Tussen hoop en vrees: de opvoedingsomgeving van asielzoekerskinderen [Between fear and hope: the...

15
Tussen hoop en vrees: de opvoed i ngsomgevi ng van as i elzoe ke rski nd eren 1 A. ElianneZijlstra, Margrite E. Mijntje D.C.Ten Brummelaar Kalverboer, WendyJ. Post, ErikJ. Knorth Between fear and hope: the childrearing environ ment of asylu m-seeki ng child ren Ortbopedagogiek: Onderzoek enPrakti,jk, 53 (2),3-17 O Garanr I ISSN 22II-6273 | februari2014 ABOUT THE AUTHORS A.E.Zijlstra, PhD. As researcheremployed ac rhe Study Centre on Children, Migratiorr and Law of the Universitv oF Groningen, [email protected]. M.E. Kalverboer, PhD, Lllvl. ProFessor by special appointmenr at the Department oíSpecial Needs Edu- cation and Youth Care of rhe Universiry of Groningen and director of the Study Centre on Children, Migration and Lau', [email protected]. WJ. Post, PhD. Associareprofessor at rhe Departmenr of Special Needs Education and Yor.rrh Care of the University of Groningen, [email protected]. M.D.C. Ten Brummelaar, lr4Sc. PhD-studenr at ti-re Deprartmcnt oFSpecial Needs Educarion and Yourh Care of the University of Groningen, [email protected]. EJ. Knorth, PhD. Full professor at the Department of Special Needs Education and Youth Care of the University o FG roni ngen, e.j. kn orrh (a rug. nl. ABSTRACT Opposed to what might be expecteci from a pedagogicalperspectrve the 'best interests of the child' in immigration proceedings is nor (r'et) an independent consideracion in decision making. In this study the qualiry of the childrearing environmenr of asylurn-seekingchildren in the Netherlands is determined w,ith the Best Interest of rhc- Child Quesrionnaire (BIC-Q). Also the expected qualiry oFthe childrearing environment is decerminedin rhe case of concinued residence in the Netherlands or rerurn co the coun- try of origin. The research group consisrs of children from asylum-seeking Familieswho submitred an application for a residence permir (N: 91). The current quality of rhe childrearing environmenr proved ro contain pertinent risks for the development of these children. The developmental expectations are Ortbopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 53 (2), 3 (lèbruari 20la)

Transcript of Tussen hoop en vrees: de opvoedingsomgeving van asielzoekerskinderen [Between fear and hope: the...

Tussen hoop en vrees: deopvoed i ngsomgevi ng vanas i elzoe ke rs ki n d e re n 1

A. El ianne Zi j lstra, Margri te E.M i jn t je D .C. Ten Brummelaar

Kalverboer , WendyJ. Post ,E r i k J . K n o r t h

Between fear and hope: the chi ldrearingenviron ment of asylu m-seeki ng chi ld ren

Ortbopedagogiek: Onderzoek en Prakti,jk, 53 (2),3-17

O Garanr I ISSN 22I I -6273 | februar i2014

ABOUT THE AUTHORS

A.E.Zijlstra, PhD. As researcher employed ac rhe Study Centre on Children, Migratiorr and Law of the

Univers i tv oF Groningen, a.e.z i j ls t [email protected] .

M.E. Kalverboer, PhD, Lllvl. ProFessor by special appointmenr at the Department oíSpecial Needs Edu-

cation and Youth Care of rhe Universiry of Groningen and director of the Study Centre on Children,

Migration and Lau', [email protected].

WJ. Post, PhD. Associare professor at rhe Departmenr of Special Needs Education and Yor.rrh Care of the

University of Groningen, [email protected].

M.D.C. Ten Brummelaar, lr4Sc. PhD-studenr at ti-re Deprartmcnt oFSpecial Needs Educarion and Yourh

Care of the Univers i ty of Groningen, m.d.c. [email protected] .

EJ. Knorth, PhD. Full professor at the Department of Special Needs Education and Youth Care of the

Universi ty o F G roni ngen, e.j. kn orrh (a rug. nl.

ABSTRACT

Opposed to what might be expecteci f rom a pedagogical perspectrve the 'best interests of the chi ld ' in

immigration proceedings is nor (r'et) an independent consideracion in decision making. In this study

the qualiry of the childrearing environmenr of asylurn-seeking children in the Netherlands is determined

w, i th the Best Interest of rhc- Chi ld Quesr ionnaire (BIC-Q). Also the expected qual i ry oFthe chi ldrear ing

environment is decermined in rhe case of concinued residence in the Nether lands or rerurn co the coun-

try of origin. The research group consisrs of children from asylum-seeking Families who submitred an

appl icat ion for a residence permir (N: 91). The current qual i ty of rhe chi ldrear ing environmenr proved

ro contain pertinent risks for the development of these children. The developmental expectations are

Ortbopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 53 (2), 3 (lèbruari 20la)

x rA .EL |ANNEZULSTRA,MARcR|TEE.KALVERBoER,wENDYJ.PoST,MUNTJED'C .TENBRUMMELAAR,ER|KJ ,KNoRTH

negat ive i f the chi lc l ren are forced to retr l rn to r l ' re i r col rntry oFor ig in. The besr inreresrs of the chi lc l seem

ro be servcd besr bv a con. inued residence in rhe Nether lands. \ ï 'e d iscuss the inrpl icar ions of onr f indinqs

for rcsearcl r and pract icc.

Keywords: besr interesr oFthe chi ld, chi ldren's r ighrs, asylunr-seeking chi ldren

OVER DE AUTEURS

Dr. A.E. Zij lstra is onderzoeker bij het Onderzoc-ks- en Experrisecentrlrm voor Kir-rderen en Vreemdelin-

genrechr, verbonden aan de fujksuniversirc'ir Groningen, a.e.zij [email protected].

ProF.dr.mr. M.E. Kalverboer i -s b i jzonder hoogieraar 'Kind, (Ortho)pedagor iek en Vreemdel insenrechr '

bij de Afdeline Orthopedagogiek van dc- fujksr-rniversireit Groninsen en directeur van her Onderzoeks- en

Expert isecentrL lm voor Kinderen en Vreemdel ingenrecht , [email protected] .

Dr. WJ. Post is univers i ra i t ' hoofddocenr staf isr iek en methoc' lo logie b i j de Afdel ins Ort i ropeclagogick

van dc l { i , j ksu n iver-s i re i r G roninsen, u ' . j [email protected] .

M.D.C. Ten Brummelaar, NlSc, is prornovendrrs bij de AFdeling Orthopedagogiek var.r de RijksLrniversi-

te i r Groni r - rgen. m.d.c. ten.br l [email protected] .

Pro[. dr. EJ. Knorth is gervc'ron hoogleraar'Ortl 'ropedagogiek /Jeugdzorg'bij de Afdeling Orrhopedago-

giek van de Rijksu n iversi teit G roni r-r gen, e.j. knorrl 'r@rug. nl.

SAMENVATTING

In tegerrsre l l ing tor rvat vant t i t een pedagogische opr iek zou ktrnnen u 'orden veru 'acht vornrf 'her belans

van her k ind' in vreemdel ingenrechtel i jke procedtrres (nog) geen over\vesing in de beslu i rvorming. In

deze srudie is aan de l - rand van de' l lest Interest oFthe Chi ld QLresr ionnaire ' (BIC-Q) de acruelc. kwal i rerr

r ' : rn de opvoedings<trngeving van in Neder land verbl i jvende asie lzoekerski r rderc 'n onderzocht . Tevens is

nagegaan wat de verwachte ku'aliteir ervan is bij voortgezer verbli jFin Nederland en bij terugkeer naar het

Iand van herkomst. De onderzoeksgroep bestaat uit asielzoekerskinderen voor wie een aanvraa{ voor eerl

verbl i . j f l ;vergr . tnnins is inqediend (N: 91). De actqele krval i te ic yan de opvoedi lgsomgevi lg b l i jkr r is icoyol

voor de onru'ikkelirlg van deze kinderen. Indien ze gedr.vongen zouden lnoeten rerugkeren naar l-ret lanc'l

van herkonlst worden opvoedingsomstandigheden verwachr die nadelig zijn voor hun onm'ikkelings-

PersPect ief . 'Het belang van het k ind' l i jkr hef meest gediend bi j een voorrgezer verbl i j t in NecÍer land. We

bespreken de impl icar ies van onze bevindingen voor onderzoek en prakr i jk .

Kernwoorden: belang van her kind, kinderrechren, asielzoekerskinderen

In le id ing

Hoe de ontwikkel ing van kinderen verloopr,wordt mede beïnvloed door de omgevingwaarin zi1 opgroeien (Barrels & Heiner, 1994;Belsky & Vondra, 1989; Bronfenbrenner,

1979; Caprara & Rutter, 1995; Ciccl 'retci &Lyncl-r, 1995; Heir-rer & Barrels, 1989; Rurrer,

Gil ler, & Hagell , 1998; Van der Ploeg, 2007,Van lJzendoorn, 2008). Ontwikkel ingspro-

blen-ren doen zicl-r vaker voor bi j kinderendie opgroeien in mult iprobleemgezinnen,

jeugdzorgvoorzienrngen, pleeggezinnen, psy-chiatr ische bel 'randelcentra, jusrir iële jeugd-

inrichtingen oF asielzoekerscenrra dan bi jkinderen die opgroeien in een meer srabieleen harmonieuze gezinsorngeving (Ciccherti

& Lynch, 1995; Harder, Knorrh, &. Zand-berg, 2006; Kalverboer &. Zi j lsrra, 2008a; VanOijen, 201,0). De eerste groep kincieren heefr

vaak te maken gehad met ontoereikende op-voedingsomstandigheden (Daviclson-Arad,

Englecl-r in-Segal, & Wozner, 2003). Het isvoor deze kinderen van belang dat de kwa-

r U S S E N H o o P E N V R E E S : D E o P V o E D | N C S o M C E V | N C V A N A S | E L Z o E K E R S K | N D E R F N G m

l i tei t van de omgeving u'aarin ze opgroeien

een ontwikkel ir-rgsstimulerend kl imaat bied t,zodar hun ontwikkeling (weer) positief kar-r

worden beïnvloed.

Het behoort vaak tot de taak van professi-

onals on-r ingri jpende en complexe besluiten

te nemen, die een verandering van een ver-

bl i j fssituatie van kinderen kunnen behelzen.De vraag is oFeen dergel i jke verandering ookeen posit ieve beïnvloeding van de ontwikke-

l ing terveeg brengt. KrSgt het kind bi jvoor-

beeld betere ontu, ikkel ingskansen als het in

een pleeggezin geplaatst rvordt dan wanneer

het thuis blijft wonen? Is I'ret ir-r l'rer belangvan de ontwikkr ' l ing van ecr r jongere om i r r

een just i t iële jeugdinrichting geplaatst teworden? En wat betekent her voor de or-rnvik-

kel ing van het asielzoekerskind als l-ret terug-

gestuurd worclt naar het land van herkornst?

Op basis van een vergel i jking \/an dc ku,al i tei t

van de ene opvoedir-rgsomgeving met de k$,a-l i tert van een alternatieve op' ' , ,oedingsomge-

ru ing kan een bes l iss ing gcnonren worden d ie'het belang van her kind' l -ret beste dienr en

het kind de beste ontu' ikkel ingskansen biedt(Kalverboer & Zi j lstra, 2006b).

Het ontbreken van een beoordel ing-ska-

der om 'het belar-rg van I'ret kir-rd' te u'ege n ir-r

dergel i jke ( j trr idische) besluiten die een s, i1zi-

Sins van verbl i j fplaats voor een kincl irnpl ice-

ren, vormde de aanleiding on-r het instrur-nent

IJest lntcrest of rbe Child Oucstionnaire (BIC-Q)

tc or-rtu' ikkeler-r (Kalverboer & Zi j lsrra, 2006b;Kalverboer, Zi j lstra, & Knorrh, 2OO9). I)e

rheoretiscl ' re grorrdslag vc'ror deze vragenli jstvornrt lret Bcsr lnterest of thc Child model (lllc-

nrodei ) . In d i r nrodel is ar t . 3 l id 1 r - r i r hetInternationaal Verdrag voor de Recl-rten van

het Kind (IVRK), w,aarin bepaald is dar bi j al lebesluiter-r ' l -rer belang van het kind' een eerste

overweging dient te zi1n, geoperarional iseerd(Kalverboe r &. Zijlstr a, 2 00 6 b, 200 6 c; Zillsrr a,2012). Het BlC-rrodel ornvat 1.1 onrgcvings-voorwaarden voor optir lale ontu, ikkel ingvan kinderen. De kwali teir rran deze omge-vingsvooru,aarden tezanren bepaalt de krva-

l i tei t van de opvoedingsomgeving (zie verder

Bij lage). De aanname is dar, wanneer al dezeor-r-rgevingsvooru'aarden over een langere

periode van goede kwali teir zi jn, het kind

optimale ontu,ikkelingskansen krijgt. Daar-

mee wordt recht gedaan aan artikel 6 (IVRK)

rvaarin bepaald u'ordt dat kinderen her recht

hebben op (optimale) ontwikkel ing.

Met de BfC-Q kan de kwali teit van de

opvoedingsomgeving worden vastgesteld

en er kan een vergelijking rvorden gernaakt

met één oF meer mogeli jke alternatieve op-voedingsomgevingen. Door de koppel ing

van het BlC-model mer het Kinderrechten-

verdrag kan eveneens vastgesteld rvorden

u,elke bepalingen uit het IVRK geschor.rderr

u'orden in de actuele enf of alternarieve op-voedingson-rgeving. Besluiten ren glrnste

van de opvoedingsomgeving die de I ' roogstekwali teit biedt zi jn in l i j r-r met ' l ' ret belang

van het kind'. Op deze wijze kunnen profes-

sionals cornplexe besl issingen onderboLl\ven

betreíf,ende een (el,entuele) verandering vanverbl i j fplaats van kinderen die ' l ' ret belanq

van het kind' raken (Kalverboer &. Zijlsrra,

2006b, Kalverboer, Zi j lstra, & Knort l ' r , 2009;

Zi j lsrra. 2012): dit i rr overcenstL'mrning rnt ' t

de ricl-rtlijnen die het Clon'rité vc-ror de Recl'r-

ten van het Kind in haar General Cornmenr

14 geeft met betrekking tot de assessment

en vaststel l ing van 'het belang van I ' ret kind'(Cor-r-rr-nit tee on the Richts oÍ 'rhe Children,

2O 13, Kalverboe r, 20 1 4).

Voor asielzoekerskir-rderen celdt dar er in l-rcr

kader van de vigerende rrreemdclingenproce-

dure een besluit dient tc ' u.orden genomen

dat een vcrandering van verbl i j Í tplaats \ /oorhet kind kar-r irr-rpl iceren; bepaald dient in'r-mers te worden of het kind (en gezir-r) \ /oort-

gezet verbl i j f , in Nederland toegekenc' l kr i j rr

oFdient rerlrg te keren naar het land van her-

kornst. In dc huidige Nederlandse vreemde-

l ingenrechte l i jke bes lu iworming vor l r t 'hc t

belang van het kind' geen separate o\/er\\/e-

ging en hebben kinderen die met hun oudersnaar Nederland kornen nier een c-igcnstar-rdig

belang maar eer-r van hur-r ouders aFgeleid be-lang (Kalverboer & Zi j lsrra, 2006c).

Doel van de onderhavige studie is na re

gaan \\ ,at de kwali teit van de opvoedingsour-

geving rran asielzoekerskinderen is, en te la-

ten zien hoe met bel-rulp van systematisch

verzamelde kennis I ' r ieromtrent 'het belang

r u I A . E L | A N N E Z U L 5 T R A , M A R C R | T E E . K A L V E R B o E R , W E N D Y J . P o S T , M U N T J E D . C . T E N B R U M M E L A A R , E R | K J . K N o R T H

van het kind' meegewogen zou kunnen wor-

den in vreemdelingenrecl-rtelijke besluiwor-

mlng.

Eerst presenteren we de methode van on-

derzoek. Aansluitend rapporteren we de re-

sultaten van ons onderzoek. We qeven aan dehand van de scores op de 14 omgevingsvoor-

waarden uit het BlC-rrrodel een beeld van dekwalireit van de actuele opvoedingsorngeving

van asielzoekerskinderen, waarbij rve tevens

de relatie onderzoeken tussen de ku'aliteit

van de opvoedingsomgeving en bio/demo-

grafische variabelen als leefr i jd er-r geslachrvan het kind, dtrur verbl i jFin Nederland en re-

gio van het lar-rd van herkomst. Naast de kwa-l i tei t van de hr.r idige opvoedingsomgeving

rapporreren \\'e welke verrvachtingen er op

dit punt zi jn (a) bi jvoortgezet verbl i j fvan het

kind in Nederland en (b) br1 terugkeer naarhet land varr herkomst. Aan de l-rand van deze

onderzoeksresultaten laten we zien bi j welk

besluit naar verwachting 'het belang van het

kincl ' het meest gediend is. Ter i l lustrarie var.r

de onderzoeksrestr l taten geven we een pro-

totypische casusbeschri jving. In de discussie

bespreken we cle uitkonrsten en Formuleren

we enkele implicacies van dir onderzoek.

Methode

Steekproef

Gegevens over asielzoekerskinderen zi jn ver-

zameld naar aanleiding \/an verzoeken van

advocaten uit Nederlanc-l (voornarnel i jk deNoordel i jke regio) om een pedagogisch/psy-

chologisch rapport op ce stel len; dir in het

kadc-r van lopende verblijfsaanvragen voor

gezinnen binnen de vreemdelingenprocedu-

re. Aan de fujksuniversiceir Groningen, c.q.

het Onderzoeks- en Expert isecentrum voor

Kinderen en Vreemdelingenrecht, is sinds2OO4 een expertgroep van proíessionals ver-

bonden, waarin kennis en deskundigheid is

ontu'ikkeld ter-r behoeve van dit rype rappor-

cage. Advocaten kunnen asielzoekersgezin-

nen met kinderen aanmelden en vragen om

een onderbour.vd advies, u,aarin wordr aange-

geven bij u,elk besluit rnet betrekking tot een

toekomstige verbl i j fssituatie'het belang van

het kir-rd' naar verwachtir-rg het neesr rvordt

gedier-rd. In al le geval len dient op korte ter-

mijn een besluit genon-ren re worden c{oor deImmigratie- en Natural isat iedienst ( lND),

dan u'el dient her door de IND genomen be-

sluit getoerst te worden door de Rechtbank.

Bij al deze zaken saat het dus om besluitenwaarbi j het belang van de betrokken kinde-

ren door het besluit zal worden geraakt.

In de steekproef zi jn 91 kinderen opgeno-

n-ren die deel uitmaken van een asielzoekers-

gezin. Al le gezinnen hebben toestemrning

gegeven om mee re werken aan deze studie(informed consent). Centraal inclr,rsiecri tc-

r ium vormde een ontwikkel ingsleeft i jd van

0-21 jaar (Dorelei jers & Fokkens, 2010). De

volgende twee overwegingen zi jn bepalend

geweest bi j de keuze u'elk kind in de onder-

zoeksgroep werd opgenomen wanneer in een

gezin rneerdere kinderen aanu,ezig waren: (1)

de reeds beschikbare pedagogische en psy-cl-rologische rapportage over een kir-rd in l-ret

dossier, en (2) de br;drage van de caslrs aanl-ret verkri jgen van een voldoende spreiding in

de onderzoeksgroep qua leeFri jd en geslachrvan de deelnemers. Omdat aann-relcl ing van

kinderen jonger dan zes jaar achterbleeF tenopzicl ' r te van kinderen van zes jaar of ouder

zi jn, indien aanwezig in eer-r gezin, kinderenjonger clan zes jaar in de onderzoekseroep

steeds geïncludeerd.

Samenstel I i n g onderzoeksgroep

Voor deze srudie is gebruik gemaakt van deonderzoeksgroep uit de studie van Zi j Istra,

Kalverboer, Post, Knorth en Ten Brummelaar(2012), uitgebreid met 17 cases. De dataver-

zamelins heeFt plaatsgevonden in de periodejanuar i 2005 tor jun i 2011. De onderzoeks-

groep bestaat uit 49 jongens en 42 rleisjes.

De leeftijd van de kinderen varieert van 3 tot

2I jaar met een gemiddelde van 11.4 jaar (SD: 4.0; leeftijdsverdeling: l7o/" 0-6 jarigen;40%

7-12 jarigen; 44o/o 13 jaar en ouder). Twee-

derde van de onderzoeksgroep groeic op in

aanwezigheid van beide ouders (n : 59) en 22

TUSSENHooPENVREES:DEoPVoED|NCSoMCEV|NCVANAs |ELZoEKERSK|NDERENi l r f f i

kinderen groeien op in een éénoudergezir-r.

De landen van herkomst van de gezinnen

betreffen voornamelijk landen in Alrika (zr :

26),het Midden-Oosten (n = 29), de Kauka-

sr - rs (n : l3 ) en de Balkan-reg io (n : 13) . Hetjaar w,aarin de gezinnen een eerste verblijfs-

recht aanvroegen in Nederland varieert van

1980 tot 2007, rvaarbi j 620/o van de gezin-

nen in de per iode tussen 1999 en 2001 een

eerste verblijfsrecl'rt I'reeít aangevraagd. Het

aantal jaren dat gezinnen en/oF kinderen in

Nederlancl r,erblijven op het mor-nent van

onderzoek varieert van 1 tot 30 jaar met een

gemiddelde van 7.6 jaar (SD : ,1.2). De kin-

deren in de onderzoeksgroep zi jn door meer

dan veertig verscl-rillende advocatenkanroren

aangemeld voor deelname.

Ins t rument : BIC-Q

Bij toepassing van de BIC-Q wordt een oor-

deel gebaseerd op vier iníormatiebronnen;

d i r ter verk le in ing van de kans op een een-

zrjdige ol subjectievc assessmcnt (Srevens

& Vol lenbergh, 2008; Srvanborn, 2008) : (1)

dossier, (2) gestructureerd open intervreu,

met ouder(s) en kind(erer-r), (3) observatie,

en (4) gegevens verstrekt door professionals

als leerkrachten en l-rulpverleners2. Ter ver-

kri jging van een beeld van de krval i tei t van

de omgevingsvoorwaarden in l-ret lar-rd van

lrerkornst van het kind en/oí zi jn ouders,

r.l,orden aanrrullende Formele ir-rForrnarie-

bronnen gebruikr, zoals de arnbtsberichten

en reisadviezen aFgegeven door I ' ret Ministe-

r ie van Buitenlandse Zaken, I ' ret CIA Worlcl

Factbook en rapportages van mer-rsenrech-

tenorganisaties. De fase van informatlever-

zameling welke noodzakeli jk is om de BIC-Q

in te kunnen vul len, neemt bi j benadering

vier uur in beslag. Het invul len \/an de BIC-Q

neemt een kwart ier in beslag.

Op basis van bovenstaande inf,ormarie-

bronnen worden door een professional (ge-

dragswetenschapper) de 1a omgevingsvoor-

waarden gescoord voor drie verschillende per-

spectieven: de actuele situatie waarin het kind

verblijFt, de verwachte situatie bij voortgezet

verblijf in Nederland, en de verwachte situa-

tie bij terugkeer naar het land van l-rerkomst.

De scoringscategorieën met betrekking tot

de omgevingsvoorrvaarden zijn: onvoldoen-

de (0) , mat ig (1) , vo ldoende (2) , en goed (3) .

Deze scoringscategorieën zi jn beschreven in

de handleiding van de BIC-Q (Kalverboer &

ili:ï ::::?" ?: .1ï:i"ï,1:ï;ï,: ;ï.:1) en duiden op een (relat ief) hoge krval i tei t

van een omgevings\/oorwaarde; de antu'oord-

scores 0 en 1 vormen tezamen de rweede ca-

tegorie (waarde 0) en indiceren eer-r (relatieF)

lage krval i tei t van een omgcvingsvoorwaarde.

De som van de gedicl'rotorniseerde scores re-

sulteert in een minimumscore voor de scl-raal'kwali teit van de opvoedingsomgeving'r,an 0

(al le o n-r gevi n gsvo o rr.l'aarden ztjn v an rel ati e f

lage ku,al l tei t) en een maxirnunrscore van 14

(alle o rn gevin gsvoo rwaarden zijn v an relatieF

l-roge ku,alireit) (Zijlstra e.a., 2013).

Eerste studies naar de psychometrische

kwali teit van de BIC-Q laten posit ieve resul-

taten zren (Zi j lstra e.a., 2Ol2; Zi j lscra, Kal-

verboer, Post, Ten Brummelaar, & Knorth,

2Ol3). De betrouu,baarl'reid is goed: nreting

van de inter- en rntra-beoordelaarsberrouvl-

baarheid laat kappa's zien van respeccievel i jk

.65 en .7a (Z i j ls r ra e .a . , 2OI2) . De a lgemene

schaal 'krvaliteit van de opvoedingsc-rrnge-

ving' heeft een goede interne val iditeit (Mok-

ken H- index : .55; rho : .94) , en exrerne

val iditeit , c.q. bl i jkt sterk voorspel lend voor

internal iserende problen-rat iek (Zi j lstra e.a.,

2013). h-r het kader van besluinorming bin-

nen het vreerndelingenrecht waar belangen

van kinderen geraakt \r'orden) biedt het in-

strument ondersteuning bi j het vergel i jken

van de huidige opvoedingsorngeving van een

kind n-ret een alternatieve: terugkeer naar c.q.

verbl i j f in het land van herkomst.

Tevens zijn gegevens van bio/denrografi-

sche aard verzameld zoals gezinssamenstel-

l ing, geslacht en geboortedatum kind, land

van herkomst, en jaar van aankomst in Ne-

derland.

f f i t A . E L | A N N E z U L S T R A , M A R C R | T E E . K A L V E R B o E R , W E N D Y J . P o S T , M U N T J E D . C . T E N B R U M M E L A A R , E R l K J . K N o R T H

Data-analyse

Met behulp van beschri jvendc' srarisr iek ana-

lyseren we de resultaten op de BIC-Q, i .c.

gemiddelden en spreiding van de actuele en

vers,achte krval i teir van de 14 separate oln-

gevingsvor-rrwaarden en de algemene scl'raal'kwali teit van de opvoedingsom{eving'.

Daarnaasr onderzoeken we met behulp

rran de Pearson correlat ie coëFficiênr de sa-

nrenhang tussen de actuele krval i tei t van de

opvoedingsomgeving en de variabelen ' leeF-

t i jd kind' en 'duur i ,erbl i jF' . lvÍet een t-toets

bepalen we de samenhang t lrssen de huidige

ku'al i tei t van de opvoedingsomgeving ener-

zi jds en geslacht van her kind err gezinssa-

nrenstel l ing (ki nderer-r die opgroeien bi j bei de

ouders of in een éénoudergezin) anderzi jds.

Vanrvege her kleine aanral kinderen dat op-

sroeit in een andere gr 'zinssamenstel l ing (bi j-

voorbeeld pleeggezin) ivordt deze laatste sub-

caregorie btLiten bescl 'rouu,ing eelaten. Tot

slot onclerzoe ken \\'r' rlrer bel-rulp van ANO\/A

de sar-nenhalrg tusserr het lar-rd van herkomsr

en de ku'al i tei t van de opvoedinesorngevine.

De landen van herkonrsr I ' rebben \r ' r- hiertoe

gccltrsterd in vi j f ,regio's te \ \ ,eten: AFrika, Bal-

kan, Kaukasus, Midden-Oosten en een cate-gor ie 'or rer ige landen ' . Er is gecorr igeerd voor

rr-rr-r l t iple test ing met be I-rulp \ /air lJonlerroni.

Resu ltaten

In Tabel 1 ( l inker deel) zi jn de bescl 'rr i jverrdegege\/ens \\'eergegeven van de onderzoeks-

groep met betrekking tot de 'kwali teit van de

opvoedinesonreeving' r'cror de actuele opvoe-

dingssitr-rarie u,aarin asielzoekcrskinderen

verbl i jven. Het bl i jkt dat gemiddeid zeven

omgevingsvoorwaarden van voldoende ofqoede ku'al i teir zi jn in de context waarin kin-

dercn opgroeien (M : 7.03 SD = 4.10). Naarvoren komt dat I ' ret kinderen onrbreekt aan'cont inu i te i t i r r opvoeding en verzorg ing ' en'srabi l i tei t in levensorr-rsrandigheden' (À1 :

.68; SD = .80 resp. M : .46; SD : .70). De ovc-

r ige omgevingsvoorw'aarden zi jn rerr-r iddeldvan matig ror voldoer-rde kwalireit .

De verwachre kwalireit van de opvoe-

dingsomgeving indien het gezin een verze-

kerd verbiilí in Nederland krijgt toegekend is

weergegeven il.t I'ret rnidciendeel van tabel 1.

De verwacl-rt ingen zi jn posir ieF; semiddeld13 omgevil lgsvoorwaarden zi jn van voldoen-

de crf goede kw,al i tei t ( lvl = 13.16; 5D : 1.75).

Veru'acht wordr rnet anclere rvoorden dat deopvoedingssituarie die onrstaat bi j leeit iem

voortgezet verblijF ir-r Nederlar-rcl kir-rderer-r

voldoende tot goede ontu,ikkelir-rgskansen

biedt .

In groor conrrast daarmee staan de scc-r-

res die verwijzen naar de verwachtingen rond

de orngevingsvoorwaarden wanneer het kind

zor-r rerugkeren naar Iter lttntl uan hark.ontst (zie

rechrer dcel rabel 1). Deze veru'acl 'r t ingen

zi jn zeer laag (M = .53; SD : 1.82); zorvel de

omgevingsvoor\\ 'Aarden ir-r het gezin als in

de samenlev ing u 'orden gemiddeld a ls onvol -

doende gekwali f iceerd.

De hr-r idigc kwaii teit van de opvoedine-

sor lgev ing l i j k r n ier sanren tc hangen met dc

duur van verbl i j f van het gezin in Nederland

(Pea rson r : . 15 ;p : . 15 ) cven r l i n a l s r ne r deleeFri jc ' l van her kind (Pearson r : - .17; P

:

.11) . U i t de t - tocrs kor l t geerr s ign i Í icant ver -

band naar \ /orcn tussen de ku,aLteit van de

opvoedingsorngcvins cn seslacl 'r t . f) i r bete-

kerrr dat er geen sigr-r i f icanr verschi l is in de

kr.r,ali tei r van d e o pvoecl i n eso m gevi r-r g tu ssenjor-rgens en rneisjes ( jon{ens: M = 6.92, SD-- 1.12, n'reisjes: NI : 7.17 SD = 4.13; gerr-r icl-

de ld versch i l : .25; P: 7 tJ , BI van hcr versc l . r i l

l -1.47, 1.971). De resulraten van de r-toers la-

ten zien dat de ku'al i teir van de o;-rvocding-

sonr{eving van kinderen cl ie opgrot ' icn in ccn

éér'roudergezin nier signif icant verschi l t van

die v;rn de kinderen dic op{roeien bi j beide

ouders (éér'rotrdergezin: Àí : 6.05, SD - 4.42.

be ide ouders : NI : 6 .92 SD : 3 .92; genr id-

de ld versch i l : .87; p = .39, BI van het versch i l

[ -1 .1-+,2 .881. Nac- lere analvses van c ]e samen-

I 'rang tussen de ku'al i tei t van de oprvoeding-songcving en het land van herkornst laten

daarerrregen u'el signif icante verschi l len zien

(p : .008). Her bl i jkt dat de ku,al i tei t van de

opvoedingsonrseving van kinderen afkom-

stig uir een AÍ 'r ikaans lancl eerniddeld I ' roger

is beoordeeld dan kinderen afkomstig uit een

TABEL 1. Kwaliteit actuele omgevingsvoorwaarden en verwachte kwaliteit bij voortgezet verblijfin Nederland en bij terugkeer naar het land van her-komstvan asielzoekerskinderen íN=91)

íij

'1 . Adequate verzorging

2 . Ve i l i ge f i s ieke d i rec te omgev ing

3. Af fect ief k l imaat

4 . Onders teunende f l ex ibe le opvoed ings -structu u r

5. Adequaat voorbeeldgedrag ouders

6 . l n te resse

7. Cont inuï te i t in opvoeding en verzor-

g ing

B. Ve i l i ge l s ieke w i jde re omgev ing

9. Respect

' l 0. Sociaal netwerk

1 1 . Educa t ie

'12 . Omgang met l ee f t i j dgeno ten

1 3. Adequaat voorbeeldgedrag samen-lev ing

1 4 . S tab i l i t e i t i n l evensomstand igheden

Kwaliteit t,an dc opuoed,ingsontgeuing

0

0

0

. 5 1

.67

.68

0

0

0

. 5 5

. 5 7

.63

'1

0

1

0 4 . 41 . 70

0 3 . 3 9 . 6 1

. 6 5

. 5 8

1 3

1 3

. 8 8

.94

0 3

0 3

0

0

0

0

0

0

0

3

3

.)

3

3

-l

1

1

0

,l

I

1

2

3

3

J

J

3

J

3

0

0

0

0

0

0

0

2

3

aL

aZ

3

3

3

J

3

1 . 6 6

1 . 79

1 . 5 6

1 . 5 2

1 . 2 7

1 . 6 7

.68

2 .04 . 68

1 . 3 8 . 8 1

1 . 8 7 . 9 3

1 . 7 9 . 8 2

1 . 70 1 . 03

1 . 7 1 . 8 2

.46 . 70

7 .03 4 .10

2 .48 . 53

2 . 3 0 . s 5

2 . 3 7 . 6 6

2 .46 . 54

2 . 3 0 . 6 2

2 .35 . 48

2 . 2 6 . s 3

t J . l o t . / 5

. 0 9 . 3 2

. 5 3 1 . 8 2

. 9 5

.82

. 9 6

2 .48

2 . 3 6

2 . 3 6

2 . 2 3

2 . 1 5

2 . 3 s

2 . 1 5

. 3 1

.38

. 5 1

. 2 4 . z + o63. 9 9

. 6 1BO

-lCa

mzIa)ót

mz

FmmIom

m̂-2o\hóom

zo

z

2m

Im

m̂F

xzt-lm

mz

. 08

" ,7

. 2 3

) 4

. 1 8

. 3 4

3 9

.34

. o v

. J -

. 64

. 5 9

. 5 8

. 6 1

0 2

0 1 1 4

I J

5 144

0 3

0 140

1. De nummers achter de omgevingsvoorwaarden verwr jzen naar de corresponderende nummers van de omgevingsvoorwaarden ui t het BIC-model2. Min: geobserveerde minimumscore in de onderzoeksgroep; 0 = onvoldoende, 1 = mar ig,2 = voldoende,3 = goed-3. Max: geobserveerde maximumscore in de onderzoeksgroep.4. Ceobserveerd maximum op basis van gehercodeerde scores.

;- I i ] t A. ELIANNE ZULsTRA, MARCRITE E. KALVERBoER, WENDYJ. PoST, MUNTJE D.C. TEN BRUMMELAAR, ERIKJ. KNoRTH

iand in de Kaukasus of her Midden-Oosten(A f r i ka : M :9 .19 , SD : 3 .94 Kaukasus : M :

5.08, SD : 3 .04, gemiddeld versch i l : 4 .17; p :

.02,B1van het versch i l 10.32,7.911; Midden-

Oosten: M: 5 .72, SD: 4 .22, gemiddeld ver -

sch i l : 3 .47; p : .01, BI van het versch i l [0 .45,6 481)

De onderzoeksresultaten lacen zien dat

proíessionals verrvachten dat de asielzoe-

kerskinderen in de onderzoeksgroep de beste

ontwikl:el ingskansen hebben bi j voortgezet

en 'gezekerd' verbl i j f in Nederland. Rede-

nerend vanuit de besluiwormingsrichtl i j -

nen uit het BlC-model betekent dit dat het

ontwikkel ingsbelang van kinderen in de

vreemdelingenrech rel i jke beslui rvorming het

meest gediend lijkt met een voortgezet ver-

bl i j f in Nederland.

l l lustrat ie: een casus

Famil ie X (moeder) zoon 17 1aar, dochter

15 jaar) is afkomstig uit de Kaukasus en vijfjaar geleden naar Nederland gevlucht. In de

afgelopen periode zijn meerdere aanvragen

voor een verblijísvergunning ingediend wel-

ke zijn afgewezen Aanleiding voor de vlucht

betrof de mishandeling van moeder aldaar

door overheidsFuncrionarissen. Nadat vader

aangifte deed van deze mishandeling bij de

poli t ie heeft het gezin vader niet meer terug-

gezien. Moeder is vervolgens enkele dagen

nadat vader aangifte deed nogmaals mishan-

deld door overheidsfunctionarissen waarop

moeder met haar zoon en dochter besloot te

vluchten. Het gezin verbl i j f t momenteel in

een woonunit op een Asielzoekerscentrum

(AZC). Ze zijn in Nederland meerdere keren

verhuisd.

De advocaat van de familie heeFt aan het

Onderzoeks- en Experrisecentrum gevraagd

onderzoek te doen bi j welk besluit 'hec be-

lang van het kind' in de procedure gediend

is. Hiertoe zijn de 14 orngevingsvoorwaarden

in de huidige situarie onderzocht en tevens

wat de verwachting is hoe deze eruit zouden

zien bijeen voortgezet verblijf in Nederland

en terugkeer naar het land van herkomst. Deonderzoekers hebben een gestructureerd di-

agnosrisch interview aígenomen bi j rnoeder

en de kinderer-r. Daarnaast is er telefonisch

concact geweesr met de behandelaren van

moeder en de kinderen en de leerkrachten

van de kinderen. Tevens zijn er vragenlijsten

omtrent het sociaal-emocioneel functioneren

van de kinderen afgenomen. Aan de hand

van de inFormatieverzameling hebben de on-

derzoekers de BIC-Q ingevuld. De resultaten

zijn weergegeven in T abel 2.

Al le gezinsleden kampen met psychische

klacl-rten en lijden eronder niet te weten waar

hun vader f r.r'an is en hoe het met hem gaat.

Moeder is gediagnosticeerd met een post-

traumatische stress stoornis (PTSS) en haar

zoon met een angststoornis. Moeder is tor

weinig activiteiten in staat, ze ligt het groot-

ste gedeelte van de dag in bed en hui l t een

aantal uren per dag. De boodschappen en het

verzorgen van het eten wordt door de kinde-

ren gedaan. De kinderen vertellen dat ze op

school en in conract met hun vrienden zich

af en roe nog 'k ind 'voe len, en de zorgen min-

der op hen drukken. De kinderen geven aan

geen positieve roekomst voor henzelf te zien.

Op basis van de BIC-Q komen de onder-

zoekers tot de conclusie dat de kinderen de

beste ontwikkelingskansen krijgen bij voorr-

gezet verbhyf in Nederland. Verwacht u,ordt

dat de gezinsleden zich in Nederland vei l ig

zul len voelen, ze behandeling kunnen ont-

vangen ter vermindering van de psychische

klachren en moeder zich sterker zaI gaan

voelen waardoor ze opvoedingstaken meer

op zich kan nemen. Verwacht wordt dat bi j

terugkeer naar het land van herkomst de

angst brj de gezinsleden vergroot wordt, ze

zich niet vei l ig zul len voelen en moeder in

nog mindere mate in staat zal zijn voor haar

kinderen te zorgen. Daarnaast zullen de (on-

dersteunende) contacten van de kinderen

met vrienden, schoolgang,behandeling en de

omgeving waarmee ze zich nu kunnen iden-

tifi ceren verbroken worden.

T U S S E N H o o P E N V R E E S : D E o P V o E D l N c S o M c E V | N C V A N A s | E L Z o E K E R S K l N D E R E N I m

TABEL 2. Uitkomsten BIC-Q betreffende famil ie X

1. Adequate verzorging

2. Vei l ige f ts ieke di recte omgeving

3. Af fect ief k l imaat

4. Ond ersceu n ende fl exi bele o pvoed i n gsstructu u r

5. Adequaat voorbeeld gedrag ouders

6. Interesse

7. Cont inuï te i t in opvoeding en verzorging

8. Veilige frsieke wijdere omgeving

9. Respect

10. Sociaal netwerk

1 1 . E d u c a t i e

12. Omgang mec leef t i jdgenoten

1 3. Adequaat voorbeel dgedragsamenleving

1 4. Stabi l i te i t in levensomstandigheden

Kwalite it u an de o p u o e dings o mgeuing

t

+ +

+ +

* ++ : goed (3 ) ;+ : vo ldoende (2 ) ;+ : mar ig ( t ) ; - : onvo ldoende (0 )

Discussie en conclusie

De centrale doelstelling van dit onderzoek

betrof weer te geven op weike wijze 'l 'ret be-

lang van het kind' gewogen kan worden in

die situaties van vreemdelingenrechtelijke

besluiworming waarbij belangen van kin-

deren geraakt worden. Aan de hand van de

Best lnterest of the Child - Questionnaire(BIC-Q) is onderzocht hoe het staat met de

kwaliteit van de actuele opvoedingsomge-

ving van asielzoekerskinderen, alsmede wat

de verwachte kwaliteit ervan is bij voortgezet

verblijf in Nederland of terugkeer naar het

land van herkomst.

Uit onze studie komt naar voren dat veel

asielzoekerskinderen in de onderzoeksgroep

in r isicovol le omstandigheden opgroeien;

meerdere kenmerken van de opvoedingsom-

geving blijken van lage kwaliteit. Onderzoek

laat zien dat het risico op ontwikkelingspro-

blemen sterk wordt verhoogd indien kinde-

ren opgroeien in een omgeving waarin meer-

dere risicofacto ren aanweztgzij n (B rou'n, Co-

hen, Johnson, & Salzinger, 1998; Farrington,

1997; Rutter, 1979). We kunnen derhalve

concluderen dat asielzoekerskinderen in Ne-

derland een vergrote kans lopen in hun ont-

wikkeling te worden bedreigd zolang er geen

duidel i jkheid is over een toekomstperspec-

tief. Tegelijk zten we dat de kansen het meest

gunstig worden ingeschat wanneer kinderen

een gelegitimeerd bestaan in Nederland kun-

nen opbouwen.

We vinden een zwakke, niet signif icanre

relat ie tussen de kwali teit van de actuele

f f i A . E L | A N N E Z U L 5 T R A , M A R C R | T E E . K A L V E R B o E R , W E N D Y J

opvoedingsomgeving erl de duur van het

verb l i jF in het gast land, i .c . Neder land. Di r

is in teqenspraak met resu l ta ten in ander

onderzoek. Daarin kornr naar vorer-r dat,

naarlnate gezinnen langer in een gasrland

verbl i jven zonder verbl i j fs recht, het s tress ni-

veaLl van de ouders toeneelr l t u,aardoor hun

opvoedinuskrval i tei ten u'c'rrden aange[asI

(Dermot , Benson, Ciarán, & Dooley, 2008;

Hal las , Hansen, Staehr , Mr- rnk-Andersen,

& Jorgensen, 2007; Monrqomery & Fold-

spang, 2005; Nie lsen, Norrec iam, Chr is tan-

sen, Obel , H i lden, & Krasr - r ik , 2008; Van

Essen & Bala, 2007). Een verklaring voor deaFu,i jkende resultaten kan zi jn dat de oncler-

zoeksgroep al lar-rgere r i ld in Nederland ver-

bl i j í t (M - 7.1 jaar; SD = 3.5 jaar) en de sezin-nen vaak al vele jaren in afu'achting zi jn van

de r-r i tkon-rsten van de asielprocedure. Her is

een groep r. l 'aarin een verdere verslechtering

van de opvoedingss i tuat ie onder inv loec l

van de voorrschr i jdende r i jd geen opre ld

l reer doer ; er is een 'boder l ' bere ik t .

We vinden verder dat dc herkon-rstlanden

van de gezinnen van invloecl lijken op de ku'a-

l i tei t van de actuele opvoedingsonrgevinq;

kinderer-r nret een AFr-ikaanse achtergrond

genieten ec'n sigr-rificant hogere ku.'aliteit van

opvoedingsom{eving r. ,ergeleken rnet kinde-ren afkomstig uit landen in de Kaukasus oÍ '

het Mic iden-Oosten. Ons zr jn geen s t l rdres

beker-rci u'aarin ee nzelFdr' reslr lraat u,ordt be-

schreven. De asielzoekerscezinnen in de on-

derzoeksgroep kon-ren over\vegend uit gebie-

den vi 'aarin c1e srtuatie inscabiel is (pol i t ieke

confl icten, oorlog, etc.). lvloqel i jk hebben

deze cor-rf- l icren op het Afr ikaanse continent

een andere uiru'erking, c.q. leiden ze minder

tot gezinsspannir-rgen en -ont\\ ' r icht ing danin de arrdere t\ \ ,ee genoemde regio's. Een an-

dcre verklaring kan gezc'rclrt u'orden in het

gegeven r. lat her continent Afr ika groter is

en meer diversiteit laat zier-r in culturele ach-

tergrond ir-r vergelijking rnet de Kaukasr-rs

en het Midden-Oosten. Nader onderzoek is

hier noodzakeli lk. Daarbi j zou ook bezicr-r

kunnen u'ordcn of, de vltrchrrnotieven en de

opgedane ingri jpende ervaringen in de ver-

schi l lende landen van herkonrst een nadere

verklaring bieclen.

POST, MUNTJE D.C. TEN BRUMMELAAR, ERIKJ. KNORTH

De representativi teit van de onderzoeks-

groep is rnogelijk beïnvloed doordar de kir-r-

deren waarover de rneeste pedagogische en

psycl-rologische rapportage beschikbaar was

geïncludeerd zi jn in de onderzoeksgroep; zi j

vormen u'aarschijnlijk de rreest klvetsbare

kinderen in het gezin. Ook u,orden cloor-

gaans alleen schrrjr-rer-rde zaken door advoca-

ten aangemeld bi j het Onderzoeks- en Exper-

t isecentrum voor Kinderen en Vreemdelin-

genrechr \vaarbij de advocaat de inschatting

maakc clat l ' rer ontu, ikkel ingsbelanr ernsrig

in her gedir-rg is als kir-rderen gedwongen

u'orclen terLlggestuurd naar het land van her-

konrst. De onderzoeksresult aten zi jn genera-

l iseerbaurr rroor de groep ku'etsbare kinderen

die al langere t i jd in Nederlar-rd verbl ip'en.

lmpl ica t ies voor onderzoek enprakrij k

Toepassrng van de BIC-Q l i j k t re levant

in j trr idiscl-re besluirvorrningsprocedures

u,aar belangen van kinderen ir-r het gedir-rg

z i jn . Dar bet reFt n ier a l leen k indcren in

het vreerndelingenrecht u,aar de focus in

d i t onderzoek op lag. U i t ander onderzoerk

b l i jk r dat l - re t ins t rument ook roepasbaar is

bi j kinderen in het civir ' l recl-rt (denk Lrr,. aan

k inderen in hoogconf l ic tueuze ec l - r rsc l ' re i -

d i r - rgen of b i j onde r toez ichtsre l l in ren) o f in

l-ret jer-rudstrafrecht (denk bv. aan de plaat-

s ing van jeLrgd igen in een jusr i t ië le jeugd-

inrichtins) (Ten Brtrnrnrelaar & Kalverboer,

20 l l ) . Het ins t rument is gebaseerd op ge-

dragsu 'erenschappel i jke inz ichten, on r l eend

aan de ontw,ikkel ingspsycholosie e n pe-

dagogiek, én op het Kinderrechtenverdrag(Kalverboer e t a l . , 2OO9). D ie combi r rar ie is

uniek en niet vanzelFsprrekend (cF. De r luyn

& Broekaer t , 2008) . Nader onderzoek naar

toepassingsrnogeli jkheden van de BIC-Q

in de verscl-r i l lende recl-rtsgebieden verdienr

aanbevelirrg.

Restr lraten op de I l lC-Q in de onclerha-

vige orrclerzoeksgroep laten zien dat er grote

verscl-r i l len zi jn in de waargenomen ku'al ireir

van de opvoedingsomseving in Nederland en

de verwachte ku,al i tei t in Nederland en het

TUSSEN HOOP EN VREES: DE OPVOEDINGSOMCEVINC VAN ASIELZOEKERSKINDEREN ffiff iff i

land van herkornst, ten gl lnsfe van gelegir i-meerd verbl i j f in Nederland. In dir verbandis her inrc'ressant om onderzoek te verr ichten

bi j kinderen en jongeren dir ' nog maar korr

geleden vertrokken zi jn uit her land van her-komst en die nog nier geworreld zi jn in deNederlan d sc- sam en levin g ( Kalverboer &" Zijl -

stra, 2006a 2006c, Kalverboe r er al. , 2009).Voorrs is het wetenscharppeli jk en n-raar-

schappeli jk van belang de relacie russen sco-res op de kwali teit van de opvoedingsomge-

ving en de f,eitelijke ontwikkc'ling op langeretermijn var-r kinderen te onclerzoeken. We

veronderstel len dat de kans opr onnvikke-',ï"t"ï:,ïri.:::.il,"r::01,",'lï,i:l-i'ïlï:ï

Noten

instabiele opvoedinqsomstandigheden (Kal-'n'ertroer & Zi j lsrra, 2008b). 'Regelmatiqe ver-

hr-r izinger-r en een gebrek aan kanserl onl re

settelen hebben een negatieve invloed op deor-rnvikkel ing en het u,elzi jn van kinderen',zo stel len Chrisr iar-rsen en Havik (2010, p.218) op basis van onderzoek in Nooru.,egen.

Toetsing van een derqelijke hyporht'se ir-r deNederlandse conrext irnpl iceerr dar kincieren

gevolgd worden in hr-rn ontwikkel ing. En datis iers dat met narne in het geval van krvets-

bare jeugdigen (zoals asielzoekerskinderen,

kinderen in zeer problematische ecl-rtscl ' rei-

dingssituaties, uir l -ruis geplaarsre kinderen)nog nauweli jks is gebeurd (Knorri ' r , Krr i j f f , &Roggen,2008) .

].

z .

Dir arr ikc l vorn- I t een gror-rd ige beu'erk ing van Zi j lsrra, A. E. , Kalve-rboer, M. E. , Posr, \ \ ' . -J . , Knorrh,

E.J. , & Ten lJrur-nmelaar, lv1. D. C. (2012). The qLral i ry of rhe chi ldrearrne environmenr of refugee

or asyl t tm-seeking c l ' r i lc l ren and r l - re best inrerests of r l - re chi ld: Rel iabi l i ry and val id i ry of r l ' re BIC-Q.

Bebauior,rl Sciences and the Lau,, 30, 84 1 -855, doi: I 0. I 00 2 1bs1.1998.In eelr p ikr tstudie is een ui rgr-breic l onderzoeksprotocol onrwikkeld re ' rverze'ker ingvan een etncl t r ic l i -ge r l ' i jze van gebruik l 'an dc verschi l lende i l rFcrrnraciebronnen en ter standaardiser ing r ,an c le scor ing.

Her protocol geeFr nattu'ker.rrig aan hoe alle infbrmatie dienr te u'orcien geïnrerprereerrl e Í1 gescoord.\rVe veru'i jzen hier verder na.ar de Handleiding BIC-Q (Kalverboer & Zij lsrra, 2008b). Deze kan bij de

eerste auteur van di t ar t ikel u 'orden i r . rgezien.

Ceraad pleegde l i teratu u r

Bartels, A. . & Heiner, H. (1994). De condi t ies voor opt imale onru. , ikkel ing. Her belang van ht- f k ind in

hulpver lenins, prevenr ie en bele id . Jeugd en Samenlcr ing,2a$),282-295.

Belskv,-1. , & Vondra,J. (1989). Lessons f ron-r chi ld abuse: The dr ' terur inanrs oíparenr ing. I r r D. \2. Cic-

cherri, & V. Carlson (eds.), Child maltredtment. Thcory and researclt on tha cawse and consequenccs of cbild

abwse and ncgle ct (pp. 1 5 3-2 02). Can-rbrid ge/Neu, York : Erlbaum.

llronfenbrenner, U. (1979). The ccologt of hutnan deueloptnent. Car-nbridge, MA: Harvard Unir. 'ersirv Press.

Brotr ' 'n , R. , Cohen, P. ,Johnson,J.G , & Salz inger, S. (1998). A longirudinal analysis oÍ ' r isk facors íor chi ld

nral t reaf t r rent : F indings oÍ 'a 17-r , "^ t prospecr ive stuciy oFoff ic ia l ly recorc led and sel f - reporrr 'c l chi ld

abust ' and neglecr. Chi ld Abusa and Neglec,22(I1) ,1065-1078.

Buurnreiler, F. A., & Hermanrrs, P. C. (1988). Oezins l)itnensie Schalen. Lisse: Su'ers & Zeirl ir-rge'r.

Caprara, G. V. , & Rutter , M. (1995). lndiv idualdevelopment and socralchange. In M. Rurrer , & D.J. Srnrrh

(eds.), Pslchologlcal dkorders in loung People: Time, trends and tbeir causes (pp. 35-66). Chichesrer: JohnWiley & Sons, Lrd.

-! I A. ELIANNE ZULsTRA, MARCRITE E. KALVERBoER, WENDYJ. PoST, MUNTJE D.C. TEN BRUMMELAAR, ERIKJ. KNoRTH

Clrr is t iansen,A..&" Havik, T. (2010). Srabi l i tv in out-oÊhome care , u 'har 's in i t , for u ' l ' rom? In E.J. Knorrh,

NI. E. Kalverboer, & J. Knot-Dickscl'reit (eds.), Inside Owt: Hou, inten,entions in child and famih cdrc u,orle.

An intarnational sowrce book (pp.218-220). Antu,erp: Garanf Publishers.

Cicchetr i , D. V. , & Lynch. M. (1995). Fai lures in the expectable environmenc and rheir impact on in-

div idual developmenr: Tl - re case of chi ld r r ra l t reatrrent . In D. V. Cicchet t i , & D J Cohen (eds.) ,

Deuelopmental pstchopathologt, Vol. 2: Il ish, disordcr and adaptation (pp. 32-71). Neu' York: John \X/ilev

& Sons . L rd .

Commitree on the Righrs of Children (2013). ()eneral Contment no. 14 on 'The right of the child to haue bis or her

best interests takcn as a primaryt consideration'. http://u.u'w2.ohchr.org/english/bodies/crc/docs/GC.1,1.

pdf. Opgevraagd op 29 november 2013.

Davidson-Arac' Í , B. , Englechin-Segal , D. , & Wozner, Y. (2003). Short- term fo l lou ' r - rp of chi ldren ac r isk:

Cornpar ison of the qual i ry of l i fe of c l - r r ldren removed f - ron-r home and chi ldrerr remaini r rg at home.

Chilcl Abuse and Neglect, 27(7), 7 33-7 50.

De Haene, L. , & Gr ietens, H. (2005). Vluchtel ingenkinderen en - jongeren. In H. Gr ierens,J. Vanderfaei l l ie ,

W. Hellinckx, & W. Ruijssenaars (red.), Handboeh orthopedagoglsche hwlpuerlenmg. Deel l (pp. 367-393).

Leuven: Acco.

Der luvn, L, & Broekaert , E. (2008). Unaccor.npanied refugee chi ldren and adolescc'nts: The glar ing con-

trast bet\L'een a legal and psychological perspective . [nternationalJournal of Lau, and Pslcbiany, 3i,, 319-

330 .

Dermot, A. R. , Benson, C. A. , Ciarán, A. 8. , & Dooley I l A. (2008). Psychological d isrress and the asylum

process: A longitr,idinai studv oFforced migrar-rts ir-r Ireland. The Journal of Nert'otts andMcntal Disc,tsc,

1 9 6 ( 1 ) , 3 7 - 4 s .

Dorele i jers, T. A. H. , & F-okkens,J. \X/ . (2010). Minder jar igen en jongvolwassenen: Ple idooi voor een evi-

dence based straFrechr. Rechtstreeks. 2. 9-47.

El-rnrholt, K. A., & Yule, \X/. (2006). Practit ioner Review: Assessmenr and treatmenr of refugee children

and adolescents who have experienced war-related trauma. -lournal of Child Psycholog and Ps1chianl,

47(rZ), 1 197 -12r0.

Farrington, D. (1997). Early, predicrion of violent and nonviolenr yourhFul offending. Ewropean Journdl on

Criminal Policl and Research, 3, 157-173.

Hal las, P. , Hansen, A. R. , Stael- r r , M. A. , Mr-rnk-Ar-rdersen, E. , &Jorsensen H.L. (2007). Length of stav in

asylum ccnrres and mental health in asyh-rm seekers: a retrosl)ective study Í'ror-n Denm ark. BMC Public

Haalrb,7,288.

Harder, A. T., Knorrh, E. J., & Zandberg, T. (2006) Residentiële jaugdzorgin beeld. Ecn ouerzichtsstudte naar dc

doelgroep, u,erku,ijzen en uitkomstcz. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Heiner, H. , & Barte ls, A. (1989). Jeugdstrafrecht en het belang van het k ind. Het belang van het k ind nader

omsclrreven . Tildschrilt uoor Familie- en Jeugdrccht, 11(3), 59-64.

Kalverboer, N'Í. E. (2014). Het belangt,an bat kind in bet ureerndelingcnrecht; pedagogisch geduid en gert,ogen. Am-

sterdam: Ui tgever i j SVíP ( in press).

Kalverboer, M. E. , &Zi j lsrra, A. E. (2006a). De schade die k inderen oplopen als ze na langdur ig verbl i j f in

Nederland gedrvongen worden uitgezer. In: Defence for Children International (red.), Internationale

Kinderce chte n L)ersus Nederlands immigratiebeleid (pp. H3.1-34). r\rnsrerdam: Defence for Children Ir-rrer-

na r iona i (DCI ) .

Kalverboer, M. 8., & Zijlstra, A. E. (2006b). Hat belang uan bet kind in het Nederlands re cbt: Vooru,aarden t,oor

ontwikhelinguanuit een pedagogtsch perspectief. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Kalverboer, M. E., &. Zrllstra, A. E. (2006c). Kinderen uit asielzoekersgezinnen en het rccht op ontwihkeling: Het

belang uan bet kind in bet Vreemdelingenrecht. Amsrerdam: Uitgeverij SWP.

Kalverboer, lv{. 8., &, Ztjlsrra, A. E. (2008a). Het belangvan bet kind in het Vreemdelingenrecht. Kinderen uit asiel-

zoekersgazinnen: Ontu,ikkelíng persPectief en juidscbe positie. Onderzoehsuerslag periode 2006-2008. Gronin-

TUsSENHooPENVREES:DEoPVoED|NGSoMCEV|NCVANAS|ELzoEKERSK|NDERENI i l

gen: Ri jksunivers i t r - i t Groningen, AFdel ing Orr l - ropedaeociek. Dou'n load: hrrp: / /w"w. ' , r ' . rur .n l /pedok/

nieuwsT'OrthopedagogiekT'onderzc'reksrapporr_belang_kind_vreemdehngenrecl'rr.pdf.

Kalverboer, M. E. , & Zi j ls t ra, A. E. (2008b). Handleid ingBIC-Q. Groningen: Ri jksunivers i tc ' i t Groningen,

Afdel i ng Orthopedagogic 'k ( interne publ icar ie) .

K:r lverboer, M. E. , Z i j lxra, A. E. , & Knorth, E.J. (2009). The c leveloprnental consequences Fcrr asy '1111n-see-

king children livins u'it l-r chr- prospect fbr five years or more of enforcecl return to rl-reir l-rome counrry.

Ewrope"tn Jowrnal o.f Nligution and Lau', I 1(l), 1l-67.

Knorth, E. J. , Kni j f f , f { . K. , & Roggen, T. (2008). De ontwikkel ing van adolescenten na i r r rensieve1.-usd-

zorg: Wat niet rveer u'at n ie I leert. In E. J. Knorth, ec al. (red.), De ontwihkeling uan kindcren met proble -

men: ge u,oon anders (pp. 125- 136). Anrwerpen/Apeidoorn: Garanf .

Moienaar, I. V(/., & Sijtsma, K. (2000). Usar's Manual MSPS for Windou,s. Groningen, the Necherlands: IE,C

PToGAMMA.

Montgomery, E. , & Foldspang, A. (2005). Seeking asylum in Denmark: Refugee chi ldren's menral healr l - r

and exposnre to violence. EwropeanJowrnal of Public Heabb,15,233-237.

Nir ' lsen, S. S. , Norredan-r , M. K. , Cl ' r r is tansen, L. , Obel . C. , Hi ldenJ. , & Krasnik A. (2008). Iv{ental heal t l - r

among c l - r i ldren seeking asvlum in Denmark: ' I 'he

eFfect oFlengrh oFstay and number of re locacior . rs.

A cross-sect ional srudv. BL4C Publ ic Heabb,8,293.

Rutter , M. (1979). Protect ive lactors in c l - r i ldren's responses to stress and disadvantage. In M. W. Kr 'nr ,

& J E. Rolf (eds.), PrimarT, preuention of pslcbopathologt. Vol. 3: Social compete?xcc in childrcn (pp. a9-7\.

Hanover, NH: Universiry Press of Ner.r. England.

Rutter , M., Gi l ler , H. , & Hasel l , A. (1998). Ant isocia lbehaviorblyungpeople. Can-rLrr idge: Carnbr idge Uni-

versiry Press.

Srevens, G W J. M., & Vollenbersh, W. A. M. (2008) Mental l-realth in rnigrant children./ournal of-Pslcho-

logt and Psychiatrv, 49(3), 27 6-291.

Srvanborn, P. G. (2008) . Case-sturl.1's: V/dt, u,dnneer en hoe. Den Haag: Boom C)nderu'i;s.

Ten Brummelaar, M. D. C., & Kalverboer, M. E. (201 1). Kindercn, hinden"echten en de strafyechtali jhe procadure.

Het belang L,dn hat kind in hat Jeugdstruf(proce s)rccht. Groningen: The Universiry of Groningen, Deparr-

r-nent of Special Needs Education and Yourh Care (pp. 1-115). Downioad via: htrp://u.u.'u,.mg.nl/

pedok/nieuu,s/Orthopedagoeiek/rapport_kinderpostzegels_november_ 1.pdf

Van Essen,J., & Bala, J. QOOT). Als glas in lood;integratieue behttndelinguan uluchtclingenkinderen en -gczinncn.

Utrecht : St icht ins Pharos.

Van der Ploec,-T. D. (2007). ()edr'rgsproblemcn. Ontu,ikkelingen enrisico's. Rotterdam: Lemniscaar.

Van IJzendoorn, M. H. (2008). Opuoedingouer de grens: Gehechtheid, trau?tla en ueerkruchr. Amsterdam: Boorrr

Academie.

Van Orjen, S. (2010). Rasultaat L,.tn pleegzorgplaatsingen. Een onderzoek naar breakdou,n en dc ontu,ik.kelingt,an

adolescente pleeghinderen bi1 langdurige pleegzorgplaatsingen. Groningen: Van f)enderer-r (Acadc'rrrisch

Proefschr iFt Rryksunivers i te i t Gronin gen).

Zil lsrra, A.11. (2012). ln tbe best intcrest of tba child? A studl into a decision-tupport tool ualidatingttsylum-sealzing

children's nghts.from a bebauioural scientific perspectiue. Academisch Proefschriir. Groningen: Rrjksuniver-

s i t r i r G r o n i n g e r r .

Zi j ls t ra, A. E. , Kalvt ' rboer, À4. E. , Post , W. J. , Knorch, E.J. , & Te n Brummelaar, M. D. C. (2012). The qual-

i ty oÍ the chi ldrear ing c 'nvi ronnrent of reFugee or asylum seeking chi ldren and rhe Besr Interc 'srs of

the Chi lc l : Rel iabi i i ry and val id i ty oÍ ' the BIC-Q. Behauioml Sciences andTbe Law,30(6),841-855, dor:

10 .1002 /bs l . I 998 .

Zt j lxra,A. E. , Kalverboer, M. 8. , Post , W.J. , Ten Brummelaar, M. D. C. , & Knorrh, E.J (2013). Cor-r ld r l ' re

BIC-Q be a decis ion-supporr rool to predicr the development of asylum-seeking chi ldren? Interna-

r ionalJournalofLau,andPsycbiatryt ,36(2),129-135,doi :10.10161j . i j |p .2013.01.005.

f f i r " " * A . E L | A N N E Z U L S T R A , M A R C R | T E E . K A L V E R B o E R , W E N D Y J . P o S T , M U N T J E D . C . T E N B R U M M E L A A R , E R | K J . K N o R T H

Bi j lage. Best Interest of the Chi ld Model l

Gezin: actuele situatie

Fysiek welzijn

1. Adequate uerzorging

Adequate verzorging is de zorg voor gezondheid en fysiek welbevinden (bi jvoorbeeld hetbieden van ruimre, verwarming, kleding, persoonli jk eigendom, voeding, inkonren) pas-send bi j I ' ret kind. Daarnaast ervaren de ouders geen zorgen ffret berrekking tot deze om-gevin gsvoorwaarde.

2. Veilige flsieke directe omgeuing

Een vei l ige f,ysieke directe omgeving biedt l ichameli jke bescherming aan het kind. Dat be-tekent: aFwezigheid van gevaar in de woning en orlgeving, afrvezigl-reid van bedreigendetoxische invloeden, aíwezigheid van mishandeling, en afrvezigheid van geu'eld in de omge-ving van het kind.

Opvoeding

J. AJfctief klimaar

Geborgenheid, steun en begrip van de ouder, passend bi j het kind en tot uit ing komend inde relat ie die het kind met zi jn ouder heeft.

4. Onderstcunende, flexibele opuoedingsstructuut"

Voldoende regelmaat in het leven van alledag.

Aann-roediging, st in-rulering, het geven van instruct ie, en het stel len van real ist iscl-re ei-

Het stel len van grenzen, het geven van regels, het geven van inzicht in en arglrmentenvoor de gestelde grenzen en regels.

Het uitoeFenen van controle op het gedrag van her kind.Het voldoende ruimte laten aan het kind voor eigen wensen en vri j l -reid, voor eigeninit iat ief en experimenteren, evenals de vri jheid om over de structuur te ( leren) onder-l-randelen.

Het kind kri jgr nier meer verantwoordel i jkheid dan hi j aankan, ervaart zo binnen dicbegrenzing de gevolgen van zijngedras en leert zo de gevolgen in te scl-ratten en zijngedrag alte rvegen.

5. Adequaat uoorbeeldgedragouder

Het kind neemt gedrag, optreden, waarden en normen van zi jn ouders over die nu en latervan be lang z i jn .

6. Intcrcsse

Het tonen van belangstel l ing voor het kind en zi jn leeFwereld door de ouder.

Gezin: toekomst en verleden

7. Continulteit in opuoeding en uerzorglng toekomstperspectiefE,en ouder verzorgt het kind en voedt het zodanig op dat er hechting optreedt. Her basis-vertrouwen dat ontstaat wordt in stand gehouden door de bescl'rikbaarheid van de ouder.Het kind ervaart een toekomstperspectief.

I Zie voor de resultaten van de uitgebreide revieu,stud ie Zij lstra (2012).

TUSSEN HOOP EN VREES: DE OPVOEDINCSOMCEVING VAN ASIELZOEKERSKINDEREN f fm

Samenlevi ng: actuele situatie

8. Veilige fiisieke u,ijdere omgel'ing

Een vei l ige fysieke wijdere omgeving biedt l ichamelryk bescherming aan het kind. De buurt

waarin het kind opgroeit is vei l ig, evenals de samenleving. Criminal i tei t , oorlogen, natuur-

rampen, besrnettel i jke ziekten zi jn afwezrg.

9. Respect

De behoeften, wensen, gevoelens en verlangens van het kind worden serieus genomen door

de omgeving van het kind.

10. Sociaal netwerk

Het kind (gezin) heeft diverse steunbronnen in zi jn omgeving waarop I ' r i j een beroep kan

doen.

1 1. Educatie

Het kind kri jgt schol ing en opleiding en de gelegenheid tot het ontplooien van talenten

(bi jvoorbeeld sport oí muziek).

1 2. Omgang met leeftildgenoten

Het kind heeft omgang met andere kinderen in gevarieerde situaties, passend bi j de bele-

vingswerelcl en I ' ret ontwikkel ingsniveau van het kind.

1 3. Ade quaat u o orb e eldge drag s am e nl eu ing

Het kind komt in contact rnet andere kinderen en volwassenen van wie hi j gedrag, optre-

den, waarden en normen kan overnemen die voor hem nu en larer van belang zi jn.

Samenleving: toekomst en verleden

1 4. Stdbthteit in leuensomstandigheden, toekomstPersPectief

De omgeving verandert niet onvoorzien en plotsel ing. Optredende veranderingen komen

aangekondigd en zrjn rnzichtelijk voor het kind. Identificatiefiguren en steunbronnen blij-

ven bestaan, evenals de mogelijkheid tot het aangaan van relaties door eenheid van taal. De

samenleving biedt hec kind een toekomstperspectief.