Tackling forced labour among refugees and asylum seekers: a guide
Tussen hoop en vrees: de opvoedingsomgeving van asielzoekerskinderen [Between fear and hope: the...
-
Upload
independent -
Category
Documents
-
view
0 -
download
0
Transcript of Tussen hoop en vrees: de opvoedingsomgeving van asielzoekerskinderen [Between fear and hope: the...
Tussen hoop en vrees: deopvoed i ngsomgevi ng vanas i elzoe ke rs ki n d e re n 1
A. El ianne Zi j lstra, Margri te E.M i jn t je D .C. Ten Brummelaar
Kalverboer , WendyJ. Post ,E r i k J . K n o r t h
Between fear and hope: the chi ldrearingenviron ment of asylu m-seeki ng chi ld ren
Ortbopedagogiek: Onderzoek en Prakti,jk, 53 (2),3-17
O Garanr I ISSN 22I I -6273 | februar i2014
ABOUT THE AUTHORS
A.E.Zijlstra, PhD. As researcher employed ac rhe Study Centre on Children, Migratiorr and Law of the
Univers i tv oF Groningen, a.e.z i j ls t [email protected] .
M.E. Kalverboer, PhD, Lllvl. ProFessor by special appointmenr at the Department oíSpecial Needs Edu-
cation and Youth Care of rhe Universiry of Groningen and director of the Study Centre on Children,
Migration and Lau', [email protected].
WJ. Post, PhD. Associare professor at rhe Departmenr of Special Needs Education and Yor.rrh Care of the
University of Groningen, [email protected].
M.D.C. Ten Brummelaar, lr4Sc. PhD-studenr at ti-re Deprartmcnt oFSpecial Needs Educarion and Yourh
Care of the Univers i ty of Groningen, m.d.c. [email protected] .
EJ. Knorth, PhD. Full professor at the Department of Special Needs Education and Youth Care of the
Universi ty o F G roni ngen, e.j. kn orrh (a rug. nl.
ABSTRACT
Opposed to what might be expecteci f rom a pedagogical perspectrve the 'best interests of the chi ld ' in
immigration proceedings is nor (r'et) an independent consideracion in decision making. In this study
the qualiry of the childrearing environmenr of asylurn-seeking children in the Netherlands is determined
w, i th the Best Interest of rhc- Chi ld Quesr ionnaire (BIC-Q). Also the expected qual i ry oFthe chi ldrear ing
environment is decermined in rhe case of concinued residence in the Nether lands or rerurn co the coun-
try of origin. The research group consisrs of children from asylum-seeking Families who submitred an
appl icat ion for a residence permir (N: 91). The current qual i ty of rhe chi ldrear ing environmenr proved
ro contain pertinent risks for the development of these children. The developmental expectations are
Ortbopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 53 (2), 3 (lèbruari 20la)
x rA .EL |ANNEZULSTRA,MARcR|TEE.KALVERBoER,wENDYJ.PoST,MUNTJED'C .TENBRUMMELAAR,ER|KJ ,KNoRTH
negat ive i f the chi lc l ren are forced to retr l rn to r l ' re i r col rntry oFor ig in. The besr inreresrs of the chi lc l seem
ro be servcd besr bv a con. inued residence in rhe Nether lands. \ ï 'e d iscuss the inrpl icar ions of onr f indinqs
for rcsearcl r and pract icc.
Keywords: besr interesr oFthe chi ld, chi ldren's r ighrs, asylunr-seeking chi ldren
OVER DE AUTEURS
Dr. A.E. Zij lstra is onderzoeker bij het Onderzoc-ks- en Experrisecentrlrm voor Kir-rderen en Vreemdelin-
genrechr, verbonden aan de fujksuniversirc'ir Groningen, a.e.zij [email protected].
ProF.dr.mr. M.E. Kalverboer i -s b i jzonder hoogieraar 'Kind, (Ortho)pedagor iek en Vreemdel insenrechr '
bij de Afdeline Orthopedagogiek van dc- fujksr-rniversireit Groninsen en directeur van her Onderzoeks- en
Expert isecentrL lm voor Kinderen en Vreemdel ingenrecht , [email protected] .
Dr. WJ. Post is univers i ra i t ' hoofddocenr staf isr iek en methoc' lo logie b i j de Afdel ins Ort i ropeclagogick
van dc l { i , j ksu n iver-s i re i r G roninsen, u ' . j [email protected] .
M.D.C. Ten Brummelaar, NlSc, is prornovendrrs bij de AFdeling Orthopedagogiek var.r de RijksLrniversi-
te i r Groni r - rgen. m.d.c. ten.br l [email protected] .
Pro[. dr. EJ. Knorth is gervc'ron hoogleraar'Ortl 'ropedagogiek /Jeugdzorg'bij de Afdeling Orrhopedago-
giek van de Rijksu n iversi teit G roni r-r gen, e.j. knorrl 'r@rug. nl.
SAMENVATTING
In tegerrsre l l ing tor rvat vant t i t een pedagogische opr iek zou ktrnnen u 'orden veru 'acht vornrf 'her belans
van her k ind' in vreemdel ingenrechtel i jke procedtrres (nog) geen over\vesing in de beslu i rvorming. In
deze srudie is aan de l - rand van de' l lest Interest oFthe Chi ld QLresr ionnaire ' (BIC-Q) de acruelc. kwal i rerr
r ' : rn de opvoedings<trngeving van in Neder land verbl i jvende asie lzoekerski r rderc 'n onderzocht . Tevens is
nagegaan wat de verwachte ku'aliteir ervan is bij voortgezer verbli jFin Nederland en bij terugkeer naar het
Iand van herkomst. De onderzoeksgroep bestaat uit asielzoekerskinderen voor wie een aanvraa{ voor eerl
verbl i . j f l ;vergr . tnnins is inqediend (N: 91). De actqele krval i te ic yan de opvoedi lgsomgevi lg b l i jkr r is icoyol
voor de onru'ikkelirlg van deze kinderen. Indien ze gedr.vongen zouden lnoeten rerugkeren naar l-ret lanc'l
van herkonlst worden opvoedingsomstandigheden verwachr die nadelig zijn voor hun onm'ikkelings-
PersPect ief . 'Het belang van het k ind' l i jkr hef meest gediend bi j een voorrgezer verbl i j t in NecÍer land. We
bespreken de impl icar ies van onze bevindingen voor onderzoek en prakr i jk .
Kernwoorden: belang van her kind, kinderrechren, asielzoekerskinderen
In le id ing
Hoe de ontwikkel ing van kinderen verloopr,wordt mede beïnvloed door de omgevingwaarin zi1 opgroeien (Barrels & Heiner, 1994;Belsky & Vondra, 1989; Bronfenbrenner,
1979; Caprara & Rutter, 1995; Ciccl 'retci &Lyncl-r, 1995; Heir-rer & Barrels, 1989; Rurrer,
Gil ler, & Hagell , 1998; Van der Ploeg, 2007,Van lJzendoorn, 2008). Ontwikkel ingspro-
blen-ren doen zicl-r vaker voor bi j kinderendie opgroeien in mult iprobleemgezinnen,
jeugdzorgvoorzienrngen, pleeggezinnen, psy-chiatr ische bel 'randelcentra, jusrir iële jeugd-
inrichtingen oF asielzoekerscenrra dan bi jkinderen die opgroeien in een meer srabieleen harmonieuze gezinsorngeving (Ciccherti
& Lynch, 1995; Harder, Knorrh, &. Zand-berg, 2006; Kalverboer &. Zi j lsrra, 2008a; VanOijen, 201,0). De eerste groep kincieren heefr
vaak te maken gehad met ontoereikende op-voedingsomstandigheden (Daviclson-Arad,
Englecl-r in-Segal, & Wozner, 2003). Het isvoor deze kinderen van belang dat de kwa-
r U S S E N H o o P E N V R E E S : D E o P V o E D | N C S o M C E V | N C V A N A S | E L Z o E K E R S K | N D E R F N G m
l i tei t van de omgeving u'aarin ze opgroeien
een ontwikkel ir-rgsstimulerend kl imaat bied t,zodar hun ontwikkeling (weer) positief kar-r
worden beïnvloed.
Het behoort vaak tot de taak van professi-
onals on-r ingri jpende en complexe besluiten
te nemen, die een verandering van een ver-
bl i j fssituatie van kinderen kunnen behelzen.De vraag is oFeen dergel i jke verandering ookeen posit ieve beïnvloeding van de ontwikke-
l ing terveeg brengt. KrSgt het kind bi jvoor-
beeld betere ontu, ikkel ingskansen als het in
een pleeggezin geplaatst rvordt dan wanneer
het thuis blijft wonen? Is I'ret ir-r l'rer belangvan de ontwikkr ' l ing van ecr r jongere om i r r
een just i t iële jeugdinrichting geplaatst teworden? En wat betekent her voor de or-rnvik-
kel ing van het asielzoekerskind als l-ret terug-
gestuurd worclt naar het land van herkornst?
Op basis van een vergel i jking \/an dc ku,al i tei t
van de ene opvoedir-rgsomgeving met de k$,a-l i tert van een alternatieve op' ' , ,oedingsomge-
ru ing kan een bes l iss ing gcnonren worden d ie'het belang van her kind' l -ret beste dienr en
het kind de beste ontu' ikkel ingskansen biedt(Kalverboer & Zi j lstra, 2006b).
Het ontbreken van een beoordel ing-ska-
der om 'het belar-rg van I'ret kir-rd' te u'ege n ir-r
dergel i jke ( j trr idische) besluiten die een s, i1zi-
Sins van verbl i j fplaats voor een kincl irnpl ice-
ren, vormde de aanleiding on-r het instrur-nent
IJest lntcrest of rbe Child Oucstionnaire (BIC-Q)
tc or-rtu' ikkeler-r (Kalverboer & Zi j lsrra, 2006b;Kalverboer, Zi j lstra, & Knorrh, 2OO9). I)e
rheoretiscl ' re grorrdslag vc'ror deze vragenli jstvornrt lret Bcsr lnterest of thc Child model (lllc-
nrodei ) . In d i r nrodel is ar t . 3 l id 1 r - r i r hetInternationaal Verdrag voor de Recl-rten van
het Kind (IVRK), w,aarin bepaald is dar bi j al lebesluiter-r ' l -rer belang van het kind' een eerste
overweging dient te zi1n, geoperarional iseerd(Kalverboe r &. Zijlstr a, 2 00 6 b, 200 6 c; Zillsrr a,2012). Het BlC-rrodel ornvat 1.1 onrgcvings-voorwaarden voor optir lale ontu, ikkel ingvan kinderen. De kwali teir rran deze omge-vingsvooru,aarden tezanren bepaalt de krva-
l i tei t van de opvoedingsomgeving (zie verder
Bij lage). De aanname is dar, wanneer al dezeor-r-rgevingsvooru'aarden over een langere
periode van goede kwali teir zi jn, het kind
optimale ontu,ikkelingskansen krijgt. Daar-
mee wordt recht gedaan aan artikel 6 (IVRK)
rvaarin bepaald u'ordt dat kinderen her recht
hebben op (optimale) ontwikkel ing.
Met de BfC-Q kan de kwali teit van de
opvoedingsomgeving worden vastgesteld
en er kan een vergelijking rvorden gernaakt
met één oF meer mogeli jke alternatieve op-voedingsomgevingen. Door de koppel ing
van het BlC-model mer het Kinderrechten-
verdrag kan eveneens vastgesteld rvorden
u,elke bepalingen uit het IVRK geschor.rderr
u'orden in de actuele enf of alternarieve op-voedingson-rgeving. Besluiten ren glrnste
van de opvoedingsomgeving die de I ' roogstekwali teit biedt zi jn in l i j r-r met ' l ' ret belang
van het kind'. Op deze wijze kunnen profes-
sionals cornplexe besl issingen onderboLl\ven
betreíf,ende een (el,entuele) verandering vanverbl i j fplaats van kinderen die ' l ' ret belanq
van het kind' raken (Kalverboer &. Zijlsrra,
2006b, Kalverboer, Zi j lstra, & Knort l ' r , 2009;
Zi j lsrra. 2012): dit i rr overcenstL'mrning rnt ' t
de ricl-rtlijnen die het Clon'rité vc-ror de Recl'r-
ten van het Kind in haar General Cornmenr
14 geeft met betrekking tot de assessment
en vaststel l ing van 'het belang van I ' ret kind'(Cor-r-rr-nit tee on the Richts oÍ 'rhe Children,
2O 13, Kalverboe r, 20 1 4).
Voor asielzoekerskir-rderen celdt dar er in l-rcr
kader van de vigerende rrreemdclingenproce-
dure een besluit dient tc ' u.orden genomen
dat een vcrandering van verbl i j Í tplaats \ /oorhet kind kar-r irr-rpl iceren; bepaald dient in'r-mers te worden of het kind (en gezir-r) \ /oort-
gezet verbl i j f , in Nederland toegekenc' l kr i j rr
oFdient rerlrg te keren naar het land van her-
kornst. In dc huidige Nederlandse vreemde-
l ingenrechte l i jke bes lu iworming vor l r t 'hc t
belang van het kind' geen separate o\/er\\/e-
ging en hebben kinderen die met hun oudersnaar Nederland kornen nier een c-igcnstar-rdig
belang maar eer-r van hur-r ouders aFgeleid be-lang (Kalverboer & Zi j lsrra, 2006c).
Doel van de onderhavige studie is na re
gaan \\ ,at de kwali teit van de opvoedingsour-
geving rran asielzoekerskinderen is, en te la-
ten zien hoe met bel-rulp van systematisch
verzamelde kennis I ' r ieromtrent 'het belang
r u I A . E L | A N N E Z U L 5 T R A , M A R C R | T E E . K A L V E R B o E R , W E N D Y J . P o S T , M U N T J E D . C . T E N B R U M M E L A A R , E R | K J . K N o R T H
van het kind' meegewogen zou kunnen wor-
den in vreemdelingenrecl-rtelijke besluiwor-
mlng.
Eerst presenteren we de methode van on-
derzoek. Aansluitend rapporteren we de re-
sultaten van ons onderzoek. We qeven aan dehand van de scores op de 14 omgevingsvoor-
waarden uit het BlC-rrrodel een beeld van dekwalireit van de actuele opvoedingsorngeving
van asielzoekerskinderen, waarbij rve tevens
de relatie onderzoeken tussen de ku'aliteit
van de opvoedingsomgeving en bio/demo-
grafische variabelen als leefr i jd er-r geslachrvan het kind, dtrur verbl i jFin Nederland en re-
gio van het lar-rd van herkomst. Naast de kwa-l i tei t van de hr.r idige opvoedingsomgeving
rapporreren \\'e welke verrvachtingen er op
dit punt zi jn (a) bi jvoortgezet verbl i j fvan het
kind in Nederland en (b) br1 terugkeer naarhet land varr herkomst. Aan de l-rand van deze
onderzoeksresultaten laten we zien bi j welk
besluit naar verwachting 'het belang van het
kincl ' het meest gediend is. Ter i l lustrarie var.r
de onderzoeksrestr l taten geven we een pro-
totypische casusbeschri jving. In de discussie
bespreken we cle uitkonrsten en Formuleren
we enkele implicacies van dir onderzoek.
Methode
Steekproef
Gegevens over asielzoekerskinderen zi jn ver-
zameld naar aanleiding \/an verzoeken van
advocaten uit Nederlanc-l (voornarnel i jk deNoordel i jke regio) om een pedagogisch/psy-
chologisch rapport op ce stel len; dir in het
kadc-r van lopende verblijfsaanvragen voor
gezinnen binnen de vreemdelingenprocedu-
re. Aan de fujksuniversiceir Groningen, c.q.
het Onderzoeks- en Expert isecentrum voor
Kinderen en Vreemdelingenrecht, is sinds2OO4 een expertgroep van proíessionals ver-
bonden, waarin kennis en deskundigheid is
ontu'ikkeld ter-r behoeve van dit rype rappor-
cage. Advocaten kunnen asielzoekersgezin-
nen met kinderen aanmelden en vragen om
een onderbour.vd advies, u,aarin wordr aange-
geven bij u,elk besluit rnet betrekking tot een
toekomstige verbl i j fssituatie'het belang van
het kir-rd' naar verwachtir-rg het neesr rvordt
gedier-rd. In al le geval len dient op korte ter-
mijn een besluit genon-ren re worden c{oor deImmigratie- en Natural isat iedienst ( lND),
dan u'el dient her door de IND genomen be-
sluit getoerst te worden door de Rechtbank.
Bij al deze zaken saat het dus om besluitenwaarbi j het belang van de betrokken kinde-
ren door het besluit zal worden geraakt.
In de steekproef zi jn 91 kinderen opgeno-
n-ren die deel uitmaken van een asielzoekers-
gezin. Al le gezinnen hebben toestemrning
gegeven om mee re werken aan deze studie(informed consent). Centraal inclr,rsiecri tc-
r ium vormde een ontwikkel ingsleeft i jd van
0-21 jaar (Dorelei jers & Fokkens, 2010). De
volgende twee overwegingen zi jn bepalend
geweest bi j de keuze u'elk kind in de onder-
zoeksgroep werd opgenomen wanneer in een
gezin rneerdere kinderen aanu,ezig waren: (1)
de reeds beschikbare pedagogische en psy-cl-rologische rapportage over een kir-rd in l-ret
dossier, en (2) de br;drage van de caslrs aanl-ret verkri jgen van een voldoende spreiding in
de onderzoeksgroep qua leeFri jd en geslachrvan de deelnemers. Omdat aann-relcl ing van
kinderen jonger dan zes jaar achterbleeF tenopzicl ' r te van kinderen van zes jaar of ouder
zi jn, indien aanwezig in eer-r gezin, kinderenjonger clan zes jaar in de onderzoekseroep
steeds geïncludeerd.
Samenstel I i n g onderzoeksgroep
Voor deze srudie is gebruik gemaakt van deonderzoeksgroep uit de studie van Zi j Istra,
Kalverboer, Post, Knorth en Ten Brummelaar(2012), uitgebreid met 17 cases. De dataver-
zamelins heeFt plaatsgevonden in de periodejanuar i 2005 tor jun i 2011. De onderzoeks-
groep bestaat uit 49 jongens en 42 rleisjes.
De leeftijd van de kinderen varieert van 3 tot
2I jaar met een gemiddelde van 11.4 jaar (SD: 4.0; leeftijdsverdeling: l7o/" 0-6 jarigen;40%
7-12 jarigen; 44o/o 13 jaar en ouder). Twee-
derde van de onderzoeksgroep groeic op in
aanwezigheid van beide ouders (n : 59) en 22
TUSSENHooPENVREES:DEoPVoED|NCSoMCEV|NCVANAs |ELZoEKERSK|NDERENi l r f f i
kinderen groeien op in een éénoudergezir-r.
De landen van herkomst van de gezinnen
betreffen voornamelijk landen in Alrika (zr :
26),het Midden-Oosten (n = 29), de Kauka-
sr - rs (n : l3 ) en de Balkan-reg io (n : 13) . Hetjaar w,aarin de gezinnen een eerste verblijfs-
recht aanvroegen in Nederland varieert van
1980 tot 2007, rvaarbi j 620/o van de gezin-
nen in de per iode tussen 1999 en 2001 een
eerste verblijfsrecl'rt I'reeít aangevraagd. Het
aantal jaren dat gezinnen en/oF kinderen in
Nederlancl r,erblijven op het mor-nent van
onderzoek varieert van 1 tot 30 jaar met een
gemiddelde van 7.6 jaar (SD : ,1.2). De kin-
deren in de onderzoeksgroep zi jn door meer
dan veertig verscl-rillende advocatenkanroren
aangemeld voor deelname.
Ins t rument : BIC-Q
Bij toepassing van de BIC-Q wordt een oor-
deel gebaseerd op vier iníormatiebronnen;
d i r ter verk le in ing van de kans op een een-
zrjdige ol subjectievc assessmcnt (Srevens
& Vol lenbergh, 2008; Srvanborn, 2008) : (1)
dossier, (2) gestructureerd open intervreu,
met ouder(s) en kind(erer-r), (3) observatie,
en (4) gegevens verstrekt door professionals
als leerkrachten en l-rulpverleners2. Ter ver-
kri jging van een beeld van de krval i tei t van
de omgevingsvoorwaarden in l-ret lar-rd van
lrerkornst van het kind en/oí zi jn ouders,
r.l,orden aanrrullende Formele ir-rForrnarie-
bronnen gebruikr, zoals de arnbtsberichten
en reisadviezen aFgegeven door I ' ret Ministe-
r ie van Buitenlandse Zaken, I ' ret CIA Worlcl
Factbook en rapportages van mer-rsenrech-
tenorganisaties. De fase van informatlever-
zameling welke noodzakeli jk is om de BIC-Q
in te kunnen vul len, neemt bi j benadering
vier uur in beslag. Het invul len \/an de BIC-Q
neemt een kwart ier in beslag.
Op basis van bovenstaande inf,ormarie-
bronnen worden door een professional (ge-
dragswetenschapper) de 1a omgevingsvoor-
waarden gescoord voor drie verschillende per-
spectieven: de actuele situatie waarin het kind
verblijFt, de verwachte situatie bij voortgezet
verblijf in Nederland, en de verwachte situa-
tie bij terugkeer naar het land van l-rerkomst.
De scoringscategorieën met betrekking tot
de omgevingsvoorrvaarden zijn: onvoldoen-
de (0) , mat ig (1) , vo ldoende (2) , en goed (3) .
Deze scoringscategorieën zi jn beschreven in
de handleiding van de BIC-Q (Kalverboer &
ili:ï ::::?" ?: .1ï:i"ï,1:ï;ï,: ;ï.:1) en duiden op een (relat ief) hoge krval i tei t
van een omgevings\/oorwaarde; de antu'oord-
scores 0 en 1 vormen tezamen de rweede ca-
tegorie (waarde 0) en indiceren eer-r (relatieF)
lage krval i tei t van een omgcvingsvoorwaarde.
De som van de gedicl'rotorniseerde scores re-
sulteert in een minimumscore voor de scl-raal'kwali teit van de opvoedingsomgeving'r,an 0
(al le o n-r gevi n gsvo o rr.l'aarden ztjn v an rel ati e f
lage ku,al l tei t) en een maxirnunrscore van 14
(alle o rn gevin gsvoo rwaarden zijn v an relatieF
l-roge ku,alireit) (Zijlstra e.a., 2013).
Eerste studies naar de psychometrische
kwali teit van de BIC-Q laten posit ieve resul-
taten zren (Zi j lstra e.a., 2Ol2; Zi j lscra, Kal-
verboer, Post, Ten Brummelaar, & Knorth,
2Ol3). De betrouu,baarl'reid is goed: nreting
van de inter- en rntra-beoordelaarsberrouvl-
baarheid laat kappa's zien van respeccievel i jk
.65 en .7a (Z i j ls r ra e .a . , 2OI2) . De a lgemene
schaal 'krvaliteit van de opvoedingsc-rrnge-
ving' heeft een goede interne val iditeit (Mok-
ken H- index : .55; rho : .94) , en exrerne
val iditeit , c.q. bl i jkt sterk voorspel lend voor
internal iserende problen-rat iek (Zi j lstra e.a.,
2013). h-r het kader van besluinorming bin-
nen het vreerndelingenrecht waar belangen
van kinderen geraakt \r'orden) biedt het in-
strument ondersteuning bi j het vergel i jken
van de huidige opvoedingsorngeving van een
kind n-ret een alternatieve: terugkeer naar c.q.
verbl i j f in het land van herkomst.
Tevens zijn gegevens van bio/denrografi-
sche aard verzameld zoals gezinssamenstel-
l ing, geslacht en geboortedatum kind, land
van herkomst, en jaar van aankomst in Ne-
derland.
f f i t A . E L | A N N E z U L S T R A , M A R C R | T E E . K A L V E R B o E R , W E N D Y J . P o S T , M U N T J E D . C . T E N B R U M M E L A A R , E R l K J . K N o R T H
Data-analyse
Met behulp van beschri jvendc' srarisr iek ana-
lyseren we de resultaten op de BIC-Q, i .c.
gemiddelden en spreiding van de actuele en
vers,achte krval i teir van de 14 separate oln-
gevingsvor-rrwaarden en de algemene scl'raal'kwali teit van de opvoedingsom{eving'.
Daarnaasr onderzoeken we met behulp
rran de Pearson correlat ie coëFficiênr de sa-
nrenhang tussen de actuele krval i tei t van de
opvoedingsomgeving en de variabelen ' leeF-
t i jd kind' en 'duur i ,erbl i jF' . lvÍet een t-toets
bepalen we de samenhang t lrssen de huidige
ku'al i tei t van de opvoedingsomgeving ener-
zi jds en geslacht van her kind err gezinssa-
nrenstel l ing (ki nderer-r die opgroeien bi j bei de
ouders of in een éénoudergezin) anderzi jds.
Vanrvege her kleine aanral kinderen dat op-
sroeit in een andere gr 'zinssamenstel l ing (bi j-
voorbeeld pleeggezin) ivordt deze laatste sub-
caregorie btLiten bescl 'rouu,ing eelaten. Tot
slot onclerzoe ken \\'r' rlrer bel-rulp van ANO\/A
de sar-nenhalrg tusserr het lar-rd van herkomsr
en de ku'al i tei t van de opvoedinesorngevine.
De landen van herkonrsr I ' rebben \r ' r- hiertoe
gccltrsterd in vi j f ,regio's te \ \ ,eten: AFrika, Bal-
kan, Kaukasus, Midden-Oosten en een cate-gor ie 'or rer ige landen ' . Er is gecorr igeerd voor
rr-rr-r l t iple test ing met be I-rulp \ /air lJonlerroni.
Resu ltaten
In Tabel 1 ( l inker deel) zi jn de bescl 'rr i jverrdegege\/ens \\'eergegeven van de onderzoeks-
groep met betrekking tot de 'kwali teit van de
opvoedinesonreeving' r'cror de actuele opvoe-
dingssitr-rarie u,aarin asielzoekcrskinderen
verbl i jven. Het bl i jkt dat gemiddeid zeven
omgevingsvoorwaarden van voldoende ofqoede ku'al i teir zi jn in de context waarin kin-
dercn opgroeien (M : 7.03 SD = 4.10). Naarvoren komt dat I ' ret kinderen onrbreekt aan'cont inu i te i t i r r opvoeding en verzorg ing ' en'srabi l i tei t in levensorr-rsrandigheden' (À1 :
.68; SD = .80 resp. M : .46; SD : .70). De ovc-
r ige omgevingsvoorw'aarden zi jn rerr-r iddeldvan matig ror voldoer-rde kwalireit .
De verwachre kwalireit van de opvoe-
dingsomgeving indien het gezin een verze-
kerd verbiilí in Nederland krijgt toegekend is
weergegeven il.t I'ret rnidciendeel van tabel 1.
De verwacl-rt ingen zi jn posir ieF; semiddeld13 omgevil lgsvoorwaarden zi jn van voldoen-
de crf goede kw,al i tei t ( lvl = 13.16; 5D : 1.75).
Veru'acht wordr rnet anclere rvoorden dat deopvoedingssituarie die onrstaat bi j leeit iem
voortgezet verblijF ir-r Nederlar-rcl kir-rderer-r
voldoende tot goede ontu,ikkelir-rgskansen
biedt .
In groor conrrast daarmee staan de scc-r-
res die verwijzen naar de verwachtingen rond
de orngevingsvoorwaarden wanneer het kind
zor-r rerugkeren naar Iter lttntl uan hark.ontst (zie
rechrer dcel rabel 1). Deze veru'acl 'r t ingen
zi jn zeer laag (M = .53; SD : 1.82); zorvel de
omgevingsvoor\\ 'Aarden ir-r het gezin als in
de samenlev ing u 'orden gemiddeld a ls onvol -
doende gekwali f iceerd.
De hr-r idigc kwaii teit van de opvoedine-
sor lgev ing l i j k r n ier sanren tc hangen met dc
duur van verbl i j f van het gezin in Nederland
(Pea rson r : . 15 ;p : . 15 ) cven r l i n a l s r ne r deleeFri jc ' l van her kind (Pearson r : - .17; P
:
.11) . U i t de t - tocrs kor l t geerr s ign i Í icant ver -
band naar \ /orcn tussen de ku,aLteit van de
opvoedingsorngcvins cn seslacl 'r t . f) i r bete-
kerrr dat er geen sigr-r i f icanr verschi l is in de
kr.r,ali tei r van d e o pvoecl i n eso m gevi r-r g tu ssenjor-rgens en rneisjes ( jon{ens: M = 6.92, SD-- 1.12, n'reisjes: NI : 7.17 SD = 4.13; gerr-r icl-
de ld versch i l : .25; P: 7 tJ , BI van hcr versc l . r i l
l -1.47, 1.971). De resulraten van de r-toers la-
ten zien dat de ku'al i teir van de o;-rvocding-
sonr{eving van kinderen cl ie opgrot ' icn in ccn
éér'roudergezin nier signif icant verschi l t van
die v;rn de kinderen dic op{roeien bi j beide
ouders (éér'rotrdergezin: Àí : 6.05, SD - 4.42.
be ide ouders : NI : 6 .92 SD : 3 .92; genr id-
de ld versch i l : .87; p = .39, BI van het versch i l
[ -1 .1-+,2 .881. Nac- lere analvses van c ]e samen-
I 'rang tussen de ku'al i tei t van de oprvoeding-songcving en het land van herkornst laten
daarerrregen u'el signif icante verschi l len zien
(p : .008). Her bl i jkt dat de ku,al i tei t van de
opvoedingsonrseving van kinderen afkom-
stig uir een AÍ 'r ikaans lancl eerniddeld I ' roger
is beoordeeld dan kinderen afkomstig uit een
TABEL 1. Kwaliteit actuele omgevingsvoorwaarden en verwachte kwaliteit bij voortgezet verblijfin Nederland en bij terugkeer naar het land van her-komstvan asielzoekerskinderen íN=91)
íij
'1 . Adequate verzorging
2 . Ve i l i ge f i s ieke d i rec te omgev ing
3. Af fect ief k l imaat
4 . Onders teunende f l ex ibe le opvoed ings -structu u r
5. Adequaat voorbeeldgedrag ouders
6 . l n te resse
7. Cont inuï te i t in opvoeding en verzor-
g ing
B. Ve i l i ge l s ieke w i jde re omgev ing
9. Respect
' l 0. Sociaal netwerk
1 1 . Educa t ie
'12 . Omgang met l ee f t i j dgeno ten
1 3. Adequaat voorbeeldgedrag samen-lev ing
1 4 . S tab i l i t e i t i n l evensomstand igheden
Kwaliteit t,an dc opuoed,ingsontgeuing
0
0
0
. 5 1
.67
.68
0
0
0
. 5 5
. 5 7
.63
'1
0
1
0 4 . 41 . 70
0 3 . 3 9 . 6 1
. 6 5
. 5 8
1 3
1 3
. 8 8
.94
0 3
0 3
0
0
0
0
0
0
0
3
3
.)
3
3
-l
1
1
0
,l
I
1
2
3
3
J
J
3
J
3
0
0
0
0
0
0
0
2
3
aL
aZ
3
3
3
J
3
1 . 6 6
1 . 79
1 . 5 6
1 . 5 2
1 . 2 7
1 . 6 7
.68
2 .04 . 68
1 . 3 8 . 8 1
1 . 8 7 . 9 3
1 . 7 9 . 8 2
1 . 70 1 . 03
1 . 7 1 . 8 2
.46 . 70
7 .03 4 .10
2 .48 . 53
2 . 3 0 . s 5
2 . 3 7 . 6 6
2 .46 . 54
2 . 3 0 . 6 2
2 .35 . 48
2 . 2 6 . s 3
t J . l o t . / 5
. 0 9 . 3 2
. 5 3 1 . 8 2
. 9 5
.82
. 9 6
2 .48
2 . 3 6
2 . 3 6
2 . 2 3
2 . 1 5
2 . 3 s
2 . 1 5
. 3 1
.38
. 5 1
. 2 4 . z + o63. 9 9
. 6 1BO
-lCa
mzIa)ót
mz
FmmIom
m̂-2o\hóom
zo
z
2m
Im
m̂F
xzt-lm
mz
. 08
" ,7
. 2 3
) 4
. 1 8
. 3 4
3 9
.34
. o v
. J -
. 64
. 5 9
. 5 8
. 6 1
0 2
0 1 1 4
I J
5 144
0 3
0 140
1. De nummers achter de omgevingsvoorwaarden verwr jzen naar de corresponderende nummers van de omgevingsvoorwaarden ui t het BIC-model2. Min: geobserveerde minimumscore in de onderzoeksgroep; 0 = onvoldoende, 1 = mar ig,2 = voldoende,3 = goed-3. Max: geobserveerde maximumscore in de onderzoeksgroep.4. Ceobserveerd maximum op basis van gehercodeerde scores.
;- I i ] t A. ELIANNE ZULsTRA, MARCRITE E. KALVERBoER, WENDYJ. PoST, MUNTJE D.C. TEN BRUMMELAAR, ERIKJ. KNoRTH
iand in de Kaukasus of her Midden-Oosten(A f r i ka : M :9 .19 , SD : 3 .94 Kaukasus : M :
5.08, SD : 3 .04, gemiddeld versch i l : 4 .17; p :
.02,B1van het versch i l 10.32,7.911; Midden-
Oosten: M: 5 .72, SD: 4 .22, gemiddeld ver -
sch i l : 3 .47; p : .01, BI van het versch i l [0 .45,6 481)
De onderzoeksresultaten lacen zien dat
proíessionals verrvachten dat de asielzoe-
kerskinderen in de onderzoeksgroep de beste
ontwikl:el ingskansen hebben bi j voortgezet
en 'gezekerd' verbl i j f in Nederland. Rede-
nerend vanuit de besluiwormingsrichtl i j -
nen uit het BlC-model betekent dit dat het
ontwikkel ingsbelang van kinderen in de
vreemdelingenrech rel i jke beslui rvorming het
meest gediend lijkt met een voortgezet ver-
bl i j f in Nederland.
l l lustrat ie: een casus
Famil ie X (moeder) zoon 17 1aar, dochter
15 jaar) is afkomstig uit de Kaukasus en vijfjaar geleden naar Nederland gevlucht. In de
afgelopen periode zijn meerdere aanvragen
voor een verblijísvergunning ingediend wel-
ke zijn afgewezen Aanleiding voor de vlucht
betrof de mishandeling van moeder aldaar
door overheidsFuncrionarissen. Nadat vader
aangifte deed van deze mishandeling bij de
poli t ie heeft het gezin vader niet meer terug-
gezien. Moeder is vervolgens enkele dagen
nadat vader aangifte deed nogmaals mishan-
deld door overheidsfunctionarissen waarop
moeder met haar zoon en dochter besloot te
vluchten. Het gezin verbl i j f t momenteel in
een woonunit op een Asielzoekerscentrum
(AZC). Ze zijn in Nederland meerdere keren
verhuisd.
De advocaat van de familie heeFt aan het
Onderzoeks- en Experrisecentrum gevraagd
onderzoek te doen bi j welk besluit 'hec be-
lang van het kind' in de procedure gediend
is. Hiertoe zijn de 14 orngevingsvoorwaarden
in de huidige situarie onderzocht en tevens
wat de verwachting is hoe deze eruit zouden
zien bijeen voortgezet verblijf in Nederland
en terugkeer naar het land van herkomst. Deonderzoekers hebben een gestructureerd di-
agnosrisch interview aígenomen bi j rnoeder
en de kinderer-r. Daarnaast is er telefonisch
concact geweesr met de behandelaren van
moeder en de kinderen en de leerkrachten
van de kinderen. Tevens zijn er vragenlijsten
omtrent het sociaal-emocioneel functioneren
van de kinderen afgenomen. Aan de hand
van de inFormatieverzameling hebben de on-
derzoekers de BIC-Q ingevuld. De resultaten
zijn weergegeven in T abel 2.
Al le gezinsleden kampen met psychische
klacl-rten en lijden eronder niet te weten waar
hun vader f r.r'an is en hoe het met hem gaat.
Moeder is gediagnosticeerd met een post-
traumatische stress stoornis (PTSS) en haar
zoon met een angststoornis. Moeder is tor
weinig activiteiten in staat, ze ligt het groot-
ste gedeelte van de dag in bed en hui l t een
aantal uren per dag. De boodschappen en het
verzorgen van het eten wordt door de kinde-
ren gedaan. De kinderen vertellen dat ze op
school en in conract met hun vrienden zich
af en roe nog 'k ind 'voe len, en de zorgen min-
der op hen drukken. De kinderen geven aan
geen positieve roekomst voor henzelf te zien.
Op basis van de BIC-Q komen de onder-
zoekers tot de conclusie dat de kinderen de
beste ontwikkelingskansen krijgen bij voorr-
gezet verbhyf in Nederland. Verwacht u,ordt
dat de gezinsleden zich in Nederland vei l ig
zul len voelen, ze behandeling kunnen ont-
vangen ter vermindering van de psychische
klachren en moeder zich sterker zaI gaan
voelen waardoor ze opvoedingstaken meer
op zich kan nemen. Verwacht wordt dat bi j
terugkeer naar het land van herkomst de
angst brj de gezinsleden vergroot wordt, ze
zich niet vei l ig zul len voelen en moeder in
nog mindere mate in staat zal zijn voor haar
kinderen te zorgen. Daarnaast zullen de (on-
dersteunende) contacten van de kinderen
met vrienden, schoolgang,behandeling en de
omgeving waarmee ze zich nu kunnen iden-
tifi ceren verbroken worden.
T U S S E N H o o P E N V R E E S : D E o P V o E D l N c S o M c E V | N C V A N A s | E L Z o E K E R S K l N D E R E N I m
TABEL 2. Uitkomsten BIC-Q betreffende famil ie X
1. Adequate verzorging
2. Vei l ige f ts ieke di recte omgeving
3. Af fect ief k l imaat
4. Ond ersceu n ende fl exi bele o pvoed i n gsstructu u r
5. Adequaat voorbeeld gedrag ouders
6. Interesse
7. Cont inuï te i t in opvoeding en verzorging
8. Veilige frsieke wijdere omgeving
9. Respect
10. Sociaal netwerk
1 1 . E d u c a t i e
12. Omgang mec leef t i jdgenoten
1 3. Adequaat voorbeel dgedragsamenleving
1 4. Stabi l i te i t in levensomstandigheden
Kwalite it u an de o p u o e dings o mgeuing
t
+ +
+ +
* ++ : goed (3 ) ;+ : vo ldoende (2 ) ;+ : mar ig ( t ) ; - : onvo ldoende (0 )
Discussie en conclusie
De centrale doelstelling van dit onderzoek
betrof weer te geven op weike wijze 'l 'ret be-
lang van het kind' gewogen kan worden in
die situaties van vreemdelingenrechtelijke
besluiworming waarbij belangen van kin-
deren geraakt worden. Aan de hand van de
Best lnterest of the Child - Questionnaire(BIC-Q) is onderzocht hoe het staat met de
kwaliteit van de actuele opvoedingsomge-
ving van asielzoekerskinderen, alsmede wat
de verwachte kwaliteit ervan is bij voortgezet
verblijf in Nederland of terugkeer naar het
land van herkomst.
Uit onze studie komt naar voren dat veel
asielzoekerskinderen in de onderzoeksgroep
in r isicovol le omstandigheden opgroeien;
meerdere kenmerken van de opvoedingsom-
geving blijken van lage kwaliteit. Onderzoek
laat zien dat het risico op ontwikkelingspro-
blemen sterk wordt verhoogd indien kinde-
ren opgroeien in een omgeving waarin meer-
dere risicofacto ren aanweztgzij n (B rou'n, Co-
hen, Johnson, & Salzinger, 1998; Farrington,
1997; Rutter, 1979). We kunnen derhalve
concluderen dat asielzoekerskinderen in Ne-
derland een vergrote kans lopen in hun ont-
wikkeling te worden bedreigd zolang er geen
duidel i jkheid is over een toekomstperspec-
tief. Tegelijk zten we dat de kansen het meest
gunstig worden ingeschat wanneer kinderen
een gelegitimeerd bestaan in Nederland kun-
nen opbouwen.
We vinden een zwakke, niet signif icanre
relat ie tussen de kwali teit van de actuele
f f i A . E L | A N N E Z U L 5 T R A , M A R C R | T E E . K A L V E R B o E R , W E N D Y J
opvoedingsomgeving erl de duur van het
verb l i jF in het gast land, i .c . Neder land. Di r
is in teqenspraak met resu l ta ten in ander
onderzoek. Daarin kornr naar vorer-r dat,
naarlnate gezinnen langer in een gasrland
verbl i jven zonder verbl i j fs recht, het s tress ni-
veaLl van de ouders toeneelr l t u,aardoor hun
opvoedinuskrval i tei ten u'c'rrden aange[asI
(Dermot , Benson, Ciarán, & Dooley, 2008;
Hal las , Hansen, Staehr , Mr- rnk-Andersen,
& Jorgensen, 2007; Monrqomery & Fold-
spang, 2005; Nie lsen, Norrec iam, Chr is tan-
sen, Obel , H i lden, & Krasr - r ik , 2008; Van
Essen & Bala, 2007). Een verklaring voor deaFu,i jkende resultaten kan zi jn dat de oncler-
zoeksgroep al lar-rgere r i ld in Nederland ver-
bl i j í t (M - 7.1 jaar; SD = 3.5 jaar) en de sezin-nen vaak al vele jaren in afu'achting zi jn van
de r-r i tkon-rsten van de asielprocedure. Her is
een groep r. l 'aarin een verdere verslechtering
van de opvoedingss i tuat ie onder inv loec l
van de voorrschr i jdende r i jd geen opre ld
l reer doer ; er is een 'boder l ' bere ik t .
We vinden verder dat dc herkon-rstlanden
van de gezinnen van invloecl lijken op de ku'a-
l i tei t van de actuele opvoedingsonrgevinq;
kinderer-r nret een AFr-ikaanse achtergrond
genieten ec'n sigr-rificant hogere ku.'aliteit van
opvoedingsom{eving r. ,ergeleken rnet kinde-ren afkomstig uit landen in de Kaukasus oÍ '
het Mic iden-Oosten. Ons zr jn geen s t l rdres
beker-rci u'aarin ee nzelFdr' reslr lraat u,ordt be-
schreven. De asielzoekerscezinnen in de on-
derzoeksgroep kon-ren over\vegend uit gebie-
den vi 'aarin c1e srtuatie inscabiel is (pol i t ieke
confl icten, oorlog, etc.). lvloqel i jk hebben
deze cor-rf- l icren op het Afr ikaanse continent
een andere uiru'erking, c.q. leiden ze minder
tot gezinsspannir-rgen en -ont\\ ' r icht ing danin de arrdere t\ \ ,ee genoemde regio's. Een an-
dcre verklaring kan gezc'rclrt u'orden in het
gegeven r. lat her continent Afr ika groter is
en meer diversiteit laat zier-r in culturele ach-
tergrond ir-r vergelijking rnet de Kaukasr-rs
en het Midden-Oosten. Nader onderzoek is
hier noodzakeli lk. Daarbi j zou ook bezicr-r
kunnen u'ordcn of, de vltrchrrnotieven en de
opgedane ingri jpende ervaringen in de ver-
schi l lende landen van herkonrst een nadere
verklaring bieclen.
POST, MUNTJE D.C. TEN BRUMMELAAR, ERIKJ. KNORTH
De representativi teit van de onderzoeks-
groep is rnogelijk beïnvloed doordar de kir-r-
deren waarover de rneeste pedagogische en
psycl-rologische rapportage beschikbaar was
geïncludeerd zi jn in de onderzoeksgroep; zi j
vormen u'aarschijnlijk de rreest klvetsbare
kinderen in het gezin. Ook u,orden cloor-
gaans alleen schrrjr-rer-rde zaken door advoca-
ten aangemeld bi j het Onderzoeks- en Exper-
t isecentrum voor Kinderen en Vreemdelin-
genrechr \vaarbij de advocaat de inschatting
maakc clat l ' rer ontu, ikkel ingsbelanr ernsrig
in her gedir-rg is als kir-rderen gedwongen
u'orclen terLlggestuurd naar het land van her-
konrst. De onderzoeksresult aten zi jn genera-
l iseerbaurr rroor de groep ku'etsbare kinderen
die al langere t i jd in Nederlar-rd verbl ip'en.
lmpl ica t ies voor onderzoek enprakrij k
Toepassrng van de BIC-Q l i j k t re levant
in j trr idiscl-re besluirvorrningsprocedures
u,aar belangen van kinderen ir-r het gedir-rg
z i jn . Dar bet reFt n ier a l leen k indcren in
het vreerndelingenrecht u,aar de focus in
d i t onderzoek op lag. U i t ander onderzoerk
b l i jk r dat l - re t ins t rument ook roepasbaar is
bi j kinderen in het civir ' l recl-rt (denk Lrr,. aan
k inderen in hoogconf l ic tueuze ec l - r rsc l ' re i -
d i r - rgen of b i j onde r toez ichtsre l l in ren) o f in
l-ret jer-rudstrafrecht (denk bv. aan de plaat-
s ing van jeLrgd igen in een jusr i t ië le jeugd-
inrichtins) (Ten Brtrnrnrelaar & Kalverboer,
20 l l ) . Het ins t rument is gebaseerd op ge-
dragsu 'erenschappel i jke inz ichten, on r l eend
aan de ontw,ikkel ingspsycholosie e n pe-
dagogiek, én op het Kinderrechtenverdrag(Kalverboer e t a l . , 2OO9). D ie combi r rar ie is
uniek en niet vanzelFsprrekend (cF. De r luyn
& Broekaer t , 2008) . Nader onderzoek naar
toepassingsrnogeli jkheden van de BIC-Q
in de verscl-r i l lende recl-rtsgebieden verdienr
aanbevelirrg.
Restr lraten op de I l lC-Q in de onclerha-
vige orrclerzoeksgroep laten zien dat er grote
verscl-r i l len zi jn in de waargenomen ku'al ireir
van de opvoedingsomseving in Nederland en
de verwachte ku,al i tei t in Nederland en het
TUSSEN HOOP EN VREES: DE OPVOEDINGSOMCEVINC VAN ASIELZOEKERSKINDEREN ffiff iff i
land van herkornst, ten gl lnsfe van gelegir i-meerd verbl i j f in Nederland. In dir verbandis her inrc'ressant om onderzoek te verr ichten
bi j kinderen en jongeren dir ' nog maar korr
geleden vertrokken zi jn uit her land van her-komst en die nog nier geworreld zi jn in deNederlan d sc- sam en levin g ( Kalverboer &" Zijl -
stra, 2006a 2006c, Kalverboe r er al. , 2009).Voorrs is het wetenscharppeli jk en n-raar-
schappeli jk van belang de relacie russen sco-res op de kwali teit van de opvoedingsomge-
ving en de f,eitelijke ontwikkc'ling op langeretermijn var-r kinderen te onclerzoeken. We
veronderstel len dat de kans opr onnvikke-',ï"t"ï:,ïri.:::.il,"r::01,",'lï,i:l-i'ïlï:ï
Noten
instabiele opvoedinqsomstandigheden (Kal-'n'ertroer & Zi j lsrra, 2008b). 'Regelmatiqe ver-
hr-r izinger-r en een gebrek aan kanserl onl re
settelen hebben een negatieve invloed op deor-rnvikkel ing en het u,elzi jn van kinderen',zo stel len Chrisr iar-rsen en Havik (2010, p.218) op basis van onderzoek in Nooru.,egen.
Toetsing van een derqelijke hyporht'se ir-r deNederlandse conrext irnpl iceerr dar kincieren
gevolgd worden in hr-rn ontwikkel ing. En datis iers dat met narne in het geval van krvets-
bare jeugdigen (zoals asielzoekerskinderen,
kinderen in zeer problematische ecl-rtscl ' rei-
dingssituaties, uir l -ruis geplaarsre kinderen)nog nauweli jks is gebeurd (Knorri ' r , Krr i j f f , &Roggen,2008) .
].
z .
Dir arr ikc l vorn- I t een gror-rd ige beu'erk ing van Zi j lsrra, A. E. , Kalve-rboer, M. E. , Posr, \ \ ' . -J . , Knorrh,
E.J. , & Ten lJrur-nmelaar, lv1. D. C. (2012). The qLral i ry of rhe chi ldrearrne environmenr of refugee
or asyl t tm-seeking c l ' r i lc l ren and r l - re best inrerests of r l - re chi ld: Rel iabi l i ry and val id i ry of r l ' re BIC-Q.
Bebauior,rl Sciences and the Lau,, 30, 84 1 -855, doi: I 0. I 00 2 1bs1.1998.In eelr p ikr tstudie is een ui rgr-breic l onderzoeksprotocol onrwikkeld re ' rverze'ker ingvan een etncl t r ic l i -ge r l ' i jze van gebruik l 'an dc verschi l lende i l rFcrrnraciebronnen en ter standaardiser ing r ,an c le scor ing.
Her protocol geeFr nattu'ker.rrig aan hoe alle infbrmatie dienr te u'orcien geïnrerprereerrl e Í1 gescoord.\rVe veru'i jzen hier verder na.ar de Handleiding BIC-Q (Kalverboer & Zij lsrra, 2008b). Deze kan bij de
eerste auteur van di t ar t ikel u 'orden i r . rgezien.
Ceraad pleegde l i teratu u r
Bartels, A. . & Heiner, H. (1994). De condi t ies voor opt imale onru. , ikkel ing. Her belang van ht- f k ind in
hulpver lenins, prevenr ie en bele id . Jeugd en Samenlcr ing,2a$),282-295.
Belskv,-1. , & Vondra,J. (1989). Lessons f ron-r chi ld abuse: The dr ' terur inanrs oíparenr ing. I r r D. \2. Cic-
cherri, & V. Carlson (eds.), Child maltredtment. Thcory and researclt on tha cawse and consequenccs of cbild
abwse and ncgle ct (pp. 1 5 3-2 02). Can-rbrid ge/Neu, York : Erlbaum.
llronfenbrenner, U. (1979). The ccologt of hutnan deueloptnent. Car-nbridge, MA: Harvard Unir. 'ersirv Press.
Brotr ' 'n , R. , Cohen, P. ,Johnson,J.G , & Salz inger, S. (1998). A longirudinal analysis oÍ ' r isk facors íor chi ld
nral t reaf t r rent : F indings oÍ 'a 17-r , "^ t prospecr ive stuciy oFoff ic ia l ly recorc led and sel f - reporrr 'c l chi ld
abust ' and neglecr. Chi ld Abusa and Neglec,22(I1) ,1065-1078.
Buurnreiler, F. A., & Hermanrrs, P. C. (1988). Oezins l)itnensie Schalen. Lisse: Su'ers & Zeirl ir-rge'r.
Caprara, G. V. , & Rutter , M. (1995). lndiv idualdevelopment and socralchange. In M. Rurrer , & D.J. Srnrrh
(eds.), Pslchologlcal dkorders in loung People: Time, trends and tbeir causes (pp. 35-66). Chichesrer: JohnWiley & Sons, Lrd.
-! I A. ELIANNE ZULsTRA, MARCRITE E. KALVERBoER, WENDYJ. PoST, MUNTJE D.C. TEN BRUMMELAAR, ERIKJ. KNoRTH
Clrr is t iansen,A..&" Havik, T. (2010). Srabi l i tv in out-oÊhome care , u 'har 's in i t , for u ' l ' rom? In E.J. Knorrh,
NI. E. Kalverboer, & J. Knot-Dickscl'reit (eds.), Inside Owt: Hou, inten,entions in child and famih cdrc u,orle.
An intarnational sowrce book (pp.218-220). Antu,erp: Garanf Publishers.
Cicchetr i , D. V. , & Lynch. M. (1995). Fai lures in the expectable environmenc and rheir impact on in-
div idual developmenr: Tl - re case of chi ld r r ra l t reatrrent . In D. V. Cicchet t i , & D J Cohen (eds.) ,
Deuelopmental pstchopathologt, Vol. 2: Il ish, disordcr and adaptation (pp. 32-71). Neu' York: John \X/ilev
& Sons . L rd .
Commitree on the Righrs of Children (2013). ()eneral Contment no. 14 on 'The right of the child to haue bis or her
best interests takcn as a primaryt consideration'. http://u.u'w2.ohchr.org/english/bodies/crc/docs/GC.1,1.
pdf. Opgevraagd op 29 november 2013.
Davidson-Arac' Í , B. , Englechin-Segal , D. , & Wozner, Y. (2003). Short- term fo l lou ' r - rp of chi ldren ac r isk:
Cornpar ison of the qual i ry of l i fe of c l - r r ldren removed f - ron-r home and chi ldrerr remaini r rg at home.
Chilcl Abuse and Neglect, 27(7), 7 33-7 50.
De Haene, L. , & Gr ietens, H. (2005). Vluchtel ingenkinderen en - jongeren. In H. Gr ierens,J. Vanderfaei l l ie ,
W. Hellinckx, & W. Ruijssenaars (red.), Handboeh orthopedagoglsche hwlpuerlenmg. Deel l (pp. 367-393).
Leuven: Acco.
Der luvn, L, & Broekaert , E. (2008). Unaccor.npanied refugee chi ldren and adolescc'nts: The glar ing con-
trast bet\L'een a legal and psychological perspective . [nternationalJournal of Lau, and Pslcbiany, 3i,, 319-
330 .
Dermot, A. R. , Benson, C. A. , Ciarán, A. 8. , & Dooley I l A. (2008). Psychological d isrress and the asylum
process: A longitr,idinai studv oFforced migrar-rts ir-r Ireland. The Journal of Nert'otts andMcntal Disc,tsc,
1 9 6 ( 1 ) , 3 7 - 4 s .
Dorele i jers, T. A. H. , & F-okkens,J. \X/ . (2010). Minder jar igen en jongvolwassenen: Ple idooi voor een evi-
dence based straFrechr. Rechtstreeks. 2. 9-47.
El-rnrholt, K. A., & Yule, \X/. (2006). Practit ioner Review: Assessmenr and treatmenr of refugee children
and adolescents who have experienced war-related trauma. -lournal of Child Psycholog and Ps1chianl,
47(rZ), 1 197 -12r0.
Farrington, D. (1997). Early, predicrion of violent and nonviolenr yourhFul offending. Ewropean Journdl on
Criminal Policl and Research, 3, 157-173.
Hal las, P. , Hansen, A. R. , Stael- r r , M. A. , Mr-rnk-Ar-rdersen, E. , &Jorsensen H.L. (2007). Length of stav in
asylum ccnrres and mental health in asyh-rm seekers: a retrosl)ective study Í'ror-n Denm ark. BMC Public
Haalrb,7,288.
Harder, A. T., Knorrh, E. J., & Zandberg, T. (2006) Residentiële jaugdzorgin beeld. Ecn ouerzichtsstudte naar dc
doelgroep, u,erku,ijzen en uitkomstcz. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
Heiner, H. , & Barte ls, A. (1989). Jeugdstrafrecht en het belang van het k ind. Het belang van het k ind nader
omsclrreven . Tildschrilt uoor Familie- en Jeugdrccht, 11(3), 59-64.
Kalverboer, N'Í. E. (2014). Het belangt,an bat kind in bet ureerndelingcnrecht; pedagogisch geduid en gert,ogen. Am-
sterdam: Ui tgever i j SVíP ( in press).
Kalverboer, M. E. , &Zi j lsrra, A. E. (2006a). De schade die k inderen oplopen als ze na langdur ig verbl i j f in
Nederland gedrvongen worden uitgezer. In: Defence for Children International (red.), Internationale
Kinderce chte n L)ersus Nederlands immigratiebeleid (pp. H3.1-34). r\rnsrerdam: Defence for Children Ir-rrer-
na r iona i (DCI ) .
Kalverboer, M. 8., & Zijlstra, A. E. (2006b). Hat belang uan bet kind in het Nederlands re cbt: Vooru,aarden t,oor
ontwikhelinguanuit een pedagogtsch perspectief. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
Kalverboer, M. E., &. Zrllstra, A. E. (2006c). Kinderen uit asielzoekersgezinnen en het rccht op ontwihkeling: Het
belang uan bet kind in bet Vreemdelingenrecht. Amsrerdam: Uitgeverij SWP.
Kalverboer, lv{. 8., &, Ztjlsrra, A. E. (2008a). Het belangvan bet kind in het Vreemdelingenrecht. Kinderen uit asiel-
zoekersgazinnen: Ontu,ikkelíng persPectief en juidscbe positie. Onderzoehsuerslag periode 2006-2008. Gronin-
TUsSENHooPENVREES:DEoPVoED|NGSoMCEV|NCVANAS|ELzoEKERSK|NDERENI i l
gen: Ri jksunivers i t r - i t Groningen, AFdel ing Orr l - ropedaeociek. Dou'n load: hrrp: / /w"w. ' , r ' . rur .n l /pedok/
nieuwsT'OrthopedagogiekT'onderzc'reksrapporr_belang_kind_vreemdehngenrecl'rr.pdf.
Kalverboer, M. E. , & Zi j ls t ra, A. E. (2008b). Handleid ingBIC-Q. Groningen: Ri jksunivers i tc ' i t Groningen,
Afdel i ng Orthopedagogic 'k ( interne publ icar ie) .
K:r lverboer, M. E. , Z i j lxra, A. E. , & Knorth, E.J. (2009). The c leveloprnental consequences Fcrr asy '1111n-see-
king children livins u'it l-r chr- prospect fbr five years or more of enforcecl return to rl-reir l-rome counrry.
Ewrope"tn Jowrnal o.f Nligution and Lau', I 1(l), 1l-67.
Knorth, E. J. , Kni j f f , f { . K. , & Roggen, T. (2008). De ontwikkel ing van adolescenten na i r r rensieve1.-usd-
zorg: Wat niet rveer u'at n ie I leert. In E. J. Knorth, ec al. (red.), De ontwihkeling uan kindcren met proble -
men: ge u,oon anders (pp. 125- 136). Anrwerpen/Apeidoorn: Garanf .
Moienaar, I. V(/., & Sijtsma, K. (2000). Usar's Manual MSPS for Windou,s. Groningen, the Necherlands: IE,C
PToGAMMA.
Montgomery, E. , & Foldspang, A. (2005). Seeking asylum in Denmark: Refugee chi ldren's menral healr l - r
and exposnre to violence. EwropeanJowrnal of Public Heabb,15,233-237.
Nir ' lsen, S. S. , Norredan-r , M. K. , Cl ' r r is tansen, L. , Obel . C. , Hi ldenJ. , & Krasnik A. (2008). Iv{ental heal t l - r
among c l - r i ldren seeking asvlum in Denmark: ' I 'he
eFfect oFlengrh oFstay and number of re locacior . rs.
A cross-sect ional srudv. BL4C Publ ic Heabb,8,293.
Rutter , M. (1979). Protect ive lactors in c l - r i ldren's responses to stress and disadvantage. In M. W. Kr 'nr ,
& J E. Rolf (eds.), PrimarT, preuention of pslcbopathologt. Vol. 3: Social compete?xcc in childrcn (pp. a9-7\.
Hanover, NH: Universiry Press of Ner.r. England.
Rutter , M., Gi l ler , H. , & Hasel l , A. (1998). Ant isocia lbehaviorblyungpeople. Can-rLrr idge: Carnbr idge Uni-
versiry Press.
Srevens, G W J. M., & Vollenbersh, W. A. M. (2008) Mental l-realth in rnigrant children./ournal of-Pslcho-
logt and Psychiatrv, 49(3), 27 6-291.
Srvanborn, P. G. (2008) . Case-sturl.1's: V/dt, u,dnneer en hoe. Den Haag: Boom C)nderu'i;s.
Ten Brummelaar, M. D. C., & Kalverboer, M. E. (201 1). Kindercn, hinden"echten en de strafyechtali jhe procadure.
Het belang L,dn hat kind in hat Jeugdstruf(proce s)rccht. Groningen: The Universiry of Groningen, Deparr-
r-nent of Special Needs Education and Yourh Care (pp. 1-115). Downioad via: htrp://u.u.'u,.mg.nl/
pedok/nieuu,s/Orthopedagoeiek/rapport_kinderpostzegels_november_ 1.pdf
Van Essen,J., & Bala, J. QOOT). Als glas in lood;integratieue behttndelinguan uluchtclingenkinderen en -gczinncn.
Utrecht : St icht ins Pharos.
Van der Ploec,-T. D. (2007). ()edr'rgsproblemcn. Ontu,ikkelingen enrisico's. Rotterdam: Lemniscaar.
Van IJzendoorn, M. H. (2008). Opuoedingouer de grens: Gehechtheid, trau?tla en ueerkruchr. Amsterdam: Boorrr
Academie.
Van Orjen, S. (2010). Rasultaat L,.tn pleegzorgplaatsingen. Een onderzoek naar breakdou,n en dc ontu,ik.kelingt,an
adolescente pleeghinderen bi1 langdurige pleegzorgplaatsingen. Groningen: Van f)enderer-r (Acadc'rrrisch
Proefschr iFt Rryksunivers i te i t Gronin gen).
Zil lsrra, A.11. (2012). ln tbe best intcrest of tba child? A studl into a decision-tupport tool ualidatingttsylum-sealzing
children's nghts.from a bebauioural scientific perspectiue. Academisch Proefschriir. Groningen: Rrjksuniver-
s i t r i r G r o n i n g e r r .
Zi j ls t ra, A. E. , Kalvt ' rboer, À4. E. , Post , W. J. , Knorch, E.J. , & Te n Brummelaar, M. D. C. (2012). The qual-
i ty oÍ the chi ldrear ing c 'nvi ronnrent of reFugee or asylum seeking chi ldren and rhe Besr Interc 'srs of
the Chi lc l : Rel iabi i i ry and val id i ty oÍ ' the BIC-Q. Behauioml Sciences andTbe Law,30(6),841-855, dor:
10 .1002 /bs l . I 998 .
Zt j lxra,A. E. , Kalverboer, M. 8. , Post , W.J. , Ten Brummelaar, M. D. C. , & Knorrh, E.J (2013). Cor-r ld r l ' re
BIC-Q be a decis ion-supporr rool to predicr the development of asylum-seeking chi ldren? Interna-
r ionalJournalofLau,andPsycbiatryt ,36(2),129-135,doi :10.10161j . i j |p .2013.01.005.
f f i r " " * A . E L | A N N E Z U L S T R A , M A R C R | T E E . K A L V E R B o E R , W E N D Y J . P o S T , M U N T J E D . C . T E N B R U M M E L A A R , E R | K J . K N o R T H
Bi j lage. Best Interest of the Chi ld Model l
Gezin: actuele situatie
Fysiek welzijn
1. Adequate uerzorging
Adequate verzorging is de zorg voor gezondheid en fysiek welbevinden (bi jvoorbeeld hetbieden van ruimre, verwarming, kleding, persoonli jk eigendom, voeding, inkonren) pas-send bi j I ' ret kind. Daarnaast ervaren de ouders geen zorgen ffret berrekking tot deze om-gevin gsvoorwaarde.
2. Veilige flsieke directe omgeuing
Een vei l ige f,ysieke directe omgeving biedt l ichameli jke bescherming aan het kind. Dat be-tekent: aFwezigheid van gevaar in de woning en orlgeving, afrvezigl-reid van bedreigendetoxische invloeden, aíwezigheid van mishandeling, en afrvezigheid van geu'eld in de omge-ving van het kind.
Opvoeding
J. AJfctief klimaar
Geborgenheid, steun en begrip van de ouder, passend bi j het kind en tot uit ing komend inde relat ie die het kind met zi jn ouder heeft.
4. Onderstcunende, flexibele opuoedingsstructuut"
Voldoende regelmaat in het leven van alledag.
Aann-roediging, st in-rulering, het geven van instruct ie, en het stel len van real ist iscl-re ei-
Het stel len van grenzen, het geven van regels, het geven van inzicht in en arglrmentenvoor de gestelde grenzen en regels.
Het uitoeFenen van controle op het gedrag van her kind.Het voldoende ruimte laten aan het kind voor eigen wensen en vri j l -reid, voor eigeninit iat ief en experimenteren, evenals de vri jheid om over de structuur te ( leren) onder-l-randelen.
Het kind kri jgr nier meer verantwoordel i jkheid dan hi j aankan, ervaart zo binnen dicbegrenzing de gevolgen van zijngedras en leert zo de gevolgen in te scl-ratten en zijngedrag alte rvegen.
5. Adequaat uoorbeeldgedragouder
Het kind neemt gedrag, optreden, waarden en normen van zi jn ouders over die nu en latervan be lang z i jn .
6. Intcrcsse
Het tonen van belangstel l ing voor het kind en zi jn leeFwereld door de ouder.
Gezin: toekomst en verleden
7. Continulteit in opuoeding en uerzorglng toekomstperspectiefE,en ouder verzorgt het kind en voedt het zodanig op dat er hechting optreedt. Her basis-vertrouwen dat ontstaat wordt in stand gehouden door de bescl'rikbaarheid van de ouder.Het kind ervaart een toekomstperspectief.
I Zie voor de resultaten van de uitgebreide revieu,stud ie Zij lstra (2012).
TUSSEN HOOP EN VREES: DE OPVOEDINCSOMCEVING VAN ASIELZOEKERSKINDEREN f fm
Samenlevi ng: actuele situatie
8. Veilige fiisieke u,ijdere omgel'ing
Een vei l ige fysieke wijdere omgeving biedt l ichamelryk bescherming aan het kind. De buurt
waarin het kind opgroeit is vei l ig, evenals de samenleving. Criminal i tei t , oorlogen, natuur-
rampen, besrnettel i jke ziekten zi jn afwezrg.
9. Respect
De behoeften, wensen, gevoelens en verlangens van het kind worden serieus genomen door
de omgeving van het kind.
10. Sociaal netwerk
Het kind (gezin) heeft diverse steunbronnen in zi jn omgeving waarop I ' r i j een beroep kan
doen.
1 1. Educatie
Het kind kri jgt schol ing en opleiding en de gelegenheid tot het ontplooien van talenten
(bi jvoorbeeld sport oí muziek).
1 2. Omgang met leeftildgenoten
Het kind heeft omgang met andere kinderen in gevarieerde situaties, passend bi j de bele-
vingswerelcl en I ' ret ontwikkel ingsniveau van het kind.
1 3. Ade quaat u o orb e eldge drag s am e nl eu ing
Het kind komt in contact rnet andere kinderen en volwassenen van wie hi j gedrag, optre-
den, waarden en normen kan overnemen die voor hem nu en larer van belang zi jn.
Samenleving: toekomst en verleden
1 4. Stdbthteit in leuensomstandigheden, toekomstPersPectief
De omgeving verandert niet onvoorzien en plotsel ing. Optredende veranderingen komen
aangekondigd en zrjn rnzichtelijk voor het kind. Identificatiefiguren en steunbronnen blij-
ven bestaan, evenals de mogelijkheid tot het aangaan van relaties door eenheid van taal. De
samenleving biedt hec kind een toekomstperspectief.