Gebruikershandleiding Nokia N86 8MP

203
Gebruikershandleiding Nokia N86 8MP Uitgave 1

Transcript of Gebruikershandleiding Nokia N86 8MP

Gebruikershandleiding Nokia N86 8MP

Uitgave 1

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

CONFORMITEITSVERKLARINGHierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-484 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andererelevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op devolgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.

Nokia, Nokia Connecting People, Nseries, N86, N-Gage, het Nokia Original Accessories-logo en Ovi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken vanNokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamenvan de respectieve eigenaars zijn.Reproductie, overdracht, distributie of opslag van de gehele of gedeeltelijke inhoud van dit document in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijketoestemming van Nokia is verboden. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaandekennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.

This product includes software licensed from Symbian Software Ltd ©1998-2009. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.

Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.

Portions of the Nokia Maps software are ©1996-2009 The FreeType Project. All rights reserved.Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die isgecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband metMPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentieverstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaarbij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.

VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEIDAANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKEOORZAAK DAN OOK.Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn gemaakt door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie ofverband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanigdraagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in dezetoepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJIMPLICIET, VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJENVERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL,

VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKENOF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELEGARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDERMEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDTZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover dezegebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia, gelden dezebeperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealervoor details en de beschikbaarheid van taalopties. Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgevingbetreffende export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADADit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De FederalCommunications Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden.Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van devolgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ookwanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnenhet recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen./Uitgave 1 NL

InhoudsopgaveVeiligheid.........................................................8Over dit apparaat..................................................................9Netwerkdiensten................................................................10Gedeeld geheugen..............................................................10ActiveSync............................................................................11Magneten en magnetische velden....................................11

Aan de slag.....................................................12Toetsen en onderdelen (voorzijde en bovenzijde).........12Toetsen en onderdelen (achterkant en zijkanten)..........13Snelschuiftoetsen...............................................................13Standaard............................................................................13SIM-kaart en batterij plaatsen ..........................................14Geheugenkaart...................................................................14Het apparaat in- en uitschakelen......................................15De batterij opladen.............................................................16Headset................................................................................17Polsband bevestigen..........................................................17Antennelocaties..................................................................18

Help zoeken....................................................19Help van het apparaat .......................................................19Ondersteuning....................................................................19Extra toepassingen.............................................................20Apparaatsoftware bijwerken............................................20Instellingen.........................................................................21Toegangscodes...................................................................21Levensduur van de batterij verlengen..............................22Geheugen vrijmaken..........................................................23

Het apparaat...................................................25Installatie van telefoon......................................................25Nokia-overdracht................................................................25Schermsymbolen................................................................27Snelkoppelingen.................................................................28Mobiel zoeken.....................................................................29Volume- en luidsprekerregeling.......................................29Het profiel Offline...............................................................30Snel downloaden................................................................30

Ovi...................................................................32Over Ovi Store......................................................................32Ovi Files................................................................................32

Camera............................................................34Informatie over de camera................................................34De camera activeren...........................................................34Foto's maken.......................................................................34Video-opname.....................................................................41Camera-instellingen...........................................................43

Foto's..............................................................46Informatie over Foto's........................................................46Afbeeldingen en video's weergeven................................46Bestandsgegevens weergeven en bewerken..................47Afbeeldingen en video's organiseren...............................47Actieve werkbalk................................................................48Albums.................................................................................48Labels...................................................................................49Diavoorstelling....................................................................49

Inho

udso

pgav

e

TV out-modus......................................................................50Afbeeldingen bewerken.....................................................51Video's bewerken...............................................................52

Galerij.............................................................53Over de Galerij.....................................................................53Hoofdweergave...................................................................53Geluidsclips..........................................................................53Koppelingen naar streaming-media.................................54Presentaties.........................................................................54

Connectiviteit.................................................55Draadloos LAN ....................................................................55Verbindingsbeheer.............................................................57Bluetooth.............................................................................57Gegevenskabel....................................................................61Pc-verbindingen..................................................................62Synchronisatie.....................................................................62

Browser..........................................................63Over Browser.......................................................................63Op internet surfen..............................................................63Werkbalk in de browser.....................................................64Navigeren over pagina's....................................................64Webfeeds en blogs.............................................................65Widgets................................................................................65Inhoud zoeken....................................................................65Items downloaden en aanschaffen..................................66Bookmarks...........................................................................66De cache wissen..................................................................67De verbinding verbreken...................................................67Beveiliging van de verbinding...........................................67Webinstellingen..................................................................68

Muziek............................................................70FM-radio...............................................................................70Nokia Muziekwinkel...........................................................71Nokia Internetradio............................................................71Nokia Podcasting................................................................74Muziekspeler.......................................................................78FM-zender............................................................................81

Positionering (GPS).........................................83Informatie over GPS............................................................83A-GPS (Assisted GPS)...........................................................83Het apparaat correct vasthouden.....................................84Tips voor het maken van een GPS-verbinding.................84Positieaanvragen................................................................85Plaatsen...............................................................................85GPS-gegevens......................................................................86

Nokia Kaarten.................................................88Over Kaarten........................................................................88Netwerkpositionering........................................................88Kompas................................................................................89Over de kaart schuiven.......................................................89Schermsymbolen................................................................90Locatie zoeken....................................................................90Een route plannen..............................................................91Locaties opslaan en verzenden.........................................91Opgeslagen items weergeven...........................................91Navigeren naar de bestemming.......................................92Navigatiesysteem voor voetgangers................................92Navigatiesysteem...............................................................93Verkeer en veiligheid.........................................................94Instellingen Kaarten...........................................................95Internetinstellingen...........................................................95Navigatie-instellingen........................................................95

Inho

udso

pgav

e

Route-instellingen..............................................................96Kaartinstellingen................................................................96Kaarten bijwerken..............................................................97Nokia Map Loader...............................................................97

Eigen netwerk................................................98Informatie over het eigen netwerk..................................98Belangrijke informatie over beveiliging..........................99Instellingen voor eigen netwerk.......................................99Delen inschakelen en inhoud definiëren.......................100Mediabestanden weergeven en delen...........................101Mediabestanden kopiëren...............................................102Synchronisatie met het thuisnetwerk............................102

Nokia Videocentrum....................................105Videoclips weergeven en downloaden..........................105Videofeeds.........................................................................106Mijn video's.......................................................................107Video's overbrengen van uw pc......................................107Instellingen voor Videocentrum.....................................108

N-Gage..........................................................109Informatie over N-Gage...................................................109N-Gage-weergaven...........................................................109Aan de slag........................................................................110Games spelen en beheren...............................................111Profielgegevens bewerken..............................................112Verbinding maken met andere spelers..........................112N-Gage-instellingen..........................................................114

Berichten......................................................115Berichten, hoofdweergave..............................................115Tekst invoeren..................................................................115Berichten invoeren en verzenden...................................117

Inbox met ontvangen berichten.....................................119Berichtlezer.......................................................................120E-mail.................................................................................120Berichten op een SIM-kaart bekijken..............................124Instellingen voor berichten.............................................124

Oproepen plaatsen.......................................130Spraakoproepen ..............................................................130Opties tijdens een oproep...............................................130Voicemail ..........................................................................131Een oproep beantwoorden of weigeren........................131Een conferentiegesprek voeren......................................132Snel telefoonnummers kiezen .......................................133Oproep in wachtstand......................................................133Spraakoproepen...............................................................133Een video-oproep plaatsen..............................................134Tijdens een video-oproep................................................135Een video-oproep beantwoorden of weigeren.............135Video delen.......................................................................136Logboek.............................................................................139

Internetoproepen........................................141Informatie over internetoproepen.................................141Internetoproepen activeren............................................141Internetoproepen plaatsen ............................................141Geblokkeerde contacten..................................................142Diensten voor internetoproepen beheren.....................142Instellingen voor internetoproepen...............................142

Contacten (telefoongids)..............................143Namen en nummers opslaan en bewerken...................143Namen en nummers beheren.........................................143Standaardnummers en -adressen...................................143

Inho

udso

pgav

e

Beltonen, afbeeldingen en oproeptekst voorcontacten...........................................................................144Contacten kopiëren..........................................................144SIM-diensten.....................................................................144Contactgroepen beheren.................................................145

Het apparaat personaliseren.......................147Het uiterlijk van het apparaat wijzigen.........................147Geluidsthema's.................................................................148Tonen instellen.................................................................1483D-tonen............................................................................149Stand-by modus wijzigen................................................149Het hoofdmenu aanpassen.............................................150

Tijdmanagement..........................................151Klok....................................................................................151Agenda...............................................................................152

Office............................................................154Bestandsbeheer................................................................154Over Quickoffice................................................................155Valuta omrekenen............................................................156Rekenmachine..................................................................156Zipbeheer .........................................................................157Notities .............................................................................157Adobe Reader....................................................................157

Toepassingen...............................................158RealPlayer .........................................................................158Toepassingsbeheer..........................................................159Dictafoon...........................................................................162Spraak................................................................................162Licenties.............................................................................163

Instellingen..................................................165Algemene instellingen.....................................................165Telefooninstellingen........................................................171Verbindingsinstellingen...................................................173Instellingen voor toepassingen......................................179Externe configuratie.........................................................179

Problemen oplossen....................................182

Groene tips...................................................186Energie besparen..............................................................186Recyclen.............................................................................186Papier besparen................................................................186Meer informatie................................................................186

Accessoires...................................................187

Batterij.........................................................188Informatie over de batterij en de lader.........................188Controleren van de echtheid van Nokia-batterijen.......189

Uw apparaat onderhouden..........................191Recycling............................................................................192

Aanvullende veiligheidsinformatie.............193Kleine kinderen.................................................................193Gebruiksomgeving...........................................................193Medische apparatuur.......................................................193Voertuigen.........................................................................194Explosiegevaarlijke omgevingen....................................195Alarmnummer kiezen......................................................195Informatie over certificatie (SAR)...................................196

Index............................................................197

Inho

udso

pgav

e

VeiligheidLees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgenvan de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Leesde volledige gebruikershandleiding voor meerinformatie.

SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HETVEILIG ISSchakel het apparaat niet in als het gebruik vanmobiele telefoons verboden is of als dit storingof gevaar zou kunnen opleveren.VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANGHoudt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdenshet rijden uw handen vrij om uw voertuig tebesturen. De verkeersveiligheid dient uw eersteprioriteit te hebben terwijl u rijdt.STORINGAlle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijnvoor storing. Dit kan de werking van hetapparaat negatief beïnvloeden.SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDENWAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDTHoud u aan alle mogelijke beperkendemaatregelen. Schakel het apparaat uit invliegtuigen en in de nabijheid van medische

apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebiedenwaar explosieven worden gebruikt.GLAZEN ONDERDELENDe voorkant van het apparaat is van glasgemaakt. Dit glas kan breken als het apparaatop een hard oppervlak valt of als er veel krachtop wordt uitgeoefend. Als het glas breekt, moetu de glazen onderdelen van het apparaat nietaanraken of proberen het gebroken glas uit hetapparaat te verwijderen. Gebruik het apparaatniet totdat het glazen onderdeel door bevoegdpersoneel vervangen is.DESKUNDIG ONDERHOUDDit product mag alleen door deskundigenworden geïnstalleerd of gerepareerd.TOEBEHOREN EN BATTERIJENGebruik alleen goedgekeurde toebehoren enbatterijen. Sluit geen incompatibele productenaan.WATERBESTENDIGHEIDHet apparaat is niet waterbestendig. Houd hetapparaat droog.

8

Veili

ghei

d

Opmerking: Het oppervlak van dit apparaat bevatgeen nikkel in de gemetalliseerde delen. Het oppervlakvan dit apparaat bevat roestvrij staal.

Over dit apparaatHet draadloze apparaat dat in deze handleiding wordtbeschreven, is goedgekeurd voor gebruik in de (E)GSM-netwerken 850, 900, 1800 en 1900 en UMTS-netwerken900, 1900 en 2100. Neem contact op met uwserviceprovider voor meer informatie over netwerken.Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaataan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken,privacy en legitieme rechten van anderen, waaronderauteursrechten.Auteursrechten kunnen verhinderen dat bepaaldeafbeeldingen, muziek en andere inhoud wordengekopieerd, gewijzigd of overgedragen.Het apparaat ondersteunt diverse verbindingsmethoden.Net als computers kan uw apparaat worden blootgesteldaan virussen en andere schadelijke inhoud. Weesvoorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken,browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleendiensten en andere software van betrouwbare bronnendie adequate beveiliging en bescherming tegenschadelijke software bieden, zoals toepassingen dieSymbian-ondertekend zijn of de Java Verified™-testhebben doorstaan. Overweeg de installatie van antivirus-

en andere beveiligingssoftware op het apparaat eneventuele aangesloten computers.

Belangrijk: Uw apparaat kan slechts éénantivirustoepassing ondersteunen. Bij meerderetoepassingen met antivirusfunctionaliteit kunnen deprestaties en werking worden beïnvloed of kan hetapparaat ophouden te werken.Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerdebladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Ukunt met het apparaat ook andere sites van derdenbezoeken. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokiaen Nokia onderschrijft deze niet en neemt er geenaansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites wiltbezoeken, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op hetgebied van beveiliging of inhoud.

Waarschuwing: Als u andere functies van ditapparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet hetapparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet inwanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingenof gevaar kan veroorzaken.De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijkefuncties van Microsoft Word, PowerPoint en Excel(Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet allebestandsindelingen kunnen worden bekeken ofgewijzigd.

9

Veili

ghei

d

Vergeet niet een back-up of een gedrukte kopie te makenvan alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijnopgeslagen.Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit,dient u eerst de handleiding van het desbetreffendeapparaat te raadplegen voor uitgebreideveiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibeleproducten aan.De afbeeldingen in deze handleiding verschillen mogelijkvan het scherm van uw apparaat.

NetwerkdienstenOm het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikkenover een abonnement bij een aanbieder van draadlozeverbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op allenetwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor uspecifieke regelingen met uw serviceprovider moettreffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer unetwerkdiensten gebruikt, worden er gegevensovergedragen. Informeer bij uw serviceprovider naar dekosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerken wanneer u in het dekkingsgebied van anderenetwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u vertellenwelke kosten in rekening worden gebracht. Bij sommigenetwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoeu sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken dienetwerkondersteuning nodig hebben, zoalsondersteuning voor specifieke technologieën,

bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) diewerken met TCP/IP-protocollen en taalafhankelijketekens.Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft ombepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren inuw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in hetmenu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uwapparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoalsmenunamen, menuvolgorde en pictogrammen.

Gedeeld geheugenDe volgende functies in dit apparaat maken mogelijkgebruik van gedeeld geheugen: multimediaberichten(MMS), e-mailtoepassing, instant messaging, extern. Doorhet gebruik van een of meer van deze functies is ermogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overigefuncties. Als uw apparaat een bericht weergeeft dat hetgeheugen vol is, verwijdert u een gedeelte van deinformatie die in het gedeelde geheugen is opgeslagen.Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en eengegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaatwarm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Alsu vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt,brengt u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegdeservicepunt.

10

Veili

ghei

d

ActiveSyncGebruik van Mail for Exchange is beperkt tot draadlozesynchronisatie van PIM-informatie tussen het Nokia-apparaat en de geautoriseerde Microsoft Exchange-server.

Magneten en magnetischeveldenHoud het apparaat uit de buurt van magneten enmagneetvelden.

11

Veili

ghei

d

Aan de slagToetsen en onderdelen(voorzijde en bovenzijde)

1 — Lichtsensor2 — Selectietoetsen

3 — Beltoets4 — Menutoets5 — Numerieke toetsen6 — Microfoon7 — Blader- en selectietoets8 — Wistoets C9 — Beëindigingstoets10 — Luistergedeelte11 — Tweede camera

1 — Aan/uit-toets2 — Nokia AV-aansluiting (3,5 mm)3 — Micro USB-aansluiting

12

Aan

de sl

ag

Toetsen en onderdelen(achterkant en zijkanten)

1 — Stereoluidspreker2 — Volume-/zoomtoets3 — Vastlegtoets4 — Stereoluidspreker5 — Flitser en videolicht6 — Lensafsluiting7 — Hoofdcamera8 — Toetsvergrendelingsschakelaar

SnelschuiftoetsenSnelschuiftoetsen fungeren als media-, zoom- ofspeltoetsen, afhankelijk van de toepassing.Snelschuiftoetsen kunnen ook voor meerdere functiestegelijk worden gebruikt. Als u bijvoorbeeld op hetweb bladert met de toepassing Muziekspeler in deachtergrond, kunt u de speler bedienen met de toetsAfspelen/pauze.

1 — Vooruitspoel-/inzoomtoets2 — Afspeel-/pauze- en gametoets3 — Stop- en gametoets4 — Terugspoel-/uitzoomtoets

StandaardU kunt de standaard bijvoorbeeld gebruiken wanneeru videoclips of foto's bekijkt.

13

Aan

de sl

ag

Klap de standaard aande achterzijde uit en zethet apparaat op eenvlakke ondergrond.Wanneer u de standaardopenklapt, wordt detoepassing Foto'sautomatisch geopend.Selecteer Menu >Instrumenten >Instellingen enAlgemeen >Persoonlijk > Staander als u de instellingen van destandaard wilt wijzigen.

SIM-kaart en batterij plaatsenBatterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijduit en ontkoppel de lader voordat u de batterijverwijdert.1. Houd de achterzijde van het

apparaat naar u toe, enverwijder de achtercover doordeze vanaf de onderkant vanhet apparaat op te lichten.

2. Plaats de SIM-kaart in dekaarthouder. Zorg ervoor datde schuine hoek op de kaartnaar rechts is gericht en dathet contactgebied op de kaartnaar beneden is gericht.

3. Plaats de batterij.4. U plaatst het klepje terug door

het klepje naar beneden teduwen totdat het klepjevastklikt.

GeheugenkaartGebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia is goedgekeurd voorgebruik met dit apparaat. Nokia maaktgebruik van goedgekeurde industriële normen voorgeheugenkaarten, maar sommige merken zijnmogelijk niet geheel compatibel met dit apparaat.

14

Aan

de sl

ag

Incompatibele kaarten kunnen de kaart en hetapparaat beschadigen en gegevens op de kaartaantasten.

De geheugenkaart plaatsenHet is mogelijk dat er al een geheugenkaart in hetapparaat is geplaatst. Als dat niet het geval is, gaat uals volgt te werk:1. Houd de achterzijde van het apparaat naar u toe en

til het klepje op.2. Plaats een compatibele geheugenkaart in de sleuf.

Controleer of het contactgebied op de kaart naarbeneden en richting de sleuf is gericht.

3. Schuif de kaart naarbinnen. U hoort eenklik wanneer de kaartvastklikt.

4. Sluit het achterklepje.Controleer of hetklepje goed isgesloten.

De geheugenkaart verwijderen

Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet ophet moment dat er een bewerking wordt uitgevoerdwaarbij de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de

kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnengegevens op de kaart worden aangetast.1. Druk voordat u de kaart verwijdert op de aan/uit-

toets en selecteer Geh.kaart verwijderen. Alletoepassingen worden gesloten.

2. Wanneer Bij verwijderen geheugenkaartworden geopende toepassingen gesloten. Tochverwijderen? wordt weergegeven, selecteert uJa.

3. Wanneer Verwijder geheugenkaart en druk op'OK' wordt weergegeven, verwijdert u de cover vanhet apparaat.

4. Haal de geheugenkaart uit de sleuf door op de kaartte drukken.

5. Trek de geheugenkaart uit de sleuf. Als het apparaatis ingeschakeld, selecteert u OK.

6. Plaats de cover weer op het apparaat. Zorg ervoordat de cover goed wordt gesloten.

Het apparaat in- enuitschakelenHet apparaat inschakelen:1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt.

15

Aan

de sl

ag

2. Als er naar een PIN-code ofblokkeringscode wordt gevraagd,voert u deze in en selecteert uOK. De vooraf ingesteldeblokkeringscode is 12345. Als ude code bent vergeten en hetapparaat is geblokkeerd, kunnener extra servicekosten in rekeningworden gebracht. Neem voormeer informatie contact op met een Nokia Care-locatie of de leverancier van uw apparaat.

Als u het apparaat wilt uitschakelen, drukt u kort op deaan/uit-toets en selecteert u Uitschakelen!.

De batterij opladenDe batterij is gedeeltelijk opgeladen in de fabriek.Mogelijk hoeft u de batterij voor gebruik niet op teladen. Als het apparaat aangeeft dat de batterij nietvolledig is opgeladen, doet u het volgende:

Normaal opladen1. Sluit de lader aan op een

stopcontact.2. Sluit de lader aan op het apparaat.

Het batterij-indicatielampje naastde USB-aansluiting brandtwanneer de batterij wordtopgeladen.

3. Wanneer het apparaat aangeeftdat de batterij volledig isopgeladen, maakt u eerst de laderlos van het apparaat envervolgens haalt u de lader uit hetstopcontact.

U hoeft de batterij niet gedurende een bepaalde tijd opte laden, en u kunt het apparaat gewoon gebruikenterwijl het wordt opgeladen. Als de batterij volledigontladen is, kan het enkele minuten duren voordat debatterij-indicator op het scherm wordt weergegevenen u weer met het apparaat kunt bellen.

Tip: Haal de stekker van de lader uit hetstopcontact wanneer de lader niet wordtgebruikt. Een lader die op het stopcontact isaangesloten, verbruikt stroom, zelfs als de laderniet op het apparaat is aangesloten.

16

Aan

de sl

ag

Opladen via USBU kunt opladen via USB als er geen stopcontactbeschikbaar is. Als u het apparaat oplaadt via USB, kuntu ook gelijktijdig gegevens overbrengen.1. Sluit een compatibel USB-apparaat aan op uw

apparaat met behulp van een compatibele USB-kabel.De efficiëntie van het opladen via een USB-aansluiting kan aanzienlijk verschillen. In sommigegevallen duurt het vrij lang voordat het opladenbegint en het apparaat opnieuw is opgestart.

2. Als het apparaat is ingeschakeld, kunt u een keuzemaken uit de beschikbare USB-opties op het schermvan het apparaat.

Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek eneen gegevensverbinding met hoge snelheid kan hetapparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is ditnormaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naarbehoren werkt, brengt u het dan naar hetdichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.

HeadsetU kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bijuw apparaat gebruiken. Mogelijk moet u dekabelmodus selecteren.Sommige headsets worden geleverd in twee delen,een externe afstandsbediening en een hoofdtelefoon.

Een externe afstandsbediening bevat een microfoonen toetsen om een telefoongesprek te starten of tebeëindigen, het volume aan te passen en muziek ofvideobestanden af te spelen. Als u de hoofdtelefoon incombinatie met een externe afstandsbediening wiltgebruiken, sluit u deze aan op de Nokia AV-aansluitingin het apparaat en sluit u vervolgens de hoofdtelefoonaan op de afstandsbediening.

Waarschuwing: Wanneer ude hoofdtelefoon gebruikt, kan uwvermogen om geluiden van buitenafte horen negatief worden beïnvloed.Gebruik de hoofdtelefoon nietwanneer dit uw veiligheid in gevaarkan brengen.Sluit geen producten aan die eenuitgangssignaal afgeven, aangezienhet apparaat dan beschadigd kanraken. Sluit geen energiebron aan opde netstroomconnector van Nokia.Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op denetstroomconnector van Nokia aansluit die niet doorNokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat,moet u extra letten op het geluidsniveau.

Polsband bevestigen1. Open de cover aan de achterkant.

17

Aan

de sl

ag

2. Bevestig een polsband.3. Sluit de cover.

AntennelocatiesHet apparaat kan interne en externe antennes hebben.Vermijd onnodig contact met het gebied rond deantenne als de antenne aan het zenden of ontvangenis. Contact met antennes kan de kwaliteit van decommunicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdensgebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot eenkortere levensduur van de batterij.

1 — Antennes voor Bluetooth, draadloos LAN (WLAN)en GPS2 — FM-zendantenne3 — Mobiele antenneDe FM-zendantenne bevindt zich in de achterste covervan het apparaat. Als u de achterste cover vervangt,

moet u controleren of de nieuwe cover deze antenneook bevat, anders werkt deze verbinding niet meer.Antennes voor Bluetooth, WLAN en GPS bevinden zichin de achterkant van het apparaat.

18

Aan

de sl

ag

Help zoekenHelp van het apparaat Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen ophet apparaat.Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu,selecteert u Menu > Toepassngn > Help en detoepassing waarbij u hulp nodig hebt.Als u vanuit een geopende toepassing de help voor dehuidige weergave wilt openen, selecteert u Opties >Help.Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekstwilt wijzigen, selecteert u Opties > Lettergrootteverkleinen of Lettergrootte vergroten.Aan het einde van de helptekst vindt u koppelingennaar verwante onderwerpen. Als u een onderstreeptwoord selecteert, wordt een korte uitlegweergegeven. In de help worden de volgendesymbolen gebruikt: toont een koppeling naar eenverwant helponderwerp. toont een koppeling naarde toepassing die wordt besproken.Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaannaar de toepassing die op de achtergrond is geopenddoor de menutoets ingedrukt te houden en een itemte selecteren in de lijst geopende toepassingen.

OndersteuningAls u meer wilt weten over hoe u uw product kuntgebruiken of u weet niet zeker hoe het apparaatbehoort te werken, gaat u naar deondersteuningspagina's op www.nokia.com/supportof de lokale Nokia-website www.nokia.mobi/support(voor mobiele apparaten), de Help-toepassing in hetapparaat zelf of de gebruikershandleiding.Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, doet uhet volgende:● Start het apparaat opnieuw op: schakel het

apparaat uit en verwijder de batterij. Plaats debatterij na een ongeveer een minuut weer in hetapparaat en schakel het apparaat in.

● Herstel de oorspronkelijke fabrieksinstellingenzoals in de gebruikershandleiding wordt uitgelegd.Documenten en bestanden worden tijdens hetopnieuw instellen van de oorspronkelijke waardenniet verwijderd.

Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt ucontact op met Nokia om het apparaat te latenrepareren. Ga naar www.nokia.com/repair. Maak eersteen back-up van de gegevens in uw apparaat voordatu het voor reparatie verstuurt.

19

Help

zoek

en

Extra toepassingenEr zijn verschillende toepassingen beschikbaar vanNokia en andere leveranciers van software die u helpenmeer met uw apparaat te doen. Deze toepassingenworden behandeld in de handleidingen diebeschikbaar zijn op de pagina's voorproductondersteuning op www.nokia.com/support ofop uw lokale Nokia-website.

Apparaatsoftware bijwerkenSoftware-updates via de pcSoftware-updates kunnen nieuwe en verbeterdefuncties bevatten die niet beschikbaar waren toen uuw apparaat aanschafte. De prestaties van hetapparaat kunnen ook verbeteren door het bijwerkenvan de software.Nokia Software Updater is een pc-toepassing waarmeeu de software van uw apparaat kunt bijwerken. Als udat wilt doen, hebt u een compatibele pc nodig, eenbreedbandverbinding met internet en eencompatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat opde pc aan te sluiten.Voor meer informatie, release notes voor de laatstesoftwareversies en voor het downloaden van detoepassing Nokia Software Updater, gaat u naar

www.nokia.com/softwareupdate of uw plaatselijkeNokia-website.Als u de apparaatsoftware wilt bijwerken, gaat u alsvolgt te werk:1. Download en installeer de toepassing Nokia

Software Updater op uw pc.2. Sluit uw apparaat aan op de pc met behulp van een

USB-gegevenskabel en open de toepassing NokiaSoftware Updater. De toepassing Nokia SoftwareUpdater helpt u bij het maken van een back-up vanuw bestanden, het bijwerken van de software enhet terugzetten van uw bestanden.

Draadloos bijwerken van software

Selecteer Menu > Toepassngn > SW update.Met Software-update (netwerkdienst) kunt u debeschikbare updates voor toepassingen controleren,downloaden en op het apparaat installeren.Bij het downloaden van software-updates wordenmogelijk grote hoeveelheden gegevens overgedragen(netwerkdienst).Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoendecapaciteit heeft of dat de lader is aangesloten voordatu begint met bijwerken.

20

Help

zoek

en

Waarschuwing: Tijdens het installeren van eensoftware-update kunt u het apparaat niet gebruiken,zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat deinstallatie voltooid is en het apparaat opnieuw isingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt vande gegevens voordat u de installatie van een updateaanvaardt.Nadat u de apparaatsoftware of toepassingen hebtbijgewerkt met Software-update, zijn de instructiesvoor de bijgewerkte toepassingen in degebruikershandleiding of de Help mogelijk niet meerup-to-date.Selecteer Opties en een van de volgende opties:● Update starten — Hiermee downloadt u de

beschikbare updates. Als u bepaalde updates nietwilt downloaden, selecteert u de desbetreffendeupdates in de lijst en verwijdert u de bijbehorendemarkering.

● Update via PC — Hiermee werkt u het apparaat bijmet behulp van een pc. Deze optie vervangt de optieUpdate starten wanneer updates alleen beschikbaarzijn met behulp van de pc-toepassing NokiaSoftware Updater.

● Details bekijken — Hiermee geeft u informatieover een update weer.

● Upd.geschied. bekijken — Hiermee bekijkt u destatus van vorige updates.

● Instellingen — Hiermee wijzigt u de instellingen,zoals het standaardtoegangspunt dat moet wordengebruikt voor het downloaden van updates.

● Vrijwaring — Hiermee bekijkt u delicentieovereenkomst van Nokia.

InstellingenBij uw apparaat zijn de instellingen voor MMS, GPRS,streaming en mobiel internet gewoonlijk automatischvooraf geconfigureerd op basis van de informatie vanuw netwerkprovider. Misschien zijn de instellingen vanuw dienstproviders al in uw apparaat ingesteld ofontvangt of vraagt u de instellingen van denetwerkproviders als een speciaal bericht.U kunt de algemene instellingen in uw apparaat, zoalsde instellingen voor de taal, de stand-bymodus, hetscherm en de toetsenblokvergrendeling, wijzigen.

ToegangscodesNeem contact op met uw serviceprovider als u een vande toegangscodes bent vergeten.● PIN-code (Personal Identification Number) — Deze

code beschermt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofdgebruik. De PIN-code (4 tot 8 cijfers) wordtgewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd. Als u de PIN-code driemaal achter elkaar foutief invoert, wordt 21

Help

zoek

en

de code geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig omdeze blokkering op te heffen.

● UPIN-code — Deze code wordt mogelijk geleverd bijde USIM-kaart. De USIM-kaart is een uitgebreideversie van de SIM-kaart die wordt ondersteund doormobiele UMTS-telefoons.

● PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers) wordtbij sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft utoegang tot bepaalde functies op het apparaat.

● Blokkeringscode (ook wel beveiligingscodegenoemd) — De blokkeringscode helpt u om uwapparaat tegen ongeautoriseerd gebruik tebeveiligen. De code is bij aanschaf ingesteld op12345. U kunt de code maken en wijzigen en hetapparaat zo instellen dat om de code wordtgevraagd. Houd de nieuwe code geheim en bewaardeze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Alsu de code vergeet en het apparaat is vergrendeld,heeft het apparaat onderhoud nodig. Hiervoorkunnen extra kosten in rekening worden gebracht.Neem contact op met een Nokia Care-centrum of deleverancier van het apparaat.

● PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist omrespectievelijk een geblokkeerde PIN- of PIN2-codete wijzigen. Neem contact op met de operator vanuw SIM-kaart als de codes niet bij de SIM-kaart zijngeleverd.

● UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist voorhet wijzigen van een geblokkeerde UPIN-code.

Neem contact op met de operator van uw USIM-kaart als deze code niet bij de USIM-kaart is geleverd.

Levensduur van de batterijverlengenVeel functies van het apparaat vergen extrabatterijcapaciteit en verkorten de levensduur van debatterij. Houd rekening met het volgende als u debatterij wilt sparen:● Als functies Bluetooth-technologie gebruiken of als

dergelijke functies op de achtergrond wordenuitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergtdit extra batterijcapaciteit. Schakel Bluetooth-technologie uit wanneer u deze niet nodig hebt.

● Als functies WLAN gebruiken of als dergelijkefuncties op de achtergrond worden uitgevoerdterwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extrabatterijcapaciteit. WLAN op het Nokia-apparaatwordt uitgeschakeld wanneer u niet probeert omverbinding te maken, geen verbinding hebt met eentoegangspunt of niet aan het zoeken bent naarbeschikbare netwerken. Als u de batterij wilt sparen,kunt u aangeven dat er niet of minder vaak moetworden gezocht naar beschikbare netwerken op deachtergrond.

● Als u Packet-ggvnsverbinding hebt ingesteld opAutomat. bij signaal in de verbindingsinstellingen22

Help

zoek

en

en er geen dekking voor een gegevensverbinding(GPRS) is, probeert het apparaat van tijd tot tijd eengegevensverbinding tot stand te brengen. SelecteerPacket-ggvnsverbinding > Wanneer nodig omde bedrijfsduur van het apparaat te verlengen.

● Met de toepassing Kaarten worden nieuwekaartgegevens gedownload als u naar nieuwegedeelten van de kaart bladert. Dit vergt extrabatterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwekaarten automatisch worden gedownload.

● Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk ergvarieert in uw gebied, moet het apparaatherhaaldelijk zoeken naar het beschikbare netwerk.Dit vergt extra batterijcapaciteit.Als de netwerkmodus is ingesteld op Dual mode inde netwerkinstellingen, zoekt het apparaat naar hetUMTS-netwerk. U kunt het apparaat zo instellen datalleen het GSM-netwerk wordt gebruikt. SelecteerMenu > Instrumenten > Instellingen envervolgens Telefoon > Netwerk >Netwerkmodus > GSM als u alleen het GSM-netwerk wilt gebruiken.

● De achtergrondverlichting van het scherm vergtextra batterijcapaciteit. Bij de weergave-instellingen kunt u de lengte wijzigen van de time-outperiode waarna de achtergrondverlichtingwordt uitgeschakeld, en de lichtsensor aanpassenwaarmee de hoeveelheid licht wordt gecontroleerden de helderheid van het scherm wordt aangepast.

Selecteer Menu > Instrumenten > Instellingenen Algemeen > Persoonlijk > Weergave enTime-out verlichting of Helderheid.

● Als toepassingen op de achtergrond wordenuitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit. Als ude toepassingen die u niet gebruikt wilt sluiten,houdt u de menutoets ingedrukt, gaat u naar detoepassing en drukt u op C.

● Als u de batterij wilt sparen, schakelt u de modusvoor energiebesparing in. Druk op de aan/uit-toetsen selecteer Energiespaarst. inschkln. Om demodus voor energiebesparing uit te schakelen,drukt u op de aan/uit-toets en selecteert uEnergiespaarst. uitschkln. Mogelijk kunt u deinstellingen van bepaalde toepassingen nietwijzigen als de modus voor energiebesparing isingeschakeld.

Geheugen vrijmakenSelecteer Menu > Toepassngn > Kantoor >Best.beheer als u wilt zien hoeveel geheugenbeschikbaar is voor verschillende gegevenstypen.Veel functies van het apparaat gebruiken geheugenom gegevens op te slaan. U krijgt een melding als hetbeschikbare geheugen bijna vol is.

23

Help

zoek

en

Breng gegevens over naar een compatibelegeheugenkaart (indien beschikbaar) of naar eencompatibele computer om geheugen vrij te maken.Gebruik Bestandsbeheer of ga naar de desbetreffendetoepassing om gegevens te verwijderen die u nietlanger nodig hebt. U kunt de volgende elementenverwijderen:● E-mails in de mappen in Berichten en e-mails die uit

de mailbox zijn opgehaald● Opgeslagen webpagina's● Contactgegevens● Agendanotities● Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet

nodig hebt● Installatiebestanden (met de bestandsextensi .SIS

of .SISX) van toepassingen die u hebt geïnstalleerd.Breng de installatiebestanden over naar eencompatibele computer.

● Afbeeldingen en videoclips in Foto's.

24

Help

zoek

en

Het apparaatInstallatie van telefoonAls u het apparaat voor de eerste keer inschakelt,wordt de toepassing Install. v tel. gestart.Als u de toepassing Install. v tel. later wilt starten,selecteert u Menu > Instrumenten > Install. vantel..Als u de verbindingen van het apparaat wilt instellen,selecteert u Instelwizard.Selecteer Telef.overdracht als u gegevens van eencompatibel Nokia-apparaat wilt overdragen naar uwapparaat.De beschikbare opties kunnen verschillen.

Nokia-overdrachtInhoud overbrengenMet de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoalstelefoonnummers, adressen, agenda-items enafbeeldingen van uw vorige Nokia-apparaat kopiërennaar uw apparaat.Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt afvan het model van het apparaat waaruit u de inhoud

wilt overbrengen. Als het apparaat synchronisatieondersteunt, kunt u de gegevens tussen de apparatenook synchroniseren. Er wordt een berichtweergegeven als het andere apparaat niet compatibelis.Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kanworden ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart plaatsen.Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart, wordt automatisch het profiel Offlinegeactiveerd en is gegevensoverdracht mogelijk.De eerste keer inhoud overbrengen1. Wanneer u voor het eerst gegevens van het andere

apparaat wilt ophalen naar uw apparaat, selecteertu Telef.overdracht in de toepassing Welkom, ofselecteert u Menu > Instrumenten >Overdracht.

2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt gebruikenom de gegevens over te brengen. Beide apparatenmoeten het geselecteerde verbindingstypeondersteunen.

3. Als u Bluetooth-verbindingen als verbindingstypehebt gekozen, verbindt u beide apparaten.Selecteer Doorgaan als u met uw apparaat wiltzoeken naar andere apparaten met Bluetooth. 25

Het a

ppar

aat

Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wiltoverbrengen. U wordt gevraagd een code in tevoeren op uw apparaat. Voer een code in (1-16cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook inop het andere apparaat en selecteer OK. Deapparaten zijn nu gekoppeld.Sommige oudere Nokia-apparaten hebben noggeen toepassing Overdracht. In dat geval wordt detoepassing Overdracht als bericht naar het andereapparaat verzonden. Open het bericht om detoepassing Overdracht te installeren op het andereapparaat en volg de instructies op het scherm.

4. Selecteer op uw apparaat de inhoud die u vanaf hetandere apparaat wilt overbrengen.Wanneer de overdracht is gestart, kunt u dezeannuleren en later verder gaan.

De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugenvan het andere apparaat naar de overeenkomstigelocatie op uw apparaat. De tijd die nodig is voor deoverdracht, is afhankelijk van de hoeveelheidgegevens.

Inhoud synchroniseren, ophalen ofverzendenSelecteer Menu > Instrumenten > Overdracht.Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van devolgende opties om een nieuwe overdracht te starten,afhankelijk van het model:

om de inhoud tussen uw apparaat en het andereapparaat te synchroniseren, als het andere apparaatsynchronisatie ondersteunt. De synchronisatieverloopt in twee richtingen. Als een item op het eneapparaat is verwijderd, wordt het ook op het andereverwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzettenvia een synchronisatie.

om inhoud van het andere apparaat naar uwapparaat te halen. Bij het ophalen wordt inhoud vanhet andere apparaat naar uw apparaat gedownload.Mogelijk wordt aan u gevraagd of u de oorspronkelijkeinhoud op het andere apparaat wilt behouden ofverwijderen, afhankelijk van het model van hetapparaat.

om inhoud van uw apparaat naar het andereapparaat te verzendenAls een item niet kan worden verzonden, afhankelijkvan het type van het andere apparaat, kunt u het itemtoevoegen aan de Nokia-map onder C:\Nokia of E:\Nokia in uw apparaat. Wanneer u de map selecteertwaarnaar de items moeten worden overgebracht,worden de items in de bijbehorende map in het andereapparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.Een overdracht herhalen met een snelkoppelingNa een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppelingmet de instellingen voor de overdracht in dehoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht laterte herhalen.26

Het a

ppar

aat

Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert uOpties > Snelkoppellingsinstllngn. U kuntbijvoorbeeld de snelkoppeling een naam geven of dezenaam wijzigen.Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestandweergegeven. U kunt het logbestand van de laatsteoverdracht bekijken door een snelkoppeling in dehoofdweergave te selecteren en Opties > Logbekijken te kiezen.Omgaan met overdrachtsconflictenWanneer een item dat moet worden overgebracht opbeide apparaten is bewerkt, probeert het apparaat dewijzigingen automatisch samen te voegen. Als dit nietmogelijk is, ontstaat er een overdrachtconflict.Selecteer 1 voor 1 controleren, Prioriteit dezetelefoon of Priorit. andere telefoon om het conflictop te lossen.

Schermsymbolen Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk

(netwerkdienst). Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk

(netwerkdienst). Er staan een of meer ongelezen berichten in de

map Inbox in Berichten.

U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externemailbox.

De map Outbox bevat berichten die nog niet zijnverzonden.

U hebt oproepen gemist. Het beltoontype is Stil en de signaaltonen voor

berichten en voor e-mail zijn uitgeschakeld. Een geprogrammeerd profiel is actief.

De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld. Er is een alarmsignaal actief.

De tweede telefoonlijn wordt gebruikt(netwerkdienst).

Alle oproepen naar het apparaat wordenomgeleid naar een ander nummer (netwerkdienst). Alsu twee telefoonlijnen hebt, geeft een nummer deactieve lijn aan.

Uw apparaat is aangesloten op een netwerk viaWLAN of UMTS (netwerkdienst) en is gereed voor eeninternetoproep.

Er is een compatibele hoofdtelefoon aangeslotenop het apparaat.

De FM-zender is actief, maar zendt momenteel nietuit. De FM-zender is actief en zendt momenteel uit.

Er is een compatibele TV Out-kabel aangesloten ophet apparaat. 27

Het a

ppar

aat

Er is een compatibele teksttelefoon aangeslotenop het apparaat.

Er is een gegevensoproep actief (netwerkdienst). Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief

(netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in dewachtstand staat en dat een verbinding beschikbaaris.

Er is een packet-gegevensverbinding actief in eengedeelte van het netwerk dat EGPRS ondersteunt(netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in dewachtstand staat en dat een verbinding beschikbaaris. De symbolen geven aan dat EGPRS beschikbaar is inhet netwerk, maar mogelijk maakt het apparaat geengebruik van een EGPRS-verbinding voor degegevensoverdracht.

Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief(netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in dewachtstand staat en dat een verbinding beschikbaaris.

HSDPA (High-Speed Downlink Packet Access) wordtondersteund en is actief (netwerkdienst). geeft aandat de verbinding in de wachtstand staat en dat eenverbinding beschikbaar is.

U hebt de scanfunctie voor WLAN's ingeschakeld ener is een WLAN beschikbaar (netwerkdienst).

Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerkdat gebruikmaakt van codering.

Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerkdat geen gebruikmaakt van codering.

Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld. Er worden gegevens verzonden met behulp van

Bluetooth-connectiviteit. Als het symbool knippert,probeert het apparaat verbinding te maken met eenander apparaat.

Er is een USB-verbinding actief. Synchronisatie wordt uitgevoerd.

GPS is actief.

SnelkoppelingenWanneer u zich in een menu bevindt, kunt u in plaatsvan de bladertoets ook de nummertoetsen, # en *gebruiken om de toepassingen snel te openen. Druk inhet hoofdmenu bijvoorbeeld op 2 om Berichten teopenen of op # om de toepassing of map in debijbehorende locatie in het menu te openen.Als u naar een andere geopende toepassing wiltschakelen, houdt u de menutoets ingedrukt. Alstoepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd,vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt degebruiksduur van de batterij af.Als u een webverbinding wilt openen (netwerkdienst)in de stand-by modus, houdt u 0 ingedrukt.28

Het a

ppar

aat

In veel toepassingen kunt u ook op de bladertoetsdrukken om de meest gebruikte opties ( ) te bekijkenDruk op de aan/uit-toets om een profiel te wijzigen enselecteer een profiel.Als u in de stand-by modus wilt schakelen tussen deprofielen Algemeen en Stil, houdt u # ingedrukt. Als utwee telefoonlijnen hebt (netwerkdienst), schakelt umet deze actie tussen de twee lijnen.Als u uw voicemailbox wilt bellen (netwerkdienst) inde stand-by modus, houdt u 1 ingedrukt.Als u een lijst met laatst gekozen nummers wilt openenin de stand-by modus, drukt u op de beltoets.Als u spraakberichten in de stand-by modus wiltgebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.Als u een toepassing uit het menu wilt verwijderen,selecteert u de toepassing en drukt u op C. Sommigetoepassingen worden mogelijk niet verwijderd.

Mobiel zoekenSelecteer Menu > Zoekopdracht.U hebt ook direct vanuit de stand-by modus toegangtot Mobiel zoeken als dat in de instellingen isgeactiveerd.Gebruik Mobiel zoeken om toegang te krijgen totzoekmachines op internet en om te zoeken naar lokalediensten, websites, afbeeldingen en mobiele inhoud

en hiermee verbinding te maken. U kunt ook gegevensin het apparaat zoeken, zoals agenda-items, e-mail enandere berichten.Zoeken op het web (netwerkdienst)1. Selecteer in de hoofdweergave van Zoeken de optie

Zoeken op internet.2. Selecteer een zoekmachine.3. Voer de tekst in waarop u wilt zoeken.4. Druk op de bladertoets om het zoeken te starten.Zoeken naar mijn inhoudVoer in het zoekveld van de hoofdweergave de tekst inom te zoeken naar inhoud op het apparaat. Dezoekresultaten worden weergegeven op het schermterwijl u typt.

Volume- enluidsprekerregelingGebruik de volumetoets om het volumeniveau tijdenseen actieve oproep of bij het beluisteren van eengeluidsclip bij te stellen.Dankzij de interneluidspreker kunt u vanafkorte afstand spreken enluisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor hoeftte houden. 29

Het a

ppar

aat

Selecteer Luidspreker als u de luidspreker tijdens eengesprek wilt gebruiken.Selecteer Telefoon als u de luidspreker wiltuitschakelen.

Het profiel OfflineDruk kort op de aan/uit-toets en selecteer Offline alsu het profiel Offline wilt activeren.Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruikenzonder dat u verbinding hebt met het draadlozemobiele netwerk. Wanneer u het profiel Offlineactiveert, wordt de verbinding met het mobielenetwerk verbroken, zoals wordt aangegeven met inhet gebied voor de signaalsterkte. Alle draadlozeradiosignalen tussen het mobiele netwerk en hetapparaat worden geblokkeerd. Berichten die u wiltverzenden via het mobiele netwerk worden in de mapOutbox geplaatst, zodat u deze later kunt verzenden.Wanneer het profiel Offline actief is, kunt u hetapparaat gebruiken zonder een SIM-kaart.Als de SIM-kaart niet goed is geplaatst, start hetapparaat in het profiel Offline.

Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geenoproepen doen of ontvangen en kunnen ook anderefuncties waarvoor netwerkdekking vereist is, nietworden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het

alarmnummer kiezen dat in het apparaat isgeprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst detelefoonfunctie activeren door een ander profiel tekiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u debeveiligingscode invoeren.Wanneer u het profiel Offline hebt geactiveerd, kunt unog steeds het WLAN gebruiken, bijvoorbeeld om uwe-mail te lezen of over internet te surfen. U kunt ookBluetooth-connectiviteit gebruiken zolang het profielOffline actief is. Zorg dat u voldoet aan deveiligheidseisen wanneer u een WLAN- of Bluetooth-verbinding tot stand brengt en gebruikt.Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u kort op deaan/uit-toets en selecteert u een ander profiel. Via hetapparaat wordt de draadloze overdracht opnieuwingeschakeld (mits het signaal sterk genoeg is).

Snel downloadenHigh-speed downlink packet access (HSDPA, ook wel3.5G genoemd, aangegeven met ) is eennetwerkdienst in UMTS-netwerken en biedt een hogesnelheid voor gegevensdownloads. Wanneer HSDPA-ondersteuning in het apparaat is ingeschakeld en hetapparaat is verbonden met een UMTS-netwerk datHSDPA ondersteunt, kunt u veel sneller gegevensdownloaden via het mobiele netwerk, zoals berichten,e-mail en webpagina's. Een actieve HSDPA-verbindingwordt aangegeven met .30

Het a

ppar

aat

U kunt ondersteuning voor HSDPA in packet-gegevensinstellingen in- of uitschakelen.Neem contact op met uw serviceprovider voor meerinformatie over de beschikbaarheid van enabonnementen op services voor gegevensverbinding.HSDPA is alleen van invloed op de downloadsnelheiden niet op de verzending van gegevens naar hetnetwerk, zoals de verzending van berichten en e-mail.

31

Het a

ppar

aat

OviGa naar www.ovi.com voor meer informatie over deOvi-diensten.

Over Ovi StoreIn Ovi Store kunt u mobiele spelletjes, toepassingen,video's, foto's en beltonen naar uw apparaatdownloaden. Sommige items zijn gratis, voor anderemoet worden betaald via uw creditcard oftelefoonrekening. Ovi Store biedt u materiaal datcompatibel met uw mobiele apparaat is en relevantvoor uw smaak en locatie. U kunt aanbevelingen delenmet uw vrienden, u kunt zien wat zij downloaden enu kunt hun de items tonen waarin u geïnteresseerdbent.Het materiaal in Ovi Store is in de volgende categorieënondergebracht:● Aanbevolen● Spelletjes● Persoonlijk● Toepassingen● Audio & video

Ovi FilesMet Ovi Files kunt u uw Nokia N86 8MP gebruiken omtoegang te krijgen tot materiaal op uw computer, alsdeze is ingeschakeld en met internet is verbonden. Udient de Ovi Files-toepassing op elke computer teinstalleren waartoe u via Ovi Files toegang wilthebben.U kunt Ovi Files gedurende een beperkteevaluatieperiode uitproberen.Met Ovi Files kunt u het volgende:● Afbeeldingen doorbladeren, zoeken en bekijken. U

hoeft de afbeeldingen niet naar de website teuploaden, maar het mobiele apparaat kanrechtstreeks toegang krijgen tot de inhoud van decomputer.

● Door uw bestanden en documenten bladeren endeze zoeken en bekijken.

● Muziek van uw computer naar uw apparaatoverbrengen.

● Bestanden en mappen van de computer verzenden,zonder ze eerst van en naar het apparaat teverplaatsen.32

Ovi

● Toegang tot bestanden op uw computer verkrijgen,ook wanneer de computer is uitgeschakeld. Kieswelke mappen en bestanden beschikbaar moetenzijn en Ovi Files bewaart automatisch een actuelekopie in een beveiligde onlineopslagplaats zodat uer altijd toegang toe hebt, zelfs als uw computer isuitgeschakeld.

Zie files.ovi.com/support voor ondersteuning.

33

Ovi

CameraInformatie over de cameraDe Nokia N86 8MP heeft twee camera's. Dehoofdcamera, met een hoge resolutie, bevindt zich aande achterzijde van het apparaat. De tweede camera,met een lagere resolutie, bevindt zich aan de voorzijde.U kunt met beide camera's foto's maken en video'sopnemen.Uw apparaat ondersteunt het maken van foto's meteen resolutie van 3264x2448 pixels (8 megapixels). Debeeldresolutie kan in deze documentatie anders zijnweergegeven.De foto's en videoclips worden opgeslagen in Foto's.De foto's hebben de JPEG-indeling. Videoclips wordenopgenomen in de bestandsindeling MPEG-4 met deextensie .mp4 of in de bestandsindeling 3GPP met deextensie .3gp (kwaliteit voor delen). Zie 'Video-instellingen', p. 44.Als u geheugen voor nieuwe afbeeldingen envideoclips wilt vrijmaken, kunt u met bijvoorbeeld eencompatibele USB-gegevenskabel bestanden naar eencompatibele pc kopiëren en de bestanden van hetapparaat verwijderen. Het apparaat informeert uwanneer het geheugen vol is. U kunt dan geheugen

vrijmaken in de huidige opslagplaats of een andergeheugen gebruiken.U kunt foto's en videoclips verzenden in eenmultimediabericht, als e-mailbijlage of via andereverbindingsmethoden, zoals een Bluetooth-verbinding of een draadloze LAN-verbinding (WLAN). Ukunt deze ook uploaden naar een compatibel onlinealbum.

De camera activerenOpen de lensdop als u de hoofdcamera wilt activeren.Als u de hoofdcamera wilt activeren wanneer delensdop al open is en de camera op de achtergrondactief is, drukt u op de opnametoets en houdt u dezeingedrukt.Sluit de lensdop als u de hoofdcamera wilt sluiten.

Foto's makenSymbolen van de fotocameraIn de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:

34

Cam

era

1 — Symbool voor opnamemodus2 — Actieve werkbalk (wordt niet weergegeven tijdenshet nemen van een foto)3 — Symbool voor batterijniveau4 — Symbool voor afbeeldingsresolutie5 — Afbeeldingsteller (het geschatte aantal foto's datu kunt maken met de ingestelde afbeeldingskwaliteiten het gebruikte geheugen)6 — De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ),massageheugen en de geheugenkaart ( ) gevenaan waar foto's worden opgeslagen.7 — Symbool voor GPS-signaal

Actieve werkbalkDe actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naarverschillende items en instellingen voordat en nadat ueen foto maakt of een video opneemt. Als u een itemop de werkbalk wilt selecteren, bladert u naar het item

en drukt u op de bladertoets. U kunt tevens instellenwanneer de actieve werkbalk wordt weergegeven.Als u de camera sluit, worden in de actieve werkbalkde standaardinstellingen hersteld.Selecteer Opties > Werkbalk weergeven als u deactieve werkbalk wilt weergeven voordat en nadat ueen foto hebt gemaakt of een video hebt opgenomen.Selecteer Opties > Werkbalk verbergen als u deactieve werkbalk alleen wilt weergeven wanneer udeze nodig hebt. Druk op de bladertoets als u deactieve werkbalk wilt weergeven wanneer dezeverborgen is. De werkbalk is dan 5 seconden langzichtbaar.Standaard zijn niet alle snelkoppelingen beschikbaar.Als u snelkoppelingen aan de werkbalk wilt toevoegenof hieruit wilt verwijderen, selecteert u Opties >Werkbalk aanpassenOp de actieve werkbalk kunt u de volgende optiesselecteren:

Overschakelen naar de videomodus. Overschakelen naar de fotomodus. De scène selecteren. Het videolicht uitschakelen (alleen videomodus). Het videolicht inschakelen (alleen videomodus). De flitsermodus selecteren (alleen fotomodus). De zelftimer activeren (alleen foto's). 35

Cam

era

De reeksmodus activeren (alleen foto's). Een kleureffect selecteren. De witbalans aanpassen. De belichtingscompensatie instellen (alleen foto's). De scherpte aanpassen (alleen foto's). Het contrast aanpassen (alleen foto's). De lichtgevoeligheid aanpassen (alleen foto's).

De panoramamodus activeren.De pictogrammen geven de huidige instelling aan.Het opslaan van een gemaakte foto kan langer durenals u de instellingen voor zoomen, belichting of kleurhebt gewijzigd.

Foto's makenHoud bij het maken van een foto rekening met hetvolgende:● Gebruik beide handen om de camera stil te houden.● De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager

dan die van een niet-gezoomde foto.● Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de

batterijspaarstand geactiveerd. Druk op deopnametoets als u wilt doorgaan met het makenvan foto's.

Ga als volgt te werk om een afbeelding vast te leggen:

1. Als de camera zich in de videomodus bevindt,selecteert u de fotomodus in de actieve werkbalk.

2. Druk de opnametoets half in om de focus op eenvoorwerp vast te zetten (alleen hoofdcamera, nietbeschikbaar in landschap- en sportscènes). U zieteen groen symbool voor de vergrendelde focus ophet scherm. Als de focus niet is vergrendeld, brandteen rood focussymbool. Laat de opnametoets los endruk deze nogmaals half in. U kunt ook foto's makenzonder eerst scherp te stellen.

3. Als u een foto wilt maken,drukt u op de opnametoets.Houd het apparaat stil totdatde foto is opgeslagen en dedefinitieve foto op het schermwordt weergegeven.

Gebruik de zoomtoets van hetapparaat om in of uit te zoomenwanneer u een foto maakt.Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u decamera aan de voorkant wilt activeren. Als u een fotowilt maken, drukt u op de bladertoets. Druk debladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- ofuitzoomen.Druk op de menutoets als u de camera op deachtergrond geopend wilt houden en anderetoepassingen wilt gebruiken. Houd de opnametoetsingedrukt als u wilt terugkeren naar de camera.36

Cam

era

LocatiegegevensU kunt automatisch informatie over de locatie waar defoto is gemaakt, toevoegen aan de bestandsgegevensvan het vastgelegde materiaal. In de toepassing Foto'skunt u dan bijvoorbeeld zien op welke locatie de fotois gemaakt.Selecteer Menu > Toepassngn > Camera.Selecteer Opties > Instellingen > Locatievastleggen > Aan om locatiegegevens toe te voegenaan al het vastgelegde materiaal. De locatiegegevenszijn alleen beschikbaar voor foto's die met dehoofdcamera worden gemaakt.Het kan enkele minuten duren voordat de coördinatenvan uw locatie bekend zijn. De beschikbaarheid enkwaliteit van GPS-signalen kunnen negatief wordenbeïnvloed door uw positie, gebouwen, natuurlijkeobstakels en weersomstandigheden. Als u een bestanddeelt dat locatiegegevens bevat, worden ook delocatiegegevens gedeeld. Derden die het bestandbekijken, kunnen dus mogelijk zien waar u zichbevindt. Het apparaat kan alleen locatiegegevensverzamelen als er netwerkdiensten beschikbaar zijn.Symbolen voor locatiegegevens:● — Locatiegegevens niet beschikbaar. Het GPS-

symbool wordt enkele minuten op de achtergrondweergegeven. Als een satellietverbinding wordtgevonden en het symbool verandert binnen dezeperiode in , worden de geolabels van alle foto's en

video's die binnen die periode zijn gemaakt op deontvangen GPS-positiegegevens gebaseerd.

● — Locatiegegevens beschikbaar. Delocatiegegevens worden aan de bestandsgegevenstoegevoegd.

Bestanden met locatiegegevens worden in detoepassing Foto's aangeduid met .

PanoramamodusSelecteer Menu > Toepassngn > Camera.Selecteer de panoramamodus in de werkbalk.1. Druk op de opnametoets om de eerste afbeelding

in het panorama vast te leggen.2. Beweeg het apparaat langzaam naar links of rechts,

volgens de pijlaanwijzingen.Er verschijnt een voorbeeldweergave van hetpanorama en de camera maakt de opname terwijlu de camera beweegt. De groene pijl geeft aan datu kunt doorgaan met langzaam bewegen. De rodepauzemarkering geeft aan dat u moet stoppen metbewegen totdat de groene pijl weer verschijnt. Ukunt voorspellen wanneer het volgende beeldwordt gefotografeerd doordat de rode rechthoeknaar het centrum van de voorbeeldweergavebeweegt.

3. Als u klaar bent met het opnemen van depanoramafoto, selecteert u Stoppen. De 37

Cam

era

panoramaopname stopt automatisch wanneer demaximale afbeeldingsgrootte is bereikt. Het kaneven duren voordat het apparaat de vastgelegdefoto heeft verwerkt.

Na het maken van een fotoSelecteer een van de volgende opties in de actievewerkbalk nadat u de foto hebt gemaakt (alleenbeschikbaar als Opgenomen afb. weerg. isingeschakeld in de instellingen van de fotocamera):● Selecteer Verwijdrn ( ) als u de foto niet wilt

bewaren.● Als u de foto wilt verzenden als een

multimediabericht, e-mailbericht of via een andereverbindingsmethode, bijvoorbeeld een Bluetooth-verbinding, drukt u op de beltoets of selecteert uVerzenden ( ).Selecteer Verzenden naar beller ( ) als u eentelefoongesprek voert.

● Selecteer Toevoegen aan album als u de fotoaan een album wilt toevoegen.

● Selecteer Details als u informatie over de fotowilt weergeven.

● Selecteer (alleen beschikbaar als u een accountvoor een album hebt ingesteld) als u de foto wiltverzenden naar een compatibel online album.

Als u na het maken van een foto op de foto wiltinzoomen, selecteert u Opties > Ga naar Foto's omde foto weer te geven en gebruikt u de zoomtoetsenvan het apparaat.Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u defoto als achtergrond in de actieve stand-by modus wiltgebruiken.Selecteer Opties > Toewijzen aan contact als u defoto wilt instellen als contactfoto voor eencontactpersoon.Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar dezoeker om een nieuwe foto vast te leggen.

FlitserDe flitser is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitsergebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij op mensen ofdieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.De camera van uw apparaat heeft een dubbele LED-flitser voor omstandigheden met weinig licht.Selecteer de gewenste flitsermodus in de actievewerkbalk: Automatisch ( ), Rde-ogenrd. ( ), Aan( ) en Uit ( ).VideolichtAls u het verlichtingsniveau wilt versterken wanneer ueen video opneemt bij zwak licht, selecteert u 38

Cam

era

ScènesScènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.Met een scène krijgt u automatisch de juisteinstellingen voor kleur en belichting voor de huidigeomgeving. De instellingen van elke scène zijnafgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.De standaardscène in de afbeeldingsmodus is Auto enin de videomodus Automatisch (beide wordenaangegeven met ).Als u van scène wilt veranderen, selecteert uScènemodus op de actieve werkbalk en selecteert ueen scène.Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties >Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt makenvoor een bepaalde omgeving. In de door de gebruikergedefinieerde scène kunt u verschillende belichtings-en kleurinstellingen aanpassen. Selecteer Gebaseerdop modus en selecteer de gewenste scène als u deinstellingen van een andere scène wilt kopiëren. Drukop Terug als u de wijzigingen wilt opslaan en wiltterugkeren naar de lijst met scènes. Als u uw eigenscène wilt activeren, bladert u naar Gebr. gedef., druktu op de bladertoets en selecteert u Selecteren.

Een reeks foto's makenDe reeksmodus is alleen beschikbaar in dehoofdcamera.

Selecteer Reeksmodus in de actieve werkbalk om decamera in te stellen om een reeks afbeeldingen vast teleggen (als er voldoende geheugen beschikbaar is).Selecteer Burst om het maken van foto's in een snellereeks te starten. Houd vervolgens op de opnametoetsingedrukt. Er worden foto's gemaakt totdat u deopnametoets loslaat of er geen geheugen meerbeschikbaar is. Als u de opnametoets kort indrukt,wordt een reeks van zes foto's gemaakt.Als u een reeks van twee of meer foto's volgens eengedefinieerd interval wilt maken, selecteert u degewenste waarde. Druk op de opnametoets om defoto's te maken. Selecteer Annuleren om te stoppenmet het maken van foto's. Het hangt af van hetbeschikbare geheugen hoeveel foto's wordengemaakt.De gemaakte foto's worden in een raster op het schermweergegeven. Druk op de bladertoets om een fotoweer te geven. Als u een tijdsinterval hebt ingesteld,wordt alleen de foto weergegeven die u als laatstehebt gemaakt. U kunt de andere foto's bekijken in detoepassing Foto's.U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatiemet de zelfontspanner.Druk op de opnametoets als u terug wilt gaan naar dezoeker in de reeksmodus.Selecteer Reeksmodus > Enkele opname in deactieve werkbalk om de reeksmodus uit te schakelen.

39

Cam

era

Zelf op de foto met dezelfontspannerDe zelfontspanner is alleen beschikbaar in dehoofdcamera. Met de zelfontspanner kunt u eenopname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kuntkomen te staan.Ga naar de actieve werkbalk en selecteerZelfontspanner > 2 seconden, 10 seconden of 20seconden om de vertraging voor de zelfontspanner inte stellen.Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wiltactiveren. U hoort een signaal wanneer dezelfontspanner is geactiveerd, en vóór de opnameknippert de vierhoek. De foto wordt gemaakt wanneerde geselecteerde vertraging is verstreken.Ga naar de actieve werkbalk en selecteerZelfontspanner > Uit om de zelfontspanner uit teschakelen.

Tip: Ga naar de actieve werkbalk en selecteerZelfontspanner > 2 seconden zodat u uwhand stil kunt houden wanneer u een fotomaakt.

Tips voor het maken van goedefoto'sBeeldkwaliteitGebruik de juiste beeldkwaliteit. De camera heeftdiverse modi voor de beeldkwaliteit. Gebruik dehoogste instelling als u foto's wilt maken van deallerbeste beeldkwaliteit. Er is echter ook meergeheugenruimte nodig voor foto's van een beterebeeldkwaliteit. Voor multimediaberichten (MMS) en e-mailbijlagen moet u misschien de laagstebeeldkwaliteitsmodus kiezen, die is geoptimaliseerdvoor MMS-verzending. U kunt de kwaliteit definiëren inde camera-instellingen. Zie 'Instellingen vanfotocamera aanpassen', p. 43.AchtergrondGebruik een eenvoudige achtergrond. Voor portrettenen andere foto's met mensen, moet u erop letten dathet onderwerp zich niet tegen een rommelige ofcomplexe achtergrond bevindt, waardoor de aandachtvan het onderwerp wordt afgeleid. Verplaats decamera of het onderwerp als aan deze voorwaardenniet wordt voldaan. Plaats de camera dichter bij hetobject om duidelijkere portretten te maken.DiepteWanneer u landschappen fotografeert, kunt u diepteaan foto's toevoegen door objecten op de voorgrond40

Cam

era

te plaatsen. Als het object op de voorgrond zich te dichtbij de camera bevindt, kan het wazig worden.LichtomstandighedenEen verandering van de bron, hoeveelheid en richtingvan het licht kan een foto aanzienlijk beïnvloeden. Hiervolgen enkele veelvoorkomendelichtomstandigheden:● Lichtbron achter het onderwerp. Plaats het

onderwerp nooit vóór een sterke lichtbron. Als delichtbron achter het onderwerp of zichtbaar in hetdisplay staat, heeft de resulterende foto mogelijkeen te zwak contrast, is de foto te donker of bevatdeze ongewenste lichteffecten.

● Onderwerp wordt van opzij belicht. Een sterkebelichting van opzij geeft een dramatisch effect,maar is soms te schril, wat te veel contrast oplevert.

● Lichtbron vóór het onderwerp. Fel zonlicht kan totgevolg hebben dat de personen hun ogendichtknijpen. Bovendien is het contrast vaak tegroot.

● Optimale belichting vindt u in situaties met veeldiffuus, zacht licht, bijvoorbeeld op een heldere oflichtbewolkte dag of op een zonnige dag in deschaduw van bomen.

Video-opnameSymbolen voor video-opnamenIn de videozoeker wordt het volgende weergegeven:

1 — Symbool voor opnamemodus2 — Symbool voor ingeschakelde videostabilisatie3 — Symbool voor ingeschakelde geluiddemping4 — Actieve werkbalk (wordt niet weergegeven tijdenseen opname)5 — Symbool voor batterijniveau6 — Symbool voor videokwaliteit. Selecteer Opties >Instellingen > Videokwaliteit om deze instelling tewijzigen.7 — Bestandstype videoclip8 — Beschikbare opnametijd Tijdens de opname geefthet symbool voor de huidige videolengte ook deverstreken en resterende tijd aan.

41

Cam

era

9 — Dit is de locatie waar de videoclip wordtopgeslagen.10 — Symbool voor GPS-signaalSelecteer Opties > Pictogram weergaven als u allezoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer Pictogramverbergen als u alleen de videostatussymbolen, deresterende tijd (tijdens de opname), de zoombalk bijgebruik van de zoomfunctie, en de selectietoetsen wiltweergeven.

Video's opnemen1. Als de camera in de afbeeldingsmodus staat,

selecteert u de videomodus op de actieve werkbalk.2. Druk op de opnametoets om de opname te starten.

Het rode opnamepictogram ( ) wordtweergegeven en er klinkt een geluidssignaal.

3. U kunt de opname op elk gewenst momentonderbreken door op Pauze te drukken. SelecteerDoorgaan om de opname te hervatten. Als u deopname onderbreekt en gedurende één minuutniet op een toets drukt, wordt de opname gestopt.Gebruik de zoomtoets van het apparaat als u op hetonderwerp wilt in- of uitzoomen.

4. Druk op de opnametoets om de opname te stoppen.De videoclip wordt automatisch in Foto'sopgeslagen. De maximumlengte van een videoclipis ongeveer 30 seconden met kwaliteit voor delenen 90 minuten met andere kwaliteitsinstellingen.

Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u decamera aan de voorkant wilt activeren. Druk op debladertoets om het opnemen van een video te starten.Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- ofuitzoomen.

Na het opnemen van een videoSelecteer nadat u een videoclip hebt opgenomen eenvan de volgende opties in de actieve werkbalk (alleenbeschikbaar als in de video-instellingen Opgenomenvideo tonen is ingesteld op Aan):● Selecteer Afspelen ( ) als u de zojuist opgenomen

videoclip meteen wilt afspelen.● Selecteer Verwijdrn ( ) als u de video niet wilt

bewaren.● Als u de videoclip wilt verzenden als een

multimediabericht, e-mailbericht of via een andereverbindingsmethode, bijvoorbeeld een Bluetooth-verbinding, drukt u op de beltoets of selecteert uVerzenden ( ). Deze optie is niet beschikbaartijdens een gesprek. Videoclips die als MPEG-4-bestand zijn opgeslagen, kunnen soms niet wordenverzonden in een multimediabericht.U kunt de videoclip verzenden naar een persoon metwie u praat. Selecteer Verzenden naar beller ( )(alleen beschikbaar tijdens een gesprek).

● Selecteer Toevoegen aan album om devideoclip aan een album toe te voegen.

42

Cam

era

● Als u de videoclip wilt uploaden naar een compatibelonline album, selecteert u (alleen beschikbaar alsu een account hebt ingesteld voor een compatibelonline album).

● Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naarde zoeker om een nieuwe videoclip op te nemen.

Camera-instellingenU kunt twee soorten instellingen gebruiken voor decamera: standaardinstellingen en begininstellingen.Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingenvoor video's weer hersteld, terwijl debegininstellingen gehandhaafd blijven totdat u dezeweer wijzigt. Gebruik de opties op de actieve werkbalkals u de standaardinstellingen wilt wijzigen. Zie'Instellingen voor kleur en belichting', p. 44. Ga naarde afbeeldings- of videomodus en selecteer Opties >Instellingen als u de begininstellingen wilt wijzigen.

Instellingen van fotocameraaanpassenSelecteer Opties > Instellingen in de fotomodus enmaak een keuze uit de volgende opties als u debegininstellingen wilt wijzigen:● Afbeeldingskwaliteit — Stel de resolutie in (alleen

hoofdcamera) . Hoe hoger de kwaliteit is, des temeer geheugenruimte de foto inneemt.

● Toevoegen aan album — Sla de foto op in eenalbum in Foto's.

● Locatie vastleggen — Selecteer Aan als u GPS-locatiecoördinaten aan elk afbeeldingsbestand wilttoevoegen. De ontvangst van een GPS-signaal kanenige tijd in beslag nemen of het signaal is mogelijkniet beschikbaar.

● Opgenomen afb. weerg. — Geef aan of u de fotowilt bekijken nadat u deze hebt gemaakt of directwilt doorgaan met het maken van foto's.

● Stand.naam afbeelding — Hiermee geeft u destandaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingenop.

● Uitgebr. digitale zoom — De instelling is alleenbeschikbaar in de hoofdcamera. Selecteer Aan(continu) als u traploos digitaal en uitgebreiddigitaal wilt zoomen, Aan (onderbroken) als u indigitale en uitgebreide digitale stappen wiltzoomen of Uit als u beperkt wilt zoomen terwijl debeeldresolutie behouden blijft. Gebruik de functievoor uitgebreid zoomen alleen als de grootte vanhet onderwerp belangrijker is dan de uiteindelijkebeeldkwaliteit. De algemene kwaliteit van eendigitaal gezoomde afbeelding is altijd lager dan dievan een niet-gezoomde afbeelding.

● Opnametoon — Stel het geluid in dat klinktwanneer u een foto maakt.

● Gebruikt geheugen — Geef op waar de foto'smoeten worden opgeslagen. 43

Cam

era

● Instellingen herstellen — Hiermee stelt u decamera weer op de standaardwaarden in.

Instellingen voor kleur enbelichtingIn de actieve werkbalk kunt u de volgende optiesselecteren:● Flitsermodus ( ) (alleen foto) — Hiermee

selecteert u de gewenste flitsermodus.● Kleurtoon ( ) — Selecteer een kleureffect.● Videolicht aan of Videolicht uit — Schakel het

videolicht in of uit (alleen in de videomodus).● Witbalans ( ) — Selecteer de huidige

belichtingssituatie. Met behulp van deze optie kuntu de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.

● Belichtingscompensatie ( ) (alleen foto) — Als ueen opname maakt van een donker onderwerptegen een zeer lichte achtergrond (zoals sneeuw),stelt u de belichting in op +1 of +2 om de helderheidvan de achtergrond te compenseren. Gebruik -1 of-2 voor lichte voorwerpen tegen een donkereachtergrond.

● Scherpheid ( ) (alleen foto) — Pas de scherpheidvan de foto aan.

● Contrast ( ) (alleen foto) — Pas het verschil aantussen de lichtste en donkerste delen van de foto.

● Lichtgevoeligheid ( ) (alleen foto) — Verhoog delichtgevoeligheid bij weinig licht om de kans op tedonkere afbeeldingen te verminderen.

De schermweergave wordt aangepast aan de nieuweinstellingen die u selecteert.De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van degeselecteerde camera.De instellingen zijn specifiek voor de opnamemodus.De gedefinieerde instellingen worden niet opnieuwingesteld als u schakelt tussen de modi.Wanneer u de camera sluit, worden destandaardinstellingen weer actief.Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- enbelichtingsinstellingen vervangen door degeselecteerde scène. U kunt de instellingen zo nodigwijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.

Video-instellingenSelecteer Opties > Instellingen in de videomodus enmaak een keuze uit de volgende opties als u debegininstellingen wilt wijzigen:● Videokwaliteit — Hiermee stelt u de kwaliteit van

de videoclip in. Selecteer Delen als u de videoclip ineen multimediabericht wilt verzenden. De clipwordt opgenomen met QCIF-resolutie in de 3GPP-indeling en de grootte wordt beperkt tot 300 kB(circa 30 seconden). Videoclips in de MPEG-4-44

Cam

era

indeling kunnen mogelijk niet alsmultimediabericht worden verzonden.

● Locatie vastleggen — Selecteer Aan als u GPS-locatiecoördinaten aan elk bestand wilt toevoegen.De ontvangst van het GPS-signaal kan even duren ofhet signaal is mogelijk niet beschikbaar.

● Videostabilisatie — Beperkt de gevolgen van hetschudden van de camera tijdens de video-opname.

● Geluidsopname — Geef aan of u geluid wiltopnemen.

● Toevoegen aan album — Voeg de opgenomenvideoclip toe aan een album in Foto's.

● Opgenomen video tonen — Selecteer deze optieom het eerste beeld van de opgenomen videoclipweer te geven nadat de opname is gestopt.Selecteer Afspelen in de actieve werkbalk(hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweedecamera) als u de gehele videoclip wilt weergeven.

● Standaardnaam video — Geef de standaardnaamvoor opgenomen videoclips op.

● Gebruikt geheugen — Hier geeft u op waarvideoclips moeten worden opgeslagen.

● Instellingen herstellen — Hiermee stelt u decamera weer op de standaardwaarden in.

45

Cam

era

Foto'sInformatie over Foto'sSelecteer Menu > Foto's en maak een keuze uit devolgende opties:● Vastgelegd — Alle afbeeldingen en video's

bekijken die u hebt gemaakt.● Maanden — Afbeeldingen en video's bekijken die

zijn ingedeeld op de maand waarin ze zijn gemaakt.● Albums — De standaardalbums en de door u

gemaakte albums bekijken.● Labels — De labels bekijken die u voor elk item hebt

gemaakt.● Downloads — Items en video's bekijken die u hebt

gedownload van internet of hebt ontvangen als eenmultimedia- of e-mailbericht.

● Alle — Alle items bekijken.● Online delen — Uw afbeeldingen of video's op

internet zetten.

Afbeeldingen en video'sweergevenSelecteer Menu > Foto's en maak een keuze uit devolgende opties:

● Alle — Hiermee geeft u alle afbeeldingen en video'sweer.

● Vastgelegd — Hiermee geeft u foto's en videoclipsweer die zijn gemaakt met de camera van uwtelefoon.

● Downloads — Hiermee kunt u de gedownloadevideoclips weergeven.

Afbeeldingen envideoclips kunnenook vanaf eencompatibel apparaatnaar u verzondenworden. Als u eenontvangen afbeeldingof videoclip in Foto'swilt weergeven, moetu het eerst opslaan.De afbeeldings- en videoclipbestanden worden in eenlus en gesorteerd op datum en tijd weergegeven. Hetaantal bestanden wordt weergegeven. Bekijk debestanden één voor één door naar links of rechts tebladeren met de bladertoets. Als u de bestanden ingroepen wilt weergeven, bladert u omhoog of omlaagmet de bladertoets.46

Foto

's

U opent een bestand door deze te selecteren. Als u eenafbeelding geopend hebt, kunt u met de zoomtoetsenerop in- of uitzoomen. De zoomverhouding wordt nietpermanent opgeslagen.Als u een afbeelding of video wilt bewerken, selecteertu Opties > Bewerken.Als u wilt nagaan waar een afbeelding die met gemarkeerd is genomen is, selecteert u Opties >Tonen op kaart.Als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op eencompatibele printer, selecteert u Opties >Afdrukken.Als u afbeeldingen in een album wilt plaatsen om zelater af te drukken, selecteert u Opties > Naaralbum > Later afdr..

Bestandsgegevensweergeven en bewerkenSelecteer Menu > Foto's. Ga naar een item.Als u de eigenschappen van een afbeelding of videowilt weergeven en bewerken, selecteert u Opties >Gegevens > Weerg. en bewerken en maakt u uwkeuze uit de volgende opties:● Labels — De gebruikte labels weergeven. Als u

meer labels aan het huidige bestand wilttoevoegen, selecteert u Toev..

● Beschrijving — Een vrije beschrijving van hetbestand weergeven. Selecteer het veld om eenbeschrijving toe te voegen.

● Locatie — Informatie over de GPS-locatieweergeven, indien beschikbaar.

● Titel — De miniatuurafbeelding van het bestand ende huidige bestandsnaam weergeven. Selecteer hetveld met de bestandsnaam om de naam van hetbestand te bewerken.

● Albums — Weergeven in welke albums het huidigebestand te vinden is.

● Resolutie — De grootte van de afbeelding in pixelsweergeven.

● Duur — De lengte van de videoclip weergeven.● Gebruiksr. — Als u de DRM-rechten van het huidige

bestand wilt weergeven, selecteert u Wrg..

Afbeeldingen en video'sorganiserenSelecteer Menu > Foto's. U kunt bestanden als volgtindelen:Als u items wilt weergeven in de weergave Labels,voegt u labels aan de items toe.Selecteer Maanden als u items op maand wiltweergeven.Selecteer Albums > Opties > Nieuw album als u eenalbum wilt maken om items op te slaan.

47

Foto

's

Als u een afbeelding of videoclip aan een album wilttoevoegen, selecteert u het item en Naar album op deactieve werkbalk.Als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen,selecteert u het item en Verwijderen op de actievewerkbalk.

Actieve werkbalkDe actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer ueen afbeelding of videoclip in een weergave hebtgeselecteerd.Navigeer in de actieve werkbalk naar verschillendeitems en selecteer de gewenste optie. De beschikbareopties variëren afhankelijk van de huidige status en hetfeit of u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u dewerkbalk wilt verbergen. Druk op de bladertoets als ude actieve werkbalk wilt weergeven wanneer dezeverborgen is.Selecteer een afbeelding of videoclip en een van devolgende opties:

Hiermee speelt u de videoclip af. Hiermee verstuurt u de afbeelding of videoclip. Hiermee uploadt u de geselecteerde afbeelding of

videoclip naar een compatibel online album (alleen

beschikbaar als u een account hebt ingesteld voor eencompatibel online album).

Hiermee voegt u het mediabestand aan een albumtoe.

Hiermee beheert u labels en andere eigenschappenvan het item.

AlbumsSelecteer Menu > Foto's en Albums.In een album kunt u handig uw afbeeldingen envideoclips beheren.Als u een nieuw album wilt maken, selecteert uOpties > Nieuw album.Als u een afbeelding of een videoclip aan een albumwilt toevoegen, selecteert u het item en Opties >Naar album. Een lijst albums wordt weergegeven.Selecteer het album waar u de afbeelding of videoclipaan wilt toevoegen. Het item dat u aan het album hebttoegevoegd, is ook nog zichtbaar in Foto's.Als u een afbeelding of een videoclip uit een album wiltverwijderen, selecteert u het album en het item enOpties > Uit album.

48

Foto

's

LabelsGebruik labels om media-items in Foto's te rubriceren.In Labelbeheer kunt u labels maken en verwijderen. InLabelbeheer worden de labels weergegeven die op datmoment worden gebruikt, en wordt ook aangegevenhoeveel items er aan elk label zijn gekoppeld.Als u Labelbeheer wilt openen, selecteert u eenafbeelding of videoclip en selecteert u Opties >Gegevens > Labelbeheer.Selecteer Opties > Nieuw label om een label temaken.Selecteer Opties > Meestgebruikt als u de lijst wiltweergeven in een volgorde die laat zien welke itemshet meest worden gebruikt.Selecteer Opties > Alfabetisch om de lijst inalfabetische volgorde weer te geven.Als u de gemaakte labels wilt zien, selecteert uLabels in de hoofdweergave van Foto's. De grootte vande labelnaam komt overeen met het aantal itemswaaraan het label is toegewezen. Selecteer een labelom alle afbeeldingen te zien die aan het label zijngekoppeld.Als u een label aan een afbeelding wilt toewijzen,selecteert u een afbeelding en selecteert u Opties >Labels toevoegen.

Als u een afbeelding uit een label wilt verwijderen,opent u een label en selecteert u Opties >Verwijderen uit label.

DiavoorstellingSelecteer Menu > Foto's.Als u afbeeldingen in een diavoorstelling wiltweergeven, selecteert u een afbeelding en Opties >Diavoorstelling > Vooruit afspelen of Achteruitafspelen. De diavoorstelling begint vanaf hetgeselecteerde bestand.Als u alleen de geselecteerde afbeeldingen in eendiavoorstelling wilt weergeven, selecteert u Opties >Markeringen aan/uit > Markeren om afbeeldingente markeren. Selecteer Opties > Diavoorstelling >Vooruit afspelen of Achteruit afspelen om dediavoorstelling te starten.U hervat een onderbroken diavoorstelling doorDoorgaan te selecteren.Als u de diavoorstelling wilt beëindigen, selecteert uEinde.Blader naar links of rechts door de afbeeldingen metde bladertoets.Voordat u de diavoorstelling start, kunt u deinstellingen voor de diavoorstelling aanpassen door

49

Foto

's

Opties > Diavoorstelling > Instellingen teselecteren en een van de volgende opties te kiezen:● Muziek — Geluid aan de diavoorstelling toevoegen.● Nummer — Een muziekbestand uit de lijst kiezen.● Vertraging tussen dia's — De snelheid van de

diavoorstelling aanpassen.● Overgang — De afbeeldingen vloeiend in elkaar

over laten lopen en afbeeldingen willekeurig latenin- of uitzoomen.

Met de volumetoetsen kunt u het volume tijdens dediavoorstelling aanpassen.

TV out-modusSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen.Gebruik een Nokia Video Out-kabel als u de vastgelegdefoto's en opgenomen videoclips op een compatibele tvwilt bekijken.Voordat u afbeeldingen en videoclips op hettelevisietoestel kunt bekijken, moet u mogelijk de TVOut-instellingen voor het televisiesysteem en de juisteverhouding opgeven. Selecteer Telefoon >Toebehoren > Tv-uitvoer.In de TV Out-modus kunt u het televisietoestel niet alscamerazoeker gebruiken.Ga als volgt te werk als u afbeeldingen en videoclips optv wilt weergeven:

1. Sluit een Nokia Video Out-kabel aan op de video-invoeraansluiting van een compatibele tv.

2. Sluit het andere uiteinde van de Nokia Video Out-kabel aan op de Nokia AV-aansluiting van uwapparaat.

3. Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren.4. Selecteer Menu > Toepassngn > Galerij en

blader naar het bestand dat u wilt weergeven.

De afbeeldingenwordenweergegeven in deafbeeldingsvieweren de videoclipsworden afgespeeldin RealPlayer.Alle audio, inclusiefactieve oproepen, stereo-videoclipgeluid, toetstoonen beltoon, wordt naar de tv gerouteerd wanneer deNokia Video Out-kabel op het apparaat wordtaangesloten. U kunt de microfoon van het apparaatnormaal blijven gebruiken.De geopende afbeelding wordt in een volledig schermweergegeven op de tv. Wanneer u een afbeelding in deminiatuurweergave opent terwijl deze op de tv wordtweergegeven, is inzoomen niet beschikbaar.Wanneer u een geselecteerde videoclip opent, wordtdeze door RealPlayer weergegeven in het scherm vanhet apparaat en op de tv.

50

Foto

's

U kunt foto's als diavoorstelling op het televisieschermweergeven. Alle items in een album of allegemarkeerde foto's worden op het volledigetelevisiescherm getoond.De kwaliteit van het televisiebeeld kan variërenvanwege de verschillende resoluties van de apparaten.Draadloze radiosignalen, bijvoorbeeld inkomendeoproepen, kunnen storingen in het televisiebeeldveroorzaken.

Afbeeldingen bewerkenAfbeeldingseditorAls u een afbeelding wilt bewerken, gaat u in Foto'snaar de afbeelding en selecteert u Opties >Bewerken.Als u effecten aan uw afbeeldingen wilt toevoegen,selecteert u Opties > Effect toevoegen. U kunt deafbeelding bijsnijden en draaien, de helderheid, dekleur, het contrast en de resolutie aanpassen eneffecten, tekst, illustraties of een kader aan deafbeelding toevoegen.

Afbeeldingen bijsnijdenAls u een afbeelding wilt bijsnijden, selecteert uOpties > Effect toevoegen en (Bijsnijden).

Als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden,selecteert u Handmatig. Er verschijnt een kruis in delinkerbovenhoek van de afbeelding. Schuif om debijsnijdranden aan te passen, selecteer Instellen enpas de bijsnijdranden vanaf de rechterbenedenhoekaan. Als u de bijsnijdranden vanaf de linkerbovenhoekwilt aanpassen, selecteert u Terug. Wanneer hetbijsnijdgebied de gewenste afmetingen heeft,selecteert u Bijsnijden.Als u een vooraf gedefinieerde verhouding selecteert,wordt de geselecteerde verhouding vergrendeldwanneer u de bijsnijdranden aanpast.

Rode ogen reducerenAls u het rode-ogeneffect wilt reduceren, selecteert uOpties > Effect toevoegen en (Rode-ogenreductie).Ga met het kruis naar het oog en druk op debladertoets. Pas de grootte van de lus aan de groottevan het oog aan. Reduceer het rode-ogeneffect met debladertoets. Wanneer u klaar bent met het bewerkenvan de afbeelding, selecteert u Gereed.Als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt terugkerennaar de vorige weergave, selecteert u Terug.

51

Foto

's

Handige sneltoetsenU kunt de volgende sneltoetsen gebruiken bij hetbewerken van afbeeldingen:● Druk op * voor een afbeelding op het volledige

scherm. Druk nogmaals op * als u wilt terugkerennaar de normale weergave.

● Druk op 3 of 1 als u een afbeelding naar rechts ofnaar links wilt draaien.

● Druk op 5 of 0 als u wilt in- of uitzoomen.● Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links of

naar rechts als u wilt schuiven in een ingezoomdeafbeelding.

Video's bewerkenDe video-editor ondersteunt videobestanden in deindelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in deindelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV. De editorondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerkenvan bestandsindelingen of alle variaties vanbestandsindelingen.Als u videoclips in Foto's wilt bewerken, bladert u naareen videoclip en selecteert u Opties > Bewerken enmaakt u uw keuze uit de volgende opties.● Samenvoegen — om een afbeelding of een

videoclip aan het begin of het einde van degeselecteerde videoclip toe te voegen.

● Geluid wijzigen — om een nieuwe geluidsclip toete voegen en het originele geluid in de videoclip tevervangen.

● Tekst toevoegen — om tekst aan het begin of heteinde van de videoclip toe te voegen.

● Knippen — om de video te verkorten en de sectieste markeren die u in de videoclip wilt behouden.

Als u een snapshot van een videoclip wilt maken,selecteert u in de weergave waarin u de video knipt deopdracht Opties > Snapshot maken. Druk in deminiatuurweergave op de bladertoets en selecteerSnapshot maken.

52

Foto

's

GalerijOver de GalerijSelecteer Menu > Toepassngn > Galerij.De Galerij is een opslagplaats waar u foto's, videoclips,geluidsclips, liedjes en streaming koppelingen kuntopslaan.

HoofdweergaveSelecteer Menu > Toepassngn > Galerij.Maak een keuze uit de volgende opties:● Afbeeldingen — Afbeeldingen en videoclips

weergeven in Foto's.● Videoclips — Videoclips weergeven in het

Videocentr..● Tracks — De Muziekspeler openen.● Geluidsclips — Naar geluidsclips luisteren.● Streaming kop. — Streaming koppelingen

weergeven en openen.● Presentaties — Presentaties bekijken.U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaastkunt u items kopiëren en naar mappen verplaatsen. Ukunt ook albums maken en items kopiëren en aanalbums toevoegen.

Als u een bestand wilt openen, selecteert u het bestanduit de lijst. Videoclips en streaming koppelingenworden geopend en afgespeeld in het Videocentr.;muziek- en geluidsclips worden geopend enafgespeeld in de Muziekspeler.

GeluidsclipsSelecteer Menu > Toepassngn > Galerij enGeluidsclips.Deze map bevat alle geluidsclips die u van het webgedownload hebt. De geluidsclips die u met detoepassing Dictafoon hebt opgenomen en die met MMSgeoptimaliseerd zijn of normale kwaliteitsinstellingenhebben, worden ook in deze map opgeslagen, maar degeluidsclips met hoge kwaliteitsinstellingen wordenopgeslagen in de toepassing Muziekspeler.Als u naar een geluidsbestand wilt luisteren, selecteertu het bestand uit de lijst.Om snel vooruit of achteruit te spoelen, bladert u naarlinks of rechts.

Tip: U kunt de mediatoetsen gebruiken om hetafspelen te beëindigen, onderbreken, terug tespoelen of vooruit te spoelen. 53

Gale

rij

Selecteer Geluiden dwnl. om geluiden tedownloaden.

Koppelingen naar streaming-mediaSelecteer Menu > Toepassngn > Galerij enStreaming kop..Als u een streaming koppeling wilt openen, selecteertu de koppeling uit de lijst.Als u een nieuwe streaming koppeling wilt toevoegen,selecteert u Opties > Nieuwe koppeling.

PresentatiesSelecteer Menu > Toepassngn > Galerij.Met presentaties kunt u schaalbare vectortekeningen(SVG, scalable vector graphics) en flash-bestanden(SWF) zoals tekenfilms en kaarten bekijken. SVG-afbeeldingen zien er altijd hetzelfde uit, ook als ze metandere schermafmetingen en resoluties bekekenworden.Als u bestanden wilt bekijken, selecteert uPresentaties. Ga naar een afbeelding en selecteerOpties > Afspelen. Selecteer Opties >Onderbreken om het afspelen te onderbreken.

Druk op 5 om in te zoomen. Druk op 0 om uit tezoomen.Druk op 1 of 3 om de afbeelding 90 graden met de klokmee of tegen de klok in te draaien. Druk op 7 of 9 omde afbeelding 45 graden te draaien.Druk op * om te wisselen tussen een weergave op hetvolledige scherm of een normale weergave.

54

Gale

rij

ConnectiviteitHet apparaat biedt verschillende opties om verbindingte maken met internet of met een ander compatibelapparaat of pc.

Draadloos LANOver WLANAls u een draadloze LAN-verbinding (WLAN) wiltgebruiken, moet dit mogelijk zijn op de locatie waar uzich bevindt en moet uw apparaat op het WLAN zijnaangesloten. Bij sommige beveiligde WLAN's hebt ueen toegangssleutel van de serviceprovider nodig omverbinding te maken.

Opmerking: In Frankrijk mogen WLAN's alleenbinnenshuis worden gebruikt.Functies die gebruikmaken van een WLAN of die op deachtergrond worden uitgevoerd terwijl er anderefuncties worden gebruikt, gebruiken veel energiewaardoor ze de levensduur van de batterij verkorten.Uw apparaat ondersteunt de volgende WLAN-functies:● IEEE 802.11b/g-standaard● Werking bij 2,4 GHz

● WEP (Wired Equivalent Privacy) met sleutels tot 128bits, beveiligde Wi-Fi-toegang (WPA) en 802.1x-verificatiemethoden. Deze functies kunnen alleenworden gebruikt als ze door het netwerk wordenondersteund.

Belangrijk: Schakel altijd één van debeschikbare encryptiemethoden in om de beveiligingvan uw draadloze LAN-verbinding te vergroten. Hetgebruik van encryptie verkleint het risico vanonbevoegde toegang tot uw gegevens.

WLAN-verbindingenAls u een WLAN wilt gebruiken, moet u eeninternettoegangspunt in een WLAN maken. Gebruikhet toegangspunt voor toepassingen waarvoor eenverbinding met internet nodig is. Een WLAN-verbinding wordt tot stand gebracht als u eengegevensverbinding maakt via een WLAN-toegangspunt. De actieve WLAN-verbinding wordtbeëindigd als u de gegevensverbinding beëindigt. Ukunt de verbinding ook handmatig beëindigen.U kunt een WLAN tijdens een spraakoproep gebruikenof als er een packet-gegevensverbinding actief is. Ukunt met slechts één WLAN-toegangspunt

55

Conn

ectiv

iteit

tegelijkertijd verbonden zijn, maar hetinternettoegangspunt kan door verschillendetoepassingen worden gebruikt.Als het apparaat is ingesteld op het profiel Offline, kuntu nog steeds een WLAN gebruiken, als die beschikbaaris. Zorg ervoor dat u voldoet aan alle toepasselijkeveiligheidsvoorschriften bij het tot stand brengen engebruiken van een WLAN-verbinding.Als u het apparaat naar een andere plek binnen hetWLAN, maar buiten het bereik van een WLAN-toegangspunt verplaatst, kan het apparaat viaroaming automatisch naar een ander toegangspuntdat behoort tot hetzelfde WLAN wordendoorverbonden. Zolang u binnen het bereik blijft vande toegangspunten die behoren tot hetzelfde netwerk,blijft het apparaat verbonden met het netwerk.

Tip: Voer in het startscherm *#62209526# in omhet unieke MAC-adres (media access control) vanuw apparaat na te gaan, bijvoorbeeld om hetMAC-adres van uw apparaat in te stellen in eenWLAN-router. Het MAC-adres verschijnt dan inbeeld.

Beschikbaarheid van een WLAN-netwerk weergevenAls u het apparaat wilt instellen op het weergeven vanbeschikbare draadloze LAN-netwerken, selecteert uMenu > Instrumenten > Instellingen en

Verbinding > Wireless LAN > Beschkbrhd WLANtonen.Als een WLAN beschikbaar is, wordt weergegeven.

WLAN-wizard Selecteer Menu > Instrumenten > Connect. >WLAN-wiz..Met behulp van de WLAN-wizard kunt u een draadloosLAN (WLAN) zoeken en hiermee verbinding maken. Alsu de toepassing opent, begint uw apparaat met hetzoeken naar beschikbare WLAN's. Deze wordenvervolgens weergegeven in een lijst.Selecteer Opties en een van de volgende opties:● Vernieuwen — Hiermee werkt u de lijst met

beschikbare WLAN's bij.● WLAN-netwrkn filteren — Hiermee filtert u

WLAN's uit de lijst met gevonden netwerken uit. Degeselecteerde netwerken worden de volgende keerdat er wordt gezocht naar WLAN's uit de lijstgefilterd.

● Browsen starten — Hiermee start u met browsenop het web via het toegangspunt van het WLAN.

● Doorgaan met browsen — Hiermee gaat u doormet browsen op het web via de momenteel actieveWLAN-verbinding.

● WLAN-verb. verbrkn — Hiermee verbreekt u deactieve verbinding met het WLAN.56

Conn

ectiv

iteit

● Details — Hiermee geeft u de gegevens van hetWLAN weer.

Belangrijk: Schakel altijd één van debeschikbare encryptiemethoden in om de beveiligingvan uw draadloze LAN-verbinding te vergroten. Hetgebruik van encryptie verkleint het risico vanonbevoegde toegang tot uw gegevens.

VerbindingsbeheerActieve gegevensverbindingenSelecteer Menu > Instrumenten > Connect. >Verb.beheer.Selecteer Act. gegevensverbindingen.In de weergave Actieve gegevensverbindingen kunt ude geopende gegevensverbindingen bekijken:

gegevensoproepen packet-gegevensverbindingen

draadloze LAN-verbindingen (WLAN)

Opmerking: De uiteindelijke rekening van deserviceprovider voor oproepen en diensten kanvariëren, afhankelijk van de netwerkfuncties,afrondingen, belastingen, enzovoort.

Selecteer Opties > Verbinding verbreken als u eenverbinding wilt verbreken. Selecteer Opties > Alleverbind. verbreken als u alle actieve verbindingenwilt verbreken.Selecteer Opties > Gegevens als u de details van eenverbinding wilt bekijken.

Beschikbare WLAN'sSelecteer Menu > Instrumenten > Connect. >Verb.beheer en Beschikbare WLAN-ntwrkn.De weergave van beschikbare WLAN's toont eenoverzicht van draadloze LAN's (WLAN's) binnen hetbereik, hun netwerkmodus (vastinfrastructuurnetwerk of ad-hocnetwerk) en eenindicator voor de signaalsterkte. wordtweergegeven bij een netwerk met codering, en wordt weergegeven wanneer uw apparaat een actieveaansluiting met het netwerk heeft.Selecteer Opties > Gegevens als u de details van eenverbinding wilt bekijken.Als u een toegangspunt wilt maken in een netwerk,selecteert u Opties > Toegangspunt definiëren.

BluetoothSelecteer Menu > Instrumenten > Connect. >Bluetooth. 57

Conn

ectiv

iteit

Over BluetoothMet de Bluetooth-technologie in het apparaat kunnenelektronische apparaten binnen een bereik tot 10meter draadloos met elkaar worden verbonden. EenBluetooth-verbinding kan worden gebruikt voor hetverzenden van afbeeldingen, video's, tekst,visitekaartjes, agendanotities, of om draadlozeverbindingen tot stand te brengen met Bluetooth-apparaten.Apparaten met Bluetooth-technologie communicerendoor middel van radiogolven, waardoor deverschillende apparaten zich niet direct in elkaars zichthoeven te bevinden. De twee apparaten moeten zichalleen binnen een straal van 10 meter van elkaarbevinden, hoewel de verbinding kan worden gestoorddoor obstakels zoals muren of andere elektronischeapparaten.Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingentegelijkertijd actief zijn. U kunt bijvoorbeeld met uwapparaat een verbinding hebben met eenhoofdtelefoon en tegelijk bestanden overzetten naareen ander compatibel apparaat.Dit apparaat voldoet aan Bluetooth-specificatie 2.0 +EDR met ondersteuning voor de volgende profielen:Dial-Up Networking (DUN), Object Push Profile (OPP),File Transfer Profile (FTP), Hands Free Profile (HFP),Headset Profile (HSP), Basic Imaging Profile (BIP),Remote SIM Access Profile (SimAP), Device

Identification Profile (DI), Phonebook Access Profile(PBAP), Generic Audio/Video Distribution Profile(GAVDP), Audio/Video Remote Control Profile (AVRCP),Advanced Audio Distribution Profile (A2DP). Gebruikuitsluitend de door Nokia goedgekeurde toebehorenvoor dit model als u verzekerd wilt zijn vancompatibiliteit met andere Bluetooth-apparatuur.Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuurnaar de compatibiliteit met dit apparaat.Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie,vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt delevensduur van de batterij af.

Gegevens verzenden en ontvangenmet BluetoothSelecteer Menu > Instrumenten > Connect. >Bluetooth.1. Wanneer u Bluetooth voor het eerst activeert, moet

u een naam voor het apparaat opgeven. Geef hetapparaat een unieke naam zodat het gemakkelijkkan worden herkend als er meerdere Bluetooth-apparaten in de buurt zijn.

2. Selecteer Bluetooth > Aan.3. Selecteer Waarneemb. telefoon >

Waarneembaar of Periode opgeven. Als uPeriode opgeven selecteert, moet u instellen hoelang uw apparaat zichtbaar is voor anderen. Hetapparaat en de naam die u hebt ingevoerd zijn nu

58

Conn

ectiv

iteit

zichtbaar voor andere gebruikers van apparatenmet Bluetooth-technologie.

4. Activeer de toepassing waar het item dat u wiltverzenden opgeslagen is.

5. Selecteer het item en Opties > Verzenden > ViaBluetooth. Het apparaat zoekt andere apparatenbinnen het bereik met behulp van de Bluetooth-technologie en maakt er een lijst van.

Tip: Als u eerder gegevens via Bluetooth hebtverzonden, wordt een lijst met de vorigezoekresultaten weergegeven. Als u naar meerBluetooth-apparaten wilt zoeken, selecteertu Meer apparaten.

6. Selecteer het apparaat waar u een verbinding meewilt maken. Als het andere apparaat eerstgekoppeld moet worden voordat er gegevensovergedragen kunnen worden, wordt u gevraagdeen wachtwoord in te voeren.

Als de verbinding tot stand is gebracht, wordtGegevens worden verzonden weergegeven.Berichten die verzonden zijn met de Bluetooth-technologie worden niet opgeslagen in de mapVerzonden van de toepassing Berichten.Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, selecteertu Bluetooth > Aan en Waarneemb. telefoon >Waarneembaar om gegevens van een niet-gekoppeldapparaat te ontvangen, of Verborgen om alleengegevens van een gekoppeld apparaat te ontvangen.

Wanneer u gegevens ontvangt via een Bluetooth-verbinding, klinkt er afhankelijk van de instellingenvan een actief profiel een geluidssignaal en wordt ugevraagd of u het bericht wilt accepteren waarin degegevens zijn opgenomen. Als u accepteert, wordt hetbericht in de map Inbox van Berichten geplaatst.

Tip: U kunt de bestanden in het apparaat of opde geheugenkaart bekijken met eencompatibele accessoire die de dienst FileTransfer Profile Client (bijvoorbeeld een laptop)ondersteunt.

Een Bluetooth-verbinding wordt automatischverbroken na het verzenden of ontvangen vangegevens. Alleen Nokia Ovi Suite en bepaaldeaccessoires zoals headsets kunnen een verbinding instand houden, zelfs als die niet actief wordt gebruikt.

Apparaten koppelenSelecteer Menu > Instrumenten > Connect. >Bluetooth.Open het tabblad voor gekoppelde apparaten.Bepaal voordat u gaat koppelen uw eigentoegangscode (1-16 cijfers) en vraag de gebruiker vanhet andere apparaat om dezelfde code te gebruiken.Apparaten zonder gebruikersinterface hebben eenvaste toegangscode. U hebt de toegangscode alleennodig als u de apparaten voor het eerst met elkaarverbindt. Na het koppelen kan de verbinding worden 59

Conn

ectiv

iteit

goedgekeurd. U kunt sneller en eenvoudigerverbinding maken door het koppelen en hetgoedkeuren van de verbinding, aangezien u deverbinding tussen gekoppelde apparaten dan nietsteeds opnieuw hoeft te accepteren.De toegangscode voor SIM-toegang op afstand moetuit 16 cijfers bestaan.Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modusstaat, kunt u alleen gesprekken voeren of ontvangenvia compatibele en aangesloten toebehoren, zoals eencarkit.U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uwdraadloze apparaat, behalve de alarmnummers die inhet apparaat zijn geprogrammeerd.Als u wilt bellen, moet u eerst de externe SIM-modusverlaten. Als het apparaat is vergrendeld, moet u eerstde beveiligingscode invoeren om deze teontgrendelen.1. Selecteer Opties > Nw gekoppeld apparaat. Op

het apparaat wordt gezocht naar Bluetooth-apparaten binnen het bereik. Als u eerder gegevensvia Bluetooth hebt verzonden, wordt een lijst metde vorige zoekresultaten weergegeven. Als u naarmeer Bluetooth-apparaten wilt zoeken, selecteertu Meer apparaten.

2. Selecteer het apparaat waarmee u wilt koppelen envoer de toegangscode in. Op het andere apparaatmoet dezelfde toegangscode worden ingevoerd.

3. Selecteer Ja om de verbinding tussen uw apparaaten het andere apparaat automatisch te maken, ofkies Nee om de verbinding bij elkeverbindingspoging handmatig te bevestigen. Nahet koppelen wordt het apparaat opgeslagen op depagina met gekoppelde apparaten.

Selecteer Opties > Korte naam toewijzen als u hetgekoppelde apparaat een nickname wilt geven. Denickname wordt in uw apparaat weergegeven.Als u een koppeling wilt verwijderen, selecteert u hetapparaat waarvoor u de koppeling wilt verwijderen enOpties > Verwijderen. Als u alle koppelingen wiltverwijderen, selecteert u Opties > Alleverwijderen. Als u momenteel verbonden bent meteen apparaat en de koppeling met dat apparaat stopt,wordt de koppeling direct verwijderd en is deverbinding verbroken.Als u wilt toestaan dat een gekoppeld apparaatautomatisch verbinding maakt met uw apparaat,selecteert u Geautoriseerd. Verbindingen tussen uwapparaat en het andere apparaat kunnen zonder uwmedeweten tot stand worden gebracht. Er is geenafzonderlijke acceptatie of autorisatie vereist. Gebruikdeze status alleen voor uw eigen apparaten, zoals eencompatibele hoofdtelefoon of computer, of apparatenvan mensen die u volledig vertrouwt. Als uverbindingsverzoeken vanuit het andere apparaat elkekeer opnieuw wilt accepteren, selecteert u Nietgeautoriseerd.

60

Conn

ectiv

iteit

Als u een Bluetooth-audioaccessoire wilt gebruiken,bijvoorbeeld een Bluetooth-handsfree of -hoofdtelefoon, moet u het apparaat aan het accessoirekoppelen. Raadpleeg de gebruikershandleiding vanhet accessoire voor de toegangscode en verdereinstructies. Zet het audioaccessoire aan om het teverbinden. Bij bepaalde audioaccessoires wordtautomatisch verbinding gemaakt met het apparaat.Anders opent u het tabblad voor gekoppeldeapparaten, selecteert u het accessoire en kiest uvervolgens Opties > Verb. met audioapparaat.

Apparaten blokkerenSelecteer Menu > Instrumenten > Connect. >Bluetooth.Als u een apparaat wilt blokkeren zodat het geenBluetooth-verbinding tot stand kan brengen, opent uhet tabblad voor gekoppelde apparaten. Selecteer eenapparaat dat u wilt blokkeren en kies vervolgensOpties > Blokkeren.Als u de blokkering van een apparaat wilt opheffen,gaat u naar het tabblad voor geblokkeerde apparatenen selecteert u Opties > Verwijderen. Als u deblokkering van alle geblokkeerde apparaten wiltopheffen, selecteert uOpties > Alle verwijderen.Als u een koppelingsverzoek van een ander apparaatwilt weigeren, wordt u gevraagd of u alle toekomstigeverbindingsverzoeken van dit apparaat wilt blokkeren.

Als u bevestigt dat u deze verzoeken wilt blokkeren,wordt het externe apparaat toegevoegd aan de lijstmet geblokkeerde apparaten.

BeveiligingstipsAls u geen Bluetooth-verbinding gebruikt, selecteert uBluetooth > Uit of Waarneemb. telefoon >Verborgen.Koppel het apparaat niet met een onbekend apparaat.

GegevenskabelKoppel de USB-gegevenskabel tijdens de overdrachtvan gegevens niet los, om te voorkomen dat ergegevens verloren gaan.Gegevens overdragen tussen het apparaat eneen pc1. Plaats een geheugenkaart in het apparaat en sluit

het apparaat via de USB-gegevenskabel aan op eencompatibele pc.

2. Als u wordt gevraagd welke modus u wiltgebruiken, selecteert u Massaopslag. In dezemodus kunt u het apparaat zien als eenverwijderbare vaste schijf in uw computer.

3. Beëindig de verbinding vanaf de computer(bijvoorbeeld via de wizard Loskoppelen ofHardware uitwerpen in Microsoft Windows) ombeschadiging van de geheugenkaart te voorkomen.

61

Conn

ectiv

iteit

Als u Nokia Ovi Suite wilt gebruiken voorgegevensoverdracht, installeert u eerst Nokia Ovi Suiteop de pc, en vervolgens sluit u de gegevenskabel aanen selecteert u PC Suite.Als u muziek op het apparaat wilt synchroniseren metNokia Music Player, installeert u eerst Nokia MusicPlayer op de pc, en vervolgens sluit u de gegevenskabelaan en selecteert u Mediaoverdracht.Als u de USB-modus die u gewoonlijk met dezegegevenskabel gebruikt, wilt wijzigen, selecteert uMenu > Instrumenten > Connect. > USB en USB-verbindingsmodus en kiest u de gewenste optie.Als u wilt dat er om de modus wordt gevraagd, telkenswanneer u de gegevenskabel op het apparaat aansluit,selecteert u Menu > Instrumenten > Connect. >USB en Vragen bij verbinding > Ja.

Pc-verbindingenU kunt uw apparaat gebruiken met een keur aancompatibele toepassingen voor pc-verbindingen engegevenscommunicatie. Zo kunt u met Nokia Ovi Suiteof Nokia Nseries PC Suite bestanden en afbeeldingenvan uw apparaat naar een compatibele computeroverbrengen.Ga naar www.nseries.com/mac voor informatie overApple Macintosh-ondersteuning en het aansluiten vanuw apparaat op een Apple Macintosh-apparaat.

SynchronisatieSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen >Connect. > Sync.Met Synchronisatie kunt u notities, agenda-items, SMS-en MMS-berichten, browserbookmarks of contactensynchroniseren met verschillende compatibeletoepassingen op een compatibele computer of opinternet.U kunt de synchronisatie-instellingen ontvangen ineen speciaal bericht van de serviceprovider.Een synchronisatieprofiel bevat de noodzakelijkeinstellingen voor synchronisatie.Wanneer u de toepassing Synchronisatie opent, wordthet standaardsynchronisatieprofiel of eerder gebruiktsychronisatieprofiel weergegeven. Als u het profielwilt wijzigen, gaat u naar een synchronisatie-item enselecteert u Markeren als u het in het profiel wiltopnemen of Mrk. ophffn als u het eruit wilt laten.Om de synchronisatieprofielen te beheren, selecteertu Opties en de gewenste optie.Selecteer Opties > Synchroniseren om gegevens tesynchroniseren. Selecteer Annuleren om desynchronisatie tussentijds af te breken.

62

Conn

ectiv

iteit

BrowserOver BrowserSelecteer Menu > Web.Met de toepassing Browser kunt u HTML-webpagina's(HyperText Markup Language) op internet weergevenzoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ookbladeren door webpagina's die specifiek zijnontworpen voor mobiele apparaten en XHTML(eXtensible HyperText Markup Language) of WML(Wireless Markup Language) gebruiken.Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaateen internettoegangspunt zijn geconfigureerd. Voorde browser is netwerkondersteuning vereist.

Op internet surfenSelecteer Menu > Web.

Sneltoets: Als u de browser wilt starten, houdtu de 0 ingedrukt in het startscherm.

Als u op internet wilt zoeken, selecteert u in deweergave Bookmarks een bookmark of voert u eenadres in (het veld wordt automatisch geopend) enselecteert u Ga naar.

Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten,bijvoorbeeld afbeeldingen en geluiden, die alleenkunnen worden bekeken als uw apparaat over veelgeheugen beschikt. Als er geen geheugen meerbeschikbaar is tijdens het laden van een dergelijkewebpagina, worden de afbeeldingen op de pagina nietweergegeven.Als u webpagina's wilt bekijken waarbij de weergavevan afbeeldingen is uitgeschakeld omgeheugenruimte te sparen en het laden van de paginate versnellen, selecteert u Opties > Instellingen >Pagina > Inhoud laden > Alleen tekst.Als u een webadres wilt invoeren, selecteert uOpties > Ga naar > Nieuwe webpagina.Als u de inhoud van de webpagina wilt vernieuwen,selecteert u Opties > Webpaginaopties >Opnieuw laden.Als u de huidige webpagina wilt opslaan als bookmark,selecteert u Opties > Webpaginaopties > Opslaanals bookmark.Als u snapshots wilt weergeven van de webpagina'sdie u tijdens de huidige sessie hebt bezocht, selecteertu Terug (beschikbaar als Geschiedenislijst is 63

Brow

ser

ingeschakeld in de browserinstellingen en de huidigewebpagina niet de eerste webpagina is die u bezoekt).Selecteer Opties > Webpaginaopties > Pop-upsblokkeren of Pop-ups toestaan als u wilt voorkomenof toestaan dat meerdere vensters automatischworden geopend.Als u de sneltoetsdetails wilt weergeven, selecteert uOpties > Tts.bloksnelk. wrgvn. Als u de sneltoetsenwilt bewerken, selecteert u Bewerken.

Tip: Als u de browser wilt minimaliseren zonderdat u de toepassing wilt afsluiten of deverbinding wilt verbreken, drukt u eenmaal opde eindetoets.

Werkbalk in de browserMet de werkbalk in de browser kunt u veelgebruiktebrowserfuncties selecteren.Als u de werkbalk wilt openen, houdt u de bladertoetsingedrukt op een blanco gedeelte van een webpagina.Druk de bladertoets naar links of naar rechts om overde werkbalk te navigeren. Druk op de bladertoets omeen functie te selecteren.Selecteer vanaf de werkbalk het volgende:● Onl. bezochte webpgs. — Hiermee geeft u een

lijst met vaak bezochte webadressen weer.● Overzicht — Hiermee geeft u een overzicht van

de huidige webpagina weer.

● Zoeken op trefwoord — Hiermee zoekt u op dehuidige webpagina.

● Opnieuw laden — De webpagina vernieuwen.● Abonneren op webfeeds (indien

beschikbaar) — Hiermee opent u een lijst metbeschikbare webfeeds op de huidige webpagina enkunt u zich abonneren op een webfeed.

Navigeren over pagina'sMet miniweergave en paginaoverzicht kunt unavigeren op webpagina's die zeer veel informatiebevatten.Als u miniweergave wilt activeren, selecteert uOpties > Instellingen > Algemeen >Miniweergave > Aan. Als u door een grotewebpagina bladert, wordt miniweergave geopend enkrijgt u een overzicht van de pagina te zien.Druk de bladertoets naar rechts, naar links, omhoog ofomlaag als u over de kaart wilt schuiven. Stop metbladeren als u de gewenste locatie hebt bereikt. Deminiweergave verdwijnt en u blijft op de geselecteerdelocatie.Wanneer u door een webpagina bladert die zeer veelinformatie bevat, kunt u ook paginaoverzichtgebruiken om te bekijken welk type informatie dewebpagina bevat.

64

Brow

ser

Druk op 8 om een overzicht van de huidige pagina weerte geven. Ga naar boven, beneden, links of rechts omde gewenste positie op de webpagina te zoeken. Druknogmaals op 8 als u wilt inzoomen om het gewenstegedeelte van de webpagina te zien.

Webfeeds en blogsSelecteer Menu > Web.Webfeeds zijn XML-bestanden op webpagina's die voordelen worden gebruikt, bijvoorbeeld het laatstenieuws of blogs. Webfeeds vindt u gewoonlijk op web-,blog- en wiki-pagina's.De browsertoepassing detecteert automatisch of eenwebpagina webfeeds bevat.Als er webfeeds beschikbaar zijn, selecteert u Opties >Abonneren op webfeeds om u op de webfeeds teabonneren.Als u een webfeed wilt bijwerken, selecteert u een feedin de weergave Webfeeds en selecteert u Opties >Webfeedopties > Vernieuwen.Als u wilt opgeven of webfeeds automatisch moetenworden bijgewerkt, selecteert u in de weergaveWebfeeds Opties > Bewerken > Bewerken. Dezeoptie is niet beschikbaar als u een of meer feeds hebtgemarkeerd.

WidgetsHet apparaat ondersteunt widgets. Widgets zijn kleine,te downloaden webtoepassingen die multimedia,nieuwsberichten en andere informatie, zoalsweerberichten, op uw apparaat bezorgen.Geïnstalleerde widgets worden als afzonderlijketoepassingen weergegeven in de map Toepassingen.U kunt widgets van het web downloaden met detoepassing Downloaden.Het standaardtoegangspunt voor widgets is hetzelfdeals in de webbrowser. Sommige widgets werkeninformatie automatisch op uw apparaat bij wanneerze op de achtergrond actief zijn.Bij het gebruik van widgets worden mogelijk grotehoeveelheden gegevens via het netwerk van deserviceprovider verzonden. Neem contact op met deserviceprovider voor meer informatie over de kostenvoor gegevensoverdracht.

Inhoud zoekenSelecteer Menu > Web.Als u tekst, telefoonnummers of e-mailadressen in dehuidige webpagina wilt zoeken, selecteert u Opties >Tekst en de juiste optie.Druk de bladertoets omlaag om naar het volgende itemte gaan. 65

Brow

ser

Druk de bladertoets omhoog om naar het vorige itemte gaan.

Tip: Als u op de huidige webpagina tekst wiltzoeken, drukt u op 2.

Items downloaden enaanschaffenU kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's,thema's en videoclips downloaden. Deze items wordengratis aangeboden of u kunt ze aanschaffen.Gedownloade items worden verder verwerkt door debijbehorende toepassingen in het apparaat. Eengedownloade foto kunt u bijvoorbeeld opslaan inGalerij.

Belangrijk: Installeer en gebruik alleentoepassingen en andere software van betrouwbarebronnen, zoals toepassingen die Symbian Signed zijnof die de Java Verified™-test hebben doorstaan.Een item downloaden:1. Selecteer de koppeling.2. Selecteer de optie waarmee u het item aanschaft,

bijvoorbeeld Kopen .3. Lees alle informatie nauwkeurig door.

4. Als u het downloaden wilt voortzetten ofannuleren, selecteert u de gewenste optie(bijvoorbeeld Accepteren of Annuleren ).

Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien vande lopende en voltooide downloads tijdens de huidigesessie.Selecteer Opties > Downloads als u de lijst wiltwijzigen. Selecteer in de lijst een item en Opties als ueen actieve download wilt annuleren of een voltooidedownload wilt openen, opslaan of wissen.

BookmarksSelecteer Menu > Web.Selecteer Opties > Ga naar > Bookmarks. U kuntwebadressen selecteren uit een lijst of uit eenverzameling bookmarks in de map Onlangs bezochtepag..Als u begint met het invoeren van een webadres, wordthet veld automatisch geopend.

geeft de homepage aan die voor hetstandaardtoegangspunt is gedefinieerd.Als u naar een nieuwe webpagina wilt gaan, selecteertu Opties > Ga naar > Nieuwe webpagina.Als u bookmarks wilt versturen en toevoegen of als ueen bookmark als de homepage wilt instellen,selecteert u Opties > Bookmarkopties.66

Brow

ser

Als u bookmarks wilt bewerken, verplaatsen ofverwijderen, selecteert u Opties > Bookmark-beheer.

De cache wissenDe opgevraagde gegevens of diensten wordenopgeslagen in het cachegeheugen van het apparaat.Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruiktom gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebtgezocht of gehad tot vertrouwelijke informatiewaarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u decache van het apparaat na gebruik beter legen.Als u de cache wilt leegmaken, selecteert u Opties >Privacyggvns wissen > Cache.

De verbinding verbrekenAls u de verbinding wilt beëindigen en de browser wiltsluiten, selecteert u Opties > Afsluiten.Als u de gegevens wilt verwijderen die door denetwerkserver worden verzameld over de door ubezochte webpagina's, selecteert u Opties >Privacyggvns wissen > Cookies.

Beveiliging van de verbindingAls het beveiligingspictogram ( ) tijdens eenverbinding wordt weergegeven, is hetgegevensverkeer tussen het apparaat en deinternetgateway of server gecodeerd.Het veiligheidspictogram geeft niet aan dat degegevensoverdracht tussen de gateway en decontentserver (waar de gegevens worden opgeslagen)veilig is. De serviceprovider beveiligt degegevensoverdracht tussen de gateway en decontentaanbieder.Voor sommige diensten, bijvoorbeeld bankieren, iseen beveiligingscertificaat vereist. Er verschijnt eenmelding als de identiteit van de server niet klopt of hetjuiste beveiligingscertificaat niet op het apparaataanwezig is. Neem voor meer informatie contact opmet uw serviceprovider.

Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificatende risico's van externe verbindingen en de installatievan software aanzienlijk beperkt, moet u decertificaten wel op de juiste wijze gebruiken om tekunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. Deaanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelfgeen enkele bescherming. De beveiliging wordt pasverbeterd als de certificaten correct, authentiek ofvertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperktegeldigheid. Als wordt aangegeven dat het certificaat is 67

Brow

ser

verlopen of dat het nog niet geldig is, terwijl hetcertificaat geldig zou moeten zijn, controleert u dan ofde huidige datum en tijd van het apparaat goed zijningesteld.Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet ucontroleren of de eigenaar van het certificaat kanworden vertrouwd en of het certificaat werkelijk vande opgegeven eigenaar afkomstig is.

WebinstellingenSelecteer Menu > Web en Opties > Instellingen eneen van de volgende opties:Algemene instellingen● Toegangspunt — Het standaardtoegangspunt

wijzigen. Sommige of alle toegangspunten kunnenvooraf door uw serviceprovider voor het apparaatzijn ingesteld. Mogelijk kunt u deze instellingen nietwijzigen, bewerken of verwijderen.

● Homepage — De homepage definiëren.● Miniweergave — Miniweergave in- of

uitschakelen. Miniweergave helpt u bij hetnavigeren in webpagina's.

● Geschiedenislijst — Als u tijdens het bladerenAan selecteert, kunt u Terug selecteren om een lijstweer te geven van de pagina's die u tijdens dehuidige sessie hebt bezocht.

● Veiligheidswrschwngn — Hiermee verbergt oftoont u veiligheidswaarschuwingen.

● Java/ECMA-script — Hiermee schakelt u hetgebruik van scripts in of uit.

● Java/ECMA-scriptfouten — Selecteer of uscriptmeldingen wilt ontvangen.

● Openen bij downloaden — Selecteer of u eenbestand wilt kunnen openen terwijl het wordtgedownload.

Pagina-instellingen● Inhoud laden — Selecteer of u tijdens het bladeren

afbeeldingen en andere objecten wilt laden. Als uAlleen tekst selecteert, kunt u Opties >Instrumenten > Afbeeldingen laden selecterenom later tijdens het bladeren afbeeldingen ofobjecten te laden.

● Standaardcodering — Als teksttekens niet juistworden weergegeven, kunt u een andere coderingselecteren die overeenkomt met de taal voor dehuidige pagina.

● Pop-ups blokkeren — Hiermee staat u toe ofvoorkomt u dat verschillende pop-upvensterstijdens het surfen automatisch worden geopend.

● Automat. opnieuw laden — Selecteer ofwebpagina's automatisch moeten wordenvernieuwd tijdens het bladeren.

● Lettergrootte — Hiermee geeft u de lettergroottevoor webpagina's op.

Privacy-instellingen● Onlangs bezochte pags. — Hiermee schakelt u het

automatisch verzamelen van bookmarks in of uit.68

Brow

ser

Selecteer Onlangs bezochte pags. als u deadressen van de bezochte webpagina's wilt blijvenopslaan in de map Map verbergen.

● Formulierggvns opslaan — Selecteer of hetwachtwoord en de gegevens die u invoert opverschillende formulieren op een webpaginamoeten worden opgeslagen en de volgende keerdat u de pagina opent moeten worden gebruikt.

● Cookies — Hiermee schakelt u het ontvangen enverzenden van cookies in of uit.

Instellingen voor webfeeds● Toeg.p. voor autom. aanp. — Selecteer het

gewenste toegangspunt voor bijwerken. Deze optieis alleen beschikbaar wanneer Automatischeupdates actief is.

● Update bij roaming — Selecteer of webfeedsautomatisch moeten worden bijgewerkt tijdens hetroamen. Deze optie is alleen beschikbaar wanneerAutomatische updates actief is. Neem voorinformatie over roamingkosten contact op met uwnetwerkprovider.

69

Brow

ser

MuziekWaarschuwing: Voortdurende blootstelling

aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoorbeschadigen. Luister naar muziek op een gematigdgeluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oorwanneer de luidspreker in gebruik is.

FM-radioDe FM-radio maakt gebruik van een andere antennedan de antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er eencompatibele hoofdtelefoon of andere accessoire ophet apparaat is aangesloten.Selecteer Menu > Muziek > FM-radio als u de radiowilt openen.Wanneer u de radio voor de eerste keer opent, helpteen wizard u bij het opslaan van lokale radiostations(netwerkdienst). Neem contact op met deserviceprovider voor meer informatie over debeschikbaarheid en kosten van de visuele dienst enmap met zenders.

Naar de radio luisterenSelecteer Menu > Muziek > FM-radio.De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk vandekking van het radiostation in het gebied.U kunt iemand bellen of een inkomende oproepnormaal beantwoorden terwijl u naar de radio luistert.De radio wordt gedempt tijdens actieve oproepen.Selecteer of als u het zoeken naar zenderswilt starten.Als u in uw apparaat radiozenders hebt opgeslagen,selecteert u of om naar de volgende of vorigeopgeslagen zender te gaan.Selecteer Opties en een van de volgende opties:● Luidspreker aan — Hiermee luistert u naar de

radio via de luidspreker.● Handmatig afstemmen — Hiermee wijzigt u

handmatig de frequentie.● Zenderoverzicht — Hiermee geeft u beschikbare

zenders weer op basis van hun locatie(netwerkdienst).

● Zender opslaan — Hiermee slaat u de zenderwaarop u momenteel hebt afgestemd, op in uw lijstmet zenders.

70

Muz

iek

● Zenders — Hiermee opent u de lijst metopgeslagen zenders.

● Afsp. in achtergrond — Hiermee gaat u terug naarde stand-by modus terwijl u op de achtergrond naarde FM-radio blijft luisteren.

Opgeslagen zendersSelecteer Menu > Muziek > FM-radio.Selecteer Opties > Zenders om de lijst metopgeslagen zenders te openen.Als u een opgeslagen zender wilt beluisteren,selecteert u Opties > Zender > Luisteren.Als u de zendergegevens wilt wijzigen, selecteert uOpties > Zender > Bewerken.

Instellingen voor FM-radioSelecteer Menu > Muziek > FM-radio.Selecteer Opties > Instellingen > Alternatievefrequenties > Autom. scannen aan om automatischte zoeken naar alternatieve frequenties als deontvangst zwak is.Selecteer Opties > Instellingen > Toegangspuntom het standaardtoegangspunt voor de radio in testellen.Selecteer Opties > Instellingen > Huidige regio omhet gebied te kiezen waarin u zich op dat moment

bevindt. Deze instelling wordt alleen weergegeven alser geen netwerkdekking is wanneer u de toepassingstart.

Nokia MuziekwinkelSelecteer Menu > Muziek > Muziekwinkl.In de Nokia Muziekwinkel (netwerkdienst) kunt umuziek opzoeken, doorbladeren en aanschaffen om tedownloaden naar het apparaat. Om muziek te kunnenaanschaffen, moet u zich eerst voor deze dienstregistreren.Als u de Nokia Muziekwinkel wilt bezoeken, moet u eengeldig internettoegangspunt hebben gedefinieerd ophet apparaat.De Nokia-muziekwinkel is niet in alle landen of regio'sbeschikbaar.Als u meer muziek in diverse categorieën wilt zoeken,selecteert u Opties > Zoeken in Muziekwinkel.Als u een toegangspunt voor de Nokia-muziekwinkelwilt instellen, selecteert u Standaardtoegangspunt.

Nokia InternetradioSelecteer Menu > Muziek > Internetradio.Met de toepassing Nokia Internetradio (eennetwerkdienst) kunt u naar beschikbare radiozenders 71

Muz

iek

op internet luisteren. Als u radiozenders wiltbeluisteren, moet u een draad LAN- (WLAN) of packet-gegevenstoegangspunt hebben gedefinieerd op uwapparaat. Bij het luisteren naar de zenders wordenmogelijk grote hoeveelheden gegevens via hetnetwerk van de serviceprovider verzonden. Deaanbevolen verbindingsmethode is WLAN (draadloosnetwerk). Vraag uw serviceprovider naar devoorwaarden en kosten van gegevensdienstenvoordat u andere verbindingen gebruikt. Bij een data-abonnement met een vast tarief kunt u bijvoorbeeldgrote hoeveelheden gegevens overbrengen tegen eeningesteld maandelijks bedrag.

Luisteren naar radiozenders opinternetSelecteer Menu > Muziek > Internetradio.Ga als volgt te werk om naar een radiozender opinternet te luisteren:1. Selecteer een zender in uw favorieten of in de lijst

met zenders. U kunt ook een zender op naamzoeken in de Nokia Internet Radio-dienst.U kunt handmatig een zender toevoegen doorOpties > Zender handm. toev. te selecteren. Ukunt ook met de toepassing Webbrowser naarzenderkoppelingen op internet zoeken.Compatibele koppelingen worden automatischgeopend in de toepassing Nokia Internet Radio.

2. Selecteer Luisteren.De weergave Afspelen wordt geopend metgegevens over de zender en het nummer dat u opdat moment beluistert.

Als u het afspelen wilt onderbreken, drukt u op debladertoets; als u het wilt hervatten, drukt u nogmaalsop de bladertoets.Als u zendergegevens wilt weergeven, selecteert uOpties > Zenderinformatie (niet beschikbaar als ude zender handmatig hebt opgeslagen).Als u naar een zender luistert die in uw favorieten isopgeslagen, drukt u de bladertoets naar links of rechtsom naar de vorige of volgende opgeslagen zender teluisteren.

Favoriete zendersSelecteer Menu > Muziek > Internetradio.U kunt uw favoriete zenders weergeven en beluisterendoor Favorieten te selecteren.U kunt een zender handmatig aan uw favorietentoevoegen door Opties > Zender handm. toev. teselecteren. Voer het webadres van de zender in evenalsde naam die u in uw lijst met favoriete zenders wiltopnemen.U kunt de zender die u op dat moment beluistert aanuw favorieten toevoegen door Opties > Toev. aanFavorieten te selecteren.

72

Muz

iek

U kunt zendergegevens weergeven, de zender hogerof lager in de lijst plaatsen of een zender uit uw lijstmet favoriete zenders verwijderen door Opties >Zender en de gewenste optie te selecteren.Als u alleen zenders wilt weergeven die met bepaaldeletters of cijfers beginnen, voert u de tekens een vooreen in. De overeenkomende zenders wordenweergegeven.

Zenders zoekenSelecteer Menu > Muziek > Internetradio.Ga als volgt te werk als u in de Nokia Internet Radio-dienst radiozenders op naam wilt zoeken:1. Selecteer Zoeken.2. Voer de naam van de zender of de eerste letters

daarvan in het zoekveld in en selecteer Zoeken.De overeenkomende zenders wordenweergegeven.

Als u naar een zender wilt luisteren, selecteert u dezeen selecteert u Luisteren.Als u een zender als een van uw favorieten wilt opslaan,selecteert u deze en selecteert u Opties > Toev. aanFavorieten.Selecteer Opties > Opnieuw zoeken als u een anderezoekopdracht wilt uitvoeren.

Lijst met zendersSelecteer Menu > Muziek > Internetradio enZenderoverzicht.De lijst met zenders wordt door Nokia bijgehouden. Alsu naar een internetzender buiten de lijst wilt luisteren,voegt u handmatig zendergegevens toe of bladert umet de toepassing Webbrowser naarzenderkoppelingen op internet.Maak een keuze uit de volgende opties:● Bladeren op genre — Hiermee geeft u de

beschikbare radiogenres weer.● Bladeren op taal — Hiermee geeft u de talen weer

waarin zenders worden uitgezonden.● Bladeren op land/regio — Hiermee geeft u de

landen weer waarin zenders worden uitgezonden.● Populaire zenders — Hiermee geeft u de meest

populaire zenders in de lijst weer.

Instellingen voor internetradioSelecteer Menu > Muziek > Internetradio enOpties > Instellingen.Als u het standaardtoegangspunt wilt selecteren omverbinding met het netwerk te maken, selecteert uStandaardtoegangspunt en maakt u uw keuze uit debeschikbare opties. Selecteer Altijd vragen als u wiltdat u wordt gevraagd het toegangspunt te selecterentelkens wanneer u de toepassing opent. 73

Muz

iek

Maak uw keuze uit de volgende opties als u deverbindingssnelheden voor de diverseverbindingstypen wilt wijzigen:● Bitrate voor GPRS-verb. — GPRS-packet-

gegevensverbindingen● Bitrate voor 3G-verbinding — 3G-packet-

gegevensverbindingen● Bitrate voor WiFi-verb. — WLAN-verbindingenDe kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk vande geselecteerde verbindingssnelheid. Hoe hoger desnelheid, des te beter de kwaliteit. U kunt bufferingvermijden door de hoogste kwaliteit alleen bij snelleverbindingen te gebruiken.

Nokia PodcastingMet de toepassing Nokia Podcasting (netwerkdienst)kunt u via de ether podcasts zoeken, abonnementenop podcasts nemen en podcasts downloaden en methet apparaat audio- en videopodcasts afspelen,beheren en met anderen delen.

Podcast-instellingenAls u Nokia Podcasting wilt openen, selecteert uMenu > Muziek > Podcasting.Geef uw verbindings- en downloadinstellingen opvoordat u Nokia Podcasting gebruikt.

De aanbevolen verbindingsmethode is WLAN. Vraag bijuw serviceprovider naar de voorwaarden en kostenvoor data-abonnementen voordat u andereverbindingsmethoden gebruikt. Bij een gegevensplanmet een vast tarief kunt u bijvoorbeeld grotehoeveelheden gegevens overbrengen tegen éénmaandelijks bedrag.VerbindingsinstellingenSelecteer Opties > Instellingen > Verbinding omde verbindingsinstellingen te bewerken, en maak uwkeuze uit de volgende opties:● Standaardtoeg. punt — Selecteer het

toegangspunt om uw internetverbinding tedefiniëren.

● URL van zoekservice — Definieer de URL van dedienst voor het zoeken naar podcasts die u inzoekopdrachten wilt gebruiken.

DownloadinstellingenSelecteer Opties > Instellingen > Downloaden omde downloadinstellingen te bewerken, en maak uwkeuze uit de volgende opties:● Opslaan in — Definieer de locatie waar u de

podcasts wilt opslaan.● Update-interval — Geef aan hoe vaak er een

update van de podcasts moet worden uitgevoerd.● Datum volgende update — Geef de datum van de

volgende automatische update op.74

Muz

iek

● Tijd volgende update — Hiermee geeft u hettijdstip van de volgende automatische update op.Automatische updates vinden alleen plaats als eenspecifiek standaardtoegangspunt is geselecteerd enNokia Podcasting wordt uitgevoerd. Als NokiaPodcasting niet wordt uitgevoerd, worden deautomatische updates niet geactiveerd.

● Downloadlimiet (%) — Hiermee geeft u aan welkpercentage van het geheugen voor gedownloadepodcasts wordt gereserveerd.

● Als limiet is bereikt — Geef aan wat u wilt doenals de downloads de downloadlimiet overschrijden.

Het instellen van de toepassing om automatischepodcasts binnen te halen, kan de overdracht van grotehoeveelheden gegevens via het netwerk van uwserviceprovider met zich meebrengen. Neem contactop met uw serviceprovider voor meer informatie overde kosten van gegevensoverdracht.Selecteer Opties > Standaardinstellingen in deweergave Instellingen als u de standaardinstellingenwilt herstellen.

Podcasts zoekenMet de zoekdienst kunt u podcasts op trefwoord of titelzoeken.De zoekdienst gebruikt de URL van depodcastzoekdienst die u hebt opgegeven in

Podcasting > Opties > Instellingen >Verbinding > URL van zoekservice.Selecteer Menu > Muziek > Podcasting enZoeken, en voer de gewenste trefwoorden in ompodcasts te zoeken.

Tip: Er wordt naar podcasttitels en trefwoordenin beschrijvingen gezocht, niet naar specifiekeepisodes. Algemene onderwerpen, zoals voetbalof hiphop, leveren meestal betere resultaten opdan een specifiek team of een specifieke artiest.

Selecteer Abonneren om een abonnement opgemarkeerde kanalen te nemen en die toe te voegenaan uw podcasts. U kunt ook een podcast toevoegendoor de titel ervan te selecteren.Selecteer Opties > Opnieuw zoeken om een nieuwezoekopdracht te starten.Tik op de podcast en selecteer Opties > Webpaginaopenen om naar de website van de podcast te gaan(netwerkdienst).Tik op de podcast en selecteer Opties >Beschrijving als u de details van een podcast wiltbekijken.Als u een podcast wilt verzenden naar een compatibelapparaat, tikt u op de podcast en selecteert u Opties >Zenden.

75

Muz

iek

MappenAls u mappen wilt openen, selecteert u Menu >Muziek > Podcasting en Mappen.In de mappen kunt u nieuwe podcast-episodes vindenwaarop u zich kunt abonneren.De inhoud van de mappen verandert. Selecteer degewenste map om deze bij te werken (netwerkdienst).De kleur van de map verandert zodra de update isvoltooid.In de mappen worden de podcasts gesorteerd oppopulariteit of in themamappen.Als u een themamap wilt openen, selecteert u de map.Er wordt een lijst met podcasts weergegeven.Als u zich op een podcast wilt abonneren, selecteert ude titel en Abonneren. Nadat u zich hebt geabonneerdop de episodes van een podcast, kunt u dezedownloaden, beheren en afspelen in het podcastmenu.Als u een nieuwe webmap wilt toevoegen, selecteert uOpties > Nieuw > Webmap of Map. Voer de naamen URL van het Outline Processor Markup Language-bestand (OPML) in en selecteer Gereed.Selecteer Opties > Bewerken om de geselecteerdemap, webkoppeling of webmap te bewerken.Als u een OPML-bestand wilt importeren dat isopgeslagen op uw apparaat, selecteert u Opties >

OPML-best. importeren. Selecteer de locatie van hetbestand en importeer het.Wanneer u een map als multimediabericht of viaBluetooth wilt verzenden, selecteert u de map enOpties > Zenden.Wanneer u een bericht met een OPML-bestand viaBluetooth ontvangt, opent u het bestand om het op teslaan in de map Ontvangen in Mappen. Open de mapom een abonnement te nemen op een van dekoppelingen en deze aan uw podcasts toe te voegen.

DownloadenNadat u zich op een podcast hebt geabonneerd, kuntu vanuit de mappen, door te zoeken of door eenwebadres in te voeren, in Podcasts episodes beheren,downloaden en afspelen.Als u de podcasts wilt bekijken waarop u zich hebtgeabonneerd, selecteert u Podcasting > Podcasts.Selecteer het podcastbestand om de titels vanafzonderlijke episodes te bekijken (een episode is eenspecifiek mediabestand van een podcast).Selecteer de episodetitel om te beginnen metdownloaden. Als u geselecteerde of gemarkeerdeepisodes wilt downloaden of verder wilt gaan met hetdownloaden van deze episodes, selecteert u Opties >Downloaden. U kunt verschillende episodes tegelijkdownloaden.76

Muz

iek

Als u een deel van een podcast wilt afspelen tijdens hetdownloaden of na deze gedeeltelijk te hebbengedownload, selecteert u de podcast en vervolgensOpties > Voorbeeld afspelen.Volledig gedownloade podcasts zijn te vinden in demap Podcasts maar worden pas weergegeven nadat ude bibliotheek hebt vernieuwd.

Podcasts afspelen en beherenAls u de beschikbare episodes van de geselecteerdepodcast wilt afspelen, gaat u naar Podcasts enselecteert u Openen. Onder elke episode vindt u debestandsindeling, de bestandsgrootte en het tijdstipvan de upload.Wanneer de podcast volledig is gedownload,selecteert u deze en selecteert u Afspelen om depodcast af te spelen.Selecteer Opties > Bijwerken als u de geselecteerdepodcast of gemarkeerde podcasts voor een nieuweepisode wilt bijwerken.Selecteer Opties > Bijwerken stoppen om hetbijwerken te stoppen.Selecteer Opties > Nieuwe podcast als u een nieuwepodcast wilt toevoegen door de URL van de podcast inte voeren. Als u geen toegangspunt hebt gedefinieerdof als u tijdens het tot stand brengen van degegevensverbinding wordt gevraagd een

gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren, neemt ucontact op met uw serviceprovider.Selecteer Opties > Bewerken als u de URL van degeselecteerde podcast wilt bewerken.Selecteer Opties > Verwijderen als u eengedownloade podcast of gemarkeerde podcasts vanuw apparaat wilt verwijderen.Selecteer Opties > Zenden als u de geselecteerdepodcast of gemarkeerde podcasts als OPML-bestandenin een multimediabericht of via de Bluetooth-verbinding naar een ander compatibel apparaat wiltverzenden.Als u een groep geselecteerde podcasts tegelijk wiltbijwerken, verwijderen of verzenden, selecteert uOpties > Markeringen aan/uit markeert u degewenste podcasts en selecteert u Opties om degewenste actie te kiezen.Selecteer Opties > Webpagina openen om dewebsite van de podcast te openen (netwerkdienst).Sommige podcasts bieden de mogelijkheid om tecommuniceren met de makers van de podcast doorcommentaar te geven of ergens een stem op uit tebrengen. Selecteer Opties > Opmerkingen weerg.als u een internetverbinding tot stand wilt brengen omdit te doen.

77

Muz

iek

MuziekspelerDe muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen alsAAC, AAC+, eAAC+, MP3 en WMA, maar dat betekent nietautomatisch dat ook alle functies of variaties van dezebestandsindelingen worden ondersteund.U kunt met de muziekspeler podcast-episodesafspelen. Podcasts zijn de methode voor hetaanleveren van audio- of video-inhoud via internetwaarbij RSS- of ATOM-technologie wordt gebruikt omdeze inhoud op mobiele apparaten en pc's af te spelen.

Een liedje of podcast-episodeafspelenAls u Muziekspeler wilt openen, selecteert u Menu >Muziek > Muziekspeler.U moet mogelijk de bibliotheken met muziek enpodcasts vernieuwen nadat u de selectie van liedjes ofpodcasts in uw apparaat hebt bijgewerkt. SelecteerOpties > Biblioth. vernieuwen in dehoofdweergave van Muziekspeler wanneer u allebeschikbare items aan de bibliotheek wilt toevoegen.Ga als volgt te werk om een liedje of podcast-episodeaf te spelen:

1. Selecteer categorieën als unaar het nummer of depodcast wilt gaan waarnaar uwilt luisteren.

2. Druk op als u degeselecteerde bestanden wiltafspelen.

Druk op als u het afspelen wilt onderbreken. Drukop als u het afspelen wilt hervatten. Druk op als u het afspelen wilt stoppen.Houd of ingedrukt als u vooruit of achteruitwilt spoelen. Druk op als unaar het volgendeitem wilt gaan. Drukop als u wiltterugkeren naar hetbegin van het item.Druk nogmaals op

binnen tweeseconden nadat eennummer of podcast is gestart als u naar het vorige itemwilt gaan.Wanneer u willekeurig afspelen ( ) wilt in- ofuitschakelen, selecteert u Opties > Willekeurigafspelen.

78

Muz

iek

Selecteer Opties > Herhalen wanneer u het huidigeitem ( ) of alle items ( ) wilt herhalen, of herhalenwilt uitschakelen.Als u podcasts afspeelt, zijn willekeurig afspelen enherhalen automatisch uitgeschakeld.Druk op de volumetoets om het volume te regelen.Selecteer Opties > Equalizerals u de toon voor hetafspelen van muziek wilt wijzigen.Selecteer Opties > Instellingen als u de balans en hetstereobeeld wilt wijzigen of de lage tonen wiltversterken.Selecteer Opties > Visualisatie weergeven als utijdens het afspelen een visualisatie wilt weergeven.Druk op de beëindigingstoets als u wilt terugkerennaar de stand-by modus en de speler op deachtergrond wilt laten spelen of houd de menutoetsingedrukt als u wilt schakelen naar een anderegeopende toepassing.Selecteer Opties > Afsluiten als u de muziekspelerwilt sluiten.

PlaylistsSelecteer Menu > Muziek > Muziekspeler.Ga naar het menu Muziek en selecteer Afspeellijstenals u playlists wilt weergeven en beheren.

Selecteer Opties > Details afspeellijst als u detailsvan de afspeellijst wilt bekijken.Een playlist maken1. Selecteer Opties > Nieuwe afspeellijst.2. Voer een naam voor de playlist in selecteer OK.3. Selecteer Ja om nu liedjes toe te voegen of selecteer

Nee om de liedjes later toe te voegen.4. Wanneer u Ja selecteert, selecteert u artiesten om

liedjes te zoeken die u in de afspeellijst wiltopnemen. Druk op de bladertoets om items toe tevoegen.Druk de bladertoets naar rechts als u de lijst metliedjes onder de naam van een artiest wiltweergeven. Druk de bladertoets naar links als u delijst met liedjes wilt verbergen.

5. Selecteer Gereed wanneer u uw selecties hebtvoltooid.De afspeellijst wordt opgeslagen in hetmassageheugen van uw apparaat.

Selecteer Opties > Tracks toevoegen terwijl u deafspeellijst weergeeft als u later meer nummers wilttoevoegen.Selecteer een item en selecteer Opties > Tvgn aanafspeellijst > Opgeslagen afspeellst of Nieuweafspeellijst als u nummers, albums, artiesten, genresen componisten aan een afspeellijst wilt toevoegen 79

Muz

iek

vanuit de verschillende weergaven van hetmuziekmenu.Selecteer Opties > Verwijderen als u een nummer uiteen afspeellijst wilt verwijderen. Hiermee verwijdert uhet nummer niet uit het apparaat, maar alleen uit deplaylist.Ga naar het nummer dat u wilt verplaatsen en selecteerOpties > Verplaatsen als u de volgorde van nummersin een afspeellijst wilt wijzigen. Gebruik de bladertoetsals u nummers naar een nieuwe positie wilt slepen.

PodcastsSelecteer Menu > Muziek > Podcasting.In het podcastmenu worden de podcasts weergegevendie beschikbaar zijn in het apparaat.Er zijn drie statuswaarden voor podcast-episodes:nooit afgespeeld, gedeeltelijk afgespeeld en volledigafgespeeld. Wanneer een episode gedeeltelijk isafgespeeld, wordt deze de volgende keer vanaf delaatste afspeelpositie afgespeeld. Wanneer eenepisode nooit is afgespeeld of volledig is afgespeeld,wordt deze vanaf het begin afgespeeld.

Eigen netwerk met music playerU kunt gegevens die op uw Nokia-apparaat zijnopgeslagen, op afstand afspelen op compatibeleapparatuur in een eigen netwerk. U kunt bestanden

van uw Nokia-apparaat ook naar andere apparatenkopiëren die op uw eigen netwerk zijn aangesloten.Eerst moet uw eigen netwerk zijn geconfigureerd. Zie'Informatie over het eigen netwerk', p. 98.Een nummer of podcast extern afspelen1. Selecteer Menu > Muziek > Muziekspeler2. Selecteer categorieën als u naar het nummer of de

podcast wilt gaan waarnaar u wilt luisteren.3. Selecteer het gewenste nummer of de gewenste

podcast en selecteer Opties > Afspelen > Viaexterne speler.

4. Selecteer het apparaat waarin het bestand wordtafgespeeld.

Nummers of podcasts draadloos kopiërenAls u mediabestanden van uw apparaat wilt kopiërenof overbrengen naar een ander compatibel apparaat ineen eigen thuisnetwerk, selecteert u een bestand enselecteert u vervolgens Opties > Kopie nr eig.netw.. Het delen van inhoud hoeft niet te zijningeschakeld in de instellingen van het eigenthuisnetwerk. Zie 'Delen inschakelen en inhouddefiniëren', p. 100.

Muziek overbrengen vanaf de pcU kunt muziek overbrengen op de volgende manieren:● Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als

massageheugenapparaat waarnaar u80

Muz

iek

gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt uverbinding via een compatibele USB-kabel of viaBluetooth. Selecteer Massaopslag alsverbindingsmethode wanneer u een USB-kabelgebruikt.

● Sluit een compatibele USB-kabel aan en selecteerMediaoverdracht als verbindingsmethodewanneer u muziek wilt synchroniseren metWindows Media Player.

Als u de standaard USB-verbindingsmodus wiltwijzigen, selecteert u Menu > Instrumenten >Connect. > USB en USB-verbindingsmodus.

FM-zenderInformatie over de FM-zenderDe beschikbaarheid van de FM-radiozender kan perland verschillen. Ten tijde van het samenstellen vandeze informatie was het gebruik van de FM-zendertoegestaan in de volgende Europese landen: België,Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland,Finland, Groot-Brittannië, IJsland, Liechtenstein,Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen,Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, Turkije, Zwedenen Zwitserland. Raadpleeg www.nokia.com/fmtransmitter voor actuele informatie en voor een lijstvan landen buiten Europa.

Met de FM-zender kunt u nummers in het apparaat viaeen willekeurige FM-ontvanger, zoals een autoradio ofeen stereoset, afspelen.De reikwijdte van de FM-zender is maximaal tweemeter. De overdracht kan hinder ondervinden vanobstakels, zoals muren, andere elektronischeapparaten of publieke radiozenders. De FM-zender kanstoringen veroorzaken in nabijgelegen FM-zenders dieop dezelfde frequentie werken. Als u storingen wiltvoorkomen, dient u voordat u de FM-zender gebruiktaltijd een vrije FM-frequentie op de zender te zoeken.De FM-zender kan niet tegelijkertijd met de FM-radiovan het apparaat worden gebruikt.Het frequentiebereik van de zender ligt tussen 88,1 en107,9 MHz.Als de zender is ingeschakeld en er geluiden wordenverzonden, wordt weergegeven in de stand-bymodus. Als de zender is ingeschakeld en er geengeluiden worden verzonden, wordt weergegevenen er klinkt een geluidssignaal. De zender wordtautomatisch uitgeschakeld als deze gedurende enkeleminuten geen geluiden verzendt.

Een nummer afspelen met de FM-zenderSelecteer Menu > Muziek > Muziekspeler.

81

Muz

iek

Ga als volgt te werk om een op uw apparaatopgeslagen nummer via een compatibele FM-ontvanger af te spelen:1. Selecteer een nummer of selecteer de afspeellijst

die u wilt afspelen.2. Selecteer Opties > FM-zender in de weergave

Afspelen.3. Als u de FM-zender wilt activeren, selecteert u FM-

zender > Aan en voert u een vrije frequentie in.Als de frequentie 107,8 MHz in uw gebiedbijvoorbeeld vrij is en u de FM-ontvanger eropafstemt, moet u de FM-zender ook afstemmen op107,8 MHz.

4. Stem het ontvangstapparaat op dezelfdefrequentie af en selecteer Opties > Afsluiten.

Als u het volume wilt aanpassen, gebruikt u devolumefunctie in het ontvangstapparaat.Voortdurende blootstelling aan een hooggeluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luisternaar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houdhet apparaat niet dicht bij uw oor wanneer deluidspreker in gebruik is.Als er gedurende enkele minuten geen muziek wordtafgespeeld, wordt de zender automatischuitgeschakeld.

FM-zenderinstellingenSelecteer Menu > Muziekspeler > FM-zender.

Als u de FM-zender wilt inschakelen, selecteert u FM-zender > Aan.Selecteer Frequentie en voer de gewenste waarde inom de frequentie handmatig in te stellen.Als u de eerder gebruikte frequenties wilt weergeven,selecteert u Opties > Recente frequenties.

82

Muz

iek

Positionering (GPS)Met toepassingen zoals GPS-gegevens kunt u uwpositie bepalen of afstanden en coördinatenberekenen. Voor deze toepassingen is een GPS-verbinding nodig.

Informatie over GPSDe coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in gradenen decimale graden op basis van het internationalecoördinatensysteem WGS-84. De beschikbaarheid vande coördinaten kan per regio verschillen.Het GPS-systeem (Global Positioning System) valtonder het beheer van de regering van de VerenigdeStaten, die als enige verantwoordelijk is voor denauwkeurigheid en het onderhoud van het systeem.De accuratesse van de locatiegegevens kan negatiefworden beïnvloed door wijzigingen door de regeringvan de Verenigde Staten met betrekking tot de GPS-satellieten en is onderhevig aan veranderingen in hetGPS-beleid van het ministerie van defensie van deVerenigde Staten voor civiele doeleinden enwijzigingen in het Federal Radio Navigation Plan. Deaccuratesse kan ook negatief worden beïnvloed dooreen gebrekkige satellietconfiguratie. Debeschikbaarheid en kwaliteit van GPS-signalen kunnen

negatief worden beïnvloed door uw positie,gebouwen, natuurlijke obstakels enweersomstandigheden. GPS-signalen zijn ingebouwen of onder de grond mogelijk nietbeschikbaar en kunnen worden gehinderd doormaterialen zoals beton en metaal.GPS moet niet worden gebruikt voor exacteplaatsbepaling en u moet nooit uitsluitend op delocatiegegevens van de GPS-ontvanger vertrouwenvoor plaatsbepaling of navigatie.De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en erkunnen afrondingsfouten voorkomen. Denauwkeurigheid kan ook worden beïnvloed door debeschikbaarheid en de kwaliteit van GPS-signalen.Verschillende methoden voor positiebepaling kunnenworden ingeschakeld of uitgeschakeld inpositiebepalingsinstellingen.

A-GPS (Assisted GPS)Uw apparaat ondersteunt ook A-GPS (Assisted GPS).Voor A-GPS is netwerkondersteuning vereist.Assisted-GPS (A-GPS) wordt gebruikt voor hetverkrijgen van aanvullende gegevens via een 83

Posi

tione

ring

(GPS

)

pakketgegevensverbinding, zodat u gemakkelijker decoördinaten van uw huidige locatie kunt berekenenwanneer het apparaat signalen ontvangt vansatellieten.Wanneer u A-GPS activeert, ontvangt uw apparaat viahet mobiele netwerk nuttige satellietgegevens vaneen hulpgegevensserver. Met behulp van dezehulpgegevens kan de GPS-positie sneller wordengedetecteerd in het apparaat.Uw apparaat is standaard geconfigureerd voor gebruikvan de Nokia A-GPS-dienst, als er geen A-GPS-instellingen voor een specifieke serviceprovidervoorhanden zijn. De hulpgegevens worden alleen vande server van de Nokia A-GPS-dienst opgehaaldwanneer dat nodig is.Als u de dienst A-GPS wilt uitschakelen, selecteert uMenu > Toepassngn > GPS-gegevens en Opties >Instell. positiebepaling > Methodenpos.bepaling > Assisted GPS > Uitschakelen.U moet op uw apparaat een internettoegangspuntdefiniëren als u via een gegevensverbindinghulpgegevens van de Nokia A-GPS-dienst wilt ophalen.Het toegangspunt voor A-GPS kan worden gedefinieerdin positiebepalingsinstellingen. Voor deze dienst kangeen draadloos LAN-toegangspunt (WLAN) wordengebruikt.Er kan alleen internettoegangspunt voor eengegevensverbinding worden gebruikt. U wordtgevraagd het internettoegangspunt te selecterenwanneer u GPS voor het eerst gebruikt.

Het apparaat correctvasthoudenWanneer u de GPS-ontvanger gebruikt, moet u zorgendat u de antenne niet met uw hand bedekt.Het kan enkeleseconden tot enkeleminuten durenvoordat een GPS-verbinding tot standis gebracht. In eenvoertuig duurt ditmogelijk langer.De GPS-ontvangerkostbatterijvermogen. Als u de GPS-ontvanger gebruikt, isde batterij mogelijk sneller leeg.

Tips voor het maken van eenGPS-verbindingHoud rekening met het volgende als het apparaat geensatellietsignaal kan detecteren:● Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een beter

signaal te ontvangen.● Ga als u buiten bent naar een omgeving met minder

obstakels.84

Posi

tione

ring

(GPS

)

● Controleer of de GPS-antenne van het apparaat nietwordt afgedekt door uw hand.

● Slechte weersomstandigheden kunnen designaalsterkte beïnvloeden.

● Sommige voertuigen hebben getint (athermisch)glas, dat de satellietsignalen kan blokkeren.

De status van het satellietsignaal controlerenAls u wilt controleren hoeveel satellieten uw apparaatheeft gevonden, en of uw apparaat satellietsignalenontvangt, selecteert u Menu > Toepassngn > GPS-gegevens en Opties > Satellietstatus.Als uw apparaat satellietenheeft gevonden, wordt voorelke satelliet een balkweergegeven in de weergaveSatellietinformatie. Hoelanger de balk, hoe sterkerhet satellietsignaal is. Als uwapparaat voldoende gegevens heeft ontvangen vanhet satellietsignaal om de coördinaten van uw locatiete berekenen, verandert de kleur van de balk.In eerste instantie moet het apparaat signalen vanminstens vier satellieten ontvangen om decoördinaten van uw locatie te kunnen berekenen.Nadat de eerste berekening is gemaakt, kunnen decoördinaten van uw locatie in sommige gevallenverder met drie satellieten worden berekend. Meestal

komt het echter de nauwkeurigheid ten goede alsmeer satellieten worden gevonden.

PositieaanvragenMogelijk ontvangt u van een netwerkdienst eenaanvraag om uw positiegegevens te ontvangen.Serviceproviders kunnen op basis van de locatie vanhet apparaat informatie aanbieden over lokaleonderwerpen, bijvoorbeeld weer of verkeer.Wanneer u een positieaanvraag ontvangt, verschijnt ereen bericht met informatie over de dienst die deaanvraag heeft verzonden. Selecteer Accepteren omtoestemming te geven voor het verzenden van uwpositiegegevens of Weigeren om de aanvraag teweigeren.

PlaatsenSelecteer Menu > Toepassngn > Plaatsen.U kunt Plaatsen gebruiken om de positiegegevens vanspecifieke locaties in het toestel op te slaan. U kunt deopgeslagen locaties onderverdelen in verschillendecategorieën, zoals bedrijf, en andere informatiehieraan toevoegen, zoals adressen. U kunt uwopgeslagen plaatsen gebruiken in compatibeletoepassingen, zoals GPS-gegevens.

85

Posi

tione

ring

(GPS

)

GPS-coördinaten worden uitgedrukt in graden endecimale graden op basis van het internationalecoördinatensysteem WGS-84.Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgendeopties:● Nieuwe plaats — Hiermee maakt u een nieuwe

plaats. Als u een positieaanvraag wilt doen voor uwhuidige locatie, selecteert u Huidige positie. Als ude locatie wilt selecteren op een kaart, selecteert uSelecteren op kaart. Als u de positiegegevenshandmatig wilt invoeren, selecteert u Handmatigopgeven.

● Bewerken — Hiermmee voegt u informatie (zoalseen adres) toe aan een opgeslagen plaats ofbewerkt u deze.

● Toevoegen aan categorie — Hiermee voegt u eenplaats toe aan een categorie in Plaatsen. Selecteerelke categorie waaraan u de plaatsbepaling wilttoevoegen.

● Verzenden — Hiermee verzendt u een of meerdereplaatsen naar een compatibel apparaat. De plaatsendie u hebt ontvangen worden opgeslagen in de mapInbox van Berichten.

U kunt uw plaatsen onderverdelen in vooraf ingesteldecategorieën en u kunt nieuwe categorieën maken. Ukunt nieuwe categorieën voor plaatsen bewerken enmaken door het tabblad Categorieën te openen enOpties > Categorieën bewerken te selecteren.

GPS-gegevensSelecteer Menu > Toepassngn > GPS-gegevens.GPS-gegevens zijn ontworpen om toegang te biedentot informatie over de route naar een geselecteerdebestemming, positiegegevens over uw huidige locatieen reisgegevens, zoals de geschatte afstand tot debestemming en de geschatte reisduur.De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in gradenen decimale graden op basis van het internationalecoördinatensysteem WGS-84.Als u GPS-gegevens wilt gebruiken, moet de GPS-ontvanger van het apparaat aanvankelijkpositiegegevens ontvangen van minimaal viersatellieten om de coördinaten van uw locatie tekunnen berekenen. Nadat een eerste berekening isgemaakt, kunnen verdere berekeningen van decoördinaten van uw locatie mogelijk wordenuitgevoerd met drie satellieten. In het algemeen is deberekening echter nauwkeuriger als er meersatellieten worden gevonden.

Route-instructiesSelecteer Menu > Toepassngn > GPS-gegevens enNavigatie.Start de route-instructies buiten. Als u dit binnen doet,ontvangt de GPS-ontvanger mogelijk niet debenodigde informatie van de satellieten.86

Posi

tione

ring

(GPS

)

Bij route-instructies wordt een roterend kompas in hetscherm van het apparaat gebruikt. Een rode bal geeftde richting van de bestemming aan en de gemiddeldeafstand tot deze bestemming wordt in de kompasringweergegeven.Route-instructies zijn bedoeld om u de snelste en dekortste weg naar uw bestemming te tonen, gemetenin een rechte lijn. Obstakels onderweg, zoalsgebouwen en natuurlijke obstakels, wordengenegeerd. Bij het berekenen van de afstand wordenhoogteverschillen buiten beschouwing gelaten.Route-instructies zijn alleen actief wanneer u inbeweging bent.U kunt de bestemming van uw reis instellen doorOpties > Bestemming instellen te selecteren. Kiesvervolgens een plaats als bestemming van uw reis ofvoer de coördinaten voor de lengte- en breedtegraadin.Als u de ingestelde reisbestemming wilt verwijderen,selecteert u Navigatie stoppen.

Positiegegevens ophalenSelecteer Menu > Toepassngn > GPS-gegevens enPositie.In de positieweergave kunt u de positiegegevens vanuw huidige locatie bekijken. U ziet ook een schattingvan de juistheid van de locatie.

U kunt uw huidige locatie opslaan als plaats doorOpties > Positie opslaan te selecteren. Plaatsen zijnopgeslagen locaties met extra informatie en kunnenworden gebruikt in andere compatibele toepassingenen kunnen worden uitgewisseld tussen compatibeleapparaten.

TripmeterSelecteer Menu > Toepassngn > GPS-gegevens enTripafstand.De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en erkunnen afrondingsfouten voorkomen. Denauwkeurigheid kan ook worden beïnvloed door debeschikbaarheid en de kwaliteit van GPS-signalen.Selecteer Opties > Starten of Stoppen om deberekening van de afgelegde afstand in of uit teschakelen. De berekende waarden blijven op hetscherm staan. Gebruik deze functie in de openluchtvoor een beter GPS-signaal.Selecteer Opties > Herstellen om de reisafstand, detijd, de gemiddelde snelheid en maximumsnelheid inte stellen op nul, en een nieuwe berekening te starten.U kunt de reismeter en de totale tijd op nul zetten doorOpnieuw starten te selecteren.

87

Posi

tione

ring

(GPS

)

Nokia KaartenOver KaartenMet Kaarten kunt u uw huidige locatie op de kaartweergeven, kaarten van verschillende steden enlanden bekijken, plaatsen zoeken, routes plannentussen de ene locatie en de andere, locaties opslaan enverzenden naar compatibele apparaten. U kunt ooklicenties aanschaffen voor diensten die verkeers- ofnavigatie-informatie aanbieden, als die beschikbaarzijn in uw land of regio.Wanneer u Kaarten de eerste keer gebruikt, moet umogelijk een internettoegangspunt selecteren voorhet downloaden van kaarten.Als u naar een gebied gaat dat niet wordt gedekt doorkaarten die u al naar het apparaat hebt gedownload,wordt automatisch via internet een kaart voor hetgebied gedownload. Sommige kaarten zijn mogelijk albeschikbaar op uw apparaat of de geheugenkaart. Ukunt ook de software Nokia Map Loader gebruiken omkaarten te downloaden. Als u Nokia Map Loader wiltinstalleren op een compatibele pc, gaat u naarwww.nokia.com/maps.

Tip: Als u kosten van gegevensoverdracht wiltvermijden, kunt u Kaarten ook gebruiken zonderinternetverbinding: u bladert door de kaarten

die zijn opgeslagen op uw apparaat ofgeheugenkaart.

Opmerking: Het downloaden van content zoalskaarten, satellietbeelden, spraakbestanden, gidsen ofverkeersinformatie gaat meestal gepaard met deoverdracht van grote hoeveelheden gegevens(netwerkdienst).Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraaten volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op decartografie die u voor dit apparaat hebt gedownload.

NetwerkpositioneringSelecteer Menu > Kaarten.U kunt het mobiele netwerk gebruiken om uw huidigelocatie te vinden, zelfs binnen. Dit gaat sneller maar isminder nauwkeurig dan met GPS, en u kunt de locatieniet gebruiken als beginpunt voor navigatie.Als u het mobiele netwerk wilt gebruiken voorpositionering, selecteert u de methode voorpositionering via het netwerk in deapparaatinstellingen. Als u de toepassing Kaart startterwijl uw GPS-verbinding gereed is, wordt GPS88

Noki

a Ka

arte

n

gebruikt als positioneringsmethode in plaats van hetmobiele netwerk.

KompasSelecteer Menu > Kaarten.Het apparaat heeft een intern kompas. Wanneer hetkompas is ingeschakeld, is de cirkel om het kompasgroen, en draait de kaartweergave automatisch meemet de richting waarin de bovenkant van het apparaatwijst.De nauwkeurigheid van het kompas is beperkt.Elektromagnetische velden, metalen objecten ofandere externe omstandigheden kunnen denauwkeurigheid van het kompas nadelig beïnvloeden.Het kompas moet altijd goed worden geijkt.Standaard is het kompas ingeschakeld. Als u hetkompas wilt uitschakelen, selecteert u in dehoofdweergave van Kaarten de optie Opties >Instrumenten > Kompas uitschakelen. Wanneerhet kompas niet is ingeschakeld, is de cirkel om hetkompas wit, en draait de kaartweergave nietautomatisch mee. U kunt het kompas alleenuitschakelen voor de huidige gebruikerssessie. Devolgende keer dat u Kaarten weer opent, wordt hetkompas automatisch weer ingeschakeld.Voordat u het kompas kunt kalibreren, moet u hetvolgende controleren:

● Of de GPS-verbinding actief is.● Of de sensoren van het apparaat zijn ingeschakeld.

Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon >Sensorinstell. > Sensoren > Aan.

● De kaart is ingezoomd op de GPS-locatie waar u zichbevindt. Is dit niet het geval, dan wordt dekompasroos niet weergegeven.

Ga als volgt te werk om het kompas te kalibreren:Draai hetapparaat in eenvloeiendebeweging inalle richtingentotdat dekalibratie-indicator groen wordt.Als de indicatorgeel is, is hetkompasminder nauwkeurig. Als de indicator rood is, is hetkompas niet gekalibreerd.

Over de kaart schuivenWanneer de GPS-verbinding actief is, wordt uw huidigelocatie met aangegeven op de kaart. 89

Noki

a Ka

arte

n

Selecteer Opties > Mijn positie om uw huidige oflaatste bekende positie weer te geven.Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links ofnaar rechts om over de kaart te schuiven. De kaart isstandaard naar het noorden gericht.Als u een actieve gegevensverbinding hebt en de kaartop het scherm bekijkt, wordt er automatisch eennieuwe kaart gedownload als u naar een gebiedbladert waar u nog niet eerder een kaart van hebtgedownload. De kaarten worden automatischopgeslagen in het apparaatgeheugen of op eencompatibele geheugenkaart, als deze is geïnstalleerd.Als u wilt inzoomen en uitzoomen op de kaart, drukt uop * en #.Als u het kaarttype wilt wijzigen, selecteert u Opties >Kaartmodus.

SchermsymbolenHet GPS-symbool geeft de beschikbaarheidvan het satellietsignaal aan. Eén balk is één satelliet.Wanneer het apparaat satellietsignalen probeert tevinden, is de balk geel. Wanneer het apparaatvoldoende gegevens van de satellieten ontvangt omvia GPS uw locatie te berekenen, wordt de balk groen.Hoe meer groene balken, des te betrouwbaarder delocatieberekening.

In eerste instantie moet het apparaat signalen vanminstens vier satellieten ontvangen om uw locatie tekunnen berekenen. Na de aanvankelijke berekening ishet signaal van drie satellieten mogelijk genoeg.Het gegevensoverdrachtsymbool geeftaan welke internetverbinding u gebruikt en hoeveelgegevens zijn overgedragen sinds u de toepassinghebt gestart.

Locatie zoekenDruk op de bladertoets en selecteer Verkennen om tezoeken naar locaties. Begin de naam van de locatie inhet zoekveld in te voeren. Er worden automatischbijpassende locaties in de buurt gezocht. Selecteer delocatie uit de lijst of voer de naam van de locatie in hetzoekveld in en selecteer Zoeken.1. Selecteer Opties > Op adres zoeken als u een

specifiek adres wilt zoeken.2. Begin de vereiste informatie in te voeren. De velden

met een sterretje (*) zijn verplicht.3. Selecteer het adres uit de lijst met suggesties.4. Selecteer Opties > Zoeken.Als u wilt zoeken naar een adres dat in de contactenlijstopgeslagen is, selecteert u Opties > Op adreszoeken > Opties > Selecteren uit Contacten.

90

Noki

a Ka

arte

n

Selecteer Opties > Op adres zoeken > Opties >Zoeken op coördinaten om te zoeken naar locatiesop grond van hun coördinaten. Blader naar boven ofbeneden om de notatiewijze van de coördinaten teselecteren.Als u wilt zoeken naar locaties binnen een bepaaldecategorie, zoals restaurants of winkels, drukt u op debladertoets en selecteert u Verkennen. Selecteer eencategorie en voer in het zoekveld de zoektermen in.

Een route plannenAls u een route wilt plannen, bladert u naar hetbeginpunt op de kaart, drukt u op de bladertoets enselecteert u Toevoegen aan route. Selecteer Nieuwroutepunt toev. om de bestemming en meer locatiesaan de route toe te voegen. Als u uw huidige positieals beginpunt wilt gebruiken, voegt u de bestemmingaan de route toe.Als u de volgorde van de locaties op de route wiltwijzigen, bladert u naar een locatie. Vervolgens druktu op de bladertoets en selecteert u Verplaatsen. Ganaar de plaats waarnaar u de locatie wilt verplaatsenen selecteer Selecteren.Als u de route wilt bewerken, drukt u op de bladertoetsen selecteert u Route bewerken.Als u de route wilt weergeven op de kaart, selecteert uRoute weergeven.

Als u met de auto of te voet naar de bestemming wiltnavigeren, en u een licentie hebt aangeschaft voordeze diensten, selecteert u Route weergeven >Opties > Rit starten of Wandeling starten.Als u de route wilt opslaan, selecteert u Routeweergeven > Opties > Route opslaan.

Locaties opslaan en verzendenAls u een locatie wilt opslaan op uw apparaat, drukt uop de bladertoets en selecteert u Opslaan.Als u de opgeslagen locaties wilt weergeven, in dehoofdweergave, selecteert u Opties > Favorieten.Als u een locatie wilt opslaan op een compatibelapparaat, drukt u op de bladertoets en selecteert uVerzenden.

Opgeslagen items weergevenAls u de locaties en routes die u op uw apparaat hebtopgeslagen wilt weergeven, selecteert u Opties >Favorieten.Als u de opgeslagen locaties op alfabet of op afstandwilt sorteren, selecteert u Places > Opties >Sorteren.Als u de locatie wilt weergeven op de kaart, drukt u opde bladertoets en selecteert u Weergeven op kaart. 91

Noki

a Ka

arte

n

Als u de locatie wilt toevoegen aan een route, drukt uop de bladertoets en selecteert u Toevoegen aanroute.Als u een verzameling wilt creëren van uw favorieteplaatsen, zoals restaurants of museums, selecteert uOpties > Nieuwe collectie.

Navigeren naar debestemmingAls u naar uw bestemming wilt navigeren, moet u eenlicentie aanschaffen voor de navigatiedienst.Selecteer Opties > Winkel en licenties > Rijden/lopen als u een licentie wilt kopen voor voetgangers-en autonavigatie. Als u een navigatielicentie alleenvoor voetgangers wilt kopen, selecteert u Lopen. Delicentie is regiospecifiek. U kunt deze alleen gebruikenin het geselecteerde gebied. U kunt de licentie betalenmet een creditcard of via uw telefoonrekening, alsdeze functie wordt ondersteund door uwserviceprovider. De licentie is overdraagbaar van uwapparaat op een ander compatibel apparaat, maar ukunt de licentie slechts op één apparaat tegelijkgebruiken.Wanneer u de autonavigatie de eerste keer gebruikt,wordt u verzocht de taal van de gesproken begeleidingte selecteren en de betreffende bestanden voorgesproken begeleiding te downloaden. Als u de taal

later wilt wijzigen, selecteert u in de hoofdweergaveOpties > Instrumenten > Instellingen >Navigatie > Gesproken begeleiding. Voorvoetgangernavigatie is geen gesproken begeleidingbeschikbaar.Als u navigatie wilt starten, bladert u naar een locatie,drukt u op de bladertoets en selecteert u Hierheenrijden of Hierheen lopen.Als u het navigeren wilt stoppen, selecteert uStoppen.

Navigatiesysteem voorvoetgangersDe wandelroutes omvatten voetgangerszones enparken, geven prioriteit aan wandelpaden en kleinerewegen en laten autowegen weg.De afstand tussen begin- en eindpunt van eenwandelroute is beperkt tot maximaal 50 kilometer (31mijl) en de reissnelheid is beperkt tot maximaal 30 km/u (18 mijl/u). Als de snelheidslimiet wordtoverschreden, stopt de navigatie en wordt dezevoortgezet zodra de snelheid zich weer binnen delimiet bevindt.Voor voetgangersnavigatie zijn geen gesprokeninstructies beschikbaar, maar het apparaatwaarschuwt u met een toon of vibratie ongeveer 20meter (22 yards) voor een afslag of een andere

92

Noki

a Ka

arte

n

manoeuvre. De wijze van begeleiding hangt af van deinstellingen van het profiel dat actief is in het apparaat.Als u een navigatielicentie alleen voor voetgangers wiltkopen, selecteert u Opties > Winkel en licenties >Opties > Winkels voor andere regio's > Alleregio's > Voetgangersgebieden in %s. U kunt delicentie betalen met een creditcard of via uwtelefoonrekening, als deze functie wordt ondersteunddoor uw serviceprovider.Wanneer u de licentie aanschaft, ontvangt u tevens hetweerbericht en een uitgebreide zoekservice voor uwapparaat, indien beschikbaar voor uw land of regio.Met de uitgebreide zoekservice kunt u bij zoekactieslokale evenementen en reisinformatie vinden.Als u navigatie wilt starten, bladert u naar een locatie,drukt u op de bladertoets en selecteert u Hierheenlopen.Als de bestemming niet aan een bestaande straat ligt,wordt de route weergegeven als een rechte lijn om dewandelrichting aan te geven.Voor een overzicht van de route selecteert u Opties >Routeoverzicht.Als u het navigeren wilt stoppen, selecteert uStoppen.

NavigatiesysteemAls u een licentie wilt aanschaffen voor voetgangers-en autonavigatie, selecteert u Opties > Winkel enlicenties > Winkel > Per auto in %s. De licentie isregiospecifiek en kan alleen in het geselecteerdegebied worden gebruikt.Als u een licentie aanschaft, krijgt u ook hulp bij hetgebruik van de rijbanen op de snelweg enwaarschuwingen voor snelheidsbeperkingen,afhankelijk van in welk land of welke regio u zichbevindt.Als u wilt navigeren in de auto, bladert u naar eenlocatie. Vervolgens drukt u op de bladertoets enselecteert u Hierheen rijden. Wanneer u deautonavigatie de eerste keer gebruikt, wordt uverzocht de taal van de gesproken begeleiding teselecteren en de betreffende bestanden voorgesproken begeleiding te downloaden.Het downloaden van bestanden met gesprokenaanwijzingen kan de overdracht van grotehoeveelheden gegevens via het netwerk van uwserviceprovider met zich meebrengen. Neem contactop met uw serviceprovider voor meer informatie overde kosten van gegevensoverdracht.Als u tijdens het navigeren wilt wisselen tussenverschillende weergaven, drukt u op de bladertoets enselecteert u 2D-weergave, 3D-weergave,Pijlweergave of Routeoverzicht.

93

Noki

a Ka

arte

n

Als u een andere route wilt weergeven, selecteert uOpties > And. route.Als u de gesproken begeleiding wilt herhalen,selecteert u Opties > Herhalen.Als u het volume van de gesproken begeleiding wiltaanpassen, selecteert u Opties > Volume.Als u informatie over de afstand en duur van de reiswilt bekijken, selecteert u Opties > Dashboard.Als u het navigeren wilt stoppen, selecteert uStoppen.

Verkeer en veiligheidMet de realtime verkeersinformatiedienst ontvangt uinformatie over gebeurtenissen in het verkeer diemogelijk van invloed zijn op uw reis. U kunt deverkeersinformatiedienst aanschaffen en naar hetapparaat downloaden indien deze beschikbaar is in uwland of regio.

Opmerking: Het downloaden van content zoalskaarten, satellietbeelden, spraakbestanden, gidsen ofverkeersinformatie gaat meestal gepaard met deoverdracht van grote hoeveelheden gegevens(netwerkdienst).Content zoals satellietbeelden, gidsen, informatie overweer en verkeer en verwante diensten wordenonafhankelijk van Nokia door derden aangeleverd.

Deze content kan onjuistheden of omissies bevattenen is mogelijk niet altijd beschikbaar. Vertrouw nooituitsluitend en volledig op deze content en diensten.Als u een licentie wilt aanschaffen voor deverkeersinformatiedienst, selecteert u Opties >Winkel en licenties > Winkel > Verkeer enveiligheid in %s.Wanneer u de licentie aanschaft, ontvangt u tevens demeldingsdienst voor snelheidscamera's, indien dezevoor uw land of regio beschikbaar is.De locatie van snelheidscamera's kan tijdens navigatieen tracering op uw route worden weergegeven, alsdeze functie is ingeschakeld. In bepaalderechtsgebieden is het gebruik van informatie oversnelheidscamera's verboden of gereguleerd. Nokia isniet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid of deconsequenties van het gebruik van informatie oversnelheidscamera's.Als u informatie over gebeurtenissen in het verkeerwilt weergeven, selecteert u Opties > Verk.info. Degebeurtenissen worden als driehoekjes en lijnenaangegeven op de kaart.Als u de details van een gebeurtenis wilt weergeven,waaronder opties voor mogelijke andere routes,selecteert u Opties > Openen.Als u de verkeersinformatie wilt bijwerken, selecteertu Verkeersinfo bijwerken.94

Noki

a Ka

arte

n

Als u het apparaat een nieuwe route wilt laten plannenwaarbij verkeersproblemen automatisch wordenvermeden, selecteert u Opties > Instrumenten >Instellingen > Navigatie > Nwe route vw.verk.sit..

Instellingen KaartenAls u de instellingen voor Kaarten wilt bewerken,selecteert u Opties > Instrumenten >Instellingen en maakt u een keuze uit de volgendeopties:● Internet — De internetinstellingen definiëren.● Navigatie — De navigatie-instellingen definiëren.● Route — De route-instellingen definiëren.● Kaart — De kaartinstellingen definiëren.● Synchronisatie — De instellingen voor het

synchroniseren van opgeslagen items met dewebdienst Ovi definiëren.

InternetinstellingenAls u de internetinstellingen wilt definiëren, selecteertu Opties > Instrumenten > Instellingen >Internet en maakt u een keuze uit de volgende opties:● Online gaan bij opstarten — Het apparaat

zodanig instellen dat er een internetverbindingwordt geopend zodra u Kaarten start.

● Standaardtoegangspunt ofNetwerkbestemming — Het toegangspuntselecteren dat moet worden gebruikt omverbinding met internet te maken.

● Roaming-waarschuwing — Het apparaat zodaniginstellen dat het u waarschuwt als het een andernetwerk dan uw thuisnetwerk opmerkt.

Navigatie-instellingenAls u de navigatie-instellingen wilt definiëren,selecteert u Opties > Instrumenten >Instellingen > Navigatie en maakt u een keuze uitde volgende opties:● Gesproken begeleiding — Hiermee selecteert u

de taal voor de spraakaanwijzingen voorautonavigatie. Het kan zijn dat u despraakbestanden moet downloaden voordat u detaal selecteert. Het downloaden van bestanden metgesproken aanwijzingen kan de overdracht vangrote hoeveelheden gegevens via het netwerk vanuw serviceprovider met zich meebrengen. Neemcontact op met uw serviceprovider voor meerinformatie over de kosten van gegevensoverdracht.

● Achtergrondverlichting — Deachtergrondverlichting instellen.

● Automatische zoom — Automatisch zoomengebruiken.

95

Noki

a Ka

arte

n

● Updates voor verkeersinfo — De informatie oververkeersincidenten bijwerken.

● Nwe route vw. verk.sit. — Een nieuwe routeplannen om verkeersincidenten te omzeilen.

● Tijdsindicator — De reistijd of geschatteaankomsttijd op het scherm weergeven.

● Waarschuwer voor maximumsnelheid — Hetapparaat zodanig instellen dat u een melding krijgtals u te hard rijdt, als er snelheidsinformatie op deroute beschikbaar is.

● Waarschuwing voor controlepunten — Hetapparaat zodanig instellen dat u een melding krijgtals u een flitspaal nadert, als dergelijke informatieop de route beschikbaar is.

De beschikbare opties kunnen verschillen.

Route-instellingenAls u de route-instellingen wilt bewerken, selecteert uOpties > Instrumenten > Instellingen > Route.Als u het type vervoer wilt kiezen, selecteert uTransportmodus > Te voet of Per auto. Als u Tevoet selecteert, worden straten meteenrichtingsverkeer beschouwd als normale stratenen kunt u ook wandelpaden gebruiken.Als u de snelste route wilt gebruiken, selecteert uRouteselectie > Snellere route. Deze optie is alleenbeschikbaar als u Per auto hebt geselecteerd alsvervoerstype.

Als u de kortste route wilt gebruiken, selecteert uRouteselectie > Kortere route.Als u een route wilt plannen waarin de voordelen vanzowel de kortste als de snelste route wordengecombineerd, selecteert u Routeselectie >Geoptimaliseerd.U kunt er ook voor kiezen grote wegen, tunnels,veerponten en tolwegen te vermijden of juist toe testaan.

KaartinstellingenAls u de kaartinstellingen wilt definiëren, selecteert uOpties > Instrumenten > Instellingen > Kaart enmaakt u een keuze uit de volgende opties:● Categorieën — Hiermee selecteert u wat voor soort

interessante plekken u op de kaart wilt weergeven.● Kleuren — Het kleurenschema voor gebruik

overdag en 's nachts optimaliseren.● Gebruikt geheugen — Hiermee selecteert u waar

de kaartbestanden op het apparaat wordenopgeslagen.

● Max. gebruikt geheugen — Hiermee selecteert uhoeveel geheugen er voor de opslag van kaartenmag worden gebruikt. Wanneer de geheugenlimietbereikt is, wordt de oudste kaart verwijderd.

● Maatstelsel — Hiermee stelt u het metrische of hetBrits-Amerikaanse maatsysteem in.96

Noki

a Ka

arte

n

Kaarten bijwerkenDownload Nokia Maps Updater vanaf www.nokia.com/maps naar uw computer, om de kaarten en bestandenvoor gesproken begeleiding in het compatibeleapparaat bij te werken. Sluit het apparaat aan op decomputer, open Nokia Maps Updater en voer devolgende instructies uit:1. Selecteer uw taal uit de lijst.2. Als er meer dan één apparaat is aangesloten op de

computer, selecteert u het juiste apparaat in de lijst.3. Als Nokia Maps Updater updates gevonden hebt,

kunt u ze naar het apparaat downloaden.4. Accepteer de download in het apparaat als daar op

het scherm van het apparaat om wordt gevraagd.

Nokia Map LoaderMet de toepassing Nokia Map Loader kunt u kaarten engesproken begeleidingsbestanden downloaden vaninternet naar het apparaatgeheugen of eencompatibele geheugenkaart. U moet de toepassingKaarten een keer gebruiken en door kaarten bladeren,alvorens Nokia Map Loader te gebruiken. Nokia MapLoader gebruikt de informatie van Kaarten om tebepalen welke versie van de kaarten wordtgedownload.

Als u Nokia Map Loader wilt installeren op eencompatibele computer, gaat u naar www.nokia.com/maps en volgt u de instructies op het scherm.

97

Noki

a Ka

arte

n

Eigen netwerkInformatie over het eigennetwerkUw apparaat is compatibel met UPnP (Universal Plugand Play) en gecertificeerd door DLNA (Digital LivingNetwork Alliance).. U kunt een apparaat voor eendraadloos LAN-toegangspunt of -router (WLAN)gebruiken om een thuisnetwerk te maken. Vervolgenssluit u compatibele en voor WLAN geschikte UPnP-apparaten aan op het netwerk. Compatibele apparatenzijn bijvoorbeeld uw mobiele apparaat, eencompatibele pc, een geluidssysteem, een tv of eencompatibele draadloze multimediaontvanger die opeen geluidssysteem of een tv is aangesloten.U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen op uwmobiele apparaat, via het thuisnetwerk delen ensynchroniseren met andere compatibele UPnP-apparaten die door DLNA zijn gecertificeerd. Als u defunctionaliteit van het thuisnetwerk wilt activeren ende instellingen wilt beheren, drukt u op Menu >Toepassngn > Eigen media. U kunt ook detoepassing Eigen media gebruiken ommediabestanden van apparaten in het thuisnetwerkweer te geven en af te spelen op uw apparaat of op

andere compatibele apparaten, zoals een pc,geluidssysteem of televisie.Als u de mediabestanden wilt weergeven op een anderapparaat in het thuisnetwerk, selecteert u in Foto'sbijvoorbeeld een bestand, Opties > Tonen via eigennetwerk en vervolgens het apparaat.Als u de WLAN-functie van uw apparaat in eenthuisnetwerk wilt gebruiken, moet u een werkendedraadloze thuisnetwerkverbinding hebben en moetenandere voor UPnP geschikte apparaten verbindinghebben met hetzelfde thuisnetwerk.Nadat u het thuisnetwerk hebt ingesteld, kunt u thuisuw foto's en videoclips delen met vrienden en familie.U kunt uw media ook vanaf een compatibele eigenserver opslaan op een mediaserver. U kunt muziek diein uw apparaat is opgeslagen, afspelen met een doorDLNA gecertificeerde stereoset en de afspeellijsten enhet volume rechtstreeks vanaf uw apparaat beheren.U kunt ook foto's die met de camera van uw apparaatzijn gemaakt, op een compatibele tv weergeven en viaWLAN beheren met het apparaat.In het thuisnetwerk worden debeveiligingsinstellingen van de draadlozenetwerkverbinding (WLAN) gebruikt. Gebruik de98

Eige

n ne

twer

k

thuisnetwerkvoorziening in een WLAN-infrastructuurnetwerk met een WLAN-toegangspunten ingeschakelde versleuteling.Het apparaat wordt alleen met het thuisnetwerkverbonden als u een verbindingsverzoek van een andercompatibel apparaat accepteert of als u de optieselecteert voor het weergeven, afspelen of kopiërenvan mediabestanden op uw apparaat of naar andereapparaten zoekt.

Belangrijke informatie overbeveiligingSchakel bij het configureren van het eigen WLANnetwerk een coderingsmethode in op hettoegangspunt en vervolgens op de anderecompatibele apparaten die u op het eigen netwerk wiltaansluiten. Raadpleeg de documentatie van deapparaten. Houd wachtwoorden geheim en bewaardeze op een veilige plek, afzonderlijk van deapparaten.U kunt de instellingen van het WLAN-internettoegangspunt in uw apparaat weergeven ofwijzigen.Als u de ad-hocmodus gebruikt voor het aanmaken vaneen thuisnetwerk met een compatibel apparaat, moetu tijdens het configureren van het toegangspunt voorde internetverbinding een van de beschikbare

encryptiemethoden in WLAN-beveiligingsmodusinschakelen. Via deze stap voorkomt u datonbevoegden gebruik kunnen maken van het ad-hocnetwerk.U krijgt een melding zodra met een ander apparaatwordt geprobeerd verbinding te maken met hetapparaat en met het eigen netwerk. Accepteer geenverbindingsaanvragen van een onbekend apparaat.Als u WLAN gebruikt in een netwerk zonder codering,schakelt u het delen van uw bestanden met andereapparaten uit, of deelt u geen mediabestanden dieprivé zijn.

Instellingen voor eigennetwerkAls u mediabestanden die zijn opgeslagen in Foto's, viaeen draadloos netwerk (WLAN) wilt delen met anderedoor DLNA gecertificeerde compatibele UPnP-apparaten, moet u een internettoegangspunt voor uwdraadloze thuisnetwerk maken en configureren envervolgens de instellingen voor het thuisnetwerkconfigureren in de toepassing Eigen media.De opties voor het eigen thuisnetwerk zijn pas intoepassingen beschikbaar wanneer de instellingen inde toepassing Home Media zijn geconfigureerd.Selecteer Menu > Toepassngn > Eigen media. 99

Eige

n ne

twer

k

Wanneer u de toepassing Eigen media voor het eerstgebruikt, wordt de installatiewizard gestart. Dezebegeleidt u bij het instellen van de instellingen voorhet thuisnetwerk voor het apparaat. Als u deinstallatiewizard later wilt gebruiken, selecteert uOpties > Wizard uitvoeren en voert u de instructiesuit.Om een compatibele pc te kunnen aansluiten op hetthuisnetwerk, moet u de bijbehorende software op depc installeren. Deze software vindt u op de cd-rom ofdvd-rom die is meegeleverd met uw apparaat. U kuntde software ook downloaden vanaf deondersteuningspagina's voor uw apparaat op deNokia-website.Instellingen configurerenSelecteer Opties > Instellingen om de instellingenvoor het thuisnetwerk te configureren en maak uwkeuze uit de volgende opties:● Eigen toegangspunt — Selecteer Altijd vragen als

u wilt dat u naar het toegangspunt wordt gevraagdtelkens wanneer u verbinding maakt met hetthuisnetwerk. Als u een nieuw toegangspunt wiltdefiniëren dat automatisch wordt gebruiktwanneer u het thuisnetwerk gebruikt, selecteert uNieuw maken. Als er voor uw thuisnetwerk geenWLAN-beveiligingsinstellingen zijn ingeschakeld,wordt een beveiligingswaarschuwingweergegeven. U kunt doorgaan en WLAN-beveiliging later inschakelen, of u kunt het

definiëren van het toegangspunt annuleren en eerstde WLAN-beveiliging inschakelen.

● Apparaatnaam — Geef een naam voor uwapparaat op. Deze naam wordt weergegeven inandere compatibele apparaten in het thuisnetwerk.

● Kopiëren naar — Geef op waar u de kopieën vande mediabestanden wilt opslaan.

Delen inschakelen en inhouddefiniërenSelecteer Menu > Toepassngn > Eigen media.Selecteer een van de volgende opties:● Inhoud delen — Hiermee kunt u het delen van

mediabestanden met compatibele apparatentoestaan of weigeren. Schakel de optie voor hetdelen van inhoud pas in nadat u alle andereinstellingen hebt geconfigureerd. Als u het delenvan inhoud hebt ingeschakeld, kunnen de andereUPnP-compatibele apparaten in het thuisnetwerkuw bestanden die u in Afbeeldingen en video voordelen hebt geselecteerd, bekijken en kopiëren, enkunnen ze de afspeellijsten gebruiken die u hebtgeselecteerd in Muziek. Als u niet wilt dat de andereapparaten toegang hebben tot uw bestanden,schakelt u het delen van inhoud uit.

● Afbeeldingen en video — Hiermee kunt umediabestanden selecteren die u wilt delen met100

Eige

n ne

twer

k

andere apparaten of de status bekijken voor hetdelen van afbeeldingen en video's. Als u de inhoudvan de map wilt bijwerken, selecteert u Opties >Inhoud vernieuwen.

● Muziek — Hiermee kunt u afspeellijsten selecterendie u met andere apparaten wilt delen, de statusvoor delen bekijken en de inhoud van afspeellijstenweergeven. Als u de inhoud van de map wiltbijwerken, selecteert u Opties > Inhoudvernieuwen.

Mediabestanden weergevenen delenAls u uw mediabestanden wilt delen met de andereUPnP-compatibele apparaten in het thuisnetwerk,schakelt u het delen van inhoud in. Als u het delen vaninhoud in uw apparaat hebt uitgeschakeld, kunt u demediabestanden die zijn opgeslagen in een anderapparaat dat is aangesloten op het thuisnetwerk nogsteeds bekijken en kopiëren, als dit door het andereapparaat wordt toegestaan.Mediabestanden weergeven die in hetapparaat zijn opgeslagenAls u uw foto's, video's en geluidsclips wilt tonen opeen ander apparaat in het thuisnetwerk, zoals eencompatibele tv, gaat u als volgt te werk:

1. Selecteer een afbeelding of videoclip in Foto's ofselecteer een geluidsclip in Galerij en selecteervervolgens Opties > Tonen via eigen netwerk.

2. Selecteer een compatibel apparaat waarop hetmediabestand moet worden afgespeeld. Foto'sworden zowel op het andere apparaat in uwthuisnetwerk getoond als op uw eigen apparaat, envideoclips en geluid worden op het andereapparaat afgespeeld.

3. Als u een mediabestand niet langer wilt delen,selecteert u Opties > Tonen stoppen.

Mediabestanden weergven die zijn opgeslagenop een ander apparaatAls u mediabestanden die zijn opgeslagen in een anderapparaat binnen uw thuisnetwerk wilt weergeven opuw eigen apparaat (of op een compatibele tvbijvoorbeeld), gaat u als volgt te werk:1. Selecteer Menu > Toepassngn > Eigen media

en Zk in eigen ntw.. Uw apparaat zoekt naarcompatibele apparaten. De namen van dezeapparaten worden weergegeven.

2. Selecteer een apparaat.3. Selecteer het type media dat u wilt bekijken op het

andere apparaat. De beschikbare bestandstypenzijn afhankelijk van de functies van het andereapparaat.Als u naar bestanden wilt zoeken op basis vanbepaalde criteria, selecteert u Opties > Zoeken.

101

Eige

n ne

twer

k

Als u de gevonden bestanden wilt sorteren,selecteert u Opties > Sorteren op.

4. Selecteer het mediabestand of de mediamap die uwilt weergeven.

5. Selecteer Afspelen of Weergeven, en Inapparaat of Via eigen netwerk.

6. Selecteer het apparaat waarop u het bestand wiltweergeven.

Selecteer Terug of Stoppen (beschikbaar wanneervideo en muziek wordt afgespeeld) om het delen vanhet mediabestand te stoppen.

Tip: U kunt de in Foto's opgeslagen afbeeldingenmet behulp van een UPnP-compatibele printerafdrukken via een eigen netwerk. Het delen vaninhoud hoeft niet te zijn ingeschakeld.

Mediabestanden kopiërenAls u mediabestanden wilt kopiëren of overbrengenvan uw apparaat naar een ander compatibel apparaat,zoals een UPnP-compatibele pc, selecteert u eenbestand in Foto's en selecteert u Opties >Verplaatsen en kopiëren > Kopie nr eig. netw. ofVerpl. nr eig. netw.. Het delen van inhoud hoeft niette zijn ingeschakeld.Als u bestanden van het andere apparaat naar uwapparaat wilt kopiëren of overbrengen, selecteert ueen bestand in het andere apparaat en selecteert u de

gewenste kopieeroptie in de lijst met opties. Het delenvan inhoud hoeft niet te zijn ingeschakeld.

Synchronisatie met hetthuisnetwerkMediabestanden synchroniserenU kunt de mediabestanden op uw mobiele apparaatsynchroniseren met de mediabestanden op deapparaten in uw eigen thuisnetwerk. Controleer of hetmobiele apparaat zich binnen het bereik van uw eigendraadloze netwerk (WLAN) bevindt en of hetthuisnetwerk goed is ingesteld.Selecteer Menu > Toepassngn > Eigen media enMedia synchr., en voltooi de wizard om desynchronisatie met het thuisnetwerk te configureren.Als u de wizard later wilt uitvoeren, gaat u naar dehoofdweergave voor synchronisatie met hetthuisnetwerk en selecteert u Opties > Wizarduitvoeren.Als u inhoud op het mobiele apparaat handmatig wiltsynchroniseren met inhoud op de apparaten in uwthuisnetwerk, selecteert u Nu synchr..

102

Eige

n ne

twer

k

Synchronisatie-instellingenSelecteer Opties > Synchr.instellingen als u desynchronisatie-instellingen wilt wijzigen. Maakvervolgens een keuze uit de volgende opties:● Synchronisatie — Stel automatische of

handmatige synchronisatie in.● Bronapparaten — Selecteer de bronapparaten

voor synchronisatie.● Gebruikt geheugen — Hier kunt u het gebruikte

geheugen bekijken en selecteren.● Geheugenbeheer — Selecteer Vragen wanneer

vol als u een melding wilt ontvangen wanneer hetgeheugen van het apparaat bijna vol is.

Inkomende bestanden definiërenAls u lijsten voor binnenkomende mediabestandenwilt definiëren en beheren, selecteert u Menu >Toepassngn > Eigen media en Media synchr. >Van eigen > Opties > Openen.Als u wilt definiëren welke soorten bestanden naar hetapparaat moeten worden overgebracht, selecteert ude bestanden uit de lijst.Selecteer Opties > Bewerken om deoverdrachtinstellingen te bewerken, en maak uwkeuze uit de volgende opties:● Lijstnaam — Hier kunt u een nieuwe naam voor de

lijst invoeren.

● Afbeeldingen verkleinen — Hiermee kunt uafbeeldingen verkleinen om geheugenruimte tebesparen.

● Aantal — Hier kunt u het maximum aantalbestanden of de totale omvang van de bestandenopgeven.

● Beginnen met — Hier kunt u de downloadvolgordeopgeven.

● Van — Hier kunt u de datum opgeven van hetoudste bestand dat u wilt downloaden. Alleenbeschikbaar voor afbeeldingen en videoclips.

● Tot — Hier kunt u de datum opgeven van hetnieuwste bestand dat u wilt downloaden. Alleenbeschikbaar voor afbeeldingen en videoclips.

Bij muziekbestanden kunt u ook het genre, de artiest,het album en het nummer opgeven dat u wiltdownloaden, en u kunt opgeven welk bronapparaatvoor het downloaden wordt gebruikt.Als u bestanden wilt zoeken in een specifieke categorieop uw apparaat, selecteert u een bestandstype enselecteert u Opties > Bestanden tonen.Selecteer Opties > Nieuwe lijst als u een voorafgedefinieerde of aangepaste lijst voor inkomendebestanden wilt maken.Als u de prioriteitsvolgorde van de lijsten wilt wijzigen,selecteert u Opties > Prioriteit wijzigen. Selecteerde lijst die u wilt verplaatsen en Grijpen. Verplaats delijst naar de nieuwe locatie en selecteer Neerzetten. 103

Eige

n ne

twer

k

Uitgaande bestanden definiërenU kunt opgeven welke bestandstypen op uw apparaatmoeten worden gesynchroniseerd met uw Eigenmedia-apparaten en hoe deze moeten wordengesynchroniseerd. Daartoe selecteert u Menu >Toepassngn > Eigen media en Media synchr. >Naar eigen > Opties > Openen. Selecteer hetmediatype, Opties, corresponderende instellingen enmaak uw keuze uit de volgende opties:● Doelapparaten — Selecteer doelapparaten om

mee te synchroniseren of schakel synchronisatie uit.● Behouden op telefoon — Selecteer Ja als u de

media-inhoud op het apparaat wilt behouden nasynchronisatie. Voor afbeeldingen kunt u ookopgeven of u het origineel of een verkleinde versieervan op uw apparaat wilt behouden. Als u opgeeftdat u de afbeelding in de oorspronkelijke groottewilt behouden, is er meer geheugen nodig.

104

Eige

n ne

twer

k

Nokia VideocentrumMet Nokia Videocentrum (netwerkdienst) kunt uvideoclips via de ether downloaden en streamen vanafcompatibele videodiensten met behulp van packet-gegevens of WLAN. U kunt videoclips ook vanaf eencompatibele pc naar het apparaat overbrengen endeze in Videocentrum bekijken.Het gebruik van gegevenstoegangspunten om video'ste downloaden kan de overdracht van grotehoeveelheden gegevens over het netwerk van deserviceprovider met zich meebrengen. Neem contactop met uw serviceprovider voor meer informatie overde kosten van gegevensoverdracht.Het apparaat bevat mogelijk vooraf gedefinieerdediensten.Serviceproviders kunnen inhoud gratis of tegenbetaling bieden. Vraag de prijzen na bij deserviceprovider.

Videoclips weergeven endownloadenVerbinding maken met videodiensten1. Selecteer Menu > Toepassngn > Videocentr..

2. Als u verbinding wilt maken met een dienst omvideodiensten te installeren, selecteert u Nieuwediensten toev. en de gewenste videodienst in dedienstencatalogus.

Een videoclip weergevenSelecteer Videofeeds als u door de inhoud van degeïnstalleerde videodiensten wilt bladeren.De inhoud van sommige videodiensten isonderverdeeld in categorieën. U kunt videoclipsdoorbladeren door een categorie te selecteren.Selecteer Video zoeken om een videoclip in de dienstte zoeken. De zoekfunctie is mogelijk niet voor allediensten beschikbaar.Sommige videoclips kunnen via de ether wordengestreamd, terwijl andere eerst naar uw apparaatmoeten worden gedownload. Selecteer Opties >Downloaden om een videoclip te downloaden.Wanneer u de toepassing afsluit, wordt hetdownloaden op de achtergrond voortgezet. Degedownloade videoclips worden opgeslagen in Mijnvideo's.Selecteer Opties > Afspelen om een videoclip testreamen of een gedownloade clip te bekijken. Terwijl 105

Noki

a Vi

deoc

entr

um

de videoclip wordt afgespeeld, kunt u de spelerbedienen met de selectietoetsen en de bladertoets ofmet de mediatoetsen. Als u het volume wilt aanpassen,drukt u op de volumetoets.

Waarschuwing: Voortdurende blootstellingaan een hoog geluidsvolume kan uw gehoorbeschadigen. Luister naar muziek op een gematigdgeluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oorwanneer de luidspreker in gebruik is.Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgendeopties:● Downloaden hervatten — Hiermee zet u een

onderbroken of niet-geslaagde download voort.● Downloaden annuleren — Hiermee annuleert u

een download.● Voorbeeld — Hiermee bekijkt u een voorbeeld van

een videoclip. Deze optie is beschikbaar indien dezedoor de dienst wordt ondersteund.

● Feeddetails — Hiermee geeft u informatie over eenvideoclip weer.

● Lijst vernieuwen — Hiermee vernieuwt u de lijstmet videoclips.

● In browser openen — Hiermee opent u eenkoppeling in de webbrowser.

Downloads plannenHet instellen van de toepassing om automatischvideoclips te downloaden, kan de overdracht van grote

hoeveelheden gegevens via het netwerk van uwserviceprovider met zich meebrengen. Neem meerinformatie over de kosten van gegevensoverdrachtcontact op met uw serviceprovider. Selecteer Opties >Downloads plannen om een automatische downloadvoor videoclips in een dienst te plannen. Nieuwevideoclips worden door Videocentrum automatischdagelijks op het door u ingestelde tijdstipgedownload.Selecteer Handm. downloaden alsdownloadmethode als u geplande downloads wiltannuleren.

VideofeedsSelecteer Menu > Toepassngn > Videocentr..De inhoud van de geïnstalleerde videodiensten wordtdoor middel van RSS-feeds gedistribueerd. Als u uwfeeds wilt weergeven of beheren, selecteert uVideofeeds.Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgendeopties:● Feedabonnementen — Hiermee controleert u uw

huidige abonnementen op feeds.● Feeddetails — Hiermee geeft u informatie over een

video weer.

106

Noki

a Vi

deoc

entr

um

● Feed toevoegen — Hiermee abonneert u zich opnieuwe feeds. Selecteer Via videomap als u eenfeed wilt selecteren uit de diensten in de videomap.

● Feeds vernieuwen — Hiermee vernieuwt u deinhoud van alle feeds.

● Account beheren — Hiermee beheert u uwaccountopties voor een bepaalde feed, indienbeschikbaar.

● Verplaatsen — Hiermee verplaatst u videoclipsnaar de gewenste locatie.

Als u de video's wilt zien die in een feed beschikbaarzijn, selecteert u een feed uit de lijst.

Mijn video'sMijn video's is een opslagplaats voor alle videoclips inde toepassing Videocentrum. U kunt in verschillendeweergaven overzichten van gedownloade videoclipsen videoclips die met de camera van het apparaat zijnopgenomen tonen.1. Als u mappen wilt openen en videoclips wilt

bekijken, gebruikt u de bladertoets. Wanneer devideoclip wordt afgespeeld, kunt u de videospelermet de mediatoetsen bedienen.

2. Druk op de volumetoets om het volume te regelen.Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgendeopties:

● Downloaden hervatten — Hiermee hervat u eenonderbroken of mislukte download.

● Downloaden annuleren — Hiermee annuleert ueen download.

● Videodetails — Hiermee geeft u informatie overeen videoclip weer.

● Zoeken — Hiermee zoekt u een videoclip. Voer debestandsnaam als zoekterm in.

● Afspelen via eigen netw. — Hiermee speelt u eengedownloade videoclip af in het eigen netwerk. Heteigen netwerk moet eerst zijn geconfigureerd.

● Geheugenstatus — Hiermee geeft u dehoeveelheid vrij en gebruikt geheugen weer.

● Sorteren op — Hiermee sorteert u videoclips.Selecteer de gewenste categorie.

● Verplaatsen en kopiëren — Hiermee verplaatst ofkopieert u videoclips. Selecteer Kopiëren ofVerplaatsen en kies de gewenste locatie.

Video's overbrengen van uwpcU kunt uw eigen videoclips vanaf compatibeleapparaten naar Videocentrum overbrengen via eencompatibele USB-kabel. In Videocentrum wordenalleen videoclips weergegeven waarvan de indelingdoor het apparaat wordt ondersteund.1. Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als

massageheugenapparaat waarnaar u107

Noki

a Vi

deoc

entr

um

gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt uverbinding via een USB-kabel.

2. Selecteer de verbindingsmodus Massaopslag.3. Selecteer de videoclips die u vanaf uw pc wilt

kopiëren.4. Breng de videoclips over naar E:\Mijn video's in het

massageheugen van het apparaat of naar F:\Mijnvideo's op een compatibele geheugenkaart (indienbeschikbaar).De overgebrachte videoclips verschijnen in de mapMijn video's in Videocentrum. Videobestanden inandere mappen van uw apparaat worden nietweergegeven.

Instellingen voorVideocentrumSelecteer in de hoofdweergave van VideocentrumOpties > Instellingen en een van de volgende opties:● Videodienst selecteren — Selecteer de

videodiensten die in het Videocentrum moetenworden weergegeven. U kunt ook gegevens van eenvideodienst toevoegen, verwijderen, bewerken enweergeven. U kunt niet vooraf ingesteldevideodiensten bewerken.

● Verbindingsinst. — Als u wilt definiëren welkenetwerkbestemming wordt gebruikt voor denetwerkverbinding, selecteert u

Netwerkverbinding. Als u de verbindinghandmatig wilt selecteren telkens wanneer hetVideocentrum een netwerkverbinding opent,selecteert u Altijd vragen.Als u de GPRS-verbinding wilt inschakelen ofuitschakelen, selecteert u GPRS-gebruikbevestigen.Als u roaming wilt inschakelen of uitschakelen,selecteert u Roaming bevestigen.

● Ouderlijk toezicht — Hiermee stelt u eenleeftijdsgrens voor video's in. Het wachtwoord isgelijk aan de blokkeringscode van het apparaat. Defabrieksinstelling voor de blokkeringscode is12345. In video-on-demand diensten zijn video'smet dezelfde leeftijdslimiet dan u hebt ingesteld, ofhoger, verborgen.

● Voorkeursgeheugen — Selecteer of gedownloadevideo's worden opgeslagen in het massageheugenof op een compatibele geheugenkaart. Als hetgeselecteerde geheugen vol is, wordt de inhoud inhet andere geheugen opgeslagen.

● Miniaturen — Geef aan of in videofeedsminiatuurweergaven moeten worden gedownloaden weergegeven.

108

Noki

a Vi

deoc

entr

um

N-GageInformatie over N-GageN-Gage is een platform voor mobile gaming dat voorverschillende compatibele mobiele Nokia-apparatenbeschikbaar is. De toepassing N-Gage op uw apparaatbiedt toegang tot games, spelers en inhoud. U kunt ookgames downloaden en op uw computer toegang totbepaalde functies krijgen via www.n-gage.com.Met N-Gage kunt u games downloaden en kopen endeze vervolgens zelf of samen met vrienden spelen. Ukunt proefversies van nieuwe games downloaden engames die u leuk vindt vervolgens aanschaffen. Via N-Gage kunt u bovendien contact met andere spelershouden en scores en andere prestaties bijhouden enmet elkaar vergelijken.U hebt een GPRS- of 3G-verbinding nodig om N-Gage tekunnen gebruiken. U kunt ook WLAN gebruiken, indienbeschikbaar. U hebt de verbinding ook nodig omtoegang te krijgen tot online functies, zoals spelletjesdownloaden, spellicenties, met meerdere spelersspelletjes spelen of chatten. U hebt de verbinding ooknodig om deel te nemen aan online spelletjes ofspelletjes met meerdere spelers, of om berichten naarandere spelers te sturen.

Bij alle N-Gage-diensten waarvoor een verbinding metN-Gage-servers is vereist, worden grote hoeveelhedengegevens verzonden. Dit geldt bijvoorbeeld voor hetdownloaden van game-bestanden, het aanschaffenvan games, online games, games voor meerderespelers, het maken van een spelersnaam, chatten enhet verzenden van berichten.Uw serviceprovider brengt hiervoor kosten inrekening. Neem contact op met uw serviceprovidervoor meer informatie over de kosten vangegevensoverdracht.

N-Gage-weergavenDe toepassing N-Gage bestaat uit vijf onderdelen.

De hoofdweergave wordt geopend wanneer u detoepassing N-Gage start. U kunt een game gaan spelenof de laatst gespeelde game voortzetten, het behaaldeaantal N-Gage-punten bekijken, meer games zoeken,uw berichten lezen of verbinding maken met een N-Gage-vriend die beschikbaar is om te spelen.

In Mijn games kunt u spelletjes die u op uwapparaat hebt gedownload, spelen en beheren. U kuntgames installeren en verwijderen, gespeelde games 109

N-Ga

ge

beoordelen en recenseren, en deze aanbevelen bij uwN-Gage-vrienden. In Mijn profiel kunt u uw profielinformatie en -

gegevens beheren, en een registratie bijhouden vanuw N-Gage-game-historie.

In Mijn vrienden kunt u andere N-Gage-spelersuitnodigen voor uw vriendenlijst, en zien of ze onlinezijn en beschikbaar om te spelen. U kunt ook berichtennaar uw N-Gage-vrienden sturen.

In Showroom vindt u informatie over N-Gage-games, waaronder schermafbeeldingen en recensiesvan spelers. U kunt nieuwe games ook uitproberendoor testversies te downloaden, en u kunt uwspelervaring uitbreiden met extra game-onderdelenvoor games die al op uw apparaat zijn geïnstalleerd.

Aan de slagEen spelersnaam makenU kunt zonder spelersnaam games downloaden, kopenen spelen, maar voor een optimale N-Gage-ervaringwordt u aangeraden een spelersnaam te maken. Meteen spelersnaam kunt u deelnemen aan de N-Gage-community, verbinding maken met andere spelers enscores, aanbevelingen en beoordelingen uitwisselen.U hebt ook een spelersnaam nodig als u uwprofielgegevens en N-Gage-punten naar een anderapparaat wilt overbrengen.

Wanneer u de toepassing N-Gage start en voor heteerst verbinding maakt met de N-Gage-dienst, wordtu gevraagd om een N-Gage-spelersnaam te maken. Ukunt verbinding met het netwerk maken doorbijvoorbeeld Options > Set Online Status >Available to Play te selecteren om aan te geven dat ubeschikbaar bent.Als u al een N-Gage-spelersnaam hebt, geeft u aan datu al een account hebt en u voert u uw gebruikersnaamen wachtwoord in om u aan te melden.Een nieuwe spelersnaam maken:1. Selecteer Register New Account.2. Voer in het registratiescherm uw geboortedatum,

gewenste spelersnaam en wachtwoord in. Als despelersnaam al wordt gebruikt, verschijnt er eenlijst van vergelijkbare namen die wel beschikbaarzijn.

3. Als u uw spelersnaam wilt registreren, voert u uwgegevens in, leest en accepteert u de voorwaardenen selecteert u Register.

U kunt ook een spelersnaam maken op de website vanN-Gage, op www.n-gage.com.Wanneer u een spelersnaam hebt gemaakt, kunt u uwinstellingen en persoonlijke gegevens wijzigen op hettabblad Private van de module My Profile.Voor het maken van een spelersnaam op het apparaatkunnen kosten voor gegevensoverdracht in rekeningworden gebracht.

110

N-Ga

ge

Een game startenAls u de laatst gespeelde game wilt starten, gaat u naarde hoofdweergave en selecteert u Start Game.Selecteer Options > Resume Game om eenonderbroken game te hervatten.

Uw voortgang volgenAls u het aantal behaalde N-Gage-punten wilt bekijken,gaat u naar de hoofdweergave en selecteert u TrackMy Progress.

Spelen met vriendenSelecteer Play With Friends als u verbinding wiltmaken met N-Gage-spelers in uw vriendenlijst, en zewilt uitnodigen voor een game. Op basis van uw game-historie en de beschikbaarheid van uw N-Gage-vrienden, stelt N-Gage een vriend voor om een gamemee te spelen.Als u een andere vriend wilt zoeken om mee te spelen,selecteert u Options > View My Friends.Dit item wordt niet weergegeven als uw vriendenlijstleeg is. Zie 'Verbinding maken met anderespelers', p. 112.

Games spelen en beherenSelecteer My Games als u de games die u op uwapparaat hebt gedownload en geïnstalleerd, wiltspelen en beheren. De games zijn gesorteerd op dedatum waarop ze het laatst zijn gespeeld, met demeest recent gespeelde games bovenaan.Mijn games kan vijf typen spelletjes bevatten:● Volledige versies — Dit zijn games die u met een

volledige licentie hebt gekocht. Afhankelijk van degame en uw regio zijn verschillende typen licentiesbeschikbaar.

● Testversies — Dit zijn volledige game-bestandenwaartoe u slechts een beperkte periode toeganghebt of waarvan de inhoud beperkt is. Wanneer detestperiode is verlopen, moet u een licentie kopenom de volledige game te ontgrendelen en verder tegaan. Deze games zijn gemarkeerd met eentestversie-banner.

● Gamedemo's — Dit zijn kleinere onderdelen van degame, met slechts een beperkte reeks functies enniveaus. Deze games zijn gemarkeerd met eendemoversie-banner.

● Volledig vervallen — Dit zijn games die u met eenbeperkte licentie hebt gekocht en waarvan delicentie is verlopen. Deze games zijn gemarkeerdmet een klok en een pijl.

● Niet beschikbaar — Dit zijn volledige games die uhebt verwijderd, of die u hebt gedownload maar 111

N-Ga

ge

niet volledig hebt geïnstalleerd. Deze gamesworden in de lijst met games als niet beschikbaarweergegeven. Ook games die op de geheugenkaartzijn geïnstalleerd, worden als niet-beschikbaarweergegeven als de geheugenkaart is verwijderd.

Als een extra game-onderdeel is gedownload maarniet volledig is geïnstalleerd, is de betreffende game-afbeelding ook niet beschikbaar en kan de game pasworden gespeeld wanneer het extra game-onderdeelis geïnstalleerd.

Profielgegevens bewerkenAls u uw openbare profielgegevens wilt bewerken,selecteert u Options > Edit Profile, gaat u naar hettabblad Public en selecteert u een van de volgendeopties:● Icon — Kies een afbeelding die u voorstelt.

Wanneer u het pictogram wijzigt, verschijnt er eenlijst van alle afbeeldingen in de Galerij op hetapparaat die u als symbool kunt gebruiken.Selecteer de gewenste afbeelding in de lijst ofgebruik de zoekfunctie om de gewenste afbeeldingte zoeken.

● Motto — Voeg een korte persoonlijke boodschaptoe. Selecteer Change als u de tekst wilt bewerken.

● Favourite Game(s) — Voer de namen van uwfavoriete games in.

● Device Model — Het modelnummer van uwapparaat. Dit nummer wordt automatischtoegekend en kan niet worden gewijzigd.

● Show Location — Selecteer of u uw stad en landin het openbare profiel wilt opnemen. U kunt uwlocatie wijzigen op het tabblad Private.

Wanneer u uw profiel hebt bijgewerkt, moet u zich metuw spelersnaam aanmelden bij de dienst om ervoor tezorgen dat de profielwijzigingen met de N-Gage-serverworden gesynchroniseerd.

Verbinding maken met anderespelersGa naar My friends als u verbinding wilt maken metandere N-Gage-spelers en uw lijst met vrienden wiltbeheren. U kunt een bepaalde N-Gage-speler zoekenen deze speler voor uw lijst met vrienden uitnodigen.Uw lijst met vrienden geeft aan welke vrienden onlinezijn en beschikbaar zijn voor games. Ook kunt upersoonlijke berichten en aanbevelingen voor gamesmet vrienden uitwisselen.

Vrienden zoeken en toevoegenAls u een N-Gage-speler wilt uitnodigen voor uwvriendenlijst, voert u de spelersnaam van de speler inhet veld Add a Friend van de vriendenlijst in. Voegindien nodig een bericht aan de uitnodiging toe.112

N-Ga

ge

Selecteer Send om de uitnodiging te versturen. Als despeler de uitnodiging accepteert, wordt de speler in uwvriendenlijst opgenomen.Als u geen N-Gage-vrienden hebt en andere spelers wiltontmoeten, gaat u naar N-Gage Arena op www.n-gage.com en bezoekt u de chatrooms en forums.

Gegevens over vrienden weergevenAls u informatie over een vriend wilt weergeven, zoalshet aantal N-Gage-punten of de meest recentgespeelde games van een vriend, gaat u naar de spelerin uw vriendenlijst. U moet online zijn en met de N-Gage-dienst zijn verbonden om de online status vanuw vrienden te kunnen bekijken.Het symbool naast de spelersnaam geeft debeschikbaarheid van de vriend aan.U kunt privé-berichten naar uw N-Gage-vriendensturen, zelfs als u niet-beschikbaar of offline bent.

De vriendenlijst sorterenAls u uw vrienden wilt sorteren op beschikbaarheid,spelersnaam of N-Gage-punten, selecteert uOptions > Sort Friends By.

Een speler beoordelenAls u een speler wilt beoordelen, gaat u naar de spelerin uw vriendenlijst en selecteert u Options > Rate

Player. U kunt een speler beoordelen met één tot vijfsterren. De beoordeling die u geeft, beïnvloedt dereputatie van de speler in de gemeenschap.

Berichten verzendenIn Mijn vrienden kunt u privé-berichten sturen naarspelers in uw vriendenlijst. Als uw vriend op datmoment is aangemeld bij de N-Gage-dienst, kan devriend uw bericht beantwoorden en kunt u één-op-eenchatten.Als u nieuwe berichten wilt bekijken die u van een N-Gage-vriend hebt ontvangen, gaat u naar de vriend inde vriendenlijst en selecteert u Options > ViewMessage. Gelezen berichten worden automatischverwijderd wanneer u N-Gage afsluit.Selecteer Options > View Recommendation als ugame-aanbevelingen wilt bekijken. Game-aanbevelingen worden een week nadat u ze hebtontvangen, automatisch verwijderd.Als u een bericht naar een N-Gage-vriend wilt sturen,bladert u naar de desbetreffende vriend in uwvriendenlijst en selecteert u Options > SendMessage. De maximumgrootte van een privébericht is115 tekens. Selecteer Submit om het bericht teverzenden.U hebt een GPRS-, 3G- of draadloze LAN-verbindingnodig om de berichtfunctie te kunnen gebruiken. Erkunnen kosten in rekening worden gebracht voor 113

N-Ga

ge

gegevensoverdracht. Neem voor meer informatiecontact op met de provider van mobiele diensten.

N-Gage-instellingenAls u de N-Gage-instellingen wilt wijzigen, selecteert uOptions > Edit Profile. Open het tabblad Privé enselecteer Options > N-Gage Settings.Maak een keuze uit de volgende opties:● Player Name — Bewerk uw spelersnaam. U kunt

de naam alleen bewerken als u nog niet bentaangemeld bij de N-Gage-dienst.

● Personal Settings — Definieer uw persoonlijkegegevens, die niet in uw openbare profiel wordenweergegeven, en meld u aan bij de nieuwsbrief vanN-Gage. Geef ook op of u tijdens het spelen van eengame berichten van uw N-Gage-vrienden wiltontvangen.

● Connection Settings — Selecteer of de N-Gage-toepassing automatisch verbinding met hetnetwerk mag maken als dat nodig is, en geef uwvoorkeurstoegangspunt en degegevensoverdrachtlimiet op waarbij eenwaarschuwing wordt gegenereerd.

● Account Details — Selecteer uwaankoopvoorkeuren. Wanneer u een game koopt,wordt u gevraagd of u uw factuurgegevens,waaronder uw creditcardnummer, wilt opslaan

zodat een volgende aankoop sneller kan wordenafgerond.

114

N-Ga

ge

BerichtenAlleen apparaten met compatibele functies kunnenmultimediaberichten ontvangen en weergeven. Deweergave van een bericht kan verschillen afhankelijkvan het ontvangende apparaat.

Berichten, hoofdweergaveSelecteer Menu > Berichten (netwerkdienst).Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht wiltmaken.

Tip: Als u veelvuldig gebruikte berichten nietsteeds opnieuw wilt schrijven, gebruikt uteksten in de map Sjablonen in Mijn mappen. Ookkunt u uw eigen sjablonen creëren en opslaan.

Berichten bevat de volgende mappen:● Inbox — Deze map bevat ontvangen berichten,

behalve e-mails en infodienstberichten.● Mijn mappen — Hierin kunt u berichten

onderbrengen.● Nieuwe mailbox — Maak verbinding met de

externe mailbox om nieuwe e-mails op te halen ofeerder opgehaalde e-mails offline te bekijken.

● Ontwerpen — Deze map bevatconceptberichten die nog niet zijn verzonden.

● Verzonden — De laatste berichten die u hebtverzonden, met uitzondering van berichten die uhebt verzonden met Bluetooth-verbinding, wordenhier opgeslagen. U kunt instellen hoeveel berichtenworden opgeslagen in deze map.

● Outbox — Berichten die wachten opverzending worden tijdelijk opgeslagen in deOutbox geplaatst, bijvoorbeeld wanneer uwapparaat geen bereik heeft.

● Rapporten — U kunt bij het netwerk eenleveringsrapport aanvragen voor de SMS-berichtenen multimediaberichten die u hebt verzonden(netwerkdienst).

Tekst invoerenHet apparaat ondersteunt traditionele tekstinvoer entekstvoorspelling. Met tekstvoorspelling kunt u iedereletter invoeren door slechts eenmaal op de betreffendetoets drukken. Tekstvoorspelling is gebaseerd op eeningebouwde woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden.Wanneer u tekst invoert, geeft aan dat utraditionele tekstinvoer gebruikt en dat utekstvoorspelling gebruikt. 115

Beric

hten

Traditionele tekstinvoerDruk herhaaldelijk op een cijfertoets (1–9) totdat hetgewenste teken verschijnt. Er zijn meer tekensbeschikbaar voor een cijfertoets dan er op de toetsstaan afgebeeld.Als de volgende letter zich op dezelfde toets bevindtals de huidige letter, wacht u totdat de cursorverschijnt (of drukt u de bladertoets naar rechts om detime-outperiode te beëindigen) en typt u de letter.Voor een spatie drukt u op 0. Als u de cursor op eennieuwe regel wilt plaatsen, drukt u driemaal op 0.

TekstvoorspellingMet tekstvoorspelling kunt u iedere letter invoerendoor slechts eenmaal op de betreffende toets drukken.Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwdewoordenlijst die u zelf kunt uitbreiden.1. Als u teksvoorspelling wilt inschakelen voor alle

editors in het apparaat, drukt u tweemaal op #. Alsu tekstvoorspelling wilt in- of uitschakelen in dealgemene instellingen, selecteert u Menu >Instrumenten > Instellingen en Algemeen >Persoonlijk > Taal > Tekstvoorspelling.

2. Druk op de toetsen 2-9 om het gewenste woord teschrijven. Druk voor één letter slechts eenmaal opelke toets. Als u bijvoorbeeld "Nokia" wilt schrijventerwijl de Engelse woordenlijst is geselecteerd,

drukt u op 6 voor N, 6 voor o, 5 voor k, 4 voor i en2 voor a.Het voorspelde woord verandert na elketoetsaanslag.

3. Als u het woord correct en volledig hebt ingevoerd,drukt u op de bladertoets naar rechts om dit tebevestigen of drukt u op 0 om een spatie toe tevoegen.Als het woord niet correct is, druk dan herhaaldelijkop * om de overeenkomstige woorden uit dewoordenlijst weer te geven.Als achter het woord een vraagteken verschijnt, ishet woord niet gevonden in de woordenlijst. Als ueen woord wilt toevoegen aan de woordenlijst,selecteert u Spellen. Vervolgens voert u het woordin via de traditionele tekstinvoermethode enselecteert u OK. Het woord wordt aan dewoordenlijst toegevoegd. Als de woordenlijst vol is,wordt het oudste toegevoegde woord vervangendoor het nieuwe woord.

4. Begin met het schrijven van het volgende woord.

Tips voor tekstinvoerHoud de toets met het gewenste cijfer ingedrukt als uin de lettermodus een cijfer wilt invoegen.Druk op # als u wilt schakelen tussen de verschillendetekenmodi.116

Beric

hten

Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op C. Als umeerdere tekens wilt verwijderen, houdt u Cingedrukt.De meest gebruikte leestekens zijn beschikbaar onder1. Als u ze een voor een wilt doorlopen, drukt u bij degewone tekstinvoer herhaaldelijk op 1. Als u invoermet tekstvoorspelling gebruikt, drukt u op 1 envervolgens herhaaldelijk op *.Als u een lijst met speciale tekens wilt openen, houdtu * ingedrukt.

Tip: Als u verschillende speciale tekens in de lijstmet speciale tekens wilt selecteren, drukt u naelk gemarkeerd teken op 5.

De invoertaal wijzigenWanneer u tekst schrijft, kunt u de invoertaal wijzigen.Als u bijvoorbeeld tekst schrijft in een niet-Latijnsalfabet en u Latijnse tekens wilt invoeren, zoals eeninternet- of e-mailadres, moet u de invoertaalwijzigen.Als u de invoertaal wilt wijzigen, selecteert u Opties >Invoertaal en een invoertaal met Latijnse tekens.Nadat u de invoertaal hebt gewijzigd en bijvoorbeeldherhaaldelijk op 6 drukt om een speciaal teken teselecteren, krijgt u in de gewijzigde invoertaal toegangtot deze tekens in een andere volgorde.

Tekst en lijsten bewerkenHoud # ingedrukt en druk de bladertoets naar links ofrechts als u tekst wilt selecteren om deze te kopiërenen plakken. Houd # ingedrukt en selecteer Kopiërenals u de tekst naar het klembord wilt kopiëren. Houd# ingedrukt en selecteer Plakken als u de tekst in eendocument wilt invoegen.Als u een item in een lijst wilt markeren, bladert u naarhet item en drukt op #.Houd # ingedrukt en druk de bladertoets omhoog ofomlaag om meerdere items in een lijst te markeren.Stop met bladeren en laat # los als u de selectie wiltbeëindigen.

Berichten invoeren enverzendenSelecteer Menu > Berichten.

Belangrijk: Wees voorzichtig met het openenvan berichten. Berichten kunnen schadelijke softwarebevatten of anderszins schadelijk zijn voor hetapparaat of de pc.Voordat u een multimediabericht of e-mail kuntmaken, moet de verbinding juist zijn ingesteld.

117

Beric

hten

Het draadloze netwerk kan deomvang van MMS-berichtenbeperken. Als de omvang vande ingevoegde afbeelding delimiet overschrijdt, kan deafbeelding door het apparaatworden verkleind zodat dezevia MMS kan wordenverzonden.Alleen apparaten metcompatibele functies kunnenmultimediaberichtenontvangen en weergeven. De weergave van eenbericht kan verschillen afhankelijk van hetontvangende apparaat.Informeer bij uw provider naar de maximale groottevan e-mailberichten. Als u probeert om een e-mailbericht te verzenden dat de toegestane groottevan de e-mailserver overschrijdt, blijft het bericht in demap Outbox staan en probeert het apparaat geregeldom het opnieuw te verzenden. Voor het verzenden vane-mail is een gegevensverbinding vereist en bijherhaalde pogingen om e-mail te verzenden brengt deserviceprovider dit mogelijk in rekening. In de mapOutbox kunt u een dergelijk bericht verwijderen ofverplaatsen naar de map Concepten.Voor Berichten zijn netwerkdiensten vereist.1. Als u een SMS- of multimediabericht wilt verzenden,

selecteert u Nieuw bericht.

Als u een audio- of e-mailbericht wilt verzenden,selecteert u Opties > Bericht maken en debetreffende optie.

2. Als u ontvangers of groepen uit de lijst metcontacten wilt kiezen, selecteert u Aan. Als u hettelefoonnummer of e-mailadres van de ontvangerhandmatig wilt invoeren, selecteert u het veld Aan.U voegt een puntkomma (;) toe om de ontvangersvan elkaar te scheiden door op * te drukken.

3. Voer in het veld Onderw. het onderwerp van het e-mail- of multimediabericht in. Als het veld Onderw.niet zichtbaar is, selecteert u Opties > Veldenberichtheader om de velden die zichtbaar zijn tewijzigen.

4. Schrijf het bericht in het berichtveld.5. Als u een object aan een bericht of e-mail wilt

toevoegen, selecteert u en het relevante typeinhoud.Het berichttype verandert mogelijk in multimedianaar gelang het bijgevoegde object.

6. Als u het bericht of de e-mail wilt verzenden,selecteert u of drukt u op de beltoets.

Het apparaat ondersteunt tekstberichten die langerzijn dan de limiet voor één bericht. Langere berichtenworden verzonden als twee of meer berichten. Uwserviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kostenin rekening brengen. Tekens met accenten, anderesymbolen en sommige taalopties nemen meer ruimte

118

Beric

hten

in beslag, waardoor het aantal tekens dat in éénbericht kan worden verzonden, wordt beperkt.

Inbox met ontvangenberichtenBerichten ontvangenSelecteer Menu > Berichten en Inbox.In de map Inbox vewijst naar een ongelezen SMS-bericht, naar een ongelezen multimediabericht,

naar een ongelezen audiobericht en naargegevens ontvangen via Bluetooth-verbindingen.Wanneer u een bericht ontvangt, worden en 1nieuw bericht op het startscherm weergegeven.Selecteer Weergeven om het bericht te openen. Uopent een bericht in de map Inbox door het bericht teselecteren. Selecteer Opties > Beantwoorden omeen ontvangen bericht te beantwoorden.

Multimediaberichten

Belangrijk: Wees voorzichtig met het openenvan berichten. Berichten kunnen schadelijke softwarebevatten of anderszins schadelijk zijn voor hetapparaat of de pc.U kunt een melding ontvangen dat u eenmultimediabericht kunt ophalen in de

multimediaberichtencentrale. Selecteer Opties >Ophalen als u een packet-gegevensverbinding wiltstarten om een bericht op het apparaat ontvangen.Als u een multimediabericht opent ( ), kunt utegelijkertijd een afbeelding bekijken en een berichtlezen. geeft aan dat het bericht geluid bevat en geeft aan dat het bericht video bevat. Selecteer hetsymbool als u het geluid of de video wilt afspelen.Selecteer Opties > Objecten als u de mediaobjectenwilt bekijken die in het multimediabericht zijnopgenomen.Als het bericht een multimediapresentatie bevat,wordt weergegeven. Selecteer het symbool als u depresentatie wilt afspelen.

Gegevens, instellingen enwebdienstberichtenUw apparaat kan vele berichttypen ontvangen diegegevens bevatten, zoals visitekaartjes, beltonen,operatorlogo's, agenda-items en e-mailwaarschuwingen. Wellicht ontvangt u ookinstellingen van uw serviceprovider in eenconfiguratiebericht.Selecteer Opties en de betreffende optie als u degegevens in het bericht wilt opslaan.Webdienstberichten zijn meldingen (bijvoorbeeld vannieuwsberichten) en kunnen een SMS-bericht of een 119

Beric

hten

koppeling bevatten. Informeer bij de serviceprovidernaar de beschikbaarheid van dergelijke diensten.

BerichtlezerMet Berichtlezer kunt u tekst-, MMS- engeluidsberichten en e-mail beluisteren.Als u de instellingen voor het lezen van berichten wiltwijzigen in de toepassing Spraak, selecteert u Opties >Spraak. Zie 'Spraak', p. 162.Als u nieuwe berichten of e-mail wilt beluisteren,houdt u in de stand-by modus de linkerselectietoetsingedrukt tot de Berichtlezer start.Als u berichten uit uw Inbox of e-mail uit uw mailboxwilt beluisteren, selecteert u een bericht en selecteertu Opties > Luisteren. Druk op de beëindigingstoetsals u het lezen wilt stoppen.Druk op de bladertoets om het lezen te onderbrekenen voort te zetten. Druk de bladertoets naar rechts omnaar het volgende bericht te gaan. Druk de bladertoetsnaar links om het huidige (e-mail)bericht opnieuw afte spelen. Druk de bladertoets aan het begin van hetbericht naar links om naar het vorige bericht te gaan.Druk de bladertoets omhoog of omlaag om het volumeaan te passen.Selecteer Opties > Weergeven als u het huidige (e-mail)bericht zonder geluid in tekstindeling wiltweergeven.

E-mailUw e-mailinstellingen definiërenMet de e-mailwizard van Nokia kunt u uw zakelijke e-mailaccount, zoals Microsoft Outlook, Mail forExchange of Intellisync, en uw internet e-mailaccountinstellen.Tijdens het instellen van uw e-mail wordt u mogelijkgevraagd naar de naam van de server die aan uw e-mailadres is gekoppeld. Vraag de IT-afdeling van uwbedrijf naar de gegevens.1. Als u de wizard wilt starten gaat u naar het

startscherm, bladert u naar de e-mailwizard endrukt u de navigatietoets in.

2. Voer uw e-mailadres en wachtwoord in. Als dewizard uw e-mailaccount niet automatisch kaninstellen, moet u het e-mailaccounttype selecterenen de overige accountinstellingen invoeren.

Als op het apparaat nog meer e-mailclients staan,worden die ook aangeboden wanneer u de e-mailwizard start.

E-mail verzendenSelecteer Menu > Berichten.1. Selecteer uw mailbox en vervolgens Opties >

Nieuw e-mailbericht.120

Beric

hten

2. Ga naar het veld Aan en voer het e-mailadres van degeadresseerde in. Als het e-mailadres van degeadresseerde voorkomt in Contacten, begint umet het invoeren van de naam van degeadresseerde en selecteert u vervolgens devervanger uit de lijst met voorgestelde opties. Als umeerdere geadresseerden toevoegt, gebruikt ueen ; om de e-mailadressn van elkaar te scheiden.Gebruik het veld Cc om een kopie naar anderegeadresseerden te verzenden, of het veld Bcc omBcc-ontvangers op te geven. Als het veld Bcc nietwordt weergegeven, selecteert u Opties > Meer >BCC-veld weergeven.

3. Voer in het veld Onderwerp het onderwerp van hete-mailbericht in.

4. Schrijf uw bericht in het tekstgebied.5. Selecteer Opties en maak een keuze uit de

volgende opties:● Bijlage toevoegen — Hiermee voegt u een

bijlage aan het bericht toe.● Prioriteit — Hiermee stelt u de prioriteit van het

bericht in.● Vlag — Hiermee markeert u het bericht voor een

vervolgactie.● Sjabloon invoegen — Hiermee voegt u tekst

vanuit een sjabloon in.● Ontvanger toevoegen — Hiermee voegt u

geadresseerden uit Contacten toe aan hetbericht.

● Bewerkingsopties — Hiermee knipt, kopieertof plakt u de geselecteerde tekst.

● Invoertaal: — Hiermee selecteert u deschrijftaal.

6. Selecteer Opties > Verzenden.

Bijlagen toevoegenSelecteer Menu > Berichten.Als u een e-mailbericht wilt schrijven, selecteert u uwmailbox en kiest u vervolgens Opties > Nieuw e-mailbericht.Als u een bijlage aan een e-mail wilt toevoegen,selecteert u Opties > Bijlage toevoegen.Als u de geselecteerde bijlage wilt verwijderen,selecteert u Opties > Bijlage verwijderen.

E-mail lezenSelecteer Menu > Berichten.

Belangrijk: Wees voorzichtig met het openenvan berichten. Berichten kunnen schadelijke softwarebevatten of anderszins schadelijk zijn voor hetapparaat of de pc.Als u een ontvangen e-mailbericht wilt lezen,selecteert u de mailbox en kiest u het bericht in de lijst.

121

Beric

hten

Als u een antwoord aan de afzender van het berichtwilt sturen, selecteert u Opties > Beantwoorden. Alsu een antwoord aan de afzender en aan alle anderegeadresseerden wilt sturen, selecteert u Opties >Allen beantwoorden.Als u het bericht wilt doorsturen, selecteert u Opties >Doorsturen.

Bijlagen downloadenSelecteer Menu > Berichten en een mailbox.U kunt de bijlagen van de e-mail weergeven door naarhet bijlagenveld te gaan en Opties > Acties >Openen te selecteren. Als het bericht meerderebijlagen bevat, wordt een lijst geopend waarin wordtaangegeven welke bijlagen zijn gedownload en welkeniet.Als u de geselecteerde bijlage of alle bijlagen uit de lijstnaar het apparaat wilt downloaden, selecteert uOpties > Downloaden of Alles downloaden. Debijlagen worden niet in het apparaat opgeslagen enworden verwijderd wanneer u het bericht verwijderd.Als u de geselecteerde bijlage of alle gedownloadebijlagen in het apparaat wilt opslaan, selecteert uOpties > Opslaan of Alles opslaan.Als u de geselecteerde, gedownloade bijlage wiltopenen, selecteert u Opties > Acties > Openen.

Reageren op een vergaderverzoekSelecteer Menu > Berichten en een mailbox.Selecteer een ontvangen vergaderverzoek, kiesOpties en maak een keuze uit de volgende opties:● Aanvaarden — Het vergaderverzoek accepteren.● Afwijzen — Het vergaderverzoek afwijzen.● Doorsturen — Het vergaderverzoek doorsturen

naar een andere geadresseerde.● Verw. uit agenda — Een geannuleerde

vergadering uit uw agenda verwijderen.

E-mailberichten zoekenSelecteer Menu > Berichten en een mailbox.Als u items wilt zoeken in de geadresseerden, deonderwerpen en de tekst van de e-mailberichten in demailbox, selecteert u Opties > Zoeken.Als u het zoeken wilt beëindigen, selecteert u Opties >Zoeken stoppen.Als u een nieuw zoekopdracht wilt beginnen,selecteert u Opties > Opnieuw zoeken.

E-mailberichten verwijderenSelecteer Menu > Berichten en een mailbox.Als u een geselecteerd e-mailbericht wilt verwijderen,selecteert u Opties > Verwijderen. Het bericht wordt122

Beric

hten

in de map voor verwijderde items geplaatst (indienbeschikbaar).Als u de map voor verwijderd items wilt legen, opentu de map en selecteert u Opties > Wis Verw. items.

Wisselen tussen e-mailmappenSelecteer Menu > Berichten en een mailbox.Als u een andere e-mailmap of mailbox wilt openen,selecteert u Inbox boven aan het scherm. Selecteer dee-mailmap of mailbox uit de lijst.

Verbinding met de mailboxverbrekenSelecteer Menu > Berichten en een mailbox.Als u de synchronisatie tussen het apparaat en de e-mailserver wilt annuleren en met uw e-mail wiltwerken zonder draadloze verbinding, selecteert uOpties > Verbinding verbreken. Als uw mailbox deoptie Verbinding verbreken niet heeft, selecteert uOpties > Afsluiten om de verbinding met de mailboxte verbreken.Als u de synchronisatie weer wilt starten, selecteert uOpties > Verbinden.

Een afwezigheidsbericht instellenSelecteer Menu > Berichten.

Als u een automatisch antwoord bij afwezigheid wiltinstellen, selecteert u de mailbox en kiest u vervolgens,afhankelijk van het type mailbox, Opties > Instell. >Mailboxinstellingen > Afwezigheid > Aan ofOpties > Instell. > Intellisync >Mailboxinstellingen > Afwezigheid > Aan.Selecteer Afwezigheidsbericht om de tekst voor hetbericht in te voeren.

Algemene instellingen voor e-mailSelecteer Menu > Berichten, een mailbox enOpties > Instell. > Algemene instellingen en kieseen van de volgende opties:● Indeling berichtenlijst — Hiermee stelt u in of er

1 of 2 regels moeten worden weergegeven van dee-mailberichten in de Inbox.

● Voorbeeld berichttekst — Hiermee stelt u in of ueen voorbeeld wilt zien van de berichten in de Inboxwanneer u door de lijst met berichten bladert.

● Titelscheidingstekens — Selecteer Aan als u delijst met e-mailberichten wilt kunnen openvouwenen samenvouwen.

● Meldingen downloaden — Hiermee stelt u in of uhet apparaat een melding wilt laten weergevenwanneer er een e-mailbijlage is gedownload.

● Startscherm — Hiermee stelt u in hoeveel regelsvan een e-mail worden weergegeven in hetinformatiegebied van het startscherm. 123

Beric

hten

Berichten op een SIM-kaartbekijkenSelecteer Menu > Berichten en Opties > SIM-berichten.Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u ze naareen map op uw apparaat kopiëren.1. Selecteer Opties > Markeringen aan/uit >

Markeren of Alle markeren om berichten temarkeren.

2. Selecteer Opties > Kopiëren. Er verschijnt een lijstmet mappen.

3. Selecteer een map om het kopiëren te starten. Opende map om de berichten te bekijken.

Instellingen voor berichtenDe instellingen kunnen vooraf zijn geconfigureerd inuw systeem of worden toegestuurd in een bericht. Alsu de instellingen handmatig wilt invoeren, vult u allevelden die zijn gemarkeerd met Te definiëren of eensterretje.Sommige of alle berichtencentrales oftoegangspunten kunnen vooraf zijn ingesteld voor hetapparaat door de serviceprovider. Het is wellicht nietmogelijk om deze instellingen te wijzigen ofverwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.

Instellingen voor SMS-berichtenSelecteer Menu > Berichten en Opties >Instellingen > SMS.Maak een keuze uit de volgende opties:● Berichtencentrales — Hiermee geeft u een lijst

met alle gedefinieerde SMS-berichtencentralesweer.

● Berichtcentr. in gebruik — Selecteer deberichtencentrale voor het bezorgen van SMS-berichten.

● Tekencodering — Selecteer Bep.ondersteuning als tekens moeten wordengeconverteerd naar een ander coderingssysteemwanneer dit beschikbaar is.

● Rapport ontvangen — Selecteer of u bij hetnetwerk een leveringsrapport voor uw berichtenwilt aanvragen (netwerkdienst).

● Geldigheid bericht — Selecteer hoelang moetworden geprobeerd het bericht opnieuw teverzenden als de eerste poging mislukt(netwerkdienst). Als het bericht niet binnen degeldigheidsperiode kan worden verzonden, wordthet verwijderd uit de berichtencentrale.

● Bericht verzonden als — Raadpleeg uwserviceprovider als u wilt weten of uwberichtencentrale SMS-berichten kan omzetten inandere indelingen.

● Voorkeursverbinding — Selecteer de verbindingdie u wilt gebruiken.

124

Beric

hten

● Antw. via zelfde centrale — Selecteer of hetantwoord moet worden verzonden via hetzelfdenummer van de SMS-berichtencentrale(netwerkdienst).

Instellingen voormultimediaberichtenSelecteer Menu > Berichten en Opties >Instellingen > Multimediabericht.Maak een keuze uit de volgende opties:● Grootte afbeelding — Hiermee geeft u de grootte

op van de afbeelding in een multimediabericht.● MMS-aanmaakmodus — Als u Met begeleiding

selecteert, wordt u door het apparaatgewaarschuwd wanneer u een bericht probeert teversturen dat door de ontvanger mogelijk nietwordt ondersteund. Als u Beperkt selecteert,voorkomt het apparaat dat u berichten verstuurt diemogelijk niet worden ondersteund. Als u inhoud inuw berichten wilt opnemen zonder meldingen,selecteert u Vrij.

● Toegangspunt in gebruik — Hiermee kunt uaangeven welk toegangspunt alsvoorkeursverbinding wordt gebruikt.

● Multimedia ophalen — Hiermee kunt u opgevenhoe u berichten wilt ontvangen. Selecteer Aut. bijeigen ntwrk als u berichten automatisch wiltophalen in uw eigen netwerk. Buiten uw eigen

netwerk ontvangt u een melding dat u een berichtkunt ophalen in de multimediaberichtencentrale.Als u Altijd automatisch selecteert, maakt uwapparaat automatisch een actieve packet-gegevensverbinding om het bericht binnen enbuiten uw eigen netwerk op te halen.

● Anon. berichten toestaan — Hiermee geeft u aanof u berichten van een anonieme afzender wiltweigeren.

● Advertenties ontvangen — Hiermee geeft u aanof u multimediaberichtadvertenties wilt ontvangen.

● Rapporten ontvangen — Hiermee kunt u opgevenof de status van het verzonden bericht in hetlogboek moet worden weergegeven(netwerkdienst).

● Rapportverz. weigeren — Hiermee kunt udesgewenst voorkomen dat uw apparaatleveringsrapporten van ontvangen berichtenverzendt.

● Geldigheid bericht — Hier kunt u opgeven hoelang moet worden geprobeerd het bericht opnieuwte verzenden als de eerste poging mislukt(netwerkdienst). Als het bericht niet binnen dezeperiode kan worden verzonden, wordt het uit deberichtencentrale verwijderd.

125

Beric

hten

E-mailinstellingenMailboxen beherenSelecteer Menu > Berichten en Opties >Instellingen > E-mail.Als u wilt aangeven welke mailbox u wilt gebruikenvoor het versturen en ontvangen van e-mail, selecteertu Mailbox in gebruik en een mailbox.Als u een mailbox en de berichten daarin van uwapparaat wilt verwijderen, selecteert u Mailboxen,gaat u naar de gewenste mailbox en selecteert uOpties > Verwijderen.Selecteer Mailboxen > Opties > Nieuwe mailboxals u een nieuwe mailbox wilt maken. De naam die ude nieuwe mailbox geeft vervangt Mailbox in dehoofdweergave van Berichten. U kunt maximaal zesmailboxen gebruiken.Selecteer Mailboxen en een mailbox om deinstellingen voor verbindingen, gebruikers en het aldan niet automatisch ophalen van e-mail te wijzigen.

VerbindingsinstellingenSelecteer Menu > Berichten en Opties >Instellingen > E-mail > Mailboxen, een mailbox,en Verbindingsinstellingen.Selecteer Inkomende e-mail als u de instellingen voorontvangen e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens eenkeuze uit de volgende opties:

● Gebruikersnaam — Voer de gebruikersnaam in dieu van uw serviceprovider hebt gekregen.

● Wachtwoord — Voer uw wachtwoord in. Als u ditveld leeg laat, wordt u naar het wachtwoordgevraagd wanneer u verbinding probeert te makenmet uw externe mailbox.

● Server inkomende mail — Voer het IP-adres of dehostnaam in van de mailserver die uw e-mailontvangt.

● Toegangspunt in gebruik — Selecteer eeninternettoegangspunt.

● Mailboxnaam — Voer een naam voor de mailboxin.

● Mailboxtype — Bepaalt het e-mailprotocol dat deserviceprovider van uw externe mailboxaanbeveelt. U kunt kiezen uit POP3 en IMAP4. U kuntdeze instelling niet wijzigen.

● Beveiliging — Selecteer de beveiligingsoptie omde verbinding naar de externe mailbox tebeveiligen.

● Poort — Definieer een poort voor de verbinding.● APOP beveiligd inloggen (alleen voor

POP3) — Gebruik met het POP3-protocol om hetversturen van wachtwoorden naar de externe e-mailserver te versleutelen wanneer u verbindingmaakt met de mailbox.

Als u de instellingen wilt bewerken voor de e-mail dieu verstuurt, selecteert u Uitgaande e-mail en een vande volgende opties:126

Beric

hten

● Mijn e-mailadres — Voer het e-mailadres in dat uhebt gekregen van uw serviceprovider.

● Server uitgaande mail — Voer het IP-adres of dehostnaam in van de mailserver die uw e-mailverstuurt. Misschien kunt u alleen de uitgaandeserver van uw serviceprovider gebruiken. Neemvoor meer informatie contact op met uwserviceprovider.

De instellingen voor gebruikersnaam, wachtwoord,toegangspunt, beveiliging en poort zijn gelijk aan dievoor inkomende e-mail.

GebruikersinstellingenSelecteer Menu > Berichten en Opties >Instellingen > E-mail > Mailboxen, een mailbox,en Gebruikersinstellingen.Maak een keuze uit de volgende opties:● Mijn mailnaam — Voer uw eigen naam in. Uw

naam vervangt uw e-mailadres op het apparaat vande ontvanger als het apparaat van de ontvangerdeze functie ondersteunt.

● Bericht verzenden — Bepaal hoe e-mail wordtverzonden vanaf het apparaat. Selecteer Meteenvoor het apparaat waarmee verbinding moetworden gemaakt met de mailbox wanneer uBericht verzenden selecteert. Als u Bij volgendeverbind. selecteert, wordt e-mail verzondenwanneer de verbinding met de externe mailboxbeschikbaar is.

● Kopie naar mij — Bepaal of u een kopie van de e-mail wilt verzenden naar uw eigen mailbox.

● Handtekening opnemen — Selecteer of u eenhandtekening aan uw e-mails wilt toevoegen.

● Melding bij nieuwe e-mail — Selecteer of u denieuwe e-mailindicaties (een toon, een notitie eneen mailsymbool) wilt ontvangen wanneer ernieuwe e-mail is.

● E-mail verwijderen — Selecteer of u e-mailberichten alleen van de telefoon wiltverwijderen, van de telefoon en de server of dat udat per geval wilt aangeven.

● Antwoordadres — Geef een e-mailadres opwaarnaar antwoorden op gestuurde e-mailberichten vanuit de mailbox in kwestie wordenafgeleverd.

Instellingen voor ophalen van e-mailSelecteer Menu > Berichten en Opties >Instellingen > E-mail > Mailboxen, een mailbox,en Instellingen voor ophalen.Maak een keuze uit de volgende opties:● E-mail ophalen — Geef aan welk gedeelte van de

e-mails moet worden opgehaald: Alleen headers,Groottelmt (POP3) of Berichten en bijlagen(POP3).

● Aantal — Geef aan hoeveel nieuwe e-mails naar demailbox moeten worden opgehaald.

127

Beric

hten

● Pad IMAP4-map (alleen voor IMAP4) — Geef hetpad op voor de mappen waarop u zich wiltabonneren.

● Mapabonnementen (alleen voor IMAP4) — Abonneer u op andere mappen in de externemailbox en haal inhoud uit deze mappen op.

Automatisch ophalen instellenSelecteer Menu > Berichten en Opties >Instellingen > E-mail > Mailboxen, een mailbox,en Automatisch ophalen.Maak een keuze uit de volgende opties:● E-mailmeldingen — Als u automatisch de headers

wilt ophalen op uw apparaat wanneer u nieuwe e-mailberichten ontvangt in uw externe mailbox,selecteert u Ontv. en aut. bijwrkn of Uitsl. eigennetwerk

● E-mail ophalen — Als u automatisch op bepaaldetijdstippen de headers van nieuwe e-mailberichtenwilt ophalen uit uw externe mailbox, selecteert uIngeschakeld of Uitsl. eigen netwerk. Geef opwanneer en hoe vaak de e-mailberichten wordenopgehaald.

E-mailmeldingen en E-mail ophalen kunnen niettegelijkertijd actief zijn.Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatischwordt opgehaald, worden mogelijk grotehoeveelheden gegevens via het netwerk van deserviceprovider verzonden. Neem contact op met uw

serviceprovider voor meer informatie over de kostenvan gegevensoverdracht.

Instellingen voorwebdienstberichtenSelecteer Menu > Berichten en Opties >Instellingen > Dienstbericht.Geef op of u dienstberichten wilt ontvangen. Als u hetapparaat zodanig wilt instellen dat de browserautomatisch wordt geactiveerd en eennetwerkverbinding wordt gemaakt om inhoud op tehalen wanneer u een dienstbericht ontvangt,selecteert u Berichten downloaden >Automatisch.

Instellingen voor infodienstenSelecteer Menu > Berichten en Opties >Instellingen > Infodienst.Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbareitems en bijbehorende nummers.Maak een keuze uit de volgende opties:● Ontvangst — Selecteer of u infodienstberichten

wilt ontvangen.● Taal — Selecteer de talen waarin u berichten wilt

ontvangen: Alle, Geselecteerd of Overige.● Itemherkenning — Selecteer of automatisch moet

worden gezocht naar nieuwe itemnummers en of128

Beric

hten

de nieuwe nummers zonder naam in de lijst moetenworden opgeslagen.

Overige instellingenSelecteer Menu > Berichten en Opties >Instellingen > Overige.Maak een keuze uit de volgende opties:● Verzonden ber. opslaan — Selecteer of u in de

map Verzonden een kopie wilt opslaan van elkverzonden SMS-, multimedia- of e-mailbericht.

● Aantal opgesl. berichten — Geef aan hoeveelverzonden berichten tegelijkertijd wordenopgeslagen in de map Verzonden. Wanneer delimiet wordt bereikt, wordt het oudste berichtverwijderd.

● Gebruikt geheugen — Selecteer het geheugenwaarin u uw berichten wilt opslaan.

129

Beric

hten

Oproepen plaatsenSpraakoproepen 1. Voer in de stand-by modus het telefoonnummer in,

inclusief het netnummer. Druk op C als u eennummer wilt verwijderen.Voor internationale oproepen drukt u tweemaal op* voor het teken + (duidt de internationaletoegangscode aan). Vervolgens kiest u hetlandnummer, het netnummer (eventueel zondervoorloopnul) en het abonneenummer.

2. Druk op de beltoets als u de oproep wilt activeren.3. Druk op de beëindigingstoets als u de oproep wilt

beëindigen (of de belpoging wilt annuleren).Met de end-toets wordt altijd een oproepbeëindigd, ook als er nog een andere toepassingactief is.

Als u een oproep wilt plaatsen naar iemand uit de lijstContacten, selecteert u Menu > Contacten. Ga naarde gewenste naam of geef de eerste letters van denaam op in het zoekveld. Druk op de beltoets als u hetcontact wilt bellen. Als u voor een contactpersoonverschillende nummers hebt opgeslagen, selecteert uhet gewenste nummer in de lijst en drukt u op debeltoets.

Opties tijdens een oproepGebruik de volumetoets aan de zijkant van hetapparaat als u tijdens een oproep het volume wiltregelen. U kunt ook de bladertoets gebruiken.Selecteer eerst Demp. oph. als u het volume hebtingesteld op Dempen.Selecteer Opties > MMS verzenden (alleen in UMTS-netwerken) als u een afbeelding of een videoclip in eenmultimediabericht naar de andere deelnemer van deoproep wilt verzenden. U kunt het bericht bewerkenen de ontvanger wijzigen voordat u het verzendt. Drukop de beltoets om het bestand te verzenden naar eencompatibel apparaat (netwerkdienst).Selecteer Opties > Standby als u een actieve oproepin de wachtstand wilt plaatsen om een andereinkomende oproep te beantwoorden. SelecteerOpties > Wisselen als u wilt schakelen tussen deactieve oproep en de oproep in de wachtstand.Selecteer Opties > DTMF verzenden als u DTMF-tonen(bijvoorbeeld een wachtwoord) wilt verzenden. Voerde DTMF-reeks in of zoek naar de reeks in Contacten.Als u een wachtteken (w) of een pauzeteken (p) wiltinvoeren, drukt u herhaaldelijk op *. Selecteer OK om130

Opro

epen

pla

atse

n

de toon te verzenden. U kunt DTMF-tonen toevoegenaan het telefoonnummer of de DTMF-velden in eencontactkaart.

Tip: Druk bij slechts één actieve oproep op debeltoets als u deze in de wachtstand wiltplaatsen. Druk nogmaals op de beltoets als u deoproep wilt activeren.

Selecteer tijdens een actieve oproep Opties >Luidspreker inschakelen als u het geluid van detelefoon via de luidspreker wilt weergeven. SelecteerOpties > Handsfree inschakelen als u het geluid wiltweergeven via een compatibele hoofdtelefoon metBluetooth-connectiviteit die u hebt aangesloten.Selecteer Opties > Telefoon inschakelen als u weerwilt terugschakelen naar de telefoon.Selecteer Opties > Vervangen als u een actieveoproep wilt beëindigen en in plaats hiervan de oproepin de wachtstand wilt beantwoorden.Selecteer Opties > Alle oproep. beëindigen als uverschillende actieve oproepen hebt en deze allemaalwilt beëindigen.Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens eenspraakoproep, zijn netwerkdiensten.

Voicemail Selecteer Menu > Instrumenten > Opr.mailbox.

Wanneer u de toepassing Voicemail (netwerkdienst)voor het eerst opent, wordt u gevraagd om hetnummer van uw voicemailbox in te voeren.U kunt uw voicemailbox bellen door naarVoicemailbox te navigeren en Opties >Voicemailbox bellen te selecteren.U kunt uw videomailbox bellen door naarVideomailbox te navigeren en Opties >Videomailbox bellen te selecteren.Als u internetoproepen in uw apparaat hebtgeconfigureerd, en over een mailbox voorinternetoproepen beschikt, navigeert u naar demailbox en selecteert u Opties > Mailb. internetopr.bellen om deze te bellen.Als u vanuit de stand-by modus de mailbox wilt bellen,houdt u 1 ingedrukt of drukt u op 1 en vervolgens opde beltoets. Selecteer de mailbox waarnaar u wiltbellen.Als u het mailboxnummer wilt wijzigen, selecteert u demailbox en kiest u Opties > Nummer wijzigen.

Een oproep beantwoorden ofweigerenDruk op de beltoets of open de schuif als u de oproepwilt beantwoorden. 131

Opro

epen

pla

atse

n

Selecteer Stil als u bij een inkomende oproep debeltoon wilt dempen. Druk op de eindetoets als u een oproep niet wiltbeantwoorden. Als u de functie Doorschakelen >Spraakoproepen > Indien bezet hebt ingeschakeldom oproepen door te schakelen, wordt een inkomendeoproep ook doorgeschakeld wanneer u deze weigert.Wanneer u Stil selecteert om de beltoon van deinkomende oproep te dempen, kunt u zonder deoproep te weigeren een tekstbericht verzenden waarinu de beller laat weten waarom u de oproep niet kuntbeantwoorden. Selecteer Opties > Berichtverzenden. Selecteer Menu > Instrumenten >Instellingen en Telefoon > Oproep > Oproepweig. met bericht als u deze optie wilt instellen eneen standaardtekstbericht wilt schrijven.

Een conferentiegesprekvoerenConferentiegesprekken tussen maximaal zesdeelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund.1. Bel de eerste deelnemer.2. Als u een oproep wil doen aan een andere

deelnemer, selecteert u Opties > Nieuweoproep. De eerste oproep wordt in de wachtstandgeplaatst.

3. Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u deeerste deelnemer in het conferentiegesprekopnemen. Hiervoor selecteert u Opties >Conferentie.Als u een nieuwe persoon wilt toevoegen aan deoproep, doet u een oproep aan een anderedeelnemer en voegt u de nieuwe oproep toe aanhet conferentiegesprek.Als u een privé-gesprek wilt voeren met een van dedeelnemers, selecteert u Opties > Conferentie >Privé.Ga naar de gewenste deelnemer en selecteerPrivé. Het conferentiegesprek wordt in dewachtstand geplaatst op uw apparaat. De anderedeelnemers kunnen ondertussen met elkaardoorpraten.Als u wilt terugkeren naar het conferentiegesprek,selecteert u Opties > Conferentie.Selecteer Opties > Conferentie > Deelnemerverwijderen, ga naar een deelnemer en selecteerVerwijdrn als u de verbinding met deze deelnemerwilt verbreken.

4. Druk op de end-toets als u het actieveconferentiegesprek wilt beëindigen.

132

Opro

epen

pla

atse

n

Snel telefoonnummers kiezen Selecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enTelefoon > Oproep > Snelkeuze om de functie teactiveren.Selecteer Menu > Instrumenten > Snelkeuze als ueen telefoonnummer wilt toewijzen aan een van decijfertoetsen (2-9). Ga naar de toets waaraan u hettelefoonnummer wilt toewijzen en selecteer Opties >Toewijzen. Toets 1 is gereserveerd voor de voice- ofvideomailbox en voor het starten van de webbrowser.Als u in de stand-by modus een oproep wilt plaatsen,drukt u op de toegewezen sneltoets en op de beltoets.

Oproep in wachtstandU kunt een oproep beantwoorden terwijl u een andertelefoongesprek voert. Als u de optie Oproep inwachtrij wilt activeren, selecteert u Instellingen >Telefoon > Oproep > Oproep in wachtrij(netwerkdienst).Druk op de beltoets als u de oproep in de wachtrij wiltbeantwoorden. De eerste oproep wordt in dewachtstand geplaatst.Selecteer Wisselen als u wilt schakelen tussen de tweeoproepen. Als u een inkomende oproep of een oproepin de wachtrij wilt doorverbinden met een actieveoproep en uw eigen verbinding met de oproepen wilt

verbreken, selecteert u Opties > Doorverbinden.Druk op de end-toets als u de actieve oproep wiltbeëindigen. Selecteer Opties > Alle oproep.beëindigen als u beide oproepen wilt beëindigen.

SpraakoproepenUw apparaat maakt automatisch een spraaklabel voorde contacten. Als u naar het gesynthetiseerde label wiltluisteren, selecteert u een contact en Opties >Spraaklabelgegevens. Blader naar de gegevens vaneen contact en selecteer Opties > Sprklabelafspelen.Bellen via een spraaklabel

Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kanmoeilijkheden opleveren in een drukke omgeving oftijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alleomstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabelsafhankelijk bent.Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt deluidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korteafstand van uw mond als u het spraaklabel inspreekt.1. Als u spraakgestuurde nummerkeuze wilt starten in

het startscherm, houdt u de beltoets ingedrukt. Alser een compatibele headset met headsettoets isaangesloten, houdt u de headsettoets ingedruktwanneer u spraakgestuurd bellen wilt starten. 133

Opro

epen

pla

atse

n

2. U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordtweergegeven. Noem duidelijk de naam die u voorhet contact hebt opgeslagen.

3. Het apparaat speelt een synthesizer-spraaklabel afvoor de herkende contactpersoon in degeselecteerde apparaattaal en geeft de naam enhet nummer weer. Als u spraakgestuurdenummerkeuze wilt annuleren, selecteert uStoppen.

Als voor een naam verschillende nummers zijnopgeslagen, kunt u ook de naam en het nummertypenoemen, zoals mobiel of telefoon.

Een video-oproep plaatsenWanneer u een video-oproep doet (netwerkdienst),ziet u een video in real-time van uzelf en de ontvangervan de oproep. De ontvanger van de video-oproepkrijgt het live-videobeeld of het videobeeld dat doorde camera in uw apparaat wordt vastgelegd, te zien.U kunt alleen een video-oproep doen als u een USIM-kaart heeft en zich in het dekkingsgebied van eenUMTS-netwerk bevindt. Neem contact op met uwnetwerkserviceprovider voor beschikbaarheid van enabonnementen op video-oproepdiensten.Een video-oproep is alleen mogelijk tussen niet meerdan twee partijen. De video-oproep kan wordengedaan aan een compatibele mobiele telefoon of een

ISDN-client. Video-oproepen zijn niet mogelijk als eenandere spraak-, video- of gegevensoproep actief is.Pictogrammen

U ontvangt geen video (de ontvanger verstuurtgeen video of het wordt door het netwerk nietovergebracht).

U hebt het versturen van video vanaf uw apparaatgeweigerd. Als u liever stilstaand beeld verstuurt,selecteert u Menu > Instrumenten > Instellingenen Telefoon > Oproep > Afbeeld. in video-oproep.Ook al hebt u het verzenden van video tijdens eenvideo-oproep geweigerd, dan worden toch kostenvoor een video-oproep in rekening gebracht.Raadpleeg uw serviceprovider voor tarieven.1. Als u een video-oproep wilt starten, voert u het

telefoonnummer in in de stand-by modus, ofselecteert u Contacten en een contact.

2. Selecteer Opties > Bellen > Video-oproep.De tweede camera aan de voorzijde wordtstandaard gebruikt voor video-oproepen. Hetstarten van een video-oproep kan enige tijd duren.Wachten op videoafbeelding wordtweergegeven. Als de oproep mislukt, bijvoorbeeldomdat video-oproepen niet worden ondersteunddoor het netwerk of omdat het ontvangendeapparaat niet compatibel is, wordt u gevraagd of u134

Opro

epen

pla

atse

n

een gewone oproep wilt plaatsen of een SMS- ofmultimediabericht wilt verzenden.De video-oproep is actief wanneer u twee video-afbeeldingen ziet en het geluid hoort via deluidspreker. De ontvanger van de oproep kan deverzending van video ( ) weigeren. In dat gevalhoort u alleen geluid en wordt er mogelijk een fotoof een grijze achtergrondafbeelding weergegeven.

3. Druk op de end-toets als u het videogesprek wiltbeëindigen.

Tijdens een video-oproepSelecteer Opties > Inschakelen of Uitschakelen ende gewenste optie als u wilt schakelen tussen video enalleen de stem van de beller.Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer deluidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume ergluid kan zijn. Selecteer Opties > Luidsprekerinschakelen om de luidspreker te activeren. Als u eencompatibele headset met Bluetooth-verbinding hebtaangesloten, selecteert u Opties > Handsfreeinsch. om het geluid naar de headset te voeren.Selecteer Opties > Telefoon inschakelen als u weerwilt overschakelen naar de telefoon.Als u de camera aan de achterzijde van het apparaatwilt gebruiken voor het versturen van video, selecteertu Opties > Tweede camera. Als u wilt

terugschakelen naar de camera aan de voorzijde vanhet apparaat, selecteert u Opties > Hoofdcamera.Selecteer Opties > Snapshot verzenden als u eensnapshot wilt maken van de video die u wilt verzenden.Het verzenden van de video wordt onderbroken en desnapshot wordt aan de ontvanger getoond. Desnapshot wordt niet opgeslagen.Selecteer Opties > Zoomen als u wilt in- of uitzoomenop de afbeelding.Als u de kwaliteit van de video wilt aanpassen,selecteert u Opties > Videovoorkeur > Normalekwaliteit, Heldere details of Vloeiend afspelen.

Een video-oproepbeantwoorden of weigerenWanneer er een video-oproep binnenkomt, wordt weergegeven.Druk op de beltoets als u de video-oproep wiltbeantwoorden. Verzenden videobericht naar bellertoestaan? wordt weergegeven. Selecteer Ja als u wiltbeginnen met het verzenden van live videobeelden.Als u de video-oproep niet activeert, hoort u alleenmaar het geluid van de beller. In plaats van eenvideobeeld wordt een grijs scherm weergegeven. Als uin plaats van het grijze scherm een foto wilt weergevendie u met de camera van het apparaat hebt gemaakt, 135

Opro

epen

pla

atse

n

selecteert u Menu > Instrumenten > Instellingenen Telefoon > Oproep > Afbeeld. in video-oproep.Druk op de end-toets als u het videogesprek wiltbeëindigen.

Video delenGebruik Video delen (netwerkdienst) als u tijdens eenspraakoproep live videobeelden of een videoclip vanhet mobiele apparaat naar een ander compatibelmobiel apparaat wilt verzenden.De luidspreker is actief wanneer u het delen van videoinschakelt. Als u de luidspreker niet wilt gebruikenvoor de spraakoproep terwijl u video deelt, kunt u ookeen compatibele headset gebruiken.

Waarschuwing: Voortdurende blootstellingaan een hoog geluidsvolume kan uw gehoorbeschadigen. Luister naar muziek op een gematigdgeluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oorwanneer de luidspreker in gebruik is.

Vereisten voor het delen van videoVoor het delen van video is een UMTS-verbindingvereist. Of u gebruik kunt maken van het delen vanvideo is afhankelijk van de beschikbaarheid van hetUMTS-netwerk. Neem contact op met uw

serviceprovider voor meer informatie over de dienst,de beschikbaarheid van het UMTS-netwerk en dekosten die aan het gebruik van deze dienst zijnverbonden.Als u video wilt delen, controleert u het volgende:● Uw apparaat is ingesteld op verbindingen van

persoon naar persoon.● U hebt een actieve UMTS-verbinding en bevindt zich

binnen het dekkingsgebied van het UMTS-netwerk.Als u tijdens het delen van video het dekkingsgebiedvan het UMTS-netwerk verlaat, wordt het delen vanvideo gestopt, maar blijft de spraakoproep actief.

● Zowel de afzender als de ontvanger zijngeregistreerd bij het UMTS-netwerk. Als u iemanduitnodigt voor het delen van video, maar hetapparaat van de ontvanger zich niet in hetdekkingsgebied van het UMTS-netwerk bevindt, ofde optie voor het delen van video niet isgeïnstalleerd op diens apparaat of de verbindingenvan persoon tot persoon niet zijn ingesteld, krijgt deontvanger geen uitnodigingen. U krijgt eenfoutbericht waarin wordt aangegeven dat deontvanger de uitnodiging niet kan accepteren.

Instellingen voor video delenAls u de instellingen voor het delen van videoclips wiltwijzigen, selecteert u Menu > Instrumenten >Instellingen en Verbinding > Video delen.136

Opro

epen

pla

atse

n

Als u Video delen wilt instellen, hebt u instellingen voorverbindingen van persoon tot persoon en voor UMTS-verbindingen nodig.Instellingen voor verbindingen van persoon totpersoonEen verbinding van persoon tot persoon wordt ook weleen SIP-verbinding (Session Initiation Protocol)genoemd. De SIP-profielinstellingen moeten in hetapparaat worden geconfigureerd voordat u video'skunt delen. Vraag de serviceprovider naar de SIP-profielinstellingen en sla deze op in het apparaat. Deserviceprovider stuurt u mogelijk de instellingen ofgeeft u een lijst met de benodigde parameters.Een SIP-adres aan een contact toevoegen:1. Selecteer Menu > Contacten.2. Selecteer het contact of maak een nieuw contact.3. Selecteer Opties > Bewerken.4. Selecteer Opties > Detail toevoegen > Video

delen.5. Voer het SIP-adres in met de indeling

gebruikersnaam@domeinnaam (u mag een IP-adres gebruiken in plaats van een domeinnaam).Als u geen SIP-adres weet voor het contact, kunt uook het telefoonnummer van de ontvangerinclusief het landnummer gebruiken omvideobeelden te delen (indien ondersteund door deserviceprovider).

UMTS-verbindingsinstellingenDe UMTS-verbinding instellen:● Neem contact op met uw serviceprovider om een

overeenkomst op te stellen voor het gebruik van hetUMTS-netwerk.

● Controleer of de verbindingsinstellingen voor hetUMTS-toegangspunt van het apparaat correct zijngeconfigureerd. Neem voor meer informatie over deinstellingen contact op met uw serviceprovider.

Live videobeelden en videoclipsdelenSelecteer Opties > Video delen tijdens een actievespraakoproep.1. Selecteer Live video als u tijdens de oproep live

video's wilt delen.Selecteer Videoclip en de gewenste videoclip als ueen videoclip wilt delen.Mogelijk moet u de videoclip converteren naar eengeschikte indeling om deze te kunnen delen. Als ubericht ontvangt van uw apparaat dat de videoclipmoet worden geconverteerd, selecteert u OK. Uwapparaat moet over een video-editor beschikkenom de conversie te kunnen uitvoeren.

2. Als er meerdere SIP-adressen of telefoonnummersvan de ontvanger in de lijst me4t contacten zijnopgeslagen, inclusief de landcode, selecteert u het 137

Opro

epen

pla

atse

n

gewenste adres of nummer. Als het SIP-adres oftelefoonnummer van de ontvanger nietbeschikbaar is, voert u het adres of het nummer vande ontvanger inclusief landcode in en selecteert uOK om de uitnodiging te verzenden. De uitnodigingwordt door uw apparaat naar het SIP-adresverzonden.Het delen begint automatisch wanneer deontvanger de uitnodiging accepteert.Opties tijdens het delen van video's

Hiermee zoomt u in en uit op de video (alleenbeschikbaar voor de persoon die de beeldenverzendt).

Hiermee past u de helderheid aan (alleenbeschikbaar voor de persoon die de beeldenverzendt).

of Hiermee dempt u de microfoon of heft ude demping op.

of Hiermee schakelt u de luidspreker in enuit.

of Hiermee onderbreekt of hervat u het delenvan video.

Hiermee schakelt u over naar de modus Volledigscherm (alleen beschikbaar voor de ontvanger).

3. Selecteer Stoppen als u de deelsessie wiltbeëindigen. Druk op de beëindigingtoets als u devideo-oproep wilt beëindigen. Wanneer u het

gesprek beëindigt, wordt ook het delen van devideo beëindigd.

Als u de live video die u hebt gedeeld, wilt opslaan,selecteert u Ja wanneer u hierom wordt gevraagd. Hetapparaat geeft de locatie van de opgeslagen video aan.Als u andere toepassingen gebruikt tijdens het delenvan een videoclip, wordt de deelsessie onderbroken.Selecteer Opties > Doorgaan in de stand-by modusals u wilt terugkeren naar de weergave voor het delenvan video's om verder te gaan met de deelsessie.

Een uitnodiging accepterenWanneer iemand u een uitnodiging voor het delen vaneen video stuurt, wordt in het uitnodigingsbericht denaam of het SIP-adres van de afzender weergegeven.Als uw apparaat niet is ingesteld op de stille modus,gaat dit over als u een uitnodiging ontvangt.Als iemand u een uitnodiging om te delen stuurt en ubevindt zich niet binnen het bereik van een UMTS-netwerk, weet u niet dat u een uitnodiging hebtontvangen.Wanneer u een uitnodiging ontvangt, kunt u devolgende opties selecteren:● Ja — De uitnodiging accepteren en de sessie voor

delen activeren.● Nee — De uitnodiging weigeren. De afzender

ontvangt een bericht dat u de uitnodiging hebtgeweigerd. U kunt ook op de beëindigingstoets

138

Opro

epen

pla

atse

n

drukken om de uitnodiging te weigeren en despraakoproep te beëindigen.

Als u het geluid van de video op uw apparaat wiltdempen, selecteert u Opties > Dempen.Selecteer Opties > Oorspronkelijk volume om devideo af te spelen op het oorspronkelijke volume. Ditis niet van invloed op de audioweergave van de anderedeelnemer aan het telefoongesprek.Selecteer Stoppen als u de deelsessie wilt beëindigen.Druk op de beëindigingtoets als u de video-oproep wiltbeëindigen. Wanneer u het gesprek beëindigt, wordtook het delen van de video beëindigd.

LogboekIn het logboek wordt informatie bijgehouden over decommunicatiehistorie van het apparaat. Gemiste enontvangen oproepen worden alleen geregistreerd alshet netwerk deze functies ondersteunt, het apparaataan staat en zich binnen het bereik van denetwerkdienst bevindt.

Recente oproepenSelecteer Menu > Toepassngn > Logboek enRecente opr..Als u gemiste, ontvangen en gekozen oproepen wiltbekijken, selecteert u Gemiste opr., Ontvangen opr.of Gebelde nrs..

Tip: Als u de lijst met gekozen nummers in hetstartscherm wilt openen, drukt u op de beltoets.

Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgendeopties:● Opslaan in Contacten — Sla het gemarkeerde

telefoonnummer uit een lijst met recentuitgevoerde oproepen op bij uw contacten.

● Lijst wissen — Wis de lijst met geselecteerderecente oproepen.

● Verwijderen — Wis een gemarkeerde gebeurtenisin de geselecteerde lijst.

● Duur vermelding log — Geef op hoe lang decommunicatiegegevens in het logboek moetenworden bewaard. Als u Geen logboek selecteert,worden er geen gegevens in het logboek bewaard.

GespreksduurSelecteer Menu > Toepassngn > Logboek.Als u wilt bekijken hoe lang uw laatste gesprekongeveer heeft geduurd, selecteert u Duur oproep.

Opmerking: De uiteindelijke rekening van deserviceprovider voor oproepen en diensten kanvariëren, afhankelijk van de netwerkfuncties,afrondingen, belastingen, enzovoort.

Packet-gegevensSelecteer Menu > Toepassngn > Logboek.

139

Opro

epen

pla

atse

n

In sommige gevallen moet u voor uwgegevensverbindingen betalen op basis van dehoeveelheid verzonden en ontvangen gegevens.Selecteer Packet-ggvns > Alle verz. ggvnsof Alleontv. ggvns als u de hoeveelheid gegevens wiltbekijken die is verzonden of ontvangen tijdens packet-gegevensverbindingen.Als u zowel de verzonden als ontvangen gegevens wiltwissen, selecteert u Opties > Tellers op nul. U hebtde blokkeringscode nodig om de gegevens te wissen.

Alle communicatiegebeurtenissencontrolerenSelecteer Menu > Toepassngn > Logboek.Als u het algemene logboek wilt openen waar u allespraakoproepen, SMS-berichten of gegevens- endraadloze LAN-verbindingen kunt bekijken die doorhet apparaat zijn geregistreerd, selecteert u hettabblad voor het algemene logboek .Subgebeurtenissen, zoals een SMS-bericht dat in delenwordt verzonden via een packet-gegevensverbinding,gelden als één communicatiegebeurtenis.Verbindingen met uw mailbox, demultimediaberichtencentrale of webpagina's wordenweergegeven als packet-gegevensverbindingen.Als u wilt bekijken hoeveel gegevens er zijnovergebracht en hoe lang een bepaalde packet-gegevensverbinding heeft geduurd, gaat u naar een

inkomende of uitgaande gebeurtenis die wordtaangeduid met Pack. en selecteert u Opties >Weergeven.Als u een telefoonnummer uit het logboek naar hetklembord wilt kopiëren en het bijvoorbeeld in een SMS-bericht wilt plakken, selecteert u Opties > Nummergebruiken > Kopiëren.Als u het logboek wilt filteren, selecteert u Opties >Filter en een filter.

140

Opro

epen

pla

atse

n

InternetoproepenInformatie overinternetoproepenMet de internetgespreksdienst (netwerkdienst) kunt uoproepen plaatsen en ontvangen via internet.Internetoproepen zijn mogelijk tussen computers,tussen mobiele telefoons, en tussen een VoIP-apparaaten een traditionele telefoon.U moet zich op de dienst abonneren en over eengebruikersaccount beschikken om de dienst te kunnengebruiken.Als u een internetoproep wilt plaatsen of ontvangen,moet u zich in een gebied met een WLAN bevinden enverbinding hebben met een internetgespreksdienst.

Internetoproepen activerenSelecteer Menu > Contacten en eeninternetoproepdienst.Als u internetoproepen wilt plaatsen of ontvangen,neemt u contact op met uw serviceprovider voor deverbindingsinstellingen voor internetoproepen. Uwapparaat moet zich in een gebied met een

netwerkdienst bevinden om verbinding met eendienst voor internetoproepen te kunnen maken.Selecteer Opties > Dienst inschakelen om uwinternetoproepdienst te activeren.Selecteer Opties > Zoeken naar WLAN als u naarbeschikbare draadloze LAN-verbindingen (WLAN) wiltzoeken.

Internetoproepen plaatsen Wanneer u de functie voor internetoproepen hebtgeactiveerd, kunt u een internetoproep plaatsenvanuit alle toepassingen van waaruit u ook normalespraakoproepen kunt plaatsen, bijvoorbeeld vanuit delijst met contacten of het logboek. Blader bijvoorbeeldin de lijst met contacten naar het gewenste contact enselecteer Opties > Bellen > Internetoproep.Als u in de actieve stand-by modus een internetoproepwilt plaatsen, voert u het telefoonnummer of hetinternetadres in en selecteert u Netoproep.1. Als u een internetoproep wilt plaatsen naar een

internetadres dat niet met een cijfer begint, druktu in de actieve stand-by modus op een willekeurigecijfertoets en drukt u vervolgens enkele seconden

141

Inte

rnet

opro

epen

op # om het scherm te wissen en over te schakelenvan de cijfermodus naar de lettermodus.

2. Voer het internetadres in en druk op de beltoets.

Geblokkeerde contactenSelecteer Menu > Contacten. Blader naar links enselecteer de internetoproepdienst uit de lijst.Als u contacten blokkeert, kunnen deze uw onlinestatus niet zien.Selecteer Opties > Blokkeerlijst bekijken omgeblokkeerde contacten weer te geven.Als u een contact wilt toevoegen aan uw lijst metgeblokkeerde contacten, selecteert u het contact enOpties > Contacten blokkeren.Als u de blokkering van een contact wilt opheffen, gaatu naar het contact en selecteert u Opties >Deblokkeren. Wanneer u de blokkering van eencontact opheft, staat u toe dat het contact uw onlinestatus ziet.

Diensten voorinternetoproepen beherenSelecteer Menu > Instrumenten > Connect. >Netinstell..

Als u een nieuwe internetoproepdienst wilttoevoegen, selecteert u Downloaden.

Instellingen voorinternetoproepenSelecteer Menu > Contacten. Blader naar links enselecteer in de lijst de internetoproepdienst.Als u de instellingen voor internetoproepen wiltweergeven of bewerken, selecteert u Opties >Instellingen en een van de volgende opties:● Dienstverbindingen — Selecteer de

bestemmingsinstellingen voor de verbinding voorinternetoproepen en bewerk debestemmingsgegevens.Als u een bestemming wilt wijzigen, gaat u naar dedienst en selecteert u Wijzigen.

● Beschikbaarh.verzoeken — Selecteer of uautomatisch alle inkomendeaanwezigheidsverzoeken wilt accepteren zonderdat u om een bevestiging wordt gevraagd.

● Dienstinformatie — Technische informatie overde geselecteerde dienst weergeven.

142

Inte

rnet

opro

epen

Contacten (telefoongids)In Contacten kunt u contactgegevens opslaan enbijwerken, zoals telefoonnummers, privé-adressen ofe-mailadressen van uw contacten. U kunt eenpersoonlijke beltoon of een miniatuur toevoegen aaneen contactkaart. U kunt ook contactgroepen maken,zodat u SMS- of e-mailberichten naar een groot aantalontvangers tegelijk kunt sturen.

Namen en nummers opslaanen bewerken1. Als u een nieuw contact aan de lijst met contacten

wilt toevoegen, selecteert u Opties > Nieuwcontact.

2. Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.Als u contacten wilt bewerken, selecteert u een contacten Opties > Bewerken.

Namen en nummers beherenSelecteer een contactkaart en druk op C om de kaart teverwijderen.Als u meerdere contactkaarten tegelijk wiltverwijderen, selecteert u Opties > Markeringen aan/

uit om de gewenste contactkaarten te markeren endrukt u op C om deze te verwijderen. Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert u eenkaart, Opties > Visitekaartje verz. en de gewensteoptie. Als u het spraaklabel wilt beluisteren dat aan hetcontact is toegewezen, selecteert u een contact enOpties > Spraaklabelgegevens > Sprklabelafspelen.

Standaardnummers en -adressenU kunt standaardnummers of -adressen aan eencontact toewijzen. Als een contact meerdere nummersof adressen heeft, kunt u eenvoudig naar een specifieknummer bellen of een bericht naar een bepaald adressturen. Het standaardnummer wordt ook gebruiktvoor spraakgestuurd bellen.1. Selecteer een contact in de contactenlijst.2. Selecteer Opties > Standaardnummers.

143

Cont

acte

n (t

elef

oong

ids)

3. Selecteer een standaardnummer waaraan u eennummer of adres wilt toevoegen en selecteerToewijzen.

4. Selecteer het nummer of adres dat u als standaardwilt instellen.

Het standaardnummer of -adres wordt onderstreeptweergegeven in de contactweergave.

Beltonen, afbeeldingen enoproeptekst voor contactenU kunt een beltoon voor een contact of groep opgevenen een afbeelding en een beltekst voor een contact.Wanneer het contact u belt, wordt de geselecteerdebeltoon afgespeeld en wordt de beltekst of deafbeelding getoond (mits het telefoonnummer van debeller met de oproep wordt meegestuurd en het dooruw apparaat wordt herkend).Als u een beltoon voor een contact of een contactgroepwilt definiëren, selecteert u het contact of decontactgroep, Opties > Beltoon en een beltoon.Selecteer een contact en Opties > Tekst voor oproeptvgn als u een oproeptekst voor het contact wiltdefiniëren. Voer de oproeptekst in en selecteer OK.Als u een afbeelding wilt toevoegen voor een contactdat in het apparaatgeheugen is opgeslagen, selecteert

u het betreffende contact, Opties > Afbeeldingtoevoegen en een afbeelding uit Galerij.Selecteer Standaard beltoon in de lijst met beltonenals u de beltoon wilt verwijderen.Als u de afbeelding van een contact wilt weergeven,wijzigen of verwijderen, selecteert u het contact,Opties > Afbeelding en de gewenste optie.

Contacten kopiërenWanneer u de lijst met contacten voor het eerst opent,wordt u gevraagd of u namen en nummers van de SIM-kaart naar het apparaat wilt kopiëren.Selecteer OK om het kopiëren te starten.Selecteer Annuleren als u de contacten van de SIM-kaart niet naar het apparaat wilt kopiëren. U wordtgevraagd of u de contacten van de SIM-kaart in de lijstmet contacten wilt weergeven. Selecteer OK om decontacten weer te geven. De lijst met contacten wordtgeopend en de namen die op uw SIM-kaart zijnopgeslagen worden aangeduid met .

SIM-dienstenNeem contact op met de leverancier van uw SIM-kaartvoor meer informatie over de beschikbaarheid en hetgebruik van SIM-kaartdiensten. Dit kan uwserviceprovider of een andere leverancier zijn.

144

Cont

acte

n (t

elef

oong

ids)

SIM-contactenSelecteer Opties > Instellingen > Contactenweergeven > SIM-geheugen om de namen ennummers die op de SIM-kaart zijn opgeslagen, toe tevoegen aan Contacten. U kunt SIM-contactentoevoegen, de gegevens van SIM-contacten wijzigenen SIM-contacten bellen.De nummers die u in Contacten opslaat, worden nietautomatisch op uw SIM-kaart opgeslagen. Als unummers op de SIM-kaart wilt opslaan, selecteert u inContacten een contactpersoon en selecteert uOpties > Kopiëren > SIM-geheugen.

Vaste nummersSelecteer Menu > Contacten en Opties > SIM-nummers > Nrs. vaste contacten.Met de dienst voor vaste nummers kunt u oproepenvan het apparaat beperken tot bepaaldetelefoonnummers. Niet alle SIM-kaarten ondersteunenvaste nummers. Neem contact op met deserviceprovider voor meer informatie.Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeldwaarmee oproepen worden beperkt (zoals hetblokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepenen vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel hetgeprogrammeerde alarmnummer kiezen. De functiesvoor het blokkeren en doorschakelen van oproepenkunnen niet tegelijkertijd actief zijn.

U hebt de PIN2-code nodig voor het in- en uitschakelenvan vaste nummers of het bewerken van de vastenummers. Informeer bij uw serviceprovider naar uwPIN2-code.Selecteer Opties en een van de volgende opties:● Vaste nummers activrn — Hiermee activeert u de

dienst voor oproepen naar vast nummers.● Vaste nummers deactiv. — Hiermee schakelt u de

dienst voor oproepen naar vast nummers uit.● Nieuw SIM-contact — Nu kunt u de naam en het

telefoonnummer invoeren van de contactpersoonwaarvoor oproepen zijn toegestaan.

● Toevoegen uit Contacten — Nu kunt u een contactkopiëren vanuit Contacten naar de lijst met vastenummers.

Als u SMSberichten wilt verzenden naar SIM-contactenterwijl de dienst voor vaste nummers actief is, moet uhet nummer van de berichtencentrale voor SMS-berichten toevoegen aan de lijst met vaste nummers.

Contactgroepen beherenContactgroepen maken1. Blader in Contacten naar rechts om de groepenlijst

te openen.2. Selecteer Opties > Nieuwe groep.3. Geef een naam voor de groep op of gebruik de

standaardnaam en selecteer OK.145

Cont

acte

n (t

elef

oong

ids)

4. Selecteer de groep en Opties > Ledentoevoegen.

5. Ga naar een contact en druk op de bladertoets omalle contacten te markeren die u wilt toevoegen.

6. Selecteer OK.Selecteer Opties > Naam wijzigen als u de naam vaneen groep wilt wijzigen, voer de nieuwe naam in enselecteer OK.Leden uit een groep verwijderen1. Selecteer in de lijst met groepen de groep die u wilt

wijzigen.2. Ga naar het contact en selecteer Opties >

Verwijder uit groep.3. Selecteer Ja om het contact uit de groep te

verwijderen.

146

Cont

acte

n (t

elef

oong

ids)

Het apparaat personaliserenU kunt het apparaat personaliseren door de stand-bymodus, het hoofdmenu, tonen, thema's of hetlettertype te wijzigen. De meeste persoonlijke opties,zoals het wijzigen van het lettertype, zijn bereikbaarvia de apparaatinstellingen.

Het uiterlijk van het apparaatwijzigenSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enInstellingen > Algemeen > Persoonlijk >Thema's.U kunt thema's gebruiken om het uiterlijk van hetscherm aan te passen met bijvoorbeeld eenachtergrond en pictogrammen.Selecteer Algemeen als u het thema wilt wijzigen datvoor alle toepassingen in het apparaat wordt gebruikt.Selecteer Opties > Bekijken als u een voorbeeld vanhet thema wilt bekijken voordat u het activeert.Selecteer Opties > Instellen om het thema teactiveren. Het actieve thema wordt aangegeven met

.

Thema's die zijn opgeslagen op een compatibelegeheugenkaart (indien geplaatst), wordenaangegeven met . De thema's op de geheugenkaartzijn niet beschikbaar als de geheugenkaart niet in hetapparaat is geplaatst. Als u de thema's van degeheugenkaart wilt gebruiken zonder dat degeheugenkaart in het apparaat is geplaatst, moet u dethema's eerst in het apparaatgeheugen ofmassageheugen opslaan.Selecteer Menuweerg. als u de indeling van hethoofdmenu wilt wijzigen.Selecteer Algemeen (netwerkdienst) in Thema'sdownldn als u een browserverbinding wilt openen enmeer thema's wilt downloaden. Maak alleen gebruikvan diensten die u vertrouwt en die adequatebeveiliging en bescherming bieden tegen schadelijkesoftware.Als u een foto of een diavoorstelling met veranderendeafbeeldingen als achtergrond in de stand-by moduswilt gebruiken, selecteert u Achtergrond >Afbeelding of Diavoorstelling.Als u de achtergrond van de 'gespreksbel' wilt wijzigendie wordt weergegeven wanneer een gesprekbinnenkomt, selecteert u Oproepafbldng. 147

Het a

ppar

aat p

erso

nalis

eren

Geluidsthema'sSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen >Algemeen > Persoonlijk > Thema's enAudiothema.Bij de audiothema's kunt u een geluidsoptie kiezen dievoor alle gebeurtenissen van het apparaat geldt (zoalsbellen, batterijniveau laag en mechanischegebeurtenissen). De geluiden kunnen tonen ofgesynthetiseerde spraaklabels zijn, of een combinatievan beide.Selecteer Actief audiothema en de geluidsoptie die uwilt gebruiken als actief audiothema. Als u eenaudiothema activeert, worden alle eerderegeluidsinstellingen gewijzigd. Selecteer hetaudiothema 'Nokia' als u de standaardgeluiden wiltherstellen.Als u de geluiden voor apparaatgebeurtenissen wiltwijzigen, kiest u een apparaatgebeurtenisgroep, zoalsbijvoorbeeld Menugebeurtenissen.Als u 3D-effecten aan het geluidsthema wilttoevoegen, selecteert u Opties > 3-D-beltonen.Als u de taal wilt wijzigen die voor hetgesynthetiseerde spraaklabel wordt gebruikt,selecteert u Opties > Taal vr Spraak instellen.Als u de geluiden van apparaatgebeurtenissen hebtgewijzigd, slaat u het thema op door Opties > Themaopslaan te selecteren.

Geluiden voor gebeurtenissen instellenAls u het geluid van een apparaatgebeurtenis wiltuitschakelen, selecteert u deapparaatgebeurtenisgroep, de apparaatgebeurtenisen Stil.Als u een gesynthetiseerd spraaklabel als het geluidvoor een apparaatgebeurtenis wilt instellen, selecteertu de apparaatgebeurtenisgroep, deapparaatgebeurtenis en Spraak. Voer de gewenstetekst in en selecteer OK. Deze optie is niet beschikbaarals u Naam beller uitspreken in Profielen hebtgeselecteerd.

Tonen instellenSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enAlgemeen > Persoonlijk > Profielen.Als u een profiel wilt aanpassen, bladert u naar hetprofiel en selecteert u Opties > Aanpassen.Als u beltonen wilt instellen, selecteert u Beltoon enkiest u een beltoon. Als u een bookmark wilt selecterenen verbinding met een webpagina wilt maken ommeer tonen te downloaden, selecteert u Geluidendownldn (netwerkdienst).Als u andere tonen wilt instellen, zoals toetstonen enwaarschuwingstonen, selecteert u de gewensteinstelling.148

Het a

ppar

aat p

erso

nalis

eren

Selecteer Opties > Aanpassen > Naam belleruitspreken > Aan als u wilt dat de naam van de bellerwordt uitgesproken wanneer u wordt gebeld. De naamvan de beller moet voorkomen in de contactenlijst.

3D-tonenSelecteer Menu > Instrumenten > 3-D-beltonen.Met 3D-tonen kunt u driedimensionale geluidseffecteninschakelen voor beltonen. Niet alle beltonen biedenondersteuning voor 3D-effecten.Als u de 3D-effecten wilt inschakelen, selecteert u 3-D-beltooneffecten > Aan. Selecteer Beltoon en degewenste beltoon als u deze wilt wijzigen.Selecteer Geluidsbaan en het gewenste 3D-effect alsu een ander effect wilt toepassen op de beltoon.Maak een keuze uit de volgende instellingen als u heteffect wilt wijzigen:● Snelheid geluidsbaan — Druk de bladertoets naar

links of rechts als u de snelheid wilt aanpassenwaarmee geluid van richting verandert. Dezeinstelling is niet voor alle beltonen beschikbaar.

● Galm — Selecteer het type echo.● Doppler-effect — Selecteer Aan om de beltoon

hoger te laten klinken wanneer u zich dichter bij hetapparaat bevindt en lager wanneer u zich verderafbevindt. Wanneer u dichter bij het apparaat komt,lijkt het alsof de beltoon hoger wordt. Wanneer u

zich van het apparaat af beweegt, wordt de beltoonlager. Deze instelling is niet voor alle beltonenbeschikbaar.

Als u de beltoon met het 3D-effect wilt beluisteren,selecteert u Opties > Toon afspelen. Als u 3D-toneninschakelt zonder een 3D-effect te selecteren, wordtstereoverbreding toegepast op de beltoon.Selecteer Instrumenten > Profielen > Opties >Aanpassen > Belvolume om het volume van debeltoon te wijzigen.

Stand-by modus wijzigenAls u de weergave van de standby-modus wilt wijzigen,selecteert u Menu > Instrumenten > Instellingenen Algemeen > Persoonlijk > Standby-modus. Inde actieve standbyweergaveworden snelkoppelingennaar toepassingenweergegeven, evenalsgebeurtenissen uittoepassingen, zoals agenda,e-mail en de Muziekspeler.Selecteer Instrumenten >Instellingen > Algemeen >Persoonlijk > Standby-modus > Snelkoppelingenom de pictogrammen voor de 149

Het a

ppar

aat p

erso

nalis

eren

snelkoppelingen voor selectietoetsen of voor destandaardsnelkoppeling in de actieve stand-by moduste wijzigen.Selecteer Menu > Toepassngn > Klok en Opties >Instellingen > Type klok als u een andere klok in destandbymodus wilt weergeven. In de apparaatinstellingen kunt u ook deachtergrondafbeelding voor de stand-by moduswijzigen of bepalen wat er in de spaarstand moetworden weergegeven.

Tip: Als u wilt controleren of er toepassingen opde achtergrond worden uitgevoerd, houdt u demenutoets ingedrukt.Als u alle toepassingenwilt sluiten die u niet gebruikt, bladert u naar eentoepassing in de lijst en drukt u vervolgens opC. Als toepassingen op de achtergrond wordenuitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit.

Het hoofdmenu aanpassenAls u de weergave van het hoofdmenu wilt wijzigen,selecteert u in het hoofdmenu Menu >Instrumenten > Instellingen en Algemeen >Persoonlijk > Thema's > Menuweerg.. U kunt hethoofdmenu zo wijzigen dat het wordt weergegevenals Raster, Lijst, Hoefijzer of V-vorm.Als u het hoofdmenu opnieuw wilt indelen, gaat u naarhet hoofdmenu en selecteert u Opties >

Verplaatsen, Verplaatsen naar map of Nieuwemap. U kunt minder vaak gebruikte toepassingen naarmappen verplaatsen en vaak gebruikte toepassingenin het hoofdmenu opnemen.

150

Het a

ppar

aat p

erso

nalis

eren

TijdmanagementKlokWekkerSelecteer Menu > Toepassngn > Klok.Als u actieve en inactieve alarmsignalen wilt bekijken,opent u het tabblad Alarm. Selecteer Opties > Nieuwalarm als u een nieuw alarmsignaal wilt instellen.Definieer desgewenst de herhaling. Als een alarm isingesteld, wordt weergegeven.Selecteer Stoppen als u het geluid van hetalarmsignaal wilt uitschakelen. Selecteer Snooze omhet alarmsignaal gedurende een bepaalde periode testoppen. Als het apparaat is uitgeschakeld wanneerhet alarm moet afgaan, wordt het apparaatautomatisch ingeschakeld en wordt het alarmsignaalweergegeven.

Tip: Als u wilt opgeven na hoeveel tijd hetalarmsignaal opnieuw moet klinken wanneer uhet alarmsignaal op sluimeren instelt, selecteertu Opties > Instellingen > Snoozetijd alarm.

Selecteer Opties > Alarm verwijderen als u eenalarmsignaal wilt annuleren.

Selecteer Opties > Instellingen als u de instellingenvoor tijd, datum en kloktype wilt wijzigen.

WereldklokSelecteer Menu > Toepassngn > Klok.Open het tabblad Wereldklok om de tijd op deverschillende locaties weer te geven. SelecteerOpties > Locatie toevoegen als u locaties aan de lijstwilt toevoegen. U kunt maximaal 15 locatiestoevoegen aan de lijst.Als u uw huidige locatie wilt instellen, bladert u naarde desbetreffende locatie en selecteert u Opties >Instlln als huidige locatie. De locatie wordt in dehoofdweergave van de klok weergegeven en de tijd inhet apparaat wordt aangepast aan de geselecteerdelocatie. Controleer of de tijd correct is en overeenkomtmet uw tijdzone.

KlokinstellingenSelecteer Opties > Instellingen.Als u de datum of tijd wilt wijzigen, selecteert u Tijd ofDatum.

151

Tijd

man

agem

ent

Als u de klok die wordt weergegeven in de stand-bymodus wilt wijzigen, selecteert u Type klok >Analoog of Digitaal.Als u wilt instellen dat de tijd en tijdzonegegevens opuw apparaat worden aangepast door het mobieletelefoonnetwerk (netwerkdienst), selecteert uAutomat. tijdaanpassing > Aan.Als u het alarmsignaal wilt wijzigen, selecteert uAlarmtoon klok.

AgendaSelecteer Menu > Agenda om de agenda te openen.

AgendaweergavenSelecteer Opties > Maandweergave,Weekweergave of Takenweergave om te schakelentussen de maand-, week- en takenweergave.Als u de eerste dag van de week, de weergave diewordt getoond wanneer u de agenda opent of deinstellingen voor het agenda-alarm wilt wijzigen,selecteert u Opties > Instellingen.Als u naar een bepaalde datum wilt gaan, selecteert uOpties > Ga naar datum. Als u naar vandaag wiltgaan, drukt u op #.

Een agenda-item maken1. Blader naar de gewenste datum, selecteer Opties >

Nieuw item en maak een keuze uit een van devolgende opties als u een nieuw agenda-item wilttoevoegen:● Vergadering — Een herinnering aan een

vergadering toevoegen.● Vergaderverzoek — Een nieuw

vergaderverzoek maken en verzenden. Er moeteen mailbox zijn ingesteld voor het verzendenvan verzoeken.

● Memo — Een algemene notitie voor de dagschrijven.

● Verjaardag — Een herinnering voorverjaardagen of andere speciale datumstoevoegen. (De items worden elk jaar herhaald.)

● Taak — Een herinnering voor een taak die opeen specifieke datum moet worden uitgevoerdtoevoegen.

2. Selecteer Opties > Beschrijving toevgn als u eenbeschrijving voor een item wilt toevoegen.

3. Selecteer Gereed als u een item wilt opslaan.Tip: Druk in de dag-, week- of maandweergaveop een toets (0-9). Een afspraak wordt geopenden de ingevoerde tekens worden toegevoegdaan het onderwerpveld. In de weergave Takenwordt een taak geopend.152

Tijd

man

agem

ent

Selecteer Stil als u het geluid wilt dempen wanneer ereen alarmsignaal voor een agendanotitie klinkt.Selecteer Stoppen als u zowel de herinnering als hetsignaal wilt uitschakelen.Selecteer Snooze als u het alarmsignaal wilt instellenop sluimeren.Als u wilt opgeven na hoeveel tijd het alarmsignaalvoor het agenda-item opnieuw moet klinken wanneerhet alarmsignaal op sluimeren is ingesteld, selecteertu Opties > Instellingen > Snoozetijd alarm.

Agenda-items beherenAls u meerdere gebeurtenissen tegelijk wiltverwijderen, opent u de maandweergave en selecteertu Opties > Item verwijderen > Items voor: of Alleitems.Als u in de taakweergave een taak als voltooid wiltmarkeren, selecteert u de taak en kiest u Opties >Markeer: volbracht.Als u een agendanotitie naar een compatibel apparaatwilt verzenden, selecteert u Opties > Verzenden. Alshet andere apparaat niet UTC-compatibel (CoordinatedUniversal Time) is, wordt de tijdinformatie vanontvangen agenda-items misschien niet goedweergegeven.

153

Tijd

man

agem

ent

OfficeBestandsbeheerSelecteer Menu > Toepassngn > Kantoor >Best.beheer.

Informatie over BestandsbeheerSelecteer Menu > Toepassngn > Kantoor >Best.beheer.Met Bestandsbeheer kunt u bestanden zoeken,beheren en openen.De beschikbare opties kunnen verschillen.Selecteer Opties > Externe stations als u stationswilt toewijzen of verwijderen of instellingen wiltdefiniëren voor een compatibel extern station dat ophet apparaat is aangesloten.

Bestanden zoeken en organiserenSelecteer Menu > Toepassngn > Kantoor >Best.beheer.Selecteer Opties > Zoeken om naar een bestand tezoeken. Voer de bestandsnaam in als zoekterm.Selecteer Opties > Indelen om bestanden en mappente verplaatsen of nieuwe mappen te maken.

Sneltoets: Als u acties wilt toepassen opmeerdere items tegelijk, markeert u de items. Alsu items wilt markeren of de markering wiltopheffen, drukt u op #.

Een geheugenkaart beherenSelecteer Menu > Toepassngn > Kantoor >Best.beheer.Deze opties zijn alleen beschikbaar als er eencompatibele geheugenkaart in het apparaat isgeplaatst.Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgendeopties:● Geheugenkaartopties — Hiermee kunt u de naam

van een geheugenkaart wijzigen of eengeheugenkaart formatteren.

● Wachtwoord geh.kaart — Hiermee beveiligt ueen geheugenkaart met een wachtwoord.

● Geh.kaart deblokkeren — Hiermee deblokkeert ueen geheugenkaart.

154

Offic

e

Back-ups van bestanden op eengeheugenkaart opslaanSelecteer Menu > Toepassngn > Kantoor >Best.beheer.Als u een back-up van bestanden wilt maken, selecteertu de bestandstypen waarvan u een back-up wilt makenen kiest u vervolgens Opties > Reservekopie. Zorgervoor dat de geheugenkaart voldoende vrije ruimtevoor de geselecteerde bestanden bevat.

Massageheugen formatterenWanneer het massageheugen wordt geformatteerd,gaan alle gegevens in het geheugen definitief verloren.Maak een back-up van gegevens die u wilt behoudenvoordat u het massageheugen formatteert. U kunt metNokia Ovi Suite of Nokia Nseries PC Suite een back-upvan gegevens op een compatibele pc maken. Eenbeheersysteem voor digitale rechten (DRM) kan ervoorzorgen dat sommige gegevens waarvan u een back-uphebt gemaakt niet kunnen worden hersteld. Neemcontact op met uw serviceprovider voor meerinformatie over de DRM-beveiliging van uw gegevens.Selecteer Opties > Massageh. formatteren om hetmassageheugen te formatteren. Gebruik geensoftware voor de pc om het massageheugen teformatteren. Dit kan de prestaties nadeligbeïnvloeden.

Het formatteren geeft geen garantie dat allevertrouwelijke gegevens die in het massageheugenvan het apparaat zijn opgeslagen definitief wordenvernietigd. Bij een standaardbewerking voorformatteren wordt het geformatteerde gebieduitsluitend als beschikbare ruimte gemarkeerd enworden de adressen van de bestanden verwijderd. Metspeciale hulpmiddelen en software voor herstel is hetmogelijk dat geformatteerde gegevens en zelfsgegevens die zijn overschreven kunnen wordenhersteld.

Over QuickofficeSelecteer Menu > Toepassngn > Kantoor >Quickoffice.Quickoffice bestaat uit Quickword voor het weergevenvan Microsoft Word-documenten, Quicksheet voor hetweergeven van Microsoft Excel-werkbladen,Quickpoint voor Microsoft PowerPoint-presentaties enQuickmanager voor inkoopsoftware. U kuntdocumenten in Microsoft Office 2000, XP en 2003(bestandsindelingen DOC, XLS en PPT) bekijken metQuickoffice. Als u over de editorversie van Quickofficebeschikt, kunt u ook bestanden bewerken.Niet alle bestandsindelingen en functies wordenondersteund.

155

Offic

e

Valuta omrekenenSelecteer Menu > Toepassngn > Kantoor >Omrekenen.Selecteer Type > Valuta. Voordat u valuta's kuntomrekenen, moet u een basisvaluta kiezen enwisselkoersen toevoegen. De standaardbasisvaluta isHome. De koers van de basisvaluta is altijd 1.1. Selecteer Opties > Wisselkoersen.2. De standaardnaam voor de valuta-items is Foreign.

Selecteer Opties > Naam valuta wijzig. als u denaam van een valuta wilt wijzigen.

3. Voeg de wisselkoersen voor de valuta's toe enselecteer Gereed.

4. Selecteer in het andere veld Eenheid de valutawaarnaar u wilt omrekenen.

5. In het eerste veld Eenheid, voert u de waarde in dieu wilt omrekenen. De omgerekende valuta komtdan automatisch in het andere veld Eenheid testaan.

Als u de basisvaluta wilt wijzigen, selecteert u Opties >Wisselkoersen, een valuta en Opties >Basisvaluta.Wanneer u de basisvaluta wijzigt, moet u de nieuwewisselkoersen invoeren, aangezien alle eerderingestelde koersen op nul worden teruggezet.

RekenmachineBerekeningen makenSelecteer Menu > Toepassngn > Kantoor >Rekenmach..Deze rekenmachine heeft een beperktenauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudigeberekeningen.Als u een berekening wilt maken, voert u het eerstegetal van de berekening in. Als u een getal met hettoetsenblok wilt verwijderen, drukt u op C. Selecteereen functie (bijvoorbeeld optellen of aftrekken). Voerhet tweede getal van de berekening in en selecteer =.

Berekeningen opslaanAls u de resultaten van een berekening wilt opslaan,selecteert u Opties > Geheugen > Opslaan. Hetopgeslagen resultaat vervangt het resultaat dat eerderin het geheugen is opgeslagen.Als u het resultaat van een berekening uit hetgeheugen wilt ophalen en het in een berekening wiltgebruiken, selecteert u Opties > Geheugen >Oproepen.Als u het laatst opgeslagen resultaat wilt bekijken,selecteert u Opties > Laatste resultaat. Hetgeheugen wordt niet gewist wanneer u de toepassingRekenmachine afsluit of het apparaat uitschakelt. De156

Offic

e

volgende keer dat u de toepassing Rekenmachinestart, kunt u het laatst opgeslagen resultaat opnieuwoproepen.

Zipbeheer Selecteer Menu > Toepassngn > Kantoor > Zip.Met Zip manager kunt u nieuwe archiefbestandenmaken voor het opslaan van gecomprimeerdebestanden in ZIP-indeling; afzonderlijke of meerderegecomprimeerde bestanden of mappen toevoegenaan een archief; het archiefwachtwoord voorbeveiligde archieven instellen, wissen of wijzigen; eninstellingen wijzigen, zoals compressieniveau encodering van bestandsnamen.U kunt de archiefbestanden opslaan in hetapparaatgeheugen of op een geheugenkaart.

Notities Selecteer Menu > Toepassngn > Kantoor >Notities.U kunt notities maken en verzenden naar anderecompatibele apparaten en ontvangen bestanden intekst zonder opmaak (bestandsindeling TXT ) opslaanin Notities.

Start met het invoeren van de tekst om een notitie teschrijven. De editor voor notities wordt automatischgeopend.U kunt een notitie openen door Openen te selecteren.Selecteer Opties > Verzenden om een notitie naarandere compatibele apparaten te verzenden.Als u een notitie wilt synchroniseren of synchronisatie-instellingen wilt definiëren voor een notitie, selecteertu Opties > Synchronisatie. Selecteer Starten om desynchronisatie te initialiseren of Instellingen om desynchronisatie-instellingen voor de notitie tedefiniëren.

Adobe ReaderSelecteer Menu > Toepassngn > Kantoor > AdobePDF.U kunt met Adobe Reader de PDF-documenten bij uwapparaat lezen, zoeken naar tekst in de documenten,instellingen in de documenten wijzigen (bijvoorbeeldzoomniveau en paginaweergaven) en PDF-bestandenvia e-mail versturen.

157

Offic

e

ToepassingenRealPlayer Met RealPlayer kunt u videoclips of streamingmediabestanden afspelen zonder dat u deze eerst inhet apparaat hoeft op te slaan.RealPlayer ondersteunt niet altijd allebestandsindelingen of alle varianten vanbestandsindelingen.Wanneer Afspelen actief is, gebruikt u in de modusLiggend de mediatoetsen om de speler te bedienen.

Videoclips afspelenSelecteer Menu > Toepassngn > RealPlayer.Als u een videoclip wilt afspelen, selecteert uVideoclips en een clip.Als u recent afgespeelde bestanden wilt weergeven,gaat u naar de hoofdweergave van de toepassing enselecteert u Onlangs afgesp..Ga in de lijst met videoclips naar een clip, selecteerOpties en maak een keuze uit de volgende opties:● Videoclip gebruiken — Hiermee kunt u een

videoclip toewijzen aan een contact of deze clipinstellen als een beltoon.

● Markeringen aan/uit — Hiermee kunt u items inde lijst markeren als u meerdere items tegelijk wiltverzenden of verwijderen.

● Details bekijken — Hiermee geeft u details vanhet geselecteerde item weer, zoals de indeling,resolutie en duur.

● Instellingen — Hiermee kunt u instellingen voorhet afspelen en streamen van video bewerken.

Inhoud via de ether streamenIn RealPlayer kunt u alleen een RTSP-koppelingopenen. In RealPlayer wordt echter een RAM-bestandafgespeeld als u in de webbrowser een HTTP-koppelingnaar dat bestand opent.Selecteer Menu > Toepassngn > RealPlayer.Als u inhoud als live gegevensstroom (streaming) wiltafspelen (netwerkdienst), selecteert u Streamingkopp. en een koppeling. U kunt ook eenstreamingkoppeling in een SMS-bericht ofmultimediabericht ontvangen of een koppeling op eenwebpagina openen. Voordat de live-inhoud begint testreamen, wordt uw apparaat met de site verbondenen start het laden van de inhoud. De inhoud wordt nietop uw apparaat opgeslagen.158

Toep

assi

ngen

RealPlayer-instellingenSelecteer Menu > Toepassngn > RealPlayer.U ontvangt mogelijk RealPlayer-instellingen in eenspeciaal bericht van uw serviceprovider. Neem voormeer informatie contact op met uw serviceprovider.Als u de instellingen voor de video wilt kiezen,selecteert u Opties > Instellingen > Video.Als u wilt selecteren dat een proxyserver moet wordengebruikt, als u het standaardtoegangspunt wiltinstellen of als u het poortbereik wilt instellen datwordt gebruikt bij het tot stand brengen van eenverbinding, selecteert u Opties > Instellingen >Streaming. Neem voor de juiste instellingen contactop met uw serviceprovider.1. Als u de geavanceerde instellingen wilt bewerken,

selecteert u Opties > Instellingen >Streaming > Netwerk > Opties >Geavanceerde instell..

2. Als u de bandbreedte voor een netwerktype wiltselecteren, selecteert u het netwerktype en degewenste waarde.Als u zelf de bandbreedte wilt bewerken, selecteertu Door gebr. gedef..

ToepassingsbeheerIn Toepassingsbeheer kunt u de softwarepakkettenzien die op het apparaat zijn geïnstalleerd. U kuntdetails van geïnstalleerde toepassingen bekijken,toepassingen verwijderen en installatie-instellingendefiniëren.Selecteer Menu > Toepassngn > Toep.beheer.U kunt twee soorten toepassingen en software op hetapparaat installeren:● J2ME-toepassingen gebaseerd op Java™-

technologie met de bestandsextensie .jad of .jar● Andere software en toepassingen die geschikt zijn

voor het Symbian-besturingssysteem met debestandsextensie .sis of .sisx

Installeer alleen software die specifiek ontworpen isvoor uw apparaat: Nokia N86 8MPNokia N86 8MPNokiaN86 8MP. Softwareleveranciers verwijzen vaak naarhet officiële modelnummer van dit product:N86-1N86-3N86.

Toepassingen installerenU kunt installatiebestanden vanaf een compatibelecomputer naar het apparaat kopiëren, ze tijdens hetbrowsen downloaden of in een multimediaberichtontvangen, als e-mailbijlage of via andereverbindingsmethoden, zoals een Bluetooth-verbinding. 159

Toep

assi

ngen

Met Nokia Application Installer, dat deel uitmaakt vanNokia Ovi Suite, kunt u een toepassing op het apparaatinstalleren.De pictogrammen in Toepassingsbeheer geven hetvolgende aan:

SIS- of SISX-toepassing Java-toepassing

widgets Toepassing is op de geheugenkaart geïnstalleerd

Toepassing is in het massageheugen geïnstalleerd

Belangrijk: Installeer en gebruik alleentoepassingen en andere software van betrouwbarebronnen, zoals toepassingen die Symbian Signed zijnof die de Java Verified-test hebben doorstaan.Denk aan het volgende voordat u de installatie start:● Selecteer Opties > Gegevens bekijken om

informatie over het type toepassing, hetversienummer en de leverancier of producent vande toepassing weer te geven.Selecteer Gegevens: > Certificaten: > Gegevensbekijken als u de gegevens van hetbeveiligingscertificaat van de toepassing wiltbekijken. Controleer in Certificaatbeheer hetgebruik van digitale certificaten.

● Als u een bestand installeert dat een update of fixvoor een bestaande toepassing bevat, kunt u hetoorspronkelijke programma alleen herstellen als ubeschikt over het oorspronkelijke installatiebestandof een volledige back-up van het verwijderdesoftwarepakket. Als u de oorspronkelijketoepassing wilt herstellen, verwijdert u detoepassing en installeert u deze opnieuw op basisvan het oorspronkelijke installatiebestand of deback-up.Het JAR-bestand is vereist voor het installeren vanJava-toepassingen. Als dit ontbreekt, wordt umogelijk gevraagd het te downloaden. Als er geentoegangspunt is gedefinieerd voor de toepassing,wordt u gevraagd een toegangspunt te selecteren.

U kunt een toepassing als volgt installeren:1. Als u naar een installatiebestand wilt zoeken,

selecteert u Menu > Instellingen enInstallaties. U kunt ook naar installatiebestandenzoeken via Bestandsbeheer of Berichten >Inbox selecteren en een bericht openen dat eeninstallatiebestand bevat.

2. Selecteer in Toepassingsbeheer Opties >Installeren. In andere toepassingen selecteert uhet installatiebestand om de installatie te starten.Tijdens de installatie wordt op het apparaatinformatie weergegeven over de voortgang van deinstallatie. Als u een toepassing installeert zondereen digitale handtekening of certificaat, wordt een

160

Toep

assi

ngen

waarschuwing weergegeven. Zet de installatiealleen voort als u de herkomst en de inhoud van detoepassing vertrouwt.

U kunt een geïnstalleerde toepassing starten, door detoepassing op te zoeken in het menu en dezevervolgens te selecteren. Als er geen standaardmap bijde toepassing gedefinieerd is, is het geïnstalleerd inhet map Geïnst. toepass. in het hoofdmenu.Selecteer Opties > Logboek bekijken als u wiltweten welke softwarepakketten zijn geïnstalleerd ofverwijderd en wanneer dit is gebeurd.

Belangrijk: Het apparaat ondersteunt slechtséén antivirustoepassing. Het gebruik van meer dan ééntoepassing met antivirusfunctionaliteit kan eennegatieve invloed hebben op de prestaties en werkingof ervoor zorgen dat het apparaat het niet meer doet.Nadat u toepassingen op een compatibelegeheugenkaart hebt geïnstalleerd, blijven deinstallatiebestanden (.sis, .sisx) in het geheugen vanhet apparaat achter. De bestanden kunnen grotehoeveelheden geheugen in beslag nemen en ervoorzorgen dat u geen andere bestanden meer kuntopslaan. U kunt geheugenruimte vrijmaken door metbehulp van Nokia Ovi Suite een backup van deinstallatiebestanden te maken op een compatibelecomputer. Gebruik vervolgens het bestandsbeheer omde installatiebestanden uit het geheugen van hetapparaat te verwijderen. Als het .SIS-bestand een

bijlage bij een bericht is, dient u het bericht uit de lijstmet binnengekomen berichten te verwijderen.

Toepassingen en softwareverwijderenSelecteer Menu > Toepassngn > Toep.beheer.Ga naar een softwarepakket en selecteer Opties >Verwijderen. Selecteer Ja om uw keuze te bevestigen.Verwijderde software kan alleen opnieuw wordengeïnstalleerd als u beschikt over het oorspronkelijkesoftwarepakket of een volledige back-up van deverwijderde software. Als u een softwarepakketverwijdert, kan het zijn dat u documenten die udaarmee hebt gemaakt, niet meer kunt openen.Indien een ander softwarepakket afhankelijk is van hetsoftwarepakket dat u heeft verwijderd, dan is hetmogelijk dat het andere softwarepakket niet meerwerkt. Raadpleeg de documentatie van hetgeïnstalleerde softwarepakket voor meer informatie.

Instellingen toepassingsbeheerSelecteer Menu > Toepassngn > Toep.beheer.Selecteer Opties > Instellingen en maak een keuzeuit de volgende opties:● Software-installatie — Hiermee geeft u aan of

Symbian-software zonder geverifieerde digitalehandtekening mag worden geïnstalleerd. 161

Toep

assi

ngen

● Online certificaatcontrole — Zo controleert u deonline certificaten voordat u een toepassinginstalleert.

● Standaardwebadres — Hiermee stelt u in welkstandaardadres moet worden gebruikt wanneeronline certificaten worden gecontroleerd.

Voor sommige Java-toepassingen moet een berichtverzonden worden of er moet een netwerkverbindingtot stand worden gebracht met een bepaaldtoegangspunt om extra gegevens of onderdelen tekunnen downloaden.

DictafoonSelecteer Menu > Toepassngn > Dictafoon.Met de toepassing Dictafoon kunt u spraakmemo's entelefoongesprekken opnemen.De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneerer een dataoproep of een GPRS-verbinding actief is.Selecteer om een geluidsclip op te nemen.Selecteer om het opnemen van een geluidsclip tebeëindigen.Als u de geluidsclip wilt afluisteren, selecteert u .U kunt de opnamekwaliteit en de opslaglocatie vooruw geluidsclips selecteren door Opties >Instellingen te kiezen.

Opgenomen geluidsclips worden opgeslagen in demap Geluidsclips van de Galerij.Als u een telefoongesprek wilt opnemen, opent uDictafoon tijdens de oproep en kiest u . Beidedeelnemers horen elke 5 seconden een toon als hetgesprek wordt opgenomen.

SpraakSelecteer Menu > Toepassngn > Spraak.Met Spraak kunt u de taal, de stem enspraakeigenschappen voor de berichtlezer instellen.Selecteer Taal om de taal voor de berichtlezer in testellen. Selecteer Opties > Talen downloaden ommeer talen voor het apparaat te downloaden.

Tip: Wanneer u een nieuwe taal downloadt,moet u minstens één stem voor die taaldownloaden.

Selecteer Stem om de spreekstem in te stellen. De stemhangt af van de geselecteerde taal.Selecteer Snelheid om de spreeksnelheid in te stellen.Selecteer Volume om het volume van de stem in testellen.Als u de gegevens van een stem wilt bekijken, opent uhet stemtabblad en selecteert u de stem en Opties >Spraakgegevens. Als u naar een stem wilt luisteren,selecteert u de stem en Opties > Spraak afspelen.

162

Toep

assi

ngen

Als u talen of stemmen wilt verwijderen, selecteert uhet item en Opties > Verwijderen.Instellingen voor berichtlezerAls u de instellingen van de berichtenlezer wiltwijzigen, opent u het tabblad Instellingen endefinieert u het volgende:● Taalherkenning — Automatische detectie van

leestaal inschakelen.● Doorlopend lezen — Doorlopend lezen van alle

geselecteerde berichten inschakelen.● Spraakprompts — De berichtenlezer zo instellen

dat er prompts in berichten worden ingevoegd.● Geluidsbron — Luisteren naar berichten via de

luidspreker of het oorstukje.

LicentiesSelecteer Menu > Toepassngn > Licenties als ulicenties voor digitale rechten wilt bekijken.Digital Rights Management (DRM)Content-eigenaren kunnen verschillende soortentechnologieën voor het beheer van digitale rechten(DRM) gebruiken om hun intellectuele eigendom,waaronder auteursrechten, te beschermen. Ditapparaat maakt gebruik van verschillende typen DRM-software om toegang te krijgen tot DRM-beveiligdeinhoud. Met dit apparaat hebt u toegang tot inhoud dieis beveiligd met WMDRM 10, OMA DRM 1.0 en OMA DRM

2.0. Als bepaalde DRM-software er niet in slaagt deinhoud te beschermen, kunnen content-eigenarenverlangen dat de mogelijkheid om met die DRM-software toegang te krijgen tot nieuwe DRM-beveiligde inhoud, wordt ingetrokken. Deze intrekkingkan het vernieuwen van dergelijke DRM-beveiligdeinhoud die al in uw apparaat is opgeslagenverhinderen. Het intrekken van dergelijke DRM-software heeft geen invloed op het gebruik van inhouddie is beveiligd met andere typen DRM of het gebruikvan niet door DRM beveiligde inhoud.Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voordigitale rechten (DRM) wordt een bijbehorendeactiveringssleutel geleverd die uw rechten om gebruikte maken van de inhoud definieert.Als het apparaat inhoud met OMA DRM-beveiligingbevat, kunt u met de backupfunctie van Nokia Ovi Suiteeen backup maken van zowel de activeringssleutels alsde inhoud.Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat,zullen zowel de activeringssleutels als de inhoudverloren gaan als het apparaatgeheugen wordtgeformatteerd. Het is ook mogelijk dat deactiveringssleutels en de inhoud verloren gaan als debestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt.Het verlies van de activeringssleutels of de inhoud kanuw mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud opuw apparaat nogmaals te gebruiken. Neem voor meerinformatie contact op met uw serviceprovider. 163

Toep

assi

ngen

Sommige activeringssleutels zijn mogelijk gekoppeldaan een specifieke SIM-kaart. In dat geval kunt u alleentoegang tot de beschermde inhoud krijgen als die SIM-kaart in het apparaat is geplaatst.In de hoofdweergave kunt u de volgende optiesselecteren:● Geldige licenties — Hiermee kunt u licenties

bekijken die zijn gekoppeld aan mediabestandendie nog niet geldig zijn.

● Ongeld. licenties — Hiermee kunt u licentiesbekijken die niet geldig zijn. De gebruiksperiodevoor het mediabestand is verstreken of het apparaatbevat een beschermd mediabestand zonder debijbehorende activeringssleutel.

● Niet in gebruik — Hiermee kunt u licentiesbekijken waaraan geen mediabestanden zijngekoppeld in het apparaat.

Selecteer een ongeldige licentie en selecteer Opties >Nieuwe licentie ophalen als u meer gebruikstijd vooreen mediabestand wilt aanschaffen. (Hiervoor moetende webdienstberichten zijn ingeschakeld.)

164

Toep

assi

ngen

InstellingenSommige instellingen zijn mogelijk vooraf door deserviceprovider geconfigureerd voor het apparaat. Ukunt deze instellingen dan niet wijzigen.

Algemene instellingenIn Algemene instellingen kunt u de algemeneinstellingen van het apparaat bewerken of deoorspronkelijke standaardinstellingen herstellen.U kunt de datum- en tijdinstellingen ook in de klokaanpassen.

Persoonlijke instellingenSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enAlgemeen > Persoonlijk.U kunt instellingen voor het scherm, de stand-bymodus en algemene apparaatfuncties bewerken.Met Thema's kunt u de weergave van het schermaanpassen.Met Spraakopdrachten opent u de instellingen voorde toepassing Spraakopdrachten.Met Tonen kunt u de tonen van de agenda, de klok enhet actieve profiel wijzigen.

Scherm● Lichtsensor — Druk de bladertoets naar links of

naar rechts als u de lichtsensor wilt aanpassenwaarmee de hoeveelheid licht wordt gecontroleerden als u de helderheid van het scherm wiltaanpassen. Bij weinig licht kan het scherm gaanflikkeren door de lichtsensor.

● Lettergrootte — Hiermee past u de grootte van detekst en symbolen in het scherm aan.

● Time-out spaarstand — Hiermee selecteert u detime-outperiode waarna de energiebesparingwordt geactiveerd.

● Welkomstnotitie/logo — Telkens wanneer u hetapparaat inschakelt, wordt de welkomsttekst of hetlogo kort weergegeven. Selecteer Standaard als ude standaardafbeelding wilt gebruiken, Tekst als ueen welkomstbericht wilt schrijven of Afbeeldingals u een afbeelding wilt selecteren uit Foto's.

● Time-out verlichting — Selecteer een time-outwaarna de achtergrondverlichting van het schermwordt uitgeschakeld.

Stand-by modus● Snelkoppelingen — Wijs snelkoppelingen toe aan

de selectietoetsen voor gebruik in de stand-by 165

Inst

ellin

gen

modus en selecteer de toepassingen die in deactieve werkbalk moeten worden weergegeven.Als de actieve stand-by modus is uitgeschakeld, kuntu snelkoppelingen via toetsen toewijzen voor deverschillende drukmogelijkheden van debladertoets.

● Menuweergave wijzigen — Selecteer Horizont.pictogr.balk om een horizontale werkbalk en deinhoud van verschillende toepassingen op hetscherm weer te geven. Selecteer Vertic.pictogrambalk om een verticale werkbalk op hetscherm weer te geven. De inhoud uit verschillendetoepassingen wordt verborgen. Als u de inhoud wiltweergeven, selecteert u vanuit de stand-by moduseen snelkoppeling en drukt u op de bladertoets naarrechts. Selecteer Standaard om de actieve werkbalkuit te schakelen.

● Operatorlogo — Deze instelling is alleenbeschikbaar als u een operatorlogo hebt ontvangenen opgeslagen. Selecteer Uit als u het logo niet wiltweergeven.

TaalDe instellingen voor de scherm- of invoertaalbeïnvloeden elke toepassing op het apparaat enblijven actief totdat u deze opnieuw wijzigt.● Displaytaal — Hiermee wijzigt u de taal van de

schermtekst op het apparaat. Hierdoor worden ookde datum- en tijdnotatie en de gebruiktescheidingstekens in bijvoorbeeld berekeningen

gewijzigd. Met Automatisch wordt de taalgeselecteerd overeenkomstig de informatie op deSIM-kaart. Nadat u de taal hebt gewijzigd, wordt hetapparaat opnieuw gestart.

● Invoertaal — Hiermee wijzigt u de invoertaal.Hierdoor veranderen de tekens die beschikbaar zijnbij het invoeren van tekst en wordt een anderewoordenlijst gebruikt voor tekstvoorspelling.

● Tekstvoorspelling — Hiermee schakelt utekstvoorspelling in of uit voor alle editors in hetapparaat. Tekstvoorspelling met woordenlijst isniet voor alle talen beschikbaar.

Instellingen voor accessoiresSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enAlgemeen > Toebehoren.Bij sommige connectoren wordt aangegeven welk typetoebehoren is aangesloten op het apparaat.De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van hettype toebehoren. Selecteer een toebehoren en maakeen keuze uit de volgende opties:● Standaardprofiel — Hiermee kunt u het profiel

instellen dat moet worden geactiveerd wanneer ueen bepaald compatibel toebehoren aansluit op hetapparaat.

● Automatisch antwoorden — Hiermee kunt uinstellen dat inkomende oproepen na vijf secondenautomatisch worden beantwoord. Als het166

Inst

ellin

gen

beltoontype is ingesteld op Eén piep of Stil, isautomatisch antwoorden uitgeschakeld.

● Verlichting — Stel in of lampjes na de time-outblijven branden.

Tv-out-instellingenSelecteer Tv-uitvoer als u de instellingen voor een TVOut-verbinding wilt wijzigen. Maak vervolgens eenkeuze uit de volgende opties:● Standaardprofiel — Hiermee stelt u het profiel in

dat moet worden geactiveerd wanneer u een NokiaVideo Connectivity-kabel aansluit op het apparaat.

● Formaat tv-scherm — Hiermee selecteert u debeeldverhouding van de tv: Normaal ofBreedbeeld voor breedbeeldtelevisies

● Tv-systeem — Hiermee selecteert u het analogevideosignaal dat compatibel is met de tv.

● Filter tegen flikkeren — Selecteer Aan als u debeeldkwaliteit van het tv-scherm wilt verbeteren.Het filter tegen flikkeren kan mogelijk niet debeeldflikkering op alle tv-schermen verminderen.

Instellingen voor actie van schuifSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enAlgemeen > Actie voor schuif.Selecteer een van de volgende opties:● Bij openen van de schuif — Hiermee stelt u het

apparaat zodanig in dat inkomende oproepenworden beantwoord wanneer u de schuif opent.

● Bij sluiten van de schuif — Hiermee stelt u hetapparaat zodanig in dat een actieve oproep wordtbeëindigd met het sluiten van de schuif.

● Toetsenblokk. activeren — Hiermee stelt u hetapparaat zodanig in dat het toetsenblok wordtvergrendeld wanneer u het apparaat dicht schuift.

Sensorinstellingen enweergaverotatieWanneer u de sensors in uw apparaat activeert, kunt ubepaalde functies regelen door het apparaat tedraaien.Selecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enAlgemeen > Sensorinstell..Selecteer een van de volgende opties:● Sensoren — Activeer de sensors.● Draaibediening — Selecteer Oproepsign.

dempen en Alarmen op snooze om oproepen tedempen en alarmen op snooze te zetten door hetapparaat zo te draaien dat het scherm omlaag isgericht.

BeveiligingsinstellingenTelefoon en SIMSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enAlgemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart en maak een keuze uit de volgende opties: 167

Inst

ellin

gen

● PIN-code vragen — Als deze optie actief is, moetu bij inschakeling van het apparaat altijd eerst dePIN-code opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bijsommige SIM-kaarten niet kunt uitschakelen.

● PIN-code, PIN2-code en Blokkeringscode — Ukunt de PIN-code, PIN2-code en blokkeringscodewijzigen. Deze codes kunnen alleen bestaan uitcijfers van 0 t/m 9.Neem contact op met uw serviceprovider als u dePIN- of PIN2-code bent vergeten. Neem contact opmet een Nokia Care-centrum of uw serviceproviderals u de blokkeringscode bent vergeten.Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt dieafwijken van de alarmnummers, om te voorkomendat u per ongeluk het alarmnummer kiest.

● Per. autom. blokk. ttsnb. — Selecteer of hettoetsenblok wordt vergrendeld wanneer hetapparaat gedurende een bepaalde tijd niet isgebruikt.

● Per. autom. blokk. telefn — Als u ongeoorloofdgebruik wilt voorkomen, kunt u een time-outinstellen waarna het apparaat automatisch wordtvergrendeld. Een vergrendeld apparaat kan pasweer worden gebruikt nadat de juisteblokkeringscode is ingevoerd. Selecteer Geen als udeze automatische blokkering wilt uitschakelen.

Tip: Als u het toetsenblok handmatig wiltvergrendelen, drukt u op de aan/uit-toets. Er

wordt een lijst met opdrachten weergegeven.Selecteer Blokkeer telefoon.

● Blok. als SIM-krt gewijz. — U kunt instellen dat ernaar de blokkeringscode wordt gevraagd als eenonbekende SIM-kaart in het apparaat wordtgeplaatst. Op het apparaat wordt een lijstbijgehouden met SIM-kaarten die worden herkendals kaarten van de eigenaar.

● CUG — Hiermee kunt u een groep mensen opgevendie u kunt bellen of die u kunnen bellen(netwerkdienst).

● SIM-diensten bevestigen — Hiermee kunt u eenbevestigingsbericht laten weergeven wanneer ueen SIM-kaartdienst gebruikt (netwerkdienst).

CertificaatbeheerSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enAlgemeen > Beveiliging > Certificaatbeheer.Digitale certificaten zijn geen garantie voor veiligheid.Ze worden gebruikt voor het controleren van deoorsprong van software.In de de hoofdweergave Certificaatbeheer kunt u eenlijst bekijken met autorisatiecertificaten die in uwapparaat zijn opgeslagen. Schuif naar rechts om eenlijst met persoonlijke certificaten weer te geven, alsdeze beschikbaar is.Als u wilt verbinden met een online bank of externeserver voor acties die de overdracht van vertrouwelijkeinformatie betreffen, moet u digitale certificaten

168

Inst

ellin

gen

gebruiken. Digitale certificaten gebruikt u ook om hetrisico van virussen of andere schadelijke software tebeperken en om verzekerd te zijn van de authenticiteitvan software wanneer u programma's downloadt eninstalleert.

Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificatende risico's van externe verbindingen en de installatievan software aanzienlijk beperkt, moet u decertificaten wel op de juiste wijze gebruiken om tekunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. Deaanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelfgeen enkele bescherming. De beveiliging wordt pasverbeterd als de certificaten correct, authentiek ofvertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperktegeldigheid. Als wordt aangegeven dat het certificaat isverlopen of dat het nog niet geldig is, terwijl hetcertificaat geldig zou moeten zijn, controleert u dan ofde huidige datum en tijd van het apparaat goed zijningesteld.Certificaatgegevens bekijken — echtheidcontrolerenU kunt alleen zeker zijn van de identiteit van een serverals de handtekening en geldigheidsperiode van hetservercertificaat zijn gecontroleerd.Er verschijnt een melding als de identiteit van de serverniet klopt of het juiste beveiligingscertificaat niet ophet apparaat aanwezig is.

Als u de certificaatgegevens wilt controleren, bladert unaar het certificaat en selecteert u Opties >Certificaatgegevens. De geldigheid van hetcertificaat wordt gecontroleerd. Hierna kan devolgende informatie worden weergegeven:● Certificaat niet vertrouwd — U hebt nog geen

toepassing ingesteld voor het certificaat.● Geldigheid certificaat verstreken — De

geldigheidsperiode van het certificaat is verstreken.● Certificaat nog niet geldig — De

geldigheidsperiode van het certificaat is nog nietbegonnen.

● Certificaat beschadigd — Het certificaat kan nietworden gebruikt. Neem contact op met het bedrijfdat het certificaat heeft uitgegeven.

De vertrouwensinstellingen wijzigenVoordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet ucontroleren of de eigenaar van het certificaat kanworden vertrouwd en of het certificaat werkelijk vande opgegeven eigenaar afkomstig is.Blader naar het certificaat van een autoriteit enselecteer Opties > Instellingen Vertrouwen. Erverschijnt een lijst met toepassingen die hetgeselecteerde certificaat kunnen gebruiken.Bijvoorbeeld:● Symbian-installatie: Ja — Het certificaat kan de

oorsprong van een nieuwe toepassing voor hetSymbian-besturingssysteem certificeren. 169

Inst

ellin

gen

● Internet: Ja — Het certificaat kan serverscertificeren.

● Toep.installatie: Ja — Het certificaat kan deoorsprong van een nieuwe Java™-toepassingcertificeren.

Selecteer Opties > Inst. Vertrouw bew. om dewaarde te wijzigen.

BeveiligingsmoduleSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enAlgemeen > Beveiliging > Beveiligingsmodule.Als u een beveiligingsmodule (indien beschikbaar) wiltbekijken of wijzigen, bladert u naar de module en druktu op de bladertoets.Als u uitgebreide informatie over eenbeveiligingsmodule wilt weergeven, bladert u naar demodule en selecteert u Opties >Beveiligingsgegevens.

Oorspronkelijke instellingenherstellenSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enAlgemeen > Fabrieksinstell..U kunt de oorspronkelijke waarden van enkeleinstellingen herstellen. Hiervoor hebt u deblokkeringscode nodig.

Na het opnieuw instellen kan het langer duren voordathet apparaat aan gaat. Documenten en bestandenblijven onveranderd.

Instellingen voor positioneringSelecteer Menu > Toepassngn > Plaatsen enInstell. positiebepaling.Methoden voor positionering● Integrated GPS — Hiermee gebruikt u de

geïntegreerde GPS-ontvanger van het apparaat.● Assisted GPS — Gebruik A-GPS (Assisted GPS) om

hulpgegevens te ontvangen van eenhulpgegevensserver.

● Bluetooth GPS — Hiermee gebruikt u eencompatibele externe GPS-ontvanger met Bluetooth-connectiviteit.

● Op basis van netwrk — Hiermee geeft u op dat degegevens van het mobiele netwerk moeten wordengebruikt (netwerkdienst).

PositioneringsserverSelecteer Positiebepalingsserver om eentoegangspunt en een positiebepalingsserver voor A-GPS te definiëren. Het is mogelijk dat depositiebepalingsserver vooraf is ingesteld door deserviceprovider, en mogelijk kunt u de instellingen nietbewerken.

170

Inst

ellin

gen

Notatie-instellingenAls u wilt opgeven welk meetsysteem u voor snelhedenen afstanden wilt gebruiken, selecteert uMeetsysteem > Metrisch of Brits.Als u wilt opgeven in welke notatie decoördinaatgegevens in het apparaat moeten wordenweergegeven, selecteert u Notatie coördinaten en degewenste notatie.

TelefooninstellingenIn Telefooninstellingen kunt u instellingen voortelefoongesprekken en het netwerk bewerken.

OproepinstellingenSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enTelefoon > Oproep.● Identificatie verzenden — U kunt opgeven of uw

telefoonnummer moet worden weergegeven (Ja) ofverborgen (Nee) op het scherm van de telefoon vande persoon naar wie u belt. Deze waarde is mogelijkal door de serviceprovider ingesteld toen u eenabonnement nam (Ingest. door netwerk)(netwerkdienst).

● Internetoproep-ID vrzndn — U kunt uw id voorinternetoproepen weergeven of verbergen voor depersoon naar wie u belt.

● Oproep in wachtrij — Selecteer Activeren als ugewaarschuwd wilt worden bij inkomendeoproepen (netwerkdienst) terwijl u met iemandbelt. Selecteer Controleer status als u wiltcontroleren of de functie is geactiveerd.

● Wachtende internetopr. — SelecteerGeactiveerd als u op de hoogte wilt worden gesteldvan een nieuwe inkomende internetoproep terwijlu een gesprek voert.

● Melding internetoproep — Selecteer Aan als ugewaarschuwd wilt worden bij inkomendeinternetoproepen. Als u Uit selecteert, wordt u nietgewaarschuwd, maar ontvangt u een melding als ueen oproep hebt gemist.

● Oproep weig. met bericht — Selecteer Ja als u eenSMS-bericht naar een beller wilt sturen met de redenwaarom u de oproep niet kon beantwoorden.

● Berichttekst — Typ een tekst die moet wordenverzonden in een SMS-bericht wanneer u eenoproep weigert.

● Afbeeld. in video-oproep — Als er tijdens eenvideo-oproep geen videobeelden kunnen wordenverzonden, kunt u een afbeelding selecteren diewordt weergegeven in plaats van de videobeelden.

● Automatisch herkiezen — Als u Aan selecteert,wordt maximaal tien keer geprobeerd deverbinding tot stand te brengen. Druk op debeëindigingstoets als u het automatisch opnieuwbellen wilt uitschakelen. 171

Inst

ellin

gen

● Gespreksduur tonen — Activeer deze instelling alsu wilt dat de gespreksduur tijdens het gesprekwordt weergegeven.

● Samenvatting na oproep — Activeer dezeinstelling als u wilt dat de gespreksduur na hetgesprek wordt weergegeven.

● Snelkeuze — Als u Aan selecteert, kunnen denummers die aan de cijfertoetsen (2 tot 9) zijntoegewezen, worden gekozen door dedesbetreffende toets ingedrukt te houden. Zie ' Sneltelefoonnummers kiezen ', p. 133.

● Aannemen willek. toets — Als u Aan selecteert,kunt u een inkomende oproep beantwoorden doorkort op een willekeurige toets op het toetsenblok tedrukken met uitzondering van de aan/uit-toets, deselectietoetsen, de zoom-/volumetoets en deopnametoets.

● Lijn in gebruik — Deze instelling (netwerkdienst)wordt alleen weergegeven als de SIM-kaart tweetelefoonlijnen (twee abonneenummers)ondersteunt. Geef aan welke telefoonlijn u wiltgebruiken om te bellen en SMS-berichten teverzenden. Oproepen op beide lijnen kunnen altijdworden beantwoord, ongeacht de geselecteerdelijn. Als u Lijn 2 selecteert en niet bent geabonneerdop deze netwerkdienst, kunt u geen gesprekkenvoeren. Als u Lijn 2 hebt geselecteerd, wordt weergegeven in de stand-by modus.

● Lijn wijzigen — Als u lijnselectie (netwerkdienst)wilt voorkomen, selecteert u Uitschakelen als dit

door uw SIM-kaart wordt ondersteund. U hebt dePIN2-code nodig om deze instelling te wijzigen.

Oproepen doorschakelenSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enTelefoon > Doorschakelen.Met Doorschakelen kunt u inkomende gesprekken naaruw voicemailbox of een ander telefoonnummeromleiden. Neem voor meer informatie contact op metuw serviceprovider.Selecteer Activeren om Doorschakelen te activeren.Selecteer Controleer status als u wilt controleren ofde functie is geactiveerd.Er kunnen tegelijkertijd meerdere doorschakeloptiesactief zijn. Als alle gesprekken wordendoorgeschakeld, wordt weergegeven in destand-by modus.

OproepblokkeringSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enTelefoon > Oproepen blokk..Met Oproepen blokkeren (netwerkdienst) kunt u degesprekken beperken die u met het apparaat kuntstarten of ontvangen. Wanneer u zich in het buitenlandbevindt, kunt u bijvoorbeeld alle uitgaandeinternationale of inkomende gesprekken blokkeren.Als u de instellingen wilt wijzigen, hebt u het172

Inst

ellin

gen

blokkeringswachtwoord van uw serviceprovidernodig.

Spraakoproepen blokkerenSelecteer de gewenste blokkeringsoptie en schakeldeze in (Inschakelen) of uit (Uitschakelen) ofcontroleer of de optie is ingeschakeld (Statuscontroleren). Oproepblokkering is van invloed op alleoproepen, inclusief gegevensoproepen.Internetoproepen blokkerenSchakel Anonieme oproepen blokkeren in of uit omte bepalen of anonieme oproepen via internet zijntoegestaan.

NetwerkinstellingenHet apparaat kan automatisch schakelen tussen GSM-en UMTS-netwerken. Het GSM-netwerk wordt in destand-by modus aangegeven met . Het UMTS-netwerk wordt aangegeven met .Selecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enTelefoon > Netwerk en maak een keuze uit devolgende opties:● Netwerkmodus — Selecteer welk netwerk u wilt

gebruiken. Als u Dual mode selecteert, wordt hetGSM- of UMTS-netwerk automatisch geselecteerd opbasis van de netwerkparameters en de roaming-overeenkomsten tussen de serviceproviders. Neemcontact op met uw netwerkprovider voor de details

en kosten van roaming. Deze optie wordt alleenweergegeven als deze wordt ondersteund door deserviceprovider.Een roaming-overeenkomst is een overeenkomsttussen meerdere serviceproviders die gebruikersvan verschillende netwerken in staat stelt omgebruik te maken van de diensten van andereserviceproviders.

● Operatorselectie — Selecteer Automatisch als uwilt dat het apparaat een beschikbaar netwerkzoekt en selecteert of Handmatig als u handmatigeen netwerk wilt selecteren. Als de verbinding methet handmatig geselecteerde netwerk verlorengaat, hoort u een fouttoon en wordt u gevraagdopnieuw een netwerk te selecteren. Hetgeselecteerde netwerk moet een roaming-overeenkomst met uw eigen mobiele netwerkhebben gesloten.

● Weergave info dienst — Stel het apparaat zodanigin dat wordt aangegeven wanneer het apparaatgebruik maakt van een mobiel netwerk op basis vande MCN-technologie (Micro Cellular Network) en omde ontvangst van relevante informatie te activeren.

VerbindingsinstellingenVia de verbindingsinstellingen kunt u toegangspuntenen andere instellingen voor verbindingen bewerken.

173

Inst

ellin

gen

Gegevensverbindingen entoegangspuntenHet apparaat ondersteunt packet-gegevensverbindingen (netwerkdienst), zoals GPRS inhet GSM-netwerk. Wanneer u het apparaat gebruikt inGSM- en UMTS-netwerken, kunnen meergegevensverbindingen tegelijk actief zijn en kunnentoegangspunten een gegevensverbinding delen. In hetUMTS-netwerk blijven gegevensverbindingen actiefgedurende spraakoproepen.U kunt ook een WLAN-verbinding gebruiken. In éénWLAN kan slechts één verbinding tegelijk actief zijn,maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfdeinternettoegangspunt gebruiken.Voor een gegevensverbinding hebt u eentoegangspunt nodig. U kunt verschillende soortentoegangspunten definiëren, zoals:● MMS-toegangspunten, voor het verzenden en

ontvangen van multimediaberichten;● Internettoegangspunten, voor het verzenden en

ontvangen van e-mail en om verbinding te makenmet internet.

Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt unodig hebt voor de dienst die u wilt gebruiken. Neemcontact op met uw serviceprovider voor meerinformatie over de beschikbaarheid van en

abonnementen op diensten voor packet-gegevensverbindingen.

ToegangspuntenEen nieuw toegangspunt makenSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enVerbinding > Bestemmingen.U ontvangt de instellingen voor een toegangspuntmogelijk in een bericht van een serviceprovider.Sommige of alle toegangspunten kunnen door deserviceprovider vooraf zijn ingesteld voor hetapparaat; het is wellicht niet mogelijk dezeinstellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuweinstellingen toe te voegen.Wanneer u een van de groepen met toegangspuntenselecteert ( , , , , ), worden de typentoegangspunten weergegeven:

Aanduiding van een beveiligd toegangspunt Aanduiding van een toegangspunt voor packet-

gegevens Aanduiding van een draadloos LAN-toegangspunt

(WLAN)Tip: U kunt internettoegangspunten in eenWLAN maken met de WLAN-wizard.

Selecteer Toegangspunt als u een nieuwtoegangspunt wilt maken. U wordt gevraagd debeschikbare verbindingen te controleren. De reeds

174

Inst

ellin

gen

beschikbare verbindingen worden na de zoekopdrachtweergegeven en kunnen door een nieuwtoegangspunt worden gedeeld. Als u deze stapoverslaat, wordt u gevraagd een verbindingsmethodete selecteren en de benodigde instellingen tedefiniëren.Als u de instellingen van een toegangspunt wiltbewerken, selecteert u een van de groepen mettoegangspunten, bladert u naar een toegangspunt enselecteert u Bewerken. Gebruik de instructies die uhebt ontvangen van uw serviceprovider om devolgende opties te bewerken:● Naam verbinding — Hier kunt u een naam voor de

verbinding invoeren.● Drager gegevens — Selecteer het type

gegevensverbinding.Afhankelijk van de geselecteerde gegevensverbindingzijn slechts bepaalde velden beschikbaar. Vul allevelden in die zijn voorzien van de aanduiding Tedefiniëren of een rood sterretje (*). De overige veldenhoeft u alleen in te vullen als uw serviceprovider dataangeeft.Als u een gegevensverbinding wilt gebruiken, moet deserviceprovider deze functie ondersteunen en zo nodigactiveren op de SIM-kaart.

Groepen met toegangspunten makenDruk op en selecteer Instrumenten >Instellingen > Verbinding > Bestemmingen.

In sommige toepassingen kunt u groepen mettoegangspunten gebruiken om een verbinding meteen netwerk tot stand te brengen.U kunt een groep met meerdere toegangspuntenmaken en de volgorde weergeven waarin detoegangspunten worden gebruikt om verbinding meteen bepaald netwerk te maken. U hoeft dan niettelkens opnieuw een toegangspunt te selecterenwanneer het apparaat een verbinding met eennetwerk tot stand brengt.U kunt bijvoorbeeld WLAN- en packet-gegevenstoegangspunten toevoegen aan een groepmet internettoegangspunten en de groep gebruikenom op het web te bladeren. Als u het WLAN-toegangspunt de hoogste prioriteit geeft, maakt hetapparaat via een WLAN verbinding met internet als ereen WLAN-verbinding beschikbaar is en via een packet-gegevensverbinding als er geen WLAN-verbindingbeschikbaar is.Selecteer Opties > Beheren > Nieuwebestemming als u een nieuwe groep mettoegangspunten wilt maken.Selecteer de groep en selecteer Opties > Nieuwtoegangspunt om toegangspunten aan een groepmet toegangspunten toe te voegen. Selecteer degroep, ga naar een bestaand toegangspunt enselecteer Opties > Indelen > Kop. naar anderebest. als u een bestaand toegangspunt uit een anderegroep wilt kopiëren.

175

Inst

ellin

gen

Blader naar een toegangspunt en selecteer Opties >Indelen > Prioriteit wijzigen als u deprioriteitsvolgorde van toegangspunten binnen eengroep wilt wijzigen.

Toegangspunten voor packet-gegevensSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enVerbinding > Bestemmingen > Toegangspunt envolg de instructies op het scherm. U kunt ook een vande groepen met toegangspunten openen, eentoegangspunt selecteren waarvoor de aanduiding

wordt weergegeven en vervolgens Bewerkenselecteren.Gebruik de instructies die u hebt ontvangen van uwserviceprovider om de volgende opties te bewerken:● Naam toegangspunt — De naam van het

toegangspunt wordt verstrekt door deserviceprovider.

● Gebruikersnaam — De gebruikersnaam kan nodigzijn bij het maken van een gegevensverbinding enwordt doorgaans verstrekt door de serviceprovider.

● Vraag om wachtwoord — Selecteer Ja als u hetapparaat zodanig wilt instellen dat bij aanmeldingop een server telkens een nieuw wachtwoord moetworden ingevoerd of als u het wachtwoord niet inhet apparaat wilt opslaan.

● Wachtwoord — Een wachtwoord kan nodig zijnbij het maken van een gegevensverbinding enwordt doorgaans verstrekt door de serviceprovider.

● Verificatie — Selecteer Beveiligd om uwwachtwoord altijd gecodeerd te verzenden ofNormaal om uw wachtwoord indien mogelijkgecodeerd te verzenden.

● Homepage — Voer het webadres of het adres vande multimediaberichtencentrale in, afhankelijk vanhet type toegangspunt dat u instelt.

● Toegangspunt gebruiken — Selecteer Nabevestiging om het apparaat zodanig in te stellendat om bevestiging wordt gevraagd voordat deverbinding die gebruikmaakt van dit toegangspunttot stand wordt gebracht, of selecteerAutomatisch om het apparaat zodanig in te stellendat automatisch verbinding met de bestemmingwordt gemaakt via dit toegangspunt.

Selecteer Opties > Geavanc. instellingen en kies eenvan de volgende opties:● Netwerktype — Selecteer het

internetprotocoltype om gegevens over te dragenvan en naar het apparaat. De andere instellingenzijn afhankelijk van het geselecteerde netwerktype.

● IP-adres telefoon (alleen voor IPv4) — Voer het IP-adres van het apparaat in.

● DNS-adressen — Voer de IP-adressen van deprimaire en secundaire DNS-servers in (indienvereist voor de serviceprovider). Neem voor dezeadressen contact op met uw internetprovider.

● Proxyserveradres — Voer het adres van deproxyserver in. 176

Inst

ellin

gen

● Proxypoortnummer — Voer het poortnummervan de proxyserver in.

WLAN-internettoegangspuntenSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enVerbinding > Bestemmingen > Toegangspunt,en voer de instructies op het scherm uit. Of open eenvan de toegangspuntgroepen, selecteer eentoegangspunt dat gemarkeerd is met en selecteerBewerken.Volg de instructies van uw serviceprovider om hetvolgende te bewerken:● WLAN-netwerknaam — Selecteer Handmatig

opgeven of Netw.namen zoeken. Als u eenbestaand netwerk selecteert, worden WLAN-netwerkmodus enWLAN-beveiligingsmodusbepaald door de instellingen van hettoegangspuntapparaat.

● Netwerkstatus — Hiermee geeft u aan of de naamvan het netwerk wordt weergegeven.

● WLAN-netwerkmodus — Selecteer Ad-hoc omeen ad hoc netwerk te maken en sta de apparatentoe rechtstreeks gegevens te verzenden enontvangen; u hebt dan geen WLAN-toegangspuntnodig. In een ad hoc netwerk moeten alle apparatendezelfde WLAN-netwerknaam gebruiken.

● WLAN-beveiligingsmodus — Selecteer decoderingsmethode die u wilt gebruiken: WEP,802.1x (niet voor ad hoc netwerken) of WPA/

WPA2. Als u Open netwerk selecteert, wordt ergeen codering toegepast. U kunt de WEP-, 802.1x-en WPA-functies alleen gebruiken als het netwerkdat ondersteunt.

● Toegangspunt gebruiken — Selecteer Nabevestiging om het apparaat zodanig in te stellendat er om een bevestiging wordt gevraagd voordatde verbinding die dit toegangspunt gebruikt totstand komt of Automatisch om het apparaatautomatisch via dit toegangspunt te verbinden metde bestemming.

Selecteer WLAN-beveiligingsinstell. om deinstellingen voor de geselecteerde beveiligingsmodusin te voeren.Geavanceerde WLAN-instellingenSelecteer Opties > Geavanc. instellingen en kies eenvan de volgende opties:● IPv4-instellingen — Voer het IP-adres van het

apparaat, het subnet-IP-adres, destandaardgateway en het IP-adres van de primaireen secundaire DNS-servers in. Neem contact op metuw internetserviceprovider voor deze adressen.

● IPv6-instellingen — Definieer het type DNS-adres.● Ad-hoc kanaal (alleen voor ad hoc netwerken)

— Selecteer Door gebr. gedef. als u handmatig eenkanaalnummer (1-11) wilt invoeren.

● Proxyserveradres — Voer het adres van deproxyserver in. 177

Inst

ellin

gen

● Proxypoortnummer — Voer het nummer van deproxypoort in.

Instellingen voor packet-gegevensSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enVerbinding > Packet-ggvns.De instellingen voor packet-gegevens gelden voor alletoegangspunten waarvoor een packet-gegevensverbinding wordt gebruikt.● Packet-ggvnsverbinding — Als u Automat. bij

signaal selecteert en u zich in een netwerk bevindtdat packet-gegevens ondersteunt, wordt hetapparaat geregistreerd bij het netwerk voor packet-gegevens. Het starten van een actieve packet-gegevensverbinding verloopt sneller, bijvoorbeeldvoor het verzenden en ontvangen van e-mail. Als ergeen dekking is voor een packet-gegevensverbinding, wordt regelmatig geprobeerddeze verbinding tot stand te brengen. Als uWanneer nodig selecteert, wordt GPRS alleengebruikt als u een toepassing of bewerking startwaarvoor een packet-gegevensverbinding nodig is.

● Toegangspunt — U moet de naam van hettoegangspunt invullen als u het apparaat wiltgebruiken als packet-gegevensmodem voor decomputer.

● Snelle toeg. packet-geg. — Hiermee schakelt uhet gebruik van HSDPA (netwerkdienst) in UMTS-netwerken in of uit.

WLAN-instellingenSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enVerbinding > Wireless LAN.● Beschkbrhd WLAN tonen — Selecteer of wordt

weergegeven in de stand-by modus wanneer eenWLAN beschikbaar is.

● Zoeken naar netwerken — Als u BeschkbrhdWLAN tonen instelt op Ja, selecteert u hoe vaak hetapparaat zoekt naar beschikbare WLAN's en hetsymbool wordt bijgewerkt.

Als u geavanceerde instellingen wilt bekijken,selecteert u Opties > Geavanc. instellingen. Hetwijzigen van de geavanceerde instellingen voor hetdraadloze LAN wordt niet aanbevolen.

SIP-instellingenSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enVerbinding > SIP-instellingen.SIP-instellingen (Session Initiation Protocol) zijn nodigvoor bepaalde netwerken die SIP gebruiken. Uontvangt de instellingen mogelijk in een SMS-berichtvan de serviceprovider. U kunt dezeinstellingsprofielen bekijken, verwijderen of maken inSIP-instellingen.

178

Inst

ellin

gen

ConfiguratiesSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enVerbinding > Configuraties.U ontvangt mogelijk vertrouwensinstellingen voor deserver van de serviceprovider in eenconfiguratiebericht. U kunt deze instellingen opslaan,weergeven of verwijderen in Configuraties.

Naamcontrole toegangspuntSelecteer Menu > Instrumenten > Instellingen enVerbinding > Tgpt.namen bhr..Met de naamcontroledienst voor toegangspunten kuntu packet-gegevensverbindingen beperken en hetapparaat zo instellen dat alleen bepaaldetoegangspunten voor packet-gegevens wordengebruikt.Deze instelling is alleen beschikbaar als de SIM-kaartde controledienst van het toegangspunt ondersteunt.Selecteer Opties en de betreffende optie als u decontroledienst wilt in- of uitschakelen of als u detoegestane toegangspunten wilt wijzigen. U hebt dePIN2-code nodig als u de opties wilt wijzigen. Neemvoor de code contact op met uw serviceprovider.

Instellingen voortoepassingenAls u de instellingen van bepaalde toepassingen in uwapparaat wilt bewerken, selecteert u Menu >Instrumenten > Instellingen en Toepassingen.Als u de instellingen wilt bewerken, kunt u ookOpties > Instellingen selecteren in elke toepassing.

Externe configuratieSelecteer Menu > Instrumenten > App.beheer.Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens ensoftware op uw apparaat extern beheren.U kunt een verbinding met een server maken omconfiguratie-instellingen voor uw apparaat teontvangen. U kunt ook serverprofielen en andereconfiguratie-instellingen ontvangen van uwserviceproviders of de afdeling informatiebeheer vanuw bedrijf. Onder configuratie-instellingen vallenbijvoorbeeld ook instellingen van de verbinding diedoor andere toepassingen in het apparaat wordengebruikt. De beschikbare opties kunnen verschillen.De server start meestal de externeconfiguratieverbinding als de instellingen van hetapparaat moeten worden bijgewerkt.

179

Inst

ellin

gen

Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert uOpties > Serverprofielen > Opties > Nieuwserverprofiel.Deze instellingen kunt u van uw serviceprovider in eenconfiguratiebericht ontvangen. Zo niet, definieer danhet volgende:● Servernaam — Voer een naam voor de

configuratieserver in.● Server-ID — Voer de unieke ID van de

configuratieserver in.● Serverwachtwoord — Voer het wachtwoord in

waarmee uw apparaat door de server wordtherkend.

● Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt datu wilt gebruiken voor de verbinding of maak eennieuw toegangspunt. U kunt ook aangeven dat uwordt gevraagd welk toegangspunt u wiltgebruiken telkens wanneer u verbinding maakt.Deze instelling is alleen beschikbaar als u Internethebt geselecteerd als dragertype.

● Hostadres — Voer het webadres van deconfiguratieserver in.

● Poort — Voer het poortnummer van de server in.● Gebruikersnaam en Wachtwoord — Voer uw

gebruikers-ID en wachtwoord in voor deconfiguratieserver.

● Configuratie toestaan — Selecteer Ja om de servereen configuratiesessie te laten initiëren.

● Automatisch accepteren — Selecteer Ja als u nietwilt dat de server een bevestiging vraagt bij hetinitiëren van een configuratiesessie.

● Netwerkverificatie — Geef aan of HTTP-verificatiemoet worden gebruikt.

● Gebruikersnaam netwerk en Wachtwoordnetwerk — Voer uw gebruikers-ID en wachtwoordin voor de http-verificatie. Deze instelling is alleenbeschikbaar als u Netwerkverificatie heeftgeselecteerd voor gebruik.

Selecteer Opties > Configuratie starten als uverbinding wilt maken met de server om deconfiguratie-instellingen voor uw apparaat teontvangen.Als u het configuratielogboek van het geselecteerdeprofiel wilt weergeven, selecteert u Opties >Logboek bekijken.Als u de software van het apparaat wilt bijwerken viade lucht, selecteert u Opties > Controleren opupdates. Door het bijwerken worden uw instellingenniet gewist. Als u het updatepakket op het apparaathebt ontvangen, volgt u de aanwijzingen op hetscherm. Het apparaat wordt opnieuw gestart als deinstallatie is voltooid. Bij het downloaden vansoftware-updates worden mogelijk grotehoeveelheden gegevens overgedragen(netwerkdienst). Zorg ervoor dat de batterij van hetapparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader isaangesloten voordat u begint met bijwerken.

180

Inst

ellin

gen

Waarschuwing: Tijdens het installeren van eensoftware-update kunt u het apparaat niet gebruiken,zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat deinstallatie voltooid is en het apparaat opnieuw isingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt vande gegevens voordat u de installatie van een updateaanvaardt.

181

Inst

ellin

gen

Problemen oplossenBezoek de ondersteuningspagina's opwww.nseries.com/support om veelgestelde vragenover uw apparaat te bekijken.V: Wat is mijn wachtwoord voor deblokkerings-, PIN- of PUK-code?A: De standaardblokkeringscode is 12345. Neemcontact op met de leverancier van het apparaat als ude blokkeringscode bent vergeten. Als u de PIN- of PUK-code niet (meer) weet, neemt u contact op met denetwerkprovider. Neem contact op met de leveranciervan het toegangspunt (bijvoorbeeld deinternetserviceprovider of de netwerkprovider) voorinformatie over wachtwoorden.V: Hoe sluit ik een toepassing die niet reageert?A: Houd de menutoets ingedrukt. Blader naar eentoepassing en druk op C als u de toepassing wilt sluiten.Muziekspeler wordt niet afgesloten als u op C drukt.Selecteer Muziekspeler in de lijst en kies Opties >Afsluiten als u deze toepassing wilt sluiten.V: Waarom zien de foto's er zo vlekkerig uit?A: Controleer of het afdekvenster van de cameralensschoon is.

V: Waarom verschijnen er steeds ontbrekende,verkleurde of lichte stippen op het scherm als ikhet apparaat aanzet?A: Dit is een kenmerk voor dit type display. Sommigedisplays kunnen pixels of puntjes bevatten dievoortdurend aan of uit blijven. Dit is normaal, geenfout.V: Waarom kan mijn apparaat geen GPS-verbinding tot stand brengen?A: In deze gebruikershandleiding vindt u meerinformatie over GPS, GPS-ontvangers, satellietsignalenen locatiegegevens.V: Waarom wordt het apparaat van mijnvriend(in) niet gevonden via de Bluetooth-verbinding?A: Controleer of beide apparaten compatibel zijn,Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld en deverborgen modus niet is geactiveerd. Daarnaast magde afstand tussen beide apparaten niet groter zijn dan10 meter en mogen er zich geen muren of andereobstakels tussen de apparaten bevinden.

182

Prob

lem

en o

plos

sen

V: Waarom kan ik een Bluetooth-verbindingniet verbreken?A: Als een ander apparaat verbonden is met hetapparaat, kunt u de verbinding verbreken vanaf hetandere apparaat of door op uw apparaat Bluetooth uitte schakelen. Selecteer Menu > Instrumenten >Connect. > Bluetooth en Bluetooth > Uit.V: Waarom kan het andere apparaat niet zienwelke bestanden op het apparaat in mijn eigennetwerk zijn opgeslagen?A: Controleer of u het eigen netwerk hebt ingesteld,het delen van inhoud is ingeschakeld op het apparaaten het andere apparaat compatibel is met UPnP.V: Wat kan ik doen als de verbinding van mijneigen netwerk niet meer werkt?A: Schakel de WLAN-verbinding (draadloos LAN) van uwcompatibele pc en het apparaat uit en weer in. Start decompatibele pc en het apparaat opnieuw op als dit niethelpt. Stel het WLAN opnieuw in op de compatibele pcen het apparaat als de verbinding nog steeds nietwerkt.V: Waarom wordt mijn compatibele pc nietweergegeven op het apparaat in het eigennetwerk?A: Als u een firewall gebruikt op uw compatibele pc,controleer dan of Home Media Server de externeverbinding mag gebruiken. (U kunt Home Media Server

toevoegen aan de lijst met toegestane toepassingenvan de firewall.) Controleer in de instellingen van defirewall of verkeer naar de volgende poorten istoegestaan: 1900, 49152, 49153 en 49154. Sommigeapparaten met een WLAN-toegangspunt hebben eeningebouwde firewall. Controleer in dergelijke gevallenof de firewall in het toegangspuntapparaat het verkeernaar de volgende poorten niet blokkeert: 1900, 49152,49153 en 49154. Controleer of de WLAN-instellingenhetzelfde zijn op het apparaat en op de compatibelepc.V: Waarom zie ik geen toegangspunt voor eenWLAN (draadloos LAN), terwijl ik me binnen hetbereik bevind?A: Mogelijk gebruikt het WLAN-toegangspunt eenverborgen SSID (Service Set Identifier). U kunt alleentoegang krijgen tot netwerken waarvoor eenverborgen SSID wordt gebruikt als u de juiste SSID kenten een WLAN-internettoegangspunt voor het netwerkhebt gemaakt op het Nokia-apparaat.V: Hoe schakel ik WLAN uit op het Nokia-apparaat?A: WLAN op het Nokia-apparaat wordt uitgeschakeldwanneer u geen verbinding hebt of niet probeert omverbinding te maken met een ander toegangspunt ofniet aan het zoeken bent naar beschikbare netwerken.Als u de batterij wilt sparen, kunt u aangeven dat erniet of minder vaak moet worden gezocht naar 183

Prob

lem

en o

plos

sen

beschikbare netwerken op de achtergrond. WLANwordt uitgeschakeld tussen scans op de achtergrond.Ga als volgt te werk om de instellingen voor scans opde achtergrond te wijzigen:1. Selecteer Menu > Instrumenten >

Instellingen en Verbinding > Wireless LAN.2. Pas de tijd aan in Zoeken naar netwerken om de

tijdsinterval voor een achtergrondscan tevergroten. Selecteer Beschkbrhd WLAN tonen >Nooit als u de achtergrondscans wilt stoppen.

3. Druk op Terug als u wijzigingen wilt opslaan.Wanneer Beschkbrhd WLAN tonen is ingesteld opNooit, wordt het pictogram voor debeschikbaarheid van een WLAN niet weergegevenin de stand-bymodus. U kunt echter nog steedshandmatig zoeken naar beschikbare WLAN's enhiermee normaal verbinding maken.

V: Hoe kan ik mijn gegevens opslaan voordat zeworden verwijderd?A: Als u gegevens wilt opslaan, kunt u Nokia Ovi Suiteof Nokia Nseries PC Suite gebruiken om gegevens meteen compatibele computer te synchroniseren of eenreservekopie van alle gegevens op een compatibelecomputer op te slaan.U kunt ook via Bluetoothgegevens naar een compatibel apparaat verzenden.Ukunt gegevens ook op een compatibele geheugenkaartopslaan.

V: Wat moet ik doen als het geheugen vol is?A: Verwijder items uit het apparaatgeheugen ofmassageheugen. Als u meerdere items tegelijk wiltverwijderen en de melding Onvoldoende geheugenvoor bewerking. Wis eerst enkele gegevens. ofGeheugen bijna vol. Verwijder gegevens uit hettelefoongeheugen. wordt weergegeven, verwijdertu de items een voor een, te beginnen met de kleinsteitems.V: Waarom kan ik geen contactpersoon voormijn bericht selecteren?A: De contactkaart heeft geen telefoonnummer, adresof e-mailadres. Selecteer Menu > Contacten en hetcontact en pas de contactkaart aan.V: Hoe kan ik de gegevensverbinding verbrekenals telkens opnieuw verbinding wordtgemaakt?A: Er wordt geprobeerd een multimediabericht op tehalen uit de multimediaberichtencentrale. Als u het totstand brengen van een gegevensverbinding in hetapparaat wilt stoppen, selecteert u Menu >Berichten en Opties > Instellingen >Multimediabericht > Multimedia ophalen enHandmatig om de multimediaberichtencentrale deberichten te laten opslaan, zodat deze later kunnenworden opgehaald, of Uit om alle binnenkomendemultimediaberichten te negeren. Wanneer uHandmatig selecteert, ontvangt u een melding

184

Prob

lem

en o

plos

sen

wanneer er een nieuw bericht in demultimediaberichtencentrale aanwezig is. Wanneer uUit selecteert, wordt geen verbinding meer gemaaktmet het netwerk voor multimediaberichten. Als u hetapparaat zo wilt instellen dat alleen een packet-gegevensverbinding wordt opgezet als u eentoepassing of bewerking start waarvoor een packet-gegevensverbinding nodig is, selecteert u Menu >Instrumenten > Instellingen en Verbinding >Packet-ggvns > Packet-ggvnsverbinding >Wanneer nodig. Schakel als dit niet helpt, hetapparaat uit en weer in.V: Waarom kan ik geen verbinding tot standbrengen tussen mijn apparaat en de pc?A: Controleer of u de nieuwste versie van Nokia OviSuite of Nokia Nseries PC Suite hebt en of deze op uwcompatibele pc is geïnstalleerd en wordt uitgevoerd.Raadpleeg de Help-functie van Nokia Ovi Suite of NokiaNseries PC Suite of ga naar de Nokia-ondersteuningspagina's voor meer informatie over hetgebruik van Nokia Ovi Suite of Nokia Nseries PC Suite.V: Kan ik mijn apparaat als faxmodemgebruiken met een compatibele pc?A: U kunt het apparaat niet als faxmodem gebruiken.Door gesprekken door te schakelen (netwerkdienst)kunt u inkomende faxoproepen echter doorschakelennaar een faxnummer.

185

Prob

lem

en o

plos

sen

Groene tipsHier volgen enkele tips die u helpen eenbijdrage te leveren aan de beschermingvan het milieu.

Energie besparenAls de batterij volledig is opgeladen en u hebt de laderlosgekoppeld van het apparaat, moet u de lader uit hetstopcontact trekken.U hoeft de batterij minder vaak op te laden als u devolgende regels in acht neemt:● Sluit toepassingen, diensten en verbindingen af en

schakel ze uit als u ze niet gebruikt..● Verminder de helderheid van het scherm.● Stel het apparaat zo in dat het in de spaarstand

overgaat nadat het toestel gedurende eenminimumperiode niet is gebruikt, mits dit op uwapparaat mogelijk is.

● Schakel onnodige geluiden uit, waarondertoetsenbord- en beltonen.

RecyclenDe meeste materialen waarvan Nokia-telefoons zijngemaakt, kunnen worden hergebruikt. Ga naarwww.nokia.com/werecycle als u wilt weten hoe uervoor kunt zorgen dat uw producten van Nokiaworden hergebruikt. Voor mobiele apparaten kijkt uop www.nokia.mobi/werecycle.Recycle verpakkingsmateriaal engebruikershandleidingen volgens het lokalerecyclingprogramma.

Papier besparenDeze gebruikershandleiding helpt u om aan de slag tegaan met het apparaat. Uitgebreidere instructies vindtu in de Help van het apparaat (in de meestetoepassingen selecteert u Opties > Help). Voor meerondersteuning kunt u terecht op www.nokia.com/support.

Meer informatieMeer informatie over de duurzaamheid van uwapparaat vindt u op www.nokia.com/ecodeclaration.

186

Groe

ne ti

ps

AccessoiresWaarschuwing: Gebruik alleen batterijen,

opladers en toebehoren die door Nokia zijngoedgekeurd voor gebruik met dit specifieke model.Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuringof garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn. Metname het gebruik van niet-goedgekeurde laders ofbatterijen kan het risico met zich meebrengen vanbrand, explosie, lekkage of ander gevaar.Vraag de leverancier naar de beschikbaregoedgekeurde accessoires. Als u de stekker van eentoebehoren uit het stopcontact verwijdert, moet u aande stekker trekken, niet aan het snoer.

187

Acce

ssoi

res

BatterijInformatie over de batterij ende laderHet apparaat werkt op een oplaadbare batterij. Debatterij die bedoeld is om in dit apparaat te wordengebruikt, is BL-5K. Nokia kan eventueel ook anderebatterijmodellen voor dit apparaat beschikbaarstellen. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met éénvan de volgende laders: AC-10. Het exactemodelnummer van de oplader is afhankelijk van hettype stekker. Het stekkertype wordt aangeduid meteen van de volgende codes: E, EB, X, AR, U, A, C, K of UB.De batterij kan honderden keren worden opgeladen enontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op.Wanneer de gespreksduur en stand-byduuraanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u debatterij vervangen. Gebruik alleen batterijen die doorNokia zijn goedgekeurd en laad de batterij alleenopnieuw op met laders die door Nokia zijngoedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.Als u een batterij voor de eerste keer gebruikt of als ude batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is hetmogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelenen vervolgens opnieuw moet aansluiten om het

opladen te starten. Als de batterij volledig ontladen is,kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weermet het apparaat kunt bellen.Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijduit en ontkoppel de lader voordat u de batterijverwijdert.Correct opladen. Haal de lader uit het stopcontactwanneer u deze niet gebruikt. Houd een volledigopgeladen batterij niet gekoppeld aan de lader omdatde levensduur van de batterij kan afnemen wanneerdeze wordt overladen. Als een volledig opgeladenbatterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop vantijd automatisch ontladen.Vermijd extreme temperaturen. Probeer de batterijaltijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en25°C. Bij extreme temperaturen nemen de capaciteiten levensduur van de batterij af. Een apparaat met eenwarme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijdonbruikbaar zijn. De batterijprestaties zijn met namebeperkt in temperaturen beduidend onder hetvriespunt.Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt. Dit kanbijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalenvoorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct

188

Batt

erij

contact maakt met de positieve (+) en negatieve (-)poolklemmen van de batterij. (Deze klemmen zieneruit als metalen strips.) Dit kan bijvoorbeeld gebeurenwanneer u een reservebatterij in uw zak of tas hebt.Kortsluiting van de poolklemmen kan schadeveroorzaken aan de batterij of aan het voorwerpwaarop deze is aangesloten.Verwijdering. Gooi batterijen niet in het vuur. Debatterijen kunnen dan ontploffen. Verwerk batterijenin overeenstemming met de lokale regelgeving. Leverbatterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooibatterijen niet weg met het huishoudafval.Batterijlek. U mag nooit geheugencellen of batterijenontmantelen, erin snijden of ze openen, platdrukken,verbuigen, doorboren of slopen. Als een batterij lekt,dient u te voorkomen dat de vloeistof in contact komtmet de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u uwhuid en ogen onmiddellijk met water afspoelen ofmedische hulp zoeken.Beschadiging. Wijzig de batterij niet, verwerk deze niettot een ander product, en probeer er geen vreemdevoorwerpen in te brengen. Stel de batterij niet blootaan en dompel deze niet onder in water of anderevloeistoffen. Batterijen kunnen ontploffen als dezebeschadigd raken.Correct gebruik. Gebruik de batterij alleen voor hetdoel waarvoor deze is bestemd. Onjuist gebruik van debatterij kan brand, explosie of ander gevaar met zichmeebrengen. Als het apparaat of de batterij valt, vooral

op een hard oppervlak, en u denkt dat de batterij isbeschadigd, moet u deze ter inspectie naar eenservicepunt brengen voordat u die opnieuw gebruikt.Gebruik nooit een beschadigde lader of batterij. Houdde batterij buiten het bereik van kleine kinderen.

Controleren van de echtheidvan Nokia-batterijenGebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uwveiligheid. Verzeker u ervan dat u een originele Nokiabatterij koopt door de batterij bij een erkende Nokiadealer of een Nokia servicecentrum aan te schaffen enhet hologramlabel volgens de onderstaande stappente inspecteren:

De echtheid van het hologramcontroleren1. Wanneer u het hologram op het

label bekijkt, hoort u vanuit deene hoek het Nokia-symboolmet de handen te zien en vanuitde andere hoek het NokiaOriginal Enhancements-logo.

189

Batt

erij

2. Wanneer u het hologram ondereen hoek naar links, rechts,omlaag en omhoog houdt, hoortu op iedere zijde respectievelijk1, 2, 3 en 4 stippen te zien.

Een succesvolle uitvoering van destappen biedt geen totale garantievoor de echtheid van de batterij. Alsu de echtheid van de batterij niet kunt vaststellen ofals u reden hebt om aan te nemen dat uw Nokia batterijmet hologramlabel geen echte Nokia batterij is,gebruik deze dan niet, maar breng de batterij naar dedichtstbijzijnde erkende Nokia dealer of een Nokiaservicecentrum voor assistentie.Zie www.nokia.com/battery voor meer informatieover originele Nokia batterijen.

190

Batt

erij

Uw apparaat onderhoudenUw apparaat is een product van toonaangevendontwerp en vakmanschap en moet met zorg wordenbehandeld. De volgende tips kunnen u helpen om degarantie te behouden.● Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en

allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnenmineralen bevatten die corrosie van elektronischeschakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat tochnat, verwijder dan de batterij en laat het apparaatvolledig opdrogen voordat u de batterijterugplaatst.

● Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige,vuile plaatsen. De bewegende onderdelen enelektronische onderdelen kunnen beschadigdraken.

● Bewaar het apparaat niet bij zeer hoge of lagetemperaturen. Hoge temperaturen kunnen delevensduur van elektronische apparaten bekorten,batterijen beschadigen en bepaalde kunststoffendoen vervormen of smelten. Wanneer het apparaatna een lage temperatuur weer de normaletemperatuur krijgt, kan binnen in het apparaatvocht ontstaan, waardoor elektronischeschakelingen beschadigd kunnen raken.

● Probeer het apparaat niet open te maken op eenandere manier dan in deze handleiding wordtvoorgeschreven.

● Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud nietmet het apparaat. Een ruwe behandeling kan deinterne elektronische schakelingen en fijnemechaniek beschadigen.

● Gebruik geen agressieve chemicaliën,oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen om hetapparaat schoon te maken. Het oppervlak van hetapparaat mag alleen worden gereinigd met eenzachte, schone, droge doek.

● Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegendeonderdelen van het apparaat blokkeren en decorrecte werking belemmeren.

● Gebruik alleen de meegeleverde of eengoedgekeurde vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen oftoebehoren kunnen het apparaat beschadigen enkunnen in strijd zijn met de regelgeving metbetrekking tot radioapparaten.

● Gebruik laders binnenshuis.● Maak een back-up van alle gegevens die u wilt

bewaren, zoals contactpersonen en agendanotities. 191

Uw a

ppar

aat o

nder

houd

en

● Voor optimale prestaties kunt het apparaat hetbeste zo nu en dan resetten door de stroom uit teschakelen en de batterij te verwijderen.

Deze tips gelden zowel voor het apparaat als voor debatterij, de oplader en andere toebehoren.

RecyclingBreng uw gebruikte elektronische producten,batterijen en verpakkingsmateriaal altijd terug naarhiervoor geëigende verzamelpunten. Op deze manierhelpt u het ongecontroleerd weggooien van afvaltegen te gaan en bevordert u het hergebruik vanmaterialen. Voor milieu-informatie en het recyclen vanuw Nokia-producten kijkt u op www.nokia.com/werecycle of nokia.mobi/werecycle.

Het symbool van de doorgestreepte container opuw product, in de documentatie of op deverpakking wil zeggen dat alle elektrische enelektronische producten, batterijen en accu’s na

afloop van de levensduur voor gescheidenafvalverzameling moeten worden aangeboden. Ditgeldt voor de Europese Unie. Bied deze producten nietaan bij het gewone huisvuil. Raadpleeg voor meerinformatie de verklaringen met betrekking tot hetmilieu op www.nokia.com/environment.

192

Uw a

ppar

aat o

nder

houd

en

Aanvullende veiligheidsinformatieKleine kinderenHet apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Zekunnen kleine onderdelen bevatten. Houd deze buitenhet bereik van kleine kinderen.

GebruiksomgevingDit apparaat voldoet aan de richtlijnen voorblootstelling aan radiosignalen in de normale positieaan het oor of wanneer het apparaat minstens 1,5centimeter van het lichaam wordt gehouden. Eendraagtas, riemclip of houder voor het dragen van hetapparaat op het lichaam mag geen metaal bevatten enmoet het apparaat op de eerder genoemde afstand vanhet lichaam houden.Voor het verzenden van gegevensbestanden ofberichten is een goede verbinding met het netwerkvereist. De verzending van gegevensbestanden ofberichten kan vertraging oplopen zolang eendergelijke verbinding niet beschikbaar is. Houd u aande instructies voor de afstand tot het lichaam totdat deverzending voltooid is.Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch.Metalen voorwerpen kunnen worden aangetrokken

door het apparaat. Houd creditcards en anderemagnetische opslagmedia uit de buurt van hetapparaat, omdat de gegevens die op deze media zijnopgeslagen, kunnen worden gewist.

Medische apparatuurHet gebruik van radiozendapparatuur, dus ook vandraadloze telefoons, kan het functioneren vanonvoldoende beschermde medische apparatuurnadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of defabrikant van het medische apparaat om vast te stellenof het apparaat voldoende is beschermd tegen externeRF-energie. Schakel uw apparaat uit wanneer datwordt voorgeschreven door instructies. Ziekenhuizenen andere instellingen voor gezondheidszorg kunnengebruikmaken van apparatuur die gevoelig is voorexterne RF-energie.

Geïmplanteerde medischeapparatuurOm mogelijke storing van geïmplanteerde medischapparatuur zoals een pacemaker of eengeïmplanteerde defibrillator te voorkomen, raden 193

Aanv

ulle

nde

veili

ghei

dsin

form

atie

fabrikanten van medische apparatuur aan omdraadloze apparaten altijd op minimaal 15,3centimeter afstand te houden. Personen metdergelijke apparaten moeten met het volgenderekening houden:● Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan

15,3 centimeter afstand van het medische apparaat.● Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.● Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de

andere kant van het lichaam dan de kant waar hetmedische apparaat zit.

● Schakel het draadloze apparaat uit als er enigereden is om te vermoeden dat er een storingplaatsvindt.

● Volg de instructies van de fabrikant van hetgeïmplanteerde medische apparaat.

Als u vragen hebt over het gebruik van het draadlozeapparaat wanneer u een geïmplanteerd medischapparaat hebt, neemt u contact op met uwzorginstelling.

GehoorapparatenSommige digitale draadloze apparaten kunnenstoringen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken.

VoertuigenRadiofrequente signalen kunnen elektronischesystemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerdgeïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn, zoalselektronische systemen voor brandstofinjectie,antiblokkeerremmen en systemen voor elektronischesnelheidsregeling of airbags negatief beïnvloeden.Raadpleeg voor meer informatie de fabrikant van uwvoertuig of van de hierin geïnstalleerde apparatuur.Het apparaat mag alleen door bevoegd personeelworden onderhouden of in een auto wordengemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kanrisico's opleveren en de garantie ongeldig maken.Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur inde auto nog steeds goed bevestigd is en naar behorenfunctioneert. Vervoer of bewaar geen brandbarevloeistoffen, gassen of explosieve materialen indezelfde ruimte als het apparaat of de bijbehorendeonderdelen of toebehoren. Vergeet niet dat in eennoodsituatie de airbag in een auto met zeer veel krachtwordt opgeblazen. Plaats uw apparaat of toebehorendaarom nooit in de ruimte vóór de airbag.Schakel uw apparaat uit voordat u aan boord van eenvliegtuig gaat. Het gebruik van mobielecommunicatieapparatuur kan gevaarlijk zijn voor dewerking van het vliegtuig en is mogelijk illegaal.

194

Aanv

ulle

nde

veili

ghei

dsin

form

atie

ExplosiegevaarlijkeomgevingenSchakel het apparaat uit in een omgeving met eenmogelijk explosieve atmosfeer. Volg alle aanwezigeinstructies op. Vonken kunnen in een dergelijkeomgeving een explosie of brand veroorzaken die kanresulteren in letsel of de dood. Schakel het apparaat uitop plekken waar brandstoffen worden getankt, zoalsop benzinestations. Houd u aan de beperkingen ingebieden waar brandstof wordt opgeslagen engedistribueerd, bij chemische bedrijven of waarexplosiewerkzaamheden worden uitgevoerd.Gebieden met een mogelijk explosieve atmosfeerworden meestal, maar niet altijd, als zodanigaangeduid. Hiertoe behoren ook omgevingen waar uwordt aangeraden uw automotor uit te zetten, hetbenedendeks-gedeelte op boten, plaatsen vooroverdracht en opslag van chemische stoffen enomgevingen waar de lucht chemische stoffen ofdeeltjes bevat zoals metaalkorreltjes, -stof of -poeders.Informeer bij de fabrikanten van voertuigen die opvloeibare gassen rijden (zoals propaan of butaan) omte bepalen of dit apparaat in de omgeving daarvanveilig kan worden gebruikt.

Alarmnummer kiezen

Belangrijk: Dit apparaat maakt gebruik vanradiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerkenen door de gebruiker geprogrammeerde functies. Alsuw apparaat gesprekken via het internet ondersteunt(netgesprekken), moet u zowel de netgesprekken alsde mobiele telefoon activeren. Het apparaat kanalarmnummers zowel via het mobiele netwerk als viauw internetprovider proberen te kiezen als beidefuncties zijn geactiveerd. Verbindingen kunnen nietonder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Umoet nooit alleen vertrouwen op een draadlozetelefoon voor het tot stand brengen van essentiëlecommunicatie, bijvoorbeeld bij medischenoodgevallen.Een alarmnummer kiezen:1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.

Controleer of de signaalontvangst voldoende is.Afhankelijk van het apparaat moet u mogelijk ookde volgende stappen uitvoeren:● Plaats een SIM-kaart als deze voor het apparaat

vereist is.● Maak bepaalde oproepbeperkingen ongedaan

als deze op uw apparaat zijn ingesteld.● Wijzig uw profiel van Offline of Vlucht in een

actief profiel. 195

Aanv

ulle

nde

veili

ghei

dsin

form

atie

2. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om hetscherm leeg te maken en het apparaat gereed temaken voor een oproep.

3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar uzich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.

4. Druk op de beltoets.Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurigmogelijk op wanneer u een alarmnummer belt. Uwdraadloze apparaat is mogelijk het enigecommunicatiemiddel op de plaats van een ongeluk.Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoortoestemming hebt gekregen.

Informatie over certificatie(SAR)Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voorblootstelling aan radiogolven.Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen voorblootstelling aan radiogolven die worden aanbevolendoor internationale richtlijnen, niet wordenoverschreden. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door deonafhankelijke wetenschappelijke organisatie ICNIRPen bevatten veiligheidsmarges om de veiligheid vanalle personen te waarborgen, ongeacht hun leeftijd engezondheidstoestand.

De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuurworden uitgedrukt in de maateenheid SAR (SpecificAbsorption Rate). De SAR-limiet in de richtlijnen vanhet ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld overtien gram lichaamsweefsel. Bij tests voor SAR wordende standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat inalle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestaneenergieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR-niveau vaneen werkend apparaat kan onder de maximumwaardeliggen, omdat het apparaat zo is ontworpen dat nietmeer energie wordt gebruikt dan nodig is omverbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheidbenodigde energie kan wijzigen afhankelijk van eenaantal factoren, zoals de afstand tot een zendmastwaarop u zich bevindt.De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnenvoor gebruik van het apparaat bij het oor is 0.76 W/kg.Het gebruik van toebehoren met het apparaat kanresulteren in andere SAR-waarden. SAR-waardenkunnen variëren, afhankelijk van nationalerapportage-eisen, testeisen en de netwerkband. Meerinformatie over SAR kunt u vinden onder "productinformation" op www.nokia.com.

196

Aanv

ulle

nde

veili

ghei

dsin

form

atie

IndexAaanpassen 165aanpassen aan eigenvoorkeuren 147accessoires

Zie toebehorenachtergrond 147achtergrondverlichting, time-out 165actieve stand-by modus 149,165actieve werkbalk 38

in camera 35in Foto's 48

adressengidsZie contacten

afbeeldingenbewerken 51

afspelenberichten 120

afwezigheidsbericht 123agenda 152agenda-item

verwijderen 153verzenden 153

alarmagenda-notitie 152

albumsmedia 48

algemene informatie 19antennes 18apparaatbeheer 179assisted GPS (A-GPS) 83audioberichten 117audiothema's 148automatisch bijwerken, datum/tijd 151

Bback-up maken vanapparaatgeheugen 154batterij

energie besparen 22energiebesparing,instelling 165opladen 16

beëindigen van alle oproepen,optie 133beltonen 148, 149berichten

instellingen 124mappen voor 115

multimedia 119pictogram voorinkomende 119

berichtlezer 120stem selecteren 162

bestandsbeheer 154beveiliging

Bluetooth 61certificaten 168webbrowser 67

beveiligingscode 21beveiligingsmodule 170Beveiliging van de SIM-kaart 167bijlagen 119blogs 65blokkeringscode 15, 21Bluetooth

apparatuur goedkeuren 59beveiliging 61gegevens ontvangen 58gegevens verzenden 58koppeling 59toegangscode 59

Bluetooth-connectiviteitapparaten blokkeren 61

bookmarks 66197

Inde

x

browser 63beveiliging 67bookmarks 66browsen door pagina's 63, 64cachegeheugen 67downloads 66inhoud zoeken 65instellingen 68werkbalk 64widgets 65

Ccachegeheugen 67camera

beeldkwaliteit 43belichting 44flitser 38fotomodus 36instellingen 43kleur 44locatiegegevens 37opties 38reeksmodus 39scènes 39symbolen 34videokwaliteit 44videomodus 42zelfontspanner 40

certificaten 168computerverbindingen 62

Zie ookgegevensverbindingen

conferentiegesprekken 132configuratie

Zie instellingencontacten

afbeeldingen in 143beltonen 144bewerken 143groepen 145kopiëren 144namen en nummers 143opslaan 143spraaklabels 143standaardgegevens 143synchroniseren 62verwijderen 143verzenden 143

copyrightbescherming 163

Ddatum en tijd 151de batterij opladen 16dempen, geluid 132diavoorstelling 49dienstberichten 119DLNA 98downloads 66DRM (Digital RightsManagement) 163

duur van oproepen 139

Eeigen netwerk 80, 98

bestanden kopiëren 102e-mail

accounts 123afwezigheidsbericht 123algemene instellingen 123bijlagen downloaden 122bijlagen toevoegen 121instellen 120lezen 121mappen 123verbinding verbreken 123verwijderen 122verzenden 120zoeken 122

energiebesparing 165externe configuratie 179

Ffabrieksinstellingen,herstellen 170feeds, nieuws 65FM-zender 81

instellingen 82nummers afspelen 81

foto'sbestanden indelen 47198

Inde

x

bestandsgegevens 47labels 49rode ogen 51weergeven 46werkbalk 48

Zie cameraFoto's

actieve werkbalk 42

Ggalerij 53

geluidsclips 53presentaties 54streaming koppelingen 54

games 109gebelde nummers 139gedeelde video 136

live video delen 137uitnodiging aanvaarden 138videoclips delen 137

gegevensverbindingenPc-verbindingen 62synchronisatie 62toegangspunt,instellingen 176

geheugenvrijmaken 23webcache 67

geluiden 148geluidsclips 53

GPSpositieaanvragen 85

GPS (Global PositioningSystem) 83

Hhandtekening, digitale 169headset 17helderheid, scherm 165helptoepassing 19Het profiel Offline 30hoofdmenu 150HSDPA (High-Speed DownlinkPacket Access) 30

Iinbox

bericht 119inbox, berichten 119inhoud

synchroniseren, verzenden enophalen 26

inhoud overdragen 25installatie van telefoon 25installeren toepassingen 159instellingen

aanpassen 165browser 68camera 43certificaten 168

configuratie 179FM-radio 71FM-zender 82gesprekken blokkeren 172internetoproepen 142internetradio 73klok 151naamsbeheer vantoegangspunt 179netwerk 173oproep doorschakelen 172oproepen 171packet-gegevens 178podcast 74positiebepaling 170scherm 165schuif 167SIP 178stand-by 165taal 166thuisnetwerk 99toegangspunten 174, 175toegangspunten voorgegevensverbindingen 176toepassingen 179tv-out 167videocentrum 108video delen 136WLAN 177, 178 199

Inde

x

WLAN-internettoegangspunten 177

instellingen vooraccessoires 166instellingen voorpositiebepaling 170internetoproepen 141

activeren 141contacten blokkeren 142instellingen 142plaatsen 141

internetoproepen, dienstenvoor

beheren 142internetradio

favorieten 72instellingen 73luisteren 72map met zenders 73zenders zoeken 73

internetverbinding 63Zie ook browser

JJ2ME Java-toepassingsondersteuning 159Java-scripts/toepassingen 159

Kkaarten

bijwerken 97bladeren 89collecties 91favorieten 91instellingen 95internetinstellingen 95kaartinstellingen 96locaties opslaan 91locaties verzenden 91locaties zoeken 90navigatie 92navigatie-instellingen 95netwerkpositionering 88Nokia Map Loader 97opgeslagen items 91per auto 93route-instellingen 96routes 91verkeer en veiligheid 94wandelen 92

Kaarten 88kompas 89symbolen 90

kabel 61klembord, kopiëren naar 117klok 150, 151Klok

instellingen 151

kompas 89kopiëren, tekst naar hetklembord 117koppeling

apparaten 59toegangscode 59

Lleestekens, tekstinvoer 117lettertype, instellingen 165licenties 163lichtinstellingen 165lijstweergave voormenu's 150locatiegegevens 83luidspreker 29

MMap verzonden berichten 115media

muziekspeler 78RealPlayer 158

memonotitiesZie taaknotities

mijn nummers 143Miniweergave 64MMS (Multimedia MessageService) 117, 119multimedia 53multimediaberichten 117, 119200

Inde

x

muziekspeler 78afspeellijsten 79muziek overbrengen 80

Nnavigatiehulpmiddelen 83netwerkinstellingen 173N-Gage 109

instellingen 114N-Gage-weergaven 109nieuwsfeeds 65Nokia Map Loader 97Nokia Maps Updater 97Nokia-ondersteuningsinformatie 19notities 157nummers 78nummers kiezen metstem 133nuttige informatie 19

Oomrekenen 156ondersteuningshulpmiddelen 19ontgrendelen,toetsenblok 168operatorlogo 166opladen via USB 16opnamemodi, camera 39

opnieuw kiezen, functie 171oproepen 130

beantwoorden 131beperken

Zie vaste nummersconferentie 132duur van 139gekozen 139gemist 139instellingen 171internetoproepen 141ontvangen 139opties tijdens 130voicemail 131weigeren 131

oproepen afwijzen 131oproepen beantwoorden 131oproepen weigeren 131oproep in de wachtrij 133oproeplogboek 140opties, menu vooroproepen 130outbox, bericht 115Ovi 32Ovi Files 32Ovi Store 32

Ppacket-gegevensverbinding

instellingen 178

packet-gegevensverbindingen

tellers 139paginaoverzicht 64PDF, reader 157persoonlijke certificaten 168PIN2-code 21PIN-code 15, 21plaatsbepalingen 85podcast

afspelen 77downloads 76instellingen 74lijsten 76zoeken 75

polsband 17positioneringsgegevens 83presentaties 54presentaties, multimedia 119problemen oplossen 182profielen

offline beperkingen 30proxy-instellingen 176PUK-codes 21

Rradio

instellingen 71luisteren naar 70zenders 71 201

Inde

x

rasterweergave voormenu's 150RealPlayer 158rekenmachine 156roaming 173rode ogen verwijderen 51

Sscènes, foto en video 39scherminstellingen 165schuifinstellingen 167sensors 167SIM-kaart

berichten 124SIP 178SMS (Short MessageService) 117SMS-berichten

beantwoorden 119instellingen 124ontvangen en lezen 119SIM-berichten 124verzenden 117

snel kiezen 133software

bijwerken 20softwaretoepassingen 159software-updates 20speakerphone 29

speciale tekens,tekstinvoer 117spraak 162spraakopdrachten 133

Zie ook nummers kiezen metstem

spraakoproepenZie oproepen

stand-by modus 149, 165streaming koppelingen 54Symbian-toepassingen 159symbolen enpictogrammen 27synchronisatie

instellingen 103synchronisatie metthuisnetwerk

inkomende bestanden 103instellen 102instellingen 103

synchronisatie vangegevens 62

Ttaaknotities 152taalinstellingen 166tekencodes 117tekstinvoer 115tekstvoorspelling,invoermodus 116

telefoongidsZie contacten

thema's 147thuisnetwerk

delen van inhoud 100tijd en datum 151tijdzone-instellingen 151time-out voorachtergrondverlichting 165toegangscodes 21toegangspunten 174

groepen 175toepassingen 159Toepassingsbeheer 159toetsenblok 168tonen 148

beltooninstellingen 149instellingen 165

Tv-configuratie 167TV Out-modus 50

Uupdates

apparaatsoftware 20UPIN-code 21UPnP (Universal Plug and Playarchitecture) 98UPUK-code 21USB-gegevenskabel 61202

Inde

x

Vvaluta

omrekenen 156vaste nummers 145verbinding, internet 63verbindingsbeheer 57verbindingsmethoden

Bluetooth 58gegevenskabel 61

vergaderingeninstellen 152

vergadernotities 152vergaderverzoeken

ontvangen 122vergrendelen

toetsenblok 168vergrendeling 168verjaardagnotities 152vertrouwensinstellingen 169verzenden

via Bluetooth 58videocentrum

downloaden 105mijn video's 107video's overbrengen 107videofeeds 106weergeven 105

Videocentrum 105videoclips

gedeeld 136

videoclips opnemen 42video delen

vereisten 136video-instellingen 44video-oproepen 134, 135

opties tijdens 135voicemail

bellen 131nummer wijzigen 131

volumeregelaars 29

Wweblogs 65weekinstellingen

agenda-alarm 152weergaverotatie 167weigeren, oproepen 131wekker 151

agendanotities 152welkomstbericht 165wereldklok 151werkbalk 35widgets 65wireless LAN-instellingen 178WLAN

beschikbaarheid 56MAC-adres 55toegangspunten 56

WLAN-wizard 56

Zzelfontspanner, camera 40Zip manager 157zoomen 36, 42

203

Inde

x