La Marseillaise in French Revolutions

33
Le jour de gloire est arrivé! La Marseillaise in de Franse revoluties van 1789-1799, 1830 en 1848 Charlotte Kleyn 10177280 December 2014 Opleidingsgebonden keuzevak geschiedenis Dhr. dr. J. C. van Zanten 1

Transcript of La Marseillaise in French Revolutions

Le jour de gloire est arrivé!

La Marseillaise in de Franse revoluties van 1789-1799,

1830 en 1848

Charlotte Kleyn

10177280

December 2014

Opleidingsgebonden keuzevak geschiedenis

Dhr. dr. J. C. van Zanten

1

INHOUDSOPGAVE

Inleiding 3

I: Liberté, égalité, fraternité: de Revolutie van 1789-1799

5

II: Trois Glorieuses (1830) en de revolutie van 1848 11

Conclusie 19

Bibliografie 21

2

INLEIDING

"Honneur donc à la Marseillaise!

Par le coeur, la verve et le son

Qu'elle plaise ou qu'elle déplaise

Elle est la sublime chanson"1

Het is onrustig in Parijs. Het volk schreeuwt om hervorming en

brood, overal is gerommel van oorlogstuig en soldaten te horen,

barricaden worden opgebouwd en vooral het openlijk gezang van

La Marseillaise op straat zorgt ervoor dat haast niemand slaapt -

ook koning Karel X niet.2

La Marseillaise werd geschreven in de Franse Revolutie van

1789-1799. De jonge legeringenieur Claude Joseph Rouget de

Lisle, die een bescheiden reputatie als componist had gehad in

Parijs3, componeerde in de nacht van 15 op 16 april 1792 in

Straatsburg le chant de guerre pour l'armée du Rhin (het 'oorlogslied van

het Rijnleger'), om de Fransen moed te geven om hun land tegen

Oostenrijk en Pruisen te verdedigen. Het lied verspreidde zich

door Frankrijk en kwam met een contingent uit Marseille

uiteindelijk in Parijs; vandaar de naam Le Marseillaise. Het lied

kreeg meerdere versies en werd al snel het lied van de

Revolutie, gezongen bij optredens, festivals en in het leger.

De woorden roepen tegelijkertijd een gevoel van dreiging van de

vijand op, die geïdentificeerd wordt met tirannie en

bloedvergieten, als een gevoel van triomf over agressie en 1 Charles Vincent, in: Alfred B.I. Bénard, La Marseillaise et Rouget de Lisle, légende historique, raconté à ses petits-enfants (Parijs 1907).2 John S.C. Abbott, History of Louis Philippe (New York 2009) 206.3 Simon Schama, Citizens: A Chronicle of the French Revolution (New York 1989) 598.

oppressie.4 Het lied is volgens John Abbott ongetwijfeld een

van de meest krachtige composities ter wereld om een groep

mensen op te zwepen tot enthousiasme, zowel in woorden als in

muziek5, niet alleen bij de oproep tot de wapens in 1792 om de

grenzen te verdedigen, maar ook later, zoals bij bovengenoemde

Julirevolutie in 1830 en de latere Februarirevolutie in 1848.

Nog steeds is het een van de beroemdste melodieën ter wereld,

niet voor niets nam Pierre Nora La Marseillaise op in de lijst

symbolen van Lieux des mémoire: onwillekeurig en onmiddellijk

wordt de herinnering aan een specifieke historische gebeurtenis

opgeroepen bij een plek of symbool - zoals een lied.6 Het lied

werd enthousiast overgenomen door het Franse volk, maar ook de

revolutionaire overheden zagen de kracht van La Marseillaise en

zetten het in om de Parijzenaren (en Fransen buiten de

hoofdstad) enthousiast te maken voor de Revolutie.

Zo komen we bij de hoofdvraag van dit onderzoek.

Aangenomen wordt dat La Marseillaise een rol speelde in de

revoluties van 1789-1799. Was dit ook het geval in 1830 en

1848? Kunnen we stellen dat het zingen ervan een spontane

uiting van het volk was of een politiek gerichte actie?

Al eerder werd geschreven over La Marseillaise en revoluties

in Frankrijk, en dan vooral in die van 1789-1799. Nooit werd de

invloed van het lied in deze drie revoluties echter met elkaar

vergeleken. Vergelijkend onderzoek kan patronen of juist unica

blootleggen en is daarom een belangrijke methode binnen de

geschiedwetenschap. Door deze methode toe te passen op La 4 Emmet Kennedy, A cultural history of the French Revolution (New Haven en Londen 1989) 277.5 Abbott, History of Louis Philippe 206.6 Pierre Nora (red.), Les lieux de mémoire I. La République (Parijs 1984).

4

Marseillaise en de revoluties zullen we zien of het lied constant

een opjuttende factor vormde, en of Karel X zich in 1830 echt

bedreigd voelde door de woorden 'Les enfants de la patrie'.

5

I: LIBERTÉ - EGALITÉ - FRATERNITÉ: DE REVOLUTIE VAN 1789-1799

Onlangs vatte Bart van Loo bij de Wereld draait door de Franse

Revolutie van 1789 kort samen als het moment waarop

tegelijkertijd de guillotine en de mensenrechten worden

uitgevonden in Frankrijk.7 Inderdaad, Frankrijk raakt na de

bestorming van de Bastille op 14 juli (of eigenlijk al na de

Eed op de kaatsbaan op 20 juni) in een stroomversnelling waar de

guillotine een hoofdrol in speelt. Niet alleen de koning en

koningin, maar duizenden andere adellijken, geestelijken en

tegenstanders van de Revolutie verloren hun hoofd onder het

scherpe mes. Maar de Revolutie had ook een andere kant: op 26

augustus 1789 worden de rechten van de mens opgesteld in La

Déclaration des Droits de l’Homme et des Citoyens. De nadruk in deze

paragraaf ligt echter niet op het begin van de Revolutie, maar

op periode vanaf 1792, als La Marseillaise wordt geschreven. Waarom

en op welke manier werd dat lied juist het lied van de

Revolutie? Was het een spontane actie van het volk of een

politiek overwogen keuze?

Volgens Cornwell Rogers hebben de Fransen altijd gezongen

over politiek, maar was er nooit zo'n uitbarsting van politiek

liederengeweld als tijdens de Franse Revolutie - ongeveer 3.000

in de periode van 1789 tot 1799. De trend was om nieuwe teksten

op oude deuntjes te plakken, zodat men de liedjes snel op zou

pakken.8 Het lied dat de hoop van de vroege jaren 1790 het best

uitdrukte was het enorm populaire en optimistische Ça ira:

7 Bart van Loo over zijn nieuwe boek Napoleon in de Wereld Draait Door, 18-11-2014. 8 Kennedy, A cultural history 236.

6

woorden van Benjamin Franklin en muziek van Bécrout, dat

volgens Emmet Kennedy het belangrijkste lied van de Revolutie

was tot La Marseillaise werd geschreven.9 Na dat moment zijn Ça ira en

de andere (vele) revolutionaire liederen in de vergetelheid

geraakt. Waarom is juist La Marseillaise het lied van de revoluties

(en Frankrijk in het algemeen) geworden? Volgens Cornwell

Rogers is La Marseillaise een lofzang van gebalanceerde emoties: de

liefde voor revolutionair Frankrijk aan de ene kant, de haat

voor haar vijanden aan de andere kant. De tekst is zo

gewelddadig dat het heeft gediend om Fransen meedogenloos te

laten handelen in haat en wraakzucht, maar ook om hen aan te

sporen tot veel mooie daden van patriottistische devotie.10

Michel Vovelle (in Lieux de mémoire) vindt het lied echter niet

erg bloederig en acht het meer revolutionair dan nationaal; het

is vooral tegen tirannen en verraders gericht. Het is een

aanroeping van de vrijheid en de justificatie van de heilige

liefde voor het vaderland dat het lied zo krachtig maakt. 11 De

originaliteit van La Marseillaise ligt volgens hem in het feit dat

het niet een nieuwe tekst op een bestaand deuntje was zoals

normaal werd gedaan, maar ook geen stuk van een gepatenteerde

en getrainde componist. Volgens Michel Vovelle is het lied zo

aansprekend door de mix van ijver en enthousiasme, die geuit is

in simpele en algemene formules, en het ritme en de melodie die

overvloedig en krijgshaftig zijn. Het was dus het resultaat van

9 Ibidem 241. 10 Cornwell B. Rogers, The spirit of revolution in 1789 : a study of public opinion as revealed in political songs and other popular literature at the beginning of the French Revolution (Princeton 1949) 713.11 Michel Vovelle, 'La Marseillaise, la guerre ou la paix', Pierre Nora (red.), Les lieux de mémoire, I. La République (Parijs 1984) 85-136, 91.

7

een kruising van genres, dat het volk goed aansprak. La

Marseillaise zou een buitengewone ontmoeting tussen de expressie

van de elite en de vurigheid van het volk representeren.12

Zoals gezegd werd het lied geschreven als Chant de guerre en

kwam het via een contingent van soldaten uit Marseille, die mee

kwamen doen aan de bestorming van de Tuilerieën op 10 augustus

1792, aan in Parijs. Werd het lied veel gezongen en gehoord in

de Franse hoofdstad? Musicoloog Constant Pierre stelt dat van

de 3.000 revolutionaire liederen die hij onderzocht, 200 op de

melodie La Marseillaise staan.13 Dit zegt wat over de bekendheid

van de melodie, maar nog niet genoeg over waar en door wie het

lied werd gezongen. Volgens Michel Vovelle werd het lied veel

ten gehore gebracht in Parijs, onder andere aan de voet van het

schavot van Lodewijk XVI.14 De historicus maakt een onderscheid

tussen het lied aan het 'thuisfront' en het lied in het leger

(Marseillaise des carrefours en Marseillaise des frontières), maar noemt dat

onderscheid zelf al kunstmatig: de populariteit in het

binnenland is ten dele bepaald door het succes van het leger.

In een brief aan Rouget de Lisle op 4 november 1794 staat

geschreven: "Vos couplets des Marseillais 'Allons enfant de la patrie' sont chantés

dans tous les spectacles et dans tous les coins de Paris, l'air est très bien saisi par

tout le monde parce qu'on entend tous les jours chanté par de bons chanteurs".15

Volgens dit citaat werd La Marseillaise inderdaad sterk aanwezig in

de Parijse straat en de theaters. In patriottistische theaters

zong het publiek vaak mee als La Marseillaise werd gepeeld; dit

12 Vovelle, 'La Marseillaise' 92.13 Ibidem 97.14 Ibidem.15 Ibidem 96, 97.

8

geeft ook maar aan dat de Parijzenaren de tekst inmiddels

kenden. Daarnaast was er vaak tussen de toneelstukken door een

muzikaal intermezzo bestaande uit het lied Veillons au salut de

l'empire of .. La Marseillase.16

Als kers op de taart kwam er een heus spektakel in de

Opéra dat om La Marseillaise draaide. Op 30 september 1792 werd

L'Offrande à al Liberté opgevoerd, waarin het lied een toneelstuk

begeleidde waarin de hoofdpersonen op een Rousseau-achtige

manier hun nieuw gewonnen vrijheid vieren en verdedigen

tegenover vijanden. Componist François-Joseph Gossec nam de

melodie van La Marseillaise, veranderde en orkestreerde haar voor

de L'Offrande. Michel Vovelle beschreef het spektakel: het

laatste couplet 'Amour sacré de la patrie' werd enkel door de

vrouwen op fluistertoon gezongen, als een gebed. Actrice

mademoiselle Maillard komt op als symbool voor de Vrijheid en

de acteurs en het publiek zouden voor haar op hun knieën

vallen. Plotseling klonken daar de hoorns: het getrommel zwol

aan, het kanon brulde en iedereen rees op en zong, uit volle

borst: 'Aux armes, citoyens'! Het spektakel werd 130 keer uitgevoerd

tussen 1792 en 1799.17

Hoewel liederen eerst spontaan werden gezongen op straat

en als entertainment dienden in theaters werden ze vanaf 1793

ingezet door de revolutionaire overheden als een

propagandamiddel, volgens Cornwell Rogers zelfs als het

belangrijkste propagandamiddel.18 Muziek, kunst en theater

werden gebruikt om een besluiteloos publiek te overtuigen van

16 Ibidem 97.17 Ibidem 51.18 Rogers, The spirit of revolution 7.

9

de juistheid van de Revolutie19 en volgens F.W.J. Hemmings was

muziek ongetwijfeld de kunstvorm waarop de revolutionaire

menigte het gewilligste reageerden.20 Wie besloot dit, en op

welk moment van de Revolutie?

Laten we eerst aandacht schenken aan de levée en masse: een

besluit om de hele natie te mobiliseren voor de oorlog. Op 23

augustus 1793 besloot de Assemblée Nationale om deze 'spontane

beweging van het volk dat zichzelf en masse op de vijand zal

storten' in te voeren.21 Heel erg spontaan was het niet, want

het werd de Fransen opgelegd om onderdeel te worden van de

oorlog. Het decreet bepaalde dat: alle vrijgezellen of

kinderloze weduwnaars tussen de 18 en 25 jaar werden opgeroepen

om te vechten; dat oudere getrouwde mannen werden ingezet voor

oorlogswerk; dat vrouwen in ziekenhuizen moesten werken en

kleding en tenten moesten naaien; en dat oude mannen mee

moesten werken aan de oorlogspropaganda. Zelfs kinderen konden

zichzelf nuttig maken. Zo werd de hele economie gemobiliseerd

voor de oorlog.22 Ondanks problemen - vooral boeren probeerden

onder de verplichtingen uit te komen en de financiën waren

allerminst rooskleurig - bracht de levée en masse een boel extra

soldaten op; alleen al 23.000 Parijzenaren werden op deze

manier naar het front gehaald.23 Eenmaal aan het front was het

belangrijk om de soldaten te laten inzien dat ze voor hun eigen

land en vrijheid vochten. Wat kon dat beter verwoorden dan La

19 Kennedy, A cultural history 235.20 F.W.J. Hemmings, Culture and Society in France 1789-1848 (Leicester 1987) 50.21 D.M.G. Sutherland, France 1789-1815. Revolution and Counterrevolution (Londen 1985) 200.22 Sutherland, France 1789-1815 201.23 Ibidem.

10

Marseillaise? En ook aan het thuisfront kon het lied mooi worden

ingezet, zodat ook daar de revolutie- en oorlogsgeest levend

bleef. In 1867 roemde Charles-Louis Chassin al de kracht van La

Marseillaise in de levée en masse. Hij beschrijft de 'schreeuw van

woede en het enthousiaste gezang' zo mooi dat het zonde zou

zijn om zijn woorden te vertalen: "La Marseillaise jaillit du coeur du

peuple. Ce cri de rage, ce chant d'enthousiasme, devenant une arme de guerre

terrible foudroya d'une double décharge la royauté et la coalition".24

Ook tijdgenoten van de Revolutie geloofden dat muziek het

beste propagandamiddel voor was. In een ingezonden brief in Le

Journal de Paris stond: "Tout le monde connaît les effets de la musique et sa

puissance sur les esprits et avec quelle force elle agit sur les caractères les plus

faibles. Il faut donc une musique militaire".25 Om die reden werd in

november 1793 het Institut National de Musique opgericht om

muziek en muzikanten te verschaffen, zowel voor festivals in

Franse steden als voor de Franse soldaten aan het front.26

Michel Vovelle spreekt over een dubbele legitimatie van het

lied: buiten de Franse grenzen werd het gedoopt tot vurig lied

om de Republiek te verdedigen, binnen werd het het lied van de

Revolutie.

Men gelooft in de kracht van La Marseillaise. Zo schreef

componist André Grétry aan Rouget de Lisle: "Votre Marseillaise c'est

de la musique à coups de canon".27 En ook binnen het leger is men

enthousiast: "Envoyez-moi mille hommes ou une édition de La Marseillaise" en

24 Ch.-L. Chassin, L'armée et la révolution: la paix et la guerre, l'enrolement volontaire, la levée en masse, la conscription (Parijs 1867) 120.25 James Leith, 'Music as an Idealogical Weapon during the French Revolution', Canadian Historical Association Report (1966) 130.26 Leith, 'Music as an Idealogical Weapon' 130.27 Vovelle, 'La Marseillaise' 94.

11

"J'ai gagné la bataille, la Marseillaise commandat avec moi"28, schrijft een

generaal. Het lied is volgens hem dus evenveel waard als

duizend soldaten. Later schrijft Jules Michelet over de Slag

bij Jemmapes in België (6 november 1792) en vergelijkt hij het

lied met sterke drank, een middel om de soldaten moed te geven:

"Au matin de Jemmapes, La Marseillaise tient lieu d'eau de vie".29

De opbeurende kracht van het lied komt ook de Assemblée

Nationale ter oren. Normaal gesproken werd een Te Deum gezongen

bij publiekelijke vieringen, maar volgens de minister van

oorlog Jospeh Servan is een dat uit de tijd en moet er iets

nieuws komen, iets dat aansluit bij de publieke geest. Hij

stelt voor om L'hymne de les Marseillais (zo heet het lied eerst) te

laten zingen: "L'hymne national connu sous le nom de Marseillaise est le Te

Deum de la République: celui-là est le plus digne de frapper les oreillers du Français

libre".

Na dat voorstel van Servan besluit de Assemblée om La

Marseillaise te gebruiken bij feestelijke gebeurtenissen. Dat is

voor het eerst op 14 oktober 1793 in Parijs, tijdens een

volksfeest aan de voet van het vrijheidsbeeld30, om te vieren

dat het Franse leger de Savoie heeft ingenomen.31 Vervolgens

bepaalt het Comité de Salut public op 24 november 1793 dat La

Marseillaise gespeeld moet worden bij alle theatrale uitvoeringen

in de Republiek. Er worden subsidies gegeven aan theaters en

boekjes met de tekst worden op staatskosten uitgegeven.32 Op 14

28 Ibidem29 Ibidem 95.30 Het beeld stond op het Place de la Révolution (het huidige Place de la Concorde) en verving een beeld van Lodewijk XV.31 Vovelle, 'La Marseillaise' 95.32 Rogers, The spirit of revolution 21.

12

juli 1795 wordt La Marseillaise officieel als volkslied aangewezen

door de Convention en wordt bepaald dat het nationale lied elke

dag door de garde montante bij het palais national en door het

muziekkorps van de nationale gardes aan de gevechtslinies

gespeeld moet worden.33

Het was dus duidelijk dat de Convention muziek zag als een

erg effectief propagandamiddel en ze bereid was er goed voor te

betalen.34 Maar wat was de legitimatie van de revolutionairen

om La Marseillaise in te zetten? Volgens Cornwell Rogers vermoedde

men dat het lied machtiger was dan zowel de pen als het

zwaard.35 James Leith schreef een artikel over muziek als

ideologisch wapen in de Franse Revolutie. Hij stelt dat het

idee van de 'kneedbaarheid van de mens' wijdverspreid was in

18e-eeuws Frankrijk en diende als basis voor een sterk

optimisme. Lockes idee dat de mens was geboren als een

onbeschreven blad liet veel mensen geloven dat het relatief

gemakkelijk was om de mens te verbeteren, als je hem maar aan

goede invloeden bloot stelde. Zoals veel philosophes van het

Ancien Régime geloofden de revolutionairen dat muziek een

machtig medium was om lessen op een fijne manier over te

brengen. 36 We moeten niet vergeten dat een groot deel van de

bevolking ongeletterd was, waardoor geprinte propaganda dus een

groot nadeel had.37 En ook de andere media waren niet ideaal:

theater kon alleen dat deel van de bevolking bereiken dat in

staat was naar een theater te gaan, die enkel in grotere steden

33 Vovelle, 'La Marseillaise' 99.34 Rogers, The spirit of revolution 25.35 Ibidem 13.36 Leith, 'Music as an Idealogical Weapon' 128.37 Rogers, The spirit of revolution 17.

13

stonden. Standbeelden waren erg duur en bovendien was het

materiaal dat daarvoor gebruikt was - zoals brons - schaars in

oorlogstijd. Grote historische schilderijen duurden lang om te

maken en hoewel gravures makkelijker waren om te produceren,

waren ze ook duur om te verspreiden onder de lagere klasse. 38

Al met al kunnen we stellen dat muziek het snelst verspreid kon

worden en dat het begrepen werd door zowel de mensen die konden

lezen als de analfabeten. Bovendien was het idee van muziek als

massa educatiemiddel al oud: de Grieken, Romeinen hadden al

muziek gebruikt, en nog recenter had de Katholieke Kerk

hetzelfde. Dat voorbeeld werd volgens Leith bovendien steeds

dwingender, aangezien de Revolutie zichzelf in een pseudo-

religieuze beweging veranderde.39

Waarom nu juist La Marseillaise gekozen werd door de

Convention? Het was al een populair lied, het sloeg aan bij

zowel het volk als de legeraanvoerders en soldaten en het was

zowel nationaal als revolutionair. Dit blijkt aan het feit dat

het lied ook los van overheidsbemoeienis te horen was, op

straat en in theaters. Al met al was La Marseillaise dus een ideaal

propagandamiddel voor de revolutionairen. Het lied werd echter

niet langer gehoord nadat Napoleon de macht had gegrepen. Maar

hoewel het verboden was tijdens het keizerrijk, werd het lied

weer tijdens de Honderd Dagen gezongen door zangers van een

operagezelschap in Parijs.40 Men zag La Marseillaise als een

revolutionair lied en het werd door verscheidene autocratische

regimes in de 19e eeuw verboden verklaard, zo ook tijdens de

38 Leith, 'Music as an Idealogical Weapon' 128.39 Ibidem.40 Hemmings, Culture and Society 51.

14

Restauratie.41 Echter, de 19e eeuw was absoluut niet

revolutievrij. En wat verboden kan worden verklaard, kan alsnog

gezongen worden...

41 Vovelle, 'La Marseillaise' 51.

15

II: LES TROIS GLORIEUSES (1830) EN DE REVOLUTIE VAN 1848

Michel Vovelle zegt het prachtig: het lot van La Marseillaise is

bijna tachtig jaar in de Franse geschiedenis een fenomeen

geweest van toenadering en terugtrekking, van lange perioden

van stilten, onderbroken door wedergeboorten en oplevingen. 42

Overheden waren zich bewust van de macht die La Marseillaise in

zich had om mensen te mobiliseren en waren daarom geneigd om

het te verbieden in perioden van crises of onrust.43 En crises

waren er in het negentiende-eeuwse Frankrijk. In de eerste

helft van die eeuw kwam het nog tot twee revoluties die het

land in een nieuwe politieke situatie brachten: in juli 1830 en

in februari 1848. En ondanks het verbod op La Marseillaise kroop

het bloed waar het niet gaan kon. Op die momenten dat het land

in gevaar was of wanneer de troon dreigde te vallen klonk de

melodie weer op straat, bij publieke bijeenkomsten en in

theaters. 44 Volgens Martyn Lyons was de concertuitvoering in

theaters van La Marseillaise een politieke uiting en een manier de

autoriteiten te tarten.45 Hoe populair was het lied

daadwerkelijk in deze twee revoluties?

Tijdens de Restauratie onder Karel X was La Marseillaise niet

alleen verboden, maar de overheid probeerde haar geheel te

laten verdwijnen, samen met haar componist. Rouget de Lisle was

na de staatsgreep van Napoleon in de vergetelheid geraakt, hij

had weinig geld, kwam in 1826 in de gevangenis wegens schulden

42 Ibidem 102.43 Ibidem.44 Ibidem. 51.45 Martyn Lyons, Post-revolutionary Europe, 1815-1856 (New York 2006) 120.

16

en probeerde zelfmoord te plegen.46 Zijn populariteit zou

echter weer terugkomen, en wel rond het revolutionaire jaar

1830. De beeldhouwer David d'Angers maakte een buste van Rouget

de Lisle en de componist kwam en profile op een

herdenkingsmunt.4748 Niet alleen Rouget de Lisle, ook zijn lied

werd populairder en populairder. Het begon wederom een

patriottistische hymne te worden en zou opnieuw gehoord

geworden op de barricaden in juli 1830.49 Maar eerst terug naar

die Julirevolutie: wat gebeurde er precies?

Nog geen twintig jaar na het begin van de Restauratie,

waarin bourbonkoningen Lodewijk XVIII en Karel X over Frankrijk

heersten, wankelde het koningschap en kwam wederom een

revolutie. Frankrijk bestond volgens H.A.C. Collingham in 1830

uit een gefragmenteerde samenleving. De opeenvolging van

politieke, sociale en economische veranderingen had geleid tot

een omverwerping van de oude orde, maar het nieuwe systeem had

de loyaliteit van de meerderheid niet voor zich gewonnen. Er

waren gematigde en felle voorstanders van de liberale

revolutie; en aan de andere kant ultraroyalisten die alle

revolutionaire overblijfselen wilden afschaffen en gematigden

die de revolutie niet negeerden maar haar wilden integreren in

het nieuwe systeem. Lodewijk XVIII had het laatste toegepast,

maar zijn jongere broer Karel X wilde alles afschaffen wat de

revolutie had gebracht. Hij was tegen de constitutionele

46 Vovelle, 'La Marseillaise' 104.47 Ibidem.48 Na zoeken blijkt de munt nog steeds gewild: prijzen op internet komen niet onder de 50 euro. 49 Vovelle, 'La Marseillaise' 107.

17

monarchie die Frankrijk nu had.50 Dat terwijl zijn oppositie

steeds meer groeide. Sommigen daarbinnen geloofden dat Karel X

beter vervangen kon worden door Louis-Philippe, hertog van

Orléans. De Orléanstak van de Bourbonfamilie bestond uit

afstammelingen van de jongere broer van Lodewijk XIV en was al

langer het 'lastige neefje' van de regerende tak. De vader van

Louis-Philippe (die Philippe-Egalité werd genoemd) had de kant van

de revolutionairen gekozen door voor de executie van Lodewijk

XVI te stemmen. Hoewel Louis-Philippes eigen revolutionaire rol

beperkt was geweest werd hij nog steeds geassocieerd met zijn

revolutionaire vader, zowel door voor- als tegenstanders. Hij

stond bekend als activist in de eerste jaren van de Franse

Revolutie en had gevochten bij Jemappes en Valmy. En dat

laatste was precies wat hem populair maakte onder tegenstanders

van Karel X.51

De onrusten rond 1830 waren voor de koning het meest

dreigend in de Kamer van Afgevaardigden, waar de oppositie de

meerderheid had. Hij besloot, in overeenstemming met zijn eigen

interpretatie van artikel 14 in de Charte en overtuigd dat de

monarchie in gevaar was, te regeren volgens ordonnances. Die

werden op 26 juli gepubliceerd in de krant Le Moniteur. Het

decreet hield onder andere in dat de vrijheid van pers werd

afgeschaft, dat de nieuwe Kamer van Afgevaardigden werd

ontbonden en het aantal inzittenden werd verkleind.52 Dit was

de spreekwoordelijke druppel voor de oppositie en rechts en

links verenigden zich in revolutie, op 27, 28 en 29 juli: Les 50 H.A.C. Collingham, The july monarchy, a political history of France 1830-1848 (Londen enNew York 1988) 1. 51 Collingham, The july monarchy 3.52 Mansel, Paris between empires 237.

18

Trois Glorieuses. Karel X trad af en Louis-Philippe nam zijn plek

in, in wat de Julimonarchie zou komen te heten. De eenheid van

de oppositie zou echter niet lang bestaan. Er kwam een

tweedeling tussen de voorstanders van de Julimonarchie en de

tegenstanders die verder wilden op het pad tot de vorming van

een republiek.53

Deze Parijse revolutie in juli werd vergezeld door een

hittegolf. Onder een brandende zon steeg de temperatuur tot

boven de 30 graden en bij al deze hitte, opwinding en onrust

was La Marseillaise, met zijn duidelijke verwijzing naar de eerdere

Revolutie, niet weg te denken. Uit rapporten blijkt dat heel

Parijs in juli 1830 de straat op ging om La Marseillaise te zingen:

"un rassemblement composé d’une cinquantaine de jeunes gens a eu lieu hier soir

sur la place du Châtelet. Il se sont séparés après avoir chanté La Marseillaise".54 De

prefect van de politie merkt op dat er in de zomer van 1830 een

"retour des airs aux tristes souvenirs de 1793 et 1794" is.55 Hier past ook

perfect het beroemde schilderij van Eugène Delacroix uit 1831

bij. La Marianne gaat de revolutionairen voor terwijl ze La

Marseillaise zingen: La Liberté chantant La Marseillaise sur les barricades en

entraînant le peuple à la bataille de Juillet. Marianne verbeeldt de

vrijheid, met ontblote borsten, de frygische muts op haar haren

en in haar handen een wapen en de vlag met de tricolor.56 Zij is

het symbool van opstand en vrijheid, net als La Marseillaise. Ook

in literaire bronnen blijkt dat het lied aanwezig was.

53 Conningham, The july monarchy 4. 54 Michele Toss, La canzone sociale in Italia e in Francia tra protesta, nazione e rivoluzione, 1830-1870 (Bologna 2012) 56.55 Rémi Dalisson, Les trois couleurs, Marianne & l'Empereur, fêtes liberales et politiques symboliques en France 1815-1870 (Parijs 2004) 114. 56 Jean Garrigues, 'Les images de la Révolution de 1830 à 1848: enjeux politiques d'une mémoire', Le XIXe siècle et la Révolution française (Parijs 1992) 92.

19

Romantische dichter Auguste Barbier beschrijft in zijn debuut,

het satirische en populaire gedicht Curée (verschenen vlak na

de Julirevolutie in Revue de Paris), hoe La Marseillaise werd gehoord

in de onderdrukkende hitte van die memorabele juli.

"Que dans Paris entier, comme la mer qui monte,

Le peuple soulevé grondait,

Et qu'au lugubre accent des vieux canons de fonte,

La Marseillaise répondait..."57

Zoals gezegd zongen niet alleen de revolutionairen het lied op

de Parijse barricaden, maar kwam La Marseillaise ook terug naar de

theaters. Tenor Adolphe Nourrit zong het lied in 1830 drie

maanden lang om de dag vanaf het podium van de Parijse Opéra,

volgens Hemmings tot zijn stem ermee ophield.58 Bovendien zette

de beroemde componist uit de Romantiek, Hector Berlioz, het

lied in 1830 op orkestrale bezetting voor sopraan, koor en

orkest: l'Hymne de Marseillais Grand Orchestre et à Double Chœur dédié à M.

Rouget de Lisle, Auteur de la Musique et des Paroles. Volgens Robert Brécy

was de orkestversie van François-Joseph Gossec lange tijd de

autoriteit, maar werd hij door Berlioz overtroffen, en markeert

die compositie de herleving van het lied tijdens de Trois

Glorieuses.59

Het lied was dus lang niet vergeten. De Parijse massa

kende het lied na dertig jaar nog steeds, maar ook buiten

Frankrijk bleef La Marseillaise onveranderd populair, waar het als

symbool gold voor verscheidene emancipatiebewegingen. Het was

in Europa in 1830 op veel plekken onrustig en La Marseillaise sloot57 Auguste Barbier, La Curée, lambes (Parijs 1841) 13-20. 58 Hemmings. Culture and Society 51.59 Robert Brécy 'La chansons révolutionnaire de 1789 à 1799', Annales historiques de la Révolution française (Vol.244(53) 1981) 279-303, 291.

20

perfect bij dat gevoel aan. Ondanks het opkomende nationalisme

bleef het een symbool van revolutie door heel Europa en

daarbuiten.60 Volgens Vovelle kon de uitroep van liberale

gevoelens in 1830 op uiteenlopende plaatsen als New York, Polen

en Italië gemeten worden in de mate waarop men La Marseillaise

zong, het lied dat de wens op vrijheid voor iedereen

verwoordde. In Brussel zongen liberalen het lied toen ze bijeen

kwamen onder de ramen van Franse vluchtelingen, die waren

verbannen door het regime van de Restauratie. Zelfs aan de

andere kant van de oceaan, in New York, werd het nieuws over

Les Trois Glorieuses blij ontvangen door La Marseillaise te zingen.61

De Julirevolutie maakte een eind aan de Bourbonregering,

maar niet aan het koningschap. Louis-Philippe werd, in

tegenstelling tot zijn voorgangers die Koning van Frankrijk

waren geweest, Koning der Fransen. De burgerkoning had een

dubbelzinnige houding ten opzichte van La Marseillaise. Hij kon het

lied niet verbieden, aangezien hij zelf door de revolutie aan

de macht was gekomen. Bovendien was de koning maar al te graag

bereid zijn revolutionaire verleden ("ik was bij Valmy, ik was

bij Jemmapes") in te zetten: hij was een aanhanger van de

burgerrevolutie van 1789 waar La Marseillaise symbool van was. 62

Echt fan van het lied was hij echter niet. Volgens Vovelle had

de koning heel goed door dat dit muziek was die naar buskruit

rook en vlammen van omverwerping in zich had.63 Hij koos in

eerste instantie voor de eerste optie en verbood het lied niet.

60 Vovelle, 'La Marseillaise' 103.61 Vovelle, 'La Marseillaise' 107.62 Ibidem 108.63 Ibidem.

21

Het volk was inmiddels ter oren gekomen dat Rouget de Lisle nog

leefde en een miserabel leven leidde in Choisy-le-Roi. Er werd

geld voor hem ingezameld, dat de componist grootmoedig schonk

aan een fonds voor gewonde soldaten uit de Julirevolutie. De

koning kon nu niet meer achterblijven. Hij zei dat hij zijn

'oude oorlogskameraad' niet was vergeten en schonk hem een

jaarlijks pensioen van 1.500 francs.6465

Ook na de Julirevolutie word La Marseillaise overal gezongen.

Volgens Vovelle houdt die trend aan tot 1832-1833.66 In de

Tuilerieën zingt men het lied onder het balkon van Louis-

Philippe, die daar omringd door zijn kinderen en familieleden

meedoet en zo laat zien dat 1789 allerminst vergeten is. Pas

later bleek uit memoires vanuit de koninklijke entourage dat de

monarch niet echt had gezongen maar dat hij 'playbackte'.67 Is

dit alleen een nietszeggende anekdote (misschien kon hij

simpelweg niet zingen) of laat dit zien dat de koning een hekel

aan La Marseillaise had? In elk geval hield hij zijn eventuele

afkeer voor het lied voor zich.

Mocht de koning het lied maar niets vinden, dan was hij daar

niet de enige in. Uit krantenartikelen blijkt dat niet iedereen

La Marseillaise zag als een juist volkslied. In september 1830

schrijft Michel Chevalier dat het lied niet geschikt is buiten

oorlogstijd: "Cet hymne de sang, ces imprécations atroces témoignent non du

danger de la patrie, mais de l’impuissance de la poésie libérale ; poésie sans

64 Ibidem.65 Een bescheiden bedrag, maar Louis-Philippe stond niet bekend om zijn vrijgevigheid.66 Vovelle, 'La Marseillaise' 108.67 Ibidem 109.

22

inspiration hors de la guerre, de la lutte ou de la plainte".68 De Parijse massa

was echter nog dol op de muziek, maar de sfeer in de stad - en

om het lied heen - veranderde wel en werd dreigender vanaf

1832. La Marseillaise werd nog steeds in de Tuilerieën gezongen,

maar deze keer niet in een gemoedelijke of patriottische geest,

maar in revolutionaire koorts: het zingen van de oude

revolutionaire hymne onder het raam van de koning voelde aan

als een oorlogsverklaring.69

De onvrede houdt aan (we slaan de onrusten in 1832 over)

en wordt in het jaar voor de volgende revolutie, die van

februari 1848, steeds duidelijker. Ondanks een groei in totale

rijkdom in Parijs tussen 1820 en 1847 was het verschil tussen

arm en rijk steeds groter geworden en verslechterde de

levensomstandigheid van een grote groep arbeiders. Veel

Parijzenaren hadden niet genoeg te eten - zoals hun medeburgers

zelf op straat konden zien. De stad zat vol bedelaars en in

bepaalde jaren zorgde de honger voor sterfgevallen.70 Het

socialisme en het nationalisme kwamen op, tegelijkertijd met

een nostalgie naar de Franse Revolutie van 1789. Volgens Philip

Mansel was de heropleving van die Revolutie (vooral de periode

1792-1794 was populair) een nieuwe nagel aan de doodskist van

de monarchie.71 Dit kwam onder andere door het boek Histoire des

Girondins van Alphonse de Lamartine uit 1847, dat een van de

populairste boeken van de 19e eeuw werd en de periode 1789-1794

ophemelde. In hetzelfde jaar publiceerden Michelet en Jules

68 Toss, La canzone sociale 59.69 Vovelle, 'La Marseillaise' 109.70 Mansel, Paris between empires, 386, 387. 71 Ibidem 395.

23

Blanc boeken over de Revolutie.72

Louis-Philippe en zijn minister François Guizot waren erg

onpopulair, mede door de lange periodes van afwezigheid van

Louis-Philippe. Hij verkoos het buitenleven niet vanwege een

voorliefde voor de jacht, zoals de Bourbons hadden gedaan, maar

uit angst voor Parijs.73 Dit, en economische problemen, een

sociale crisis en de traagheid van het parlementaire systeem

schudden de oppositie wakker, die bijeenkwam in la campagne des

banquets (een serie politieke bijeenkomsten in 1847-8). Het

eerste banquet vond plaats op 9 juli in Parijs. En daar duikt La

Marseillaise weer op: de 1200 deelnemers zongen het lied, samen

met de massa die zich buiten had verzameld.74 Ook buiten de

hoofdstad was men het revolutionaire lied niet vergeten. In

Lille werd het banquet op 9 november 1847 geopend met La

Marseillaise75 en ook in andere Europese landen werd het lied

tijdens de 1848-onrusten gehoord. 76 In datzelfde jaar droeg de

beroemde actrice Rachel Félix het lied voor in het Théâtre

français, gekleed als een Griekse godin.77 Die voorstellingen

van Rachel waren ontzettend populair, ook in het buitenland. Zo

toerde ze in de Lage Landen en Zwitserland, mét La Marseillaise in

haar programma.78

Volgens Michel Vovelle werd La Marseillaise in Frankrijk in de

lente van 1848 opnieuw het lied van het volk, en was ze een

72 Ibidem .73 Ibidem 397-398.74 Garrigues, 'Les images de la Révolution', 100.75 Ibidem 101.76 Vovelle, 'La Marseillaise' 112.77 Vovelle, 'La Marseillaise' 51.78 Rachel M Brownstein, Tragic Muse, Rachel of the Comédie-Française (New York 1993) g.p.

24

onvermijdelijke begeleiding van de opstanden en vieringen door

het land.79 Het werd bijvoorbeeld gespeeld als vrijheidsbomen

werden geplant, ook al zo'n erfenis van de Revolutie van 1789,

die grotendeels vergeten was na 1830 maar in de spanningen rond

1848 weer opbloeide. 80 Daarnaast vond men een aanvullend

couplet van La Marseillaise, dat in de loop van de jaren vergeten

was, en nu precies de illusies en hoop van 1848 leek te

verwoorden:

"Arbre chéri deviens le gage

De notre espoir de nos voeux

Puisses-tu fleurir d'âge en âge"81

Op 22 februari waren de spanningen zo hoog opgelopen dat men op

straat kwam demonstreren: om en rond de Place de la Concorde en

de Champs Elysées, ondanks de stromende regen. Studenten en

arbeiders zongen La Marseillaise en het lied van de Girondijnen,

Mourir pour la patrie, c'est le sort le plus beau, le plus digne d'envie, terwijl ze

de leuzen A bas Guizot! en Vive la réforme! zongen.82 Ook op de

barricaden, snel in elkaar gezet van bomen en karren, zong de

menigte koortsachtig het lied. Volgens Philip Mansel waren het,

net als in 1830 en 1832, vooral gamins (jongens van twaalf tot

zestien, vaak dakloos en bedelend) die bedreven waren in het

zingen van de revolutionaire liederen, terwijl ze

straatlantaarns vernielden, straatstenen uitgroeven en naar de

troepen gooiden en barricaden bouwden.83

79 Vovelle, 'La Marseillaise' 112.80 Ibidem 113.81 Ibidem 113.82 Mansel, Paris between empires 399.83 Ibidem.

25

Het had een week gekost om de Restauratie omver te helpen

en nu duurde het slechts vierentwintig uur om de julimonarchie

neer te halen. Louis-Filevite was vliegensvlug vertrokken naar

Engeland. Hij droeg de troon over aan zijn kleinzoon, maar de

voorlopige regering onder Alphonse de Lamartine riep diezelfde

dag nog de republiek uit.84

Ook buiten Parijs voelde men de revolutie. In de nacht van

25 februari 1848 trok het volk van Lyon naar buiten, nadat ze

het revolutionaire nieuws uit Parijs hadden gehoord. Jean-

Baptiste Monfalcon, eigenaar van de met het regime

sympathiserende krant Courrier de Lyon85, beschreef dat : "cette nuit

affreuse [...] où une foule mançante [...] hulant les refrains sanglants de La

Marseillsie [...] s'empara de l'Hôtel de Ville et de la préfecture pour substituer le

drapeau rouge au drapeau tricolore".86

Tijdens, maar ook de Februarirevolutie was de herinnering

aan La Marseillaise dus weer springlevend. Dat blijkt ook aan de

aandacht die Rouget de Lisle, postuum, kreeg. In Straatsburg

kwam een rue de la Marseillaise en het bekende schilderij Rouget de Lisle

chantant pour la première fois La Marseillaise chez le maire de Strasbourg, Dietrich

van Isidore Pils werd in 1849 tentoongesteld in de Salon des

Beaux-Arts in Paris.87

Net als in 1792-1799 klonk het lied dus op de straat als

begeleiding van mensen die geloofden in de revolutie. Echter,

in 1830 en 1848 was het lied een protestlied geworden en

84 Ibidem 404.85 Jeremy D. Popkin, Press, Revolution, and Social Identities in France, 1830-1835 (University Park, Pennsylvania 2002) 48. 86 Maurice Moissonier, 'Les images de la République dans le monde et le mouvement ouvriers lyonnaisis au XIXe siècle', Le XIXe siècle et la Révolution française (Parijs 1992) 173-190, 183.87 Vovelle, 'La Marseillaise' 113.

26

probeerde de overheid het provocerende gezang te onderdrukken.

Hoewel Louis-Philippe dat niet openlijk kon doen, heeft hij La

Marseillaise nooit op grote schaal politiek ingezet, zoals de

overheden in de Revolutie eind 18e eeuw hadden gedaan. Het lied

bleef dat "lot van toenadering en terugtrekking" houden na

1848. Louis-Napoleon (Napoleon III) was president tijdens de

Tweede Republiek, tot hij in 1852 een staatsgreep pleegde en

opnieuw een Keizerrijk invoerde. Op 2 en 3 december 1849 trok

een groep Parijzenaren naar de boulevards, de troepen van

Napoleon III (toen dus nog president) uitjouwend, terwijl ze La

Marseillaise zong en Vive la Répblique! A bas les prétoriens! Vive la constitution

zongen. Echter, in tegenstelling tot 1830 en 1848 waren de

meeste Parijzenaren gedesillusioneerd door alle politieke

omwentelingen en kon het ze weinig schelen wat er gebeurde.

Toch voelde de Napoleon III zich niet op zijn gemak het lied en

liet hij het verbieden toen hij keizer was. Pas in 1879 verloor

La Marseillaise haar ondergrondse karakter en werd het officieel

het volkslied van Frankrijk.

27

CONCLUSIE

La Marseillaise is nog steeds een actueel thema. Als Frans

volkslied wordt ze bij publieke bijeenkomsten - zoals

oorlogsherdenkingen - gespeeld. Buiten Frankrijk is het lied

een bekend deuntje geworden, hoewel men alleen de eerste twee

strofen kent.

Volgens Michel Vovelle heeft lied een dubbel gezicht: het is

tegelijkertijd een revolutionair lied, met een roep om vrijheid

en de waarden van een nieuwe wereld, als een patriottistisch

oorlogslied van een natie in strijd, met flink wat bloederige

elementen.88 Dit ambigue karakter had zowel voor- als nadelen.

La Marseillaise werd geassocieerd met de Franse Revolutie, wat

leidde tot verbod tijdens autoritaire regimes (het Keizerrijk,

de Restauratie, de Julimonarchie en het Tweede Keizerrijk). Aan

de andere kant was die revolutionaire kracht een voordeel: het

lied kreeg een ondergronds leven, in een collectieve

herinnering die ver weg van vergetelheid stond en juist rijker

werd van de ervaringen.89 Om deze reden dook het lied dan ook

op bij latere onrusten in Frankrijk, met name in de revoluties

van 1830 en 1848. Hoewel de oppositie tegen de regerende koning

bij beide revoluties verdeeld was, stond La Marseillaise bij alle

partijen symbool als het 'tegenlied' en werd het lied door het

volk voluit gezongen op de barricaden.

De rol van het lied binnen de twee revoluties in de 19e

eeuw zijn dus sterk vergelijkbaar, al moet onderscheid worden

gemaakt in de manier waarop La Marseillaise door het vervangende

88 Vovelle, 'La Marseillaise'85.89 Ibidem 102.

28

regime werd gezien. Na 1830 kon Louis-Philippe tijdens zijn

eerste regeringsjaren weinig anders doen dan het lied meezingen

en zijn maker belonen met een pensioen. Zodra hij echter stevig

op de troon zat en het Parijse volk La Marseillaise op een meer

opruiende manier begonnen te zingen nam hij maar al te graag

afstand van het lied en verbood hij het openlijk gezang ervan.

Het geval van 1848 was anders; er kwam in eerste instantie geen

nieuwe alleenheerser. Toen Napoleon III in 1852 een staatsgreep

pleegde, had hij zich niet geïdentificeerd met de Revolutie van

1789 en had hij dus geen last van de herinnering aan La

Marseillaise. Sterker nog, hij distantieerde zichzelf al snel van

het oproerende lied.

Wat een contrast met de Revolutie waar La Marseillaise in was

ontstaan! De revolutionaire overheid zette het lied vanaf 1793

maar al te graag in tijdens de levée en masse, zowel aan het

thuisfront als aan de echte gevechtslinie. Het was een manier

om het volk enthousiast te maken voor de Revolutie en om de

soldaten harder te laten vechten.

Dat is dan ook het voornaamste verschil tussen de

revoluties. Eerst was La Marseillaise een 'pro-lied': een lied voor

het regime, voor de oorlog, voor het land. Na de eeuwwisseling

werd het een 'anti-lied': een lied tegen de koning, tegen het

regime, tegen de slechte minister. Sinds eind 19e eeuw heeft

het lied weer de status uit zijn ontstaansperiode: het is het

lied van de Franse natie. Al is het doel tegenwoordig gelukkig

niet meer om de Fransen aan te zetten om akkers te doordrenken met

onzuiver bloed.90

90 Laatste zin van het refrein van La Marseillaise: "qu’un sang impur abreuve nos sillons".

29

30

BIBLIOGRAFIE

Abbott, John S. C, History of Louis Philippe (New York 2009).

Bénard, Alfred B.I., La Marseillaise et Rouget de Lisle, légende historique,

raconté à ses petits-enfants (Parijs 1907).

Barbier, Auguste, La Curée, lambes (Parijs 1841).

Berger, Stefan, 'Comparative history', Heiko Feldner, Kevin

Passmore (red.), Writing History. Theory and Practice (New York en

Londen 2010) 187-205.

Bertier de Sauvigny, G. A. de, La révolution de 1830 en France (Parijs

1970).

Brécy, Robert, 'La chanson révolutionnaire de 1789 à 1799',

Annales historiques de la Révolution française (244(53) 1981).

Brownstein, Rachel M., Tragic Muse, Rachel of the Comédie-Française (New

York 1993).

Chassin, Ch.-L., L'armée et la révolution, la paix et la guerre, l'enrolement

volontaire, la levée en masse, la conscription (Parijs 1867).

Collingham, H.A.C., The july monarchy, a political history of France 1830-1848

(Londen en New York 1988).

Dalisson, Rémi, Les trois couleurs, Marianne & l'Empereur, fêtes libérales et

politiques symboliques en France 1815-1870 (Parijs 2004).

Garrigues, Jean, 'Les images de la Révolution de 1830 à 1848:

enjeux politiques d'une mémoire', Le XIXe siècle et la Révolution française

(Parijs 1992).

Hemmings, F.W.J., Culture and Society in France 1789-1848 (Leicester

1987).

Hobsbawm, E.J., Echoes of the Marseillaise, two centuries look back on the

French Revolution (New Brunswick 1990).

31

Kennedy, Emmet, A cultural history of the French Revolution (New Haven en

Londen 1989).

Leith, James, 'Music as an Idealogical Weapon during the French

Revolution', Canadian Historical Association Report (1966).

Lyons, Martin, Post-revolutionary Europe, 1815-1856 (New York 2006).

Mansel, Philip, Paris between empires, 1814-1852 (Londen 2001).

Moissonier, Maurice, 'Les images de la République dans le monde

et le mouvement ouvriers lyonnaisis au XIXe siècle', Le XIXe siècle

et la Révolution française (Parijs 1992) 173-190.

Nora, Pierre (red.), Les lieux de mémoire, I. La République (Parijs

1984).

Popkin, Jeremy D., Press, Revolution, and Social Identities in France, 1830-

1835 (University Park, Pennsylvania 2002).

Rogers, Cornwell B., The spirit of revolution in 1789 : a study of public

opinion as revealed in political songs and other popular literature at the beginning

of the French Revolution (Princeton 1949).

Schama, Simon, Citizens of the French Revolution (New York 1989).

Sutherland, D.M.G., France 1789-1815, Revolution and Counterrevolution

(Londen 1985).

Toss, Michele, La canzone sociale in Italia e in Francia tra protesta, nazione e

rivoluzione, 1830-1870 (Bologna 2012).

Schilderij op het titelblad: Rouget de l'Isle chantant « La Marseillaise »,

Isidore Pils (1849), Musée des Beaux-Arts, Straatsburg.

32

33