict met de aanwezigheid van verschillende
actoren en een problematische beeldvorming begrijpbaar te
maken.
De intrede van ISIS in het Syrië conflict heeft grote
gevolgen gehad voor de burgeroorlog en het moslimextremisme. De
komst van ISIS maakte de burgeroorlog complexer en heviger. Het
extreem geweld dat zij pleegden uit naam van hun
fundamentalisme, bracht een bijkomstige religieuze en
humanitaire problematiek in het conflict. De tactieken van ISIS
waren dermate extreem dat ze voor een fragmentering zorgde
tussen de verschillende extremistische moslimgroeperingen. ISIS
kan om die redenen deels verantwoordelijk worden gesteld voor
de verdere escalatie van het conflict. Nieuwe vijanden,
meerdere fronten en extremere vormen van oorlogsvoering zorgen
voor het verder uit de hand lopen van een alreeds
problematische burgeroorlog. Het moet echter duidelijk zijn dat
de grootste slachtoffers van die toegenomen fragmentering en
escalatie de Syrische burgerbevolking is.
32
Welke rol ISIS in de toekomst zal spelen blijft echter
moeilijk te bepalen. Wel is duidelijk dat de organisatie door
haar houding en acties een bijzondere rol heeft gespeeld in de
ontwikkeling van het moslimextremisme. De houding van al-Qaeda
leider al-Zawahiri tegenover ISIS is bijzonder opmerkelijk.
Door wel ISI in Irak, maar niet ISIS actief in Irak en Syrië te
herkennen toont al-Zawahiri immers dat hij terroristische
organisaties niet wil laten opereren buiten de grenzen van de
staat waarin ze werden opgericht. Een merkwaardig uitgangspunt
voor een internationale terreurorganisatie. De enige zekerheid
die over de toekomst van ISIS bestaat, is dat het zowel in het
Syrië conflict als in de ontwikkelingen binnen het
moslimextremisme een rol zal blijven spelen.
BIBLIOGRAFIE
ABC NEWS (7 januari 2014), ‘Islamic State of Iraq and the
Levant (ISIS): an explainer’, http://www.abc.net.au/news/2014-
01-07/islamic-state-of-iraq-and-the-levant-28isis29/5186134.
AL MONITOR (19 augustus 2013), ‘Al-Qaeda’s Internal Divide
Grows in Syria’,
http://www.al-monitor.com/pulse/security/2013/08/al-qaeda-
internal-divide-syria-islamic-state-jabhat-nusra.html
AL MONITOR (9 april 2014), ‘European jihadists form ISIS
brigades in Syria’,
33
http://www.al-monitor.com/pulse/originals/2014/04/europe-
jihadist-isis-syria-qaeda-terror-france-germany.html#
AL-TAMIMI, A.J. (2014), ‘The Dawn of the Islamic State of Iraq
and Ash-Sham’, Current Trends in Islamist Ideology, 16: 5-15
BBC (24 december 2013), ‘The Syrian rebel groups pulling in
foreign fighters’, http://www.bbc.com/news/world-middle-east-
25460397
BBC (13 maart 2014), ‘Syria: Mapping the conflict’,
http://www.bbc.com/news/world-middle-east-22798391
DE WERELD MORGEN (13 maart 2014), ‘De Jihad implodeert:
broedertwist binnen al-Qaeda en de overwinning van Assad’,
http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2014/03/13/de-jihad-
implodeert-broedertwist-binnen-al-qaeda-en-de-overwinning-van-
assad.
FOREIGN AFFAIRS (13 februari 2014), ‘After Disowning ISIS, Al
Qaeda is Back on Top’
http://www.foreignaffairs.com/articles/140786/barak-
mendelsohn/after-disowning-isis-al-qaeda-is-back-on-top.
FOREIGN POLICY (10 oktober 2013), ‘Al Qaeda’s Syrian
strategy’,
http://www.foreignpolicy.com/articles/2013/10/10/al_qaeda_s_syr
ian_strategy
FOREIGN POLICY (23 maart 2014), ‘Exclusive: Syria’s U.N. aid
Jam’,
http://thecable.foreignpolicy.com/posts/2014/03/23/syrias_un_ai
d_blockade
ISLAMIST GATE (6 december 2013), ‘Syria Jihadists: A growing
rift?’, http://www.islamistgate.com/187
34
LAUB, Z. (2014), ‘Al-Qaeda in Iraq (a.k.a. Islamic State in
Iraq and Greater Syria)’, Council on Foreign Relations,
http://www.cfr.org/iraq/al-qaeda-iraq-k-islamic-state-iraq-
greater-syria/p14811.
LEWIS, J.D. (2013), ‘Al Qaeda in Iraq Resurgent, The Breaking
the Walls Campaign Part I’, Middle East Security Report 14
LYNCH, M. (2006), ‘Al-Qaeda's Media Strategies’, in: The National
Interest, 83: 50-56
MCCLATCHY DC (28 februari 2014), ‘In Syria, ISIS pulls out of
Azaz as intra-rebel battle brews’,
http://www.mcclatchydc.com/2014/02/28/219793/in-syria-isis-
pulls-out-of-azaz.html
MCCLATCHY DC (4 maart 2014), ‘ISIS joins other rebels to
thwart Syria regime push near Lebanon’,
http://www.mcclatchydc.com/2014/03/04/220092/isis-joins-other-
rebels-to-thwart.html
MEDIAWERKGROEP SYRIE (7 april 2014), ‘ISIS-terroristen
kruisigen man in Raqqa’,
http://mediawerkgroepsyrie.wordpress.com/2014/04/07/isis-
terroristen-kruisigen-man-in-raqqa-video/
NEWSWEEK (13 maart 2010), ‘Al Qaeda in Iraq Ramps Up Its
Racketeering’, http://www.newsweek.com/al-qaeda-iraq-ramps-its-
racketeering-89733
REUTERS, (8 mei 2011), ‘Al Qaeda leader and 17 others killed
in Iraq jail clash’,
http://uk.reuters.com/article/2011/05/08/uk-iraq-violence-jail-
idUKTRE7470HB20110508.
35
SYRIA DIRECT (12 februari 2014), ‘Al-Tamimi: ISIS strategy “to
gain one stronghold at a time”’, http://syriadirect.org/main/36-
interviews/1133-al-tamimi-isis-strategy-to-gain-one-stronghold-
at-a-time
TERRORISM RESEARCH & ANALYSIS CONSORTIUM (TRAC), a,
(geconsulteerd op 4 april 2014), ‘Islamic State of Iraq and ash
Sham (Islamic State of Iraq, ISIS or ISIL)’,
http://www.trackingterrorism.org/group/islamic-state-iraq-
islamic-state-iraq-and-sham-isis.
TERRORISM RESEARCH & ANALYSIS CONSORTIUM (TRAC), b,
(geconsulteerd op 5 april 2014), ‘Al Qaeda Organization in the
Land of the Two Rivers (AQI)’
http://www.tracterrorism.org/group/al-qaeda-organization-land-
two-rivers-aqi.
THE DAILY STAR LEBANON (03 januari 2014), ‘ISIS condemned for
brutal murder of fellow jihadist’,
http://www.dailystar.com.lb/News/Middle-East/2014/Jan-
03/242966-isis-condemned-for-brutal-murder-of-fellow-
jihadist.ashx#axzz313STivId
THE LONG WAR JOURNAL (3 februari 2014), ‘Al Qaeda’s general
command disowns the Islamic State of Iraq and the Sham’,
http://www.longwarjournal.org/archives/2014/02/al_qaedas_genera
l_co.php.
THE NEW YORK TIMES (19 april 2010), ‘Top Qaeda Leaders in Iraq
Reported killed in Raid’,
http://www.nytimes.com/2010/04/20/world/middleeast/20baghdad.ht
ml?_r=0.
36
TIME (07 januari 2014), ‘Syrian rebels battle with Al-Qaeda
fighters as Iraq Implodes Next door’,
http://world.time.com/2014/01/07/syrian-rebels-battle-with-al-
qaeda-fighters-as-iraq-implodes-next-door/
YAHOO NEWS (5 december 2013), ‘Beheadings and spies help al
Qaeda gain ground in Syria’, https://en-
maktoob.news.yahoo.com/beheadings-spies-help-al-qaeda-gain-
ground-syria-143655982.html
ZARRAS, K. (13 maart 2014), ‘Blurring the Borders of Conflict:
ISIS between Syria and Iraq’, in: Tel Aviv Notes, 8, 5: 1-6
ZIMMERMAN, Katherine (September 2013), ‘The al Qaeda network. A
new framework for defining the enemy’, AEI’s Critical Threats Project
37
Top Related