berichten - Ekonomika Alumni

32
EKONOMIKA berichten Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 Magazine van de Ekonomika Alumni Driemaandelijks • 63 ste jaargang • april - mei - juni 2006 Walter Herssens, terugblik op drie jaar voorzitterschap p. 10 Toon Desmet, onderhandelen met de vakbonden p. 20 Leo Tindemans brengt hulde aan Albert Coppé p. 27 Grethe Schepers, leven en werken in ‘the City’

Transcript of berichten - Ekonomika Alumni

EKONOMIKAberichten

Afgiftekantoor 3000 Leuven 1

Magazine van de Ekonomika AlumniDriemaandelijks • 63ste jaargang • april - mei - juni 2006

Walter Herssens, terugblik op drie jaar voorzitterschap

p. 10

Toon Desmet, onderhandelen met de vakbonden

p. 20

Leo Tindemans brengt hulde aan Albert Coppé

p. 27

Grethe Schepers, leven en werken in ‘the City’

De BMW 5 Reeks.Zowel op de weg naar zakelijk succes als op die naar het plezier is de BMW 5 Reeks Berline sinds jaar en dag de leider in zijnklasse. En met recht en reden: zijn krachtige, zuinige motoren en de luxueuze binnenruimte en standaarduitrusting makenhem tot de businesswagen bij uitstek. Van de gloednieuwe en zeer zuinige BMW 520d tot de uitermate exclusieve BMW 550i.

De BMW 5 Reeks Touring weet dan weer een sterke persoonlijkheid te combineren met een praktische ingesteldheid. Zijn panoramische open dak, zijn kofferklep die in twee afzonderlijke delen geopend kan worden en zijn royale binnenruimtezijn hiervan slechts enkele voorbeelden. Met als bonus een voorbeeldige zuinigheid, koppel en vermogen.

Bepaalde BMW 5 Reeks modellen zijn uitgerust met de integrale transmissie xDrive. In functie van de toestand van het wegdekzorgt deze BMW exclusiviteit in een fractie van een seconde voor een optimale verdeling van het vermogen over de vier wielen.

BMW Financial Services biedt u innovatieve financiële formules aan. Voor meer informatie, bel naar 03 890 51 05.

G&

CO

Elke rit wordt puur plezier.

Milieu-informatie : www.bmw.be Gemiddeld verbruik ( l/100km ) / CO2 - uitstoot ( g/km) : 14,8-5,9/357-158

Beschikbare versies: BMW 523i, BMW 525i, BMW 525xi, BMW 530i, BMW 530xi, BMW 540i, BMW 550i, BMW 520d, BMW 525d, BMW 530d, BMW 530xd,BMW 535d, BMW M5.

BMW 5 Reeks

www.bmw.be Echt rijplezier

Business law

• Automotive

• Banking & finance

• Commercial law

• Corporate law

and M&A

• Employment law,

compensation

& benefits and

pensions

• EU, competition

& regulatory

• IP, ICT and media law

• Life sciences

• Real estate

Tax law

• General tax

• Indirect tax

• Private client

ADVOCATEN � AVOCATS

Uw keuze in de Benelux

Loyens is een onafhankelijk advocatenkantoordat geïntegreerd advies levert inzake fiscaliteit enondernemingsrecht. Door beide disciplines alsgelijkwaardige componenten te beschouwen,bekleedt Loyens een unieke positie in de markten onderscheidt het kantoor zich van anderenationale en internationale juridische dienst-verleners. Voor Loyens staat een vindingrijke enefficiënte dienstverlening op hoog juridisch niveauvoorop. In de kantoren te Brussel en Antwerpenrichten meer dan 100 advocaten zich voornamelijknaar het (internationale) bedrijfsleven.

Loyens maakt deel uit van het internationalekantoor Loyens & Loeff N.V. en telt wereldwijd meerdan 1.300 mensen, waarvan zo’n 700 advocaten,belastingadviseurs en notarissen. Loyens & Loeff N.V.heeft 17 vestigingen, verspreid over de Beneluxen de belangrijkste financiële centra van Europa,de VS, de Caraïben en Azië.

� BRUSSELSWoluwe Atrium, Neerveldstraat 101-103B-1200 BrusselT +32 2 743 43 43 - F +32 2 743 43 10

� ANTWERPGreen Plaza, Generaal Lemanstraat 27B-2018 AntwerpenT +32 3 226 50 06 - F +32 3 213 07 18

www.loyens.com

AMSTERDAM • ANTWERPEN • ARNHEM • ARUBA • BRUSSEL • CURAÇAO • EINDHOVEN • FRANKFURT • GENÈVELONDEN • LUXEMBURG • NEW YORK • PARIJS • ROTTERDAM • SINGAPORE • TOKIO • ZÜRICH

Internationaal ondernemen is van vitaal belang voor Vlaanderen. Daarom heeftde Vlaamse overheid Flanders Investment & Trade in het leven geroepen. Dit agentschap bundelt de krachten van het voormalige ExportVlaanderen en de Dienst Investeren in Vlaanderen, en biedt u

een ruime waaier aan dienstverlening.

• Hebt u vragen over marktselectie, handelsgebruiken, statistieken…?

• Bent u geïnteresseerd in financiële steun aan exporteurs?

• Bent u op zoek naar adressen van mogelijke invoerders of partners?

• Wil u meer weten over onze acties zoals zakenreizen, seminaries en beurzen?

Met deze en andere vragen kan u terecht bij ons exportcentrum in uw provincie.

Voor meer info, neem gerust een kijkje op onze website www.flanderstrade.be

EDITORIAAL

EDITORIAAL

De Leuvense economisten hebben een zeer goede reputatie. In eigen land bekleden velen een interessante functie in het bedrijfsleven, onderwijs of overheidsdiensten, en dit vaak na jarenlang van hard en succesvol werken.

Maar ook in het buitenland scoren onze economisten heel erg hoog. En wij vinden het belangrijk dat wij hierover regelmatig relaas kunnen uitbrengen in deze Ekonomika Berichten. In dit nummer brengen we o.m. het wedervaren van ons medelid Grethe Schepers, die haar gezinsleven zo goed mogelijk probeert te combineren met haar professionele opdrachten in de Londense city. Voorwaar geen evidentie, maar toch een heel boeiend verhaal.

[ Fa QUIX ]

ONZE ECONOMISTEN SCOREN IN HET BUITENLAND

INHOUD

6 QUO VADIS. Bestaat België nog in 2030? En zal onze welvaart dan hoger of lager zijn dan vandaag? U weet het niet? Niet erg, ook de eminente denkers van Vlaanderen zijn het er niet over eens. Impressies van een pittig debat in Leuven op 29 maart jl.

10 WALTER HERSSENS, past voorzitter van Ekonomika Alumni, blikt terug op zijn driejarig voorzitterschap. “Ik heb er veel tijd en energie in gestoken.” Gelukkig kan hij nu rustig terug gaan werken!

12 INDIA. Of het verhaal van de galopperende olifant in de diensteneconomie. Is India echt een technologische grootmacht in wording? En hoe kunnen onze bedrijven er hun voordeel mee doen? JÜRGEN VANHAVERBEKE brengt het relaas in de serie ‘Emerging Markets’.

16 GRETHE SCHEPERS. U kent haar (nog) niet, maar wanneer u haar dagelijkse wedervaren in ‘the City’ heeft gelezen, komt daar beslist verandering in. Of hoe onze Leuvense economisten overal goed terecht komen.

20 Onderhandelen met de vakbonden. Bezint eer ge begint. Ervaringsdeskundige TOON DESMET, directeur Human Resources Philips België, legt u uit hoe u die onderhandelingen succesvol kan afronden. Maar dan moet u wel de vele valkuilen vermijden, die hij u haarfijn zal aanwijzen.

25 Filmonomika. ‘ENRON: THE SMARTEST GUYS

IN THE ROOM’. Gewetenloze gangsters, anders kan je de top van het smadelijk ten gronde gegane Amerikaanse energieconcern Enron moeilijk noemen. Dus mogen we niet blind zijn voor de excessen van het kapitalisme. Een ‘eye opener’.

27 Eén van de grootste figuren in de geschiedenis van onze faculteit ETEW was ongetwijfeld professor ALBERT COPPÉ. Op 21 maart kreeg hij terecht een grote huldeviering in Tervuren waarop vooral zijn pionierswerk bij de start van de Europese Unie geprezen werd. En ze waren met velen om dit te huldigen.

Coverfoto: Grethe Schepers in Londen

INHOUD

Internationaal ondernemen

een ruime waaier aan dienstverlening.

www.flanderstrade.be

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

5

Wat hier uiteraard niet vreemd aan is, is de succesvolle deelname van vele Leuvense stu-denten aan het Europese uitwisselingspro-gramma Erasmus. Dit programma opent de blik op Europa, versterkt de vaardigheden om in een interculturele omgeving te functione-ren, en verbetert ongetwijfeld de taalkennis. Voor economisten die opgroeien in een kleine, open economie als de onze is een houding gericht op internationale contacten en samen-werking ongetwijfeld een pluspunt voor de uit-bouw van een professionele loopbaan in de internationale zakenwereld.

Wij kunnen onze studenten, professoren en Alumni alleen maar aanraden om de open blik op Europa en op de wereld te blijven behouden.

Fa QUIXHoofdredacteur

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

6

STUDENTEN

STUDENTEN

BELGIË 2030: QUO VADIS?

Industrie en welvaart

Prof. Paul De Grauwe: “Ik ben van mening dat ik in dit thema vaak verkeerd geciteerd ben en in elk geval verkeerd begrepen. Dat komt ook omdat de media mij vragen om mijn stand-punt in 30 seconden te kunnen vertolken. Voor zo’n complexe aangelegenheid is dit eigenlijk niet mogelijk, vandaar ook de vaak eenzijdige informatie. Wat ik wil zeggen is dit. De tewerkstelling in de industriële sector gaat achteruit zowel in aantal als relatief t.o.v. de dienstensectoren waar de tewerkstelling voor-uit gaat. Onze economie is in volle transitiefa-se van een industriële naar een dienstensa-menleving. Maar dat de industrie verdwijnt klopt niet. En dat heb ik ook nooit gezegd. Maar door de afname van het belang van de tewerkstelling ontstaat de perceptie dat de industrie verdwijnt, hetgeen dus niet het geval is. De industriële prijzen dalen relatief t.o.v. de prijzen van de diensten. Een voorbeeld: de prijzen van PC’s dalen voortdurend, maar de prijzen van vele diensten stijgen, bv. de prijzen van mijn haarkapper, die nemen alsmaar toe. Door die relatieve prijsdaling van de industrie t.o.v. de dienstenprijzen verkleint het belang van de industrie, zelfs wanneer de industriële

“Is de toekomstige welvaart van ons land in gevaar?”. Dat was één van de belangrijke vragen die werden besproken op het debat dat Ekonomika-studenten samen met de kern Brussel van Ekonomika Alumni heeft gehouden op woensdag 29 maart jl. in Leuven. Voor een goed gevulde zaal van een 200-tal aanwezigen debatteerden volgende eminente personen: Frank Vandenbroucke, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, Herman Van Rompuy, volksvertegenwoordiger en oud-minister en tevens oud-voorzitter CD&V, Paul De Grauwe, hoogleraar economie KULeuven en oud-VLD-senator, en tenslotte ex-KBC-topman Remi Vermeiren. Een greep uit de vele uitspraken in dit debat.

productie nog vooruitgaat. Voor alle duidelijk-heid: de industrie in volume daalt niet, hetgeen ook niet geval is voor de landbouw, ook al is die sector maar amper 2 % meer van ons BNP.”

Houdt de euro stand?

Herman Van Rompuy: “Ik geloof dat de euro een onomkeerbaar proces is. Trouwens, uittreden uit de euro is lang niet zo eenvoudig. We mogen niet vergeten dat vele landen precies enorme budgettaire en economische inspan-ningen hebben geleverd om tot de euro te kun-nen toetreden. Het uittreden uit de euro is geen oplossing, maar een catastrofe, laat ons daarin duidelijk zijn. Het is het erkennen van een falen en het zal in de landen die uittreden bij-zonder hard aankomen. Wij moeten vooral de voordelen van de euro in de verf zetten.”

Remi Vermeiren: “Ik geloof ook niet dat het uit-treden uit de euro een oplossing is. Ik zie eer-der de euro uitbreiden en belangrijker worden.”

Paul De Grauwe: “Voor mij is het niet zeker dat de euro op langere termijn kan overleven. Het noodzakelijke politieke complement op de muntunie bestaat niet, want er is geen echte

[ Op de foto v.l.n.r.: Frank Vandenbroucke, Herman Van Rompuy,

Jules Ackermans (voorzitter kern Brussel), Wilson De Pril

(moderator), Remi Vermeiren en prof. Paul De Grauwe. ]

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

7

STUDENTEN

STUDENTEN

politieke unie. Heel wat bevoegdheden blijven nationaal en zouden naar het Europese niveau moeten worden overgeheveld zoals het budget-taire beleid en het economische beleid tenein-de de munteenheid volledig te maken. Maar dat gebeurt niet. Dat is dus een tijdbom onder de euro. Het is voor mij geen uitgemaakte zaak dat de euro op termijn zal standhouden. Het alternatief? Er zullen bv. kleinere munt-unies bestaan, een mini-euro bv. Benelux en Duitsland, wie weet .”

Staatsstructuur belemmering voor toekomstige welvaart?

Frank Vandenbroucke: “Het klopt dat onze staatsstructuur niet optimaal is om een juist sociaal-economisch beleid te kunnen voeren. Ik pleit ervoor om een aantal bevoegdheden te decentraliseren. Lees wel: decentraliseren wil niet zeggen: splitsen! Wat we moeten decentra-liseren? Het werkgelegenheidsbeleid, het arbeidsmarktbeleid en het beleid inzake werk-loosheid. Maar ik wil vooral onderlijnen dat de gebrekkige staatsstructuur geen excuus mag zijn om een aantal dingen niet te doen. We kunnen hoe dan ook proberen om met kleine maatregelen kleine successen te boeken. Ik geef het voorbeeld van het langer werken van ouderen. Eigenlijk kan Vlaanderen daar niet veel aan doen. Maar ik heb een forse financiële maatregel beslist die erin bestaat dat de werk-gevers die een 50-plusser aanwerven een forse tewerkstellingspremie krijgen. Is dat een mira-keloplossing? Neen. Maar het zal zeker helpen om enkele duizenden 50-plussers aan het werk te houden. Dat noem ik een succes. En daar-mee kan ik bewijzen dat we zelfs met een ‘foute staatsstructuur’ toch een goed beleid

kunnen voeren. Wachten tot de staatsstructuur is aangepast om iets te doen, is struisvogelpoli-tiek. Een ander voorbeeld: onderwijs. Het ver-minderen van de ‘drop-outs’ kan later heel wat problemen vermijden op diverse beleidsni-veaus, bv. ook het federale niveau: drop outs kosten nogal veel aan de samenleving wanneer zij bv. in de criminaliteit en in de gevangenis belanden. Evenzo: wanneer we erin slagen van meer allochtonen te integreren, dan is dit ook ongetwijfeld welvaarts- en welzijnsbevorde-rend. Ik pleit er dus voor om het fatalisme inzake onze staatsstructuur te doorbreken.”

Remi Vermeiren: “In het manifest van de groep “In de Warande” hebben wij haarfijn uitgelegd dat de huidige staatsstructuur nefast is voor zowel Vlaanderen, Wallonië als Brussel. En dat een splitsing perfect mogelijk is en zelfs voor alle regio’s positief kan zijn. Het is natuurlijk een radicale oplossing, maar wij kunnen met een pragmatische aanpak dit in ieders belang realiseren. Ik raad iedereen aan om dit mani-fest eens grondig te lezen!”.

Herman Van Rompuy: “Net zoals Frank Vandenbroucke denk ik dat het “probleem Brussel” een volledige splitsing onmogelijk maakt. We zullen toch moeten gaan naar onderhandelde oplossingen. Dat is het enig haalbare. Want, wat is de waarde van een Vlaams Parlement dat bv. zelf de onafhanke-lijkheid zou uitroepen? Niet veel. Zelfs notoire separatisten erkennen dat alleen een onder-handelde oplossing de enige mogelijke is. En dit is ongetwijfeld een proces van geven en nemen. Want één regio zal nooit akkoord gaan om zich éénzijdig te laten verarmen.”

Fa QUIX

België en Luxemburg

Louizalaan 149/bus 33 - 1050 Brussel Tel.: +32 2 511 66 88 - Fax: +32 2 511 99 69 [email protected]

www.robertwalters.com

EUROPE USA AUSTRALIA NEW ZEALAND SOUTH AFRICA ASIA

Member of

Finance & Human Resources for IndustryRecruitment

Search & Selection

Financial ServicesBanking and InsuranceRecruitment

Search & Selection

Interim Management

General Management

Finance & HR

Logistics & IT

Sales & Marketing...

[ Preses Louis Raes ]

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

8

WOORD VAN DEVOORZITTER

WOORD VAN DE VOORZITTER

IN STIJGENDE LIJN

8

“Stel uw ambities hoog!” een gevleugelde uit-spraak van gewezen premier Gaston Eyskens tijdens de vele eindejaarsbanketten waar hij de studenten toesprak als erevoorzitter van Ekonomika Alumni vzw.Ons nieuwe bestuur mikt hoog, zowel naar aantal actieve bestuursleden als naar betalende leden. En onmiskenbaar is er een duidelijke correlatie tussen beiden: na een verjonging en forse uitbreiding van ons dagelijks bestuur sla-gen wij erin om zowel in de regionale kernen als in de diverse vakgroepen vele nieuwe gezichten te verwelkomen. De vrijwillige en belangenloze inzet is niet dood en verre van afgeschreven; dat wordt elke dag opnieuw beloond door uw aanwezigheid op onze activi-teiten, in de provincies en op de diverse vor-mingsactiviteiten.

Ondertussen loopt onze strategische oefening over missie, succesindicatoren, huidige perfor-mantie e.a. van Ekonomika als Alumnivereniging van de Faculteit. We willen grondig nadenken over het veranderende aca-demische landschap en over de toegevoegde waarde die een Alumnivereniging aan haar leden en aan de Faculteit kan bieden. En samen met de Faculteit denken we na wat deze blijvend aan haar afgestudeerden kan bieden.

En wat ik vooral waardeer bij dit alles is dat het allemaal gebeurt in een sfeer van vriend-schap en enthousiasme. Bij deze ben ik een citaat gaan opzoeken van onze gewaardeerde oud-voorzitter prof. Karel Tavernier naar aan-leiding van ons gouden lustrum: “Dat is het wat Ekonomika Alumni in de eerste plaats typeert: een open vriendenkring van mensen van verschillende leeftijd, verschillende regio’s en uit de meest uiteenlopende professionele kringen. Het is een open vriendenkring, open ook voor diegenen die soms sinds jaren niet meespeelden maar weten dat zij onmiddellijk weer kunnen aanpikken en zich onmiddellijk weer thuis zullen voelen. Open vooral t.o.v. jonge afgestudeerden die, zeker in het begin van hun loopbaan, een vriendschappelijke steun best kunnen gebruiken.”De wetenschappelijke activiteiten, de sociale inzet en het verenigingsleven zijn bij Ekonomika op een ideale manier gecombi-neerd, zodat het Ekonomika van nu nog altijd het devies van 75 jaar geleden trouw is: utile et dulci.Dat is vandaag alleen maar mogelijk door de inzet van tientallen bestuursleden die ik hier-voor van harte wil bedanken. En ik reken erop dat u dat ook doet: door u te laten verwelko-men op een van onze volgende activiteiten.

Vivat, Crescat, Floreat Ekonomika!

Freddy NURSKIVoorzitter

EKONOMIKAberichten

Driemaandelijks magazinevan de Ekonomika Alumni

Vereniging van Alumni van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de KU Leuvenp.a. Marijke DecabooterNaamsestraat 69 - 3000 LeuvenTel.: 016/32.66.90 - Fax. 016/32.66.89e-mail: [email protected]

Hoofdredacteur: Fa Quix

Kernredactie: Sara Coene, Luc Galoppin, Patrick Moermans, Frank Vandenborre en Jürgen Vanhaverbeke

Cartoons: Eduard Verbeke (EVER)

Verantwoordelijke Uitgever: Freddy NurskiPastoor Tillemansstraat 3 - 3051 Oud-Heverlee

Advertentiewerving:Decom - Ann CamuTel. 0473/73.54.64 - Fax. 02/481.78.81e-mail: [email protected]

Lidgeld Ekonomika Alumni 2006:

Vergeet uw lidgeld van 30€ niet te betalen! Op rek.nr. 431-0695271-42. En bezoek onze vernieuwde website www.ekonomika.be

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

9

PUBLIREPORTAGE

PUBLIREPORTAGE

WIM VAN DER SMISSEN, FINANCE & IT DIRECTOR BIJ UNILEVER BELGIË:

“DAT EXTRA PIGMENT”

Meteen na zijn afstuderen aan de KU Leuven als Handels- en Bedrijfseconomisch Ingenieur in de Beleidsinformatica ging Wim Van der Smissen (45) aan de slag bij Unilever. 22 jaar later heeft hij bij zijn eerste werkgever een zeer gevarieerd parcours afgelegd, en heeft zijn Ekonomika-lidmaatschap altijd “dat extra pigment” toegevoegd aan zijn contacten in de bedrijfswereld.

“Ik ben lid van Ekonomika sinds oktober 1978”, vertelt Wim Van der Smissen. “Dat hoorde er gewoon bij en ik ben sindsdien steeds actief lid gebleven van Ekonomika, voor-al de vergaderingen van de vakgroep beleidsin-formatica vond en vind ik zeer interessant.”“Ik ben aangeworven bij Unilever op de onder-tussen ‘klassieke’ manier, nl. via campus recruitment: grote bedrijven komen zich op de campus voorstellen om er te recruteren onder laatstejaarsstudenten.” En ook nu nog voert hij zelf – “als primus inter pares” – de relatief jonge campus-recruitmentploeg aan die de Leuvense Ekonomika-campus bezoekt.

Brede vorming

Als finance & IT director rapporteert Wim Van der Smissen de bedrijfsresultaten binnen de Unilever-groep, verzekert hij de fiscale opvol-ging, begeleidt hij de belangrijkste IT-projec-ten en coördineert hij alle interne diensten. Wat hij vooral weet te waarderen uit zijn oplei-ding is de brede vorming: “Zowel de wiskun-dige en wetenschappelijke inslag van de oplei-ding handelsingenieur als de specialisatie beleidsinformatica op zich zijn van groot belang gebleken in mijn verdere carrière bij Unilever. In mijn 22 jaar ben ik 3 jaar actief geweest in de logistiek, 8 jaar op de informati-ca-afdeling en de laatste 11 jaar is daar het financiële luik bijgekomen.”

Respect voor het individu

Tijdens zijn loopbaan verbleef Wim Van der Smissen in totaal 7 jaar in het Unilever-hoofd-kantoor in Rotterdam. “Unilever is een multi-national die sterk verankerd is in de lokale markt. Dat heeft alles te maken met onze pro-ducten, die heel dicht bij de consument staan. Een Magnum of Cornetto halen ze uit de diep-vries, Dove staat bij hen in de badkamer. De maatschappelijke discussie rond Dove – waar-

bij in een campagne bewust gekozen werd voor vrouwen die niet aan het algemene schoonheidsideaal beantwoordden, nvdr – is exemplarisch voor de manier waarop Unilever met haar consumenten bezig is. Klantgerichtheid zit echt in de bedrijfscultuur van Unilever gebakken: alle afdelingen, ook IT, denken aan hun collega’s als interne klanten. Teamwork en een multidisciplinaire aanpak zijn daar onontbeerlijk bij. Ook jonge mensen krijgen al snel verantwoordelijkheden en wor-den aangespoord die ten volle te nemen. Maar wat ik de afgelopen 22 jaar bij Unilever vooral heb weten te waarderen – ondanks de sterke competitieve markt – is het respect voor het individu: iedereen voelt zich gesteund en ondersteund, want we werken met elkaar, niet tegen elkaar.”

Hoe hij zijn verdere carrière bij Unilever ziet? “Concrete plannen daaromtrent zijn er nog niet, maar een volgende stap zet ik wellicht weer naar het buitenland.”We wensen hem in ieder geval veel succes!

[ Wim Van der Smissen: “Wat ik de afgelopen 22 jaar bij Unilever vooral heb weten te waarderen – ondanks de sterke competitieve markt – is het respect voor het individu.” ]

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

10

TERUGBLIK

10

TERUGBLIK

WALTER HERSSENS BLIKT TERUGOP ZIJN DRIEJARIG VOORZITTERSCHAP

VAN EKONOMIKA ALUMNI

Op 1 januari 2006 is er een einde gekomen aan het driejarig voorzitterschap van Walter Herssens (promotie 1967 – TEW). Die hele periode heeft hij zich getoond als een energieke en gedecideerde voorzitter, gericht op een verdere professionalisering van onze alumnivereniging. Op 1 januari nam Freddy Nurski de voorzittershamer over en het is dus een geschikt moment om aan Walter Herssens te vragen wat hij van zijn voorzitterschap vond en hoe hij de toekomst ziet.

Bij uw aantreden als voorzitter heeft u zeer duidelijk gekozen voor het verder professiona-liseren van onze vereniging: een hoger budget, meer nadruk op permanente vorming, het bereiken van alle afgestudeerden,… Hoe is uw evaluatie na die drie jaar?

Walter Herssens: Ik denk dat één en ander wel in de goede richting is geëvolueerd, maar ik heb toch ook moeten vaststellen dat drie jaar niet volstaat om dit allemaal te realiseren in een complexe vereniging als de onze. Complexe vereniging, want naast het centrale bestuur zijn er ook de vele deelverenigingen van regionale kernen, vakgroepen, junioren en senioren, met elk hun eigen dynamiek die je moet proberen te stroomlijnen. Ik denk dat op het vlak van de permanente vorming nog het meeste vooruitgang is geboekt, onder meer dankzij de inzet van Frank Vandenborre en de voorzitters van de vakgroepen. Het heeft mij ook plezier gedaan dat de andere deelvereni-gingen al bij al goed draaiden.

Ekonomika Alumni is gebaseerd op vrijwil-ligerswerk. Het budget is bovendien relatief laag. Ik weet dat u erop gehamerd heeft dat wij zouden moeten kunnen streven naar een hoger budget. Waarom lukt dit zo moeilijk?

WH: Ekonomika Alumni is hoofdzakelijk gebaseerd op vrijwilligerswerk. Dit heeft voor- en nadelen. Het voordeel is dat je een brede groep van leden kan aanspreken om iets te doen. Maar het nadeel is dat sommigen vrij-willigerswerk verwarren met vrijblijvendheid. Ik had toch liever gezien dat een aantal vrijwil-ligers hun engagement wat consequenter had-den opgenomen. Let wel, ik bedoel hier niet de jongeren, want in tegenstelling tot wat men soms zou denken, zijn het vooral de jongeren

geweest die hun engagementen het best zijn nagekomen, althans dat is mijn ervaring.En wat het budget betreft. Ik blijf erbij dat€30 lidgeld per jaar te weinig is om al onze ambities te kunnen realiseren. Bovendien is er nood aan meer structurele sponsoring zowel van de privé-sector als van de faculteit en uni-versiteit.

Voor u was de samenwerking met de Faculteit ETEW en de KULeuven zeer belangrijk. Waarom?

WH: De samenwerking met de Faculteit ETEW en de KULeuven is in wederzijds belang. Voor de Faculteit en de Universiteit is het belangrijk van te weten dat 46 % van de eerstejaarsstudenten hun beslissing om naar Leuven te komen nemen op basis van de mond-aan-mondreclame van bijvoorbeeld familie, of alumni, of vrienden. De alum-nikringen zijn bijgevolg bijzonder goed geplaatst voor de instroom van nieuwe studen-ten aan de Universiteit. Voor de Faculteit is het bovendien van groot belang om te kunnen rekenen op de steun van de alumni, bijvoor-beeld in onderzoeksprojecten, maar ook als contacten met het bedrijfsleven. Daarom denk ik ook dat de Faculteit Ekonomika Alumni structureel beter zou moeten ondersteunen (zowel financieel als qua secretariaat), omdat dit ook in het belang is van de Faculteit zelf. Ik stel vast dat mijn opvolger in de ingeslagen weg verdergaat, en dat verheugt mij.

U zegt dat de grootste vooruitgang werd geboekt op het vlak van de permanente vorming. Hoe ziet u dat verder evolueren?

WH: Zelf ben ik elf jaar voorzitter geweest van

[ Walter Herssens ]

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

11

TERUGBLIK

TERUGBLIK

TERUGBLIK

11

SCAFF, de vakgroep voor Accountancy, Fiscaliteit en Financiewezen. Toen, maar ook daarna als voorzitter, heb ik uit mijn vele con-tacten met de leden vastgesteld dat zij meer aandacht van de alumnivereniging vragen voor permanente vorming. Zeg maar het Utile-gedeelte in plaats van het Dulci-gedeelte, gericht op het amusement. Niet dat ik dat laatste onbelangrijk vind, maar er was duide-lijk nood aan een accent-verschuiving. Vandaar ook onze contacten met de Faculteit die op dat vlak een meerwaarde kunnen brengen in onze perma-nente vorming. Het was ook mijn bedoeling om de vakgroepen nog beter te integreren in onze Ekonomika Alumni-wer-king. Ik hoop dat dit verder kan gerealiseerd worden met de nieuwe bewindsploeg.

Welke grote uitdagingen ziet u verder nog voor Ekonomika Alumni?

WH: Eén van de grote uitdagin-gen is ongetwijfeld de herteke-ning van het onderwijsland-schap. Dat komt door de invoe-ring van het bachelor-master-systeem, maar minstens ook door de associaties met de hoge-scholen en andere universiteiten. Zijn dit ook allemaal alumni van onze vereniging? Hoe maken we hier een verstandige keuze om deze afgestu-deerden niet in de kou te laten staan? Dat heeft hoe dan ook belangrijk organisatorische en financiële consequenties. Mijn vraag is of wij dat met onze vrijwilligersvereniging alle-maal gaan kunnen blijven opvangen.

U heeft uw voorzitterschap gecombineerd met uw druk professioneel leven. Heeft u nu terug meer tijd voor uw eigenlijke job?

WH: Ik heb inderdaad heel veel tijd en energie gestoken in het voorzitterschap van Ekonomika Alumni. Maar ik heb dat heel graag gedaan, en op mijn eigen en gekende stijl. Toch was dit nog moeilijk vol te houden. Nog eens drie jaar, aan dat ritme, zou allicht, om gezondheidsredenen, te veel geweest zijn. Professioneel ben ik nog altijd medevennoot

in Hercoma, een fiduciaire die zich bezig-houdt met boekhouding, fiscaliteit, vennoot-schapsrechtelijke zaken zoals vereffeningen, herstructureringen, schuldbemiddeling, … Daarnaast heb ik ook de onderneming SEREM NV, een

verhuurbedrijf van auto’s (een 70-tal) waarbij ik een niche in de markt van de verhuursector heb gevonden.

Ik verhuur namelijk auto’s op lange termijn aan mensen die door de bank worden geweigerd voor financiering. In Amerika moet je viermaal failliet geweest zijn vooraleer men u ernstig neemt, in Europa is het juist het tegenovergestelde. En ik moet vaststellen dat dit bedrijf zeer rendabel is, al lijkt dit op een eerste gezicht een risicovolle onderneming. En daarnaast heb ik nog heel wat plannen o.m. met de kleinkinderen. Neen, vervelen zal ik mij niet doen!En… de wijsheid komt met de ervaring, dus met de jaren en de grijze haren!

Fa QUIX

Uittredend voorzitter Walter Herssens tijdens de academische zitting van het Jaarfeest van Ekonomika Alumni

op zaterdag 22 oktober 2005, in het gezelschap van rector Marc Vervenne, vice-rector professor Filip

Abraham, decaan professor Joep Konings, en ere-Ekonomika-voorzitter professor emeritus Karel Tavernier.

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

12

INDIATECHNOLOGISCHE GROOTMACHT

IN WORDING?India is het op één na meest bevolkte land ter wereld en kent net als China de laatste jaren sterke groeicijfers. Het is nog maar een kwestie van tijd of beide economieën zullen de Europese economieën overvleugelen. Toch zijn er grote verschillen tussen beide landen, daar waar China eerder de fabriek van de wereld is, kun je India stilaan gaan beschouwen als de back office van de wereld. Veel call centers en IT services van multinationals zijn er reeds gevestigd. Misschien vormt India daarom een nog grotere bedreiging voor onze diensteneconomie dan China. Of biedt India juist enorme mogelijkheden voor het Belgische zakenleven? Redenen genoeg om een boeiende avond te wijden aan India in de derde aflevering in de serie Emerging Markets op 8 december jl.

VAKGROEPEN

VAKGROEPEN

Een niet te ontkennen potentieel

Karen Sterckx, regiomanager South & South East Asia KBC, en Satish Tandon, managing director van Alfa Laval India, schetsten eerst het enorme potentieel van India. India beschikt met zijn 1 miljard inwoners over een gigan-tisch reservoir aan arbeidskrachten. Er is daar-bij een brede laag van gekwalificeerd perso-neel aanwezig. Zo beschikt het land na de USA over de grootste pool van wetenschappers

en ingenieurs. Elk jaar studeren meer dan 200.000 ingenieurs af aan Indiase universitei-ten. Bovendien spreken veel Indiërs vloeiend Engels. En dit alles terwijl de loonkost amper een derde bedraagt van normale Europese lonen. Een bijkomend voordeel is dat de vak-bonden en de arbeidswetgeving steeds flexibe-ler geworden zijn de laatste jaren waardoor het bijvoorbeeld makkelijker wordt personeel te

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

13

VAKGROEPEN

VAKGROEPEN

ontslaan en aan te werven. Ook niet onbelang-rijk bij dit alles is dat India de grootste demo-cratie ter wereld is wat zorgt voor politieke sta-biliteit.

Maar de Indiase markt zelf is ook van een steeds groter belang. De Indiase economie groeit aan een tempo van meer dan 6% op jaarbasis voortgestuwd door de sterk expande-rende dienstensector. Dankzij deze sterke groei is er een middenklasse ontstaan van nu reeds meer dan 40 miljoen huishoudens die steeds meer consumeren. Voeg daar aan toe dat 35% van de bevolking jonger is dan 15 jaar en het is duidelijk dat de Indiase markt een enorm potentieel aan afzetmogelijkheden biedt.

Bovendien slaagt de overheid erin om de infla-tie steeds verder terug te dringen tot zo een 3 tot 5% waardoor ook de rentevoeten (nu tus-sen de 6 en 9%) minder verstikkend werken. De overheid spant zich ook in om de econo-mie te liberaliseren en te privatiseren wat mogelijkheden biedt voor buitenlandse onder-nemingen. Dankzij deze hervormingen en de opgesomde troeven van India, hebben reeds meer dan 100 multinationals er R&D-filialen gevestigd in de voorbije jaren. Daaronder bekende namen zoals GM, Microsoft, IBM, Intel en General Electric.

India is wel nog steeds ontwikkelingsland

Ook Alfa Laval is reeds geruime tijd aanwezig in India. Het bedrijf werd kort voorgesteld door Jos Bellinkx, voorzitter van de raad van bestuur van Alfa Laval (zie kaderstuk). De stra-tegie in India werd toegelicht door Satish

Tandon. Hij benadrukte dat het vooral belang-rijk is om de culturele verschillen te begrijpen. Zo is de duale maatschappij met een immense inkomenskloof voor ons Westerlingen mis-schien wraakroepend, voor Indiërs is dit de normaalste zaak van de wereld. Sociale contac-ten en het sociaal leven zijn ook heel wat belangrijker dan in Europa. Uw product moet niet alleen goed zijn, het sociaal contact is misschien nog belangrijker, anders verkoop je niets. Indiërs zijn ook gevoelig voor status. Zo moet je als buitenlander de eerste stap zetten om contacten te leggen. En geduld is een heel mooie deugd als je zaken wil doen in India.

Maar ondanks dit succesverhaal, blijft India nog steeds een ontwikkelingsland. Slechts een beperkt deel van de bevolking kan een graantje meepikken van het economische succesver-haal. Twee derde van de bevolking werkt nog steeds in de landbouw en de armoede blijft hardnekkig. Meer dan een derde van de bevol-king leeft onder de armoedegrens en moet rondkomen met een inkomen van minder dan 1 dollar per dag. De graad van alfabetisering is er ook nog laag, zelfs naar de normen van ont-wikkelingslanden, wat vreemd lijkt in een land dat net op technologisch vlak hoge toppen scheert. Het sociale systeem, gekenmerkt door het bekende kastensysteem, is ook niet van aard om daar snel verandering in te brengen.

Daarnaast is de budgettaire situatie evenmin rooskleurig. Het land torst een hoge publieke schuld en grote budgettaire tekorten. De intrestvoeten blijven dan ook nog steeds vrij hoog. De infrastructuur laat ten slotte nog vaak te wensen over, hoewel er op dit vlak grote inspanningen geleverd worden.

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

14

VAKGROEPEN

VAKGROEPEN

Outsourcing van IT services in India

In een tweede deel ging Marc De Kegel, quali-ty managing director van Accenture, dieper in op de outsourcing van services naar India. De laatste jaren is er een steeds sterker wor-dende tendens om IT (software en hardware) en BPO-diensten (HR, call centers en admini-stratieve diensten) te verhuizen naar het bui-tenland. Deze zogenaamde offshore services groeien aan een tempo van 30% op jaarbasis en maken nu reeds meer dan 5% uit van de totale IT/BPO-diensten.

Meer dan de helft van de offshore diensten wereldwijd zijn nu reeds in India gevestigd. Een fenomenaal cijfer. India is immers uniek gepositioneerd om te profiteren van deze trend en zal zijn dominante positie nog verder ver-sterken. Eerst en vooral is er de aanzienlijke pool van geschoold personeel. Ten tweede is de loonkost er nog steeds laag. In combinatie met het gekwalificeerd personeel en de kwaliteit van de geleverde diensten, leidt dit tot een hoge productiviteit. De Indiase overheid onder-steunt deze sector ook heel sterk door ICT-bedrijven nog tot minstens 2009 vrij te stellen van vennootschapsbelasting. Voorts is India ook heel strategisch gelegen tussen Europa en Amerika. Via vestigingen in India kan er een 24 uur service gewaarborgd worden.

Nochtans zijn er nog heel wat uitdagingen. De infrastructuur en nutsvoorzieningen zijn vaak nog ontoereikend. Daarom voorzien vele ondernemingen in hun eigen energievoorzie-ning. Ten tweede is er door de scherpe compe-titie voor geschoold personeel een sterke loon-inflatie. De lonen stijgen er met meer dan 10% per jaar wat een opwaartse druk betekent op de kosten. Ten derde is het ook moeilijk om geschoold personeel te binden, en moeten er steeds meer extra voordelen geboden worden om personeel te kunnen behouden. Voorts moet men ook rekening houden met de bureaucratie van de overheid die nog steeds loodzwaar is, en de reeds vermelde culturele verschillen.

Investeren in India: praktijkvoorbeeld Alfa Laval Alfa Laval is een Zweeds bedrijf met ongeveer 20 productievestigingen dat via verkoopskantoren en vertegenwoordigers actief is in meer dan 90 landen. Het haalde een omzet van ongeveer 2 miljard Euro en telt ongeveer 9400 werknemers wereldwijd.Alfa Laval levert producten, systemen en diensten aan hun internationale klantenbasis om hen bij te staan in het optimaliseren van allerlei industriële processen. Alfa Laval helpt hun klanten bij het verhitten, afkoelen, scheiden en transporteren van zeer uiteenlopende producten zoals olie, water, chemicaliën, voedingsproducten en geneesmiddelen. Alfa Laval produceert onder andere centrifuges om olie te zuiveren en olie van water te scheiden op boorplatforms. Alfa Laval produceert voorts uitrustingsgoederen voor waterzuiverings- en ontziltingsinstallaties. Het maakt ook warmtewisselaars voor onder andere airco installaties, en helpt de farmaceutische industrie om nieuwe technieken te ontwikkelen voor de productie van geneesmiddelen.

Sedert 1937 is Alfa Laval ook actief in India waar het 64% van de aandelen bezit in Alfa Laval India. Alfa Laval India haalde een omzet van 100 miljoen Euro in 2004 waarmee de omzet verviervoudigd is op amper 7 jaar tijd. Daarmee hoort het tot de top 250 van ondernemingen in India. Het heeft er 5 productievestigingen en stelt er meer dan 1000 mensen te werk. India is een belangrijke hoeksteen in de strategie van de Alfa Laval groep om de competitiviteit te versterken in de internationale markten. De lagere productiekosten, 30% goedkoper dan in Europa, vormen het belangrijkste voordeel van India. Belangrijk voor een onderneming als Alfa Laval is dat het opleidingsniveau vergelijkbaar is met dat van Europa. Een vestiging in India geeft Alfa Laval ook een competitief voordeel in de sterk groeiende binnenlandse markt. Amper 20% van de productie is immers bedoeld voor de export, de rest is bestemd voor de Indiase markt.

[ Op 13 mei 2004 hield prof. Jagdish Bhagwati enkel toespraken over de gevolgen van de globalisering voor de wereldhandel. Bhagwati is professor aan de Columbia University en van Indische afkomst. V.l.n.r.: prof. dr. Marc De Clercq (Universiteit Gent), prof. Jagdish Bhagwati, Walter Herssens (oud-voorzitter Ekonomika Alumni) en Marc De Kegel (Accenture). ]

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

15

VAKGROEPEN

VAKGROEPEN

Contacten zijn belangrijker dan contracten

Het juridische luik werd toegelicht door Sandeep Katwala, India Practice Leader van Linklaters. Linklaters staat buitenlandse bedrij-ven bij die wensen te investeren in India, maar helpt ook Indiase bedrijven die willen expanderen in buitenlandse markten en is dus goed geplaatst om deze materie toe te lichten. Positief is dat India over een wetgevend systeem beschikt dat gebaseerd is op de Engelse “common law ”. De basiswetteksten zijn zelfs opgesteld in het Engels. Probleem is wel dat India kampt met een chronisch tekort aan rechters en advocaten in handelsrecht. Het gevolg is dat de handelsrechtbanken over-belast zijn, waardoor handelszaken jaren kun-nen aanslepen. Vastgoedzaken kunnen zowaar nog langer aanslepen. Termijnen van 30 à 40 jaar zijn geen uitzondering. Al deze elementen ondermijnen natuurlijk de rechtszekerheid. Hierdoor is er een mentaliteit gegroeid om vaak contracten niet te respecteren. Om een deel van deze problemen op te lossen, is er nu ook een tendens om steeds meer regulatoren te installeren die een zekere juridische macht hebben. Het gevolg van dit alles is echter dat er weinig rechtszekerheid is voor langeter-mijnprojecten.Wie als bedrijf wil investeren in India moet zich wel aanpassen aan de manier van zaken-doen in India. Contracten zijn voor Indiërs

vaak niet meer dan een stuk papier. Miljardendeals worden soms afgesloten met een handdruk. Indiërs hechten veel meer belang aan relaties en goede sociale contacten. De echte onderhandelingen beginnen trou-wens vaak na het afsluiten van het contract. De aangewezen manier om te investeren in India is dan ook via een Joint Venture, waarbij de ervaring van de lokale partner van goud-waarde is. In sommige sleutelsectoren zoals de Telecom en retailsector, is dit zelfs de enige mogelijkheid daar de overheid beperkingen oplegt aan buitenlands aandeelhouderschap.

India is te groot om te ontkennen

“India is too large a market for anyone to igno-re”. Misschien vat deze quote van Satish Tandon nog het best samen hoe we over India dienen te denken. India is een enorme markt met een immens potentieel. India onder-scheidt zich van veel andere groeilanden door zijn enorme reservoir aan geschoolde arbeids-krachten. Nu reeds zijn vele IT-diensten geves-tigd in Bangalore en andere IT hubs in India. Ook al is India nog steeds een ontwikkelings-land, het lijkt goed op weg om een technologi-sche grootmacht te worden. In de hoogtechno-logische wereld waarin we leven, is India mis-schien wel dé toekomstige grootmacht, meer nog dan China.

Jürgen VANHAVERBEKE

VOORDEELABONNEMENT OP HET TIJDSCHRIFT VOOR ECONOMIE EN MANAGEMENT

De Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen vierde onlangs de vijftigste verjaardag vanhet Tijdschrift voor Economie en Management. Het Tijdschrift verschijnt vier maal per jaar en bevat telkens een zestal academische bijdrages die origineel wetenschappelijk onderzoek presenteren op een verteerbare manier. Daarnaast kan u in het Tijdschrift ook besprekingen van boeken en eindverhandelingen vinden.Dit jaar wordt het Tijdschrift grondig hernieuwd. Wij doen een extra inspanning om het Tijdschrift beter toegankelijk te maken voor een breder niet-academisch publiek. Op die manier willen wij ook de band met de Ekonomika Alumni weer nauwer aanhalen. De Ekonomika Alumni lagen vijftig jaar geleden trouwens mede aan de oorsprong van het Tijdschrift. Elk nummer van het Tijdschrift zal een of meerdere forumartikels over een actueel thema bevatten van de hand van vooraanstaande personen uit de economische wereld.Het eerstvolgende nummer, dat verschijnt in juni, is een speciaal nummer dat handelt over human resource management en wordt verzorgd door Prof. Luc Sels, Vice-Decaan van de Faculteit. Later dit jaar verschijnt er nog een speciaal nummer ter gelegenheid van het emeritaat van Prof. Wim Moesen.Als lid van de Ekonomika Alumni kan u zich abonneren op het Tijdschrift voor slechts 26 euro per jaar. U kan dit doen door dat bedrag over te schrijven op rekeningnummer 432-0001871-74 op naam van het Tijdschrift voor Economie en Management, met vermelding “DTH-ECMAN1-P3610”.

Alvast bedankt voor uw interesse! Christophe Crombez, Hoofdredacteur

Joep Konings, Decaan

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

16

EXOTICA

“ALWAYS LOOK AT THE BRIGHT SIDE OF LIFE!”

VAN ONZE CORRESPONDENTE

GRETHE SCHEPERS IN “THE CITY”

EXOTICA

Ik was altijd al gefascineerd door Londen - sinds de dag dat we met onze kampeerbus de stad gingen verkennen. Ik was ongeveer zeven, zeer onder de indruk van het grote avontuur en volledig gecharmeerd door de magische bussen-dubbeldekkers en rode telefooncellen. Mijn wereld leek veel te klein en Londen onbereikbaar groot en ver. Dat bleek later allemaal wel mee te vallen. Via wat omwegen ben ik uiteindelijk in Londen beland en heb hier nu mijn gezin, mijn werk, en mijn thuis. Na acht jaar ben ik net zoveel Londenaar als de meeste andere bewoners, maar toch geniet ik nog iedere dag van het toeristische spektakel wanneer ik langs de London Eye, Big Ben en Westminster naar huis fiets.

Toen ik vanuit Nederland naar Leuven vertrok om daar algemene economie te studeren, was mijn hoop dat ik daar later veelzijdig en inter-nationaal werk mee zou kunnen doen. Dat bleek ook het geval, hoewel er soms wel wat meer obstakels op mijn weg lagen dan ik had verwacht en er nog veel dingen zijn die ik wel graag zou willen doen.Uit interesse volgde ik de studie economie op met een Masters in International Relations in Londen. Door toeval raakte ik vervolgens in Munchen verzeild, waar ik een aantal jaar als econoom bij HypoVereinsbank werkte. Dat was niet alleen goed voor mijn Duits, maar ook voor mijn inzicht in de financiële markten.

Vanthienen & Van Hulle!

Ergens in een grijs verleden herinnerde ik mij een lichtgroene cursus waar ‘Bank- en Kredietwezen - Vanthienen en Van Hulle’ op stond. In de lessen was mij geloof ik het een en ander ontgaan maar de uitleg over de inter-bank rentevoet stond mij echter nog bij als de dag van gisteren. Voornamelijk omdat het mij klinkklare onzin leek dat de banken in overleg met de centrale bank op het midden van de dag besloten wat de gezamenlijke rentevoet was voor die dag. Wie schetste mijn verbazing toen ik erachter kwam dat dit daadwerkelijk zo gebeurde in de praktijk. En dat sommigen onder ons ook echt handelden in ‘futures’ en ‘opties’. Bleek die cursus opeens toch goed van pas te komen. Mijn gebrek aan realiteitszin kon ik onmogelijk op Vanthienen en Van Hulle schuiven maar de degelijke fundering van mijn financiële kennis moest ik toch aan hen toeschrijven.[ Grethe Schepers ]

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

17

A

EXOTICA

Hoewel tegen het aangename leven aan de voet van de Alpen in een veelzijdige, schone en comfortabele stad niets in te brengen viel, was de roep van de metropool uiteindelijk toch weer te sterk.Gewapend met mijn nieuwver-worven ervaring trok ik weer naar Londen waar ik deze keer als ‘Emerging Markets Economist’ aan de slag ging, eerst bij Nikko en vervolgens bij Schroder Investment Management. Toen Schroders op spaarvlam ging draaien stond de volledige economische afdeling op straat - keerzijde natuurlijk van de flexibele arbeidsmarkt en voor Europese begrippen zeer lage werkloosheid. In diezelfde periode breidde ons gezin zich verder uit dus besloot ik om tijdelijk freelance te gaan wer-ken, onder andere voor de Economist Intelligence Unit en de FairTrade Foundation. Nu de chaos van de gezinsuitbreiding enigs-zins geweken is werk ik weer fulltime bij Market News International, een nieuwsdienst voor de financiële markten.

UNIZO: connecting people!

Als econoom volg ik de ontwikkelingen in de ‘data’ – de officiële statistieken die de verschil-lende instanties zoals Eurostat, de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en de nationale statistische instituten iedere maand of ieder kwartaal aan het publiek vrijgeven. Ik krijg die informatie onder embargo en heb dan 10 tot 50 minuten de tijd om er een zo intelligent mogelijke analyse over te schrijven. Dat is wel eens lastig maar met wat routine en goede achtergrondinformatie die ik van alle grote banken en onderzoeksinstituten krijg, is dat iedere keer weer een spannende uitdaging.

Als de ochtenddrukte voorbij is, heb ik tijd om andere rapporten te schrijven over alles wat ook maar van belang is voor de Europese financiële markten. Tegen het einde van 2005, bijvoorbeeld, toen het duidelijk werd dat de ECB de rente wilde gaan verhogen, gonsden de markten opeens van geruchten over stijgen-de loondruk in 2006. Voor de rentepolitiek is de loondruk natuurlijk van groot belang. Om onze klanten een beter idee te geven over de verwachte loonontwikkeling in de monetaire unie dit jaar, sprak ik met verschillende werk-geversorganisaties in Europa. Puur toevallig kreeg ik ongeveer gelijktijdig een e-mail van Karel van Eetvelt (topman van UNIZO), een oude vriend uit mijn tijd bij Sportraad in Leuven, met het bericht dat hij binnenkort in Londen was voor een conferentie van werkge-versverenigingen.

Behalve een collectie anekdotes over gebeurte-nissen die ik al lang weer vergeten was, bracht

Karel ook het een en ander aan nuttige infor-matie mee over de trend in lonen in België, opgedist met een verademende openhartigheid over de verdere arbeidsmarktproblematiek en, naar wat ik later begreep van anderen, de gebruikelijke dosis provocatie. Hoogst verma-kelijk en uiterst instructief – interviews loskrij-gen bij notabelen is meestal heel wat lastiger dan dat!

Afgezien van de statistieken en actuele artike-len doen we bij Market News natuurlijk ook verslag van alles wat met de centrale banken te maken heeft. Dit leidt tot hectisch werk wan-neer de ECB een persconferentie houdt of de Bank of England haar kwartaalrapport publi-ceert, bij voorbeeld.

Intimiderend is het wel om in het bijzijn van het volledige Engelse economisch ‘press corps’ de belezen gouverneur van de centrale bank, de Bank of England, te vragen of er nu wel of niet nog vrije capaciteit in de economie is. Meestal zie ik de andere namen op televisie of in de kranten. Ik geniet ervan om werk te doen dat ik leuk vind en dat zo in lijn ligt met mijn studies. Het is aangenaam vertoeven in de bakermat van de economie voor een ‘zuive-re econoom’ – wat in zichzelf al een frappante uitdrukking is (alsof andere economen enigs-zins bezoedeld zijn door de onzuivere wereld-se activiteiten in de sfeer van de onderne-ming.) Het werk van economen wordt geres-pecteerd en is misschien ook meer gevraagd dan elders.

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

18

EXOTICA

De euro? Neen bedankt!

In Londen heerst grote openheid en toleran-tie, gepaard met de traditionele Engelse beleefdheid, die het dagelijkse leven verge-makkelijkt. Maar wat mij het meest bevalt aan de Engelsen is dat ze van nature geïnte-resseerd zijn in wat ze niet kennen, of het nu nieuwe trends, buitenlandse gewoontes of gekke theorieën zijn. Niet allemaal

natuurlijk, en niet altijd, maar meestal wel.

Toen onlangs de dis-cussie over ‘Europa’ (die aardrijkskundeles

waarin de geogra-fie van Europa werd behandeld

is niet goed blij-ven hangen bij de

meesten – Engeland ligt beslist niet in

Europa) over het ‘vasteland’ op kantoor weer oplaaide, besloot ik ter informatie een

‘straw poll’ uit te voeren en mijn collega’s allemaal te vragen of ze voor of tegen opna-me in de Europese monetaire unie zouden stemmen in het geval van een dergelijk referendum.

Beide grote politieke partijen hebben in princi-pe zo’n referendum toegezegd maar de uitvoe-ring op de lange termijn geschoven. Het resul-taat van mijn enquête was instructief. Van de 21 mensen op kantoor stemden er 6 voor inte-gratie in de EMU. Maar toen ik de buitenlan-ders, inclusief mezelf, uitgesloten had omdat die niet mogen stemmen in dit soort nationale aangelegenheden, waren er nog maar 2 vòòr van de 17. En dat geldt als de ‘educated vote’. Geen wonder dat de regering geen tijdstip wil vastleggen voor zo’n referendum!

De situatie typeert de houding van de meeste Engelsen. Met het Europese regelgevend den-ken dat wetten en richtlijnen ten overvloed produceert heeft men niet veel op. Maar Engeland was wel een van de weinige landen die direct de grenzen openstelden voor Poolse loodgieters en Tsjechische kindermeisjes toen de EU zich uitbreidde. Werknemers uit de nieuwe lidstaten kunnen hier legaal komen werken en de gevolgen voor de Engelse econo-mie zijn louter positief volgens de recentste studies.

Mijn ervaring is dat waar je ook werkt in Londen, je werkt altijd met een gamma aan buitenlanders die volledig geaccepteerd wor-den, en ook volledig gewaardeerd worden voor hun bijdrage. Maar je moet wel zelf initiatief tonen en verantwoordelijkheid nemen voor je beslissingen. Schuilen achter autoriteiten is hier duidelijk minder aanvaardbaar dan elders waar ik gewoond heb.

Maar als het dan weer eens regent, de kinde-ren naar de familie vragen en we allemaal snakken naar wat frisse lucht en open groen, vraag ik me soms wel af of het leven in zo’n grote stad wel de kosten waard is. Want die kosten zijn er ook. Het is waarschijnlijk niet nodig om het prijskaartje dat aan deze stad hangt te beschrijven. Gewoonweg alles is duur maar bovenal huisvesting. Ons huis hebben wij gelukkig nog redelijk vroeg in de huidige hausse gekocht maar met onze kroost van drie zouden we wel graag iets meer ruimte hebben. Onze tuin is vergelijkbaar met de ‘cour’ op kot in Leuven – ook al niet bepaald indrukwek-kend. Voor een 2-slaapkamer flat in een goede buurt maar niet top-of-the-range (Fulham, North Kensington, Shepherd’s Bush, Pimlico) betaal je zo’ n £200-350 per week. Dus per maand zo’ n £900-1400 (grofweg 1400 tot 2300 euro) exclusief lasten. Die worden niet vast erboven geprijsd, maar gas/water/electri-citeit/council tax (gemeentebelasting) kunnen nog wel wat extra kosten natuurlijk.Prijzen zijn per aantal slaapkamers, niet per vierkante meter, omdat je die vaak moeilijk

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

19

EXOTICA

EXOTICA

kunt berekenen (er bestaan geen rechte hoe-ken in dit land – te veel oude huizen waar geen vloerplannen meer van zijn – en meters zijn sowieso niet populair).

Sorry, verkeerd type van sneeuw

En er zijn nog wel meer stereotiepen waar wel een bron van waarheid in zit. Om te beginnen het openbaar vervoer. De Engelsen lachen graag zelf met de standaardexcuses voor vertragingen zoals ‘bladeren op de rails’ (beslist uniek voor dit land), ‘afwezigheid van besturend personeel’ (in de omgang een ‘sic-kie’ genoemd), of, meest vermakelijk behalve wanneer je in het donker en de kou staat te wachten ‘The wrong kind of snow’. Echt waar.

Misschien zou er met wat minder humor en wat meer efficiëntie wat aan gedaan kunnen worden. Maar dan vraagt de bestuurder van de metro (hier niet metro maar meer toepasselijk ‘tube’ genoemd) vrolijk om te wachten met instappen tot de anderen uitgestapt zijn, gevolgd door een geinige gerichte opmerking aan ‘the gentleman in the lovely blue coat – I did mean to include you in that’; dan heb je dat ook weer snel vergeten.

Poetsen schijnt al evenmin een nationale hobby. Het volstaat de waarschuwing van mijn vroedvrouw te herhalen, dat het beter was dat ik mijn eigen poetsspullen mee naar het ziekenhuis bracht voor het geval dat ik het in mijn hoofd zou halen de badkamer daar te gebruiken. Ook echt waar. Hoewel ik heldhaftig probeer de Nederlands/Belgische standaard hoog te houden knijpt mijn schoonmoeder schijnbaar tegenwoordig beleefd een oogje dicht wanneer ze in Londen op bezoek komt.

‘Life is too short’ zeggen de Engelsen dan, en daar zit wel wat in. Voor mijn werk ben ik meestal vòòr 7 uur ’s morgens de deur uit en pas ’s avonds om 6 uur thuis. Voor Engelse begrippen zijn dat normale tijden en voor de ‘City’, het financiële district in Londen, zijn dat al zeer gunstige arbeidsvoorwaarden.Maar het is wel zo dat ik af en toe de kinderen naar school kan brengen en er verder niemand de uren controleert die ik werk.

Paul De Grauwe is top

Ondanks de drukte denk ik nog vaak terug aan die heerlijke jaren in Leuven. Vanwege mijn onduidelijke accent (een gevolg van verschil-lende buitenlandse invloeden) word ik vaak naar mijn achtergrond gevraagd. Maar helaas

is er nog heel wat werk aan de winkel voor de afdeling Marketing van onze alma mater.

Natuurlijk vermeld ik graag en trots dat ik onder Professor De Grauwe gestudeerd heb, als er in de Financial Times een artikel van hem verschijnt over de verdere eenwording van Europa dat de Engelsen heuse stuipen op het lijf jaagt.

Mijn collega’s, economische journalisten met een breed wereldbeeld, hebben over het alge-meen grote waardering voor Professor De Grauwe. Maar verder stuit, buiten het univer-sitaire universum, de verklaring ‘Leuven’ veel-al op een vragende blik en de ietwat provoce-rende beschrijving (categorie Oxford & Cambridge) op een beleefd ‘hum hum’. Hopelijk komt daar op termijn verandering in! See you!

Grethe SCHEPERS

Meyskensstraat 222 . 1780 Wemmel (BRUSSELS)

Tel. +32 (0)2 460 80 46 . Fax +32 (0)2 460 81 53

UW

PA

RTN

ER IN

VA

STG

OED

Professionele bemiddeling bij verkoop en verhuur van bedrijfsmatigen residentieel vastgoed. Deskundige schattingen. Beëdigdelandmet ingen. Beheer : syndicus en rentmeester.

WW

W.S

TRU

CT

UR

A.B

E

zaakvoerder: Luc De Neve (Hir 1973)

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

20

HUMAN RESOURCES

HUMAN RESOURCES

ONDERHANDELEN MET VAKBONDEN: WEES GOED VOORBEREID!

Eind 2005 stond het sociale overleg – of het gebrek eraan – weer in de actualiteit met de stakingen en betogingen van de vakbonden naar aanleiding van het Generatiepact. De arbeidsverhoudingen in ons land zijn zeer complex. Er is het overleg op interprofessioneel niveau, maar ook op sectoraal vlak en uiteraard ook op bedrijfsniveau. Soms is het overleg bilateraal tussen werkgevers en vakbonden, maar soms ook “tripartite”: overheid, vakbonden en werkgevers. Komen zij wel van dezelfde planeet? Die vragen stelden Luc Galoppin en Roel Kox van de Ekonomika Vakgroep HR op 7 oktober jl. aan Toon Desmet, directeur Human Resources Philips België en aan Bruno Melyn ([email protected]), consultant in Human Resources. Beide personen hebben een grote reputatie en kennen het terrein.

Toon Desmet (Philips België): “Je mag onderhan-delingen met de vakbonden op bedrijfsvlak nooit onderschatten. De onderhandelingscon-text is per definitie complex. Een goede voorbe-reiding is essentieel. En onderschat vooral uw syndicale gesprekspartners niet. Want zij zijn zeker goed voorbereid. Het is mijn ervaring dat 80 % van het succes van de sociale onderhan-delingen op bedrijfsvlak geboekt wordt door een goede voorbereiding.” Dat was ook duide-lijk de mening van de HR-consultant Bruno Melyn: “De meest uitgebreide voorbereiding is amper goed genoeg. Je moet een echt onder-handelingsteam smeden dat ook bovendien kan terugvallen op een zgn. ‘back office’. En je moet natuurlijk enorm goed afspreken vooraf. Het is zelfs belangrijk dat je een aantal scena-rio’s vooraf uittekent en dit ook zo realistisch mogelijk probeert weer te geven.”

Kanaries

Toon Desmet: “Wij houden een rollenspel om te oefenen. Wij stellen ons duidelijk de vraag: hoe gaat de dans verlopen? Want eigenlijk is het toch dat: onderhandelingen met de vak-bonden zijn een vorm van ritueel.” Hij wijst er verder ook op dat het kennen van de onder-handelingscontext betekent dat je moet kun-nen rekenen op een zo juist mogelijke kennis van het terrein. Je hebt dan ook mensen nodig in het bedrijf die zowat fungeren als “de kana-ries in de vroegere steenkoolmijnen” die per-fect kunnen opsnuiven wat er echt leeft op de arbeidsvloer. “En het is mijn ervaring dat dit soms verschilt van wat de vakbonden op hoger niveau vertellen. Bij de voorbereiding moet je dus ook de reële toestand op de bedrijfsvloer kennen.”

Dat sociale onderhandelingen zowel interpro-fessioneel, sectoraal als op bedrijfsniveau soms zolang duren is voor Toon Desmet hele-maal geen verrassing. Je moet nu eenmaal het ritueel respecteren. En dit ritueel omvat een aantal onvermijdelijke fases. In een eerste fase, de ‘waarom-fase’, moet je eerst aftasten hoe het klimaat is, waar de pijnpunten kun-nen of zouden kunnen liggen. Een goed soci-aal akkoord vraagt nu eenmaal tijd. En gun jezelf en de syndicale partners de tijd om tot echte onderhandelingen te komen. Er komt trouwens ook vooraf heel wat bij kijken. Je moet op een bepaald ogenblik in de onderhan-delingen kunnen zeggen ‘stop, hier eindigt

[ Toon Desmet, Philips België ]

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

21

HUMAN RESOURCES

HUMAN RESOURCES

mijn mandaat, ik kan niet verder, ik moet terug naar mijn opdrachtgevers’. Dat zullen trouwens de vakbonden ook zelf wel doen. Probeer altijd het proces te sturen en speel “mediator”, zonder de eigen belangen uit het oog te verliezen,” aldus Toon Desmet.

“Er is tijdsdruk en tijdsdruk. Maar wie zich onder tijdsdruk laat zetten, is meestal de ver-liezer. Vandaar ook mijn boodschap aan de werkgevers: ook al lijkt het onderhandelings-proces langdurig en niet efficiënt, die tijd is nu eenmaal nodig in de meeste gevallen om tot een goed akkoord te komen,” zegt Desmet.

Objectieve bondgenoten

Sommige werkgevers vergeten dat in een onderhandelingsproces met de vakbonden er uiteindelijk een akkoord moet komen waar iedereen zich moet in kunnen terugvinden. M.a.w. je moet geven om te kunnen krijgen. En er is pas een akkoord over de delen van het akkoord als het geheel globaal rond is.

Het is ook duidelijk dat er beter geen akkoord komt dan een slecht akkoord waarbij één van de partijen zich helemaal niet goed voelt. Dit leidt achteraf tot problemen. Iedereen moet zich in het akkoord kunnen vinden want ieder-een moet het aan zijn achterban (hetzij werk-gever, hetzij werknemers), ‘verkocht’ kunnen krijgen. Zelfs al is men tegenstrever, toch zijn de onderhandelaars van werkgeverszijde en de vakbonden ook objectieve bondgenoten, want ze hebben mekaar nodig om dat akkoord goedgekeurd te krijgen bij hun respectievelijke achterban. En ze moeten het akkoord achteraf ook samen uitgevoerd krijgen.

Wisselgeld

Een belangrijk punt is dat de onderhandelaars goed moeten getraind zijn. Bruno Melyn: “Het team moe zorgvuldig samengesteld zijn. De hoogste in rang is normaal gesproken niet aanwezig, alhoewel het onderhandelingsteam van het bedrijf een volledig onderhandelings-mandaat meekrijgt. Maar de onderhandelaars moeten altijd het mandaat dat zij meegekre-gen hebben in het oog houden. En nooit de man spelen, wel de bal. Het vergt veel koel-bloedigheid om in sommige onderhandelin-gen de kalmte te bewaren tegenover sommige provocerende uitspraken van vakbondsonder-handelaars. Blijf altijd zoeken naar objectieve elementen. Het is ook nodig om regelmatig nieuwe invalshoeken te zoeken en niet verge-ten: op spannende momenten kan humor wonderen doen.

Toon Desmet: “Een langdurig onderhandelings-proces moet uiteindelijk toch uitmonden in een akkoord. De laatste fase is uiteraard de belangrijkste, maar is ook een gevaarlijke fase. Ik noem dat de fase van “het wisselgeld”. Er komt altijd nog iets op tafel. Hou zelf ook nog iets achter de hand tot op het laatste, want eens het op tafel ligt ben je het kwijt. De vak-bonden zijn daar meesters in.”

Finaal moeten de goede afspraken ook nog in duidelijke teksten worden omgezet. En moet er goed worden gecommuniceerd naar de ach-terban en ook extern. “Maak vooraf heel duide-lijke afspraken over de externe communicatie: wie communiceert wat en wanneer? Fouten op het vlak van de externe communicatie kunnen de onderhandelingen fel bemoeilijken of zelfs doen mislukken”, aldus Desmet.

Melyn en Desmet beklemtonen dat de onder-handelaars van het bedrijf altijd consistent, integer en credibel moeten blijven om een goed onderhandelingsresultaat te kunnen bereiken. Toon Desmet: “En vergeet ook niet dat de onderhandelingen – niet alleen het resultaat, maar ook het proces (staking of niet bv.) – veel verder reiken dan alleen het concre-te dossier, maar invloed hebben op alle stake-holders, bv. de aandeelhouders, de bankiers, maar ook potentiële werknemers,… De bedrijfsonderhandelaars moeten zich dus bijgevolg ook van deze ruimere aspecten bewust zijn”, zo besloot de directeur Human Resources van Philips België.

Fa QUIX

[ Toon Desmet (Philips België), Luc Galoppin (voorzitter Ekonomika Vakgroep HR) en Bruno Melyn (HR-consultant). ]

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

22

JUNIOREN

PERSONALIA

PERSONALIA

HANS SWINNEN VERKOZEN TOT MARKETEER VAN HET JAAR

JUNIOREN

3,2,1 CONFETTIIIIIII!!Het betere oudjaar-feest-tafereel is sinds kort niet meer exclusief voorgehouden aan een bepaalde avond ergens in december. Als pasaf-gestudeerde gaat u een feestje meer of minder uiteraard niet uit de weg. Niets zo goed als de werkstress te begraven onder een berg slingers en door te spoelen met een frisse Stella. De afwezigen op de back 2 2005 hadden naar goede gewoonte weer ongelijk (hoewel ze het voordeel hebben dat ze twee weken later niet nog overal confetti vinden) en vervolgfeestjes staan dan ook in het verschiet.De komende maanden willen we jullie alvast

verwennen met (in willekeurige volgorde): een whiskey-tasting-initiatie, een Junioren-goes-local en het nu al legendarische junioren-weekend.

Neem die rode pen ter hand en markeer alvast elke eerste vrijdag van de maand (ook in de maanden juli en augustus) als ‘bezet: Junioren’.

Tot junioren!

Annick, Sofie & Filip

Ekonomika-lid Hans Swinnen (promotie 1989 - TEW), CEO van Thomas Cook Belgium, werd in december verkozen tot Marketeer van het Jaar.Thomas Cook Belgium is marktleider in de Belgische reisindustrie die enerzijds de tour-operator en distributieactiviteiten van Neckermann, Thomas Cook en Pegase en anderzijds de airline-activiteiten van Thomas Cook Airlines groepeert. Als CEO was Hans verantwoordelijk voor de oprichting van Thomas Cook Airlines en de rebranding van All Seasons en Sunsnacks naar Thomas Cook.

Thomas Cook Belgium telt 838 medewerkers en verzorgt de vakantie van 1,6 miljoen reizigers.Marketeer van het Jaar is de meest prestigieu-ze marketingaward van het jaar. Een jury van 16 topmarketeers, vroegere laureaten en alge-meen directeurs legden elke kandidaat op de rooster. Ook de leden van Stichting Marketing en de lezers van Trends hadden een belangrij-ke stem in de finale keuze. De kandidaten moesten als hoofdactiviteit een strategische of executieve marketingfunctie uitoefenen, over minstens 10 jaar ervaring beschikken en een uitgelezen reputatie in hun vak hebben.

DUBBEL SUCCES VOOR JAN CALLEWAERT

Voor Ekonomika Alumnilid Jan Callewaert (pro-motie 1979 – handelsingenieur), topman van Option International, zal 2005 ongetwijfeld een memorabel jaar in de geschiedenis blijven.Hij boekte immers een uniek dubbel succes door zowel de Onderneming van het Jaar te worden als de Manager van het Jaar (Trends). Het bedrijf uit Haasrode maakt PC-kaarten om

draadloos te internetten en data over te zetten. Jan Callewaert is het type ondernemer die én de entrepreneurial spirit behoudt én de manage-mentkwaliteiten bezit om de onderneming opti-maal te laten groeien. Met Option International uit Haasrode hebben we dus meteen de Onderneming en de Manager van het Jaar 2005 onder onze Ekonomika-rangen. Proficiat Jan!

FREDERIK DELAPLACE HOOFDREDACTEUR DE TIJD

Ekonomika-lid Frederik Delaplace (promotie 1993 – TEW) werd eind vorig jaar benoemd tot de nieuwe hoofdredacteur van de zaken-krant De Tijd.Frederik is een gedreven journalist die tegelij-kertijd een klare visie heeft over de positione-ring van de krant. Enkele jaren terug deed hij

in zijn vrije tijd nog de eindredactie van deze Ekonomika Berichten onder het toenmalige hoofdredacteurschap van oud-preses Peter Schelstraete. Zijn scherpe pen maar ook zijn leiderscapaciteiten en een goed gevoel voor humor maakten van hem een zeer gewaardeerd lid van de redactie. Veel succes, Frederik.

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

23

REGIONALE KERN ANTWERPEN

ALFACAM – HOLLYWOOD AAN DE SCHELDEEen goede week nadat de kranten met toeters en bellen melding maakte van hoe een klein landje groot kan zijn doordat een van zijn bedrijven het contract binnenrijfde voor het maken van de opnamen van de Olympische Spelen in China, stond Ekonomika Antwerpen op hun stoep om er het fijne van te weten. Toeval of niet maar de stoep sleet al snel op 24 november doordat een 70-tal geïnteresseerden zich aanboden.

REGIONALE KERN ANTWERPEN

In 2000 haalde het tv-faciliteitenbedrijf het nieuwe hogedefinitietelevisieformaat naar Europa. Gabriël Fehervari vertelt gedreven over de immense voordelen van de HDT (High Definition TV) met zijn 1080 lijnen tegenover de 625 lijnen van de analoge TV. Euforisch wordt hij als hij kan uitpakken met zijn vele wereldwijde realisaties (slechts 4% van zijn werk gebeurt op Belgische bodem). Wereldkampioenschappen tafeltennis, Olympische Spelen, vliegshows, de UEFA Cup, rockconcerten, de Koningin Elisabethwedstrijd,… in alle belangrijke inter-nationale evenementen heeft hij zijn hogedefi-nitievinger. Op dit ogenblik gaat zijn aandacht ook uit naar de film. In de toekomst zullen films in HD opgenomen worden in plaats van op de klassieke pellicule.

Verder heeft hij met zijn firma EURO 1080 een eigen tv-zender gelanceerd: de HD1. Met een kaart kan je via de satelliet de HD-beelden ontvangen. Maar de HD2 is er ook al, en je kunt nu al verwachten dat 3, 4 en zovoort niet veraf zijn. Een derde firma staat ook al in de startblok-ken: “Eurolinks”, dat zich met draadloze capta-tie zal bezig houden.

De firma is nu gevestigd in Duffel, in de oude gebouwen van Sobemi. 10.000m2 opslaghall werden omgetoverd in diverse opnamestu-dio’s. We herkenden duidelijk de decors van “Eén jaar gratis” waar Herman van Molle en Frank Gallan tijdelijk de scepter zwaaien. Met een overdonderend presentatiefilmpje en een dito receptie werd de avond afgesloten.

STAD DER STEDENIn een ludieke inleiding van co-voorzitter Mark Van Rompuy, die een overzicht gaf van de activiteiten van vorig jaar, werd nogmaals benadrukt waar onze club naar streeft: het voortzetten van gezellige activiteiten in een vriendschapsatmosfeer in de regionale kern Antwerpen. De eerste spreker was tevens de gastheer, in de persoon van Peter Van den Eynde van Price WaterhouseCoopers, die eerst zijn firma voor-stelde, beginnend met indrukwekkende cijfers wat personeel en omzet betreft. Zij ontwikkel-den een eigen Value Reporting Model met vooral aandacht voor de niet-financiële indica-toren, om een bedrijf te analyseren. Tweede in de rij was Wouter Villette, die blijkbaar van zijn hobby een beroep gemaakt had en zich als BTW-specialist verdiepte in situaties waar over-heden die normaal niet BTW-plichtig zijn, wer-ken laten uitvoeren en toch BTW kunnen inbrengen. Pierre Destrycker, bedrijfsdirecteur Marketing en Communicatie van de stad Antwerpen, begon over “City Marketing” en hoe we de stad zien door de ogen van de klant. En in een eer-ste fase zijn die klanten de toeristen, bedrijven, de werkenden en ook de bewoners zelf. Met

een budget van 1,2 Miljard Euro toog de inge-weken sinjoor aan de slag om de communica-tiekanalen van de stad te reinigen. Onder de gemeenschappelijke noemer “Antwerpen is de stad der steden”, ging hij aan de slag. In een mum van tijd schrapte hij zowat alle bestaande logo’s van de stad en verving die door één “A”, met enkele zweetdruppels rondom, die hij zon-nestralen noemde. Als het kind maar een naam heeft. T-shirts, balpennen, stickers, Brabo’s, . . . je kunt het zo zot niet bedenken, of “het stad” heeft het, met datzelfde “A”-logo erop. Een niet te verstane slogan “zot van A” siert deze actie. Dit heeft geleid tot een zeer herkenbare Antwerpse identiteit. Hij spreekt hier ook dui-delijk over “HET STAD” en niet over “De Stad”. En zo hoort het ook in behoorlijk Antwerps. Het marketingplan 2006 zal focussen op de stadsontwikkeling, de propere stad, de sportieve stad en aandacht schenken aan allerlei lokale evenementen.Pas in 2007 wordt het kanon internationaal gericht. Hopelijk heeft hij dan geen slogans in de zin van “kaavanaa” gelanceerd, want dat zal qua vertaling wel enige problemen opleveren.

Eric DORPMANS

[ Een aandachtig publiek ]

[ Co-voorzitter

Mark Van Rompaey ]

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

24

BOEKONOMICA

BOEKONOMIKA

EEN TEGENDRAADSE ECONOOM ONTDEKT DE VERBORGEN KANT VAN BIJNA ALLES.

OF HOE STATISTIEKEN ALLES KUNNEN BEWIJZEN...

Wat hebben schoolmeesters en sumoworstelaars gemeen? Wat is gevaarlijker: een pistool of een zwembad? Waarom wonen drugsdealers nog steeds bij hun ouders? Verrassende vragen die je niet meteen van een hoogleraar economie zou verwachten. Maar het zijn wel de alledaagse vragen die Steven Levitt, econoom aan de universiteit van Chicago, zich stelt en waarop hij via diepgaande economische analyse een antwoord tracht te bieden.

Levitt is duidelijk geen standaardeconomist, die het graag heeft over interestvoeten, export-cijfers en jaarrekeningen. Eerder houdt hij zich bezig met het onderzoeken van meer ‘human interest’-zaken zoals resultaten van opvoeding, zelfmoorden, drugshandel en voor-al de verbanden ertussen. Via eenvoudige vraagstelling tracht hij verbanden tussen ver-schillende feiten te vinden en te ontrafelen.

Zo stelt Levitt dat het dalen van de misdaadcij-fers in Amerika niet echt te maken heeft met een beter werkende economie, maar alles met de legalisering van abortus. Op zijn minst een opmerkelijke uitspraak die hij uitgebreid verder uitlegt in zijn boek. Minder ongewenste kinde-ren geeft minder criminaliteit, zo stelt hij.

Verder beweert de econoom ook dat het voor de schoolresultaten van kinderen niet of wei-nig uitmaakt hoe sterk de ouders hiermee bezig zijn door regelmatig verhalen voor te lezen of musea te bezoeken. Gewoon de kin-deren voor de televisie zetten, geeft dezelfde resultaten. Vele opvoedingsdeskundigen zul-len steigeren bij het lezen van dit hoofdstuk van het boek.

De uitspraken van Levitt hebben dan ook in verschillende kringen voor heel wat controver-se gezorgd. Vele tegenbewijzen tegen zijn uit-spraken werden verzameld. Of hoe je met cij-fers en data zowat alles kan bewijzen en tegen-bewijzen.

Levitt doet een goede poging, hoewel het mis-schien niet zijn bedoeling is, om het vak eco-nomie iets minder saai en serieus te maken en dichter bij de dagdagelijkse problemen van de mensen te brengen. Hij maakt ingewikkelde structuren en processen beter begrijpbaar door verrassende vragen te stellen en verbanden te zoeken die de geheimen van zowat alles bloot-leggen. In het boek staat voor elk maatschap-pelijk probleem dat door Levitt onderzocht werd, een uitgebreide en op zijn minst verras-sende economische analyse, die op het eerste zicht zeer logisch onderbouwd is. Doch bekruipt je bij het lezen van het boek regelma-tig het gevoel dat de stellingen eenzijdig zijn onderzocht om de eigen ideeën van de eco-noom te bewijzen. Aan de andere kant is het een zeer leuk en levendig geschreven boek (auteur is Stephen Dubner van de New York Times), dat een vernieuwende en speelse blik werpt op de feiten en een mens zeker aan het denken zet...

Sara COENE

FREAKONOMICS – Steven D.Levitt en Stephen J.DubnerUitgeverij De Bezig Bij – 2005 – 261 p.

[ Een “verrassende” kijk op economie... ]

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

25

FILMONOMIKA

FILMONOMIKA

Enron werd opgericht in 1985 als een gas- en oliebedrijf met zetel in Texas. Naarmate de vraag naar energie en vooral elektriciteit toe-nam en de energiesector steeds meer werd gedereguleerd, breidde Enron zijn activiteiten uit naar het ‘traden’ van elektriciteit, gas en andere energiegrondstoffen. Enron begon aan een niet te stuiten opmars, legde jaar na jaar fenomenale winst- en groeicijfers voor en werd zo op een bepaald moment de zevende grootste firma in de US met totale activa ten belope van 70 miljard USD. Enron was één van de meest verbluffende succesverhalen van de Amerikaanse economie. Met mannen als Jeff Skilling, Ken Lay en Andy Fastow aan het roer leek alles wat Enron aanraakte te verande-ren in goud. Het was ook de periode van de grote beurshausse. Amerikanen kochten mas-saal aandelen en Enron was één van hun lieve-lingsaandelen. De koers van het aandeel swingde werkelijk de pan uit.

Het was een sprookje, te mooi om waar te zijn. In werkelijkheid was Enron niet meer dan een “kaartenhuisje gebouwd op een poel olie”. In 2001 stortte het kaartenhuisje op nau-welijks een maand tijd ineen. Toen de eerste geruchten over frauduleuze praktijken de kop opstaken ging de bal heel snel aan het rollen.

Het faillissement van Enron was waarschijnlijk één van de grootste bedrijfsschandalen van de voorbije decennia. Wat eens één van de meest succesvolle en winstgevende ondernemingen leek, bleek in werkelijkheid niet meer dan een zeepbel, gedoemd om uiteen te spatten. Een voor vele Vlamingen bekend verhaal. Er zijn inderdaad gelijkenissen te trekken met ons Vlaamse Enron Lernout & Hauspie. Maar de ondergang van Enron was van een nog veel groter kaliber. ‘Enron: The Smartest Guys in the Room’ doet het feitenrelaas over de gebeurtenissen die de eens zo machtige onderneming ten val brachten. Daarnaast is het vooral ook een kritische en bij momenten vernietigende blik op de excessen van het kapitalisme.

Enron, het oerdegelijke bedrijf, bleek al jaren-lang zo goed als bankroet te zijn. De winsten bleken niet meer dan een fabeltje te zijn. En terwijl de top van Enron hun aandelen tijdig verkochten en het zinkende schip als eersten verlieten, bleven de personeelsleden berooid achter. 20.000 mensen verloren van de ene dag op de andere hun job. Hun pensioenplan-nen waren waardeloos geworden. Miljoenen Amerikanen zagen hun zuurverdiende spaar-centen in rook opgaan.

Geldhonger, hebzucht en arrogantie

Alex Gibney ‘s documentaire ‘Enron: The Smartest Guys in the Room’ is een fascineren-de documentaire die op een heldere manier inzicht biedt in de gewetenloze bedrijfspraktij-ken en het schokkende morele vacuüm binnen het bedrijf. Om de honger naar geld te stillen moest alles wijken. Alles draaide rond de aan-delenkoers. Die moest blijven stijgen en alle middelen waren goed om dit doel te bereiken. Al in de eerste jaren na de oprichting werd een loopje genomen met ethische gedragsre-gels. Handelen met voorkennis werd toegela-ten en gestimuleerd zolang er maar monster-winsten werden geboekt. De kwartaalwinsten werden telkens kunstma-tig opgeblazen. Cruciaal daarbij was het ‘mark to market’-principe om Wall Street een verte-kend beeld te geven hoe Enron er financieel aan toe was. Mark to market betekent dat je voor elk fiscaal jaar niet de winst aangeeft die je effectief maakt, maar wel de winst die je hoopt te maken in de komende jaren. Je sluit een deal van 50 miljoen dollar en je geeft die

ENRONDE KEIZER HEEFT GEEN KLEREN

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

26

FILMONOMIKA

FILMONOMIKA

50 miljoen aan als winst. In werkelijkheid waren veel van die deals echter waardeloos. Zo bouwde Enron een peperdure centrale in India die echter nooit gewerkt heeft, en dus geen cent opgebracht heeft. Toch droeg die centrale op een miraculeuze wijze bij tot de winstcij-fers. Het werd echter steeds moeilijker om de schijn hoog te houden. Er konden en mochten immers geen verliezen geboekt worden. De aandelenkoers mocht niet dalen. Dus werd Andy Fastow als CFO binnengehaald. Die zette hele constructies op van nepbedrijven waar de verliezen naar toe gesluisd konden worden. Zo bleef Enron op papier sterk winst-gevend.

Naarmate het bedrijf meer en meer in moei-lijkheden raakte, ging men steeds verder. De hebzucht had het bedrijf overgenomen. Het meest hallucinante voorbeeld van de geldhon-ger en de arrogantie van Enron vond plaats op het einde van de jaren negentig. Enron profi-teerde van de deregulering in Californië om er een energiecrisis te ontketenen. Het bedrijf had geld nodig om de steeds oplopende verlie-zen goed te maken. Dus belden ‘traders’ de elektriciteitscentrales in Californië op met de dwingende vraag om de installatie plat te leg-gen. Het gevolg was dan ook dat er gigantische kunstmatige tekorten aan elektriciteit ontston-den. Californië werd getroffen door grote black outs wat onder andere tot de val van de demo-craten en de verkiezing van Arnold Schwarzenegger tot gouverneur van Californië leidde. De prijzen van elektriciteit swingden de pan uit (ze stegen tot dertigmaal het nor-male niveau) en de traders van Enron konden miljardenwinsten optekenen. De documentai-re speelt trouwens audio-opnames af waarin traders lachen met de ellende van grootmoe-dertjes die volledig in de duisternis zaten. Moreel besef was volledig verdwenen.

Vele medeplichtigen

De documentaire haalt ook scherp uit naar al diegenen die al dan niet op de hoogte waren van de massale fraude maar wijselijk de ande-re kant opkeken om hun deel van de koek te kunnen krijgen. Analisten bleven het aandeel unaniem aanprijzen. De enige analist die een kritische noot liet optekenen werd door zijn werkgever, de Amerikaanse zakenbank Merrill Lynch, ontslagen. Als beloning werd de bank twee grote contracten toegewezen door Ken Lay. Auditeur Arthur Andersen keurde de jaar-verslagen goed tegen betaling van gigantische sommen en werd meegesleurd in de val van Enron. En hoeft het enige verbazing te wek-ken, er waren ook minder frisse banden met de familie Bush…

Het had een moraliserende film kunnen zijn over hoe de menselijke hybris en hebzucht uit-eindelijk tot zijn ondergang leiden. Het ver-haal van Enron is echter geen fictie, maar de harde werkelijkheid. Een harde werkelijkheid waar menig Amerikaan nog steeds de gevol-gen van draagt. Op die manier is de documen-taire een sterke aanklacht tegen het ongebrei-delde, ongeremde kapitalisme. De makers van de documentaire komen echter op geen enkel moment belerend of moraliserend over. Sensatiezucht is vreemd aan deze documentai-re. De feiten spreken voldoende voor zich. Dit onderscheidt de documentaire van de onver-bloemde en weinig subtiele kritiek van de docuficties zoals we die kennen van Michael Moore waar beelden gemanipuleerd worden en bepaalde feiten verdraaid worden. Verwacht dan ook geen hippe, humoristische documen-taire. Er zijn wel wat (schaarse) humoristische momenten zoals een intern bedrijfsfilmpje of in de muziekkeuze, maar het is vooral een droge, nuchtere en zakelijke analyse van de feiten. Er wordt daarbij echter niet te veel gefo-cust op de cijfers en de opgezette constructies om verliezen en schulden te maskeren. Hierdoor wordt de documentaire dan mis-schien wel wat lichter verteerbaar voor de leek, aan de andere kant blijf je toch af en toe op je honger zitten. Je wenste toch dat de filmma-kers af en toe wat dieper ingingen op de manier waarop de constructies opgebouwd werden.

Overtuigende aanklacht

Er wordt ook weinig aandacht geschonken aan het menselijke drama, zoals het lot van de 20.000 ontslagen werknemers. Maar ‘Enron: The Smartest Guys in the Room’ is geen human interest documentaire, het is een zake-lijke analyse van de feiten. Misschien ligt de kracht van de documentaire net daarin. Door zich te concentreren op de pure feiten krijgen we geen melodrama, maar groeit ‘Enron’ uit tot een objectieve en overtuigende aanklacht tegen de tirannie van het geld en hoe geld mensen in gewetensloze schurken kan veran-deren. Daarom verdienen deze documentaire en het boek, waarop de documentaire is geba-seerd, misschien wel een plaats in elke cursus van bedrijfsethiek, en waarom niet: bedrijfseco-nomie. Want Enron is helaas geen alleenstaand geval. Het is wel een schoolvoorbeeld…

Jürgen VANHAVERBEKE

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

27

HOMMAGE

HOMMAGE

HULDEBETOON PROFESSOR EMERITUS ALBERT COPPÉ

Op de eerste officiële lentedag van 2006 kwa-men enkele honderden vrienden, familieleden en sympathisanten hulde brengen aan wijlen Professor Coppé (1911-1999), een gevierde politicus en Professor. Eerst werd in Tervuren een bronzen bas-reliëf ‘Albert Coppé. In dienst van Europa’ onthuld en vervolgens was er de academische zitting in het Koloniënpaleis met een rits eminente sprekers.

Passeerden de revue op het spreekgestoelte: Minister van Staat Leo Tindemans, Minister van Staat Mark Eyskens, Hans-Gert Pöttering, voorzitter van de EVP-ED-fractie in het Europese Parlement, Pat Cox, Voorzitter van de Europese Beweging Internationaal, en ten slotte Europees Commissaris Viviane Redding. Daniël Cardon de Lichtbuer, Voorzitter van het Comité Hommage Albert Coppé, leidde de sprekers in en bracht ook een persoonlijke getuigenis van zijn jaren samen met Albert Coppé.

De sprekers brachten vooral Coppé’s pioniers-werk in Europa aan de orde, met vooral de medeoprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1952, waar hij lid was van de Hoge Autoriteit tot 1967. Van 1967 tot 1973 was hij lid van de Europese Commissie, waardoor hij in totaal ruim 20 jaar een Europese topfunctie heeft bekleed. Hij werkte in die beginperiode samen met bezielende en visionaire Europeeërs zoals Winston Churchill, Jean Monet, Robert Schuman, Jean Rey, Sicco Mansholt, Paul Henri Spaak, Konrad Adenauer,…

Albert Coppé geloofde rotsvast in de toekomst van Europa en de meerwaarde van een econo-mische en politieke unie. Reeds in de jaren ‘70 merkte hij op dat “Europa alleen maar kan werken als er met een gekwalificeerde meer-derheid wordt beslist. Want op basis van una-nimiteit gaat niets vooruit”. Volgens Coppé had het interbellum dat laatste al afdoende bewezen. Voor hem moest ook de economi-sche eenmaking een politiek complement krij-gen. “Anders regeert de wet van de sterkste, en dan regeert bijgevolg het kapitaal”, zo oordeel-de hij. “De Europese Unie moet er voor zor-gen dat er structureel vrede komt in Europe”. Tot zover is dit gelukt en heeft Coppé gelijk gekregen.

Albert Coppé was ook een gevierde Professor en gaf talrijke vakken in de Faculteit ETEW van KULeuven. Hij gaf lessen zoals statistiek en algemene economische bewegingen (con-junctuur) en doorspekte zijn lessen met spi-tante oneliners. Mark Eyskens: “Coppé was een verstandig Keynesiaan. Hij erkende het belang van de vraag. Maar anderzijds wist hij als geen ander dat competitiviteit ook heel belangrijk was. En dat de staat daarin een rol moet spelen, maar hij zag de staat vooral als een supernationale scheidsrechter”.

[ Mevr. en Mark Eyskens, Ekonomika-voorzitter Freddy Nurski en Francis Coppé ]

[ De kleinzoon Joris, zoon van Francis Coppé, helpt bij de onthulling van het bas-reliëf. Naast de burgemeester van Tervuren, Bruno Eulaerts, Leo Tindemans, Pat Cox en Hans-Gert Pöttering. De spreker, Daniel Cardon de Lichtbuer, is de voorzitter van het comité Hommage

Albert Coppé. Leo Tindemans is de voorzitter van de academische zitting. ]

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

28

HOMMAGE

HOMMAGE

ALBERT COPPÉ: HERINNERINGEN AAN EEN GEPASSIONNEERDE PROFESSOR

Het feestelijke huldebetoon van Albert Coppé dat we met vele vrienden vierden op 21 maart was een excellente gelegenheid om de uitzonderlijke persoonlijkheid en de rijk gevulde loopbaan van Albert Coppé in volle waardering te herdenken. Mijn eerste kennismaking met de professor dateert van ongeveer zestig jaar geleden. In 1947 was ik student voor zijn vak Handelseconomie en het jaar nadien voor Statistiek. Let wel, in die tijd werd naar onze faculteit verwezen met de populaire term van “handelskot”. Aan de KU Leuven heerste kort na Wereldoorlog II een bruisende sfeer. Als jongeren voelden we dat ons naoorlogs tijdperk zwanger was van ingrijpende veranderingen met nieuwe en beloftevolle projecten. Hierin profileerde zich de kersverse volksvertegenwoordiger en jonge professor Coppé als een temperamentvolle gangmaker.

Anders dan de meer monotone lesgevers kwam hij naar voor met snedige taal over gevoelige kwesties zoals de repressie en de koningskwes-tie. En hij sprak zich daarenboven uit over de verantwoordelijkheden van studentenkringen zoals Ekonomika, over de taak van de Vlamingen in Europa en de wereld, alsook over de rol van de economie in de toekomstige ontwikkeling. Hij beperkte zich dus niet tot de materie van zijn cursus maar waaierde breed uit over de algeme-ne problematiek van mens, maatschappij en politiek. Vanuit zijn intuïtieve ingesteldheid was hij socioloog. En zijn ethische invalshoek zou een merkteken blijven tot het einde. Onze prof was hoegenaamd niet schuw van radicale uit-spraken over het gebeuren. Hierbij lanceerde hij rake beelden en treffende metaforen, die galm-den door de collegezaal ter illustratie van het thema en staving van zijn betoog. Hij was één van de weinige profs die tijdens de colleges vra-gen uitlokte over enkele van zijn soms uitdagen-de en tegenstrijdige stellingnames. En in dit intellectuele steekspel van speelsheid en ironie, vaak afgewisseld met onstuitbare schaterlach van de zaal, toonde hij zich een gewiekste debater met bliksemsnel wederwoord. Professor Coppé werd vlug de vedette van de eerste kandidatuur.

Over figuren zoals Coppé circuleerden vaak een veelheid van legendes. In feite was hij daar niet wars van en enkele uitschieters van het genre lokte hijzelf uit. Bij de legendarische verhalen was zijn vertelling over de wijze waarop hij zijn verloofde en latere echtgenote heeft uitgekozen een topper. Zoals ik het door hem hoorde vertel-len in volle collegezaal in 1947, had het verhaal een sprookjesachtige impact. Deze zou bij herha-ling van de vertelling aan volgende generaties allicht iets van zijn idyllische tinteling verliezen. Maar ons studiejaar genoot zogezegd, de pri-meur! Ik probeer tekst en context hier nu zo getrouw als mogelijk weer te geven Op een zon-nige lentedag, tijdens het tweede lesuur, toen de

[ Economen op het appel: Michel Pauwels, Jules Ackermans, Paul Dequae, Karel Tavenier en uiterst rechts: ere-rector Roger Dillemans ]

[ Prof. em. Louis Baeck, Prof. em. Karel Tavenier, Francis Coppé en zijn jongste zoon Joris met het boek van zijn grootvader ]

april 2006 | EKON

OM

IKA berichten |

29

HOMMAGE

HOMMAGE

aandacht aan het verslappen was, gooide de prof plots zijn betoog om en vertelde ons met tremo-lo in zijn stem dat hij op de leeftijd van 28 almet-een genoeg had van het leven als jonggezel. De tijd leek hem rijp om zonder dralen een jonge dame uit te kiezen ten einde met haar samen een gezin op te starten. Op het nakende dansfeest van de Vlaamse Studentenbond zouden honderden jonge meis-jes van goeden huize ook hun kans wagen met dezelfde bedoelingen. Sinds oeroude tijden is een dansfeest van studenten tevens een amou-reuze markt, waar vraag en aanbod, met animo en begeleid door muziek, elkaar kunnen vinden. Aangezien de jongeman een intellectueel was met professorale ambities, wenste onze prof dat zijn toekomstige eega enige historische kennis en vertrouwdheid met de wereld van ideeën kon tonen.. Zoals aan ons verteld, stelde hij als inlei-dende toets om wegwijs teworden bij de keuze éénzelfde vraag aan de danspartners, namelijk: wie was Hannibal? In een gedicht dat alle Vlaamse humaniorastudenten in mijn jeugd uit het hoofd moesten kennen, komt de Carthaagse veldheer naar voor als een onverschrokken ver-overaar die met zijn leger over de Alpen “wild omstoven door sneeuwjacht” trok, om Rome te veroveren. Bij de eerste dans keek de jonge scho-

ne onze prof na het Hannibal-examen meer dan verbluft en ietwat wantrouwig aan. Bij het einde van de muziek en terug bij haar gezelschap gaf ze enigszins aangeslagen het relaas aan de vrien-dinnen over de bizarre formulering van een aan-zoek... De tweede danspartner liet na het stellen van de vraag onze prof en de Hannibal-saga prompt alleen achter op de dansvloer. Het was de derde danspartner, met name Minette, die Hannibal historisch wist te situeren en de prijs won. En, zo besloot onze prof-verteller, “trokken wij samen de Alpen over”. In één van zijn essays stelt Goethe dat een boeiende verteller de kunst verstaat om “Wahrheit und Dichtung” soepel ineen te vlechten zodat de toehoorders de grens-overschrijding onbewust mee volgen en ervan genieten. In dat genre van vertelkunst was pro-fessor Coppé een maestro.

Andersdenkende intellectueel

Een huldebetoon is geen heiligverklaring. En zelfs met de grote charme van onze prof, bleven we niet blind voor enkele onhebbelijkheden die soms stekelig overkwamen. Zijn occasionele bruuskerie paste bij zijn temperament. Twee generaties studenten hebben van zijn lessen en verhalen genoten. Later, toen ikzelf prof werd in

Noteer alvast in uw agenda:Seniorendagop vrijdag 5 meiin de Faculty Clubin Leuven

| EKO

NO

MIK

A be

richt

en |

apri

l 200

6

30

HOMMAGE

HOMMAGE

ferentietafel ofwel in kleinere kring, met vrien-den en een glas wijn. Hij hield van controversie en van een debat met tegenstrijdige inbreng. .

Ik herinner me dat we in 1990, na een conferen-tie van “Christenen voor Europa” met volksverte-genwoordiger Van Geyt naar een Brussels cafe-tje trokken om er een drietal uren verder te dis-cuteren over de aan gang zijnde “Umwertung aller Werte”in de communistische wereld, China incluis. Van Geyt was nog de enige en laatste vertegenwoordiger van de communistische partij in het Belgische Parlement, dus geen gelijkge-zinde. Maar hij was een open en eerlijke anders-denkende met solide intellectuele bagage en nieuwsgierig om horen wat wij, twee Leuvense christen-democraten dachten over het culturele nationalisme dat wereldwijd de kop opstak als hefboom van ontwikkeling, vooral in Azië en in de Islamwereld. De tact waarmede collega Coppé zijn visie ontvouwde en de hoffelijkheid waarme-de hij de opinie van de ideologische verliezer in politiek correcte dimensie zette, heeft me diep getroffen. Een wereld zonder marxistische tegen-standers maar gedynamiseerd door culturele gis-ting gaf aan het debat een onverwacht perspec-tief. We waren alle drie op zoek naar de nieuwe canon van de geopolitiek.

Na de ideologische kentering van de jaren 1990 kwamen Zuid-Oost-Azië en het Verre Oosten uitdrukkelijker in zijn blikveld. In het kielzog van Deng Xiaoping’s opening van China’s econo-mie naar de wereld en wegens het islamitische reveil, kwam Europa voor nieuwe uitdagingen te staan. Onze laatste gesprekken gingen over de onstuitbare opmars van mondialisering en de opkomst van een “economie zonder grenzen”. Deze dynamiek boeide hem en met belangstel-ling voor de interculturele bots en weerbots van landen en volkeren keek hij met scherpe blik toe op het mondiale gebeuren. Collega Coppé’s gave van synthese en de kunst van deze in gevatte slagzinnen te formuleren, troffen iedereen. Bij het lesgeven waren dit stimulerende troeven. Onze gevierde was een eminente belichaming van het kleine aantal docenten dat niet alleen hun cursus afdreunen maar ook op inspirerende wijze en met charisma, levenswijsheid meege-ven aan de studerende jongeren. Hiervoor zal hij in de herinnering voortleven van vele duizenden Vlaamse economen. De statuur van deze eminente intellectueel zal beklijven als een vruchtbare synthese van uitste-kende prof en politieke vernieuwer.

Prof. em. Louis BAECK

[ Sprekers op het huldebetoon.

(in het midden): Hans-Gert Pöttering en Minister van Staat Leo Tindemans ]

onze faculteit, onderhielden we persoonlijk con-tact wegens ons beider internationale perspecti-vering der dingen. Mijn mondiaal perspectief doorkruiste en verstoorde soms zijn Europese positionering. Maar zijn openheid van geest en zijn vele reizen naar verre oorden, brachten ons samen. Deze uitwisseling van gedachten en per-spectieven had afwisselend plaats rond een con-

[ Kleinzoon Elias, de jongste zoon van de jongste dochter Sophie van Albert Coppé, geeft de toga en baret terug aan oud-rector Dillemans, geholpen hiervoor door Leo Tindemans, en

onder de grote glimlach van Hans-Gert Pöttering en Pat Cox. ]

Het boek ‘Albert Coppé’ (met DVD) kan worden besteld door storting van 35 euro (port inbegrepen) op rekening nr. 000-0000004-04 van de Koning Boudewijnstichting o.v.v. ‘L81459 Comité Hommage Albert Coppé’. Giften zijn fiscaal aftrekbaar vanaf 30 euro. Voor meer informatie: Roger Peeters, tel. 02-767 98 84 of 0475-86 54 97; e-mail [email protected].

Als zelfstandig verzekeringsagent met enkele medewerkers heb je te maken met een interessante combinatie van commercialiteit, management en organisatie.Mijn studie T.E.W. en mijn actieve deelname aan Ekonomika-activiteiten waren daarvoor de ideale voorbereiding. Enerzijds kreeg ik een stevige basis mee op theoretisch vlak (o.a. accountancy, fiscaliteit, wetgeving); anderzijds werden na de colleges de sociale vaardigheden wat aangescherpt... en dat is nu net belangrijk in het zakendoen. Want soms is het belangrijker ’wie’ te kennen dan ’wat’ te kennen.

Hoe je eigen zaak uitbouwen onder de hoede van een grote bankverzekeraar?

Raf, 37 jaarverzekeringsagent in Genk en Peer

www.kbc.be/jobs

Gun jezelf een brede kijk op financiële jobs!Financial Forces is jouw gespecialiseerde partner om op zoek te gaan naar een eerste werkervaring. Financial Forces werkt voor boekhoudkantoren, bedrijfsrevisoren, beursgerelateerde instanties en bedrijven uit de meest diverse sectoren, banken en verzekeringsmaatschapijen.

Voordelen:•Je krijgt een brede kijk op het aanbod boekhoudkundige, financiële en

bancaire functies;

•Je kunt kiezen voor de job die het best bij je mogelijkheden en ambities past;

•Je krijgt de job die je op het lijf geschreven is;

•Wij blijven je volgen & coachen om het nog beter te doen.

Wij maken tijd voor jou!Als je bij ons aanklopt, willen we je goed leren kennen: sterke punten, ervaring, specialisatie.

Voel jij je aangesproken? Contacteer ons!

Financial Forces – LeuvenOude Markt 353000 Leuven016/20 16 [email protected]

www.financialforces.be

Lid

Fede

rgon

VG

.828

/BU

& B

03.0

36 W

.R.S

.170

W.in

t.170